Administratieve lasten in de uitzendbranche

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Administratieve lasten in de uitzendbranche"

Transcriptie

1 Administratieve lasten in de uitzendbranche drs. M. Jansen M.M.M. Linssen drs. C.J. van Uitert Zoetermeer, juni 2004

2 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM. EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with EIM. Quoting of numbers and/or text as an explanation or support in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM. EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections. 2

3 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Inleiding Aanleiding Doelen van het onderzoek Opzet en uitvoering van het onderzoek Opzet van de rapportage 13 2 Wat zijn administratieve lasten? Inzicht in de nalevingskosten van wet- en regelgeving Officiële definitie van administratieve lasten Kosten die tot administratieve lasten worden gerekend Het meten van de administratieve lasten 17 3 Informatieverplichtingen in de uitzendbranche Inleiding Overzicht van de geraamde administratieve lasten Werkprocessen en hun administratieve lasten Administratieve belasting van de uitzendbranche 40 4 Ontwikkelingen in wet- en regelgeving: gevolgen voor de uitzendbranche Inleiding Wetswijzigingen in de periode Het administratievelastenbeleid van het kabinet- Balkenende II Voorgenomen wet- en regelgeving Uitdaging voor de uitzendbranche en betrokken ministeries 57 Bijlagen I Uitgangspunten bij het meten van administratieve lasten 59 II Detailoverzicht administratieve lasten in de uitzendbranche 61 3

4

5 Samenvatting De administratieve lasten van bedrijven staan in het centrum van de politieke belangstelling. Het kabinet-balkenende II heeft zich voorgenomen om de administratieve lasten in de periode met 25 procent te reduceren. Het Ministerie van Financiën heeft de totale administratieve lasten voor het Nederlandse bedrijfsleven kort geleden geraamd op ruim 16 miljard per ultimo In de tweede helft van 2004 wordt Nederland weer voorzitter van de EU. Nederland wil de administratieve lasten voor bedrijven hoog op de Europese agenda zetten, vooral omdat gebleken is dat veel van deze lasten voor Nederlandse bedrijven hun oorsprong hebben in EU-regelgeving. De ABU, als belangrijke vertegenwoordiger van de uitzendbranche, heeft EIM gevraagd om de administratieve lasten voor uitzendondernemingen kwalitatief en kwantitatief in kaart te b rengen. Enerzijds om de omvang van deze lasten voor de sector te kunnen spiegelen aan die bij andere sectoren, anderzijds om na te gaan op welke wijze en vanuit welke wet- en regelgeving de uitzendsector wellicht onevenredig zwaar wordt getroffen. Administratieve lasten uitzendbranche 162 miljoen per jaar Administratieve lasten in de uitzendbranche De totale administratieve lasten in de uitzendbranche worden per ultimo 2002 door EIM geraamd op 162 miljoen per jaar. Van deze lasten vloeit 59% direct voort uit het kernproces van het uitzendbureau, 41% komt uit informatieverplichtingen die alle b e- drijven in Nederland moeten naleven. tabel 1 Totale administratieve lasten in de uitzendbranche eind 2002 Totale administratieve lasten* Gemiddeld per onderneming** Inschrijving van een kandidaat Plaatsen van een kandidaat Begeleiden en beheer van de uitzendkracht Overige verplichtingen Totaal * Afgerond op ** Hierbij is uitgegaan van ondernemingen 1 (bron: ABU), afgerond op 100. Het kernproces van een uitzendonderneming bestaat uit de eerste drie activiteiten die in tabel 1 zijn genoemd: inschrijven, plaatsen en het begeleiden en beheren van uitzendkrachten. Voor de branche zijn dit de bedrijfsactiviteiten waarmee de omzet gerealiseerd dient te worden. De informatieverplichtingen waaruit administratieve lasten voortvloeien zijn hierbij voor de uitzendbranche precies dezelfde als voor andere bedrijven met personeel in loondienst. 1 Het betreft hier alleen de geregistreerde, economisch actieve en bonafide uitzendondernemingen (zie ook RvB 2004). 5

6 Het begeleiden en beheren van de uitzendkracht brengt, van de dagelijkse werkzaamheden (het kernproces), met 45% de meeste administratieve lasten met zich mee. Het gaat hierbij om werkzaamheden rond de verloning, de facturering en de ziek- en betermeldingen. De werkzaamheden rond de plaatsing van de kandidaat zorgen voor 36% van de administratieve lasten van het kernproces en het inschrijven van de kandidaat brengt, binnen het kernproces, 19% van de administratieve lasten met zich mee. Belangrijke oorzaken voor de omvang van de administratieve lasten in de uitzendbranche zijn: de omvang van het aantal uitzendkrachten en de hoge mutatiegraad van uitzendkrachten (gemiddeld op jaarbasis: 1,3 miljoen inschrijvingen, 1,1 miljoen plaatsingen en 15,6 miljoen verloningen); het grote aantal wetswijzigingen en kleinere aanpassingen waarmee de uitzendbranche wordt geconfronteerd; het toepassen van een systeem van weekverloningen (in plaats van per maand of per periode van 4 weken) dat inherent is aan het gebruik maken van flexwerkers. De uitzendbranche heeft de administratie van het kernproces veelal goed geautomatiseerd. De keerzijde hiervan is dat elke wetswijziging een aanpassing van het geautomatiseerde systeem tot gevolg heeft, hetgeen telkens weer forse kosten met zich meebrengt. Bijna een derde van de uitzendkrachten behoort tot de doelgroepen ouderen, (gedeeltelijk) arbeidsgehandicapten, langdurig werklozen en etnische minderheden. De voor deze doelgroepen geldende subsidie- en fiscale regelingen zijn verwerkt in de geautomatiseerde systemen. Alle mogelijke uitzonderingen binnen het socialezekerheidsrecht en de fiscaliteit komen voor binnen de uitzendbranche en leiden dus tot hoge automatiseringskosten, maar de uitzendondernemingen kunnen na automatisering wel eenvoudig voldoen aan de wettelijke informatieverplichtingen omtrent de voor doelgroepen geldende subsidie- en fiscale regelingen. Lasten uitzendbranche bijna driemaal zo hoog als gemiddelde van alle bedrijven Vergelijking met andere sectoren De administratieve lasten in de uitzendbranche komen gemiddeld uit op bijna per onderneming. De gemiddelde administratieve lasten per onderneming in Nederland bedragen bijna per jaar (bron: EIM). De lasten van de uitzendbranche zijn dus bijna driemaal zo hoog als die van de gemiddelde onderneming. 90% van de lasten vloeit voort uit algemene wetgeving Hierbij moet wel een kanttekening geplaatst worden. Uitzendondernemingen hebben slechts in beperkte mate te maken met wetgeving die alleen betrekking heeft op de uitzendbranche. Alleen de Wet Allocatie Arbeidskrachten door Intermediairs (WAADI) legt verplichtingen op aan ondernemingen die activiteiten verrichten als arbeidsbemiddelaar, waaronder uitzendondernemingen. De WAADI (met name artikel 8) veroorzaakt echter slechts 10 procent van de totale administratieve lasten binnen de uitzendbranche, terwijl voor andere ondernemingen de administratieve lasten vanuit sectorspecifieke wetgeving veel hoger liggen. Van de totale administratieve lasten in Nederland ( 16,4 miljard eind 2002) was ongeveer 57 procent afkomstig van (sector)specifieke wetgeving (bron: EIM). Het betreft hier wetgeving die niet van toepassing is op alle ondernemingen. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld landbouwwetgeving en wetgeving voor de zorgsector. 6

7 Administratieve lasten uitzendbranche viermaal zo hoog als gemiddeld in zakelijke dienstverlening Het is dan ook beter om de uitzendbranche te vergelijken met andere bedrijven uit de zakelijke dienstverlening. Dan valt op dat de gemiddelde administratieve lasten in de uitzendbranche nog veel hoger liggen. De administratieve lasten voor een gemiddeld bedrijf binnen de zakelijke dienstverlening worden namelijk geraamd op zo n per jaar. Voor een gemiddelde uitzendonderneming bedragen deze lasten viermaal zoveel! Reden te meer om na te gaan wat hieraan kan worden gedaan. De uitzendbranche als uitzondering Elke onderneming in Nederland met personeel in dienst heeft te maken met loonbelastingverklaringen, afdrachten van belastingen en sociale premies, aan- en afmeldingen bij Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), ziek- en betermeldingen, reïntegratie, risico-inventarisatie en -evaluatie, subsidieaanvragen en fiscale regels en uitzonderingen daarop. Zo ook de uitzendbranche. En dat is precies waar de schoen wringt. Algemene wetgeving belast uitzendbranche zesmaal zwaarder dan andere ondernemingen Voor de uitzendbranche komt ruim 90 procent van de administratieve lasten voort uit algemene wetgeving. Met algemene wetgeving wordt die wetgeving bedoeld die in principe geldt voor alle ondernemingen in Nederland. Hierbij dient gedacht te worden aan de Wet op de Jaarrekening, maar ook aan de wetgeving die van toepassing is op de bedrijven die personeel in dienst hebben, bijvoorbeeld met betrekking tot de loonbelasting en de werknemersverzekeringen. De gemiddelde administratieve lasten per onderneming die worden veroorzaakt door algemene wetgeving voor alle ondernemingen met personeel bedragen De gemiddelde lasten voor uitzendondernemingen als gevolg van algemene wetgeving bedragen Uitzendondernemingen worden hierdoor dus bijna zesmaal zwaarder belast dan andere ondernemingen. Uitzendbranche kent nauwelijks sectorspecifieke wetgeving Juist doordat de uitzendbranche nauwelijks sectorspecifieke wet- en regelgeving kent, profiteert deze branche niet of onvoldoende van de inspanningen van het kabinet en de departementen om de administratieve lasten te reduceren (zie ook hoofdstuk 4). Kijken we naar de reductiemaatregelen die vanuit de beleidsvoornemens van SZW en Financiën komen, dan zien we in onderstaand overzicht dat de uitzendbranche hieruit weinig heeft te verwachten. tabel 2 Overzicht reductiemaatregelen vanuit departementale actieplannen 2004 Besparing adm. lasten gehele bedrijfsleven Besparing adm. lasten uitzendbranche x 1 mln. in % x 1 mln. in % Diverse maatregelen SZW en Financiën ,0-6 Overige reductiemaatregelen ,3 3 Totaal van deze maatregelen ,8-2 Bron: IPAL (2004), Meer ruimte voor ondernemers door minder lasten. Reductievoorstellen kabinet werken averechts voor uitzendondernemingen Alle reductievoorstellen tezamen leiden tot een vermindering van administratieve lasten voor het Nederlandse bedrijfsleven van 18%. De uitzendbranche wordt minder goed bedeeld. De administratieve lasten zullen namelijk niet dalen door de kabinetsplannen, maar juist stijgen. De lasten zullen stijgen met 3,8 miljoen, oftewel 2 procent. 7

8 Uitzendbranche profiteert niet van reducties in algemene wetgeving Een belangrijke reductie van administratieve lasten vloeit voort uit de invoering van WALVIS (Wet Administratieve Lastenverlichting en vereenvoudiging sociale verzekeringswetten) per 1 januari Deze wijziging van algemene wetgeving bespaart het Nederlandse bedrijfsleven op termijn zo n 300 miljoen per jaar aan administratieve lasten. De uitzendbranche profiteert echter niet van de invoering van WALVIS. Voor de uitzendbranche brengt WALVIS met zich mee, dat de wekelijkse gegevenslevering via Re- Flex komt te vervallen. Per saldo leidt het wegvallen van de wekelijkse gegevensuitwisseling met het UWV via ReFlex tot een toename van administratieve lasten van ruim 9 miljoen. Ook het vervallen van het Besluit Melding Sociale Verzekeringen leidt bij de uitzendbranche niet tot een besparing van administratieve lasten, maar juist tot een stijging. In plaats van de melding sociale verzekeringen wordt de eerstedagmelding ingevoerd. Dit houdt in dat een nieuwe medewerker op de dag van indiensttreding moet worden gemeld aan UWV. Als gevolg van de flexibele inzet van uitzendkrachten zullen uitzendondernemingen technische en organisatorische aanpassingen moeten doorvoeren. De huidige methodiek (aanmelding via ReFlex, ten minste eenmaal per week) vervalt en er zullen kostbare aanpassingen gemaakt dienen te worden in de geautomatiseerde systemen om de gemiddeld 1,1 miljoen dienstverbanden per jaar aan en af te melden. Dit leidt tot extra kosten en extra administratieve lasten. Op basis van een voorlopige raming zullen de administratieve lasten met ongeveer 4,7 miljoen, oftewel 3 procent van de totale administratieve lasten, stijgen. Sectorspecifieke wetgeving zorgt voor de hoogste administratieve lasten voor het bedrijfsleven Sectorspecifieke wetgeving leidt tot de hoogste administratieve lasten bij bedrijven. Bij de uitzendbranche is dat niet zo. Hier is het juist de algemene wetgeving, vanuit de ministeries van Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die tot de hoge lasten leidt. Bij sectorspecifieke wet- en regelgeving ligt het voor de hand om een beleid te voeren dat voor deze sectoren leidt tot vermindering van administratieve lasten. We zien dit dan ook voor verschillende sectoren gebeuren in de vorm van een doelgroepenbeleid. Op dit moment wordt voor de uitzendbranche nog geen doelgroepenbeleid gevoerd. De uitzendbranche wordt echter wel vaak onevenredig zwaar getroffen door administratieve lasten. Vooral ook wanneer we kijken naar de uitwerking van de reductieplannen van de departementen mogen we concluderen dat de uitzendbranche onderbedeeld wordt. Tot nu toe relatief weinig aandacht voor de positie van de uitzendbranche In de Tweede Kamer is in het verleden wel aandacht gevraagd voor de positie van de uitzendbranche. Een voorbeeld hiervan is de voorgestelde flexscan (scannen van nieuwe en gewijzigde regelgeving op de gevolgen voor de uitzendbranche). Tot nu toe is er bij de ministeries van Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid echter weinig extra aandacht voor de uitzendbranche. De reductie van administratieve lasten van ruim 4 miljard euro, zoals beoogd in de huidige kabinetsperiode, is echter voor de betrokken ministeries een zwaarwegende verantwoordelijkheid. Het is niet eenvoudig om kijkend vanuit specifieke wetgevingsdomeinen maatregelen te nemen die de administratieve lasten voor het bedrijfsleven verlichten. Sommige ministeries hebben daarom gemengde commissies opgericht om samen met het bedrijfsleven na te gaan waar en op welke wijze reducties gerealiseerd kunnen worden. Deze werkwijze, het bottom-up -kijken vanuit de bedrijven, is vaak heel verhelderend en levert bruikbare resultaten op. 8

9 Gemengde commissie biedt platform om problematiek bespreekbaar te maken Wij bevelen de ABU aan om met de ministeries van SZW en Financiën de mogelijkheden na te gaan om een gemengde commissie op te richten waarin gezamenlijk wordt gekeken naar reductiemogelijkheden en mogelijke uitzonderingen die de administratieve lasten voor de branche kunnen verlichten. Ministeries luisteren naar en houden rekening met de specifieke problemen van hun doelgroep Een logisch vervolg hierop is het laten bestempelen van de uitzendbranche tot doelgroep waarmee extra rekening wordt gehouden bij wijzigingen van, of nieuwe wet- en regelgeving. Een groot voordeel van het doelgroep zijn is dat ministeries erkennen dat de betreffende bedrijfstak relatief hoge lasten ondervindt en dat deze bedrijfstak van tevoren in de gelegenheid wordt gesteld om bij gelegenheden met aanbevelingen te komen die de administratieve lasten voor de bedrijfstak zo veel mogelijk beperken. Wij adviseren de ABU dan ook om de mogelijkheden te bezien om als doelgroep te worden aangemerkt. De uitzendbranche is van voldoende economische betekenis voor Nederland en in het bijzonder van grote betekenis bij het aan werk helpen van werkzoekenden met een lastige startpositie, om bij interdepartementaal overleg aan te schuiven en haar visie op voorgenomen wetswijzigingen te geven. 9

10

11 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De administratieve lasten van bedrijven staan in het centrum van de politieke belangstelling. Het kabinet heeft zich voorgenomen om de administratieve lasten in de periode met 25 procent te reduceren. De basis hierbij wordt gevormd door de omvang van de administratieve lasten per 31 december 2002, zoals die voor alle ministeries en wetgevingsterreinen is gemeten en is vastgelegd in zogenoemde standaardkostenmodellen. Het Ministerie van Financiën heeft de totale administratieve lasten voor het Nederlandse bedrijfsleven kort geleden geraamd op ruim 16 miljard. In de tweede helft van 2004 wordt Nederland weer voorzitter van de EU. Nederland wil de administratieve lasten voor bedrijven hoog op de Europese agenda zetten, vooral omdat gebleken is dat veel van deze lasten voor Nederlandse bedrijven hun oorsprong hebben in EU-regelgeving. Juist vanwege de politieke belangstelling is de tijd nu rijp om aandacht te vragen voor branchespecifieke problemen. De in het regeerakkoord opgenomen verplichting om de administratieve lasten fors te reduceren, legt een grote druk op ministeries om te zoeken naar realistische besparingsmogelijkheden. Dit betekent dat goed onderbouwde voorstellen vanuit branches, zoals de uitzendbranche, zeer welkom zijn. Voordat concrete voorstellen gedaan kunnen worden, is het zaak om een juist beeld te hebben van de administratieve lasten in de uitzendbranche. In dit onderzoek worden de administratieve lasten voor de uitzendbranche kwalitatief en kwantitatief in kaart gebracht. 1.2 Doelen van het onderzoek Het onderzoek voor de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) heeft als belangrijkste doel het in kaart brengen van de administratieve lasten waarmee uitzendbureaus in de praktijk worden geconfronteerd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar de uiteenlopende verplichtingen, gerelateerd aan de verschillende herkenbare werkprocessen bij het uitzendbureau. Een tweede doel van dit onderzoek is om aan te geven wat de effecten op de omvang van de administratieve lasten zullen zijn van al voorziene veranderingen in wet- en regelgeving. Wij concentreren ons op veranderingen in het kader van Wet Administratieve Lastenverlichting en vereenvoudiging sociale verzekeringswetten (WALVIS) en op het gebied van het WAO-stelsel, maar zullen ook aandacht schenken aan andere reeds voorzienbare veranderingen. Daar waar de uitzendbranche getroffen wordt door wet- en regelgeving die onevenredig hoge nalevingskosten of ergernissen met zich meebrengt, wordt hieraan in dit rapport aandacht besteed. Ter vergelijking van de positie van uitzendbureaus ten opzichte van andere branches, wordt eveneens aangegeven in hoeverre de gemiddelde lasten per bedrijf voor uitzendbureaus lichter of zwaarder zijn dan voor bedrijven uit andere branches. 11

12 1.3 Opzet en uitvoering van het onderzoek Om de administratieve lasten binnen de uitzendbranche te bepalen zijn de volgende drie onderzoeksfasen doorlopen: Fase 1: inventarisatie van de wet- en regelgeving en daarbinnen de meest relevante informatieverplichtingen; Fase 2: verzameling van (aanvullende) gegevens bij bedrijven in de uitzendbranche; Fase 3: berekenen van de administratieve lasten. In de eerste fase van het onderzoek is nagegaan welke wettelijke (informatie)verplichtingen van toepassing zijn op de uitzendondernemingen. Het betreft hier zowel wettelijke verplichtingen die direct aansluiten bij het kernproces van de uitzendondernemingen (bijvoorbeeld de wetgeving rond het in dienst hebben van uitzendkrachten) als alle algemene voor alle ondernemingen geldende wetgeving, zoals de Wet op de Jaarrekening en de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Deze wet- en regelgeving werd gekoppeld aan werkprocessen bij de uitzendbureaus om in beeld te brengen welke werkzaamheden (of welk deel daarvan) direct voortvloeien uit wettelijke informatieverplichtingen. Om een goed beeld te krijgen over hoe de administratievelastenproblematiek in de uitzendondernemingen wordt ervaren, zijn op hoofdkantoorniveau door EIM interviews afgenomen met vier uitzendorganisaties. De knelpunten in de naleving van wet- en regelgeving die tijdens deze interviews naar voren zijn gekomen, zijn in de tweede fase van het onderzoek nadrukkelijk aan bod gekomen. Tijdens fase 2 van het onderzoek zijn door EIM intervi ews afgenomen bij acht vestigingen van uitzendbureaus en twee hoofdkantoren. Gesproken is met vestigingsmanagers, senior intercedenten, intercedenten en medewerkers van de verloningsadministratie en ziekteadministratie. In de tweede fase van het onderzoek is in detail ingegaan op die informatieverplichtingen waar, op basis van de eerste fase van het onderzoek, verwacht werd dat de uitvoeringspraktijk bij de uitzendbranche heel specifiek voor deze branche is en daarmee onvergelijkbaar met een gemiddeld bedrijf. Met name de bestede tijd voor het voldoen aan wettelijke informatieverplichtingen is hier achterhaald. Daarnaast is ingegaan op de knelpunten zoals genoemd door de geïnterviewde personen uit de eerste fase. Voor de andere informatieverplichtingen, waarvoor niet wordt verondersteld dat uitzendbureaus hier anders mee omgaan dan andere bedrijven, is gebruik gemaakt van de bestaande onderzoeken. Van de meeste in fase 1 geïnventariseerde wetgeving zijn zogenaamde nulmetingsonderzoeken beschikbaar. Dit betekent dat de administratieve lasten voor Nederland als geheel bekend zijn. Hiervoor werden alleen de mate van voorkomen en de tijdsbesteding binnen de uitzendbranche achterhaald. De ervaring leert echter dat in bepaalde gevallen de uitvoeringspraktijk in een branche afwijkt van het algemene beeld van Nederland. Voor de uitzendbranche geldt dat, als gevolg van de hoge mate van flexibiliteit en mobiliteit van werknemers (uitzendkrachten), er anders omgegaan wordt met de uitvoering van bepaalde informatieverplichtingen. Zo zullen uitzendbureaus - uit efficiencyoverwegingen - bepaalde administratieve processen beter hebben geautomatiseerd dan andere bedrijven. Een en ander is bevestigd in de interviews die in fase 2 zijn gehouden. Fase 2 van het onderzoek heeft hiermee de ontbrekende bouwstenen (voornamelijk de tijden die besteed worden aan bepaalde werkzaamheden) opgeleverd om in fase 3 de 12

13 administratieve lasten te berekenen. De uitkomsten hiervan zijn opgenomen in hoofdstuk 3 van dit rapport. In fase 3 van dit onderzoek heeft EIM de administratieve lasten voor de uitzendbranche 1 berekend. 1.4 Opzet van de rapportage Administratieve lasten worden vaak verward met administratieve belasting, of rompslomp. Daarom wordt in hoofdstuk 2 van dit rapport een toelichting gegeven bij de door het kabinet gehanteerde definitie van administratieve lasten en wordt ingegaan op de gehanteerde onderzoeksmethodiek volgens een standaardkostenmodel. De door EIM gehanteerde methodiek voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld door de Interdepartementale Projectdirectie Administratieve Lasten (IPAL), ressorterend onder het Ministerie van Financiën. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de administratieve lasten in de uitzendbranche. Hoofdstuk 3 van het rapport start met een samenvattende tabel met de geraamde administratieve lasten per werkproces in de uitzendbranche. Vervolgens worden per werkproces de wettelijke informatieverplichtingen in de uitzendbranche verwerkt in een herkenbare omschrijving van de werkprocessen die plaatsvinden op de vestigingen of de hoofdkantoren. Als afsluiting van hoofdstuk 3 wordt een vergelijking gemaakt tussen de administratieve lasten in de uitzendbranche en die in andere sectoren. Ten slotte wordt in hoofdstuk 4 van dit rapport aandacht besteed aan ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving die de uitzendbranche aangaan. Allereerst zal kort worden ingegaan op de belangrijkste wetswijzigingen tussen 1998 en Tevens zal ingegaan worden op de kabinetsplannen ter reductie van administratieve lasten. Nagegaan zal worden welke uitwerking deze reductieplannen hebben voor de uitzendbranche. Tot slot wordt in hoofdstuk 4 ook gekeken naar nog door te voeren veranderingen van bestaande wet- en regelgeving.. 1 Voor de bepaling van de omvang van de uitzendbranche wordt aangesloten bij het aantal vestigingen van ruim van ondernemingen. Het betreft hier alleen de geregistreerde, economisch actieve en bonafide uitzendondernemingen (zie ook RvB 2004). 13

14

15 2 Wat zijn administratieve lasten? 2.1 Inzicht in de nalevingskosten van wet- en regelgeving Het is geen nieuws dat het naleven van wet- en regelgeving kosten voor het bedrijfsleven met zich meebrengt. Denk aan de betaling van belastingen en premies, maar bijvoorbeeld ook aan het aanschaffen van bureaus en stoelen die voldoen aan wettelijk voorgeschreven eisen. Ook het Centraal Bureau voor de Statistiek herinnert ondernemers er fijntjes aan dat zij wettelijk verplicht zijn om aan de meest uiteenlopende enquêtes hun welwillende medewerking te verlenen. De overheid tracht via wet- en regelgeving publieke doelen na te streven. Wet- en regelgeving heeft als gevolg hiervan verschillende primaire en secundaire effecten op bedrijven (en burgers), omdat bedrijven verplicht zijn de wetgeving na te leven. Wet- en regelgeving heeft bijvoorbeeld invloed op de marktwerking, en sociaal-economische omstandigheden, de zogenaamde secundaire effecten. Er zijn ook directe (primaire) effecten van wet- en regelgeving die leiden tot directe kosten voor bedrijven. In figuur 1 zijn verschillende directe kostenaspecten die voortvloeien uit wet- en regelgeving waarmee het bedrijfsleven wordt geconfronteerd weergegeven. figuur 1 Directe kosten voor bedrijven voortvloeiend uit wet- en regelgeving Directe kosten voortvloeiend uit wet- en regelgeving Directe financiële kosten Nalevingskosten Retributies Inhoudelijke verplichtingen Informatieverplichtingen Belastingen Administratieve lasten Premies Leges Uitbestedingskosten Arbeidskosten Overheadkosten Boetes Bron: EIM,

16 Het onderscheid tussen directe financiële kosten en nalevingskosten behoeft geen nadere uitleg. Op de nalevingskosten, die uiteenvallen in twee soorten verplichtingen, geven wij een nadere toelichting: 1 Inhoudelijke nalevingskosten zijn de kosten voor bedrijven om te voldoen aan inhoudelijke verplichtingen die bestaan uit het aanpassen van de fysieke toestand of het gedrag van het bedrijf aan de gestelde eisen (bijvoorbeeld: het aanschaffen van kantoormeubels die voldoen aan de arbo-eisen en de kosten voor het aanpassen van de werkplaats aan nieuwe brandveiligheidseisen). 2 De hierbij behorende informatieverplichtingen kunnen bestaan uit de kosten voor de vervaardiging van een jaarlijkse rapportage hierover aan de overheid, maar bijvoorbeeld ook de benodigde tijd voor het rondleiden van medewerkers van de arbeidsinspectie valt onder de wettelijke informatieverplichtingen. De kosten voor het voldoen aan deze informatieverplichtingen worden administratieve lasten genoemd. 2.2 Officiële definitie van administratieve lasten De kabinetsdefinitie van administratieve lasten luidt als volgt 1 : Administratieve lasten zijn de kosten om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Het gaat om het verzamelen, bewerken, registreren, bewaren en ter beschikking stellen van informatie. Om correct en eenduidig te kunnen bepalen welke administratieve lasten voortvloeien uit de informatieverplichtingen, dient de eerder genoemde kabinetsdefinitie geconcretiseerd te worden. De geconcretiseerde definitie van administratieve lasten wordt opgebouwd uit de volgende twee elementen: eenmalige, tijdelijke of structurele kosten van aan publieke doelen gerelateerde specifieke wettelijke informatieverplichtingen van bedrijven aan de overheid, aan overheidsinstellingen (zoals UWV) en aan door de overheid erkende (particuliere) instanties (arbodiensten, e.d.), gericht op controle en handhaving van regelgeving en input voor werkprocessen bij overheidsinstellingen; en de kosten voor het naleven van aan publieke doelen gerelateerde specifieke wettelijke informatieverplichtingen aan derden (consumenten, andere bedrijven), gericht op gedragsverandering. In alle onderzoeken naar administratieve lasten wordt de bovenstaande kabinetsdefinitie gehanteerd, ook in dit onderzoek voor de ABU. 1 IPAL (2003), Meten is weten. Handleiding voor het definiëren en meten van administratieve lasten voor het bedrijfsleven. IPAL: Den Haag. 16

17 2.3 Kosten die tot administratieve lasten worden gerekend Wanneer we zeggen dat administratieve lasten de kosten zijn om te voldoen aan informatieverplichtingen die voortvloeien uit wet- en regelgeving van de overheid, dan vallen onder deze kosten: de arbeidskosten, de tijd (inclusief opleidingstijd) die eigen medewerkers besteden aan: - het op de hoogte komen van (nieuwe) wet- en regelgeving; - het maken van een vertaalslag naar de uitvoering van de eigen werkprocessen; - het uitvoeren van de werkprocessen waarmee wettelijke informatieverplichtingen worden nageleefd. De arbeidskosten worden berekend door het aantal gewerkte uren op jaarbasis te vermenigvuldigen met een uurtarief (plus opslag voor overheadkosten) dat voor deze werkzaamheden redelijk geacht wordt. Het uurtarief wordt gebaseerd op de in de branche gebruikelijke beloningen; de kosten van het inhuren van externe deskundigen, zoals accountants, notarissen, softwarebouwers en arbodiensten; de kosten van materialen of de afschrijvingen op noodzakelijke investeringen. Het begrip materiaalkosten wordt ruim geïnterpreteerd. Hieronder vallen bijvoorbeeld ook investeringen in specifieke software, waarbij de administratieve lasten worden berekend door het opvoeren van een jaarlijkse afschrijving op de investering. Als voorbeeld van administratieve lasten voor de uitzendbranche kunnen we hier al noemen de administratie rond het afdragen van premies en loonbelasting. En, minder voor de hand liggend, ook het uitschrijven en inboeken van facturen brengt administratieve lasten met zich mee die voortvloeien uit de Wet op de Omzetbelasting. Werkzaamheden ten behoeve van de normale bedrijfsvoering Wanneer bedrijven werkzaamheden verrichten voor hun eigen bedrijfsvoering, die tegelijk ook onder de definitie van administratieve lasten vallen, dan worden deze werkzaamheden in zijn geheel tot de administratieve lasten gerekend (o.a. het opmaken van een arbeidsovereenkomst). Wanneer de hier bedoelde werkzaamheden worden gecombineerd met bijvoorbeeld commerciële activiteiten, die zeker niet tot de administratieve lasten worden gerekend, dan is in dit onderzoek dat deel van de bestede tijd meegenomen dat wordt besteed aan het vervullen van wettelijke informatieverplichtingen in de ruimste zin. 2.4 Het meten van de administratieve lasten EIM hanteert bij het in kaart brengen van administratieve lasten de Mistral -methode. De begrippen, afbakeningen en definities die hierin worden gehanteerd sluiten exact aan bij de definities van het kabinet (waarop wordt toegezien door IPAL). Hiermee biedt het model de garantie van onderlinge vergelijkbaarheid voor de wijze waarop de administratieve lasten van alle departementen in kaart gebracht zijn/worden. In het vervolg van deze paragraaf wordt met de methode Mistral bedoeld. Binnen de methode worden de administratieve lasten berekend als de kosten van het berichtenverkeer tussen bedrijven en overheidsinstellingen (de informatieverplichtingen) en/of derden. De samenstellende delen van de berekening van de administratieve lasten zijn weergegeven in figuur 2. 17

18 figuur 2 Samenstellende delen administratieve lasten Administratieve lasten = Kosten informatieverplichtingen = Aantal informatieverplichtingen * Directe financiële kosten = Aantal informatieverplichtingen * Aantal handelingen * Kosten per handeling = Aantal informatieverplichtingen * Aantal handelingen * Tijd * Tarief Bron: EIM / IDEA Consult. Via de methode worden de kosten per bericht geraamd door op het niveau van de onder de berichten liggende handelingen bij bedrijven informatie te verzamelen over de tijd die nodig is voor de uitvoering van die handelingen. Door tevens te achterhalen hoeveel bedrijven de diverse administratieve handelingen moeten verrichten en met welke periodiciteit ze dit moeten doen, kunnen de totale administratieve lasten op een bepaald wetgevingsdomein worden berekend Kenmerken van de onderzoeksmethodiek Informatieverzameling en meting op handelingenniveau Een eerste kenmerk van de methode is, dat de verzameling van gegevens over tijden en tarieven niet plaatsvindt op het niveau van berichten (informatieverplichtingen), maar op dat van de onderliggende handelingen. De termen berichten en handelingen worden in de praktijk nogal eens door elkaar gebruikt, hetgeen tot onduidelijkheden en verwarring leidt. Een voorbeeld van een bericht is het formulier met bepaalde gegevens aan een overheidsinstelling. Handelingen die in verband met dit formulier moeten worden uitgevoerd zijn dan bijvoorbeeld: ontvangen formulier, lezen formulier plus toelichting, registreren van gegevens, gevraagde gegevens verzamelen, gegevens berekenen, formulier invullen, kopie maken, formulier opsturen en kopie archiveren. De frequentie per handeling kan verschillen onder een bericht (bijvoorbeeld het registreren van gegevens kan een hogere frequentie hebben dan het invullen van het formulier). Administratieve lasten van genormeerde werkprocessen Voor de verzameling van de gewenste tijd- en tariefgegevens per handeling kunnen in principe meerdere wegen worden bewandeld. Een eerste mogelijkheid is die van informatieverzameling via grootschalig telefonisch of schriftelijk veldwerk onder bedrijven op basis van representatieve steekproeven. Deze aanpak wordt in nulmetingsonderzoeken nooit gehanteerd. 18

19 Een tweede mogelijkheid is die via informatieverzameling via een (relatief) beperkt aantal gestructureerde interviews met deskundigen, die zich in de dagelijkse praktijk bezighouden met het uitvoeren van de betreffende administratieve handelingen. Dit is de methode die in het interdepartementaal overleg is vastgesteld als methodiek voor het meten van de omvang van de administratieve lasten van bedrijven en die ook in dit onderzoek is toegepast. Deze methode is niet gericht op het realiseren van statistische representativiteit van de uitkomsten, maar op het berekenen van de omvang van de administratieve lasten op basis van genormeerde tijd- en tariefgegevens per handeling. Om genormeerde tijd- en tariefgegevens per handeling te verkrijgen worden de volgende stappen gezet: in de eerste plaats worden zogenoemde typical firms geselecteerd. Dit zijn (veelal middelgrote) bedrijven, waarvan op voorhand bekend is dat deze te maken hebben met zo veel mogelijk te onderzoeken informatieverplichtingen. Deze typical firms worden representatief geacht voor alle bedrijven waarvoor de betreffende informatieverplichtingen gelden; bij deze bedrijven worden de informatieverplichtingen uitgeschreven in de vorm van blauwdrukken, waarbij wordt uitgegaan van een redelijk efficiënte manier van naleving. Voor deze blauwdrukken wordt nagegaan hoeveel tijd bedrijven gemiddeld kwijt zijn met de afhandeling van de verschillende verplichtingen; de verzamelde tijd- en tariefgegevens, behorende bij de gestandaardiseerde werkprocessen zoals verzameld bij een aantal bedrijven, worden vervolgens via een deskundigenoverleg genormeerd. Hierbij worden de tijden van de handelingen zodanig vastgesteld, dat ze in lijn liggen met de verkregen waarnemingen en als herkenbaar worden getypeerd door de betreffende deskundigen. In die gevallen waarin bepaalde tijdwaarnemingen duidelijk afwijkend zijn van de overige waarnemingen, wordt veelal aanvullend onderzoek verricht, bijvoorbeeld via aanvullende telefonische interviews. Hierbij wordt dan gekeken naar de oorzaak van de geconstateerde afwijking. In bepaalde gevallen blijkt dan dat in de betreffende gevallen toch niet de juiste activiteiten zijn meegenomen. In andere gevallen kan blijken dat er sprake is van specifieke situaties, die soms zelfs kunnen leiden tot aparte berichten (met eigen tijden en eigen frequenties); de genormeerde gegevens worden vervolgens ter toetsing voorgelegd aan deskundigen uit het bedrijfsleven en van de uitvoeringsinstellingen ( countervailing powers ). Een voordeel van deze aanpak is, dat met een relatief beperkt aantal gesprekken bij bedrijven kan worden volstaan. 19

20

21 3 Informatieverplichtingen in de uitzendbranche 3.1 Inleiding Uitzendbureaus zijn bedrijven die, net als alle andere bedrijven in Nederland, dienen te voldoen aan wettelijke informatieverplichtingen aan de overheid en aan derden. In een aantal opzichten wijkt de bedrijfsvoering van een uitzendbureau af van die van andere bedrijven met personeel in loondienst. Dit kan betekenen dat uitzendbureaus door bepaalde informatieverplichtingen veel, wettelijk verplichte, administratieve handelingen moeten verrichten. In bepaalde gevallen zijn zelfs aparte afspraken gemaakt met de overheid en/of uitvoeringsinstellingen (bijvoorbeeld UWV) over de leveringen van gegevens om dit proces zo efficiënt mogelijk te maken en de administratieve belasting te minimaliseren. Dit hoofdstuk start met een totaaloverzicht van de administratieve lasten in de uitzendbranche. Daarna wordt een beeld geschetst van de werkprocessen bij een uitzendbureau. Er wordt specifiek ingegaan op werkprocessen die wettelijke informatieverplichtingen met zich meebrengen en dus leiden tot administratieve lasten. Na de beschrijving van de werkprocessen is telkens een samenvattende tabel opgenomen waarin: de werkprocessen beknopt worden samengevat; de wettelijke informatieverplichtingen en de wetgeving waaruit deze afkomstig zijn, worden genoemd; en de geraamde administratieve lasten vanuit deze informatieverplichtingen worden gegeven voor de gehele branche en gemiddeld per vestiging. Hoofdstuk 3 wordt besloten met een beschouwing van de administratieve belasting van de uitzendbranche. Alleen de kosten van het voldoen aan wettelijke informatieverplichtingen zijn in kaart gebracht. De totale kosten van het reguliere werkproces zijn buiten beschouwing gebleven. In bijlage II zijn tabellen met de details van de administratieve lasten per werkproces opgenomen. Voor de ramingen van de totale administratieve lasten in de uitzendbranche is een aantal uitgangspunten gehanteerd. Het betreft hier de gehanteerde frequenties. Deze zijn zo veel mogelijk gekozen over het jaar, of ultimo Hiermee wordt aangesloten bij de kabinetsdefinitie administratieve lasten en de uitkomsten van door het kabinet gehanteerde nulmetingsonderzoeken. Een overzicht van de gehanteerde frequenties is opgenomen in bijlage I. 3.2 Overzicht van de geraamde administratieve lasten Binnen het reguliere werkproces bij uitzendbureaus zijn verschillende processen te onderscheiden. In de studie van NEI/KPMG Evaluatie Wet Flexibiliteit en Zekerheid (2002) zijn reeds de verschillende werkprocessen op de vestiging weergegeven. In het onderzoek naar administratieve lasten is hierbij zo veel mogelijk aangesloten. 21

22 In dit onderzoek worden vier hoofdprocessen onderscheiden waaronder de verschillende informatieverplichtingen zijn geclusterd. Het betreft de volgende vier processen: 1 Plaatsen van een uitzendkracht 2 Begeleiden en beheren van de uitzendkracht (registratie van werk, loon en afdrachten, ziekte en reïntegratie) 3 Overige informatieverplichtingen. De totale administratieve lasten van de branche en de gemiddelde administratieve lasten per uitzendonderneming zijn in de onderstaande tabel verdeeld over de vier werkprocessen. tabel 3 Totale administratieve lasten in de uitzendbranche eind 2002 Totale administratieve lasten* Gemiddeld per onderneming** Inschrijving van een kandidaat Plaatsen van een kandidaat Begeleiden en beheer van de uitzendkracht Overige verplichtingen Totaal * Afgerond op ** Hierbij is uitgegaan van ondernemingen (bron: ABU), afgerond op 100. De procentuele verdeling: figuur 3 Totale administratieve lasten in de uitzendbranche eind 2002, in procenten 11% 41% 21% 27% Inschrijving van een kandidaat Begeleiden en beheeren van de uitzendkracht Plaatsen van een kandidaat Overige verplichtingen Zoals uit tabel 3 en figuur 3 valt op te maken, komen de meeste administratieve lasten voort uit de overige verplichtingen (59 procent) en in iets mindere mate (41 procent) uit informatieverplichtingen die gekoppeld zijn aan het kernproces van een uitzendonderneming, namelijk het feitelijk ter beschikking stellen van uitzendkrachten. Wanneer men alleen kijkt naar het kernproces van de uitzendbranche, dan kost het begeleiden en beheren de meeste administratieve lasten. De administratieve lasten zijn voor het grootste deel afkomstig van verplichtingen rond de verloning, de facturering en de zieken betermeldingen. 22

23 3.3 Werkprocessen en hun administratieve lasten De uitzendbranche kenmerkt zich door een grote mate van filialisering. Er zijn vestigingen in Nederland (van uitzendondernemingen) 1. Een belangrijk deel van de kracht van de uitzendbranche is gelegen in het feit dat deze branche de werkzaamheden die zich daarvoor lenen centraal uitvoert en vrijwel geheel geautomatiseerd heeft. Bijvoorbeeld verloning en facturering worden centraal, door het hoofdkantoor, uitgevoerd. Voor de berekening van de administratieve lasten is rekening gehouden met de zeer efficiënte uitvoering van deze werkzaamheden op centraal niveau, waarmee de uitzendbranche zich onderscheidt van andere ondernemingen. Zoals aangegeven, worden de administratieve lasten bepaald aan de hand van vier verschillende werkprocessen binnen uitzendondernemingen. Deze vier werkprocessen en hun administratieve lasten worden in de rest van deze paragraaf beschreven Inschrijving van een kandidaat Het werkproces op vestigingsniveau begint bij het ontvangen en inschrijven van een kandidaat. Het inschrijven als kandidaat bij een uitzendbureau is eenvoudig. Uitzendbureaus zijn vaak gevestigd op locaties die in de loop liggen en op elke locatie treffen we meestal enkele uitzendbureaus bij elkaar aan. De locatiekeuze en uitnodigende borden bij de ingang zorgen voor een lage drempel en we zien dan ook dat de meeste kandidaten makkelijk binnenlopen voor informatie of om zich te laten inschrijven. Het inschrijven gebeurt vaak op afspraak, nadat nieuwe kandidaten te horen hebben gekregen welke gegevens en bescheiden zij dienen mee te nemen. Voor de inschrijving, of het introductiegesprek, dient de kandidaat mee te nemen: een paspoort of ID-bewijs een tewerkstellingsvergunning, indien de kandidaat afkomstig is uit een land buiten de Europese Unie een sofi-nummer een bank- of girorekeningnummer inschrijvingsbewijs ziekenfonds of zorgverzekeraar het CV, diploma s, getuigschriften en referenties. In het introductiegesprek wordt aan de kandidaat toegelicht wat het uitzendbureau doet en voor hem/haar kan betekenen. De kandidaat maakt wensen en voorkeuren wat betreft werk kenbaar. In het introductiegesprek wordt veel tijd besteed aan het CV van de kandidaat. De uitzend-cao ( ) 2 kent een 4-fasensysteem waarbij de binding met het uitzendbureau vaster wordt naarmate men langer via het bureau werkt. Een en ander is de feitelijke uitwerking van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid. De invoering van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid (per ) heeft ingrijpende wijzigingen tot gevolg gehad in de bedrijfsvoering bij uitzendbureaus. De belangrijkste wijzigingen waren: wijzigingen in de werkprocessen; wijzigingen in administratie en in de automatisering daarvan; extra opleidingen voor de eigen medewerkers; 1 Het betreft hier alleen de geregistreerde, economisch actieve en bonafide uitzendondernemingen (zie ook RvB 2004). 2 Dit onderzoek heeft betrekking op de periode waarin de CAO van kracht was. 23

24 extra opleidingen voor uitzendkrachten. Uitzendkrachten hebben overigens veelal te maken met twee CAO s met betrekking tot de beloning. Dit is het gevolg van artikel 8 uit de WAADI (loonverhoudingsnorm). Ten eerste is dit de uitzend-cao. Afhankelijk van de uitzendonderneming waar de uitzendkracht in dienst is, betreft dit de ABU-CAO of de NBBU-CAO. Ten tweede speelt de CAO van het inlenende bedrijf een rol. De invoering van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid heeft enkele aanpassingen in de uitzend-cao s van de ABU en de NBBU tot gevolg gehad. Een belangrijke toevoeging in beide CAO s is het zogenaamde 4-fasensysteem 1. De 4 fasen hebben betrekking op de duur van de arbeidsrelatie en houden in het kort het volgende in: Fase 1 : de eerste 26 weken van de arbeidsrelatie. Fase 2 : een periode van 6 maanden waarin uitzendwerknemers onder meer recht hebben op een scholingsbehoeftegesprek en waarin zij pensioenrechten opbouwen. Fase 3 : geeft recht op een arbeidscontract voor minimaal 3 maanden. Deze fase duurt 6 maanden indien men in dienst is bij een en dezelfde inlener, en twee jaar indien de uitzendwerknemer in de 12 maanden ervoor voor meerdere inlenende bedrijven heeft gewerkt. Fase 4 : in deze fase heeft de uitzendwerknemer recht op een vaste aanstelling bij de uitzendonderneming. Gedurende de fasen 1 en 2 wordt geen loon doorbetaald wanneer er geen arbeid is verricht en hebben beide partijen (uitzendonderneming en uitzendkracht) een zekere vrijheid om de arbeidsrelatie te verbreken (in de fasen 1 en 2 is sprake van een uitzendovereenkomst met uitzendbeding). Na fase 1 heeft de uitzendkracht recht op pensioenopbouw en een scholingsbehoeftegesprek. Om misverstanden over de fase waarin de uitzendkracht werkt te voorkomen dient het CV correct en sluitend te zijn. Dit is ook van belang voor het opvolgend werkgeverschap 2. De kandidaten worden veelal gevraagd om te verklaren dat het CV naar waarheid is opgemaakt. Uiteraard dienen uitzendbureaus te voorkomen dat personen die daartoe niet gerechtigd zijn via hen aan werk worden geholpen. Veel aandacht dient dan ook te worden besteed aan het vastleggen en controleren van de identiteit van kandidaten, zoals vereist in de Wet op de Identificatieplicht. Paspoorten en andere identiteitspapieren dienen gecontroleerd te worden op echtheid, gekopieerd en gearchiveerd te worden. Het controleren van deze documenten kan veel tijd vergen gelet op de diversiteit aan documenten en de grote hoeveelheid echtheidskenmerken waarop getoetst dient te worden. 1 De nieuwe uitzend-cao is vereenvoudigd en kent nog maar 3 fasen i.p.v. de 4 fasen vanuit de CAO Fase A (voorheen de fasen 1 en 2) heeft betrekking op overeenkomsten met en zonder uitzendbeding en geldt voor de eerste 78 weken. Fase B (voorheen fase 3) geldt voor 2 jaren en maximaal 8 contracten voor bepaalde tijd. Fase C geeft recht op een contract voor onbepaalde tijd. 2 Opvolgend werkgeverschap vloeit voort uit de Wet Flexibiliteit en Zekerheid en wordt in de uitzend- CAO s nader geregeld. Opvolgend werkgeverschap is de term waarmee wordt aangegeven dat een werknemer zijn opbouw van rechten in bijzondere omstandigheden voortzet wanneer deze overgaat naar een nieuwe arbeidsovereenkomst. Invulling van een arbeidsverledenformulier door een werknemer bij een feitelijke indiensttreding is voor een uitzendbureau dan ook van wezenlijk belang voor de kennisname van de rechtspositie van de arbeidskracht. 24

25 Veel uitzendbureaus hebben inmiddels een blauwe lamp aangeschaft en organiseren voorlichtingsbijeenkomsten met de vreemdelingenpolitie voor het personeel. Ook abonneren uitzendbureaus zich op handboeken met beschrijvingen van identiteitspapieren uit alle landen of nemen zij een abonnement op om de laatste aanvullingen te kunnen raadplegen. Vaak kan bij twijfel over de echtheid van documenten ook een hoofdkantoor worden geraadpleegd en soms wordt zelfs contact opgenomen met een afdeling van de Marechaussee op Schiphol. De laatste tijd vinden er veel controles plaats bij uitzendbureaus door onder meer de Arbeidsinspectie en de FIOD om illegalen te traceren. De controles van de vestigingen duren gemiddeld een halve dag per bezoek, en bezoeken vinden één- tot tweemaal per jaar plaats. Bij uitzendbureaus die zijn aangesloten bij ABU of NBBU worden echter niet of nauwelijks illegale werknemers aangetroffen (bron: ABU), maar wanneer blijkt dat dossiers van uitzendkrachten niet op orde zijn worden hoge boetes uitgedeeld. Soms vinden deze controles ook plaats bij de hoofdkantoren. Een van de respondenten meldde dat WID-controles op het hoofdkantoor een week werk per maand kosten. Tijdens of na het inschrijvingsgesprek worden door de intercedent alle gegevens van de kandidaat in een geautomatiseerd systeem ingevoerd. Uitzendbureaus werken met in eigen beheer ontwikkelde systemen, of met software met een vergelijkbare functionaliteit van externe aanbieders (bijvoorbeeld: Bit of Flexis van CTB en Flexservice). Het aanvragen van een tewerkstellingsvergunning voor een kandidaat door het uitzendbureau komt weinig voor. Degenen die niet over deze vergunning beschikken worden meestal niet ingeschreven, tenzij men gedurende langere tijd (enkele maanden) werk voor deze kandidaten heeft. Het gaat dan bijvoorbeeld om fabrieksschoonmaakwerk waarvoor nauwelijks personeel is te vinden. De doorlooptijd van het aanvragen van een tewerkstellingsvergunning is circa 5 weken. Volgens respondenten heeft het uitzendbureau ongeveer een uur werk aan een aanvraag. De tewerkstellingsvergunning dient te worden aangevraagd in het kader van de Wet Arbeid Vreemdelingen. Deze wet is alleen van toepassing op uitzendbureaus die werknemers in dienst nemen van buiten de Europese Unie. Administratieve lasten inschrijving van een kandidaat De administratieve lasten die gemoeid zijn met het inschrijven van een kandidaat b e- dragen 18,5 miljoen euro. De meeste administratieve lasten (60 procent) komen voort uit de informatieverplichtingen van de Wet op de Identificatieplicht. Deze wetgeving leidt tot administratieve lasten van ruim 11 miljoen euro voor alleen de uitzendbranche. In tabel 4 zijn de werkzaamheden, informatieverplichtingen en onderaan ook de administratieve lasten opgenomen, die te maken hebben met de inschrijving van kandidaten. 25

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage drs. C.M. Wiggers Zoetermeer, augustus 2003 Nummer: M200304 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

MKB-index april 2017

MKB-index april 2017 MKB-index april 2017 Zoetermeer, 4 mei 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en

Nadere informatie

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Peter Brouwer Zoetermeer, april 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting Aanscherpingen glijdende schaal Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen Samenvatting WODC, Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014 Drs. Zosja Berdowski; Ir. Alexandra Vennekens

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, oktober 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

BNA Conjunctuurmeting

BNA Conjunctuurmeting BNA Conjunctuurmeting September 2011 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36

Nadere informatie

De stand van Mediation in Nederland

De stand van Mediation in Nederland De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Naar Werk Meetjaar 2017/2018 Zoetermeer, 4-5-2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Werkfit maken Meetjaar 207/208 Zoetermeer, 4-5-208 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) prognose 2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002

Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002 Administratieve lasten Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten Nulmeting 2002 Frits Suyver Zoetermeer, 17 februari 2004 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur en

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Hogeschool van Amsterdam Zoetermeer, woensdag 9 november 2016 In opdracht van Hogeschool van Amsterdam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015 Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar René Vogels Zoetermeer, 10 april De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2016/0188 Zoetermeer, 29 januari 2016

Nadere informatie

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Van goede naar betere dienstverlening Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Inge van den Ende, Mandy Goes en Roxanne de Vreede Zoetermeer, 26 april 2018 De

Nadere informatie

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Effecten BTW-verandering op het gedrag van consumenten in de Schilders- en stukadoorsbranche drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Zoetermeer, 23 maart 2012 Dit onderzoek is gefinancierd door CNV Vakmensen, FNV

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) Prognose 2005 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2006 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Zoetermeer, 28 februari 2018

Zoetermeer, 28 februari 2018 Cliëntenaudit BWRI Zoetermeer, 28 februari 2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Zoetermeer, vrijdag 13 november 2015 In opdracht van Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Cliëntenaudit Bureau ABC

Cliëntenaudit Bureau ABC Cliëntenaudit Bureau ABC 2014 Zoetermeer 17 april 2015 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

De oudere starter in Nederland Quick Service

De oudere starter in Nederland Quick Service De oudere starter in Nederland Quick Service Heleen Stigter Zoetermeer, januari 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Tevredenheidsonderzoek 2012 Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Zoetermeer, maandag 4 februari 2013 In opdracht van Jobcoach organisatie Trace Daelzicht De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport In opdracht van ROC Drenthe College Zoetermeer, donderdag 22 maart 2018 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Uitgevoerd in opdracht van Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Zoetermeer, 17 september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC De Leijgraaf Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC De Leijgraaf De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Bouwers en hun gemeente

Bouwers en hun gemeente Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 1 2 Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 drs. Pim van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 De Nieuwe Werkgever Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van De Nieuwe Werkgever De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ EIND- EN TOETSTERMEN VOOR HET SEU EXAMEN PAYROLL

TOELICHTING BIJ EIND- EN TOETSTERMEN VOOR HET SEU EXAMEN PAYROLL TOELICHTING BIJ EIND- EN TOETSTERMEN VOOR HET SEU EXAMEN PAYROLL TOELICHTING BIJ EIND- EN TOETSTERMEN VAN HET SEU EXAMEN PAYROLL Waarom eind- en toetstermen? Eind- en toetstermen informeren opleiders,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV. Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Piblw-Reïntegratie BV. Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Piblw-Reïntegratie BV. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013 A&P Partners Zoetermeer, zaterdag 3 augustus 2013 In opdracht van A&P Partners De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao

Fact sheet avv-loze periode ABU-cao Fact sheet avv-loze periode ABU-cao INLEIDING De CAO voor Uitzendkrachten (hierna nader te noemen de ABU-CAO ) is op dit moment niet algemeen verbindend verklaard. Dit wordt ook wel de avv-loze periode

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC A12 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Nieuwland Opleidingen B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Nieuwland Opleidingen B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van BABEL De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company Tevredenheidsonderzoek 2014 Jobcoach Company Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Jobcoach Company De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen Tevredenheidsonderzoek 2015 Twintaal Trainingen Zoetermeer, woensdag 17 februari 2016 In opdracht van Twintaal Trainingen De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurpeiling voorjaar 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv Tevredenheidsonderzoek 2015 totaal inburgering bv Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van totaal inburgering bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Zoetermeer, donderdag 13 augustus 2015 In opdracht van Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 TAMA TalentCentrum Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van TAMA TalentCentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2013 ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Zoetermeer, dinsdag 4 februari 2014 In opdracht van ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV Tevredenheidsonderzoek 2015 AM Werk Reïntegratie BV Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van AM Werk Reïntegratie BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau Tevredenheidsonderzoek 2010 / 2011 Olympia uitzendbureau Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2011 In opdracht van Olympia uitzendbureau De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie Tevredenheidsonderzoek 2014 ROC Alfa-college, unit Educatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van ROC Alfa-college, unit Educatie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages Tevredenheidsonderzoek 2014 STE Languages Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van STE Languages De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Tevredenheidsonderzoek 2014 Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Nadere informatie

Kengetallen ondernemerschap

Kengetallen ondernemerschap Kengetallen ondernemerschap Tabellenboek drs. N.G.L. Timmermans R. in 't Hout K. Bakker drs. W. H.J. Verhoeven Zoetermeer, 14 augustus 2009 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2014 René Vogels Zoetermeer, 22 april 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurmeting oktober 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 Rijn IJssel, Educatie & Integratie Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Rijn IJssel, Educatie & Integratie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ EIND- EN TOETSTERMEN VOOR HET SEU EXAMEN UITZENDMEDEWERKER

TOELICHTING BIJ EIND- EN TOETSTERMEN VOOR HET SEU EXAMEN UITZENDMEDEWERKER TOELICHTING BIJ EIND- EN TOETSTERMEN VOOR HET SEU EXAMEN UITZENDMEDEWERKER TOELICHTING BIJ EIND- EN TOETSTERMEN VAN HET SEU EXAMEN UITZENDMEDEWERKER Waarom eind- en toetstermen? Eind- en toetstermen informeren

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau?

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Vanaf 1 april 2012 is er sprake van een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten. Dit kan grote

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Pappenheim Re-integratie en Outplacement Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Pappenheim Re-integratie en Outplacement De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Belangrijke informatie voor werkgevers die personeel inhuren of uitlenen

Belangrijke informatie voor werkgevers die personeel inhuren of uitlenen Belangrijke informatie voor werkgevers die personeel inhuren of uitlenen Inleiding Sinds 1 juli 2012 is de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (hierna Waadi) gewijzigd. Deze wetswijziging

Nadere informatie

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Minirapportage ir. C.C. van de Graaff drs. W.H.J. Verhoeven drs. P. Vroonhof K. Bakker Zoetermeer, 18 september 2002 Dit onderzoek is uitgevoerd

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Landstede Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Landstede De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Ons kenmerk z Contactpersoon

Ons kenmerk z Contactpersoon Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling Tevredenheidsonderzoek 2015 Stap.nu Reïntegratie & Counseling Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Stap.nu Reïntegratie & Counseling De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek

Tevredenheidsonderzoek Tevredenheidsonderzoek Voorbereid op de Toekomst (VOT) taal, advies & begeleiding meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport In opdracht van Voorbereid op de Toekomst (VOT) taal,

Nadere informatie

Exportontwikkeling van het industriële MKB

Exportontwikkeling van het industriële MKB Exportontwikkeling van het industriële MKB Ro Braaksma Zoetermeer, 3 september 2003 Bestelnummer: M200305 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Mondriaan Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Mondriaan De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Midden Nederland Participatieopleidingen De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Cliëntenaudit Stichting SEIN

Cliëntenaudit Stichting SEIN Cliëntenaudit Stichting SEIN Zoetermeer, 17 februari 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Thatcher & Aalderink meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Thatcher & Aalderink meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Thatcher & Aalderink meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport In opdracht van Thatcher & Aalderink Zoetermeer, donderdag 3 augustus 2017 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2014 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 3 mei 2015 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau?

Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Wat betekent de AVV loze periode voor het uitzendbureau? Een onderbreking van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) van de Cao voor Uitzendkrachten kan grote gevolgen hebben voor uitzendbureaus die niet

Nadere informatie

Flexibel personeel evenement & veiligheid. Van 2.0 naar 3.0 Risico s beperken

Flexibel personeel evenement & veiligheid. Van 2.0 naar 3.0 Risico s beperken Flexibel personeel evenement & veiligheid Van 2.0 naar 3.0 Risico s beperken Soorten Flexibel personeel Eigen medewerkers met een tijdelijk contract Vaste uren Variabele uren Oproepcontract MET en ZONDER

Nadere informatie

Effecten invoering dubbeltariefsysteem straattaxi

Effecten invoering dubbeltariefsysteem straattaxi Effecten invoering dubbeltariefsysteem straattaxi Dammis van 't Zelfde Zoetermeer, 16 september 2013 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering

Tevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering Tevredenheidsonderzoek 2011 BHP Groep Loopbaanadvisering Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van BHP Groep Loopbaanadvisering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/Stratus.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Lest Best

Tevredenheidsonderzoek Lest Best Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Lest Best Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van Lest Best De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Replooy re-integratie & coaching vof

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Replooy re-integratie & coaching vof Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Replooy re-integratie & coaching vof Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Replooy re-integratie & coaching vof De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Succes2gether.B.V meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Succes2gether.B.V meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Succes2getherBV meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport In opdracht van Succes2getherBV Zoetermeer, maandag 20 mei 2019 De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V.

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Voorzet Arbeid B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Voorzet Arbeid B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Marian Ruisch Coaching en Re-integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Marian Ruisch Coaching en Re-integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Marian Ruisch Coaching en Re-integratie Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Marian Ruisch Coaching en Re-integratie De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport In opdracht van Re-integratie Zeeland Zoetermeer, donderdag 3 augustus 2017 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, 5 juli 2013 Rapportnummer : A201337 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Marian Ruisch Coaching en Re-integratie

Tevredenheidsonderzoek Marian Ruisch Coaching en Re-integratie Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 Marian Ruisch Coaching en Re-integratie Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van Marian Ruisch Coaching en Re-integratie De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten Evaluatie campagne Doe meer met Afval mening betrokken gemeenten Zoetermeer, 10 maart 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement

Tevredenheidsonderzoek BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Profunda Loopbaancoaching Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van Profunda Loopbaancoaching De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Replooy re-integratie & coaching vof

Tevredenheidsonderzoek Replooy re-integratie & coaching vof Tevredenheidsonderzoek 2013-2014 Replooy re-integratie & coaching vof Zoetermeer, zondag 3 augustus 2014 In opdracht van Replooy re-integratie & coaching vof De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Informatie afkomstig van www.abu.nl

Informatie afkomstig van www.abu.nl Als je gaat werken voor een uitzendonderneming zijn er een aantal zaken waar je rekening mee moet houden en wat je zou moeten weten, zoals bijvoorbeeld: Wat neem je mee naar de inschrijving? Welke wet-

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2013-2014. Stichting ActiefTalent

Tevredenheidsonderzoek 2013-2014. Stichting ActiefTalent Tevredenheidsonderzoek 2013-2014 Stichting ActiefTalent Zoetermeer, donderdag 21 mei 2015 In opdracht van Stichting ActiefTalent De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie