Optinet-V3. Installatiehandleiding. Opticom Engineering B.V.

Transcriptie

1 Optinet-V3 Installatiehandleiding Opticom Engineering B.V.

2 INSTALLATIE juni 2015

3 TOEPASSING De Optinet-V3 is een industriële communicatie interface voor het fabrikaat onafhankelijk beheren en bewaken van technische installaties in combinatie met het programma OtcNet. De Optinet-V3 heeft een geïntegreerde netwerk aansluiting. Voor speciale toepassingen is er een mogelijkheid om een analoog modem aan te sluiten. Het gebruik van een analoge verbinding wordt echter afgeraden in verband met beperking van de mogelijkheden. De Optinet-V3 is in twee uitvoeringen leverbaar: Optinet-V3 Optinet-V3H (high performance) Levering inclusief - voedingsadaptor - netwerkkabel - aansluitkabel RS232/RS485 - installatie handleiding De Optinet-V3 kan via ethernet in bedrijf worden gesteld. Voor lokaal in bedrijfstellen kan een standaard cross-link kabel worden gebruikt. Het is ook mogelijk om de Optinet-V3 via de seriële poort COM1 (en een nulmodem verbinding) in bedrijf te stellen. Voor het configureren en inbedrijfstellen van de Optinet-V3 dient gebruik gemaakt te worden van het programma OtcNet Bedienen vanaf R1.2.8 of hoger (bestelcode OTCNET-BED). Voor uitsluitend bedienen van één installatie, kan gebruik gemaakt worden van een lite versie van OtcNet (bestelcode OTCNET-LITE) of een browsertoepassing via de ingebouwde HTTP-server (bestelcode OTC-HTTP). juni INSTALLATIE

4 OPTINET-V3 De Optinet-V3 is geschikt voor DIN rail montage. Zorg voor voldoende koeling. De omgevingstemperatuur in bedrijf mag niet hoger zijn dan 40 ºC. DIN rail montage ACHTERKANT VOORKANT INSTALLATIE juni 2015

5 OPTINET-V3H De Optinet-V3H is geschikt voor wandmontage. Optioneel is DIN rail montage leverbaar. DIN rail montage (optioneel) VOORKANT ACHTERKANT juni INSTALLATIE

6 BUSAANSLUITING De Optinet-V3 heeft 4 seriele poorten, waarvan 3 poorten kunnen worden gebruikt voor bus-communicatie. COM1 - RS232 (lokaal in bedrijfstellen of analoog netwerk) COM2 - RS232 COM3 - RS485 COM4 - RS485 DB9 kabel COM1 & COM2 COM3 & COM4 V3H (N2-bus) RxD Bruin DATA- Zwart terminator TxD Rood DATA+ Bruin 220 Ohm GND Geel GND Geel VOEDINGSSPANNING De Optinet-V3 wordt geleverd met een adaptor 12 VDC 36 W. De Optinet-V3H wordt geleverd met een adaptor van 19 VDC 65 W. Raadpleeg de technische gegevens achter in deze handleiding voor het toepassen van een andere voedingsspanning. Let op: Het gebruik van een onjuiste voedingsspanning zal vrijwel zeker tot gevolg hebben dat de Optinet onherstelbaar wordt beschadigd. In dat geval is geen garantie van toepassing! INSTALLATIE juni 2015

7 NETWERK De Optinet-V3 communiceert via ethernet met het programma OtcNet of met een standaard browser (optioneel). LAN1 - IP-adres: LAN2 - IP-adres: (alleen Optinet-V3H) Toepassing Standaard poort OtcNet Bedienen 4001 (Configuratie instelling) Browser / Http server (Configuratie instelling) juni INSTALLATIE

8 CONFIGUREREN De Optinet-V3 wordt standaard ingesteld voor LAN 1 met IP-adres en subnetmask (tenzij bij de bestelling een ander IP-adres is doorgegeven). Het wijzigen van het IP-adres voor LAN 1 kan met behulp van de browser of het programma OtcNet. Netwerk configureren met behulp van de browser. Klik op de knop Supervisor. Aanmelden met de gebruikers code OTC en het toegangswoord OPTICOM. Klik op de knop Netwerk. INSTALLATIE juni 2015

9 Neem voor verificatie (extra controle) het serienummer over. Na het wegschrijven wordt de Optinet-V3 Herstart. Dit kan enkele minuten duren. Het netwerk configureren met behulp van het programma OtcNet gebeurt via het menu Bestand - Installaties - Configuratie en/of on-line met Telecommunicatie - Configureren - Optinet. juni INSTALLATIE

10 Het wijzigen van de IP-instellingen voor LAN 2 gebeurt via parameters in het configuratiebestand (via de knop Configuratie Wijzigen). Na het wijzigen van de IP-instellingen dient de configuratie (met het vinkje Herstart aan) naar de Optinet-V3 te worden geschreven. Het uitvoeren van een Herstart kan enkele minuten duren. Bij gebruik van bedienen of doormelden van alarmen naar een meldpunt buiten het locale netwerk en/of het melden van , dient altijd een Gateway te worden ingegeven. Om te controleren of het IP-adres bereikbaar is, kan gebruik worden gemaakt van het PING commando. Raadpleeg de netwerkbeheerder voor meer informatie over het gebruik van het netwerk. INSTALLATIE juni 2015

11 TECHNISCHE GEGEVENS Optinet-V3 Processor Geheugen Ethernet Intel Dual Core 1.6 GHz 1 GB DDR3 800 MHz 1 poort 10/100/1000 Mbps Voeding 12 VDC +/- 10% Adaptor (meegeleverd) 12 VDC 36 W Omgeving (niet condenserend) Temp 0 ~ 40 ºC - RV 95% EMC CE/FCC Class A, CCC, BSMI Veiligheid CB, UL, CCC, BSMI Optinet-V3H Processor Geheugen Ethernet Voeding Adaptor (meegeleverd) Intel Celeron Quad Core 2.0 GHz 2 GB DDR3L 1333 MHz 2 poorten 10/100/1000 Mbps 9 ~ 36 VDC 19 VDC 65 W Omgeving (niet condenserend) Temp 0 ~ 45 ºC - RV 95% EMC CE/FCC Class A, CCC, BSMI Veiligheid UL, CCC, BSMI Type SX MX2 MX3 MX4 MX5 Installaties / protocollen (per installatie één adrestabel) juni INSTALLATIE