Opdrachten boekje weidevogelspeurders. Dit opdrachtenboekje is van: Naam: School/vogelwacht: Groep: In fleanende takomst!

Transcriptie

1 Opdrachten boekje weidevogelspeurders Dit enboekje is van: Naam: School/vogelwacht: 1 Groep: In fleanende takomst!

2 Hoe werkt dit boekje Dit boekje bestaat uit 20 en, die je natuurlijk niet allemaal hoeft te doen. Lekker genieten in ús prachtige Fryske Frije Fjild, inspiratie delen met Fjildminsken, daar gaat het om! Trouwens na afloop wel polsstokspringen... 2

3 Vogels tellen 1 Tel alle vogels die je ziet en zet voor elke vogel een streepje onder het juiste plaatje hieronder. Voor je dit inlevert: tel bij elke vogel de streepjes op. Vraag: Welke vogel zag je het meest? : de reiger scholekster tureluur wilde eend kievit meerkoet zwarte kraai grutto 3

4 Van wie is dit nest? 2 Zoek de nesten in dit weiland op. Vul in: Eieren Hoe ziet nest eruit Nr.: Naam vogel: Kleur: Hoeveel: stro erin: Verscholen: 1 ja / nee ja / nee 2 ja / nee ja / nee 3 ja / nee ja / nee 4 ja / nee ja / nee 5 ja / nee ja / nee Tip: bekijk de nestkaart Vragen: Waarvoor die spikkels op de eieren: De eend heeft geen spikkels, hoe lost die het op: 4

5 Waar wonen de weidevogels? 3 Weidevogels hebben rust en ruimte nodig. Bekijk de tekening hieronder. Kijk nu goed om je heen en vergelijk: wat is er hier wel, wat is er niet. Vul in: Wat zie je hier wel: maak dié hokjes hieronder zwart. bomen open ruimte kort gras boerderij hek lang gras sloot windmolen paal greppel weidelandschap Vraag: Is het weiland waar je bent, wel geschikt voor weidevogels, Denk aan: Is het er veilig: ja / nee? Is er eten: ja / nee? Een plekje om te broeden: ja / nee? 5

6 Stokvogels 4 Prik de vogels om je heen in de grond en ga er es lekker bij zitten. Vind jij ze ook mooi? Zo groot zijn ze echt. Hoe heten ze? Vul in: Nr.: Naam vogel: Nr.: Naam vogel: Nr.: Naam vogel: Kies: kievit, grutto, tureluur, scholekster, leeuwerik, wilde eend, kraai, torenvalk, waterhoen. Waar zijn ze graag? Schrijf de namen van de vogels in het goede vakje: in en bij de sloot: in/bij bomen: open veld, kort gras: open veld, lang gras: Tip: Waar horen de vogels? Let op: het eten, nest en of het er veilig is. Vragen, waarom: Wil de grutto in lang gras: Heeft de kraai bomen nodig: Heeft de kievit kort gras of maïsland nodig: Zie je een eend vaak in/bij de sloot: Is het nest van de waterhoen zo goed verstopt: 6

7 Hoe pas je op weidevogels 5 Opdracht bij maaien : Hier vlakbij ligt een nest. Zoek het op. De boer wil het weiland maaien. Wat gebeurt er dan met de eieren, Vul in: Beschermen van het nest: Praat met jouw groepje hoe je het nest beschermt. En doe dat. Schrijf hieronder op wat je deed: Opdracht bij vee komt in het land : De boer wil koeien in dit land. Hoe komt het met het nest? Beschermen van het nest: Praat met jouw groepje wat je gaat doen. En doe dat. Schrijf hieronder op wat je deed: Vraag: Durft de vogel wel weer op het nest te gaan? Hoe kun je hem helpen? Leg nu de stokken en de nestbeschermer weer terug bij het enbordje. 7

8 Vijanden van weidevogels 6 Toelichting: Weidevogel-eieren zijn erg kwetsbaar, omdat ze in een open nest op de grond liggen. Ze gaan vaak stuk of worden opgegeten. Gelukkig komen veel eieren wel uit! Dat kun je herkennen. Kijk maar. Tip:Gebruik de zoekkaart verliesoorzaken. Opdracht: Zoek in de buurt van dit bordje de nesten op, (4 stuks). Zijn de eieren uitgekomen, geroofd, stuk geraakt, of? Vul hieronder in: Nest nr. 1: De eieren zijn uitgekomen: ja/nee Zo nee, wat is er gebeurd: Nest nr. 2: De eieren zijn uitgekomen: ja/nee Zo nee, wat is er gebeurd: Nest nr. 3: De eieren zijn uitgekomen: ja/nee Zo nee, wat is er gebeurd: Nest nr. 4: De eieren zijn uitgekomen: ja/nee Zo nee, wat is er gebeurd: 8

9 Weidevogels eten ook I 7 Opdracht: waar eten ze Zoek eten voor weidevogels (bodemdiertjes) en doe de diertjes in het lege potje; Net zoveel, tot de weegschaal in evenwicht is (in het andere potje zit een half suikerklontje); Tip: Waar verwacht je voedsel (diertjes) te vinden, bv. bij slootkanten of in koeienvlaaien. Zoek daar! Opdracht: wat eten ze Leg de beestjes uit het potje op het witte schaaltje; Schrijf de namen hieronder op: nr. 1: Teken hieronder één diertje, nr. 2: de naam is: nr. 3: nr. 4: nr. 5: nr. 6:...:...: Tip: Gebruik de Zoekkaart Bodemdieren en het Loupepotje. Vragen: Waarom komen wormen boven als je trappelt: Waar vond je de meeste diertjes: bij/in: De grutto legt 4 grote eieren, waarom eet de grutto wormen en geen vliegjes? 9

10 Weidevogels eten ook II 8 Hoe pakt de kievit/grutto zijn voedsel? Vergelijk de snavels van kievit en grutto. Teken ze na. kievitsnavel: gruttosnavel: Welke vogels en dus welke snavels zie je om je heen: van: en en Wat doet de vogel met de snavel, volg hem 5 minuten: De vogel doet: Zet streepje als je het ziet: Prikt in grond Pikt naar diertjes boven de grond Slobbert in de sloot Roept Poetst de veren Hakt en houwt Kleppert Een jonge grutto eet insecten: kleine vliegjes. Probeer één insect te vangen met het zuigpotje en bekijk het. Vraag: De grutto heeft een lange snavel en de kievit een korte, waarom is dat handig voor beide? Mijn verhaal: 10

11 De wormenbak 9 Opdracht: Welke diertjes zie je in de wormenbak: Ik zie: Noem verschillen tussen beide helften van de bak: geef verschil aan: linkerhelft: rechterhelft: alleen modder of ook: veel water: veel wormen: waar zitten de wormen: Vragen: Wat gebeurt er met de bladeren (strorijke mest) in de wormenbak: Wat eet een worm: Wat eet een kievit: Dus, waarom is strorijke mest geschikt voor de kievit en grutto: Waarom is een hoog waterpeil belangrijk voor de kievit en grutto: Teken een worm: (let op bijzonderheden, zoals de borstels) 11

12 De koeienvlaai 10 Opdracht / vragen: Zoek een koeienvlaai op, Zie je ook diertjes boven de vlaai: ja / nee? Bij ja: zijn het dikke, bruine vliegen: ja / nee? Deze vliegen heten: Keer de vlaai om en roer er met een stok in, (lekker vies hé). Zie je nu ook diertjes: ja / nee? Hoeveel soorten: soorten. noem van één diertje: (teken hem hier:) aantal pootjes: vleugels: wel / niet welke weidevogels lusten hem: + Is de koeienvlaai ook geschikt om er een nest in te maken voor: - de scholekster ja / nee? - de grutto: ja / nee? - bij nee, waarom niet De koeienvlaai is belangrijk voor weidevogels: ja/nee. Bij ja, waarom dan wel: Hoe vind je deze eigenlijk: Tip: Een koeienvlaai bemest het land, gras groeit sneller. Tegelijk komen er ook open plekken in het land en dat geeft kansen voor? 12

13 Wat doet een vogel 11 Opdracht: Ga rustig achter een hek zitten. Heb nu even geduld, dan wordt het leuk, de vogels komen terug!! Gebruik ook de verrekijker. Kies een vogel en volg deze 10 minuten! Wat doet hij: zet steeds streepjes bij wat hij doet: Zet een kruisje bij wat de vogel doet: Bewegen: lopen staan/zitten vliegen poetsen Eten: zoeken pikken Iets met andere vogel: vechten wegjagen opzoeken Geluid: zingen roepen Nest en eieren: nest maken broeden Naam van de vogel: Wat deed de vogel het meest: (zie aantal streepjes) 13

14 Kievit, verschil man / vrouw 12 Opdracht: Teken de verschillen in de beide schetsen: Schets mannetje ( âld hij ) Vrouwtje ( wyfke ) Opdracht: Benoem de verschillen tussen mannetje en vrouwtje: Let op: De âld hij : It wyfke : de kuif: hals: kleur vleugels: het vliegen: nest maken: duikelvlucht: Vraag: Ken je ook van andere weidevogels het verschil tussen man en vrouw: Soort: Verschil: Soort: Verschil: Soort: Verschil: 14

15 Horen en zien 13 Opdracht horen: Ga 4 minuten lang stil luisteren bij het hek. Schrijf op wat je hoort: vul namen in: vogels: andere dieren: motors van: andere geluiden: Opdracht zien: Ga op de grond liggen en kijk omhoog. Volg één wolk. De wolk lijkt wel een beetje op: (vul in:) Kijk om je heen. Ik zie kerktorens van de dorpen/steden: Teken hieronder de hele horizon, rondom dus: 15

16 Sporen 14 Zoek sporen : iets van een dier of iets dat opvalt Wat heb je gevonden. Noteer: Ja / nee: Teken één: Welk dier: Voetafdrukken: Nesten: Dode dieren: Veren: Poepjes : Of: Machines: : 16

17 Veren 15 Pak de veren uit het doosje (of zoek veren op). Leg de veren, die dezelfde vorm hebben, bij elkaar. (Let even niet op de kleur.) Hoeveel groepjes heb jij? groepjes. Tip: Hieronder zie je dat er 4 groepen zijn te maken Soort: Slagpennen Staartveren Dekveren Donsveren Wat doet de om de huid om lekker vogel ermee: om te vliegen om te sturen te bedekken warm te blijven Vul in: Gevonden Ja / nee Ja / nee Ja / nee Ja / nee Pak een slagpen vast. Steek je arm recht vooruit. Draai nu snel een rondje. Wat merk je: Waar komt dat van: Tip: Zie plaatje hiernaast. De veer moet sterk en licht zijn. Opdracht: Nu kijken we naar de kleuren van de veren. Van welke vogels denk je veren gevonden te hebben:

18 Eenden en andere vogels langs / in het water De eend is een soort boot: hij hoort bij het water. De snavel van de eend lijkt wel een beetje een soort zeef. Opdracht: Teken hier een eend op het water: De poten: Vergelijk de poten van de eend (of meerkoet) met die van de grutto (of kievit). Het grootste verschil is: De snavel: De snavel van een eend is heel anders dan van een grutto. Vergelijk maar es. Het verschil is: Noem twee manieren van eten van eenden: én: Tip: Kijk naar het plaatje hiernaast 18

19 Bloeiend Gras en bloemen in de wei 17 Pluk verschillende soorten bloeiend gras. Schrijf de namen op: nr. 1: nr. 2: nr. 3: nr. 4: nr. 5: Een wei is niet alleen maar gras! Opdracht: Maak van het touw een cirkel die je in het gras legt. Ga op je knieën om deze cirkel heen zitten. Zoek zoveel mogelijk verschillende planten. Hoeveel verschillende planten hebben jullie gevonden? Namen: 1: 4: 7: 2: 5: 8: 3: 6: 9: soorten. Tip: Zie de bloemenkaart en vergelijk, de namen staan hierbij? Welke van de bloemen op de kaart kun je hier in de wei of bij de slootkant vinden? Namen: 1: 4: 7: 2: 5: 8: 3: 6: 9: Waarom zijn bloemrijke graslanden goed voor weidevogelkuikens? 19

20 Gesprek met de boer/vogelwacht 18 De weidevogels zijn te gast bij de boer, hoe gaat dat? We vragen het aan de boer of vogelwachter. vraag: antwoord: Liggen er ook nesten in het land? ja / nee Hoeveel nesten? stuks Van welke soorten? Hoe past u er op: (bij maaien:) (bij vee in het land:) Ziet u ook wel kuikens? Hoe past u daar op: Krijgt u ook hulp bij het beschermen van de weidevogels? Zo ja, wie helpt u dan? Denkt u dat er minder vogels zijn? Zo ja, waar komt dat van: ja / nee ja / nee ja / nee 20

21 vraag: Vindt u weidevogels belangrijk? omdat: antwoord: ja / nee Blijven weidevogels bij u? Hoe kunnen we weidevogels nog meer helpen. ja / nee Wat denkt u van: later maaien? waterpeil hoger? vee buiten plas/dras Mogen wij helpen bij beschermen? ja / nee 21

22 Mijn mening 19 We zijn heel benieuwd naar wat jij vindt. Opdracht: Geef antwoord op de volgende vragen: Wat vind ik: Van weidevogels Welke vind ik de mooiste Wat vind ik van deze middag De leukste : nr. omdat Ga ik weer naar weidevogels kijken Als er een Jeugdvogelwacht komt bij ons, word ik dan lid: ja / nee? Zo ja, wat zou ik graag doen in de natuur: en en Dit wil ik ook nog even kwijt! Ik vind: 22

23 Polsstokspringen 20 Hoe doe je dat.. zo maar over een sloot ljeppen?.. Kijk eerst maar eens hoe de anderen het doen Nooit gedaan, ga dan eerst over een greppel oefenen Lukt het over de greppel., nou dan naar de sloot Maar : Blijf droog En juf moet ook! 23

24 Deze weidevogelleskist en deze lesbrief is mede mogelijk gemaakt door de provincie Fryslân, BFVW en de commissie Educatie. Zie ook webside 24