Gebruiksaanwijzing Precisieweegschaal, analyseweegschaal

Transcriptie

1 KERN & Sohn GmbH Ziegelei 1 D Balingen info@kern-sohn.com Gebruiksaanwijzing Precisieweegschaal, analyseweegschaal KERN AEJ-C/AES-C/PLJ-C Versie /2014 NL Tel.: +49-[0] Fax: +49-[0] Internet: AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

2 NL KERN AEJ-C/AES-C/PLJ-C Versie /2014 Gebruiksaanwijzing Precisieweegschaal, analyseweegschaal Inhoudsopgave 1 Technische gegevens Afmetingen Overzicht van de apparatuur Aanduidingen-/toetsenbordoverzicht Navigatietoetsen/numerieke invoer Basisopmerkingen Gebruik volgens bestemming Afwijkend gebruik Garantie Toezicht over controlemiddelen Veiligheid grondrichtlijnen Richtlijnen van de gebruiksaanwijzing nakomen Personeelscholing Vervoer en opslag Controle bij ontvangst Verpakking/ retourvervoer Uitpakken, installeren en aanzetten Plaats van installatie, gebruikslocatie Uitpakken en controle Instelling Netwerkaansluiting Elektrische voeding aanzetten Randapparatuur aansluiten Eerste ingebruikname Kalibratie Automatische kalibratie met intern gewicht (enkel modellen AEJ-C en PLJ-C) Instellingen in het menu P1.1 INTERNE KALIBRATIE P1.2 EXTERNE KALIBRATIE P1.3 GEBRUIKERSKALIBRATIE P1.4 KALIBRATIETEST Uitdraai van het protocol IJking AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

3 8 Menu Navigatie in het menu Menuoverzicht Het menu verlaten/ terug naar de weegmodus Invoer met de navigatietoetsen Gebruiker In-/uitloggen Bevoegdhedenniveaus Wegen Weegschaal aan-/uitzetten Wegen Omschakelen van weegeenheden Tarreren De tarrawaarde manueel invoeren (functie Pre-Tare ) De tarrawaarde wissen Wegen onder de vloer Keuze van de bedrijfsmodi De bedrijfsmodi opvragen: Keuze van de bedrijfsmodi: Weegschaalinstellingen bedrijfsmodus Wegen De filter aan de omgevingsomstandigheden en het soort wegen aanpassen Stabilisatiecontrole Functie Auto Zero De laatste decimaal verbergen Omgevingsomstandigheden Afdrukmodus Instellen van weegeenheden Weegeenheden activeren Standaard weegeenheid instellen Informatie aflezen Bijzondere informatie Toetsen van snelle toegang Andere bedrijfsmodi Stuks tellen Wegen met een tolerantiebereik Doseren Percentagebepaling Dieren wegen Statistiek Optellen Functie HOLD AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

4 14 Andere functionaliteiten P6 OVERIGE Taal Bevoegdheden Akoestisch signaal van toetsenbediening Verlichte achtergrond en afstelling van de displayhelderheid Datum Tijd Datumformaat Tijdformaat Protocol DPL/ISO P5.3 DPL-AFDRUK Gegevensuitgave RS 232 en USB Technische gegevens De interface RS 232 instellen De interfaceleiding Afdrukprotocol Uitdraai nadat de toets PRINT wordt gedrukt Bevelen voor afstandsbediening Aansluiten van randapparatuur Uitdraai-instellingen Het kalibratieprotocol instellen Koptekst instellen Het meetresultaat printen De voettekst instellen Gegevensbank Gegevensbank GEBRUIKERS Gegevensbank PRODUCTEN Gegevensbank TARRA S Gegevensbank WEGINGEN ALIBI-geheugen Gegevensbanken exporteren en importeren Onderhoud, behouden van werkprestatie, verwijderen Reinigen Onderhoud, behouden van werkprestatie Verwijderen Hulp bij kleine storingen Foutmeldingen Conformiteitverklaring AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

5 1 Technische gegevens KERN AEJ 100-4CM AEJ 200-4CM AEJ 200-5CM Afleesbaarheid (d) 0,1 mg 0,1 mg 0,01 mg; 0,1 mg Weegbereik (Max.) 160 g 220 g 80 g; 220 g Minimale last (Min.) 10 mg 10 mg 1 mg IJkwaarde (e) 1 mg 1 mg 1 mg; 1 mg IJkklasse I I I Reproduceerbaarheid 0,2 mg 0,2 mg 0,04 mg; 0,1 mg Lineariteit ±0,3 mg ±0,3 mg ±0,1 mg; 0,2 mg Duur van signaaltoename 4 s 4 s 6 s; 3,5 s Kalibratiegewicht intern intern intern Opwarmingstijd 8 h 8 h 8 h; 8 h Weegeenheden g, mg, ct g, mg, ct g, mg, ct Minimaal elementengewicht bij tellen van stuks 0,1 mg 0,1 mg 0,1 mg Aantal referentiestuks bij tellen van stuks 10, 20, 50, willekeurig gekozen 10, 20, 50, willekeurig gekozen 10, 20, 50, willekeurig gekozen Weegschaalplateau van edelstaal [cm] Ø 8,5 Ø 8,5 Ø 8,5 Netto gewicht (kg) 5,4 5,4 5,4 Toegelaten omgevingsomstandigheden van +10 C tot +40 C van +10 C tot +40 C van +10 C tot +40 C Luchtvochtigheid 80% relatief (geen condensatie) 80% relatief (geen condensatie) 80% relatief (geen condensatie) Ingangsspanning V AC V AC V AC Secundaire spanning van de netadapter 13,5 16 V 13,5 16 V 13,5 16 V Interface RS 232C; USB RS 232C; USB RS 232C; USB Weeginrichting onder de vloer haak haak haak 5 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

6 KERN AES 100-4C AES 200-4C Afleesbaarheid (d) 0,1 mg 0,1 mg Weegbereik (Max.) 160 g 220 g Reproduceerbaarheid 0,2 mg 0,2 mg Lineariteit ±0,2 mg ±0,2 mg Duur van signaaltoename 4 s 4 s Aanbevolen kalibratiegewicht, niet toegevoegd (klasse) 150 g (E2) 200 g (E2) Opwarmingstijd 8 h 8 h Weegeenheden ct, dwt, g, gn, mg, oz ct, dwt, g, gn, mg, oz Minimaal elementengewicht bij tellen van stuks 0,5 mg 0,5 mg Aantal referentiestuks bij tellen van stuks 10, 20, 50, willekeurig gekozen 10, 20, 50, willekeurig gekozen Weegschaalplateau van edelstaal [cm] Ø 8,5 Ø 8,5 Netto gewicht (kg) 5,4 5,4 Toegelaten omgevingsomstandigheden Luchtvochtigheid van +18 C tot +30 C 80% relatief (geen condensatie) van +18 C tot +30 C 80% relatief (geen condensatie) Ingangsspanning V AC V AC Secundaire spanning van de netadapter 13,8 V 13,8 V Interface RS 232C; USB RS 232C; USB Weeginrichting onder de vloer haak haak AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

7 KERN PLJ 300-3CM PLJ 600-3CM Afleesbaarheid (d) 1 mg 1 mg Weegbereik (Max.) 360 g 600 g Minimale last (Min.) 20 mg 20 mg IJkwaarde (e) 10 mg 10 mg IJkklasse II II Reproduceerbaarheid 1 mg 2 mg Lineariteit ±4 mg ±4 mg Duur van signaaltoename 4 s 4 s Kalibratiegewicht intern intern Opwarmingstijd 2 h 4 h Weegeenheden ct, g, kg ct, g, kg Minimaal elementengewicht bij tellen van stuks 5 mg 5 mg Aantal referentiestuks bij tellen van stuks 10, 20, 50, willekeurig gekozen 10, 20, 50, willekeurig gekozen Weegschaalplateau van edelstaal [mm] Netto gewicht (kg) 4,6 4 Toegelaten omgevingsomstandigheden Luchtvochtigheid van +10 C tot +40 C 80% relatief (geen condensatie) van +10 C tot +40 C 80% relatief (geen condensatie) Ingangsspanning V V Secundaire spanning van de netadapter 13,5 16 V 13,5 16 V Interface RS 232C; USB RS 232C; USB Weeginrichting onder de vloer haak haak 7 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

8 KERN PLJ 700-3CM PLJ CM Afleesbaarheid (d) 1 mg 10 mg Weegbereik (Max.) 750 g 3500 g Minimale last (Min.) 20 mg 500 mg IJkwaarde (e) 10 mg 100 mg IJkklasse II II Reproduceerbaarheid 2 mg 10 mg Lineariteit ±4 mg ±40 mg Duur van signaaltoename 4 s 4 s Kalibratiegewicht intern Opwarmingstijd 4 h 2 h Weegeenheden Minimaal elementengewicht bij tellen van stuks Aantal referentiestuks bij tellen van stuks Weegschaalplateau van edelstaal [mm] ct, g, kg 5 mg 10, 20, 50, willekeurig gekozen Netto gewicht (kg) 3.5 4,4 Toegelaten omgevingsomstandigheden Luchtvochtigheid Ingangsspanning Secundaire spanning van de netadapter Interface Weeginrichting onder de vloer van +10 C tot +40 C 80% relatief (geen condensatie) V 13,5 16 V RS 232C; USB haak AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

9 1.1 Afmetingen AEJ-C/AES-C: PLJ-C: 9 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

10 2 Overzicht van de apparatuur KERN AEJ/AES-C: 1. Windscherm 2. Weegschaalplateau 3. Aanduiding 4. Toetsenbord 5. Schroefvoet AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

11 KERN PLJ-C: 1. Windscherm 2. Weegschaalplateau 3. Aanduiding 4. Toetsenbord 5. Schroefvoet 11 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

12 Contacten (alle modellen): 1. Contactdoos 2. Poort COM 2 3. Poort COM 1 4. Poort USB 2 5. Poort USB 1 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

13 2.1 Aanduidingen-/toetsenbordoverzicht Voorbeeld AEJ-C: 1. Stabilisatieaanduiding 2. Nulaanduiding 3. Informatieregel 4. In de geijkte weegschalen wordt de niet-geijkte waarde tussen haakjes afgelezen 5. Weegeenheid g 13 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

14 Toets Functie Aan-/uitzetten Gegevensbank opvragen Functietoets Keuze van de bedrijfmodus Kalibratie opvragen Het menu opvragen Tarreren Omschakelen van weegeenheden In het menu: terug naar de weegmodus In het menu: naar achteren scrollen In het menu: naar voren scrollen Navigatietoetsen, zie hoofdstuk Weeggegevens door interface doorgeven In het menu: bevestigen/ opslaan Op nul zetten Inschrijving in gegevensbank wissen AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

15 2.1.1 Navigatietoetsen/numerieke invoer Toets Naam Functie Navigatietoets De waarde van het blinkende cijfer vergroten Navigatietoets De waarde van het blinkende cijfer verminderen Navigatietoets Het cijfer rechts kiezen Navigatietoets Het cijfer links kiezen Navigatietoets De ingevoerde gegevens bevestigen ESC De gegevensinvoer wissen 15 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

16 3 Basisopmerkingen 3.1 Gebruik volgens bestemming De door u aangekochte weegschaal dient ter bepaling van het gewicht (de weegwaarde) van het gewogen materiaal. Ze dient als een onzelfstandige weegschaal te worden beschouwd, d.w.z. dat het gewogen materiaal voorzichtig met de hand in het midden van het weegschaalplateau dient te worden geplaatst. De weegwaarde kan na bereiken van een stabiele aanduidingwaarde worden afgelezen. 3.2 Afwijkend gebruik De weegschaal is niet voorzien voor dynamisch wegen waarbij kleine hoeveelheden gewogen materiaal worden afgenomen of toegevoegd. Vanwege de bestaande stabilisatiecompensatie" zou de weegschaal foutieve weegresultaten kunnen tonen! (Voorbeeld: de vloeistof vloeit langzaam van de container uit die op de weegschaal is geplaatst.) Het weegschaalplateau niet aan langdurige belasting blootstellen. Het kan beschadiging van het meetmechanisme veroorzaken. Stoten en overbelasting van de weegschaal boven aangegeven maximale last (Max.), met bestaande tarravooraftrek, absoluut mijden. Het kan beschadiging van de weegschaal veroorzaken. De weegschaal nooit in ruimtes met explosiegevaar gebruiken. Serie-uitvoering is geen explosiebestendige uitvoering. Geen wijzigingen in de constructie van de weegschaal aanbrengen. Het kan tot foutieve weegresultaten, inbreuk op technische veiligheidsvoorwaarden als ook tot beschadiging van de weegschaal leiden. De weegschaal mag enkel conform beschreven richtlijnen worden gebruikt. Andere gebruiksbereiken / toepassingsgebieden vereisen schriftelijke toestemming van de firma KERN. 3.3 Garantie De garantie vervalt ingeval van: niet naleven van onze richtlijnen zoals in de gebruiksaanwijzing bepaald; gebruik niet volgens beschreven toepassingen; wijziging of opening van het toestel; mechanische beschadiging of door werking van media, vloeistoffen, natuurlijk verbruik; onjuiste plaatsing of onjuiste elektrische installatie; overbelasting van het meetmechanisme. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

17 3.4 Toezicht over controlemiddelen In het kader van kwaliteitsverzekeringssysteem dienen regelmatig technische meeteigenschappen van de weegschaal en eventueel beschikbare controlegewichten te worden gecontroleerd. Daarvoor dient de bevoegde gebruiker een juist tijdsinterval als ook aard en omvang van dergelijke controle te bepalen. Informatie betreffende toezicht over controlemiddelen zoals weegschalen als ook over noodzakelijke controlegewichten zijn toegankelijk op de website van de firma KERN ( De controlegewichten en weegschalen kan men snel en goedkoop ijken in een kalibratielaboratorium van de firma KERN geaccrediteerd door DKD (Deutsche Kalibrierdienst) (terugzetten naar de norm geldende in bepaald land). 4 Veiligheid grondrichtlijnen 4.1 Richtlijnen van de gebruiksaanwijzing nakomen Vóór het plaatsen en aanzetten van de weegschaal dient men onderhavige gebruiksaanwijzing nauwkeurig te lezen, ook indien u al ervaring met KERN weegschalen hebt. Alle taalversies bevatten vertaling die niet bindend is. Het oorspronkelijke document in het Duits is bindend. 4.2 Personeelscholing Het toestel mag enkel door geschoolde medewerkers worden bediend en onderhouden. 5 Vervoer en opslag 5.1 Controle bij ontvangst Onmiddellijk na ontvangst van het pakket controleren of er geen zichtbare beschadigingen aanwezig zijn, hetzelfde betreft het toestel na het uitpakken. 5.2 Verpakking/ retourvervoer Alle delen van de originele verpakking dienen te worden behouden voor het geval van eventueel retourvervoer. Alleen originele verpakking bij retourvervoer gebruiken. 17 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

18 Vóór versturen dienen alle aangesloten kabels en losse/bewegende onderdelen te worden afgekoppeld. Figuur Voorbeeld KERN AEJ/AES-C Indien aanwezig dient de vervoerbescherming opnieuw te worden aangebracht. Alle delen, bv. het glazen windscherm, het weegplateau, de netadapter, e.d. dienen voor uitglijden en beschadiging te worden beveiligd. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

19 19 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

20 6 Uitpakken, installeren en aanzetten 6.1 Plaats van installatie, gebruikslocatie De weegschalen zijn op dergelijke manier geconstrueerd dat er in normale gebruiksomstandigheden geloofwaardige weegresultaten worden bereikt. De keuze van juiste locatie van de weegschaal verzekert een precieze en snelle werking. Daarom dient men bij keuze van plaats van installatie volgende regels in acht te nemen: De weegschaal op stabiele, effen oppervlakte plaatsen. Extreme temperaturen als ook temperatuurverschillen bij bv. plaatsing bij verwarming of in plaatsen met directe werking van zonnestralen mijden. De weegschaal tegen directe werking van tocht beveiligen die door open ramen en deuren wordt veroorzaakt. Bij wegen stoten mijden. De weegschaal tegen hoge luchtvochtigheid, dampen en stof beschermen. Het toestel niet aan langdurige werking van grote vochtigheid blootleggen. Ongewenst dauwen (condensatie van luchtvocht op het toestel) kan voorkomen indien een koud toestel in een veel warmere ruimte wordt geplaatst. In dergelijk geval dient het van netwerk gescheiden toestel ca. 2 uur acclimatisering aan de omgevingstemperatuur te ondergaan. statische ladingen mijden die van het gewogen materiaal en van de weegschaalcontainer komen. Ingeval van elektromagnetische velden, statische ladingen als ook instabiele elektrische voeding zijn grote afwijkingen in weergave mogelijk (foutief weegresultaat). Men dient dan de weegschaal te verplaatsen. 6.2 Uitpakken en controle Het toestel en het accessoir uit de verpakking afnemen, het verpakkingmateriaal verwijderen en op de daarvoor voorziene werkplaats plaatsen. Controleren of alle elementen die bij de leveringsomvang horen aanwezig en niet beschadigd zijn. Leveringsomvang / serietoebehoren: Weegschaal, zie hoofdstuk 2 Netadapter Gebruiksaanwijzing Bedrijfsdeksel De haak voor wegingen onder de vloer Vervoerbeveiliging (enkel modellen PLJ-C) AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

21 6.3 Instelling Vervoerbeveiliging verwijderen (enkel modellen AEJ-C en PLJ-C). Om de vervoerbeveiliging los te maken de transportschroef losdraaien. Voor vervoer de transportschroef voorzichtig (volledig) indraaien. De weegschaal waterpas zetten met schroefvoeten, de luchtbel in de libel (waterpas) moet zich in het gemarkeerde bereik bevinden. Men dient regelmatig te controleren of het waterpas is. 21 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

22 Modellen AEJ/AES-C Het glazen windscherm aan alle kanten openen. Het plaatscherm (1) in de weegschaalkamer doen. De centreerring (2) op het plaatscherm leggen. Het weegschaalplateau (3) op de centreerring plaatsen. De ring van het windscherm (4) in de weegschaalkamer doen. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

23 Modellen PLJ-C: Modellen met de afleesbaarheid 10 mg Het plakband van het rubberen element (1) verwijderen. De schaal (2) op de rubberen elementen leggen. Modellen met de afleesbaarheid 1 mg Het plakband van het rubberen element (1) verwijderen. De schaal (2) op de rubberen elementen leggen. Het windscherm (3) opleggen. 23 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

24 6.4 Netwerkaansluiting Elektrische voeding gebeurt door een externe netadapter. De spanningwaarde zichtbaar op de netadapter moet in overeenstemming zijn met lokale spanning. Enkel originele netadapters van de firma KERN gebruiken. Gebruik van andere producten vereist toestemming van de firma KERN Elektrische voeding aanzetten De weegschaal met de netadapter aansluiten. De aanduiding brandt, de programmaversie verschrijnt. De weegschaal wordt zelfgediagnosticeerd en automatisch naar de weegmodus omgeschakeld. Wanneer de melding KALIBRATIE verschijnt, wordt de weegschaal automatisch gekalibreerd (enkel modellen AEJ-C en PLJ-C). 6.5 Randapparatuur aansluiten Vóór aansluiten of afkoppelen van extra apparatuur (printer, computer) aan/van de gegevensinterface dient de weegschaal noodzakelijk van netwerk te worden gescheiden. Alleen accessoires en randapparatuur van de firma KERN die optimaal aan de weegschaal worden aangepast, mogen met de weegschaal worden gebruikt. 6.6 Eerste ingebruikname Om precieze weegresultaten met behulp van elektronische weegschalen te krijgen, dienen ze een juiste werkingstemperatuur te bereiken (zie Opwarmingstijd, hoofdstuk 1). Tijdens opwarming moet de weegschaal elektrisch gevoed worden (contact, accu of batterij). Om aan de omgevingsomstandigheden aan te passen dient de deur van het windscherm te worden geopend. De nauwkeurigheid van de weegschaal is van lokale valversnelling afhankelijk. Men dient de aanwijzingen van het hoofdstuk "Kalibratie absoluut te volgen. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

25 7 Kalibratie Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels van natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van installatie van de weegschaal (enkel indien de weegschaal niet eerder in fabriek is gekalibreerd op de plaats van installatie). Een dergelijk kalibratieproces dient men uit te voeren bij eerste ingebruikname, na elke wijziging van locatie van de weegschaal als ook bij temperatuurschommelingen van de omgeving. Om nauwkeurige meetwaarden te bereiken is het aanbevolen om aanvullend cyclisch de weegschaal te kalibreren ook in de weegmodus. De volgende kalibratiesoorten zijn mogelijk: automatische kalibratie met intern gewicht (enkel modellen PLJ), zie hoofdstuk 7.2.1; automatische kalibratie met intern gewicht nadat de toets CAL wordt gedrukt; kalibratie met extern gewicht, zie hoofdstuk De kalibratie kan worden doorgevoerd wanneer er geen voorwerpen zijn op het weegschaalplateau. Bij belast weegschaalplateau verschijnt de foutmelding Er1 Hi. De kalibratie kan met de toets UNIT worden onderbroken. 25 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

26 7.1 Automatische kalibratie met intern gewicht (enkel modellen AEJ-C en PLJ-C) Met behulp van ingebouwd kalibratiegewicht kan men op elk moment de weegschaalprecisie controleren en instellen. De functie van automatische kalibratie is altijd actief. De kalibratie kan ook op elk ogenblik worden gestart door de toets CAL te drukken. Wanneer het weegschaalplateau belast is, verschijnt op display de melding HET BEREIK OVERSCHREDEN. Op het weegschaalplateau het gewicht kleiner dan 4% Max leggen en ondanks dat de weegschaal kalibreren. Automatische kalibratie wordt uitgevoerd: nadat de weegschaal van het netwerk wordt gescheiden, bij temperatuurwijziging, Door toepassing van een temperatuursensor wordt een volledig automatische kalibratie door de weegschaal doorgevoerd direct nadat een temperatuurwijziging van 3 C wordt vastgesteld. De aanduiding C op display betekent dat de kalibratie binnenkort wordt uitgevoerd. na verloop van een gedefinieerd tijdsinterval, Na verloop van het tijdinterval bepaald in het menu (keuzemogelijkheid binnen het bereik van 1 12 h). Bij weegschalen met typetoelating: automatische kalibratie wordt elke 3 uur doorgevoerd. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

27 7.2 Instellingen in het menu Menupunt P1 KALIBRATIE [Kalibratie] AEJ-C/PLJ-C AES-C P1.1 INTERNE KALIBRATIE P1.4 ST P1.2 EXTERNE KALIBRATIE P1.3 KALIBRATIETE ATIE Interne kalibratie, enkel PLJ-C GEBRUIKERSKALIBR Externe kalibratie* Gebruikerskalibratie Kalibratietest * = functie geblokkeerd bij weegschalen met typetoelating [Er 9 lock] P1.1 INTERNE KALIBRATIE Interne kalibratie (enkel modellen AEJ-C en PLJ-C) Automatische interne kalibratie, zie hoofdstuk 7.1 De interne kalibratie handmatig starten De toets CAL drukken of het menu P.1.1 INTERNE KALIBRATIE opvragen. De toets of drukken. Interne kalibratie wordt doorgevoerd. 27 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

28 Op het weegschaalplateau mogen geen voorwerpen blijven liggen. De kalibratie kan met de toets UNIT worden onderbroken. Na succesvolle kalibratie wordt de weegschaal automatisch terug naar het menu gezet. Terug naar de weegmodus met de toets UNIT. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

29 7.2.2 P1.2 EXTERNE KALIBRATIE Externe kalibratie (enkel AES-C) De kalibratie dient te worden uitgevoerd met behulp van het aanbevolen kalibratiegewicht (zie hoofdstuk 1 Technische gegevens ). Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Vereiste opwarmingstijd verzekeren (zie hoofdstuk 1) voor de stabilisatie van de weegschaal. Op het weegschaalplateau mogen geen voorwerpen blijven liggen.de toets PRINT drukken, de melding KALIBRATIE verschijnt. Afwachten totdat de waarde van het vereiste kalibratiegewicht verschijnt. (hier een voorbeeld) Het vereiste kalibratiegewicht voorzichtig in het midden van het weegschaalplateau plaatsen en de toets PRINT drukken. Op de display verschijnt de melding KALIBRATIE, het kalibratieproces is gestart. De kalibratie wordt voltooid nadat de melding GEWICHT AFNEMEN verschijnt, het kalibratiegewicht afnemen. Na succesvolle kalibratie wordt de weegschaal automatisch terug naar de punt van het submenu P 1.2. Bij weegschalen met typetoelating is deze functie geblokkeerd. 29 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

30 7.2.3 P1.3 GEBRUIKERSKALIBRATIE Gebruikerskalibratie (enkel modellen AES-C) Dankzij deze functie kan de gebruiker willekeurige gewichtswaarde van het controlegewicht kiezen. In feite dient het controlegewicht kleiner te zijn dan 30% van het Max bereik. In geijkte weegschalen is deze functie niet toegankelijk! In de weegmodus het proces in overeenstemming met de tekening starten. Op de display verschijnen cijfers, het linker cijfer blinkt. Met de navigatietoetsen het gewenste kalibratiegewicht invoeren en met de toets PRINT bevestigen. Op het weegschaalplateau mogen zich geen voorwerpen bevingen, met de toets PRINT bevestigen. Afwachten totdat de waarde van het ingestelde kalibratiegewicht verschijnt. Het vereiste kalibratiegewicht voorzichtig in het midden van het weegschaalplateau plaatsen en de toets PRINT drukken. Op de display verschijnt de melding KALIBRATIE, het kalibratieproces is gestart. De kalibratie wordt voltooid nadat de melding GEWICHT AFNEMEN verschijnt, het kalibratiegewicht afnemen. Na succesvolle kalibratie wordt de weegschaal automatisch terug naar de punt van het submenu P 1.3. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

31 7.2.4 P1.4 KALIBRATIETEST Kalibratieprotocol (enkel modellen AEJ-C i PLJ-C) Door deze functie is het mogelijk om het interne kalibratiegewicht met de opgeslagen waarde te vergelijken. De test wordt automatisch uitgevoerd. Het resultaat verschijnt op de display en nadat de optionele printer wordt aangesloten, wordt het door interface geprint. De toets UNIT drukken om terug naar het menupunt en de weegmodus te gaan. 31 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

32 7.2.5 Uitdraai van het protocol Het kalibratieprotocol wordt automatisch na elke kalibratie opgemaakt en naar poort COM 1 van het RS232 interface gestuurd. Instelling van het kalibratieprotocol, zie hoofdstuk Voorbeeld van het kalibratieprotocol: Kalibratieprotocol Soort kalibratie extern Gebruiker Kern Project Datum Tijd 9:54:39 Weegschaalidentificatie Kalibratieverschil -0.2 g Handtekening.. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

33 7.3 IJking Algemene informatie: Conform de Richtlijn 2009/23/EG moeten de weegschalen officieel worden geijkt indien ze als volgt worden gebruikt (door de wet bepaalde omvang): a) bij verkoop, indien de productprijs door wegen wordt bepaald; b) bij vervaardiging van medicijnen in apotheken als ook bij analyses in medische en farmaceutische laboratoria; c) voor officiële doeleinden; d) bij vervaardiging van verpakkingen. Ingeval van twijfels richt u zich a.u.b. aan lokale Instantie voor Maten en Gewichten. Opmerkingen betreffende de ijking: Weegschalen die in technische gegevens als voor ijken geschikt worden bepaald, hebben een typetoelating geldig op het gebied van de EU. Indien de weegschaal op het bovengenoemde gebied dient te worden gebruikt waar ijking vereist is, moet deze geijkt zijn en de ijking moet officieel en regelmatig vernieuwd worden. Nieuwe ijking van de weegschaal gebeurt conform de voorschriften geldig in een bepaald land. Bv. in Duitsland duurt de ijkinggeldigheidsperiode in de regel 2 jaar. Men dient de voorschiften te volgen die in het land van gebruik geldig zijn! De ijking van de weegschaal is zonder zegel niet geldig. Bij weegschalen met typetoelating informeren de daarop geplaatste zegels dat de weegschaal geopend en onderhouden mag worden enkel door geschoold en bevoegd vakpersoneel. Het vernielen van de zegels betekent dat de ijking niet meer geldig is. Men dient de landelijke wetten en voorschriften te volgen. In Duitsland is een volgende ijking vereist. 33 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

34 Plaatsing van de zegels Modellen PLJ-C Modellen AEJ-C en AES-C De weegschalen die voor ijken geschikt zijn dienen uit gebruik te worden genomen indien: Het weegresultaat van de wegschaal buiten de grens van toegelaten fout ligt. Daarom dient men de weegschaal regelmatig met een controlegewicht met bekend gewicht te belasten (ca. 1/3 van de Max last) en de afgelezen waarde met het controlegewicht te vergelijken. De nieuwe ijkingtermijn is overschreden. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

35 8 Menu 8.1 Navigatie in het menu Het menu opvragen Menublok kiezen In de weegmodus de toets MENU drukken, de eerste menublok P1 KALIBRATIE verschijnt. Keuze van de volgende, afzonderlijke menublokken met de navigatietoets. Naar voren scrollen met de navigatietoets. Naar achteren scrollen met de navigatietoets. Keuze van de menupunt Keuze van de instelling Wijziging van de instellingen Instelling bevestigen/ terug naar het menu De keuze met de menublok met de toets bevestigen. De eerste menupunt van de gekozen menublok verschijnt. Keuze van de volgende, afzonderlijke menupunten met de navigatietoets. Naar voren scrollen met de navigatietoets. Naar achteren scrollen met de navigatietoets. De gekozen menupunt met de toets bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de navigatietoetsen tussen de toegankelijke instellingen omschakelen. Naar voren scrollen met de navigatietoets. Naar achteren scrollen met de navigatietoets. Met de toets PRINT bevestigen of met de toets UNIT annuleren. Opslaan / terug naar de weegmodus Zie hoofdstuk AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

36 8.2 Menuoverzicht Het menu is verdeeld in zeven menublokken (P1 P7). P1 KALIBRATIE [Kalibratie] P1.1 INTERNE KALIBRATIE [Interne kalibratie], enkel PLJ-C P1.2 EXTERNE KALIBRATIE [Externe kalibratie]* P1.3 GEBRUIKERSKALIBRATIE [Kalibratiegewicht invoeren] P1.4 KALIBRATIETEST [Kalibratietest], enkel PLJ-C* P1.5 AUTOKALIBRATIE [Niet gedocumenteerd] P1.6 TIJDAFHANKELIJKE KALIBRATIE [Niet gedocumenteerd] * = bij apparatuur met typetoelating is deze functie geblokkeerd P2 BEDRIJSFMODI P2.1 TOEGANG [Functiekeuze] P2.1.1 WEGEN JA/NEE P2.1.2 STUKS TELLEN JA/NEE P2.1.3 CONTROLEWEGEN JA/NEE P2.1.4 DOSEREN JA/NEE P2.1.5 AFWIJKING JA/NEE P2.1.6 DICHTHEID VAN VASTE STOFFEN P2.1.7 VLOEISTOFDICHTHEID JA/NEE P2.1.8 DIEREN WEGEN JA/NEE P2.1.9 STATISTIEK JA/NEE P OPTELLEN JA/NEE P HOLD MAX JA/NEE P2.2 WEGEN [Weegmodus] P2.2.1 AFLEZEN [Bedrijfsmodi] JA/NEE P FILTER GEMIDDELD/TRAAG/Z.TRAAG/Z.SNEL/SNEL P RESULTAAT BEPALEN SNEL+PRECIES/PRECIES/SNEL P AUTONUL JA/NEE P HET LAATSTE CIJFER ALTIJD/NOOIT/WANNEER STABIEL P OMGEVING INSTABIEL/STABIEL P2.2.2 AFDRUKMODUS P MODUS ELK/WANNEER STABIEL/AUTO P AUTODREMPEL 0.0 P2.2.3 EENHEDEN P TOEGANG P elke eenheid kan worden geactiveerd door de instelling JA te kiezen en gedeactiveerd door de instelling NEE te kiezen P STANDAARDEENHEID G P GEBRUIKERSEENHEID 1 P GEBRUIKERSEENHEID 2 P2.2.4 INFORMATIE P2.2.5 BIJZONDERE INFORMATIE P2.2.6 AFKORTINGEN AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

37 P2.3 STUKS TELLEN [Stuks tellen] Submenu, zie menupunt P2.2. Bovendien: P2.3.3 INFORMATIE REFERENTIEGEWICHT P2.3.6 ACAI JA P2.4 CONTROLEWEGING [Controleweging] Submenu, zie menupunt P P2.5 DOSEREN [Doseren] Submenu, zie menupunt P P2.6 AFWIJKING [Percentagebepaling] Submenu, zie menupunt P P2.7 DICHTHEID VAN VASTE STOFFEN [Dichtheidsbepaling van vaste stoffen, niet gedocumenteerd] Submenu, zie menupunt P P2.8 VLOEISTOFDICHTHEID [Dichtheidsbepaling van vloeistoffen, niet gedocumenteerd] Submenu, zie menupunt P P2.9 DIEREN WEGEN [Dieren wegen] Submenu, zie menupunt P P2.10 STATISTIEK [Statistiekfuncties] Submenu, zie menupunt P P2.11 OPTELLEN [Optelfunctie] Submenu, zie menupunt P P2.12 HOLD MAX [Functie Hold ] P AFLEZEN Submenu, zie menupunt P P INFORMATIE NETTO/BRUTO/GEBRUIKER/PRODUCTEN/BIJZONDERE INFORMATIE/GEEN/TARRA P BIJZONDERE INFORMATIE P AFKORTINGEN P F1 KOPTEKST AFPRINTEN F2 INLOGGEN F3 KOPTEKST AFPRINTEN F4 PRODUCTKEUZE P DREMPEL 1.0 P3 COMMUNICATIE [Parameters van de interface] P3.1 COM 1 [Transmissieparameters COM 1] P3.1.1 TRANSMISSIESNELHEID 4800/9600/19200/38400/57600/115200/2400 P3.1.2 PARITEIT GEEN/ENKELVOUDIG/OMGEKEERD P3.2 COM 2 [Transmissieparameters COM 2] Submenu, zie menupunt P3.1. P3.3 WIFI [Niet gedocumenteerd] P3.3.1 STATUS GEEN P3.3.2 NETWERKKEUZE P3.3.3 NETWERKPARAMETERS P NAAM P WACHTWOORD P NR. KANAAL AUTO/1/2/ 14 P IP P MASKER P3.3.4 WI-FI 37 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

38 P4 APPARATUUR [Aangesloten apparatuur] P4.1 COMPUTER [Aansluiting aan de computer] P4.1.1 POORT COM 1/COM 2/USB/WIFI/GEEN P4.2 PRINTER [Aansluiting aan de printer] P4.2.1 POORT COM 1/COM 2/USB/WIFI/GEEN P4.3 BARCODELEZER [Niet gedocumenteerd] P4.3.1 POORT GEEN/COM 1/COM 2/GEEN P4.4 AANVULLENDE AFLEESEENHEID [Niet gedocumenteerd] P4.4.1 POORT COM 1/COM 2/GEEN P5 UITDRAAIEN [Uitdraai-instellingen] P5.1 KALIRBATIEPROTOCOL [Kalibratieprotocol printen] P5.1.1 PROJECT _/0-9/A.Z P5.2 KOPTEKST [Koptekst printen] P5.2.1 STREEP JA/NEE P5.2.2 BEDRIJSFMODUS JA/NEE P5.2.3 DATUM JA/NEE P5.2.4 TIJD JA/NEE P5.2.5 WEEGSCHAALTYPE JA/NEE P5.2.6 WEEGSCHAALIDENTIFICATIE JA/NEE P5.2.7 GEBRUIKER JA/NEE P5.2.8 PRODUCT JA/NEE P5.2.9 VARIABELE 1 JA/NEE P VARIABELE 2 JA/NEE P LEGE LIJN JA/NEE P KALIBRATIEPROTOCOL JA/NEE P BIJZONDERE AFDRUK GEEN/BIJZONDERE AFDRUK 1 4 P5.3 DLP-AFDRUK [Uitdraai-instellingen] P5.3.1 DATUM JA/NEE P5.3.2 TIJD JA/NEE P5.3.3 GEBRUIKER JA/NEE P5.3.4 PRODUCT JA/NEE P5.3.5 VARIABELE 1 JA/NEE P5.3.6 VARIABELE 2 JA/NEE P5.3.7 TARRA JA/NEE P5.3.8 BRUTO JA/NEE P5.3.9 ACTUEEL RESULTAAT JA/NEE P KALIBRATIEPROTOCOL JA/NEE P BIJZONDERE AFDRUK GEEN/BIJZONDERE AFDRUK 1 4 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

39 P5.4 KOPTEKST [Koptekst afdrukken] P5.4.1 BEDRIJSFMODI JA/NEE P5.4.2 DATUM JA/NEE P5.4.3 TIJD JA/NEE P5.4.4 WEEGSCHAALTYPE JA/NEE P5.4.5 WEEGSCHAALIDENTIFICATIE JA/NEE P5.4.6 GEBRUIKER JA/NEE P5.4.7 PRODUCT JA/NEE P5.4.8 VARIABELE 1 JA/NEE P5.4.9 VARIABELE 2 JA/NEE P STREEP JA/NEE P LEGE LIJN JA/NEE P KALIBRATIEPROTOCOL JA/NEE P HANDTEKENING JA/NEE P BIJZONDERE AFDRUK GEEN/BIJZONDERE AFDRUK 1 4 P5.5 BIJZONDERE AFDRUK 1 [Bijzondere afdruk nr. 1] P5.6 BIJZONDERE AFDRUK 2 [Bijzondere afdruk nr. 2] P5.7 BIJZONDERE AFDRUK 3 [Bijzondere afdruk nr. 3] P5.8 BIJZONDERE AFDRUK 4 [Bijzondere afdruk nr. 4] P5.9 VARIABELE 1 [Variabele printen 1] P5.10 VARIABELE 2 [Variabele printen 2] P6 OVERIGE [Andere functionaliteiten] P6.1 DUITS [Keuze van de menutaal POOLS/ENGELS/DUITS/SPAANS/FRANS] P6.2 DE BEVOEGDHEDEN VAN DE BEHEERDER [Toegangsniveaus voor editie van het menu] P6.3 TOETSENGELUID JA [Toetsengeluid aan-/uitzetten] P6.4 VERLICHTE ACHTERGROND 70 [Verlichte achtergrond] P6.5 DATUM [Datuminstelling] P6.6 TIJD 12:30:04 [Tijdinstelling] P6.7 FORMAAT VAN DE DATUM DDMMJJJJ [Datumformaat] P6.8 TIJDFORMAAT [Tijdformaat] P7 INFORMATIE [Weegschaalinstellingen] P7.1 WEEGSCHAALIDENTIFICATIE [Weegschaalidentificatie] P7.2 WEEGSCHAALTYPE [Weegschaalmodel] P7.3 SOFTWAREVERSIE [Softwareversie] P7.4 TEMPERATUUR 25.3 C [Temperatuur] P7.5 UITDRAAI-INSTELLINGEN [Uitdraai-instellingen] 39 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

40 Sommige instellingen zijn gelijk in alle punten, bovendien gelden voor elke punt afzonderlijke bijzondere instellingen. 8.3 Het menu verlaten/ terug naar de weegmodus Door de toets PRINT te drukken worden de ingevoerde wijzigingen opgeslagen. Om de wijzigingen te wissen de toets UNIT-ESC drukken. De weegschaal wordt vervolgens terug naar de weegmodus gezet. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

41 9 Invoer met de navigatietoetsen Invoer met de navigatietoetsen De waarde van het gekozen cijfer of getal verhogen Cijfer kie zen dat aan de linker kant wordt gewijzigd (de actueel actieve positie blinkt) Cijfer kie zen dat aan de rechter kant wordt gewijzigd (de actueel actieve positie blinkt) De waarde van het gekozen cijfer of getal verminderen Overzicht van de gegevensinvoer/gegevensuitdraai: Voorbeeld: Gegevensinvoer Gegevensuitdraai OP1_WILK 41 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

42 10 Gebruiker Om toegang tot alle gebruikersparameters en gegevensbanken te verkrijgen, moet de gebruiker als BEHEERDER worden ingelogd. Het beheerderwachtwoord luidt Deze is een fabriekinstelling. Een login is niet vereist. In de software kunnen 10 gebruikers worden ingesteld met verschillende bevoegdheden In-/uitloggen Inloggen: In de weegmodus de toets DATA drukken, de informatie b1 GEBRUIKER verschijnt. Met de toets PRINT bevestigen en met de toets de gebruiker ADMIN kiezen en met de toets PRINT bevestigen. Met de navigatietoetsen het beheerderwachtwoord 1111 invoeren en met de toets PRINT bevestigen. Bij het volgende inloggen willekeurige gebruiker kiezen en wachtwoord invoeren. De weegschaal wordt gestart met de bevoegdheden van de gekozen gebruiker. Uitloggen: De gebruiker GEEN kiezen en met de toets PRINT bevestigen. De weegschaal wordt automatisch terug naar de weegmodus omgeschakeld. Nieuwe gebruikers maken en bevoegdheden toeschrijven, zie hoofdstuk AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

43 10.2 Bevoegdhedenniveaus In de software van de weegschaal worden drie niveau van bevoegdheden ter beschikking gesteld: BEHEERDER GEAVANCEERDE GEBRUIKER GEBRUIKER Het gewicht kan op elk moment worden gemeten nadat de weegschaal wordt aangezet. Bevoegdheden Bevoegdhedenniveaus GEBRUIKER Toegang tot de parametereditie uit. Submenu P2.2.1 AFLEZEN Hoofdmenu P6 OVERIGE (met uitzondering van DATUM en TIJD) De gebruiker: kan nu alle weegprocessen uitvoeren, heeft toegang tot het overzicht van informatie in de gegevensbank, kan geen variabelen definiëren. Nieuwe gebruikers toevoegen en bestaande verwijderen, zie hoofdstuk GEAVANCEERDE GEBRUIKER Toegang tot de parametereditie uit. Submenu P2.2.1 AFLEZEN Submenu FUNCTIES Hoofdmenu P3 COMMUNICATIE Hoofdmenu P4 APPARATUUR Hoofdmenu P6 OVERIGE (met uitzondering van DATUM en TIJD) De gebruiker: kan nu alle weegprocessen uitvoeren, BEHEERDER Toegang tot alle gebruikersparameters, -functies en editie van gegevensbank. De bevoegdheden kunnen in het menu worden ingesteld (hoofdstuk 8) in menupunt P6.2 (zie hoofdstuk 18.1). 43 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

44 11 Wegen 11.1 Weegschaal aan-/uitzetten Na aansluiting van de voeding wordt de weegschaal zelfgediagnosticeerd en automatisch terug naar de weegmodus omgeschakeld. Om uit te zetten de toets ON/OFF drukken, de tijd verschijnt. De weegschaal is paraat. Ze is paraat direct nadat ze wordt aangezet (na drukken van een de toets ON/OFF) zonder vereiste opwarmingstijd. Om de weegschaal helemaal uit te zetten dient het toestel van het netwerk te worden gescheiden Wegen Vereiste opwarmingstijd verzekeren voor de stabilisatie van de weegschaal (zie hoofdstuk 1). Op de nulaanduiding [ zetten. Het gewogen materiaal opleggen. Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding ( Het weegresultaat aflezen. ] wachten, indien nodig met de toets TARE op nul ) verschijnt. Nadat een optionele printer wordt aangesloten, kan de weegwaarde worden uitgeprint. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

45 11.3 Omschakelen van weegeenheden De hier gekozen weegeenheid blijft ook opgeslagen nadat de weegschaal van het netwerk wordt gescheiden. De toets UNIT meermals drukken totdat de gewenste weegeenheid verschijnt. De afzonderlijke eenheden kunnen in het menu worden geactiveerd en gedeactiveerd (zie hoofdstuk 9.1 Menuoverzicht ). Mogelijke instellingen, zie hoofdstuk 12.7: Bij weegschalen met typetoelating is het enkel mogelijk om te kiezen tussen de eenheden [g] [kg] [ct] Tarreren Het eigen gewicht van een willekeurige container gebruikt voor weging kan worden getarreerd door de toets te drukken, waardoor bij volgende weegprocessen het nettogewicht van het gewogen materiaal verschijnt. De weegschaalcontainer op het weegschaalplateau stellen en de deur van het windscherm sluiten. Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding ( ) verschijnt en vervolgens de toets TARE drukken. Het containergewicht wordt eerst in het weegschaalgeheugen opgeslagen. Het gewogen materiaal inwegen en de deur van het windscherm sluiten. Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding ( ) verschijnt. Het netto gewicht aflezen. Indien de weegschaal niet belast is, wordt de tarrawaarde met het minus teken afgelezen. Om de opgeslagen tarrawaarde te wissen dient de weegschaal te worden ontlast en de toets TARE gedrukt. Het tarreerproces kan willekeurig aantal keren worden herhaald. De grens wordt bereikt op het moment dat het hele weegbereik wordt gebruikt De tarrawaarde manueel invoeren (functie Pre-Tare ) In de weegmodus de toets F drukken. Met de toets de instelling TARRA INVOEREN kiezen en met de toets PRINT bevestigen. Met de navigatietoetsen het tarragewicht invoeren en met de toets PRINT bevestigen. De ingevoerde tarrawaarde verschijnt met het teken De tarrawaarde wissen De tarrawaarde kan worden gewist door de toets TARE te drukken of de waarde in te voeren. 45 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

46 11.5 Wegen onder de vloer Wegen onder de vloer maakt het mogelijk om de voorwerpen te wegen die vanwege hun grootte of vorm niet op de schaal kunnen worden gesteld. Men dient als volgt te handelen: De weegschaal uitzetten. De dop in de onderbouw van de weegschaal afnemen. De haak voor wegen onder de vloer voorzichtig en geheel indraaien, zie hoofdstuk 1. De weegschaal boven de opening plaatsen. Het gewogen materiaal op de haak ophangen en de weging uitvoeren. Afb. 1: De weegschaal voor het wegen onder de vloer voorbereiden. OSTROŻNIE Alle opgehangen voorwerpen moeten voldoende stabiel zijn en het gewogen materiaal stevig gemonteerd worden (instortgevaar). Nooit lasten ophangen die gegeven maximale belasting (Max.) overschrijden (instortgevaar). Onder de last mogen zich geen levende wezens of voorwerpen bevinden die letsels kunnen opkomen of beschadigd kunnen worden. Na voltooid wegen onder vloer is het noodzakelijk om opnieuw de opening in de onderbouw van de weegschaal te sluiten (stofbescherming). AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

47 11.6 Keuze van de bedrijfsmodi De afzonderlijke bedrijfsmodi kunnen in het menu P2 BEDRIJFSMODI worden opgevraagd (zie hoofdstuk 8 Menu ) De bedrijfsmodi opvragen: De toets MODE drukken, de naam van de eerste toegankelijke bedrijfsmodus verschijnt. Weegmodus De volgende functies kunnen met de toets of worden gekozen. Met de toets de gewenste functie kiezen. Stuks tellen De overige functies (zie hoofdstuk 8 Menu P2 BEDRIJFSMODI ) worden op dezelfde manier gekozen. 47 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

48 Keuze van de bedrijfsmodi: In het menu is het mogelijk om de bedrijfsmodi te activeren die vervolgens aan de gebruiker toegankelijk worden gemaakt zonder dat het nodig is om elke keer naar het menu te gaan. Alle geactiveerde bedrijfsmodi kunnen later worden opgevraagd met de toets MODE. Men dient daarvoor als volgt te handelen: Met de navigatietoetsen de gewenste bedrijfsmodi kiezen. De instelling JA verschijnt. Met de toets bevestigen of met de toets de instelling naar NEE wijzigen en vervolgend met de toets bevestigen. Dit proces dient voor elke toegankelijke bedrijfmodus te worden herhaald. De toets gezet. drie keer drukken, de weegschaal wordt terug in de weegmodus AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

49 12 Weegschaalinstellingen bedrijfsmodus Wegen Door deze menublok is het mogelijk om de bedrijfsmanier van de weegschaal aan eigen behoeftes (bv. omgevingsomstandigheden, bijzondere weegprocessen) voor elk bedrijfsmodus aan te passen. De toegankelijke instellingen, hier als voorbeeld de menupunt P2.2 WEGEN De filter aan de omgevingsomstandigheden en het soort wegen aanpassen De filter dient te worden ingesteld afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van de weegschaal. Filterinstelling GEMIDDELD TRAAG Z.TRAAG Weegschaal Normale omgevingsomstandigheden De weegschaal reageert ongevoelig maar traag onrustige locatie. SNEL Z.SNEL De weegschaal reageert gevoelig en snel een rustige locatie Voorbeeld: De menupunt P2.2.1 AFLEZEN opvragen, de toets drukken. De instelling NORMAAL blinkt, de instelling met de navigatietoetsen wijzigen. De gewenste instelling met de toets PRINT opslaan. De filterinstelling is opgeslagen, de weegschaal wordt terug naar het menu omgeschakeld. Terug naar de weegmodus door de toets UNIT meermals te drukken. 49 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

50 12.2 Stabilisatiecontrole De weegsnelheid aanpassen Voorbeeld: De menupunt P2.2.1 AFLEZEN opvragen, de toets drukken. De instelling RESULTAAT BEPALEN SNEL+PRECIES verschijnt. De blinkende aanduiding SNEL+PRECIES verschijnt. SNEL+PRECIES rustige locatie PRECIES onrustige locatie SNEL zeer rustige locatie Met de navigatietoetsen de gewenste instelling kiezen. De gewenste instelling met de toets PRINT opslaan. De instelling is opgeslagen, de weegschaal wordt terug naar het menu omgeschakeld. Terug naar de weegmodus door de toets UNIT meermals te drukken. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

51 12.3 Functie Auto Zero Dankzij deze functie wordt het mogelijk om kleine gewichtschommelingen te tarreren, Indien de hoeveelheid gewogen materiaal enigszins verminderd of vergroot wordt, kan het in de weegschaal geplaatste compensatie- en stabilisatiemechanisme foutieve weegresultaten laten aflezen! (bv. de vloeistof vloeit langzaam van de container uit die op de weegschaal is geplaatst, verdampen). Tijdens doseren met kleine gewichtschommelingen is het aanbevolen om deze functie uit te zetten. Voorbeeld: De menupunt P2.2.1 AFLEZEN opvragen, de toets drukken. 2 De instelling AUTONUL JA verschijnt. De blinkende instelling JA verschijnt. Met de navigatietoetsen de instelling JA of NEE kiezen. JA functie Autonul aan NEE functie Autonul uit De gewenste instelling met de toets PRINT opslaan. De instelling is opgeslagen, de weegschaal wordt terug naar het menu omgeschakeld. Terug naar de weegmodus door de toets UNIT meermals te drukken. 51 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

52 12.4 De laatste decimaal verbergen Tijdens weging kan het noodzakelijk zijn om de afleesbaarheid met een decimaal te verkleinen. In een dergelijk geval wordt de laatste decimaal afgerond en van display verwijderd. Voorbeeld: De menupunt P2.2.1 AFLEZEN opvragen, de toets drukken. 4 De instelling LAATSTE CIJFER ALTIJD verschijnt. De blinkende instelling ALTIJD verschijnt. Met de navigatietoetsen ALTIJD, NOOIT of WANNEER STABIEL kiezen. ALTIJD de laatste decimaal verschijnt NOOIT de laatste decimaal wordt verborgen WANNEER STABIEL de laatste decimaal verschijnt enkel bij stabiele weegwaarden De gewenste instelling met de toets PRINT opslaan. De instelling is opgeslagen, de weegschaal wordt terug naar het menu omgeschakeld. Terug naar de weegmodus door de toets UNIT meermals te drukken. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

53 12.5 Omgevingsomstandigheden In deze menupunt kunnen de weegschaalinstellingen aan de externe omstandigheden worden aangepast. Het is mogelijk om te kiezen tussen de STABIELE en INSTABIELE externe omstandigheden. Voorbeeld: De menupunt P2.2.1 AFLEZEN opvragen, de toets drukken. 4 De instelling INSTABIELE OMGEVING verschijnt. De blinkende instelling INSTABIEL verschijnt. Met de navigatietoetsen de instelling INSTABIEL of STABIEL kiezen. INSTABIEL moeilijke omstandigheden (trillingen e.d.) STABIEL normale omgevingsomstandigheden De gewenste instelling met de toets PRINT opslaan. De instelling is opgeslagen, de weegschaal wordt terug naar het menu omgeschakeld. Terug naar de weegmodus door de toets UNIT meermals te drukken. 53 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

54 12.6 Afdrukmodus In deze menupunt kunnen de printinstellingen worden ingevoerd: P P Uitdraai-instellingen van de weegschaal: ELKE bij elke gebruiker WANNEER STABIEL wanneer de weegschaal stabiel is AUTO automatisch, wanneer de weegschaal stabiel is Uitdraai-instellingen van de weegschaal: AUTODREMPEL vanaf het moment van overschrijden van de drempelwaarde De drempelwaarde invoeren: Het menu P opvragen, de toets F2 drukken, de drempelwaarde kan met de navigatietoetsen worden ingevoerd. Met de toets PRINT bevestigen. De menupunt P2.2.2 AFDRUKMODUS opvragen, de toets drukken. De blinkende instelling ELKE verschijnt. Met de navigatietoetsen de gewenste instelling kiezen. Met de toets PRINT bevestigen. De instelling wordt opgeslagen. Terug naar de weegmodus met de toets UNIT. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

55 12.7 Instellen van weegeenheden Weegeenheden activeren De afzonderlijke weegeenheden kunnen in het menu als volgt worden geactiveerd en gedeactiveerd: In het menu de volgende menupunt kiezen: De instelling G JA verschijnt. Nu kan de weegeenheid gram worden geactiveerd (JA) of gedeactiveerd (NEE). Met de navigatietoetsen de gewenste instelling kiezen. Met de toets PRINT bevestigen. De weegeenheid gram is nu uit, nadat de toets UNIT wordt gedrukt, wordt ze ook niet meer getoond. Terug naar de weegmodus met de toets UNIT. Met alle weegeenheden op dezelfde manier handelen. Bij weegschalen met typetoelating is het enkel mogelijk om te kiezen tussen de eenheden [g] [kg] [ct]. 55 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

56 Standaard weegeenheid instellen De hier ingestelde eenheid blijft actief ook nadat de weegschaal uit en aan wordt gezet en van netwerk wordt gescheiden. In het menu de volgende menupunt kiezen: De laatst ingestelde standaard weegeenheid verschijnt. De blinkende instelling G verschijnt. Met de navigatietoetsen de gewenste standaard weegeenheid kiezen. Met de toets PRINT bevestigen. Nu staat kilogram als standaard weegeenheid. Terug naar de weegmodus met de toets UNIT. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

57 12.8 Informatie aflezen Door deze functie is het mogelijk om aanvullende informatie in de regel bij de onderste rand van de aanduiding af te lezen. Het is mogelijk om de volgende informatie af te lezen: TARRA NETTO BRUTO GEBRUIKER PRODUCT BIJZONDERE INFORMATIE GEEN De instelling INFORMATIE TARRA verschijnt. De blinkende instelling TARRA verschijnt. Met de navigatietoetsen een van de afzonderlijke informaties kiezen. De gewenste instelling met de toets PRINT opslaan. De instelling is opgeslagen, de weegschaal wordt terug naar het menu omgeschakeld. Terug naar de weegmodus door de toets UNIT meermals te drukken. In de informatieregel verschijnt de instelling BRUTO. 57 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

58 Bijzondere informatie Door deze functie kan de gebruiker willekeurige tekst aflezen met max. 19 tekens. Eerst de instelling BIJZONDERE INFORMATIE als volgt kiezen: De instelling INFORMATIE TARRA verschijnt. De blinkende instelling TARRA verschijnt. Met de toets naar de instelling INFORMATIE NAAM STANDAARD scrollen. Met de toets PRINT bevestigen. Nu verschijnt de instelling INFORMATIE NAAM STANDAARD. Terug naar de weegmodus door de toets UNIT meermals te drukken. De tekst van BIJZONDERE INFORMATIE invoeren: De menupunt INFORMATIE NAAM STANDAARD kiezen. De eerste positie blinkt, met de navigatietoetsen de gewenste tekst invoeren. Met de toets PRINT bevestigen. De ingevoerde tekst verschijnt als bijzondere informatie. De toets UNIT zo vaak drukken totdat de weegschaal in de weegmodus wordt omgeschakeld. In ingevoerde tekst verschijnt in de informatieregel. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

59 Toetsen van snelle toegang Door de vier functietoetsen is het mogelijk om de functie af te lezen waaraan de toegang na enkelvoudig drukken van de toets wordt verkregen. In de bedrijfsmodus WEGEN kunnen de volgende functie worden toegeschreven. KOPTEKST PRINTEN/VOETTEKST PRINTEN/VARIABELEN 1 EN 2/GEEN/PRODUCTKEUZE/INLOGGEN/TARRA INVOEREN/TARRA KIEZEN. De functie aan de juiste toets toeschrijven: De instelling F1 KOPTEST PRINTEN verschijnt. Deze functie wordt toegeschreven aan toets F1. De instelling KOPTEKST PRINTEN blinkt. Met de navigatietoetsen de gewenste functie kiezen. De gewenste instelling met de toets PRINT opslaan. Deze functie is nu toegeschreven aan toets F1. Terug naar de weegmodus door de toets UNIT meermals te drukken. Nadat de toets F1 in de weegmodus wordt gedrukt, verschijnt de ingestelde functie. 59 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

60 13 Andere bedrijfsmodi Menupunt P2 BEDRIJFSMODI De weegschaal beschikt over de volgende bedrijfsmodi: Wegen, zie hoofdstuk 11 Stuks tellen Controleweging Doseren Afwijking (percentbepaling) Dichtheidsbepaling van vaste stoffen Dichtheidsbepaling van vloeistoffen Dieren wegen Statistiekfuncties Optellen Functie HOLD Eerste de gewenste bedrijfsmodi activeren zoals omschreven in hoofdstuk Stuks tellen Voordat tellen van elementen met de weegschaal mogelijk is, dient men het gemiddelde gewicht van een stuk (de zogenoemde referentiewaarde) te bepalen. Daarvoor dient men bepaald aantal getelde elementen op te leggen. Bepaling van totaalgewicht volgt dat door het aantal elementen (zogenoemd aantal referentiestuks) wordt gedeeld. Vervolgens wordt, op grond van berekend gemiddeld gewicht, tellen uitgevoerd. Daarbij geldt als regel: Hoe groter het referentieaantal hoe preciezer het tellen. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

61 De bedrijfsmodus STUKS TELLEN instellen De functie REFERENTIEGEWICHT INVOEREN worden toegeschreven aan toets F1. 4 De laatste instelling verschijnt. De laatste instelling voor de toets F1 blinkt. Met de navigatietoetsen de instelling REFERENTIEGEWICHT INVOEREN kiezen. De functie referentiegewicht invoeren werd daarmee toegeschreven aan toets F1. In de modus Stuks tellen kan met de toets F1 de functie van invoer van het referentiegewicht worden opgevraagd. 61 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

62 Keuze van de modus stuks optellen en referentiegewicht invoeren Bij de eerste invoer van het referentiegewicht verschijnt de aanduiding 0. Indien het referentiegewicht al werd ingevoerd, verschijnt op display de eerder ingevoerde waarde. Met de navigatietoetsen het gewenste referentiegewicht invoeren. Terug naar de weegmodus Het referentiegewicht is opgeslagen en het tellen van stuks kan worden gestart. De toets MODE drukken, het menu F1 WEGEN verschijnt, met de toets PRINT bevestigen, de weegschaal wordt in de weegmodus omgeschakeld. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

63 Het referentiegewicht door wegen bepalen De functie REFERENTIEGEWICHT BEPALEN wordt toegeschreven aan toets F2. 4 De laatste instelling verschijnt. De instelling blinkt. De toets F2 de invoerfunctie voor de toets F2 kiezen. De laatste instelling voor de toets F2 blinkt. Met de navigatietoetsen de instelling REFERENTIEGEWICHT BEPALEN kiezen. De functie referentiegewicht bepalen werd daarmee toegeschreven aan toets F2. In de modus Stuks tellen kan met de toets F2 de functie van bepalen van het referentiegewicht worden opgevraagd. 63 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

64 Aantal referentiestuks kiezen Eerst in het menu de instelling ACAl kiezen: Het menu P2.3 STUKS TELLEN kiezen, de toets F2 drukken, het menu "P2.3.1 AFLEZEN verschijnt; De toets F2 zo vaak drukken totdat de instelling ACAI verschijnt. Indien de instelling NEE zal verschijnen: Met de toets F2 en de navigatietoetsen JA instellen en met de toets PRINT bevestigen. De laatst gekozen instelling verschijnt. Het referentiegewicht opleggen en met de toets PRINT bevestigen. Het gewicht en het aantal stuks corresponderend met dat gewicht verschijnen. Het referentiegewicht afnemen. De weegschaal staat nu in de optelmodus en telt alle elementen samen die zich op het weegplateau bevinden. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

65 13.2 Wegen met een tolerantiebereik Bij wegen met tolerantiebereik wordt de bovenste en onderste grenswaarde individueel geprogrammeerd. Tijdens de tolerantiecontrole verschijnt op de weegschaal, net als bij doseren, portioneren of sorteren, de overschrijding van de bovenste of onderste grenswaarde met het tolerantieteken. De symbolen bovenaan de display tonen of het gewogen materiaal zich binnen de twee tolerantiegrenzen bevindt. Het tolerantieteken wordt enkel in de bedrijfsmodus wegen met tolerantie gebruikt, in andere modi wordt hij onzichtbaar. Het tolerantieteken geeft de volgende informatie: 1 Het gewogen materiaal onder de onderste tolerantiegrens 2 Het gewogen materiaal in het tolerantiebereik 3 Het gewogen materiaal boven de bovenste tolerantiegrens 4 De onderste grenswaarde 5 De bovenste grenswaarde 65 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

66 De functie DREMPELS INVOEREN wordt toegeschreven aan toets F3. 4 Het menu P met de laatste instelling voor de toets F1 verschijnt. Met de toets F1 F3 kiezen. 2 De gekozen instellingen blinken. Met de navigatietoetsen de instelling DE BOVENSTE/ONDERSTE GRENSWAARDE INSTELLEN kiezen. Met de toets PRINT bevestigen. Aan de toets F3 in de modus controleweging werd daarmee de functie BOVENSTE/ONDERSTE GRENSWAARDE INSTELLEN toegeschreven. In de modus Controleweging kan met de toets F3 de invoer van de grenswaarde worden opgevraagd. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

67 Grenswaarden invoeren De bedrijfsmodus Controleweging wordt als volgt ingesteld: 2 Bedrijfmodus Controlewegen is ingesteld. Grenswaarden invoeren: Tijdens de controleweging verschijnen bij de bovenste rand van display de symbolen van de grenswaarden. Bij de onderste rand verschijnen de ingevoerde grenswaarden. De aanduiding voor invoer van de onderste grenswaarde verschijnt. Onderaan links verschijnt het symbool MIN. Het linker cijfer blinkt. Met de navigatietoetsen de onderste grenswaarde invoeren. Daarmee is de onderste grenswaarde ingevoerd. De aanduiding wordt gewijzigd om de bovenste grenswaarde in te voeren. 67 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

68 Beide grenswaarden zijn al ingevoerd, de aanduiding wordt omgeschakeld naar de modus controleweging. In de informatieregel verschijnen beide grenswaarden. Bij de bovenste rand van display verschijnt het symbool MIN omdat bij de aanduiding 0 de onderste grenswaarde is overschreden. Nu kan de controleweging worden gestart. Op grond van de symbolen MIN-OK-MAX controleren of het gewicht van het gewogen materiaal onder, binnen of boven de tolerantiegrens staat. Bij onjuiste invoer van de gegevens, bv. de onderste tolerantiegrens hoger dan de bovenste, genereert de weegschaal een foutmelding en de weegschaal wordt automatisch terug naar de weegmodus omgeschakeld. Terug naar de weegmodus De toets MODE drukken, het menu F1 WEGEN verschijnt, met de toets PRINT bevestigen, de weegschaal wordt in de weegmodus omgeschakeld Doseren Bij actieve doseermodus werkt de weegschaal met hogere afleessnelheid. De weegschaal is zeer gevoelig op de omgevingsomstandigheden. Doelgewicht (referentiegewicht) met tolerantie invoeren: De functie REFERENTIEGEWICHT INVOEREN worden toegeschreven aan toets F4. De doseermodus kiezen. 4 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

69 Het menu P met de laatste instelling voor de toets F1 verschijnt. Met de toets F1 F4 kiezen. 3 De gekozen instellingen blinken. Met de navigatietoetsen de instelling REFERENTIEGEWICHT INVOEREN kiezen. Met de toets PRINT bevestigen. De functie REFERENTIEGEWICHT INVOEREN werd daarmee toegeschreven aan toets F4 in doseermodus. In de modus Doseren kan daarmee door de toets F4 te drukken het doelgewicht met gepaste tolerantie worden ingevoerd. Het doelgewicht invoeren Bedrijfsmodus Doseren instellen: De bedrijfsmodus Doseren is ingesteld. Het doelgewicht invoeren: Bij de bovenste rand van de display verschijnt het doseersymbool. Bij de onderste rand verschijnt de instelling REFERENTIEWAARDE 0,0. De aanduiding voor invoer van het doelgewicht verschijnt, het laatste cijfer blinkt. 69 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

70 Met de navigatietoetsen het doelgewicht invoeren en met de toets PRINT bevestigen. De aanduiding voor de invoer van de tolerantie verschijnt. De tolerantie invoeren en met de toets PRINT bevestigen. Het doelgewicht verschijnt in de informatieregel. Bij de bovenste rand verschijnt het doseersymbool en het symbool MIN, omdat er geen gewicht op het weegschaalplateau is geplaatst. Het doelgewicht verschijnt als negatieve waarde. Gewicht kleiner dan doelgewicht Gewicht binnen de tolerantie Gewicht groter dan doelgewicht Terug naar de weegmodus De toets MODE drukken, het menu F1 WEGEN verschijnt, met de toets PRINT bevestigen, de weegschaal wordt in de weegmodus omgeschakeld. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

71 13.4 Percentagebepaling Door de percentagebepaling wordt het mogelijk om het gewicht in percenten af te lezen, ten opzichte van het referentiegewicht. Het referentiegewicht kan door wegen worden bepaald of numeriek worden ingevoerd. Het referentiegewicht door wegen bepalen De functie REFERENTIEGEWICHT BEPALEN wordt toegeschreven aan toets F1. Het menu P2.6 AFWIJKING kiezen. Met de navigatietoetsen de menupunt P2.6.5 AFKORTINGEN kiezen. De toets F2 drukken, de instelling P met de laatst ingestelde functie voor toets F1 verschijnt. De toets F2 opnieuw drukken, de informatieregel blinkt. Met de navigatietoetsen de instelling REFERENTIEGEWICHT BEPALEN kiezen. met de toets PRINT bevestigen, deze functie is nu toegeschreven aan de toets F1. In de weegmodus: Bedrijfmodus Percentagewegen is ingesteld. Bij de bovenste rand van de display verschijnt het procentsymbool. Bij de onderste rand verschijnt de instelling REFERENTIEWAARDE 0,0 G. Het referentiegewicht gelijk aan de waarde van 100% op het weegschaalplateau opleggen. bv.: 1 kg moet overeenstemmen met 100% waarde. Het referentiegewicht van 1 kg is nu opgeslagen als 100% waarde. 71 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

72 Het referentiegewicht afnemen en het gewogen materiaal opleggen. Het gewicht verschijnt in procenten ten opzichte van het referentiegewicht. Terug naar de weegmodus De toets MODE drukken, het menu F1 WEGEN verschijnt, met de toets PRINT bevestigen, de weegschaal wordt in de weegmodus omgeschakeld. Het referentiegewicht door wegen invoeren De functie REFERENTIEGEWICHT INVOEREN worden toegeschreven aan toets F2. Het menu P2.6 AFWIJKING kiezen. Met de navigatietoetsen de menupunt P2.6.5 AFKORTINGEN kiezen. De toets F2 drukken, de instelling P met de laatst ingestelde functie voor toets F1 verschijnt. De toets F1 drukken, de invoer gebeurt met de toets F2. De toets F2 drukken. Met de navigatietoetsen de instelling REFERENTIEGEWICHT INVOEREN kiezen en met de toets PRINT bevestigen, deze functie is nu toegeschreven aan de toets F2. In de weegmodus: Bedrijfmodus Percentagewegen is ingesteld. Het laatst ingevoerde referentiegewicht verschijnt in de informatieregel. Met de navigatietoetsen het referentiegewicht gelijk aan 100% waarde invoeren en met de toets PRINT bevestigen. bv.: 200 g AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

73 Het referentiegewicht van 200 g is nu opgeslagen als 100% waarde. Het referentiegewicht afnemen en het gewogen materiaal opleggen. Het gewicht verschijnt in procenten ten opzichte van het referentiegewicht. Terug naar de weegmodus De toets MODE drukken, het menu F1 WEGEN verschijnt, met de toets PRINT bevestigen, de weegschaal wordt in de weegmodus omgeschakeld Dieren wegen De volgende opties zijn mogelijk: Gemiddelde tijd Drempel Autostart In deze tijd wordt de meting uitgevoerd waarvan de gemiddelde waarde wordt toegepast Hier kan de drempelwaarde worden ingevoerd van welke de meting wordt uitgevoerd Hier kan worden gekozen wanneer de meting begint: manueel nadat de toets wordt gedrukt, of automatisch nadat de functie START wordt gekozen Manueel bevestigen In de weegmodus Met de navigatietoetsen de instelling AUTOSTART NEE kiezen. Terug naar de weegmodus met de toets UNIT. Met de navigatietoetsen het menu F2 DIEREN WEGEN kiezen. 73 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

74 Het diersymbool verschijnt op de display. Het gewogen materiaal leggen en de toets drukken. Door de toets F2 te drukken wordt de meting gestart. De gemiddelde waarde wordt bepaald. Vervolgens verschijnt het weegresultaat. De weging afronden door de toets UNIT te drukken. Terug naar de weegmodus De toets MODE drukken, het menu F1 WEGEN verschijnt, met de toets PRINT bevestigen, de weegschaal wordt in de weegmodus omgeschakeld. Automatische meting doorvoeren In de weegmodus Met de navigatietoetsen de instelling AUTOSTART JA kiezen. Terug naar de weegmodus met de toets UNIT. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

75 Met de navigatietoetsen het menu F2 DIEREN WEGEN kiezen. Het diersymbool verschijnt op de display. Het gewogen materiaal opleggen. Het bepalen van gemiddelde waarde wordt door de weegschaal automatisch gestart. Vervolgens verschijnt het weegresultaat. De weging afronden door de toets UNIT te drukken. Terug naar de weegmodus De toets MODE drukken, het menu F1 WEGEN verschijnt, met de toets PRINT bevestigen, de weegschaal wordt in de weegmodus omgeschakeld Statistiek Dankzij de statistieke functies is het mogelijk om de gegevens van een aantal wegingen te verzamelen en statistiek te analyseren. De volgende statistieke gegevens worden berekend: N SUM AVG MIN MAX SDV DIV SDV RDV Aantal monsters Het totale gewicht van monsters Gemiddelde waarde van een partij Minimale waarde in een partij Maximale waarde in een partij Standaardafwijking Verschil tussen de maximale en minimale waarde in de partij Standaardafwijking voor de partij Variabiliteitindex 75 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

76 Keuze F9 Statistiek: Het symbool van statistiek verschijnt op de display. Het 1 ste monster opleggen. Met de toets PRINT bevestigen. De waarde wordt in het ALIBI-geheugen (lange termijn) opgeslagen en nadat een optionele printer wordt aangesloten, wordt deze geprint. In de informatieregel verschijnt het cijfer 1 die de eerste weging betekent. Het monster van het weegschaalplateau afnemen en op dezelfde manier met de volgende monsters omgaan. Nadat alle waarden worden opgeslagen, kunnen de statistieke resultaten worden geanalyseerd. Daarvoor de toets F drukken. Met de navigatietoetsen kunnen nu alle gegevens worden afgelezen: Voorbeelden: N 9 SUM G AVG G MIN G MAX G DIF G SDV G RDV 0.78 % PRINTEN AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

77 Nadat de instelling PRINTEN wordt gekozen, kunnen de statistieke gegevens worden geprint door de toets PRINT te drukken. Voorbeeld van het protocol: 12:27 29/11/ Statistiek N 3 Sum g Avg g Min g Max g Dif g Sdv g Rdv % Wissen F9 statistiek: Met de navigatietoetsen de instelling EINDE kiezen. De toets PRINT drukken en het gewogen materiaal afnemen. Het startvenster van de statistieke functies verschijnt. De weeggegevens zijn gewist. Terug naar de weegmodus De toets MODE drukken, het menu F1 WEGEN verschijnt, met de toets PRINT bevestigen, de weegschaal wordt in de weegmodus omgeschakeld. 77 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

78 13.7 Optellen Met deze functie kunnen verschillende ingrediënten van een mengsel worden bijgewogen. Maximaal 30 ingrediënten kunnen worden opgeteld. Functie F10 Optellen instellen: Optellen: 1 Het optelsymbool 2 Aantal toevoegingen 3 Totaal gewicht toevoegingen Het gewogen materiaal A opleggen, wachten totdat de stabilisatieaanduiding verschijnt en vervolgens de toets PRINT drukken. Het gewicht verschijnt als de som, de weegschaal wordt automatisch getarreerd (de aanduiding NET) en de nulaanduiding verschijnt. Als aantal ingrediënten verschijnt het cijfer 1. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

79 Het gewogen materiaal B opleggen en met de toets PRINT bevestigen. Als aantal ingrediënten verschijnt het cijfer 2 en de gewichtswaarde wordt aan het optelgeheugen toegevoegd. Met de volgende ingrediënten handelen als boven beschreven. Nadat alle ingrediënten worden opgeteld: Verschijnt het totale gewicht van de ingrediënten en nadat een optionele printer wordt aangesloten, wordt het geprint. Het protocol omvat de gewichten van alle toevoegingen, het totale gewicht en het tarragewicht. 79 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

80 Voorbeeld van het optelprotocol: Optellen g g Totaal g Tarra 0.0 g De gegevens wissen Nadat de toets UNIT wordt gedrukt, wordt de weegschaal terug naar het startvenster van de optelfunctie omgeschakeld. Darmee worden de gegevens op nul gezet. Terug naar de weegmodus De toets MODE drukken, het menu F1 WEGEN verschijnt, met de toets PRINT bevestigen, de weegschaal wordt in de weegmodus omgeschakeld. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

81 13.8 Functie HOLD Door deze functie is het mogelijk om de maximale waarde tijdens de weging te bepalen. Een drempelwaarde kan worden ingevoerd van welke de meting wordt uitgevoerd Drempelwaarde instellen: Het wordt aanbevolen om de drempelwaarde in gram in te voeren. De aanduiding voor invoer van de drempelwaarde verschijnt, de linker positie blinkt. Met de navigatietoetsen het drempelgewicht in gram invoeren en met de toets PRINT bevestigen. Nadat deze waarde wordt overschreden, begint de meting en verschijnt de maximale waarde. De meting uitvoeren: De functie HOLD is nu actief. Het netto gewicht verschijnt in de informatieregel. De meting kan worden doorgevoerd. Het maximale gewicht verschijnt op de hoofddisplay boven de drempelwaarde. Bovendien verschijnt het symbool Max. Terug naar de weegmodus Om de volgende meting door te voeren, het monster van het weegschaalplateau afnemen en met de toets UNIT bevestigen. De toets MODE drukken, het menu F1 WEGEN verschijnt, met de toets PRINT bevestigen, de weegschaal wordt in de weegmodus omgeschakeld. 81 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

82 14 Andere functionaliteiten P6 OVERIGE. Hier kunnen parameters worden ingesteld die op de bediening van de weegschaal invloed hebben, bv. de verlichte achtergrond en de toetsengeluiden Taal Voor het weegschaalmenu kan één van de volgende talen worden gekozen: DUITS/SPAANS/FRANS/POOLS/ENGELS. Elke taal wordt als volgt ingesteld: De laatst ingestelde taal verschijnt (bv. DUITS). De blinkende instelling DUITS verschijnt. Met de navigatietoetsen de gewenste taal kiezen. Bv. SPAANS en met de toets PRINT bevestigen. De gewenste taal is ingesteld. Terug naar de weegmodus door de toets UNIT meermals te drukken. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

83 14.2 Bevoegdheden Voor de toegang tot het weegschaalmenu kunnen drie niveaus van bevoegdheden worden ingesteld (zie hoofdstuk 9.2): BEHEERDER/GEBRUIKER/GEAVANCEERDE GEBRUIKER. Bevoegdheden instellen: De instelling TOEGANGSNIVEAU BEHEERDER wordt ingesteld. De blinkende instelling BEHEERDER verschijnt. Met de navigatietoetsen de gewenste bevoegdheid kiezen. Bv. GEBRUIKER en met de toets PRINT bevestigen. De bevoegdheden GEBRUIKER zijn ingesteld. Terug naar de weegmodus door de toets UNIT meermals te drukken. 83 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

84 14.3 Akoestisch signaal van toetsenbediening In deze instelling kan het akoestische signaal bij het drukken van alle toetsen worden aan- en uitgezet. De actuele instelling van het akoestische signaal verschijnt. De blinkende instelling NEE verschijnt. Met de navigatietoetsen de gewenste instelling kiezen. Bv. JA en met de toets PRINT bevestigen. Daarmee is het akoestische signaal bij drukken van de toetsen uitgezet. Terug naar de weegmodus door de toets UNIT meermals te drukken. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

85 14.4 Verlichte achtergrond en afstelling van de displayhelderheid In deze menupunt is het mogelijk om de helderheid van de display in te stellen. Bovendien kan de verlichte achtergrond volledig worden uitgezet. 100 maximale helderheid van de display 10 minimale helderheid van de display GEEN verlichte achtergrond uit De laatste instelling van de displayhelderheid verschijnt. De blinkende instelling 70 verschijnt. Met de navigatietoetsen de gewenste instelling kiezen. Bv. 100 en met de toets PRINT bevestigen. De displayhelderheid is nu ingesteld op 100, d.w.z. de maximale helderheid. Terug naar de weegmodus door de toets UNIT meermals te drukken. 85 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

86 14.5 Datum De laatst ingestelde datum verschijnt. Het datumformaat JJJJ.MM.DD - jaar-maand-dag verschijnt en daarachter de cijfers van de ingestelde datum. Een van de cijfers blinkt. Met de navigatietoetsen de actuele datum invoeren. Met de toets PRINT bevestigen. De actuele datum is ingesteld. Terug naar de weegmodus door de toets UNIT meermals te drukken. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

87 14.6 Tijd Hier kan de actuele tijd als volgt worden ingesteld. De laatst ingestelde tijd verschijnt. Het tijdformaat UU:MM uren:minuten verschijnt en daarachter de cijfers van de ingestelde tijd. Een van de cijfers blinkt. Met de navigatietoetsen de actuele tijd invoeren. Met de toets PRINT bevestigen. De actuele tijd is ingesteld. Terug naar de weegmodus door de toets UNIT meermals te drukken. 87 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

88 14.7 Datumformaat In deze menupunt is het mogelijk om het datumformaat voor afdruk in te stellen. JJJJ jaar MM maand DD dag Er zijn volgende instellingen mogelijk: JJJJ.MM.DD / JJJJ.DD.MM / DD.MM.JJJJ/ MM.DD.JJ Het laatst ingestelde datumformaat verschijnt. Het blinkende datumformaat DD.MM.JJJJ dag-maand-jaar verschijnt. Met de navigatietoetsen het gewenste formaat kiezen. Met de toets PRINT bevestigen. Het ingestelde formaat verschijnt. Terug naar de weegmodus door de toets UNIT meermals te drukken. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

89 14.8 Tijdformaat Hier kan het tijdformaat (12H/24H) voor afdruk worden ingesteld. Nadat het formaat 12H wordt ingesteld, verschijnt naast de tijd de letter A of P. A tijd voor 12 uur s middags P tijd na 12 uur s middags Op de afdrukken worden naast de tijd de letters AM of PM geprint. Het laatst ingestelde tijdformaat verschijnt. De blinkende instelling 24H verschijnt. Met de navigatietoetsen het gewenste formaat kiezen. Met de toets PRINT bevestigen. Het ingestelde formaat verschijnt. De tijd verschijnt in dat formaat. Terug naar de weegmodus door de toets UNIT meermals te drukken. 89 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

90 15 Protocol DPL/ISO P5.3 DPL-AFDRUK In de systemen van kwaliteitsverzekering worden protocollen van weegresultaten en de correcte weegschaalkalibratie vereist met opgave van datum en tijd als ook identificatienummer van de weegschaal. Ze worden het makkelijkst verkregen door een aangesloten printer. De inhoud van de geprinte gegevens wordt bepaald in het menu P5.3. DLP- AFDRUK". Alle parameters ingesteld als JA worden geprint. Voorbeelden: Bepaling van het standaardprotocol: P5.3 DLP-AFDRUK P5.3.1 DATUM JA Meetdatum afdrukken P5.3.2 TIJD JA Meettijd afdrukken P5.3.3 GEBRUIKER JA De naam van de ingelogde gebruiker afdrukken P5.3.4 PRODUCT JA De naam van het gewogen product afdrukken P5.3.5 VARIABELE 1 NEE De variabele waarde 1 afdrukken P5.3.6 VARIABELE 2 NEE De variabele waarde 2 afdrukken P5.3.7 TARRA JA De tarrawaarde afdrukken P5.3.8 BRUTO JA De bruto waarde afdrukken P5.3.9 ACTUEEL RESULTAAT JA Het actuele weegresultaat (netto gewicht) afdrukken P KALIRBATIEPROTOCOL NEE Het protocol van de laatste kalibratie na invoeren van de printinstellingen voor het protocol P BIJZONDERE AFDRUK NEE Een van de vier bijzonder uitdraaien afdrukken Voorbeeld van een afdruk: Datum Tijd 9:54:39 Gebruiker Kern Product bloem Tarra 1000 g Bruto 2000 g Actueel resultaat 2000 g AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

91 P5.3.1 DATUM Datumafdruk De laatste instelling verschijnt. De blinkende instelling NEE verschijnt. Met de navigatietoetsen de instelling JA kiezen. Met de toets PRINT bevestigen. De datum wordt op het DPL-protocol geprint. Met de toets F1 naar de volgende instelling overgaan. P5.3.2 TIJD Tijdafdruk De toets drukken, de actuele instelling blinkt. Met de toets NEE JA een van de volgende instellingen kiezen: = zonder tijdafdruk = tijdafdruk De instelling met de toets PRINT bevestigen. De weegschaal wordt terug naar de weegmodus omgeschakeld. De toets drukken, de volgende menupunt P5.5.5 GEBRUIKER verschijnt. De overige instellingen worden op dezelfde manier ingevoerd. 91 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

92 16 Gegevensuitgave RS 232 en USB Afhankelijk van de instelling in het menu kunnen de weeggegevens door de interface RS 232C of automatisch of door drukken van de toets PRINT worden geprint. De gegevens worden asynchroon in de ASCII code getransmitteerd. Om de communicatie tussen de weegschaal en de printer te verzekeren moet er aan volgende eisen worden voldaan: De afleeseenheid met de printerinterface met een juiste leiding verbinden. Een storingvrij bedrijf wordt enkel verzekerd bij toepassing van een juiste interfaceleiding van de firma KERN. De communicatieparameters (transmissiesnelheid, bits en pariteit) van de afleeseenheid en de printer, moeten met elkaar overeenstemmen Technische gegevens Transmissiesnelheid keuzemogelijkheid 4800/9600/19200/38400/57600/ Pariteit Transmissietype geen, pariteit, onpariteit handmatig, nadat de toets PRINT wordt gedrukt; automatisch nadat de stabilisatieaanduiding verschijnt; continu, conform de instelling; op aanvraag van een andere randapparatuur (bevel van afstandbediening) AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

93 De instellingen kunnen in de menupunt P3 COMMUNICATIE worden ingevoerd. De weegschaal kan met randapparatuur met de volgende poorten communiceren: COM 1 Interface RS 232 COM 2 Interface RS 232 USB type A Aansluiting van computertoetsenbord, barcodescanner of USBgeheugen USB type B Aansluiting van een printer of computer WIFI WIFi-Poort De configuratie van USB-poorten is niet mogelijk De interface RS 232 instellen De poort COM 1 of COM 2 kiezen en de instellingen als volgt invoeren: Transmissiesnelheid instellen In het menu de menupunt P3.1 kiezen. Om de transmissiesnelheid in te stellen, de toets F2 drukken. De laatst ingestelde transmissiesnelheid verschijnt. De toets F2 opnieuw drukken, de actuele instelling blinkt. Met de navigatietoetsen de gewenste transmissiesnelheid kiezen en met de toets PRINT bevestigen. Daarmee is de transmissiesnelheid ingesteld. De toets UNIT zo vaak drukken totdat de weegschaal in de weegmodus wordt omgeschakeld. Pariteitinstelling De menupunt P3.1.2 kiezen en de pariteitinstellingen invoeren, zoals bovenaan omschreven. 93 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

94 16.3 De interfaceleiding Leiding weegschaal-computer (RS232): 16.4 Afdrukprotocol Uitdraai nadat de toets PRINT wordt gedrukt Bij geijkte weegschalen is de afdruk van instabiele waarden geblokkeerd Stabilisatie aanduiding Spatie Teken Gewicht Spatie Eenheid CR LF Stabilisatieaanduiding [spatie] wanneer stabiel [?] wanneer stabiel [^] bij een fout (het bevel ins+ overschreden) [v] bij een fout (het bevel ins- overschreden) Teken [spatie] voor positieve of negatieve waarden Gewicht 9 tekens met uitlijning naar rechts Eenheid 3 tekens met uitlijning naar links AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

95 Bevelen voor afstandsbediening Retourmelding van de weegschaal nadat een bevel van afstandbediening wordt verstuurd: XX_A CR LF De instructie is goedgekeurd en wordt uitgevoerd XX_I CR LF De instructie werd ontvangen, maar kan niet worden uitgevoerd XX_^ CR LF De instructie is goedgekeurd, maar het maximale bereik is overschreden XX_v CR LF De instructie is goedgekeurd, maar het minimale bereik is overschreden XX_E CR LF Een fout in de uitvoertijd, de tijd voor de stabiele weegwaarde is overschreden XX Naam instructie Bevel Spatie Stabilisatie bereik: Spatie Teken Gewicht Spatie Eenheid CR LF Instructie 1 3 Teken Stabilisatiesymbool [spatie] wanneer stabiel [?] wanneer stabiel [^] bij een fout (het bevel ins+ overschreden) [v] bij een fout (het bevel ins- overschreden) Teken [spatie] voor positieve of negatieve waarden Gewicht 9 tekens met uitlijning naar rechts Eenheid 3 tekens met uitlijning naar links 95 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

96 Lijst van bevelen voor afstandsbediening Bevel Z T OT UT S SI SU SUI C1 C0 CU1 CU0 PC Omschrijving Weegschaal op nul zetten Weegschaal tarreren Tarrawaarde invoeren Tarra instellen Het stabiele resultaat in standaard weegeenheid doorsturen Het resultaat in standaard weegeenheid doorsturen Het resultaat in de actuele weegeenheid doorsturen Het resultaat onmiddellijk in de actuele weegeenheid doorsturen Ononderbroken gegevensafdruk in standaard weegeenheid aanzetten Ononderbroken gegevensafdruk in standaard weegeenheid uitzetten Ononderbroken gegevensafdruk in de actuele weegeenheid aanzetten Ononderbroken gegevensafdruk in de actuele weegeenheid uitzetten Alle geïmplementeerde bevelen doorsturen Elk bevel moet met de tekens CR LF worden afgerond. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

97 17 Aansluiten van randapparatuur In de menupunt P4 APPARATUUR kan de instelling voor randapparatuur als volgt worden ingevoerd: Instellingen voor aansluiting aan de computer De menupunt P4 APPARATUUR kiezen en de menupunt P4.1 COMPUTER instellen. De poort kiezen waaraan de computer wordt aangesloten. De poortkeuze bevestigen door de toets PRINT te drukken en met de toets UNIT terug naar de weegmodus gaan. Mogelijke poorten: COM 1 of COM 2: interfaces RS232 USB type B USB-poort WIFI-verbinding De aansluiting aan de printer instellen De menupunt P4 APPARATUUR kiezen en de menupunt P4.1 PRINTER instellen. De poort kiezen waaraan de printer wordt aangesloten. De poortkeuze bevestigen door de toets PRINT te drukken en met de toets UNIT terug naar de weegmodus gaan. Mogelijke poorten: COM 1 of COM 2: interfaces RS AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

98 17.1 Uitdraai-instellingen Voorbeelden van afdrukken Stabiele weegwaarde g Instabiele weegwaarde? g Negatieve weegwaarde g Positieve weegwaarde g Overbelasting ^ Percentagebepaling 24.9 % Stuks tellen 10 pcs AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

99 Het kalibratieprotocol instellen De onderstaande instellingen kunnen worden geactiveerd door de instelling JA te kiezen (worden geprint) of gedeactiveerd door de instelling NEE te kiezen (worden niet geprint). Voorbeeld van het kalibratieprotocol: De menupunt P5.1 kiezen en de gewenste instellingen invoeren. Voorbeeld van het kalibratieprotocol: P5.1.1 PROJECT Projectnaam invoeren; maximaal 16 tekens P5.1.2 SOORT KALIBRATIE JA De soort kalibratie printen P5.1.3 GEBRUIKER JA De gebruikersnaam printen P5.1.4 PROJECT JA Projectnaam printen (zie P ) P5.1.5 DATUM JA Kalibratiedatum printen P5.1.6 TIJD JA Kalibratietijd printen P5.1.7 WEEGSCHAALIDENTIFICATIE JA Het serienummer van de weegschaal printen P5.1.8 KALIBRATIEVERSCHIL JA Het verschil tussen het actuele en laatst gebruikte kalibratiegewicht printen P5.1.9 STREEP JA De lijn tussen de datum en de handtekening printen P HANDTEKENING JA Het veld voor handtekening van de uitvoerende persoon printen Voorbeeld van de afdruk van het kalibratieprotocol: Kalibratieprotocol Soort kalibratie extern Gebruiker Kern Project Datum Tijd 9:54:39 Weegschaalidentificatie Kalibratieverschil -0.2 g Handtekening.. 99 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

100 Koptekst instellen De menupunt P5.2 kiezen en de gewenste instellingen invoeren. Voorbeeld van geprinte koptekst: P5.2.1 STREEP JA De lijn printen P5.2.2 BEDRIJFSMODUS JA De naam bedrijfsmodus printen P5.2.3 DATUM JA De datum in koptekst printen P5.2.4 TIJD JA De tijd in de koptekst printen P5.2.5 WEEGSCHAALTYPE JA Het type weegschaal printen P5.2.6 WEEGSCHAALIDENTIFICAT JA Het serienummer printen IE P5.2.7 GEBRUIKER JA De naam van de ingelogde gebruiker printen P5.2.8 PRODUCT JA De naam van het actueel gekozen product printen P5.2.9 VARIABELE 1 JA De naam van de variabele 1 printen P VARIABELE 2 JA De naam van de variabele 2 printen P LEGE LIJN JA De lege scheidingslijn printen P KALIRBATIEPROTOCOL JA Het protocol van de laatste kalibratie printen P BIJZONDERE AFDRUK GEEN BIJZONDERE AFDRUK 1 BIJZONDERE AFDRUK 2 BIJZONDERE AFDRUK 3 BIJZONDERE AFDRUK 4 Een van de vier bijzondere afdrukken in de koptekst plaatsen Voorbeeld van geprinte koptekst: Bedrijfsmodus wegen Gebruiker Kern Datum Tijd 9:54:39 Weegschaalidentificatie AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

101 Het meetresultaat printen Hier kunnen instellingen worden ingevoerd die op de afdruk van het meetresultaat zichtbaar worden. De menupunt P5.3 DPL-AFDRUK kiezen en de gewenste instellingen invoeren. Voorbeeld: P5.3.1 DATUM JA Meetdatum afdrukken P5.3.2 TIJD JA Meettijd afdrukken P5.3.3 GEBRUIKER JA De naam van de ingelogde gebruiker printen P5.3.4 PRODUCT JA De naam van het gewogen product afdrukken P5.3.5 VARIABELE 1 JA De variabele waarde 1 afdrukken P5.3.6 VARIABELE 1 JA De variabele waarde 2 afdrukken P5.3.7 TARRA JA De tarrawaarde afdrukken P5.3.8 BRUTO JA De bruto waarde afdrukken P5.3.9 ACTUEEL RESULTAAT JA Het netto gewicht in de actuele weegeenheid printen P KALIRBATIEPROTOCOL JA Het protocol van de laatste kalibratie printen P LEGE LIJN JA De lege scheidingslijn printen P BIJZONDERE AFDRUK GEEN BIJZONDERE AFDRUK 1 BIJZONDERE AFDRUK 2 BIJZONDERE AFDRUK 3 BIJZONDERE AFDRUK 4 Een van de vier bijzondere afdrukken in de koptekst plaatsen Voorbeeld van een afdruk: Datum Tijd 9:54:39 Gebruiker Kern Product bloem Tarra 1000 g Bruto 2000 g Actueel resultaat 2000 g De voettekst instellen Hier kunnen de instellingen worden ingevoerd die in de voettekst worden geprint. De menupunt P5.3 kiezen en de gewenste instellingen invoeren. 101 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

102 18 Gegevensbank De software van de weegschaal bevat drie gegevensbanken met bewerkingmogelijkheid (GEBRUIKERS, PRODUCTEN en TARRA S) en twee gegevensbanken (WEGEN en ALIBI) waar alle metingen worden opgeslagen. Het volumen van de gegevensbank: GEBRUIKER PRODUCTEN TARRA S WEGINGEN ALIBI 10 verschillende gebruikers 1000 verschillende producten 10 verschillende verpakkingsgewichten 1000 metingen metingen Navigatie in de gegevensbanken GEBRUIKERS, PRODUCTEN en TARRA S: Gekozen inschrijving in gegevensbank wissen Nieuwe inschrijving in de gegevensbank toevoegen 18.1 Gegevensbank GEBRUIKERS Voor elke gebruiker kunnen de volgende gegevens worden ingevoerd: NAAM (30 tekens), CODE (6 tekens) WACHTWOORD (8 tekens, enkel cijfers) BEVOEGDHEDEN (GEBRUIKER, GEAVANCEERDE GEBRUIKER, BEHEERDER) TAAL (elke taal die in de weegschaal toegankelijk is) Bevoegdhedenniveaus: De software heeft drie bevoegdhedenniveaus (zie hoofdstuk 10.2) Gebruikersnaam invoeren AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

103 De blinkende instelling N verschijnt. Met de navigatietoetsen de gebruikersnaam invoeren. De gebruikersnaam is ingevoerd. Nadat de gebruikersnaam wordt ingevoerd, dienen verdere gegevens van de gebruiker te worden ingevoerd. De gebruikerscode invoert (max. 8 tekens, enkel cijfers) Een kleine streep verschijnt. Met de navigatietoetsen de cijfercode van 6 tekens invoeren en met de toets PRINT bevestigen. Gegevens betreffende de bevoegdhedenniveaus, zie hoofdstuk De code van deze gebruiker verschijnt in de gegevensbank. Gegevens betreffende de bevoegdhedenniveaus. 103 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

104 Gebruikerswachtwoord toevoegen (max. 8 tekens) Een kleine, blinkende streep verschijnt. Met de navigatietoetsen het wachtwoord invoeren en met de toets PRINT bevestigen. Het wachtwoord van deze gebruiker verschijnt in de gegevensbank. De bevoegdheden van de gebruiker instellen De blinkende gebruikersnaam verschijnt. Met de navigatietoetsen de gewenste bevoegdheid invoeren en met de toets PRINT bevestigen. Verdere informatie betreffende de bevoegdheden, zie hoofdstuk Aan de gebruiker worden de beheerderbevoegdheden toegeschreven. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

105 Keuze van de menutaal voor de gebruiker De blinkende naam van de laatst ingestelde taal verschijnt. Met de navigatietoetsen de gewenste taal kiezen en met de toets PRINT bevestigen. De taal is aan de gebruiker toegeschreven. Nadat alle gegevens worden ingevoerd, met de toets UNIT naar de weegmodus terugkeren. Gebruikerskeuze, zie hoofdstuk In-/uitloggen. Een gebruiker verwijderen De menupunt b4.1 als bovenaan omschreven kiezen. Met de navigatietoetsen de gebruiker kiezen die verwijderd zal worden. De melding VERWIJDEREN? verschijnt. Met de toets PRINT bevestigen. De gebruiker is daarmee verwijderd. Nadat alle gegevens worden ingevoerd, met de toets UNIT naar de weegmodus terugkeren. 105 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

106 18.2 Gegevensbank PRODUCTEN In de gegevensbank van de producten kunnen 1000 producten worden opgeslagen. Voor elk product kunnen de volgende gegevens worden gevormd: NAAM (30 tekens) CODE (6 tekens) EAN (16 tekens) GEWICHT TARRA MIN MAX TOLERANTIE Met de nauwkeurigheid van de elementaire schaal d van de weegschaal Gewicht van de productverpakking, met de nauwkeurigheid van de elementaire schaal d van de weegschaal Onderste drempel voor de bedrijfsmodus CONTROLEWEGING, ingevoerd met de nauwkeurigheid van de elementaire schaal d van de weegschaal Bovenste drempel voor de bedrijfsmodus CONTROLEWEGING, ingevoerd met de nauwkeurigheid van de elementaire schaal d van de weegschaal Tolerantiedrempels +/- voor de bedrijfsmodus DOSEREN, invoer als % van het doelgewicht Een product toevoegen en de productnaam toekennen De laatste instelling verschijnt. De naam NIEUW verschijnt. De letter N blinkt. Met de navigatietoetsen de productnaam invoeren en met de toets PRINT bevestigen. Het nieuwe product met de naam is in de gegevensbank opgeslagen. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

107 De productcode invoeren De menupunt b CODE kiezen. Het blinkende spatieteken verschijnt. Met de navigatietoetsen de gewenste productcode invoeren en met de toets PRINT bevestigen. De code CODE die aan het product is toegeschreven, verschijnt. De EAN-code (barcode) van het product invoeren De menupunt b EAN kiezen. Het blinkende spatieteken verschijnt. Met de navigatietoetsen de gewenste barcode invoeren en met de toets PRINT bevestigen. De barcode die aan het product is toegeschreven, verschijnt. Het productgewicht invoeren De menupunt b GEIWCHT kiezen. De waarde verschijnt. Met de navigatietoetsen het productgewicht invoeren en met de toets PRINT bevestigen. De waarde GEWICHT g die aan het product is toegeschreven, verschijnt. Het tarragewicht van de verpakking van het product invoeren De menupunt b TARRA kiezen. De waarde verschijnt. Met de navigatietoetsen het gewicht van de productverpakking invoeren en met de toets PRINT bevestigen. De waarde TARRA g die aan het product is toegeschreven, verschijnt. 107 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

108 De onderste grenswaarde bij controleweging invoeren De menupunt b MIN kiezen. De waarde verschijnt. Met de navigatietoetsen de onderste grenswaarde invoeren en met de toets PRINT bevestigen. De waarde MIN g die aan het product is toegeschreven, verschijnt. De bovenste grenswaarde bij controleweging invoeren De menupunt b MAX kiezen. De waarde verschijnt. Met de navigatietoetsen de bovenste grenswaarde invoeren en met de toets PRINT bevestigen. De waarde MAX g die aan het product is toegeschreven, verschijnt. De drempelwaarde bij doseren invoeren De menupunt b MAX kiezen. De waarde verschijnt. Met de navigatietoetsen de drempelwaarde invoeren en met de toets PRINT bevestigen. De waarde TOLERANTIE g die aan het product is toegeschreven, verschijnt. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

109 18.3 Gegevensbank TARRA S Hier kunnen 10 verschillende verpakkingsgewichten worden opgeslagen. Aan elke verpakking kunnen de volgende gegevens worden toegeschreven NAAM (30 tekens) TARRA Gewicht van de productverpakking, met de nauwkeurigheid van de elementaire schaal d van de weegschaal De verpakkingsnaam invoeren De laatste instelling verschijnt. De naam NIEUW verschijnt, de letter n blinkt. Met de navigatietoetsen de verpakkingsnaam invoeren en met de toets PRINT bevestigen. Het nieuwe product met de naam is in de gegevensbank opgeslagen. Nu kan gelijk het verpakkingsgewicht worden ingevoerd. Het verpakkingsgewicht invoeren Met de navigatietoetsen het tarragewicht invoeren en met de toets PRINT bevestigen. De waarde van het verpakkingsgewicht is opgeslagen. 109 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

110 18.4 Gegevensbank WEGINGEN Deze gegevensbank kan niet worden bewerkt, d.w.z. de meetgegevens worden hier automatische opgeslagen. De gegevens mogen enkel worden geraadpleegd, op een printer geprint of naar een extern USB-geheugen worden verstuurd. De software van de weegschaal maakt het mogelijk om tot 1000 metingen op te slaan. Nadat de toets PRINT wordt gedrukt, worden de weeggegevens automatisch in de gegevensbank opgeslagen. Meetdatum Meettijd Meetresultaat (gewicht) Waarde van de gebruikte tarra Naam van het gewogen product De persoon die de meting uitvoert (ingelogde gebruiker) Bedrijfsmodus waarin de meting werd uitgevoerd De waarde van variabelen 1 en 2 Nadat de meting 1001 wordt opgeslagen, wordt de meting 1 automatisch overgeschreven. De meetresultaten in de gegevensbank WEGING kunnen niet worden gewist. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

111 De meting in de gegevensbank WEGING opslaan 1 Metingnummer: Formaat: b4.4n N = Metingnummer 2 Meetdatum 3 Meettijd Met de navigatietoetsen naar de volgende opgeslagen meting gaan. De volgende metinggegevens kunnen met de toets F worden opgevraagd. (Meetdatum) (Meettijd) (Meetgewicht) (Tarrawaarde van de verpakking) 111 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

112 (Productnaam van de meting) (Naam ingelogde gebruiker die de meting heeft uitgevoerd) (Gekozen bedrijfsmodus waarin de meting werd uitgevoerd) (Ingestelde variabelen) (Meetafdruk) Nadat een optionele printer wordt aangesloten, kunnen de gegevens door het drukken van de toets PRINT worden gedrukt. De zo geprinte gegevens zijn afhankelijk van de instellingen van het DPL-protocol (zie hoofdstuk 15). De gegevens waarvoor in de instellingen de optie JA is gekozen, worden geprint. Voorbeeld van een afdruk: Datum Tijd 12:48:55 Gebruiker Kern Product bloem g Kalibratieprotocol Soort kalibratie extern Gebruiker Kern Datum Tijd 9:54:39 Weegschaalidentificatie Kalibratieverschil -0.2 g Handtekening. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

113 18.5 ALIBI-geheugen In de weegschaal is het mogelijk om tot metingen op te slaan. De metingen worden automatisch opgeslagen elke keer nadat de toets PRINT worden gedrukt. Buiten de meting worden ook andere gegevens opgeslagen: Meetdatum Meettijd Meetresultaat (gewicht) Tarrawaarde Ingelogde gebruiker Naam van het gewogen product Nadat de meting wordt opgeslagen, wordt de meting nummer 1 gewist. De metingen in het ALIBI-geheugen kunnen niet worden gewist. 1 Metingnummer: Formaat: b4.5n N = Metingnummer 2 Meetdatum 3 Meettijd De juiste parameters kunnen worden opgevraagd zoals bovenaan omschreven (hoofdstuk 18.4). Nadat de menupunt b wordt gekozen en een optionele printer wordt aangesloten, kunnen de gegevens door het drukken van de toets PRINT worden gedrukt. (Afhankelijk van de instellingen gekozen voor het DPL-protocol, hoofdstuk 15). 113 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

114 18.6 Gegevensbanken exporteren en importeren De software van de weegschaal maakt het mogelijk om: De gegevensbanken PRODUCTEN en TARRA S tussen twee weegschalen van dezelfde serie te kopiëren. Dit proces van uitsluitend met de USB-poort worden doorgevoerd. Daarvoor dient aan de USB-poort A een USB-geheuegen te worden ingezet. Het USB-geheugen wordt automatisch door de weegschaal herkend. Op de display verschijnt de melding van gegevensimport/-export. EXPORT van gegevens IMPORT van gegevens AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

115 Export van gegevens EXPORT kiezen. Het is mogelijk om de volgende functies te kiezen: IE 1.1 IE 1.2 IE 1.3 IE 1.4 IE 1.5 IE 1.6 IE 1.7 Export van ALLE GEGEVENSBANKEN Export van de gegevensbank GEBRUIKERS Export van de gegevensbank PRODUCTEN Export van de gegevensbank TARRA S Export van de gegevensbank WEGINGEN Export van de gegevens opgeslagen in het ALIBI-geheugen Export van de gebruikersparameters Nadat de optie ALLE GEGEVENSBANKEN wordt gekozen, worden de bestanden met de juiste namen in het USB-geheugen opgelsagen. De bestanden hebben specifieke extensies en zijn gecodeerd. Ze zijn niet voor de standaard software zichtbaar. De gegevens van de gegevensbanken ALIBI en WEGINGEN kunnen niet worden geïmporteerd. De gegevens van de gegevensbanken PRODUCTEN, GEBRUIKERS EN TARRA S kunnen worden afgelezen. Import van gegevens Dankzij de functie IMPORT is het mogelijk om de gegevens tussen de weegschalen door te sturen. Om de gegevens naar de USB-poort type A te importeren, het USB-geheugen inzetten. 115 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

116 IMPORT kiezen. IE 2.1 IE 2.2 IE 2.3 IE 2.4 IE 2.5 Import van ALLE GEGEVENSBANKEN Import van de gegevensbank GEBRUIKERS Import van de gegevensbank PRODUCTEN Import van de gegevensbank TARRA S Import van de gebruikersparameters De gegevens van de gegevensbanken ALIBI en WEGINGEN kunnen niet worden geïmporteerd. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

117 19 Onderhoud, behouden van werkprestatie, verwijderen Voordat met alle werkzaamheden wordt gestart verbonden met onderhoud, reinigen en reparatie, dient het toestel van de bedrijfsspanning te worden ontkoppeld Reinigen Men dient geen agressieve reinigingsmiddelen te gebruiken (oplosmiddelen, e.d.) maar het apparaat enkel met een doekje reinigen met lichte zeeploog. De vloeistof mag niet in het apparaat binnendringen. Met een droog, zacht doekje droog vegen. Losse monsterrestanten / poeder kan men voorzichtig met een kwast of handstofzuiger verwijderen. Verstrooid gewogen materiaal onmiddellijk verwijderen Onderhoud, behouden van werkprestatie Het toestel mag enkel door geschoolde en door de firma KERN gekeurde medewerkers worden bediend en onderhouden. De weegschaal regelmatig kalibreren, zie hoofdstuk Toezicht over controlemiddelen Verwijderen Verpakking en toestel dienen conform de landelijke of regionale wetgeving geldig op de gebruikslocatie van het toestel te worden verwijderd. 117 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

118 21 Hulp bij kleine storingen Mogelijke foutoorzaken: Bij storingen van programmaloop dient de weegschaal kort te worden uitgeschakeld en van netwerk gescheiden. Vervolgens het weegproces opnieuw starten. Storing Gewichtsaanduiding brandt niet. Gewichtsaanduiding verandert continu. Weegresultaat is duidelijk foutief. Automatische kalibratie vaak uitgevoerd. Geen gegevenstransmissie tussen de printer en de weegschaal. Geen mogelijkheid om de menu-instellingen te wijzigen. Mogelijke oorzaak De weegschaal staat niet aan. Onderbroken verbinding met het netwerk (voedingskabel niet aangesloten/ beschadigd). Gebrek aan netwerkspanning. Tocht/luchtbeweging Tafel-/grondvibratie. Het weegschaalplateau is in contact met vreemde lichamen. Elektromagnetische velden/statische ladingen (andere instellingplaats voor de weegschaal kiezen indien mogelijk het toestel uitzetten dat storingen veroorzaakt). Weegschaalaflezing is niet op nul gezet Onjuiste kalibratie. De weegschaal niet effen geplaatst. Grote temperatuurschommelingen. Elektromagnetische velden/statische ladingen (andere instellingplaats voor de weegschaal kiezen indien mogelijk het toestel uitzetten dat storingen veroorzaakt). Grote temperatuurschommelingen in de ruimte of in het toestel. Foutieve communicatie-instelling. Bij modellen met typetoelating is deze menupunt geblokkeerd. AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl

119 21.1 Foutmeldingen Er1 Hi Er2 null Er3 FuL1 Er4 FuL2 Er5 rout Er7 tout Er8 outr Er9 Lock Er10 cal Fout van het begingewicht Waarde onder het toegelaten bereik Waarde boven het toegelaten bereik Weegbereik overschreden Waarde buiten het toegelaten bereik bv. tarrawaarde 0, Referentiewaarde = 0 De uitzettijd was te kort Ingevoerde gegevens buiten bereik bv. bij de tolerantiecontrole: de bovenste grenswaarde kleiner dan de onderste Functie geblokkeerd Kalibratiefout (bv. foutief kalibratiegewicht) 119 AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl-1412

120 22 Conformiteitverklaring EG-Konformitätserklärung EC- Déclaration de conformité EC-Dichiarazione di conformità EC- Declaração de conformidade Deklaracja zgodności WE D Konformitätserklärung GB Declaration of conformity CZ Prohlášení o shode E Declaración de conformidad F Déclaration de conformité I Dichiarazione di conformitá NL Conformiteitverklaring P Declaração de conformidade PL Deklaracja zgodności RUS Заявление о соответствии KERN & Sohn GmbH D Balingen-Frommern Postfach info@kern-sohn.de Conformiteitverklaring Tel.: 0049-[0] Faks: 0049-[0] Internet: EC-Declaration of -Conformity EC-Declaración de Conformidad EC-Conformiteitverklaring EC- Prohlášení o shode EC-Заявление о соответствии Wir erklären hiermit, dass das Produkt, auf das sich diese Erklärung bezieht, mit den nachstehenden Normen übereinstimmt. We hereby declare that the product to which this declaration refers conforms with the following standards. Tímto prohlašujeme, že výrobek, kterého se toto prohlášení týká, je v souladu s níže uvedenými normami. Manifestamos en la presente que el producto al que se refiere esta declaración está de acuerdo con las normas siguientes Nous déclarons avec cela responsabilité que le produit, auquel se rapporte la présente déclaration, est conforme aux normes citées ci-après. Dichiariamo con ciò che il prodotto al quale la presente dichiarazione si riferisce è conforme alle norme di seguito citate. Wij verklaren hiermede dat het product, waarop deze verklaring betrekking heeft, met de hierna vermelde normen overeenstemt. Declaramos por meio da presente que o produto no qual se refere esta declaração, corresponde às normas seguintes. Niniejszym oświadczamy, że produkt, którego niniejsze oświadczenie dotyczy, jest zgodny z poniższymi normami. Мы заявляем, что продукт, к которому относится данная декларация, соответствует перечисленным ниже нормам. Elektronische weegschaal: KERN AEJ_C / AES_C / PLJ-C EG-Richtlijn Normen 2004/108/EG EN : /95/EG EN Datum Date Plaats van uitgave Place of issue Podpis Signature Balingen Albert Sauter KERN & Sohn GmbH Uitvoerend directeur Managing director KERN & Sohn GmbH, Ziegelei 1, D Balingen, Tel. +49-[0]7433/ Fax +49-[0]7433/ , info@kern-sohn.com, Internet: AEJ-C/AES-C/PLJ-C-BA-nl