ZORG VOOR UW KIND RONDOM DE OPERATIE

Transcriptie

1 ZORG VOOR UW KIND RONDOM DE OPERATIE

2 Dit is Mats. Mats komt naar het ziekenhuis omdat hij geopereerd moet worden. Hij heeft zijn knuffel meegenomen. Samen met mama bij de ingang van het ziekenhuis.

3 Ze gaan door de draaideur en komen in de centrale hal. Kom je voor 8.00 uur mag je je melden bij de receptie in de centrale hal.

4 Kom je na 8.00 uur? Dan mag je meteen doorlopen naar de kind- en jeugdafdeling, A0.

5 Mats en mama melden zich bij de secretaresse van de kind- en jeugdafdeling. Zij vertelt in welke kamer een bed klaar staat voor Mats. In deze gang zijn de kamers 1 t/m 8.

6 In de kamer staan verschillende bedden. Voor Mats staat een gekleurd bed klaar. De verpleegkundige begroet Mats en zijn mama.

7 Mats gaat met z n knuffel op het bed zitten. De verpleegkundige stelt Mats en z n mama nog wat vragen en zet de gegevens in de computer.

8 Mats krijgt een armbandje aan met zijn naam, geboortedatum en een streepjescode erop. De verpleegkundige temperatuurt met de oor thermometer. Dit doet geen pijn. Je hoort een piepje als hij klaar is.

9 De mama van Mats doet hem een operatiejasje aan. Nu moet Mats nog wachten tot hij aan de beurt is. Even spelen in de speelkamer.

10 Als Mats aan de beurt is gaat hij in het bed naar de lift. Door de gangen van het ziekenhuis. Mama mag mee.

11 Ze gaan naar de ontvangstruimte van de operatiekamer.

12 Mats krijgt een muts op.

13 Zijn mama krijgt een blauw pak aan en ook een muts op. Nu moeten ze even wachten tot de operatieverpleegkundige er is.

14 Het personeel dat bij de operatiekamer werkt hebben blauwe pakken aan. Met een muts op en soms hebben ze een snoetje voor hun neus en mond. De operatieverpleegkundige stelt vragen aan de verpleegkundige die Mats en mama naar de kamer heeft gebracht. Hij kijkt in de computer of alles klopt.

15 Alle gegevens staan goed in de computer. Mats wordt met z n bed door de gang richting de operatiekamer gereden. Door een tussenkamer naar de operatiekamer.

16 Dit is de operatiekamer. Mats ziet een soort bed met een lamp erboven. Naast het bed staan de apparaten waar de anesthesist (slaapdokter) mee werkt. Computers met monitoren. Hij hoort piepjes. Dit is het geluid wat de computer maakt. Nu staan er niet veel mensen op de foto. Maar op de dag dat je geopereerd wordt is de dokter, anesthesist (slaapdokter) en verpleging aanwezig. Iedereen heeft een blauw pak aan en een muts op. De operatieassistent kijkt of de computer aanstaat.

17 Mats klimt van zijn bed op het operatie bed. Nu kan hij de computers goed zien. Wat een knopjes en draadjes. De streepjescode op het armbandje wordt gescand. Er wordt gevraagd wat zijn naam, geboortedatum is en waarom hij in het ziekenhuis is. Mats krijgt een apparaatje aan zijn vinger. Hiermee komt hij op de computer van de dokter. Hij voelt er helemaal niets van.

18 Mats gaat nu bijna slapen. Hij wordt in slaap gebracht met een kapje. De slaapdokter houdt het kapje voor zijn neus en mond. Het doet geen pijn. Het is fijn dat mama erbij is.

19 Mama blijft bij je totdat je in slaap bent gevallen. De slaapdokter bekijkt welke manier om narcose te krijgen het beste is. Het zou bijvoorbeeld ook kunnen met een klein waaknaaldje via een infuus.

20 Na de operatie wordt Mats wakker en is hij in de uitslaapkamer, recovery. Ook hier hoort Mats de piepjes van de computers. Heel snel daarna is Mats z n mama weer bij hem.

21 De verpleegkunde van de kind- en jeugdafdeling is er ook weer. Ze komt Mats ophalen. Met het bed door de gang, met de lift naar beneden, terug naar de afdeling.

22 Mats rust nog wat uit in bed. Na een poosje mag hij wat drinken.

23 Mats is een beetje misselijk en krijgt een bakje om in te spugen. Als je een infuusje hebt gekregen, mag het verbandje eraf en het infuusje eruit. Je krijgt een pleister.

24 Mats heeft nog een poosje in de speelkamer gespeeld. Nu is hij fit genoeg om naar huis te gaan. Mama helpt hem zijn kleren aan te doen. De zuster heeft nog een diploma voor Mats. Wat ben je flink geweest. Goed gedaan.

25 Tijd om naar huis te gaan. Dag Mats! Dag zuster!