ORDE VOOR DE DIENST VAN SCHRIFT EN TAFEL op zondag 6 mei 2018 in de Slangenburgse kerk. Thema: REDDING VIEREN

Transcriptie

1 ORDE VOOR DE DIENST VAN SCHRIFT EN TAFEL op zondag 6 mei 2018 in de Slangenburgse kerk Thema: REDDING VIEREN voorganger organist ds. Helma van Loon Theo Rougoor

2

3 Orgelspel (zie de zondagsbrief) VOORBEREIDING Welkomstwoord en mededelingen (ouderling van dienst) Kaarsen worden aangestoken Aanvangslied: LB 216 (de gemeente gaat staan) Stilte Bemoediging en groet V Onze hulp is de naam van de Heer, A die hemel en aarde gemaakt heeft. V Zijn genade en vrede is met ons allen. A Amen. (de gemeente gaat zitten) Inleiding Kyriegebed, na en we bidden : LB 301G Glorialied: LB 867 Gebed, afgesloten met LB 333 SCHRIFT Lezing OT: Genesis 8: 1-14 Toen dacht God weer aan Noach en aan alle wilde dieren en het vee bij hem in de ark. Op zijn bevel begon er een wind over de aarde te waaien, waardoor het water afnam. De bronnen van de oervloed en de sluizen van de hemel werden gesloten, zodat het ophield met regenen. Geleidelijk vloeide het water weg van de aarde; na honderdvijftig dagen begon het te zakken. Op de zeventiende dag van de zevende maand liep de ark vast op het Araratgebergte. Het water zakte voortdurend verder, en op de eerste dag van de tiende maand werden de toppen van de bergen zichtbaar. Na verloop van veertig dagen deed Noach het venster dat hij in de ark had aangebracht open en liet een raaf los. Deze bleef heen en weer vliegen 1

4 totdat de aarde droog was. Vervolgens liet hij een duif los om te zien of het water verder gedaald was. Maar de duif kon nergens een plekje vinden waar ze kon neerstrijken om te rusten en kwam bij hem terug in de ark, want overal op de aarde was nog water. Hij stak zijn hand uit, pakte haar en nam haar weer bij zich in de ark. Hij wachtte nog zeven dagen en liet de duif toen opnieuw los. Tegen de avond kwam ze bij hem terug met een jong olijfblad in haar snavel. Toen wist Noach dat het water op de aarde verder gedaald was. Weer wachtte hij zeven dagen en daarna liet hij de duif nogmaals los. Ze kwam niet meer bij hem terug. In het zeshonderdeerste jaar van Noachs leven, op de eerste dag van de eerste maand, was het water van de aarde verdwenen. Noach maakte het dak van de ark open en keek rond de aarde was drooggevallen. Op de zevenentwintigste dag van de tweede maand was de aarde droog. Lied: LB 635 (allen: 1 en 8; mannen: 2, 4 en 6; vrouwen: 3, 5 en 7) Evangelielezing: Johannes 15: 9-17 Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij heeft liefgehad. Blijf in mijn liefde: je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf. Dit zeg ik tegen jullie om je mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen zijn. Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad. Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg. Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb. Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie, en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Wat je de Vader in mijn naam vraagt, zal hij je geven. Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief. Lied: LB 320: 4 en 5 Preek Orgel Lied: LB 840 2

5 TOEWIJDING Gebeden Collecten: 1. diaconie; 2. kerk TAFEL Nodiging V Ik wens u allen vrede toe. A Vrede, ook voor u. V Laten wij denken aan God, die ons het leven heeft gegeven. A Onze gedachten zijn bij Hem. V Danken wij de Heer, onze God. A Hem komt alle dank toe. V Gezegend bent U, sterke en levende God, om Jezus Christus, uw geliefde Zoon, die voor ons de weg heeft vrijgemaakt naar licht en leven, een nieuwe morgen. Geen dood zullen wij meer vrezen, want door de kracht van uw liefde heeft Hij alles overwonnen. Zo gaat Hij ons voor en achter Hem schaart zich uw gemeente, samen met alle engelen en heiligen, heel dat mensenvolk dat U bezingt: LB 405: 1 V Gezegend bent U, sterke en levende God, om deze mens die, aan U gelijk, een dienstknecht geworden is, kwetsbaar en weerloos. Hij is uw weg gegaan ten einde toe, gegaan is Hij tot in de diepste duisternis, de duisternis van de dood. Maar zijn gebed heeft U verhoord, zijn leven, U hebt het gered, voorgoed. Hij is de eersteling van uw schepping. Gezegend bent U om Hem die op de avond dat Hij verraden werd, brood in zijn handen nam, U dankte, het brak en aan zijn vrienden gaf met de woorden: Neemt, eet, mijn lichaam, gebroken voor u. En na de maaltijd nam Hij de beker met wijn, dankte U opnieuw en reikte hem aan zijn vrienden met de woorden: Neemt, drinkt allen hieruit, deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, voor u vergoten tot vergeving van zonden. Blijft dit doen om Mij te gedenken. A Christus gestorven, Christus verrezen, Christus de levende liefde. 3

6 V Gezegend bent U, alvermogende God, nu wij Hem in dit brood en deze wijn gedenken. Hij is ons één en al, onze Redder, die bij U leeft in alle heerlijkheid. Zend dan uw heilige Geest over ons en over deze gaven, die wij hier delen, opdat wij mogen groeien tot de volheid die is in Hem, Jezus Christus, de Heer. En zend ons uit over heel de aarde, opdat zij door uw kracht en onze inzet worden zal tot een nieuwe schepping, een paradijs waar de mens zichzelf hervindt, een tuin die opbloeit, uw hemel tegemoet. Zo zegenen wij U, samen met allen die U liefhebben, heel uw gemeente, wereldwijd en hemelhoog, door Hem en met Hem en in Hem, Jezus, de Heer van alle leven, die ons heeft leren bidden: Onze Vader... Lied: De bekers zijn gevuld, A.C. Bronswijk (mel.: LB 756) 1 De bekers zijn gevuld, het brood tot delen klaar, waarin U zich onthult als gave, goed en waar. 2 Wij nemen dankbaar aan uw teken, als het woord, waarin wij God verstaan en Hij ons heeft verhoord. 3 Uw tafel schept een band, dwars door de werkelijkheid, met dromen van uw land en geur van eeuwigheid. 4 Gevoed door U, o Heer, met U als weggenoot, begroet ons, ommekeer: Vernieuwend morgenrood. Tijdens de rondgang zingen: Behoed mij, o God (Taizé) 4

7 Dankgebed Slotlied: LB 791: 1, 4, 5 en 6 (de gemeente gaat staan) Wegzending en zegen (afgesloten met een gezongen Amen ) Orgel Koffie, thee of limonade in de kring 5

8 De mens die ons beminde Maria de Groot De mens die ons beminde meer dan de trouwste vrinden die ons gegeven zijn, verzamelt ons in vrede. Wij staan hier aangetreden genodigden bij brood en wijn. Mens die ons als een moeder wil met haar lichaam voeden en ons te drinken geeft, maak ons zo sterk van binnen dat wij hem overwinnen die zich in ons genesteld heeft. Bevrijd van heersersmachten die in ons overnachten sinds onze kindertijd, zijn wij als open schalen waarin uw Geest kan dalen en woning vindt voor haar bereid. Wij delen in de vrede waarvoor zo heeft geleden de mens Jehosjoea die zich als brood liet breken. De wijn is ons het teken dat vrede vloeiend verder gaat.