MAX. Algemeen 1 e inspeciënt: Peter Raaijmakers T: E: peter@tdmaas.nl

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MAX. Algemeen 1 e inspeciënt: Peter Raaijmakers T: 06 48 93 29 93 E: peter@tdmaas.nl"

Transcriptie

1 Technische lijst Hieronder een overzicht van de technische eisen voor de bovenstaande voorstelling van Maas Theater en Dans. Voor vragen of opmerkingen verzoeken wij u contact op te nemen met een van onze technici. Algemeen 1 e inspeciënt: Peter Raaijmakers T: E: peter@tdmaas.nl Productieleider: Sanne Hilhorst T: E: sanne@tdmaas.nl Min. leeftijd Speelvlak Hoogte Transport 6 jaar min. 10 x 10 meter min. 6,5 meter 1 Trailer Tijden Personeel Bouwtijd ongeveer 6 uur Acteurs 9 personen Breektijd ongeveer 2 uur Technici Max. 5 personen Duur 75 min (geen pauze) Technici theater 5 personen Licht Lichtcomputer Vector van Maas. Krachtstroom op toneel: Ja, 63Amp/380V CEE 5p Plaats lichtcomputer in de zaal, bij het geluid Bijzonderheden licht: Lichttrekken 5x Dmx op toneel ja, 5p XLR Dmx in zaal ja, 5p XLR Geluid Geluidsinstallatie van Maas. Bijzonderheden geluid: PA van theater én van Maas. We gebruiken 10 zendermicrofoons in kanaal 40-41, Plaats mixer in de zaal, bij licht graag vooraf contact als er meer zenders (ch40-41) in het gebouw gebruikt worden. Video Bijzonderheden video: Er wordt op het decor van Maas geprojecteerd met een beamer Theater Fond nee Balletvloer: Horizondoek nee We nemen een geprinte balletvloer mee. Bijzonderheden: Er wordt geen gebruik gemaakt van de afstopping. Gezien de krappe bouwtijd zou het fijn zijn als jullie balletvloer al is opgeruimd voor aanvang van de bouw Decor Omschrijving decor: Decor bestaat uit een trussenbouw van 10x10m, 6m5 hoog. Aan deze constructie worden op vier plaatsen personen opgehesen, met vliegmaterialen van Frontline Rigging. Ook wordt de constructie gebruikt om een deel van het licht/geluid en video in te hangen. Tot slot hangen er rondom vakken en doeken aan de truss. De truss wordt omhoog gewerkt met alpliften om er vervolgens 7 staanders onder te zetten. De gehele constructie met apparatuur weegt +/ kilo. Op de vloer komt een met wolkjes geprinte balletvloer. Achter in het decor staat een prakkenbouw waar de muzikanten op staan. (zie bijlage met foto s en tekeningen) Bijzonderheden brandweer: Het decor wordt door de lijst gebouwd wat kan betekenen dat het brandscherm geblokkeerd wordt. Indien dit een probleem is gaarne vooraf contact met ons op te nemen! LET OP: Tijdens de tournee kunnen er kleine wijzigingen optreden. Kapindeling wordt daarom ter plekke bepaald! Pagina 1 van 9 laatste update: 17 december 2012

2 Documentatie vliegsysteem DOCUMENTATIE VLIEGSYSTEEM Inleiding In worden er een aantal voorstellingen van opgevoerd door Maas Theater en Dans. In het navolgende rapport wordt beschreven hoe e.e.a. geschiedt, welke materialen en mensen er gebruikt worden en hoe e.e.a. veilig gebeurt. Uitleg van het systeem Om de persoon te laten zweven wordt er gebruik gemaakt van ZFX Kirby drumm vliegsysteem. Met dit vliegsysteem kan doormiddel van een mechanische overbrenging en handmatige bediening een persoon in horizontale richting verplaatst worden. De persoon wordt gehesen in één vliegdraad met voldoende veiligheid. Het harnas dat gebruikt gaat worden wordt met twee korte vliegdraden en een spreaderbar aan de vliegdraad van de kirby drumm gemonteerd. Het totale systeem wordt gemonteerd in een op zichzelf staand truss systeem. Vlieggordels Vlieggordels zoals hier omschreven zijn bedoeld voor het hijsen van één persoon. Vlieggordels behoren te worden ontworpen op basis van veiligheid en comfort. Vlieggordels zijn bij voorkeur gemaakt van leer, polyamide of polyester. Andere materialen dan wel combinaties van materialen worden niet uitgesloten. De lastdragende delen behoren zo te worden gedimensioneerd dat zij een minimale veiligheidsfactor bezitten van 10 ten opzichte van de breeksterkte. De vlieggordels behoren na fabricage te worden beproefd op 1,5 maal de te verwachten maximale belasting, zonder dat daarbij waarneembare vervorming of beschadiging optreedt. Vlieggordels die worden gedragen behoren te worden beschouwd als onderdeel van het vliegsysteem, niet als deel van het kostuum. Een belangrijk aandachtspunt is dat de delen van het kostuum die over de vlieggordel worden gedragen de bewegingsvrijheid en de veiligheid van de te laten vliegen persoon niet beperken. Vlieggordels behoren voldoende comfortabel te zijn voor de te laten vliegen persoon gedurende de gehele duur van de vlucht. Vlieggordels behoren voorafgaand aan elke voorstelling door een deskundig persoon te worden geïnspecteerd op slijtage en/of gebreken. Bij elke vorm van twijfel aan de goede staat of de veiligheid behoort afkeuring en buiten gebruik stelling plaats te vinden, en behoort de gordel ofwel te worden vernietigd ofwel duidelijk te worden gemerkt als ongeschikt voor gebruik. Bevestigingsapparaten aan vlieggordels of overeenkomstige bevestigingsmaterialen behoren zo te worden ontworpen dat deze bij belasting of in het geval van een situatie van een slappe kabel niet onbedoeld kunnen openen en behoren een minimale veiligheidsfactor te bezitten van 10. Tweedraadszitvlieggordels behoren zo te worden geconstrueerd dat de te laten vliegen persoon niet ongewenst naar een horizontale positie kan kantelen. Hijs- en vliegkabels De keuze van de kabeleigenschappen behoort te worden gemaakt en de bepaling van de veiligheidsfactor van de hijs- en vliegkabels behoort te worden gedaan op basis van het gewicht dat wordt gehesen, de dynamische belastingen die ontstaan uit de vluchtchoreografie (slingerbewegingen, salto s, versnellingen), het aantal kabels die de te laten vliegen persoon dragen, de wijze van installatie, het inspectieschema en eventuele overige relevante factoren. Hijskabels van het vliegsysteem behoren een minimale veiligheidsfactor te bezitten van 10 en ten minste voorafgaand aan elke tiende gebruiksdag te worden geïnspecteerd door een deskundig persoon. Vliegkabels van staalkabel behoren een minimale veiligheidsfactor te bezitten van 5. Wanneer een kunstvezel wordt gebruikt als vliegkabel behoort deze een minimale veiligheidsfactor te bezitten van 7. Voorafgaand aan iedere gebruiksdag behoren de vliegkabels te worden geïnspecteerd door een deskundig persoon. De vliegkabels behoren maximaal 40 lastspelen te worden toegepast. Na 40 lastspelen worden de vliegkabels vernietigd en vervangen. Pagina 2 van 9 laatste update: 17 december 2012

3 Documentatie vliegsysteem De verzwakkingscoefficiënt van de eindverbinding van de kabels behoort te worden verwerkt in de berekening van de breeksterkte van de kabels. De keuze van de kabel wordt gemaakt door de veiligheidsfactor toe te passen op de berekende breeksterkte van de kabel. Van elke toegepaste combinatie van soorten kabel en soorten eindverbindingen behoort een schriftelijk document met de minimale breeksterkten aanwezig te zijn. Samengevat kan de minimale breeksterkte van de kabel zonder eindverbinding worden berekend volgens: Bs min x Kt = Vf x F max waarin: Bsmin is de minimale benodigde breeksterkte van de kabel zonder eindverbindingen, in N; Kt is de verzwakkingcoëfficiënt van de eindverbinding; Vf is de veiligheidsfactor; Fmax is de berekende maximaal optredende kracht in de kabel tijdens de vliegbeweging, in N. Als eindverbinding van de kabels behoort uitsluitend gebruik te worden gemaakt van genormaliseerde eindverbindingen. Alle eindverbindingen behoren zo te worden geconstrueerd of aangebracht dat de ronding in de lussen of ogen is gewaarborgd, zoals opgegeven door de fabrikant van de kabel. In het geval van een vliegsysteem met tweevoudige kabel, waarbij het gewicht van de te laten vliegen persoon grotendeels op één van de kabels kan worden overgebracht, behoort elke kabel op het volledige gewicht van de persoon te worden gedimensioneerd. Als vliegkabels niet iedere gebruiksdag kunnen worden geïnspecteerd, behoren zij een minimale veiligheidsfactor te bezitten van 10 en ten minste voorafgaand aan elke tiende gebruiksdag te worden geïnspecteerd door een deskundig persoon. Een kabelinspectie behoort ten minste controle op knikken of kinken, gebroken draden of slijtage te bevatten en bij constatering hiervan behoort de kabel te worden vernietigd en vervangen. Er behoort schriftelijk te worden vastgelegd hoe lang en hoeveel lastspelen een specifieke kabel is gebruikt alsmede welke persoon deze heeft geïnstalleerd. Katrollen, blokken, schijven en trommels Het is wenselijk dat katrollen, blokken, schijven, trommels en hun lagering van een hoge kwaliteit zijn om wrijvingsverliezen te minimaliseren. De bevestiging en de verankering van trommels, schijven en dergelijke behoort te worden berekend op basis van de breeksterkte van tienmaal de werklast en/of vijfmaal de vervormingsgrens afhankelijk van welke van die twee maatgevend is. De D:d verhouding behoort zo te worden gekozen dat er geen verzwakking van de kabel optreedt. Voor staalkabel behoort deze verhouding minimaal 20 te zijn. Voor reistouw geldt een verhouding van minimaal 8. Wanneer katrollen, blokken, schijven en trommels worden gebruikt in een situatie waar de kabel zodanig zijdelings uit kan zwaaien dat verseizing kan optreden groter dan 2 graden naar elke kant behoren deze katrollen, blokken, schijven en trommels zo te worden ontworpen of ingebouwd dat deze potentiële verseizingsproblemen worden voorkomen of opgevangen. Katrollen en blokken behoren zo te worden ontworpen dat wordt voorkomen dat de kabel uit de groef van de schijf kan komen en zich kan vastklemmen tussen de schijf en de zijplaat (wang) van de katrol of het blok. Schijven behoren te zijn voorzien van afgeronde wangen naast de schijfgroef. Katrollen, blokken, schijven en trommels behoren ten minste voorafgaand aan elke tiende gebruiksdag te worden geïnspecteerd door een deskundig persoon. Plaatsing van een vliegsysteem Voorafgaand aan de plaatsing van een vliegsystemen behoren alle samenstellende onderdelen door een deskundig persoon te worden gecontroleerd op deugdelijkheid. Het vliegsysteem kan worden bevestigd aan de vaste dragende delen van een gebouw of theater, aan een gemotoriseerde trek of aan een tijdelijke truss of steunbalk. Voordat wordt begonnen met de plaatsing van het vliegsysteem behoort een deskundig persoon vast te stellen of deze geschikt zijn om het vliegsysteem aan te bevestigen. Pagina 3 van 9 laatste update: 17 december 2012

4 Documentatie vliegsysteem Wanneer vliegeffecten in de open lucht worden uitgevoerd, behoort rekening te worden gehouden met de weersinvloeden (regen, wind enz.) en hun invloed op het vliegeffect. Ingebruikname van een vliegsysteem Een dagelijkse inspectie van alle samenstellende onderdelen van het vliegsysteem behoort te worden uitgevoerd. De inspectie behoort te worden vastgelegd in een logboek die bij het vliegsysteem wordt bewaard met vermelding van inspectiedatum, tijd, plaats, naam van de inspecteur en alle uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden. Na voltooien van de plaatsing van het vliegsysteem behoort onder leiding van een deskundig persoon een beproeving te worden uitgevoerd met een proeflast. Na beproeving behoren geen vervormingen of beschadigingen te zijn opgetreden. Vliegoperators behoren zorgvuldig op te letten hoe het vliegsysteem reageert (eruit ziet, aanvoelt of klinkt) tijdens het gebruik, en behoren onverwijld melding te maken van enige verandering hierin, zodat een eventueel probleem kan worden verholpen door een deskundig persoon. Elke ingreep (correctie, verholpen storing, aanpassing, reparatie enz.) behoort schriftelijk te worden vastgelegd. Gebruik en bediening Het laten vliegen van personen behoort te worden uitgevoerd door deskundige personen. Ervaring en kennis is veruit de belangrijkste factor bij het bepalen in hoeverre iemand in staat is om met specifieke hulpmiddelen veilige vliegeffecten op te bouwen en de choreografie te doen. Ervaring en kennis omvat zowel productie ervaring als kennis van de beperkingen van specifieke hulpmiddelen en technieken, op grond van proeven in een nietroductieomgeving. Het behoort niet te worden toegelaten dat personen mee te werken aan een vliegeffect wanneer hun vaardigheid is beïnvloed door alcohol- of drugsgebruik, vermoeidheid, lichamelijke dan wel geestelijke afwijkingen, problemen of gebreken. Ook behoren de weersinvloeden die het vliegen en/of de veiligheid daarvan kunnen beïnvloeden te worden meegewogen. De hiernavolgende drie functies, vluchtontwerper, vliegopzichter en vliegoperater behoren te worden vervuld door verantwoordelijke personen van ten minste 18 jaar wier handelen niet is of wordt beïnvloed door het gebruik van alcohol of drugs, dan wel oververmoeidheid of geestelijke en/of lichamelijke problemen of gebreken. Vluchtontwerper De vluchtontwerper behoort een deskundig persoon te zijn, met ruime ervaring in alle fasen van het vliegen. Deze persoon behoort een uitgebreide kennis te hebben van de werktuigkundige principes van zowel hijstechniek ten behoeve van de evenementenindustrie als het laten vliegen van personen en de uitrusting die nodig is om een scala aan vliegeffecten te realiseren voor diverse producties in diverse soorten locaties. Hij is verantwoordelijk voor het kiezen van de te gebruiken uitrusting om het beoogde vliegeffect te realiseren en voor de wijze waarop deze wordt verwerkt in de productie. Ook behoort hij bedreven te zijn in het plaatsen, onderhouden en bedienen van de specifieke uitrusting die wordt gebruikt voor het creëren van het vliegeffect. De vluchtontwerper (of persoon met vergelijkbare functie) werkt samen met het artistieke team om een specifiek artistiek aspect van de productie te verwezenlijken. Bovenal is de vluchtontwerper verantwoordelijk voor de veiligheid van de vliegbewegingen in de productie. Als de choreografie van de vlucht eenmaal is vastgesteld door de vluchtontwerper behoort deze op generlei wijze te worden veranderd of aangepast door de podiumregisseur, de choreograaf, de te laten vliegen persoon, of enig ander persoon die niet bevoegd is om die veranderingen aan te brengen. Er behoort altijd in gedachten te worden gehouden dat de veiligheid van de te laten vliegen persoon boven alles gaat, en dat de vluchtontwerper het laatste woord heeft waar het de veiligheid van vliegeffecten in de productie betreft. Niemand kan de vluchtontwerper van deze verantwoordelijkheid ontheffen. Pagina 4 van 9 laatste update: 17 december 2012

5 Documentatie vliegsysteem Vliegoperator De vliegoperator behoort een deskundig persoon te zijn, die zich uitsluitend bezighoudt met het plaatsen en bedienen van de specifieke uitrusting die wordt gebruikt voor het verwezenlijken van het vliegeffect, op aanwijzingen van een vliegopzichter of vluchtontwerper. De voornaamste verantwoordelijkheid van de vliegoperator is het veilig omgaan met de te laten vliegen persoon, door nauwe samenwerking. Alle vliegoperators behoren volledig te hebben geoefend met het vliegsysteem. Daarbij kan in plaats van de te laten vliegen persoon een last met een vergelijkbaar gewicht als van destreffende persoon worden gebruikt, als in de choreografie geen actieve bewegingen door deze persoon zijn opgenomen. De werkruimte van de vliegoperators behoort stabiel te zijn en vrij van storende elementen. Personen die vliegen Alle personen die zullen vliegen, doublures inbegrepen, behoren volledig op de hoogte te zijn van de choreografie, het optreden te oefenen en dit goed te beheersen. De personen die vliegen behoren niet te proberen de richting, snelheid of lengte van de vlucht te beïnvloeden door rennen, springen of afzetten, tenzij in opdracht van de vluchtontwerper (of persoon met vergelijkbare functie). Gevolgde werkwijze De inwerkingstelling en bediening van het systeem geschiedt door 1 medewerker van theatergroep MAX, welke voor dit doel terzake kundig zijn en ruimschoots ervaring hebben opgedaan voor de uitvoering van deze werkzaamheden. Voor instructie en begeleiding van deze personen wordt zorg gedragen door ZFX Europe. Deze medewerkers bevinden zich op de begane grond, op een dusdanige positie dat er overzicht is. Een persoon wordt verder aangeduid als operator. Voor aanvang van het gebruik wordt het systeem op relevante onderdelen geïnspecteerd en moet er een testvlucht gemaakt worden met een hiervoor bedoelde zandzak om de functionaliteit van het systeem te controleren. Alvorens de te vliegen persoon zijn positie inneemt, wordt de harnas welke hij/zij draagt gecontroleerd door de geïnstrueerde operator op functionaliteit. Zodra de te vliegen persoon zijn of haar positie ingenomen heeft, worden de beveiligingspunten op het harnas verbonden met de vliegkabel. Vervolgens laat de operator de te vliegen persoon net boven de grond zweven om te controleren of het harnas functioneel is en de nodige comfort heeft. Het is belangrijk dat er een goede communicatie is tussen de te vliegen persoon en de operator die het systeem bedient en het harnas aan de vliegdraden bevestigd. Het zal zo zijn dat er pas een beweging plaatsvindt zodra het sein veilig is gegeven door de operator. Middels afgesproken handsignalen moet de te vliegen artiest duidelijk kunnen maken dat de vliegbeweging afgebroken moet worden als er zich een ongewenste situatie voordoet. Opmerkingen of wensen geuit door derden, zoals regisseurs e.d.. kunnen niet van invloed zijn op deze procedure. Na het voorafgaande kan het gewenste vliegeffect uitgevoerd worden. Tijdens de gehele vliegbeweging wordt de te vliegen persoon door de operator geobserveerd om bij eventuele problemen de vliegbeweging te kunnen beëindigen. Na afloop van de vliegbeweging wordt de te vliegen persoon op de grond neergezet waarna de operator de vliegdraden ontkoppelt. Na afloop van de voorstelling vindt steeds een evaluatie plaats tussen de operator en de te vliegen artiest. Pagina 5 van 9 laatste update: 17 december 2012

6 Productie Risico Inventarisatie en Evaluatie Hieronder de productie risico inventarisatie voor de bovenstaande voorstelling van Theatergroep Max. Voor vragen of opmerkingen verzoeken wij u contact op te nemen met een van onze technici. OMSCHRIJVING VAN DE PRODUCTIE: is een productie van Maas Theater en Dans uit Rotterdam. Deze productie zal gaan touren langs diverse Nederlandse in de periode december 2012 t/m maart Maas Theater en Dans hanteert deze Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) die geldend is voor alle werkzaamheden en alle werknemers binnen de organisaties. Deze RI&E betreft alleen de risico's die aan deze productie verbonden zijn. Zaken die geen bijzonder risico bevatten binnen deze productie worden niet expliciet genoemd. PERSONELE BEZETTING EN ORGANISATIE Werkgever: Maas Theater en Dans Medewerkers: Gouvernestraat 133 Kostuums Marieke Kamphuis 3014 PM Rotterdam Decorontwerp: Sanne Danz Lichtontwerp: Gé Wegman Compositie / Uitvoering Joop van Brakel Peter Sijbenga Zakelijke leiding: Bernadette Stokvis Productie: Sanne Silhorst Artistieke leiding: Moniek Merkx 1 e Inspeciënt Peter Raaijmakers Techniek: Andrea Spoor Frans Baudoin Spel: René Geerlings, Marijn Klaver, Roosmarijn Luyten, Rogier Schippers, Danielle van de Ven, David Verschoor, Vincent Woerkom VERANTWOORDELIJKHEDEN De eindverantwoordelijkheid voor alle technische zaken ligt bij de eerste inspeciënt. De eindverantwoordelijkheid voor productionele zaken ligt bij de productieleider. De verantwoordelijkheid voor Arbo zaken ligt bij de directie van Maas Theater en Dans. Bij reisvoorstellingen is er sprake van meerdere werkgevers op een plek. Maas Theater en Dans is verantwoordelijk voor het functioneren van het eigen personeel en de deugdelijkheid van alle materialen die deze productie met zich meebrengt. Wij achten het hoofd technische dienst van de betreffende zaal verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden op de werkplek. ARBEIDSTIJDEN De betrokken werknemers werken op onregelmatige basis en worden ingeroosterd binnen de grenzen van de Arbeidstijdenwet. De controle hierover valt onder de verantwoordelijkheid van de directie en natuurlijk van de werknemers zelf. Tijdens de planning van de tournee is hier rekening mee gehouden BESCHRIJVING DÉCOR Het décor bestaat uit een truss-combinatie (10mx6,5mx9m) waaraan een vliegmachine (ZFX Flight System), licht en geluidsapparatuur, diverse vakken, doeken en rekwisieten zijn bevestigd. De truss-combinatie en de vliegmachine zijn geleverd door Frontline en voldoen aan de veiligheidseisen (voor meer info zie bijlage ZFX Flying). De doeken zijn gemaakt en geimpregneerd door de firma Vertical Vision. RISICO'S TIJDENS DE BOUW Geen specifieke risico's tijdens de bouw. De techniek werkt volgens de ARBO-normen op hoogte. Pagina 6 van 9 laatste update: 17 december 2012

7 Productie Risico Inventarisatie en Evaluatie RISICO'S TIJDENS DE VOORSTELLING Tijdens de voorstelling wordt er gevlogen door een tweetal acteurs middels de vliegmachine en 1 acteur middels takels. De acteurs worden volgens de normen aangelijnd en gezekerd in harnassen, en vervolgens door mankracht omhoog gehezen. Zie voor deze risico s de apparte inventariesatie t.b.v het vliegsysteem. Er is minimal één Maas medewerker techniek die beschikt over een geldig BHV certificaat. TRANSPORT De acteurs reizen per personen auto of openbaar vervoer naar de verschillende speelplekken. De technici reizen zoveel mogelijk samen per auto naar de verschillende speelplekken. Het décor wordt vervoerd in een trailer door Kassing Transport. Pagina 7 van 9 laatste update: 17 december 2012

8 Productie Risico Inventarisatie en Evaluatie VLIEGSYSTEEM Classificatie van de risico s: Bij de vaststelling van een classificatie van de risico s hebben wij veel risico s als risicoklasse hoog beoordeeld. Het systeem is dusdanig specifiek en de onderdelen daarvan zo belangrijk dat aan elk van de geconstateerde risico s steeds aandacht besteed moet worden. In de instructie zal en moet dit alle aandacht krijgen. Inventarisatie van de risico s en de gekozen oplossingen t.a.v. de mens: De persoon die vliegt zou bij falen naar beneden kunnen vallen. Risicoklasse: Oplossing: Hoog Het systeem is dusdanig opgebouwd dat er voldoende veiligheid in de gebruikte componenten aanwezig is. Risicoklasse: Oplossing: Risicoklasse: Oplossing: De persoon die vliegt kan zich niet lekker voelen. Hoog Er is zicht op het systeem door de medewerkers zodat er adequaat gereageerd kan worden op elk signaal van de te vliegen persoon. In geval van calamiteit kan de te vliegen persoon op de grond gezet worden om te evacueren. De persoon die vliegt kan door afknellen van het harnas verminderde bloeddoorstroming krijgen. Hoog De tijd die de persoon aaneengesloten doorbrengt in het vliegsysteem bedraagt ten hoogste 5 minuten Inventarisatie van de risico s en de gekozen oplossingen t.a.v. de materialen: Het systeem hangt niet deugdelijk aan de dakconstructie. Risicoklasse: Middel. Oplossing: De correcte ophanging dient voor ieder voorstelling geïnspecteerd te worden. Risicoklasse: Oplossing: Materialen kunnen breken Middel De materialen die gebruikt worden zijn dusdanig overgedimensioneerd dat de veiligheidsfactor minimaal Vf=10 bedraagt. Dagelijks wordt het complete systeem voor aanvang van de voorstelling geïnspecteerd. CONCLUSIE In het bekeken systeem zitten voldoende veiligheden om te voldoen aan de laatste stand der wetenschap en techniek en de in ontwikkeling zijnde specifieke branche gerichte normen. Aandacht moet bestaan voor het op een correcte manier omgaan met het systeem. Door middel van het juist gebruiken van de procedures in dit document kan daarin voorzien worden. Pagina 8 van 9 laatste update: 17 december 2012

9 tekeningen bovenaanzicht 3D weergave truss Pagina 9 van 9 laatste update: 17 december 2012