Onder redactie van: N. van Alfen C.G. Faber, dr. B.C. Jacobs W.L. van der Pol M.C. de Rijk (voorzitter) C. Verhamme P.W. Wirtz

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onder redactie van: N. van Alfen C.G. Faber, dr. B.C. Jacobs W.L. van der Pol M.C. de Rijk (voorzitter) C. Verhamme P.W. Wirtz"

Transcriptie

1 BOERHAAVE SYMPOSIUM

2

3 Prinses Beatrix Fonds symposium neuromusculaire ziekten Acute zorg en chronische problemen bij neuromusculaire aandoeningen Onder redactie van: N. van Alfen C.G. Faber, dr. B.C. Jacobs W.L. van der Pol M.C. de Rijk (voorzitter) C. Verhamme P.W. Wirtz Boerhaave Commissie voor Postacademisch Onderwijs in de Geneeskunde Leids Universitair Medisch Centrum (

4 ISBN/EAN: Alle rechten zijn voorbehouden aan het Leids Universitair Medisch Centrum (Boerhaave Nascholing). Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze ook zonder voorafgaande toestemming. De toestemming moet worden aangevraagd bijboerhaave Nascholing, Postbus 9600, 2300 RC LEIDEN.

5 INHOUDSOPGAVE pag. Programma VII Bij benadering, neuromusculaire ziekten in getallen 1 it is not unusual to have a rare disease H. Deenen, J. Verschuuren, A. Verbeek en B. van Engelen Met spoed naar de spieren 7 B.C. Jacobs en P.W. Wirtz Neuromusculaire aandoeningen adembenemend 19 P.J. Wijkstra en N. van Alfen In hart en spieren 31 A.J. van der Kooi en M.C.E. Hermans Zorg voor de spieren: voor, tijdens en na een operatie 49 G.W. van Dijk en M.M.J. Snoeck Behandeling van neuromusculaire ziekten: meer dan pillen 59 I. J.M. de Groot en B.G.M. van Engelen Stichting Interuniversitair Steunpunt Neuromusculair 65 Onderzoek (ISNO) Prinses Beatrix Fonds 77 Cursuscommissie, sprekers en cursuscommissieleden 81 V

6 VI

7 PROGRAMMA Vrijdag 13 januari Ontvangst en registratie Voorzitter C. Verhamme Opening: C. Verhamme Bij benadering, neuromusculaire ziekten in getallen B.G.M. van Engelen Met spoed naar de spieren B.C. Jacobs en P.W. Wirtz Zorg voor de spieren: Voor, tijdens en na een operatie G.W. van Dijk en M.M.J. Snoeck Koffiepauze In hart en spieren A.J. van der Kooi en M.C.E. Hermans Neuromusculaire ziekten adembenemend P.J. Wijkstra en N. van Alfen Lunch Voorzitter M.C. de Rijk Behandeling van neuromusculaire ziekten: meer dan pillen I.J.M. de Groot en B.G.M van Engelen VII

8 Uitreiking Prinses Beatrix Fonds Jaarprijs Neuromusculaire ziekten 2011 en voordracht prijswinnaar Theepauze Neuromusculair nieuws uit 2011 W.L. van der Pol en P.A. van Doorn Neuromusculaire quiz C.G. Faber en G. Drost Sluiting M.C. de Rijk Informele bijeenkomst VIII

9 IX

10 X

11 Bij benadering, neuromusculaire ziekten in getallen It is not unusual to have a rare disease H. Deenen, J. Verschuuren, A. Verbeek en B. van Engelen Inleiding Elk voor zich zijn vrijwel alle neuromusculaire ziekten zeldzaam, met een prevalentie van 50/ of lager. Wanneer je de standaard werken over neuromusculaire ziekten (NMZ) erop na slaat, dan blijkt dat er maar weinig epidemiologische gegevens beschikbaar zijn over deze aandoeningen. [1,2] Hierdoor ontbreken ook epidemiologische cijfers over neuromusculaire ziekten als groep. Capture-recapture method 1

12 Literatuur, 1991 en nu Literatuuronderzoek naar 30 NMZ in de neuromusculaire polikliniek illustreert dat er veel hiaten zijn in de epidemiologische kennis op dit gebied. Wanneer de beschikbare gegevens worden vergeleken met de World Survey van Emery in 1991, blijken de prevalentie rates van HMSN, non-dystrophische myotonia en musculaire dystrofieën (met uitzondering van myotone dystrofie) vrij constant te zijn gebleven. [3,4] ALS vertoont een matige stijging van 20% en SMA en myotone dystrofie vertonen een aanzienlijke groei. Het beschikbaar komen van genetische testen en de publicatie van diagnostische criteria kan hieraan bijgedragen hebben. Overall prevalentie Wanneer alle gevonden prevalentie rates worden opgeteld, vinden we een minimale overall prevalentie rate van 175/ Aangezien dit getal gebaseerd is op maar 24 van de 600 aandoeningen en dus een flinke onderschatting is, kan worden gezegd dat neuromusculaire ziekten minstens drie keer zo vaak voorkomen als de ziekte van Parkinson. Nederland en epidemiologie van NMZ Nederland is door haar compactheid, goede en toegankelijke gezondheidszorg en beschikbare overlegstructuren bij uitstek geschikt voor het doen van epidemiologisch onderzoek. Een voorbeeld hiervan is de Computer Registry of All Myopathies and Polyneuropathies (CRAMP). In een door het Interuniversitair Steunpunt Neuromusculair Onderzoek (ISNO) geïnitieerd samenwerkingsverband van alle neuromusculaire centra in Nederland, worden diagnose, geboortedatum, diagnosedatum en geslacht van patiënten met een neuromusculaire ziekte (inclusief voorhoornaandoeningen) geregistreerd. [5] Doordat de CRAMP in de meeste centra niet geautomatiseerd registreert en omdat niet alle patiënten met een neuromusculaire aandoening bij één van de deelnemende centra terecht komen, is bekend dat de CRAMP niet volledig is. Om toch een goed gefundeerde schatting te maken van incidentie en prevalentie van ziekten geregistreerd in CRAMP, wordt de capture-recapture methode toegepast. Deze van oorsprong uit de biologie afkomstige methode kan worden toegepast wanneer er naast de gebruikte registratie nog een 2

13 andere overlappende, bij voorkeur onafhankelijke registratie beschikbaar is. Het ledenbestand van Vereniging Spierziekten Nederland (VSN) zal hiervoor worden gebruikt. Op dit moment vindt daarvoor de dataverzameling plaats en resultaten worden in voorjaar/zomer van 2012 verwacht. DBC en CRAMP Op basis van gegevens uit de DBC registratie van de bij CRAMP aangesloten centra, wordt per jaar 4600 keer een neuromusculaire ziekte vastgesteld. Om de prevalentie van neuromusculaire ziekten op basis van de incidentie te bepalen, is de duur van de aandoening nodig. Een globale schatting is dat patiënten na diagnose van hun aandoening nog 30 jaar leven. Hiermee wordt de prevalentie 4600*30 = , ofwel 863/ Deze schatting ligt vijf keer zo hoog is als de (onder)schatting van 175/ op basis van literatuuronderzoek. Met behulp van de CRAMP en het VSN ledenbestand hopen we een beter gefundeerde schatting te kunnen maken van het voorkomen van neuromusculaire ziekten in Nederland. De eerste resultaten worden in de tweede helft van 2012 verwacht. 3

14 Dus: het hebben van een zeldzame ziekte is bepaald geen zeldzaamheid en alle (zeldzame) neuromusculaire ziekten tezamen vormen een aanzienlijke burden of disease. 4

15 LITERATUUR 1. Dyck PJ, editor. Peripheral neuropathy. 4th ed. Philadelphia: Saunders; Engel AG, Franzini-Armstrong C, editors. Myology: basic and clinical. 3rd ed. New York: McGraw-Hill; Emery AE. Population frequencies of inherited neuromuscular diseases a world survey. Neuromuscul Disord. 1991;1: Emery AE. Population frequencies of neuromuscular diseases II. Amyotrophic lateral sclerosis (motor neurone disease). Neuromuscul Disord. 1991;1: Van Engelen BG, van Veenendaal H, van Doorn PA, Faber CG, van der Hoeven JH, Janssen NG, Notermans NC, van Schaik IN, Visser LH, Verschuuren JJ. The Dutch neuromuscular database CRAMP (Computer Registry of All Myopathies and Polyneuropathies): development and preliminary data. Neuromuscul Disord. 2007;17:

16 6

17 Met spoed naar de spieren B.C. Jacobs en P.W. Wirtz Neuromusculaire ziekten kunnen de oorzaak zijn van een snelle klinische achteruitgang waarvoor spoedeisende hulp noodzakelijk is (zie Tabel 1). Soms gaat het om de eerste presentatie van een neuromusculaire ziekte en dan is het van groot belang om snel de diagnose te stellen. Voorbeelden zijn het Guillain-Barré syndroom (GBS), rhabdomyolyse en thiaminedeficiëntie. In andere gevallen gaat het om een bekende neuromusculaire aandoening waarbij plotseling verslechtering kan optreden. Voorbeelden zijn de myasthene en cholinerge crisis bij myasthena gravis (MG), acute intermitterende porfyrie en acute verslechtering bij amyotrofische lateraal sclerose. Soms is de snelle achteruitgang het gevolg van verkeerde medicatie zoals bepaalde spierverslappers en anesthetica bij vele neuromusculaire aandoeningen en natriumvalproaat bij mitochondriële ziekten. Vaak gaat het dan om algehele spierzwakte, maar soms ook om een zeer beperkte uitval die toch levensbedreigend kan zijn, zoals bij een nervus phrenicus neuropathie (neuralgische amyotrofie, brachiale plexopathie, trauma, intoxicatie zware metalen, infecties als HIV en borrelia). Graag verwijzen we voor deze aandoeningen naar de bekende overzichten in de literatuur. Hier zullen we specifiek ingaan op de relatief vaak voorkomende spoedeisende situaties door GBS en MG. Guillain-Barré syndroom GBS is in Nederland de meest voorkomende oorzaak van subacute neuromusculaire verlamming. GBS is een snel progressieve en potentiëel levensbedreigende aandoening van de perifere zenuwen en zenuwwortels. [1] Ongeveer een kwart van de patiënten met GBS moet worden geïntubeerd vanwege een bedreigde ademweg of dreigende respiratoire insufficientie. [2] Meestal moeten deze patiënten in de eerste week van de opname in het ziekenhuis al worden geïntubeerd en beademd. 2 Respiratoire insufficiëntie wordt meestal veroorzaakt door zwakte van de ademhalingspieren. Soms echter wordt deze situatie veroorzaakt door bulbaire zwakte die gekenmerkt wordt door dysartrie, dysfonie en dysfagie en die bijvoorbeeld ook kan 7

18 optreden zonder algehele spierzwakte, zoals bij het Miller Fisher syndroom (MFS), een regionale variant van GBS. Daarnaast kan bij GBS een spoedeisende situatie ontstaan als gevolg van autonome dysfunctie in de vorm van ernstige fluctuaties in de hartfrequentie en bloeddruk. Vaak is dan ook sprake van ernstige algehele spierzwakte of respiratoire insufficiëntie. Vroegtijdig stellen van de diagnose GBS en snel herkennen van de levensbedreigende situatie is essentieel om adequate voorzorgsmaatregelen te kunnen nemen. Tabel 1. Differentiaal diagnose snel progressieve verlamming (soms met dreigende respiratoïre insufficiëntie). Localisatie Centraal zenuwstelsel Voorhoorncellen Plexus Zenuwwortels Perifere zenuwen Neuromusculaire overgang Spieren Ziektebeelden Encefalitis, demyelinisatie, leptomeningeale maligniteit, myelitis transversa, hersenstam-of myelumcompressie Poliomyelitis, West-Nilevirus, ALS/PSMA Neuralgische amyotrofie, diabetes mellitus Guillain-Barré syndroom, compressie, neuroborreliose, cytomegalovirus, HIV, leptomenigeale maligniteit Guillain-Barré syndroom, CIDP, medicatie-gerelateerde neuropathie, critical illness polyneuropathie, vasculitis, difterie, thiamine-deficiëntie, porfyrie, intoxicatie (zware metalen), neuroborreliose, metabole stoornissen (hypoglycemie, -kaliëmie, -fosfatemie, hypermagnesiëmie) Myasthenia gravis (myasthene- en cholinerge crisis), botulisme, intoxicatie (organofosfaten) Critical illness polyneuromyopathie, mitochondriële ziekten, polymyositis, dermatomyositis, rhabdomyolyse Vroegtijdig herkennen van GBS De diagnose GBS wordt vooral gesteld op grond van de kliniek en is volgens sommige tekstboeken relatief eenvoudig te stellen. De belangrijkste diagnostische kenmerken van GBS zijn een snel progressieve, symmetrische parese van benen en armen, in combinatie met lage of afwezige reflexen, soms met uitval van sensore zenuwen, hersenzenuwen of autonome zenuwen, en zonder andere verklaring voor deze afwijkingen. [3] Een belangrijk kenmerk van GBS is dat de progressieve fase per definitie niet langer duurt dan 4 weken. [3] De duur van de progressieve fase kan echter pas achteraf worden bepaald zodat deze in de acute fase meestal niet gebruikt kan worden 8

19 voor het stellen van de diagnose. Vaak wordt er aanvullend onderzoek ingezet om de diagnose te kunnen bevestigen. Typisch voor GBS zijn de bevindingen bij het liquoronderzoek (verhoogd eiwit bij een celaantal onder de 50 per microliter) en het neurofysiologisch onderzoek (kenmerken van demyelinisatie en/of axonale degeneratie). [3] Bij bepaalde patiënten is soms ook aanvullend bloedonderzoek of beeldvorming nodig om andere ziektebeelden uit te sluiten. De klinische praktijk blijkt echter soms anders te zijn dan de beschrijvingen in de tekstboeken waardoor het toch lastig kan zijn om de diagnose GBS vroegtijdig te stellen. In de eerste plaats is het ziektebeeld relatief zeldzaam, zeker voor huisartsen en andere specialisten dan de neuroloog. Daarnaast is de klinische presentatie van GBS opvallend variabel en vertonen patiënten met GBS onderling soms grote verschillen. [1] Zo zijn er patiënten met een MFS die ernstige bulbaire zwakte vertonen, of patiënten met GBS bij wie pijn op de voorgrond staat en die plotseling progressief krachtsverlies vertonen. Patiënten met een puur motore vorm van GBS kunnen soms langdurig normale reflexen houden. Bij al deze varianten moet desondanks zo vroeg mogelijk de juiste diagnose worden gesteld. Een ander belangrijk practisch probleem is dat het liquor- en neurofysiologisch onderzoek in de acute fase van de ziekte normaal kan zijn, zodat men soms toch vooral is aangewezen op de kliniek. Verder heeft GBS een uitgebreide differentiaaldiagnose (zietabel 1), waardoor het is in de acute situatie niet altijd mogelijk is om alternatieve diagnoses volledig uit te sluiten. GBS bij jonge kinderen Het stellen van de diagnose GBS blijkt in de praktijk met name lastig te zijn bij jonge kinderen, waarschijnlijk omdat deze zich vaker presenteren met aspecifieke klachten en soms moeilijker neurologisch te onderzoeken zijn. In een recente studie van Roodbol et al. werd de klinische presentatie bij kinderen met GBS onderzocht en de tijd die het kostte om na presentatie of opname de juiste diagnose te stellen. [4] Hieruit bleek dat bij kinderen onder de 6 jaar de juiste diagnose significant later gesteld wordt dan bij kinderen van 6 jaar en ouder. Bij opname werd de juiste diagnose gesteld bij slechts eenderde van de jonge kinderen. Bij een deel van deze kinderen was zelfs een opnameduur van meer dan drie weken nodig om tot de juiste diagnose te komen. Sommige van deze kinderen werden voor het stellen van de diagnose 9

20 zelfs plotseling respiratoir insufficiënt en moesten dan met spoed worden geïntubeerd. [5] Kinderen onder de 6 jaar bleken zich vaak te presenteren met pijn in de benen en weigeren om te lopen. Tot driekwart van de kinderen heeft veel pijn. [4,6] Dit leidde tot aanvankelijke werkdiagnoses van myositis, meningitis, tonsillitis, discitis, coxitis of reumatische aandoeningen. Vaak werden de kinderen met deze werkdiagnose opgenomen door de algemeen kinderarts. Bij kinderen is de differentiaal diagnose van GBS is in de klinische praktijk dus anders dan die van de slappe verlamming. Opvallend was dat de spierzwakte vaak niet direct opviel, maar dat het minder bewegen geweten werd aan malaise of gebrek aan coöperatie. Wanneer eraan gedacht wordt, is het testen van spierzwakte bij jonge kinderen echter goed mogelijk, bijvoorbeeld door hen iets boven het hoofd te laten grijpen, door te letten op de kracht van het verzet met armen en benen, op grimasseren en door te luisteren naar huilen, spreken en slikken. [5] Opvallend vaak hebben jonge kinderen met GBS radiculaire prikkeling die zich kan uiten als luierpijn en als weerstand en protest bij gestrekt heffen van de benen of buigen van het hoofd. [4] Voorspellen van respiratoire insufficientie bij GBS Als bij een patiënt de diagnose GBS is gesteld, is het belangrijk om te monitoren op het optreden van dreigende respiratoire insufficiëntie, bulbaire zwakte of ernstige autonome dysfunctie. De aanwezigheid van één van deze alarmsymptomen is al voldoende reden om een patiënt te bewaken op de intensive care en indien nodig te intuberen en te beademen. Nog voordat deze situatie zich voor doet is het van belang om te kunnen inschatten hoe groot het risico is dat een bepaalde patiënt geïntubeerd of beademd moet worden. Als dat risico voldoende groot is zal de patiënt in de buurt van een intensive care moeten worden behandeld en gecontroleerd. Recent is onderzocht wat de belangrijkste riscofactoren zijn voor het optreden van respiratoire insufficiëntie. [2] Bij volwassen patiënten zijn de drie best voorspellende klinische risicofactoren op een bedreigde ademde: een snel progressieve spierzwakte, de aanwezigheid van aangezichtszwakte en/of (milde) bulbaire zwakte, en ernstige spierzwakte van armen en benen (gemeten als MRCsomscore). Met behulp van deze drie risicofactoren bleek het mogelijk om een gevalideerd prognostisch model te ontwikkelen (zie Tabel 2). [2] Met de Erasmus GBS Respiratory Insufficiency Score (EGRIS) is het mogelijk 10

21 om bij patiënten met GBS het risico te bepalen op respiratoire insufficiëntie in de eerste week van de opname (zie Figuur 1). [2] De kans op respiratoire insufficiëntie is met een EGRIS van 0-2 laag (4%), met een EGRIS van 3-4 gemiddeld (24%) en met een EGRIS van 5-7 groot (65%). [2] Opgemerkt moet worden dat zelfs bij een patiënt met de laagste EGRIS het optreden van respiratoire insufficiëntie niet geheel is uitgesloten. In de progressieve fase moeten dus alle patiënten worden bewaakt. De CBO-richtlijn GBS heeft de EGRIS overgenomen als methode om dit risico in te schatten en adviseert om bij een EGRIS van 5-7 een patiënt op (of nabij) een intensive care op te nemen. [7] Verder moet worden opgemerkt dat de EGRIS niet is gevalideerd voor kinderen met GBS. Tabel 2. Erasmus GBS Respiratory Insufficiency Score (EGRIS). [2] Risicofactor Categorie Score Dagen tussen begin spierzwakte en opname > 7 dagen 4-7 dagen 3 dagen Aangezichtszwakte en/of bulbaire zwakte bij opname Afwezig Aanwezig MRC-somscore bij opname EGRIS 0-7 EGRIS is de optelling van de scores van bovengenoemde drie risicofactoren en kan worden gebruikt om bij opname het risico op respiratoire insufficiëntie in de eerste week van de opname te schatten (zie Figuur 1). [2] De bovengenoemde MRC-somscore is de optelling van de MRC-scores voor de spierkracht van 6 afzondelijke spiergroepen in beide armen (abductie in schouder, flexie in elleboog, extensie in pols) en beide benen (flexie in heup, extensie in knie, dorsoflexie van voet). Deze MRC-somscore varieert tussen 0 (tetraparalyse) en 60 (normale kracht)

22 Fig. 1: Erasmus GBS Respiratory Insufficiency Score (EGRIS). [2] De EGRIS kan bij opname van de patiënt worden berekend aan de hand van de scores voor de drie belangrijkste risocofactoren op respiratoire insufficiëntie (zie Tabel 2). [2] Met behulp van bovenstaande figuur kan vervolgens de kans op respiratoire insufficiëntie worden afgelezen. Behandeling en monitoring van GBS De standaardbehandeling voor GBS is met intraveneus toegediende immunoglobulines (IVIg, totaal 2 gram per kilogram lichaamsgewicht, gegeven in 0,4 gram per kilogram lichaamsgewicht gedurende 5 opeenvolgende dagen). [1] Als alternatief kan worden behandeld met plasmaferese (totaal 6 maal het plasmavolume, gewisseld in vier of vijf sessies). IVIg is even effectief als plasmaferese, maar heeft minder bijwerkingen en is daarom de behandeling van eerste keus. Patiënten met een milde vorm van GBS, die wel zelfstandig kunnen lopen, hoeven niet standaard behandeld te worden. De CBO-richtlijn adviseert echter om wél IVIg te geven aan patiënten die nog zelfstandig kunnen lopen maar (1) snel achteruit gaan, of met (2) een verminderde vitale capaciteit, (3) slikstoornissen, en/of (4) autonome functiestoornissen. [7] Voor het behandelen van kinderen met GBS gelden dezelfde overwegingen als voor volwassenen, al is het effect van deze behandeling bij kinderen minder goed onderzocht. Patiënten met het MFS komen alleen in aanmerking voor behandeling indien er tevens 12

23 sprake is van ernstige beperkingen, slikstoornissen of spierzwakte van armen en benen. [7] Goede bewaking van de vitale functies is van essentiëel belang bij alle patiënten met GBS. De CBO-richtlijn adviseert om in de progressieve fase alle patiënten eens per twee tot vier uur te monitoren op insufficiënte ademhaling. 7 Dat kan het beste door het meten van de vitale capaciteit en te letten op klinische tekenen van ademhalingszwakte (tachypnoe, tachycardie, transpireren, paradoxale ademhaling, gebruik van hulpademhalingsspieren en hardop tellen in één ademteug). Verder is het belangrijk om in de progressieve fase van de ziekte te controleren op autonome dysfunctie (continue ECG monitoring en regelmatige controle van de bloeddruk). Bewaking op een intensive care moet worden overwogen bij (1) een EGRIS van 5-7, (2) aanwijzingen voor dreigende respiratoire insufficiëntie (klinische kenmerken en/of een vitale capaciteit van <15-20 ml/kg of van totaal <1 liter), (2) ernstige slikstoornissen, (3) ernstige cardiovasculaire autonome functiestoornissen, of (4) snelle achteruitgang van reeds ernstig aangedane patiënten. [7] Tijdens en na de behandeling kan de patiënt steeds verder achteruitgaan, maar dat wil niet zeggen dat de therapie niet effectief zal zijn. Op dit moment is helaas onbekend of patiënten die na behandeling met IVIg steeds verder achteruitgaan baat hebben bij een tweede kuur met IVIg. Het therapeutisch effect van een tweede kuur wordt op dit moment onderzocht in de nederlandse Second-IVIg-Dose trial. Het geven van IVIg na een behandeling met plasmaferese blijkt niet effectiever dan het geven van plasmaferese of IVIg alleen. Het effect van plasmaferese bij een patiënt die onvoldoende verbetert na een kuur met IVIg is onbekend, maar deze behandeling lijkt niet rationeel omdat door de plasmaferese het therapeutisch effect van IVIg mogelijk deels teniet wordt gedaan. Patiënten kunnen na de behandeling met IVIg ook eerst verbeteren en vervolgens na enkele dagen of weken een secundaire achteruitgang laten zien. In dat geval is er waarschijnlijk een voortdurende ziekteactiveit waarbij IVIg slechts tijdelijk heeft gewerkt. Een dergelijke treatmentrelated fluctuation treedt op bij ongeveer 10% van de patienten met GBS en in deze situatie is het wél geïndiceerd om een tweede kuur met IVIg te geven. [7] Meestal herstellen deze patiënten dan opnieuw, al is soms nog een behandeling met IVIg nodig vanwege een tweede treatment-related 13

24 fluctuation. Indien een patiënt drie keer of vaker achteruit gaat, of indien de achteruitgang later optreedt dan 8 weken na het begin van de spierzwakte, dan moet een chronisch inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie worden overwogen. [1] Bij alle patiënten kunnen ook na de progressieve fase nog talrijke complicaties optreden die eveneens zeer schadelijke gevolgen kunnen hebben. Het is vooral belangrijk om alert te blijven op het optreden van gewichtsverlies, decubitus, pijn, contracturen, delier, blaasproblemen, trombo-embolie, corneabeschadiging door diplegia facialis, drukneuropathie, pneumonie, sepsis en andere infecties. Myasthenia gravis en de myasthene crise De myasthene crise (MC) is gedefinieerd als een verergering van MG die leidt tot respiratoire insufficiëntie waarvoor beademing noodzakelijk is. [8] MC is levensbedreigend en daarom is het des te belangrijker dat de bijpassende klachten vroeg worden herkend en adequate behandeling vlot wordt gestart. De respiratoire insufficiëntie komt door zwakte van de ademhalingsspieren en gaat vaak gepaard met ernstige bulbaire zwakte, zich uitend als een dysartrie en slikstoornissen % van de patiënten met MG zal minstens één MC doormaken. In patiënten met anti-musk antilichamen is de frequentie van respiratoire crisis zelfs hoger. Uitlokkende factoren MC wordt tot in 40% van de gevallen uitgelokt door een infectie, meestal van de luchtwegen. Bij 10% van de MC patiënten treedt een aspiratiepneumonie op, die met name optreedt bij patiënten met ernstige bulbaire zwakte. Ook bepaalde medicijnen kunnen MG verergeren, de belangrijkste corticosteroïden, die juist gegeven worden bij een exacerbatie van MG. Andere vaak gebruikte medicijnen die MG waarschijnlijk kunnen verergeren zijn propranolol, fenytoine, lithium en antibiotica als aminoglycosiden en erythromycine. [9] Het is daarom belangrijk een betrouwbaar inzicht te krijgen in de door de patiënt gebruikte en recent gewijzigde medicatie. Andere beschreven factoren die een MC zouden induceren zijn zwangerschap, trauma en operaties (waaronder de thymectomie). Het hebben van een thymoom lijkt overigens een risicofactor voor het krijgen van MC te zijn. 14

25 Vroegtijdig herkennen van een (dreigende) myasthene crise Patiënten met MG die klagen over (verergering van) slikklachten of kortademigheid dienen direct te worden onderzocht. Hierbij dient speciaal te worden gelet op bulbaire dysfunctie (dysartrie, gestoorde sliktest en tongzwakte) en tekenen van ademhalingszwakte. Let erop dat de spierzwakte zo ernstig kan zijn dat de bekende tekenen van respiratoire insufficiëntie, zoals het gebruik van ademhalingsspieren, niet aanwezig hoeven te zijn. Voorts kan de zwakte van de ademhalingsspieren veel ernstiger zijn dan de zwakte in andere skeletspieren die worden onderzocht (en in zeer zeldzame gevallen zelfs de enige uiting van MG). Een snel oppervlakkig ademhalingspatroon duidt op zwakte van de ademhalingsspieren. Ook hypophonie en korte pauzes tijdens het spreken kunnen hier op wijzen. Een paradoxale ademhaling, waarbij de buik naar binnen trekt in plaats van uitzet bij een inademing, wijst op ernstige zwakte van de ademhalingsspieren. Een eenvoudige test om ademhalingszwakte te evalueren is de patiënt hardop te laten tellen van 1 tot 20 in één uitademing. Het meten van de vitale capaciteit of de piekstroom (peak-flow) is echter betrouwbaarder. Bij een dreigende crisis blijven de bloedgaswaarden (po 2 en pco 2 ) vaak verraderlijk lang goed. Een hypercapnie kan zich uiten met onrust en slapeloosheid. Uiteraard moet de patiënt ook worden onderzocht op infecties. Differentiaaldiagnose Bij een zich snel ontwikkelend myastheen syndroom met uitgesproken oculobulbaire zwakte die zich uitbreidt naar de extremiteiten en ademhalingsspieren moet botulisme worden overwogen. Aanwijzingen hiervoor zijn voorafgaande misselijkheid en braken, evenals tekenen van autonome dysfunctie, zoals een droge mond, orthostatische hypotensie, obstipatie en blaasretentie. Patiënten hebben vaak wijde pupillen. Een ander myastheen syndroom gepaard gaande met autonome dysfunctie is het Lambert-Eaton myastheen syndroom, dat in de helft van de gevallen geassocieerd is met een kleincellig longcarcinoom. Een myasthene crise komt bij LEMS veel minder vaak voor dan bij MG. Een andere differentiaaldiagnostische overweging is de zeer zeldzame cholinerge crise, die bij een patiënt met MG ontstaat door overmatig gebruik van cholinesteraseremmers eg. pyridostigmine. Hierbij worden behalve progressieve ernstige spierzwakte die gepaard kan gaan met fasciculaties cholinerge bijwerkingen gezien, zoals zweten, diarree, 15

26 bronchospasmen en incontinentie. Overigens wordt de cholinerge crise praktisch alleen gezien bij pyridostigminedoseringen boven de 120 mg zes maal per dag. Behandeling Bij een dreigende MC dient bewaking, en eventueel beademing, op een IC plaats te vinden. Voorts dient behandeling met IVIg te worden gestart gedurende vijf dagen en prednison 1 mg/kg/dag. Bij onvoldoende effect van IVIg kan plasmaferese worden overwogen. IVIg en plasmaferese waren in een prospectieve, gerandomiseerde trial even effectieve behandelopties, hoewel plasmaferese wel een sneller effect leek te hebben. [10] Na 15 dagen waren er echter geen verschillen in kracht en functie en IVIg had minder bijwerkingen. Ook in andere studies wordt een sneller effect van plasmaferese beschreven, waardoor sommige experts plasmawisseling prefereren boven IVIg bij een geïntubeerde ernstig verzwakte patiënt, maar dit is gebaseerd op retrospectieve data. [11] Pyridostigmine wordt bij de geïntubeerde patiënt tijdelijk gestaakt in verband met overmatige speekselen bronchiale slijmvorming en een mogelijke kans op cardiale complicaties bij intraveneus toegediende cholinesteraseremmers. Tevens dient de patiënt ook zonder pyridostigmine onafhankelijk van beademing te kunnen zijn voordat tot detubatie kan worden overgegaan. Prognose In de laatste decennia is de mortaliteit van de MC gedaald naar minder dan 5%. [12] Doodsoorzaken van behandelde MC patiënten zijn meestal infectieus (sepsis), maar ook cardiaal (hartritmestoornissen). Met name bij patiënten met een late-onset MG (>50 jaar) is de recidiefkans op MC hoog, tot 33%. Ook wordt melding gemaakt van een frequentie van mislukte detubatie van 27%, met name bij ouderen of patiënten met een pneumonie. [13] Na extubatie moet de patiënt dan ook optimaal verder worden behandeld met immuunsuppressiva en pyridostigmine en moet frequente observatie plaatsvinden tot de MG in een stabiele situatie is gekomen. Het behoeft geen betoog dat het hierboven beschrevene voor de patiënt een zeer beangstigende ervaring is, waaraan ruime aandacht moet worden geschonken. 16

27 LITERATUUR 1. van Doorn PA, Ruts L, Jacobs BC. Clinical features, pathogenesis, and treatment of Guillain-Barré syndrome. Lancet Neurol 2008;7: Walgaard C, Lingsma HF, Ruts L, Drenthen J, van Koningsveld R, Garssen MJ, van Doorn PA, Steyerberg EW, Jacobs BC. Prediction of respiratory insufficiency in Guillain-Barré syndrome. Ann Neurol 2010;67: Asbury AK, Cornblath DR. Assessment of current diagnostic criteria for Guillain- Barré syndrome. Ann Neurol 1990;27 Suppl:S Roodbol J, de Wit MC, Walgaard C, de Hoog M, Catsman-Berrevoets CE, Jacobs BC. Recognizing Guillain-Barré syndrome in preschool children. Neurology 2011;76: de Wit MC, Roodbol J, de Hoog M, Catsman-Berrevoets CE, Jacobs BC. Dreigende respiratoire insufficiëntie bij kinderen door Guillain-Barré syndrome. Ned Tijdschr Geneeskd 2011;155:A Korinthenberg R, Schessl J, Kirschner J. Clinical presentation and course of childhood Guillain-Barré syndrome: a prospective multicentre study. Neuropediatrics 2007;38: CBO-richtlijn Guillain-Barré syndroom. Zie Overzicht-richtlijnen/Neurologische-aandoeningen/. 8. Thomas CE, Mayer SA, Gungor Y, et al. Myasthenia crisis: clinical features, mortality, complications, and risk factors for prolonged intubation. Neurology 1997;48: Pascuzzi RM. Medications and Myasthenia Gravis (A Reference for Health Care Professionals). Myasthenia Gravis Foundation of America org/linkclick.aspx?fileticket=jufvzppq2vg%3d 10. Gajdos P, Chevret S, Clair B, et al. Clinical trial of plasma exchange and high-dose intravenous immunoglobulin in myasthenia gravis. Myasthenia Gravis Clinical Study Group. Ann Neurol 1997;41: Meriggioli MN, Sanders DB. Autoimmune myasthenia gravis: emerging clinical and biological heterogeneity. Lancet Neurol. 2009;8: Chaudhuri A, Behan PO. Myasthenic crisis. Q J Med 2009; 102: Rabinstein AA, Mueller-Kroast N. Risk of extubation failure in patients with myasthenic crisis. Neurocrit Care 2005;3:

Chronische beademing in NL ALS en CTB Groningen

Chronische beademing in NL ALS en CTB Groningen Programma Inleiding (Peter Wijkstra, longarts) Chronische beademing in NL ALS en CTB Groningen Zorgtraject ALS (Hans van der Aa, Verpleegkundig specialist) Poliklinische intake, opname en ontslag Long

Nadere informatie

Thuisbeademing kinderen Indicatie en organisatie in Nederland. 12 oktober 2007 Dr. NAM Cobben, longarts-intensivist

Thuisbeademing kinderen Indicatie en organisatie in Nederland. 12 oktober 2007 Dr. NAM Cobben, longarts-intensivist Thuisbeademing kinderen Indicatie en organisatie in Nederland 12 oktober 2007 Dr. NAM Cobben, longarts-intensivist Thuisbeademing Situatie, waarin de patiënt chronisch of chronisch intermitterende ademhalingsondersteuning

Nadere informatie

Acute neuromusculaire problematiek m.n. bij Guillain-Barré syndroom

Acute neuromusculaire problematiek m.n. bij Guillain-Barré syndroom Acute neuromusculaire problematiek m.n. bij Guillain-Barré syndroom Prof.dr. Bart C. Jacobs Afdeling Neurologie en Immunologie Erasmus MC b.jacobs@erasmusmc.nl 2 e Symposium Acute Neurologie 21 April 2017,

Nadere informatie

Chronische beademing bij ALS Marijke Rutten Longarts

Chronische beademing bij ALS Marijke Rutten Longarts Chronische beademing bij ALS Marijke Rutten Longarts Maastricht UMC+ Centrum voor Thuisbeademing Maastricht (CTBM) Leerpunten De organisatie van chronische beademingszorg in Nederland Wat zijn de verwijscriteria

Nadere informatie

Verpleegkundige zorg aan neuromusculaire patienten

Verpleegkundige zorg aan neuromusculaire patienten Verpleegkundige zorg aan neuromusculaire patienten Ineke Ras-van den Berg consulent Continentie/Wond/Pegsonde Polikliniek Sophia Revalidatie Den Haag Nienke de Goeijen nurse practitioner neuromusculaire

Nadere informatie

Amyotrofische Laterale Sclerose Wat is het en wat moet je ermee op de IC?

Amyotrofische Laterale Sclerose Wat is het en wat moet je ermee op de IC? Amyotrofische Laterale Sclerose Wat is het en wat moet je ermee op de IC? Mathieu van der Jagt Neuroloog-intensivist IC volwassenen m.vanderjagt@erasmusmc.nl Amyotrofische lateraalsclerose (ALS) Presentatie

Nadere informatie

Neuromusculaire zorg in Nederland

Neuromusculaire zorg in Nederland Martha Huvenaars, verpleegkundige neuromusculaire ziekten, polikliniek NNG, UMC Nijmegen St Radboud Drs. Nienke de Goeijen, nurse practitioner neuromusculaire ziekten, UMC Utrecht Neuromusculaire zorg

Nadere informatie

Ik ben zo benauwd. Titia Klemmeier/Josien Bleeker

Ik ben zo benauwd. Titia Klemmeier/Josien Bleeker Ik ben zo benauwd Titia Klemmeier/Josien Bleeker dyspneu ademnood kortademigheid benauwdheid Bemoeilijkte ademhaling Programma Inventarisatie leerdoelen Kennis over de praktijk? Alarmsymptomen Achtergrond

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Nederlandse samenvatting proefschrift Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Cerebral changes in Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5 september 2017, UMC Utrecht Inleiding Amyotrofische

Nadere informatie

8 weken na start 1 e IVIg kuur Patiënt nummer:

8 weken na start 1 e IVIg kuur Patiënt nummer: 8 weken na start 1 e IVIg kuur Patiënt nummer: SID 1. Hersenzenuw uitval (meerdere antwoorden mogelijk): oogbolmotoriek stoornissen n. facialis uitval bulbaire zwakte anders,.. geen 2. Kracht van nek/halsspieren

Nadere informatie

Amyotrofische Laterale Sclerose. ALS Centrum Nederland

Amyotrofische Laterale Sclerose. ALS Centrum Nederland Amyotrofische Laterale Sclerose ALS Centrum Nederland ALS Centrum Nederland Samenwerkingsverband op gebied van diagnostiek, behandeling en wetenschappelijk onderzoek 24/01/2014 2 ALS Stichting Nederland

Nadere informatie

Behandeling van patiënten met het Guillain-Barré syndroom (GBS)

Behandeling van patiënten met het Guillain-Barré syndroom (GBS) VOOR DE INTENSIVIST Behandeling van patiënten met het Guillain-Barré syndroom (GBS) na opname in het ziekenhuis Informatie op basis van de Multidisciplinaire richtlijn Guillain-Barré syndroom (2011) Voor

Nadere informatie

Hoe vaak komt het Guillain-Barre syndroom voor bij kinderen? Het Guillain-Barre syndroom komt bij één op de 100.000 kinderen voor.

Hoe vaak komt het Guillain-Barre syndroom voor bij kinderen? Het Guillain-Barre syndroom komt bij één op de 100.000 kinderen voor. Guillain-Barre syndroom Wat is het Guillain-Barre syndroom? Het Guillain-Barre syndroom is een ziekte waarbij als gevolg van een ontsteking van de zenuwen van de benen, romp, armen en gezicht in toenemende

Nadere informatie

Boezemfibrilleren. Lianne Permentier, cardioloog Ommelander Ziekenhuis

Boezemfibrilleren. Lianne Permentier, cardioloog Ommelander Ziekenhuis 27-10-2016 Boezemfibrilleren Lianne Permentier, cardioloog Ommelander Ziekenhuis Opbouw presentatie Bouw en werking hart Het normale hartritme Boezemfibrilleren Oorzaken boezemfibrilleren Behandelmogelijkheden

Nadere informatie

Obesitas op de recovery

Obesitas op de recovery Obesitas op de recovery Marlous Huijzer AIOS anesthesiologie UMC Utrecht Inzichten Toegenomen arbeid hart en longen Verhoogde kans metabool syndroom Verhoogde kans op DVT of longembolie Obesitas hypoventilatie

Nadere informatie

Palliatieve zorg bij COPD

Palliatieve zorg bij COPD Palliatieve zorg bij COPD Joke Hes Longverpleegkundige Palliatieve zorg bij COPD 26/06/2014 Joke Hes Inhoud presentatie Welkom Wat is COPD Wanneer is er sprake van palliatieve zorg bij COPD Ziektelast

Nadere informatie

Boezemfibrilleren. De bouw en werking van het hart

Boezemfibrilleren. De bouw en werking van het hart Boezemfibrilleren Boezemfibrilleren is een stoornis in het hartritme. Uw hartslag wordt onregelmatig. U kúnt dit voelen, maar dat hoeft niet. Van alle mensen met boezemfibrilleren voelt ongeveer 10 tot

Nadere informatie

REGLEMENT SCHOLARSHIP 2015. Stichting het Prinses Beatrix Spierfonds

REGLEMENT SCHOLARSHIP 2015. Stichting het Prinses Beatrix Spierfonds REGLEMENT SCHOLARSHIP 2015 Stichting het Prinses Beatrix Spierfonds Algemeen De scholarships zijn er op gericht om jonge onderzoekers-in-spe (studenten) te interesseren voor onderzoek dat onder de doelstellingen

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Critical Illness Polyneuropathie (CIPN) Criticall Illness Polyneuropathie (CIPN)

Patiënteninformatie. Critical Illness Polyneuropathie (CIPN) Criticall Illness Polyneuropathie (CIPN) Patiënteninformatie Critical Illness Polyneuropathie (CIPN) Criticall Illness Polyneuropathie (CIPN) 1 Folder Critical Illness Polyneuropathie (CIPN) Inleiding Wanneer een patiënt langere tijd ernstig

Nadere informatie

Guillain- Barré syndroom

Guillain- Barré syndroom Guillain- Barré syndroom T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont

Nadere informatie

Restverschijnselen en revalidatie bij het Guillain-Barré syndroom en CIDP. Prof Pieter A. van Doorn Afdeling Neurologie Erasmus MC Rotterdam

Restverschijnselen en revalidatie bij het Guillain-Barré syndroom en CIDP. Prof Pieter A. van Doorn Afdeling Neurologie Erasmus MC Rotterdam Restverschijnselen en revalidatie bij het Guillain-Barré syndroom en CIDP Prof Pieter A. van Doorn Afdeling Neurologie Erasmus MC Rotterdam Guillain-Barré syndroom (GBS) en CIDP Zijn aandoeningen van het

Nadere informatie

Myasthenia Gravis. Anesthesiologische overwegingen. Karen Noordman 18-12-2015

Myasthenia Gravis. Anesthesiologische overwegingen. Karen Noordman 18-12-2015 Myasthenia Gravis Anesthesiologische overwegingen Karen Noordman 18-12-2015 Myasthenia gravis: Auto-immuunziekte met antilichamen tegen nicotinerge acetylcholinereceptoren in de motorische eindplaat Zorgen

Nadere informatie

IC- bespreking. Myasthenia gravis. Bernard Fikkers, 25 maart 2015

IC- bespreking. Myasthenia gravis. Bernard Fikkers, 25 maart 2015 IC- bespreking Myasthenia gravis Bernard Fikkers, 25 maart 2015 Casus Mevr, 20 jaar Voorgeschiedenis: Vanaf 2010: Myasthenia gravis Nov. 2010: Myasthene crisis à na @jdelijk verminderde medica@e- inname

Nadere informatie

Behandeling van patiënten met het Guillain-Barré syndroom (GBS)

Behandeling van patiënten met het Guillain-Barré syndroom (GBS) VOOR DE FYSIOTHERAPEUT Behandeling van patiënten met het Guillain-Barré syndroom (GBS) na opname in het ziekenhuis Informatie op basis van de Multidisciplinaire richtlijn Guillain-Barré syndroom (2011)

Nadere informatie

Symptomen bij hartfalen 24 november M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist

Symptomen bij hartfalen 24 november M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist Symptomen bij hartfalen 24 november 2017 M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist Hartfalen Hartfalen is een complex van klachten en verschijnselen bij een structurele

Nadere informatie

Neuromusculaire Aandoeningen. Locatie: Radboudumc Nijmegen

Neuromusculaire Aandoeningen. Locatie: Radboudumc Nijmegen Neuromusculaire Aandoeningen Locatie: Radboudumc Nijmegen Donderdag 28 en vrijdag 29 september 2017 De Nederlandse Vereniging van en (VRA) organiseert in samenwerking met de Radboudumc Health Academy op

Nadere informatie

Aortaklepinsufficiëntie

Aortaklepinsufficiëntie Hartcentrum Aortaklepinsufficiëntie Patiëntenfolder aandoeningen Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 De werking van een gezond hart... 3 Wat doet het hart?... 3 Hoe zit het hart in elkaar?... 3 De bloedsomloop...

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar. Niet-technische samenvatting 2015129-1 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Evaluatie en behandeling van pulmonale arteriële hypertensie. 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal

Nadere informatie

Chronische NIV bij stabiele COPD patiënten

Chronische NIV bij stabiele COPD patiënten Chronische NIV bij stabiele COPD patiënten 1. is alleen effectief als er sprake is van hypercapnie 2. is alleen effectief als door de NIV de CO 2 daalt 3. als aan beide (1 en 2) wordt voldaan 4. is nooit

Nadere informatie

ALS Onderzoek. ALS biobank en database. ALS Onderzoek. Onderzoeksprojecten

ALS Onderzoek. ALS biobank en database. ALS Onderzoek. Onderzoeksprojecten ALS Onderzoek ALS Centrum Nederland doet onderzoek naar ALS, PLS en PSMA met als doel om zo snel mogelijk een behandeling voor deze ziektes te vinden. We verzamelen gegevens van zoveel mogelijk patiënten.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 9 Nederlandse Samenvatting F.S. de Man 1,2, N. Westerhof 1,2, A. Vonk-Noordegraaf 1 Departments of 1 Pulmonology and 2 Physiology, VU University Medical Center / Institute for Cardiovascular Research,

Nadere informatie

NEUROMUSCULAIRE AANDOENINGEN

NEUROMUSCULAIRE AANDOENINGEN NEUROMUSCULAIRE AANDOENINGEN Locatie: Sint Maartenskliniek, Nijmegen Donderdag 25 en vrijdag 26 september 2014 Toelichting De Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen (VRA) organiseert in samenwerking

Nadere informatie

,QIRUPDWLHEULHI µfkurqlvfkh EHDGHPLQJ YRRU SDWLsQWHQ PHW DP\RWURILVFKHODWHUDOHVFOHURVH$/6

,QIRUPDWLHEULHI µfkurqlvfkh EHDGHPLQJ YRRU SDWLsQWHQ PHW DP\RWURILVFKHODWHUDOHVFOHURVH$/6 ,QIRUPDWLHEULHI µfkurqlvfkh EHDGHPLQJ YRRU SDWLsQWHQ PHW DP\RWURILVFKHODWHUDOHVFOHURVH$/6 *HDFKWHPHYURXZKHHU U bent door uw behandelend specialist verwezen naar het Centrum voor Thuisbeademing (CTB) voor

Nadere informatie

Hoe wordt het normale hartritme tot stand gebracht?

Hoe wordt het normale hartritme tot stand gebracht? Boezemfibrilleren De cardioloog heeft vastgesteld dat u een ritmestoornis heeft of heeft gehad, die boezemfibrilleren, ofwel atriumfibrilleren wordt genoemd. In deze folder kunt u hierover meer lezen.

Nadere informatie

Behandeling van patiënten met het Guillain-Barré syndroom (GBS)

Behandeling van patiënten met het Guillain-Barré syndroom (GBS) VOOR DE FYSIOTHERAPEUT Behandeling van patiënten met het Guillain-Barré syndroom (GBS) in de fase van herstel Informatie op basis van de Multidisciplinaire richtlijn Guillain-Barré syndroom (2011) Voor

Nadere informatie

Chapter. De Longcirculatie in Pulmonale Hypertensie. Nieuwe inzichten in Rechter Ventrikel- & Longfysiologie. Nederlandse samenvatting

Chapter. De Longcirculatie in Pulmonale Hypertensie. Nieuwe inzichten in Rechter Ventrikel- & Longfysiologie. Nederlandse samenvatting Chapter 9 Nederlandse samenvatting De Longcirculatie in Pulmonale Hypertensie Nieuwe inzichten in Rechter Ventrikel- & Longfysiologie Samenvatting Pulmonale arteriële hypertensie is een ziekte van de longvaten,

Nadere informatie

Inhoud. 3 Afzien van behandeling E ve n niet meer DNR Een minderwaardig leven?... 48

Inhoud. 3 Afzien van behandeling E ve n niet meer DNR Een minderwaardig leven?... 48 IX Inhoud 1 Toestemming voor behandeling................................................. 1 1.1 Hij weet niet wat hij zegt............................................................ 2 1.2 zich te onthouden

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015129. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar.

Niet-technische samenvatting 2015129. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 5 jaar. Niet-technische samenvatting 2015129 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Evaluatie en behandeling van pulmonale arteriële hypertensie. 1.2 Looptijd van het project 1.3 Trefwoorden (maximaal 5)

Nadere informatie

Ademhalingsoefeningen. neuromusculaire aandoeningen

Ademhalingsoefeningen. neuromusculaire aandoeningen Ademhalingsoefeningen bij neuromusculaire aandoeningen In overleg met uw behandelend fysiotherapeut en/of revalidatiearts komt u in aanmerking voor ademhalingsoefeningen. Zoals u weet kan dit bij Neuromusculaire

Nadere informatie

Vereniging Spierziekten Nederland

Vereniging Spierziekten Nederland HET GUILLAIN-BARRE SYNDROOM Vereniging Spierziekten Nederland INLEIDING Deze folder bestaat uit twee delen. In het eerste deel vindt u beknopte informatie over het Guillain Barré Syndroom. In het tweede

Nadere informatie

Zuurbase evenwicht. dr Bart Bohy http://www.medics4medics.com

Zuurbase evenwicht. dr Bart Bohy http://www.medics4medics.com Zuurbase evenwicht 1 Zuren 2 Base 3 4 5 6 7 oxygenatie / ventilatie 8 9 Arteriële bloedgaswaarden Oxygenatie PaO2: 80-100mmH2O SaO2: 95-100% Ventilatie: PaCO2: 35-45mmHg Zuur-base status ph: 7.35-7.45

Nadere informatie

Airstacken en ademhalingsoefeningen

Airstacken en ademhalingsoefeningen Airstacken en ademhalingsoefeningen ademhalingstechnieken en -oefeningen voor mensen met een spierziekte Sterk in beweging Inleiding U bent onder behandeling bij een fysiotherapeut van het Revalidatiecentrum

Nadere informatie

Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD.

Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Robbert Kerseboom Kaderhuisarts astma-copd De prevalentie van obesitas (BMI > 30 kg/m 2 ): (in 2012) 11 % bij mannen 14 % bij vrouwen. De prevalentie van COPD is 20/1000 Nederlanders KADERHUISARTS SCHAKEL

Nadere informatie

Respiratoire complicaties bij thoraxchirurgie. Bart van Silfhout Ventilation Practitioner

Respiratoire complicaties bij thoraxchirurgie. Bart van Silfhout Ventilation Practitioner Respiratoire complicaties bij thoraxchirurgie Bart van Silfhout Ventilation Practitioner Doel & inhoud Het uitwisselen van ideeën, kennis en gedachten en vooral een leuke voordracht!!! Gasuitwisseling

Nadere informatie

Non-invasieve beademing (NIV) Wat is dat en voor wie is het? Instellen op NIV Thuis met NIV

Non-invasieve beademing (NIV) Wat is dat en voor wie is het? Instellen op NIV Thuis met NIV Non-invasieve beademing (NIV) Wat is dat en voor wie is het? Instellen op NIV Thuis met NIV Ad van Terheijden / Henk Jan Wesselink Verpleegkundig consulenten Chronische Beademing Wat is NIV? Non Invasieve

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift getiteld Relatieve bijnierschorsinsufficiëntie in ernstig zieke patiënten De rol van de ACTH-test hebben wij het concept relatieve bijnierschorsinsufficiëntie

Nadere informatie

Boezemfibrilleren. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Boezemfibrilleren. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Boezemfibrilleren De cardioloog heeft vastgesteld dat u een ritmestoornis heeft of heeft gehad, die boezemfibrilleren wordt genoemd. In deze brochure kunt u hierover meer lezen. Neem altijd uw verzekeringsgegevens

Nadere informatie

Stroomdiagram Diagnostiek en behandelschema GBS

Stroomdiagram Diagnostiek en behandelschema GBS Stroomdiagram Diagnostiek en behandelschema GBS 1 Tekst bij Stroomdiagram Diagnostiek en behandelschema Guillain- Barré syndroom 1. Verdenking GBS (hoofdstuk 3) Er is een uitgebreide differentiaaldiagnose

Nadere informatie

Inleiding Hoe werkt het hart? Wat gebeurt er bij een normaal hartritme?

Inleiding Hoe werkt het hart? Wat gebeurt er bij een normaal hartritme? Boezemfibrilleren Inleiding U bent in behandeling bij de cardioloog en/of verpleegkundig specialist omdat er boezemfibrilleren bij u is geconstateerd. In deze folder proberen we in het kort uit te leggen

Nadere informatie

Anesthesie en myotone dystrofie type 1

Anesthesie en myotone dystrofie type 1 VOOR DE ANESTHESIOLOOG Anesthesie en myotone dystrofie type 1 Informatie op basis van de multidisciplinaire richtlijn myotone dystrofie type 1 Anesthesie en myotone dystrofie type 1 Informatie op basis

Nadere informatie

Non-invasieve beademing op MC MC Congres 2018

Non-invasieve beademing op MC MC Congres 2018 Non-invasieve beademing op MC MC Congres 2018 Ton Haans Verpleegkundig Specialist IC Ria Hanenberg MC Verpleegkundige Ton.Haans@radboudumc.nl Ria.Hanenberg@radboudumc.nl Inhoud workshop Inleiding Respiratie

Nadere informatie

INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012

INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012 INHOUD Dit protocol is gebaseerd op de NVN richtlijn 2011 Prognose van post-anoxisch coma. 1 september 2012 Inleiding: Een post-anoxisch coma wordt veroorzaakt door globale anoxie of ischemie van de hersenen,

Nadere informatie

Invasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS

Invasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS Invasieve beademing bij longfibrose Liselotte Boerman, ANIOS Casus Man, 82 jaar, Opname ivm respiratoire insufficiëntie, DD: 1. Acute exacerbatie Idiopathische Pulmonale Fibrose (IPF) 2. overvulling cardiaal

Nadere informatie

Beknopt protocol Gericht aan deelnemend neurologen (principal investigators)

Beknopt protocol Gericht aan deelnemend neurologen (principal investigators) Beknopt protocol Gericht aan deelnemend neurologen (principal investigators) Second IVIg Dose in Guillain-Barré Syndrome patients with poor prognosis (SID-GBS trial) Erasmus MC Johns Hopkins Hospital,

Nadere informatie

Syndroom van Guillain Barré

Syndroom van Guillain Barré Syndroom van Guillain Barré Inleiding U bent opgenomen op afdeling Neurologie met (verdenking) van het Guillain-Barré syndroom. In deze folder leest u meer over de aandoening en de behandeling. U kunt

Nadere informatie

Zenuwcellen die door hun uitlopers de spieren aansturen (motorische neuronen) zijn zowel in de hersenen gelokaliseerd (centraal gelegen motorische neu

Zenuwcellen die door hun uitlopers de spieren aansturen (motorische neuronen) zijn zowel in de hersenen gelokaliseerd (centraal gelegen motorische neu Zenuwcellen die door hun uitlopers de spieren aansturen (motorische neuronen) zijn zowel in de hersenen gelokaliseerd (centraal gelegen motorische neuronen) als in de hersenstam en het ruggenmerg (perifeer

Nadere informatie

Start, afbouw en stop van voedingstherapie bij zware neuroschade. AZ Nikolaas

Start, afbouw en stop van voedingstherapie bij zware neuroschade. AZ Nikolaas Start, afbouw en stop van voedingstherapie bij zware neuroschade Dr. C. Jadoul Neuroloog AZ Nikolaas 1 Casus: recidief slikpneumonie Dame 75 jaar Spoed: algemeen achteruit (mentaal en fysiek) Antec: Parkinson

Nadere informatie

Spierziekten De Hoogstraat denkt met ons mee en helpt met praktische oplossingen

Spierziekten De Hoogstraat denkt met ons mee en helpt met praktische oplossingen Spierziekten De Hoogstraat denkt met ons mee en helpt met praktische oplossingen Deze folder is voor iedereen die meer wil weten over spierziekten en de behandelmogelijkheden bij de divisie kinder- en

Nadere informatie

2. Wat is ALS? 3. Welke delen van het lichaam worden aangetast? 4. Hoe kom je erachter? 5. Wat zijn de klachten?

2. Wat is ALS? 3. Welke delen van het lichaam worden aangetast? 4. Hoe kom je erachter? 5. Wat zijn de klachten? Ik doe mijn spreekbeurt over ALS. Ik ga dadelijk uitleggen wat ALS is. Waarom doe ik mijn spreekbeurt over ALS? Mijn opa is aan deze ziekte overleden en daarom wil ik jullie hier iets over vertellen en

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

Logboek Polikliniek hartfalen

Logboek Polikliniek hartfalen Logboek Polikliniek hartfalen Inleiding Uw cardioloog heeft u naar de hartfalenpolikliniek verwezen. De hartfalenverpleegkundige is er om u te begeleiden hoe u met uw hartklachten om kunt gaan. Hij/zij

Nadere informatie

ALS Centrum Nederland

ALS Centrum Nederland ALS Centrum Nederland In deze brochure vertellen wij over ALS (amyotrofische laterale sclerose) en over ALS Centrum Nederland. Wij spreken over ALS maar bedoelen dan ook PSMA (progressieve spinale musculaire

Nadere informatie

Dreigende respiratoire insufficiëntie bij kinderen door guillain-barrésyndroom

Dreigende respiratoire insufficiëntie bij kinderen door guillain-barrésyndroom Klinische les Dreigende respiratoire insufficiëntie bij kinderen door guillain-barrésyndroom Marie-Claire Y. de Wit, Joyce Roodbol, Matthijs de Hoog, Coriene E. Catsman-Berrevoets en Bart C. Jacobs Erasmus

Nadere informatie

Behandeling van patiënten met het Guillain-Barré syndroom (GBS)

Behandeling van patiënten met het Guillain-Barré syndroom (GBS) VOOR DE NEUROLOOG Behandeling van patiënten met het Guillain-Barré syndroom (GBS) na opname in het ziekenhuis Informatie op basis van de Multidisciplinaire richtlijn Guillain-Barré syndroom (2011) Voor

Nadere informatie

De geriatrische patiënt op de SEH. SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie

De geriatrische patiënt op de SEH. SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie De geriatrische patiënt op de SEH SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie Relevante onderwerpen Delier Symptoomverarming Medicatie op de SEH Duur aanwezigheid patiënt op de SEH Delier

Nadere informatie

Wat is COPD? 1 van

Wat is COPD? 1 van Wat is COPD? COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease. Het is een verzamelnaam voor de ziektes chronische bronchitis en longemfyseem. Artsen maken tegenwoordig geen onderscheid meer tussen

Nadere informatie

anatomie en fysiologie van het hart

anatomie en fysiologie van het hart 1 KLINISCHE INTERPRETATIE VAN ECG S 1 anatomie en fysiologie van het hart 1.1 Het hart is de pomp van het lichaam Het hart pompt met gecoördineerde bewegingen bloed door het lichaam en voorziet zo de weefsels

Nadere informatie

Chronisch Hartfalen. Wat is chronisch hartfalen?

Chronisch Hartfalen. Wat is chronisch hartfalen? Chronisch Hartfalen Wat is chronisch hartfalen? Omschrijving Hartfalen Hartfalen is een aandoening van het hart waarbij het hart niet meer in staat is om voldoende bloed uit te pompen en rond te pompen.

Nadere informatie

Chapter 10 Samenvatting

Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke

Nadere informatie

Hartkwalen Gasping. Aandoeningen v/h hart. Aandoeningen v/h hart. Aandoeningen v/h hart. Aandoeningen v/h hart. Aandoeningen v/h hart 22-1-2012

Hartkwalen Gasping. Aandoeningen v/h hart. Aandoeningen v/h hart. Aandoeningen v/h hart. Aandoeningen v/h hart. Aandoeningen v/h hart 22-1-2012 Hartkwalen Gasping De belangrijkste klachten zijn: vermoeidheid kortademigheid (vooral bij inspanning) opgezette benen en enkels onrustig slapen en s nachts vaak plassen 4 Hartfalen sen Hartspierziekte

Nadere informatie

RESPIRATOIR SYNCYTIEEL VIRUS BIJ KINDEREN

RESPIRATOIR SYNCYTIEEL VIRUS BIJ KINDEREN RESPIRATOIR SYNCYTIEEL VIRUS BIJ KINDEREN 17241 Wat is het RS virus? Respiratoir Syncytieel Virus, kortweg RS virus genoemd, is een virus dat infecties veroorzaakt aan de luchtwegen (neus, oren, keel,

Nadere informatie

Enterovirussen & het Centraal Zenuwstelsel. Coretta Van Leer Arts-microbioloog/viroloog Universitair Medisch Centrum Groningen

Enterovirussen & het Centraal Zenuwstelsel. Coretta Van Leer Arts-microbioloog/viroloog Universitair Medisch Centrum Groningen Enterovirussen & het Centraal Zenuwstelsel Coretta Van Leer Arts-microbioloog/viroloog Universitair Medisch Centrum Groningen Enterovirusen: gecompliceerde familie Name origineel gegeven door kweek en

Nadere informatie

Complicaties bij griep. Nicole Kraaijvanger, SEH-arts KNMG Rijnstate

Complicaties bij griep. Nicole Kraaijvanger, SEH-arts KNMG Rijnstate Complicaties bij griep Nicole Kraaijvanger, SEH-arts KNMG Rijnstate (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium

Nadere informatie

In deze brochure vindt u informatie over COPD, en over hoe u er best mee kunt omgaan.

In deze brochure vindt u informatie over COPD, en over hoe u er best mee kunt omgaan. Welkom Geachte mevrouw Geachte heer In deze brochure vindt u informatie over COPD, en over hoe u er best mee kunt omgaan. Heeft u na het lezen van deze brochure nog bijkomende vragen, opmerkingen of wensen,

Nadere informatie

Fase 1: Verwijzing, aanmelding en initiële hypothese. Screening. Hypothese: Er is mogelijk sprake van liespijn als gevolg van rode vlaggen.

Fase 1: Verwijzing, aanmelding en initiële hypothese. Screening. Hypothese: Er is mogelijk sprake van liespijn als gevolg van rode vlaggen. Stroomdiagram Liespijn Onderstaand stroomdiagram kan worden gebruikt voor het diagnostisch proces, bij patiënten met liespijn. Hierbij wordt de nadruk gelegd op artrogene problematiek. Niet atrogene aandoeningen

Nadere informatie

Non invasieve beademing

Non invasieve beademing Non invasieve beademing Deze folder geeft uitleg over non invasieve beademing (NIV). Heeft u na het lezen van deze folder vragen of zijn er onduidelijkheden, dan kunt u terecht bij de verpleegkundige

Nadere informatie

Het kunstmatig overnemen van de ademhaling (IC)

Het kunstmatig overnemen van de ademhaling (IC) Het kunstmatig overnemen van de ademhaling (IC) Eén van de behandelingsmogelijkheden op de IC is het kunstmatig overnemen of ondersteunen van de ademhaling. Dit wil zeggen dat de ademhaling wordt geregeld

Nadere informatie

Speekselverlies en laryngospasme bij patiënten met ALS. Sandra Offeringa & Janneke Weikamp 29 september 2017

Speekselverlies en laryngospasme bij patiënten met ALS. Sandra Offeringa & Janneke Weikamp 29 september 2017 Speekselverlies en laryngospasme bij patiënten met ALS Sandra Offeringa & Janneke Weikamp 29 september 2017 ALS Congres 2017 Disclosure belangen sprekers (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst

Nadere informatie

Hoe kan wetenschappelijk onderzoek versneld worden met de diagnosethesaurus? Jan Verschuuren. Symposium DHD 24 september 2015

Hoe kan wetenschappelijk onderzoek versneld worden met de diagnosethesaurus? Jan Verschuuren. Symposium DHD 24 september 2015 Hoe kan wetenschappelijk onderzoek versneld worden met de diagnosethesaurus? Jan Verschuuren Symposium DHD 24 september 2015 Spierziekten ALS Polyneuropathie Myasthenia Myopathie Spierziekten ALS Polyneuropathie

Nadere informatie

ECLS: Goede en minder goede indicaties. Diederik van Dijk

ECLS: Goede en minder goede indicaties. Diederik van Dijk ECLS: Goede en minder goede indicaties Diederik van Dijk Extra Corporeal Life Support Bloedsomloop en ademhaling uit de muur Extra Corporeal Life Support De ultieme vorm van life support Maar ken uw beperkingen!

Nadere informatie

,QIRUPDWLHYRRULQVWHOOLQJHQ

,QIRUPDWLHYRRULQVWHOOLQJHQ ,QIRUPDWLHYRRULQVWHOOLQJHQ,QOHLGLQJ Chronische beademing wordt vaak toegepast bij mensen met een progressieve spierziekte of neuromusculaire ziekte, een borstkasafwijking, sommige longziekten en diverse

Nadere informatie

Ademhalingsfunctie: tussen proefschrift en richtlijn? Karin Postma

Ademhalingsfunctie: tussen proefschrift en richtlijn? Karin Postma Ademhalingsfunctie: tussen proefschrift en richtlijn? Karin Postma fysiotherapeut en onderzoeker Rijndam revalidatie & Erasmus MC te Rotterdam tussen proefschrift en richtlijn? Promotor: Prof.dr. H.J.

Nadere informatie

Inhoud. 3 Respiratoire insufficiëntie Klinische symptomen Hypoxemie en hypoxie...42

Inhoud. 3 Respiratoire insufficiëntie Klinische symptomen Hypoxemie en hypoxie...42 Inhoud 1 Geschiedenis van mechanische beademing.... 1 1.1 Evolutie van de apparatuur.... 2 1.1.1 Negatieve drukbeademing... 2 1.1.2 Positieve drukbeademing.... 2 1.2 Evolutie van de behandeling.... 3 2

Nadere informatie

Poli longziekten. Bezoek aan de OSAS-poli

Poli longziekten. Bezoek aan de OSAS-poli Poli longziekten Bezoek aan de OSAS-poli 1 U bent doorverwezen naar de OSAS-poli om te kijken of er bij u sprake is van OSAS. OSAS is de afkorting voor Obstructief Slaap Apneu Syndroom. In deze folder

Nadere informatie

Thuisventilatie. Ervaringen uit Nederland. Dr Mike J. Kampelmacher. Centrum voor Thuisbeademing. Universitair Medisch Centrum Utrecht

Thuisventilatie. Ervaringen uit Nederland. Dr Mike J. Kampelmacher. Centrum voor Thuisbeademing. Universitair Medisch Centrum Utrecht Thuisventilatie Ervaringen uit Nederland Dr Mike J. Kampelmacher Centrum voor Thuisbeademing Universitair Medisch Centrum Utrecht Hartelijk dank voor uw invitatie! Definitie chronische beademing Het in

Nadere informatie

Noninvasive Positive Pressure Ventilation (NPPV) Vorm van ademhalingsondersteuning op de afdeling Hartbewaking / Eerste Hart Hulp / CCU

Noninvasive Positive Pressure Ventilation (NPPV) Vorm van ademhalingsondersteuning op de afdeling Hartbewaking / Eerste Hart Hulp / CCU Noninvasive Positive Pressure Ventilation (NPPV) Vorm van ademhalingsondersteuning op de afdeling Hartbewaking / Eerste Hart Hulp / CCU In deze folder vindt u informatie over Non Invasive Positive Pressure

Nadere informatie

pneumonie herhalingscursus BKZ kinderverpleegkundigen 12 april 2018 dr. K.T. (Rien) Verbruggen

pneumonie herhalingscursus BKZ kinderverpleegkundigen 12 april 2018 dr. K.T. (Rien) Verbruggen pneumonie herhalingscursus BKZ kinderverpleegkundigen 12 april 2018 dr. K.T. (Rien) Verbruggen intro definities pathofysiologie kliniek van pneumonie casuïstiek pneumonie - definitie pneumonie = pneumonitis

Nadere informatie

Logboek. Polikliniek hartfalen

Logboek. Polikliniek hartfalen Logboek Polikliniek hartfalen Inleiding Uw cardioloog heeft u naar de hartfalenpolikliniek verwezen. De hartfalenverpleegkundige is er om u te begeleiden hoe u met uw hartklachten om kunt gaan. Hij/zij

Nadere informatie

03 mei 2012. Indicatie gebruik PEG-sonde Evaluatie van het gebruik via neurologische ziektebeelden. Dienst neurologie AZ Groeninge

03 mei 2012. Indicatie gebruik PEG-sonde Evaluatie van het gebruik via neurologische ziektebeelden. Dienst neurologie AZ Groeninge SYMPOSIUM GERIATRIE 03 mei 2012 Indicatie gebruik PEG-sonde Evaluatie van het gebruik via neurologische ziektebeelden Dr. Guy MEERSMAN Dr. Guy MEERSMAN Dienst neurologie AZ Groeninge NEUROLOGISCHE AANDOENINGEN

Nadere informatie

Syndroom van Guillain- Barré

Syndroom van Guillain- Barré Syndroom van Guillain- Barré SYNDROOM VAN GUILLAIN-BARRÉ Het Guillain-Barré Syndroom (GBS) is een polyneuropathie (zenuwaandoening). Acute inflammatoire polyneuropathie, is de medische naam voor deze ziekte

Nadere informatie

Niet invasieve beademing (Non-invasive Positive Pressure Ventilation) (NPPV)

Niet invasieve beademing (Non-invasive Positive Pressure Ventilation) (NPPV) Niet invasieve beademing (Non-invasive Positive Pressure Ventilation) (NPPV) Deze folder is bedoeld voor uzelf en uw naasten. Hierin kunt u lezen wat niet invasieve beademing (Non-invasive Positive Pressure

Nadere informatie

Cufflek test op IC. Max Rooijakkers, keuzecoassistent IC

Cufflek test op IC. Max Rooijakkers, keuzecoassistent IC Cufflek test op IC Max Rooijakkers, keuzecoassistent IC 08-12-2017 Casus 68-jarige patiënt Geïntubeerd vanwege bedreigde ademweg bij (peri-)tonsillaire en parafaryngeale abcessen Op OK draineren abcessen,

Nadere informatie

Vermoeidheid & hartziekten

Vermoeidheid & hartziekten Vermoeidheid & hartziekten Menno Baars, cardioloog HartKliniek Nederland april 2014 Cardioloog van de nieuwe HartKliniek Nieuwe organisatie van eerstelijnscardiologiecentra Polikliniek & dagbehandeling

Nadere informatie

Longontsteking (pneumonie)

Longontsteking (pneumonie) Longontsteking (pneumonie) In deze folder informeren wij u over wat een longontsteking is, hoe de behandeling verloopt en welke adviezen er zijn om uw herstel te bevorderen. Wat is een longontsteking?

Nadere informatie

Voedingsinterventie bij spierziekten

Voedingsinterventie bij spierziekten Post HBO cursus Accreditatie voor diëtisten (8 punten) is aangevraagd bij de StADAP. Schrijf u nu in op www.pitactief.nl Voedingsinterventie bij spierziekten ook in de periferie Donderdag 4 juni 2009 NDC

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 188 Type 1 Diabetes and the Brain Het is bekend dat diabetes mellitus type 1 als gevolg van hyperglykemie (hoge bloedsuikers) kan leiden tot microangiopathie (schade aan de kleine

Nadere informatie

Richtlijn Guillain-Barré syndroom Inleiding

Richtlijn Guillain-Barré syndroom Inleiding Richtlijn Guillain-Barré syndroom Herziene richtlijn 3 april 2012. Gebaseerd op GBS richtlijn Erasmus MC (05-11-2007) en de CBO multidisciplinaire richtlijn Guillain-Barré syndroom 2010 1. Deze richtlijn

Nadere informatie

adviezen hernia-operatie COPD ZorgSaam

adviezen hernia-operatie COPD ZorgSaam adviezen Bewegen na een bij hernia-operatie COPD ZorgSaam 1 RECONDITIONERING bij COPD Inleiding In deze folder informeren wij u over de klachten en behandeling door de fysiotherapeut bij COPD. Het is goed

Nadere informatie

Een beter leven nu Handleiding subsidieronde

Een beter leven nu Handleiding subsidieronde Een beter leven nu Handleiding subsidieronde 2018-2019 EEN BETER LEVEN NU Het Prinses Beatrix Spierfonds heeft één groot doel: alle spierziekten de wereld uit. Ons belangrijkste middel in deze strijd is

Nadere informatie