Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op http://www.vlhora.be > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde"

Transcriptie

1 ONDERWIJSVISITATIE Productontwikkeling Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Productontwikkeling aan de Vlaamse hogescholen Vlaamse Hogescholenraad 4 maart 2010

2 De onderwijsvisitatie Productontwikkeling Ravensteingalerij 27, bus Brussel tel.: info@vlhora.be Exemplaren van dit rapport kunnen tegen betaling verkregen worden op het VLHORA-secretariaat. Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde Wettelijk depot: D/2010/8696/2 2 Onderwijsvisitatie Productontwikkeling

3 voorwoord De visitatiecommissie brengt met dit rapport verslag uit over haar oordelen en de daaraan ten grondslag liggende motivering, conclusies en aanbevelingen die resulteren uit het onderzoek dat zij heeft verricht naar de onderwijskwaliteit van de academisch gerichte bachelor- en masteropleiding Productontwikkeling in Vlaanderen. De visitatiecommissie heeft hierbij de visitatieprocedure Handleiding Onderwijsvisitaties VLIR VLHORA, aangevuld protocol ter ondersteuning van de opleidingen in academisering, juni 2007 gevolgd, waarbij zij niet enkel aanbevelingen en suggesties formuleert in het kader van de continue kwaliteitsverbetering van het hoger onderwijs, maar ook een oordeel geeft in het kader van de accreditatie van de opleiding. De visitatie en dit rapport passen in de werkzaamheden van de hogescholen en van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) met betrekking tot de kwaliteitszorg van het hogescholenonderwijs, zoals bepaald in artikel 93 van decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs. Met dit rapport wordt de bredere samenleving geïnformeerd over de wijze waarop de hogescholen en meer bepaald de betrokken opleiding omgaat met de kwaliteit van haar onderwijs. Toch is het rapport in de eerste plaats bedoeld voor de hogeschool die de opleiding aanbiedt. Op basis van de bevindingen van het rapport kan de hogeschool nu en in de nabije toekomst actie nemen om de kwaliteit van het onderwijs in de opleiding te handhaven en verder te verbeteren. De lezer moet er zich echter terdege bewust van zijn dat het rapport slechts een momentopname biedt van het onderwijs in de opleiding en dat de rapportering van de visitatiecommissie slechts één fase is in het proces van kwaliteitszorg. De VLHORA dankt allen die meegewerkt hebben aan het welslagen van dit proces van zelfevaluatie en visitatie. De visitatie was niet mogelijk geweest zonder de inzet van al wie binnen de hogeschool betrokken was bij de voorbereiding en de uitvoering ervan. Tevens is de VLHORA dank verschuldigd aan de voorzitter, de leden en de secretarissen van de visitatiecommissie voor de betrokkenheid en deskundige inzet waarmee zij hun opdracht hebben uitgevoerd. Marc Vandewalle secretaris-generaal Toon Martens voorzitter Onderwijsvisitatie Productontwikkeling 3

4 4 Onderwijsvisitatie Productontwikkeling

5 inhoudsopgave Voorwoord... 3 Inhoudsopgave... 5 Deel Hoofdstuk 1 De onderwijsvisitatie Productontwikkeling Inleiding De betrokken opleidingen De visitatiecommissie Samenstelling Taakomschrijving Werkwijze Oordeelsvorming Indeling van het rapport Hoofdstuk 2 Het domeinspecifieke referentiekader van de academische bachelor Productontwikkeling Inleiding Domeinspecifieke competenties Besluit Hoofdstuk 3 Het domeinspecifieke referentiekader van de master Productontwikkeling Inleiding Domeinspecifieke competenties Besluit Deel Artesis Hogeschool Antwerpen Bijlagen Onderwijsvisitatie Productontwikkeling 5

6 6 Onderwijsvisitatie Productontwikkeling

7 deel 1 algemeen deel Onderwijsvisitatie Productontwikkeling 7

8 8 Onderwijsvisitatie Productontwikkeling

9 Hoofdstuk 1 De onderwijsvisitatie Productontwikkeling 1.1 Inleiding In dit rapport brengt de visitatiecommissie verslag uit van haar bevindingen over de onderwijskwaliteit van de academisch gerichte bachelor- en masteropleiding Productontwikkeling, die zij op 17, 18 en 19 februari 2009 in opdracht van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) heeft onderzocht. Dit initiatief past in de werkzaamheden van de hogescholen en van de VLHORA met betrekking tot de kwaliteitszorg van het hogescholenonderwijs, zoals bepaald in artikel 93 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen. 1.2 De betrokken opleidingen De opleiding Productontwikkeling wordt door 1 hogeschool aangeboden. De visitatiecommissie bezocht op: - 17, 18 en 19 februari 2009 Artesis Hogeschool Antwerpen 1.3 De visitatiecommissie Samenstelling De visitatiecommissie werd samengesteld conform de procedure van de Handleiding Onderwijsvisitaties VLIR VLHORA, aangevuld protocol ter ondersteuning van de opleidingen in academisering, juni Meer in het bijzonder werden de richtlijnen van de Erkenningscommissie Hoger Onderwijs met betrekking tot de onafhankelijkheid van de commissieleden opgevolgd. De visitatiecommissie werd samengesteld door het bestuursorgaan van de VLHORA in zijn vergadering van 4 juli 2008 en door het bestuursorgaan van de VLIR in zijn vergadering van 6 juni De visitatiecommissie: Voorzitter en domeindeskundige: Onderwijsdeskundige: Domeindeskundige: Domeindeskundige: Henri Christiaans Martin Valcke Caroline Hummels Maka De Lameillieure De waarnemer namens de VLIR was Pieter-Jan Van de Velde. Vanuit de VLHORA werden een projectbegeleider en een secretaris aangesteld. Voor de visitatie van de opleiding Productontwikkeling waren dit: Projectbegeleider: Sofie Landuyt Secretaris: Artesis Hogeschool Antwerpen Mieke Beckers Onderwijsvisitatie Productontwikkeling 9

10 1.3.2 Taakomschrijving De commissie geeft op basis van het zelfevaluatierapport van de opleiding en de gesprekken ter plaatse: - een oordeel over de onderwerpen en facetten uit het accreditatiekader van de NVAO; - een integraal oordeel over de opleiding; - suggesties om waar mogelijk te komen tot kwaliteitsverbetering. Op aanvraag van de opleiding geeft de commissie een beoordeling van de voorgedragen bijzondere kwaliteitskenmerken. De beoordeling van het bijzonder kwaliteitskenmerk heeft geen invloed op de globale beoordeling van de opleiding en het accreditatiebesluit van de NVAO Werkwijze De visitatie van de opleiding Productontwikkelingaan de hogescholen gebeurde conform de werkwijze zoals die is vastgelegd in de Handleiding Onderwijsvisitaties VLIR VLHORA, aangevuld protocol ter ondersteuning van de opleidingen in academisering, juni Voor de beschrijving van de werkwijze van de visitatiecommissie worden vier fasen onderscheiden. - fase 1, de installatie van de commissie; - fase 2, de voorbereiding; - fase 3, het visitatiebezoek; - fase 4, de schriftelijke rapportering. Fase 1 De installatie van de visitatiecommissie Op 3 oktober 2008 werd de visitatiecommissie officieel geïnstalleerd. De installatievergadering stond in het kader van een kennismaking, een gedetailleerde bespreking van het visitatieproces aan de hand van de Handleiding Onderwijsvisitaties VLIR VLHORA, aangevuld protocol ter ondersteuning van de opleidingen in academisering, juni 2007en een toelichting van het ontwerp van domeinspecifieke referentiekader. Daarnaast werden een aantal praktische afspraken gemaakt, onder meer met betrekking tot het bezoekschema, de bezoekdagen en de te lezen eindwerken en/of stageverslagen. Fase 2 De voorbereiding De visitatiecommissie heeft een domeinspecifiek referentiekader voor de opleiding opgesteld en aan de opleiding bezorgd. Elk commissielid heeft het zelfevaluatierapport en de bijlagen bestudeerd, de geselecteerde eindwerken gelezen en haar/zijn argumenten, vragen en voorlopig oordeel vastgelegd in een checklist, waarvan de secretaris een synthese heeft gemaakt. De synthese werd uitvoerig besproken en beargumenteerd door de commissieleden. Op 10 Onderwijsvisitatie Productontwikkeling

11 basis van de bespreking en de door de commissieleden opgestuurde vragenlijsten, inventariseerde de secretaris kernpunten en prioriteiten voor de gesprekken en het materialenonderzoek bij de visitatie. Fase 3 Het visitatiebezoek De VLHORA heeft een bezoekschema ontwikkeld dat desgevallend aangepast werd aan de specifieke situatie van de opleiding. Het bezoekschema werden opgenomen als bijlage 3. Tijdens de visitatie werd gesproken met een representatieve vertegenwoordiging van alle geledingen die bij de opleiding betrokken zijn. Tijdens de visitatie werd bijkomend informatiemateriaal bestudeerd en werd een bezoek gebracht aan de instelling met het oog op de beoordeling van de accommodaties en de voorzieningen voor de studenten. Tijdens de visitatie werd voor de verdere bevraging gebruik gemaakt van de synthese van de checklist en de vragenlijsten. Binnen het bezoekprogramma werden een aantal overlegmomenten voor de commissieleden voorzien om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen)oordelen. Na de gesprekken met de vertegenwoordigers van de opleiding hebben de visitatieleden hun definitief (tussen)oordeel per facet en per onderwerp gegeven. Op het einde van het visitatiebezoek heeft de voorzitter een korte mondelinge rapportering gegeven van de ervaringen en bevindingen van de visitatiecommissie, zonder expliciete en inhoudelijk waarderende oordelen uit te spreken. Fase 4 De schriftelijke rapportering De secretaris heeft in samenspraak met de voorzitter en de commissieleden, op basis van het zelfevaluatierapport, de checklisten en de motiveringen een ontwerp opleidingsrapport opgesteld. Het ontwerprapport geeft per onderwerp en per facet het oordeel en de motivering van de visitatiecommissie weer. Daarnaast werden - waar wenselijk en/of noodzakelijk - aandachtspunten en eventuele aanbevelingen voor verbetering geformuleerd. Het ontwerp opleidingsrapport werd aan de hogeschool gezonden voor een reactie. De reactie van de opleiding op het ontwerp opleidingsrapport werd door de commissie in een slotvergadering besproken. Het vergelijkende deel en de opleidingsrapporten worden samengebracht in het visitatierapport van de academisch gerichte bachelor- en masteropleiding in de Productontwikkeling Oordeelsvorming De commissie legt in een eerste fase een oordeel per facet vast. Daarna legt de commissie een oordeel per onderwerp vast op basis van de oordelen van de facetten die van het onderwerp deel uitmaken. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een overzicht gegeven van de oordelen per facet. In geval van een compensatie van facetten, wordt het oordeel op onderwerpniveau gevolgd door een motivering en aangevuld met Onderwijsvisitatie Productontwikkeling 11

12 de weging die de commissie hanteerde in de oordeelsvorming op onderwerpniveau. In de overige gevallen wordt voor de motivering van het oordeel op onderwerpniveau verwezen naar de argumentatie bij de facetten. De oordelen per facet en per onderwerp hebben betrekking op alle locaties, afstudeerrichtingen en varianten. Daar waar er een onderscheid in het oordeel per afstudeerrichting en/of locatie en/of variant nodig is, wordt dit aangegeven in het rapport. De commissie houdt in haar beoordeling rekening met accenten die de opleiding eventueel zelf legt, met het domeinspecifieke referentiekader en met de benchmarking ten opzichte van de gelijkaardige opleidingen in andere instellingen van hoger onderwijs. Alle oordelen en wegingen volgen de beslisregels zoals geformuleerd in de Handleiding Onderwijsvisitaties VLIR VLHORA, aangevuld protocol ter ondersteuning van de opleidingen in academisering, juni Op het niveau van de facetten volgen de oordelen een vierpuntenschaal: onvoldoende, voldoende, goed en excellent. Op het niveau van de onderwerpen en op het niveau van de opleiding in haar geheel geeft de commissie een antwoord op de vraag of er in de opleiding voor dit onderwerp voldoende generieke kwaliteitswaarborgen aanwezig zijn. Hierbij kan het oordeel voldoende of onvoldoende luiden. 1.4 Indeling van het rapport Het rapport bestaat uit twee delen. In het eerste deel beschrijft de visitatiecommissie in hoofdstuk 2 het domeinspecifiek referentiekader op basis waarvan zij de gevisiteerde opleidingen heeft beoordeeld. In het tweede deel van het rapport brengt de commissie verslag uit over de gevisiteerde opleiding. 12 Onderwijsvisitatie Productontwikkeling

13 Hoofdstuk 2 Het domeinspecifieke referentiekader van de academische bachelor Productontwikkeling 2.1 Inleiding Voor iedere opleiding wordt een domeinspecifiek referentiekader ontwikkeld dat door de commissie gebruikt wordt bij de beoordeling van opleidingen. De visitatiecommissie is verantwoordelijk voor de opmaak van het domeinspecifiek referentiekader. De VLHORA als evaluatieorgaan geeft de procedure 1 aan voor de opstelling ervan. Het referentiekader is niet bedoeld om een ideale opleiding te schetsen. Respect voor de eigenheid van een opleiding en voor de diversiteit binnen eenzelfde opleiding over de instellingen heen, veronderstelt immers dat in de eerste plaats wordt nagegaan of elke opleiding erin slaagt haar eigen doelstellingen te realiseren en dit zowel inhoudelijk als procesmatig. Dit belet niet dat wordt nagegaan of elke opleiding aan een aantal minimumeisen voldoet, die aan de betreffende opleiding worden gesteld vanuit het vakgebied en/of de relevante beroepspraktijk. 2.2 Domeinspecifieke competenties Gehanteerde input - Referentiekaders van de opleidingen: Artesis Hogeschool Antwerpen - Wettelijke bronnen: Geen - Brondocumenten onderschreven door het werkveld: Opleidingsprofielen VLOR: Studie 43 - Opleidingsprofiel Productontwikkeling (1997) Beroepsprofielen VLOR: Studie 38 - Beroepsprofiel Productontwikkelaar (1997) Beroepsprofielen VLOR: Studie 39 - Beroepsprofiel Productdesign (1997) Opleidingsprofielen VLOR: Studie 41 - Opleidingsprofiel Productdesign (1997) - Werkveld documenten: Geen - Internationale referentiekaders: Academisch profiel van drie technische universiteiten in Nederland (TU Delft, TU Eindhoven en TU Twente) 1 De procedure voor het opstellen van het domeinspecifiek referentiekader is beschikbaar op de website van de VLHORA onder de rubriek visitatie & accreditatie.

14 Domeinspecifieke competenties - Beroepsspecifieke competenties academische bachelor in de Productonwikkeling 1. Hij/zij is kundig in één of meerdere wetenschappelijke discipline(s) begrijpt de basiskennis van relevante vakgebieden (theorieën, methoden, technieken); begrijpt de structuur van de relevante vakgebieden en de samenhang tussen deelgebieden; bezit kennis en enige vaardigheid in de wijze waarop interpretaties (van teksten, data, problemen, resultaten), experimenten, gegevensverzameling, simulaties en besluitvorming plaatsvinden in relevante vakgebieden; is zich bewust van de vooronderstelllingen van standaardmethoden en van het belang daarvan; is in staat eigen kennishiaten te signaleren en door studie kennis te herzien en uit te breiden (onder begeleiding). 2. Hij/zij is bekwaam in onderzoeken is opmerkzaam en heeft de creativiteit en het vermogen om in ogenschijnlijk triviale aangelegenheden bepaalde verbanden en nieuwe gezichtspunten te ontdekken; kan een onderzoeksplan maken en dit uitvoeren (onder begeleiding); ziet waar nodig het belang van andere disciplines (interdisciplinariteit); is zich bewust van de veranderlijkheid van het onderzoeksproces door externe omstandigheden of voortschrijdend inzicht; is in staat onderzoek binnen de discipline op bruikbaarheid in te schatten; is in staat op één of enkele disciplines een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis (onder begeleiding). 3. Hij/zij is bekwaam in ontwerpen is in staat op slecht geformuleerde ontwerpproblemen te herformuleren. Kan deze interpretatie verdedigen tegenover de betrokken partijen; bezit creativiteit en synthetische vaardigheden ten aanzien van ontwerpproblemen en het oplossen ervan; kan een ontwerpplan maken en uitvoeren; kan theoretische uitgangspunten en eisen omzetten in concrete ontwerpdetails; ziet waar nodig het belang van andere disciplines en kan daaraan refereren in een kritische evaluatie van het ontwerp; is zich bewust van de veranderlijkheid van het ontwerpproces door externe omstandigheden of voortschrijdend inzicht; kan bestaande kennis integreren in het ontwerp; heeft de vaardigheid ontwerpbeslissingen te nemen en deze te rechtvaardigen en te evalueren op systematische gronden. 4. Hij/zij heeft een wetenschappelijke (kritische) benadering is nieuwsgierig en heeft een houding van levenslang leren; heeft een systematische aanpak, gekenmerkt door ontwikkeling en gebruik van theorieën, modellen en samenhangende interpretaties; bezit de kennis en de vaardigheid voor het gebruiken, rechtvaardigen en op waarde schatten van modellen voor onderzoek en ontwerpen. Kan publicaties evalueren op betrouwbaarheid; 14 Domeinspecifiek referentiekader

15 heeft inzicht in de eigen aard van wetenschap en technologie (doel, methoden, verschillen en overeenkomsten tussen wetenschapsgebieden, aard van wetten, theorieën, verklaringen, rol van experiment, objectiviteit, enz); heeft inzicht in de wetenschappelijke praktijk (onderzoekssysteem, relatie met opdrachtgevers, publicatiesysteem, belang van integriteit); is in staat kritisch te reflecteren over onderzoek en ontwerpen. 5. Hij/zij beschikt over logische basisvaardigheden kan kritisch reflecteren (met ondersteuning) op eigen denken, beslissen en handelen en deze daarmee bijsturen; kan (met ondersteuning) logisch redeneren in het vakgebied en daarbuiten, zowel waarom als wat-als redeneringen; kan methodes in het vakgebied herkennen; kan adequate vragen stellen en heeft een kritisch-constructieve houding bij het analyseren en oplossen van eenvoudige problemen in het vakgebied; kan een standpunt innemen ten aanzien van een wetenschappelijk betoog in een vakgebied; beschikt over numerieke basisvaardigheden en heeft besef van grootteordes. 6. Hij/zij is bekwaam in samenwerken en communiceren kan schriftelijk rapporteren over resultaten van leren, denken en beslissen, met vakgenoten en nietvakgenoten; kan mondeling communiceren over resultaten van leren, denken en beslissen, met vakgenoten en nietvakgenoten; kan debatten volgen over het vakgebied en de plaats van het vakgebied; kenmerkt zich door professioneel gedrag: drive, betrouwbaarheid, nauwkeurigheid; kan projectmatig werken; kan beperkt omgaan met beperkte bronnen; is in staat om in met een multidisciplinair team te werken; heeft inzicht in en kan omgaan met teamrollen en sociale dynamiek. 7. Hij/zij houdt rekening met de temporele en maatschappelijke context begrijpt relevante (interne of externe) ontwikkelingen in de geschiedenis van de betrokken vakgebieden. Hieronder valt ook de interactie tussen de interne (ideeën) ontwikkeling en de externe (maatschappelijke) ontwikkeling; is in staat de maatschappelijke consequenties (economisch, sociaal, cultureel) van nieuwe ontwikkelingen in relevante vakgebieden te analyseren en te bespreken met vakgenoten en nietvakgenoten; is in staat de consequenties van kritisch denken en handelen op milieu en duurzame ontwikkeling te onderkennen; is in staat de ethische en normatieve aspecten van de gevolgen en aannamen van wetenschappelijk denken en handelen te analyseren en te bespreken met vakgenoten en niet-vakgenoten (zowel in onderzoek als ontwerpen); heeft oog voor de verschillende rollen van professionals in de samenleving; begrijpt relevante interne processen en ontwikkelingen in een onderneming; begrijpt invloed van relevante externe ontwikkelingen op een onderneming; is in staat de economische consequenties van nieuwe ontwikkelingen te analyseren. Domeinspecifiek referentiekader 15

16 2.3 Besluit 1. De laatste jaren is er een ontwikkeling te zien van technologie-gedreven productontwikkeling naar usercentered design. Terwijl dit laatste zich uit in meer onderzoek naar de doelgroep, meer data-verzameling onder de leden van deze groep, wordt daarbij nog steeds die gebruiker voornamelijk als passief subject beschouwd, met de designer als expert. De nabije toekomst zal een veel actievere rol van de gebruiker te zien geven, vooral als participant in het ontwerpproces. Hoe gaat de ontwerper van de toekomst daarmee om? Is hij daarop voorbereid? 2. Diezelfde nadruk op mensgericht ontwerpen uit zich ook in een grotere aandacht voor het plezier en de satisfactie die producten moeten geven. Niet alleen de functionele aspecten van het artefact zijn belangrijke, maar ook de zintuiglijke beleving die men ervaart. Internationaal is de aandacht voor het thema design & emotion sterk in opkomst en zal dat in toenemende mate blijven doen. Voor het bedrijfsleven blijft dit over als een van de weinige mogelijkheden om zich te onderscheiden van concurrenten, nu voorsprong in technologie en functionaliteit niet per definitie een toegevoegde waarde heeft. 3. Sociale veranderingen hebben invloed op de behoeften aan en wensen naar bepaalde producten. Om enkele te noemen die in de nabije toekomst spelen: (1) Demografische factoren. Europa veroudert snel; in Japan is dit inmiddels kritisch geworden terwijl China met haar 1-kind beleid dezelfde problemen tegemoet gaat. (2) In diverse culturen zal de rol van het gezin en binnen het gezin de rollen van kinderen en meisjes ten opzichte van de ouders veranderingen ondergaan. (3) Culturele verschillen zullen in het kader van globalisering en de tegelijk optredende en daaraan tegengestelde -nationalistische tendensen van toenemend belang zijn en dus noodzakelijke kennis bij de ontwerper vereisen. De in de laatste decennia gehanteerde begrippen in dit kader, zoals universeel design, design-for-all en inclusive design, vragen wellicht om een nieuwe definiëring. Een ontwikkeling die al is ingezet maar des te dringender nodig zal zijn is duurzaamheid: een ontwikkeling die voorziet in de behoefte van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Niet alleen beperkt zich dit tot de materiële wereld; duurzaamheid zal ook meer en meer tot uiting komen in maatschappelijke verhoudingen 16 Domeinspecifiek referentiekader

17 Hoofdstuk 3 Het domeinspecifieke referentiekader van de master Productontwikkeling 3.1 Inleiding Voor iedere opleiding wordt een domeinspecifiek referentiekader ontwikkeld dat door de commissie gebruikt wordt bij de beoordeling van opleidingen. De visitatiecommissie is verantwoordelijk voor de opmaak van het domeinspecifiek referentiekader. De VLHORA als evaluatieorgaan geeft de procedure 1 aan voor de opstelling ervan. Het referentiekader is niet bedoeld om een ideale opleiding te schetsen. Respect voor de eigenheid van een opleiding en voor de diversiteit binnen eenzelfde opleiding over de instellingen heen, veronderstelt immers dat in de eerste plaats wordt nagegaan of elke opleiding erin slaagt haar eigen doelstellingen te realiseren en dit zowel inhoudelijk als procesmatig. Dit belet niet dat wordt nagegaan of elke opleiding aan een aantal minimumeisen voldoet, die aan de betreffende opleiding worden gesteld vanuit het vakgebied en/of de relevante beroepspraktijk. 3.2 Domeinspecifieke competenties Gehanteerde input - Referentiekaders van de opleidingen: Artesis Hogeschool Antwerpen - Wettelijke bronnen: Geen - Brondocumenten onderschreven door het werkveld: Opleidingsprofielen VLOR: Studie 43 - Opleidingsprofiel Productontwikkeling (1997) Beroepsprofielen VLOR: Studie 38 - Beroepsprofiel Productontwikkelaar (1997) Beroepsprofielen VLOR: Studie 39 - Beroepsprofiel Productdesign (1997) Opleidingsprofielen VLOR: Studie 41 - Opleidingsprofiel Productdesign (1997) - Werkveld documenten: Geen - Internationale referentiekaders: Academisch profiel van drie technische universiteiten in Nederland (TU Delft, TU Eindhoven en TU Twente) 1 De procedure voor het opstellen van het domeinspecifiek referentiekader is beschikbaar op de website van de VLHORA onder de rubriek visitatie & accreditatie. Domeinspecifiek referentiekader 17

18 Domeinspecifieke competenties - Beroepsspecifieke competenties Master in de Productonwikkeling 1. Hij/zij is kundig in één of meerdere wetenschappelijke discipline(s) beheerst delen van de relevante vakgebieden rakend aan het voorfront van de kennis (nieuwste theorieën, methoden, technieken en actuele vragen); gaat actief op zoek naar structuur en samenhang in de relevante vakgebieden; bezit de vaardigheid en de houding om deze methoden (interpretaties, experimenten, gegevensverzameling, simulaties en besluitvorming) zelfstandig toe te passen in de context van meer geavanceerde ideeën en toepassingen; kan reflecteren op standaardmethoden en hun vooronderstellingen; is in staat zelfstandig kennishiaten te signaleren en door studie te herzien en uit te breiden. 2. Hij/zij is bekwaam in onderzoeken is in staat om slecht geformuleerde onderzoeksproblemen te herformuleren. Betrekt daarbij ook de systeemgrenzen. Kan deze nieuwe interpretatie verdedigen tegenover de betrokken partijen. Op masterniveau kan men dit toepassen voor problemen van complexe aard; ziet waar nodig het belang van andere disciplines, en kan deze gezichtspunten inzetten voor nieuwe toepassingen; kan zelfstandig een onderzoeksplan maken en dit uitvoeren; is in staat en heeft de houding om waar nodig bij eigen onderzoek andere disciplines te betrekken; is zich bewust van de veranderlijkheid van het onderzoeksproces door externe omstandigheden of voortschrijdend inzicht, kan ermee omgaan en kan op basis van daarvan het onderzoeksproces bijsturen; is in staat onderzoek binnen de discipline op bruikbaarheid in te schatten; is in staat om zelfstandig op één of enkele disciplines een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van wetenschappelijke kennis. 3. Hij/zij is bekwaam in ontwerpen is in staat slecht geformuleerde ontwerpproblemen te herformuleren. Kan deze interpretatie verdedigen tegenover de betrokken partijen. Op masterniveau is men in staat dit te doen voor ontwerpproblemen van complexe aard; bezit creativiteit en synthetische vaardigheden ten aanzien van ontwerpproblemen en het oplossen ervan; kan zelfstandig een ontwerpplan maken en uitvoeren; kiest het juist abstractieniveau, gegeven de procesfase van het ontwerpprobleem; is in staat en ziet waar nodig bij het eigen ontwerp andere disciplines te betrekken; is zich bewust van de veranderlijkheid van het ontwerpproces door externe omstandigheden of voortschrijdend inzicht, kan ermee omgaan en kan op basis van daarvan het ontwerpproces bijsturen; is in staat nieuwe onderzoeksvragen te formuleren op basis van een ontwerpprobleem; heeft de vaardigheid ontwerpbeslissingen te nemen en deze te rechtvaardigen en te evalueren op systematische vaardigheden. 4. Hij/zij heeft een wetenschappelijke (kritische) benadering is in staat relevante ontwikkelingen te signaleren en tot zich te nemen; kan bestaande theorieën, modellen of interpretaties aan een kritische beschouwing onderwerpen op het deelgebied van het afstuderen; 18 Domeinspecifiek referentiekader

19 bezit een grote vaardigheid in, en geneigdheid tot het gebruiken van modellen; kan bewust kiezen tussen modelleermethoden; heeft inzicht in de eigen aard van wetenschap en technologie (doel, methoden, verschillen en overeenkomsten tussen wetenschapsgebieden, aard van wetten, theorieën, verklaringen, rol van experiment, objectiviteit, enz); kan dit inzicht relateren op het deelgebied van het afstuderen; heeft inzicht in de wetenschappelijke praktijk (onderzoekssysteem, relatie met opdrachtgevers, publicatiesysteem, belang van integriteit); kan dit inzicht relateren op het deelgebied van het afstuderen; is in staat resultaten van onderzoek en ontwerpen adequaat te documenteren. 5. Hij/zij beschikt over logische basisvaardigheden kan zelfstandig kritisch reflecteren op eigen denken, beslissen en handelen en dit daarmee bijsturen; kan zelfstandig logisch redeneren in het vakgebied en daarbuiten, zowel waarom als wat-als redeneringen; kan deze methodes toepassen; kan adequate vragen stellen en heeft een kritisch-constructieve houding bij het analyseren en oplossen van eenvoudige problemen in het vakgebied. Op masterniveau is men in staat dit te doen voor meer complexe (real life) problemen; kan een standpunt innemen ten aanzien van een wetenschappelijk betoog in een vakgebied, rekeninghoudend met de wijze waarop die data tot stand kwamen; beschikt over numerieke basisvaardigheden en heeft besef van grootteordes. 6. Hij/zij is bekwaam in samenwerken en communiceren kan schriftelijk communiceren over onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten, nietvakgenoten en andere betrokken partijen; kan mondeling communiceren over onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten, nietvakgenoten en andere betrokken partijen; kan debatteren over het vakgebied in de maatschappij; kenmerkt zich door professioneel gedrag: drive, betrouwbaarheid, nauwkeurigheid en zelfstandigheid; kan projectmatig werken: bezit verantwoordelijkheidsbesef; kan omgaan met bronnen; kan omgaan met risico s; kan compromissen sluiten; is in staat om in een team met een grote disciplinaire verscheidenheid te werken; kan de rol van teamleider op zich nemen. 7. Hij/zij houdt rekening met de temporele en maatschappelijke context integreert aspecten hiervan in projectmatig werk; integreert deze consequenties in het projectmatig wetenschappelijk werk; integreert deze consequenties in het projectmatig werk en kan compromissen sluiten; integreert deze ethische en normatieve aspecten in het projectmatig werk; tracht erkenning in de samenleving te krijgen; begrijpt relevante interne processen en ontwikkelingen in een onderneming; begrijpt invloed van relevante externe ontwikkelingen op een onderneming; is in staat de economische consequenties van nieuwe ontwikkelingen te analyseren. Domeinspecifiek referentiekader 19

20 3.3 Besluit 1. De laatste jaren is er een ontwikkeling te zien van technologie-gedreven productontwikkeling naar usercentered design. Terwijl dit laatste zich uit in meer onderzoek naar de doelgroep, meer data-verzameling onder de leden van deze groep, wordt daarbij nog steeds die gebruiker voornamelijk als passief subject beschouwd, met de designer als expert. De nabije toekomst zal een veel actievere rol van de gebruiker te zien geven, vooral als participant in het ontwerpproces. Hoe gaat de ontwerper van de toekomst daarmee om? Is hij daarop voorbereid? 2. Diezelfde nadruk op mensgericht ontwerpen uit zich ook in een grotere aandacht voor het plezier en de satisfactie die producten moeten geven. Niet alleen de functionele aspecten van het artefact zijn belangrijke, maar ook de zintuiglijke beleving die men ervaart. Internationaal is de aandacht voor het thema design & emotion sterk in opkomst en zal dat in toenemende mate blijven doen. Voor het bedrijfsleven blijft dit over als een van de weinige mogelijkheden om zich te onderscheiden van concurrenten, nu voorsprong in technologie en functionaliteit niet per definitie een toegevoegde waarde heeft. 3. Sociale veranderingen hebben invloed op de behoeften aan en wensen naar bepaalde producten. Om enkele te noemen die in de nabije toekomst spelen: (1) Demografische factoren. Europa veroudert snel; in Japan is dit inmiddels kritisch geworden terwijl China met haar 1-kind beleid dezelfde problemen tegemoet gaat. (2) In diverse culturen zal de rol van het gezin en binnen het gezin de rollen van kinderen en meisjes ten opzichte van de ouders veranderingen ondergaan. (3) Culturele verschillen zullen in het kader van globalisering en de tegelijk optredende en daaraan tegengestelde -nationalistische tendensen van toenemend belang zijn en dus noodzakelijke kennis bij de ontwerper vereisen. De in de laatste decennia gehanteerde begrippen in dit kader, zoals universeel design, design-for-all en inclusive design, vragen wellicht om een nieuwe definiëring. Een ontwikkeling die al is ingezet maar des te dringender nodig zal zijn is duurzaamheid: een ontwikkeling die voorziet in de behoefte van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Niet alleen beperkt zich dit tot de materiële wereld; duurzaamheid zal ook meer en meer tot uiting komen in maatschappelijke verhoudingen. 20 Domeinspecifiek referentiekader

21 deel 2 opleidingsrapport Opleidingsrapport Productontwikkeling 21

22 22 Opleidingsrapport Productontwikkeling

23 Artesis Hogeschool Antwerpen Algemene toelichting bij de academisch gerichte bachelor- en masteropleiding productontwikkeling aan de Artesis Hogeschool Antwerpen De Artesis Hogeschool Antwerpen biedt 32 opleidingen aan in een 11-tal studiegebieden. In het academiejaar telde zij studenten. Sinds 2003 maakt de Artesis Hogeschool deel uit van de Associatie van Universiteit en Hogescholen Antwerpen (AUHA). De opleiding Productontwikkeling uniek in Vlaanderen - ressorteert binnen de Artesis Hogeschool onder het departement Ontwerpwetenschappen. Dit departement bestaat uit twee sterk verschillende studiegebieden: Architectuur (met opleidingen architectuur, interieurarchitectuur, stedenbouw en monumentenzorg) en Productontwikkeling met de gelijknamige opleiding. De opleiding Productontwikkeling werd in 1967 gestart aan het Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedenbouw in Antwerpen, toen onder de naam industriële vormgeving. Al snel veranderde dit in Productontwikkeling. In 1996 werd de opleiding opgenomen in het Hoger Onderwijs van het Lange Type (HOLT). Tegelijk veranderde de naam van het instituut in Hoger Instituut voor Integrale Productontwikkeling. De fusie met het studiegebied Architectuur in een nieuw departement Ontwerpwetenschappen kwam er pas in Gezien de sterke verschillen in inhoud en onderzoeksactiviteiten functioneren deze twee studiegebieden eerder parallel aan elkaar. Als een logisch gevolg daarvan worden de beide studiegebieden apart geacademiseerd, en voeren zij een eigen beleid op het vlak van onderzoek en onderwijs. In oktober 2008 telde de opleiding Productontwikkeling 226 studenten in de driejarige bacheloropleiding en 110 studenten in de tweejarige masteropleiding. De opleiding heeft geen formele afstudeerrichtingen afgebakend, maar richt binnen de masterproef wel vier zogenaamde afstudeergroepen in: Consumer Goods, Investment Goods, Public Services en Design Research. Opleidingsrapport Productontwikkeling 23

24 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding Facet 1.1 Niveau en oriëntatie van de academisch gerichte bachelor en master Beoordelingscriteria academisch gerichte bachelor: De opleidingsdoelstellingen zijn erop gericht de student te brengen tot: - het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie, creativiteit, het kunnen uitvoeren van eenvoudige managementtaken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken en een ingesteldheid tot levenslang leren; - het beheersen van algemene wetenschappelijke competenties als een onderzoekende houding, kennis hebben van onderzoeksmethoden en technieken en deze adequaat kunnen toepassen, het vermogen om de relevante data te verzamelen die een oordeelsvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken kunnen sturen, een appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis en de vaardigheid tot het probleemgestuurd initiëren van onderzoek; - het begrip van de wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis eigen aan een bepaald domein van de wetenschappen of de kunsten, een systematische kennis van de kernelementen van een discipline met inbegrip van het verwerven van coherente en gedetailleerde kennis deels geïnspireerd door de nieuwste ontwikkelingen van de discipline en een begrip van de structuur van het vakgebied en de samenhang met andere vakgebieden. Beoordelingscriteria master: De opleidingsdoelstellingen zijn erop gericht de student te brengen tot: - het beheersen van algemene competenties op een gevorderd niveau als het vermogen om op een wetenschappelijke wijze te denken en te handelen, het om kunnen gaan met complexe problemen, het kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar de ontwikkeling van meer adequate oplossingen, het vermogen tot het communiceren van het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken en het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context; - het beheersen van algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau als het kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek, het kunnen ontwerpen van onderzoek, het kunnen toepassen van paradigma s in het domein van de wetenschappen of kunsten en het kunnen aanduiden van de grenzen van paradigma s, het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van de kennis en inzichten en het samen kunnen werken in een multidisciplinaire omgeving; - een gevorderd begrip en inzicht in de wetenschappelijk-disciplinaire kennis eigen aan een bepaald domein van de wetenschappen of de kunsten, inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan, in staat zijn om de wijze waarop de theorievorming beweegt te volgen en te interpreteren, in staat zijn om in een of enkele delen van het vakgebied een originele bijdrage aan de kennis te leveren en het bezitten van specifieke bij het vakgebied horende vaardigheden als ontwerpen, onderzoeken, analyseren en diagnosticeren; - hetzij het beheersen van de competenties nodig voor het zelfstandig kunnen verrichten van wetenschappelijk onderzoek of de zelfstandige beoefening van de kunsten op het niveau van een beginnend onderzoeker of kunstenaar, hetzij het beheersen van de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties nodig voor de zelfstandige aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. 24 Opleidingsrapport Productontwikkeling

25 Het oordeel van de visitatiecommissie: voldoende De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen: De opleiding Productontwikkeling geeft invulling aan haar unieke status binnen het Vlaams hoger onderwijs door studenten op te leiden tot breed gevormde en veelzijdige productontwikkelaars. Masters in de Productontwikkeling moeten in staat zijn om een creatieve bijdrage te leveren aan de verschillende stadia van het productontwikkelingsproces. Waar productontwikkeling in andere opleidingen vanuit artistiek of technisch oogpunt wordt benaderd, streeft de unieke opleiding Productontwikkeling naar een integratie van deze verschillende perspectieven. Dit betekent dat studenten niet enkel ontwerpmethoden aangereikt krijgen, maar tevens in staat moeten zijn om kennis uit de ondersteunende wetenschappen (economie, menswetenschappen en technologie) creatief te kunnen gebruiken en toepassen op productontwikkeling. De opleiding wil op deze manier een brede fundamentele onderbouwing en inzetbaarheid op de arbeidsmarkt bieden. Dit wordt gerealiseerd door een combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes. Voor zowel de bachelor- als de masteropleiding is een eerste belangrijke doelstelling dat de student in staat moet zijn zelfstandig industriële producten te ontwerpen, gebruikmakend van een specifieke ontwerpmethodologie. Op masterniveau wordt ook kritische reflectie over de gehanteerde methodologie verwacht, terwijl de bachelor in staat moet zijn ontwerpproblemen op te sporen en op te lossen. Van zowel bachelors als masters wordt verwacht dat ze de ondersteunende wetenschappen kunnen inschakelen. Waar de bachelor in de Productontwikkeling ook kritisch moet kunnen reflecteren op de context van een product, wordt de master geacht het brede industriële, commerciële en maatschappelijke kader in acht te kunnen nemen. De commissie is van mening dat deze doelstellingen voor de bachelor- en masteropleidingen degelijk geformuleerd zijn en overeenstemmen met de decretale eisen. Uit de gesprekken met studenten en alumni kon zij ook afleiden dat de brede vorming van de productontwikkelaar in deze opleiding sterk wordt gewaardeerd. De brede fundamenten die in de opleiding worden gelegd, laten toe na het afronden van de studies verschillende richtingen uit te gaan. De commissie apprecieert in het bijzonder dat productontwikkeling vanuit verschillende invalshoeken wordt benaderd, waardoor studenten naast ontwerpdeskundigheid ook oog kunnen hebben voor de maatschappelijke context van een product. Ze is ook van mening dat het omgaan met en het oplossingen bedenken voor complexe problemen als doelstelling van de master een pluspunt is. Deze doelstellingen kregen concrete vorm in zeven competentiedomeinen. Deze zijn gemeenschappelijk voor de bachelor- en masteropleiding, aangezien beide opleidingen op elkaar aansluiten. Maar de concrete invulling van de competenties verschilt, aangezien van de master zowel een grotere diversiteit aan competenties als een hoger beheersingsniveau wordt verwacht. Voor de omschrijving van deze competentiedomeinen liet de opleiding zich inspireren door het academische profiel van de drie technische universiteiten in Nederland. De omschreven competenties werden evenwel getoetst aan de specificiteit van de opleiding Productontwikkeling en aan de werkelijke kennis, vaardigheden en attitudes bij de alumni en het werkveld. Concreet werden de zeven competentiedomeinen als volgt omschreven: - de student is kundig in één of meer wetenschappelijke disciplines; - de student is bekwaam in onderzoeken; - de student is bekwaam in ontwerpen; - de student heeft een wetenschappelijke benadering; - de student beschikt over logische vaardigheden; - de student is bekwaam in samenwerken en communiceren; - de student houdt rekening met de temporele en maatschappelijke context. Voor elk van de zeven competentiedomeinen zijn de deelcompetenties nauwkeuriger omschreven voor zowel de bachelor- als de masteropleiding. Opleidingsrapport Productontwikkeling 25

26 Bovenvermelde competenties en competentiedomeinen werden afgebakend naar aanleiding van de omvorming naar bachelor- en masterprogramma s en de academisering van de opleiding. De competentielijst omvat sindsdien een duidelijke focus op academische vaardigheden, zoals denk- en redeneervermogen, probleemoplossend denken, het cultiveren van een onderzoeksingesteldheid enzovoort. De commissie is echter van mening dat de competenties sterker kunnen worden geformuleerd op bachelorniveau. Deze competenties zijn gericht op begrijpen, herkennen en zich bewust zijn van. Hoewel de meeste bachelorstudenten naar de master doorstromen, moet de bacheloropleiding ook een eigenstandig programma vormen. In die zin is het aangewezen dat de vooropgestelde competenties voor de bacheloropleiding ambitieuzer worden geformuleerd. Volgens de commissie moet de opleiding een visie ontwikkelen over het gewenste profiel van een doorstroombachelor, waarin zij ook reflecteert op de verhouding tot de masteropleiding en de mate waarin de bacheloropleiding een brede basis moet bieden die voorbereidt op een meer gespecialiseerde masteropleiding. Door het gebrek aan een afgebakend profiel van een doorstroombachelor, ontbreekt ook een plan van aanpak om het onderzoek aan bod te laten komen in het onderwijs van de bacheloropleiding. Bovendien constateert de commissie in de doelstellingen van de bachelor een te beperkt aantal wetenschappelijke competenties, in het bijzonder kennis van onderzoeksmethoden en -technieken en oordeelsvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken. In de masteropleiding is onderzoek sterker geïntegreerd, maar verdient het tevens aanbeveling meer systematiek in te bouwen in het aan bod brengen van onderzoek in het onderwijs. Voor de masteropleiding is de commissie ook van oordeel dat de breedte van de opleiding ten koste dreigt te gaan van de diepgang. De masterstudent zou daarom de mogelijkheid tot grotere specialisatie moeten krijgen. De masteropleiding zou immers de plaats kunnen en moeten zijn waar meer in de diepte wordt gegaan door middel van specialisatie. Hoewel diverse betrokkenen (docenten, afgestudeerden en het bedrijfsleven) de noodzaak en de voordelen van een dergelijke verdieping zien, is dit tot op heden niet het geval. Doelstellingen worden via de website en de opleidingsbrochures gecommuniceerd naar instroomstudenten, studenten en andere betrokkenen. In de elektronische studiegids vinden studenten bovendien de concrete doelstellingen per opleidingsonderdeel terug. Op die manier wordt de afstemming van de doelstellingen op de eindcompetenties verzekerd. Uit de eigen bevragingen van de opleiding blijkt dat de doelstellingen voldoende duidelijk zijn voor studenten. Aanbevelingen ter verbetering: - De commissie adviseert de opleiding om de doelstellingen voor de bacheloropleiding ambitieuzer te formuleren. - De opleiding moet er over waken dat onderzoek voldoende aan bod komt in de doelstellingen van zowel de bachelor- als de masteropleiding. - De commissie beveelt aan dat de masteropleiding meer diepgang en specialisatie zou toelaten. 26 Opleidingsrapport Productontwikkeling

27 Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen Beoordelingscriteria: - De doelstellingen van de opleiding (uitgedrukt in eindkwalificaties van de student) sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en het relevante beroepenveld gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk of kunstpraktijk). Ze zijn, ingeval van gereglementeerde beroepen, in overeenstemming met de reglementering of regelgeving ter zake. - Voor academisch gerichte bacheloropleidingen en masteropleidingen zijn de eindkwalificaties ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke en/of artistieke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de praktijk in het relevante beroepenveld. Oordeel van de visitatiecommissie: ABA: voldoende; MA: onvoldoende De commissie is tot haar oordeel gekomen op basis van de volgende vaststellingen en overwegingen: Voor de omschrijving van doelstellingen en competenties heeft de opleiding de Technische Universiteit Delft als benchmark vooropgesteld. Aan deze universiteit wordt immers een gelijkaardige academische methodische aanpak gehanteerd. Daarnaast heeft de opleiding haar eigen profilering in relatie tot andere opleidingen onderzocht. Zij heeft daarbij vastgesteld dat de opleiding Productontwikkeling zich te midden van twee extremen op een continuüm beweegt, met name tussen de ingenieurswetenschappen enerzijds (waar een technische benadering van producten centraal staat) en productontwerp anderzijds (met de klemtoon op vormgeving en styling van producten). Daartegenover staat dat de opleiding Productontwikkeling zich toelegt op de integratie van technische, economische en menskundige kennis, met methodologie als integrator. De opleiding differentieert zich van de ingenieursopleidingen door een doorgedreven training in ontwerpmethodieken aan te bieden, in combinatie met aandacht voor de gebruiker van nieuw ontwikkelde producten en de markt waarbinnen ze worden aangeboden. De commissie toont waardering voor de focus op deze synthetische vaardigheden in de bachelor- en masteropleiding. De beroepspraktijk vraagt om probleemoplossers, ontwerpers die in staat zijn om kennis en kunde uit diverse vakgebieden te integreren in een nieuwe oplossing of visie. De commissie omschrijft dit als een belangrijk kenmerk van de opleiding. De eindkwalificaties lijken met name op dit gebied aan te sluiten bij de eisen die door het relevante beroepenveld worden gesteld. Hoewel de domeinspecifieke eisen voor de bacheloropleiding voldoende zijn, adviseert de commissie om de visie en de focus van deze opleiding te versterken. De opleiding richt zich op een breed profiel, en de algemene doelstellingen zijn dusdanig globaal geformuleerd, dat men zich niet duidelijk profileert ten opzichte van andere aan productontwikkeling verwante opleidingen. De opleiding herkent zich in het domeinspecifieke referentiekader opgesteld door de commissie. Tijdens de gesprekken heeft de opleiding er de nadruk op gelegd dat zij zich profileert door het belang dat zij hecht aan user centred design. Dit betekent dat productontwikkelaars bij hun ontwerpen uitgebreid aandacht moeten besteden aan de vereisten die door de eindgebruiker aan een product worden gesteld. Dit menskundige aspect zit in alle ontwerpopdrachten en -projecten verweven. De belangstelling voor de eindgebruiker uit zich bijvoorbeeld ook in het aanbieden van het keuzevak gerontechnologie, waarin uitgebreid aandacht wordt besteed aan de koppeling tussen de veroudering van de samenleving en bepaalde productcategorieën. Binnen de opleiding vindt geen systematische toetsing van de doelstellingen met het werkveld plaats. Contacten met het werkveld komen voornamelijk tot stand in het kader van het promotorschap van afstudeerwerken van de bachelor- en masterproeven. Daarnaast werkt men ook met het bedrijfsleven samen in het kader van verscheidene andere ontwerpopdrachten van de studenten. Overige contacten verlopen veeleer informeel. De commissie heeft geconstateerd dat de validering vanuit het werkveld onvoldoende wordt gerealiseerd. Volgens de commissie mag het doorstroomkarakter van de bacheloropleiding geen excuus zijn om een toetsing door het Opleidingsrapport Productontwikkeling 27

28 beroepenveld of de internationale onderwijswereld uit de weg te gaan. De contacten met het bedrijfsleven en buitenlandse vakgenoten lijken volgens de commissie enkel op ad-hocbasis tot stand te komen. Ze dringt daarom aan op het formaliseren van de contacten met het werkveld, bijvoorbeeld via de oprichting van een adviesraad van het werkveld, die op regelmatige tijdstippen samenkomt en de opleiding input kan geven over de eisen vanuit het beroepenveld. Tijdens het visitatiebezoek heeft de commissie vernomen dat de eerste aanzetten hiertoe al genomen zijn. De noodzaak aan toetsing met het beroepenveld is dringend, aangezien tijdens de gesprekken met het werkveld is gebleken dat de tewerkstellingskansen in de front end van de productontwikkelingsketen relatief beperkt zijn. Om die reden roept de oriëntatie van de opleiding in de richting van de fuzzy front end en conceptualisering vragen op over de correcte afzetmarkt voor de afgestudeerden. Uit de gesprekken met het werkveld leerde de commissie dat de wensen en eisen uit het beroepenveld een voorkeur vertonen voor een ontwerper die het hele proces beheerst, van fuzzy front end tot en met de vervaardiging, de productie en zelfs de marketing. In plaats van een oriëntatie op het eerste deel van het proces tot en met de conceptualisering voor alle studenten, zou de masteropleiding de mogelijkheid moeten kunnen geven tot differentiatie. Sommigen zouden zich kunnen specialiseren in dit deel, terwijl anderen dat zouden kunnen in de meer technische en productiegerichte fasen. Deze vorm van differentiëren vereist dan wel dat de bacheloropleiding het ontwerpproces in zijn volle breedte behandelt. De commissie wil ook opmerken dat de opleiding zich door haar beperkte internationale gerichtheid de facto beperkt tot de Belgische afzetmarkt voor haar afgestudeerden. De opleiding zou zich als alternatief sterker op de internationale markt kunnen focussen, maar dan lijkt de keuze voor een masteropleiding in het Nederlands minder toepasselijk. Specifiek voor de masteropleiding geldt ook dat de onderbouwing vanuit de wetenschappelijke wereld tekort schiet, waardoor de opleiding zich isoleert van buitenlandse universitaire opleidingen. Op basis van het ZER en gesprekken met het management en de staf, komt de commissie tot de conclusie dat er slechts ad hoc met buitenlandse instituten wordt samengewerkt. De eindkwalificaties voor de masteropleiding worden op dit moment nog onvoldoende ontleend aan de eisen vanuit de wetenschappelijke discipline. Verder was de commissie ook enigszins teleurgesteld vast te stellen dat, hoewel de opleiding innovatie hoog in het vaandel draagt, dit weinig expliciet vertaald wordt in de doelstellingen. Tijdens de gesprekken hoorde de commissie meermaals dat mastering innovation de nieuwe krachtlijn van de opleiding vormt, waarmee ze zich wil inschrijven in een concrete maatschappelijke tendens. Daartegenover staat dat de commissie heeft vastgesteld dat de opleiding een vrij klassieke opvatting van het ontwerpproces uitdraagt. Tijdens de hele bacheloropleiding streeft men na om de basisvaardigheden en -ontwerpcompetenties aan te leren. Sinds een vijftal jaar is een duidelijke keuze gemaakt om innovatie in de masteropleiding aan bod te laten komen. De commissie meent echter dat deze keuze slechts sporadisch is doorgetrokken en niet tot in de diepte is uitgewerkt. Dit vermoeden werd nog versterkt tijdens de gesprekken met de studenten, waaruit de commissie begreep dat al te innoverende ontwerpopdrachten niet aangemoedigd worden. De commissie waardeert wel de groeiende aandacht voor interactieve producten en de daarvoor benodigde faciliteiten, zoals een elektronicawerkplaats en rapid prototyping machines. Een doorgedreven focus op innovatie vereist volgens de commissie echter dat de opleiding nog verder nadenkt hoe ze dit aspect wil integreren in het geheel van de opleiding. Samengevat constateert de commissie een gebrek aan toetsing van de doelstellingen aan zowel de wetenschappelijke wereld als het beroepenveld. Aangezien de academische onderbouwing in het bijzonder van belang is voor de masteropleiding, heeft de commissie geoordeeld dat de doelstellingen van dit programma onvoldoende zijn ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline. 28 Opleidingsrapport Productontwikkeling

Het domeinspecifieke referentiekader masteropleiding Monumenten- en landschapszorg

Het domeinspecifieke referentiekader masteropleiding Monumenten- en landschapszorg Uittreksel uit het visitatierapport, 7 december 2010 Het domeinspecifieke referentiekader masteropleiding Monumenten- en landschapszorg 1.1 Inleiding Voor iedere opleiding wordt een domeinspecifiek referentiekader

Nadere informatie

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op http://www.vlhora.be>evaluatieorgaan>visitatierapporten>huidige visitatieronde

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op http://www.vlhora.be>evaluatieorgaan>visitatierapporten>huidige visitatieronde ONDERWIJSVISITATIE Industriële wetenschappen: industrieel ontwerpen Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Industriële wetenschappen: industrieel ontwerpen

Nadere informatie

Nota. Generieke leerresultaten van FIIW. 1 Genese van het document

Nota. Generieke leerresultaten van FIIW. 1 Genese van het document GROEP WETENSCHAP & TECHNOLOGIE FACULTEIT INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN W. DE CROYLAAN 6 BUS 2000 3001 HEVERLEE, BELGIË HEVERLEE 30 juli 2013 Nota Generieke leerresultaten van FIIW 1 Genese van het

Nadere informatie

Opleiding Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde. Competenties en gedragsindicatoren

Opleiding Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde. Competenties en gedragsindicatoren Opleiding Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde Competenties en gedragsindicatoren IW&T De competenties werden uitgeschreven in een meer begrijpbare taal. Vervolgens werden daar uit een beperkt

Nadere informatie

Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische laboratoriumtechnologie

Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische laboratoriumtechnologie Uittreksel uit het visitatierapport biomedische laboratoriumtechnologie voedings- en dieetkunde, 15 december 2008 Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

DLR Domeinspecifieke Leerresultaten (DLR) van de Master in Industriële Wetenschappen: Elektronica ICT

DLR Domeinspecifieke Leerresultaten (DLR) van de Master in Industriële Wetenschappen: Elektronica ICT KULeuven Opleidingen : Master in Industriële Wetenschappen: Elektronica ICT Master in Industrial Sciences: Electronic Engineering DLR Domeinspecifieke Leerresultaten (DLR) van de Master in Industriële

Nadere informatie

De onderwijsvisitatie Industriële wetenschappen: verpakkingstechnologie. Ravensteingalerij 27, bus 3 1000 Brussel tel.: 02 211 41 90 info@vlhora.

De onderwijsvisitatie Industriële wetenschappen: verpakkingstechnologie. Ravensteingalerij 27, bus 3 1000 Brussel tel.: 02 211 41 90 info@vlhora. ONDERWIJSVISITATIE Industriële wetenschappen: verpakkingstechnologie Een onderzoek naar de kwaliteit van de academische bachelor en master Industriële wetenschappen: verpakkingstechnologie aan de Vlaamse

Nadere informatie

Het domeinspecifiek referentiekader Interieurarchitectuur

Het domeinspecifiek referentiekader Interieurarchitectuur Uittreksel uit het visitatierapport Interieurarchitectuur, 7 juni 2012 Het domeinspecifiek referentiekader Interieurarchitectuur 1.1 inleiding Voor iedere (groep van) opleiding(en) wordt een domeinspecifiek

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Productdesign Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Productdesign aan de Vlaamse hogescholen

Productdesign Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Productdesign aan de Vlaamse hogescholen O N D E R W I J S V I S I T A T I E Productdesign Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Productdesign aan de Vlaamse hogescholen V l a a m s e H o g e s

Nadere informatie

Competentie-invullingsmatrix

Competentie-invullingsmatrix Competentie-invullingsmatrix masterprf Master of Science in de wiskunde Academiejaar 2016-2017 Legende: W=didactische werkvormen E=evaluatievormen Competentie in één of meerdere wetenschappen Wetenschappelijke

Nadere informatie

Criteria voor Academische Bachelor en Master Curricula

Criteria voor Academische Bachelor en Master Curricula Criteria voor Academische en Curricula Dit boekje is een gezamenlijke uitgave van: Het is te bestellen bij: Voorwoord Technische Universiteit Delft Universiteitsdienst Mevr. P. Spoor p.n.spoor@tudelft.nl

Nadere informatie

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

O N D E R W I J S V I S I T A T I E O N D E R W I J S V I S I T A T I E Toegepaste taalkunde, Journalistiek, Meertalige communicatie, Tolken en Vertalen Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloropleiding Toegepaste

Nadere informatie

Industriële wetenschappen: industriële kunststofverwerking

Industriële wetenschappen: industriële kunststofverwerking O N D E R W I J S V I S I T A T I E Industriële wetenschappen: (industriële) kunststofverwerking Een onderzoek naar de kwaliteit van de masteropleiding Industriële wetenschappen: kunststofverwerking en

Nadere informatie

De onderwijsvisitatie Industriële wetenschappen: informatica

De onderwijsvisitatie Industriële wetenschappen: informatica ONDERWIJSVISITATIE Industriële wetenschappen: informatica Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloropleiding en masteropleiding Industriële wetenschappen: informatica aan de Vlaamse

Nadere informatie

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

O N D E R W I J S V I S I T A T I E O N D E R W I J S V I S I T A T I E Handelsingenieur en Handelswetenschappen Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleidingen Handelsingenieur, de academische gerichte

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wie zijn wij? Patrick van den Bosch Expert Kwaliteitszorg Patrick.vandenbosch@vluhr.be Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wouter Teerlinck Expert Kwaliteitszorg Wouter.teerlinck@vluhr.be

Nadere informatie

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs. (professioneel gerichte bachelor) Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs (professioneel gerichte bachelor) Accreditatie bestaande Opleiding NVAO Ontwerp van Accreditatierapport en besluit 2 december 2008 Inhoud

Nadere informatie

1.1 Inleiding. Gehanteerde input. - referentiekaders van de opleidingen:

1.1 Inleiding. Gehanteerde input. - referentiekaders van de opleidingen: Uittreksel uit het visitatierapport iw: elektromechanica, 7 december 2009 Het domeinspecifieke referentiekader academisch gerichte bachelor Industriële wetenschappen: elektromechanica en de academisch

Nadere informatie

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning. Ontwerp van accreditatierapport en -besluit met een positieve beoordeling van de accreditatieaanvraag voor de opleiding Master of Science in de architectuur (master) van de Universiteit Antwerpen (na tijdelijke

Nadere informatie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2

Nadere informatie

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op http://www.vlhora.be>evaluatieorgaan>visitatierapporten>huidige visitatieronde

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op http://www.vlhora.be>evaluatieorgaan>visitatierapporten>huidige visitatieronde ONDERWIJSVISITATIE Industriële wetenschappen: milieukunde Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Industriële wetenschappen: milieukunde aan de Vlaamse hogescholen

Nadere informatie

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

O N D E R W I J S V I S I T A T I E O N D E R W I J S V I S I T A T I E Interieurarchitectuur Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Interieurarchitectuur aan de Vlaamse hogescholen V l a a

Nadere informatie

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op http://www.vlhora.be > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op http://www.vlhora.be > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde ONDERWIJSVISITATIE Industriële wetenschappen: chemie Industriële wetenschappen: biochemie Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Industriële wetenschappen:

Nadere informatie

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs. (professioneel gerichte bachelor)

Arteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs. (professioneel gerichte bachelor) Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs (professioneel gerichte bachelor) Accreditatie bestaande Opleiding NVAO Accreditatierapport en besluit 2 december 2008 Inhoud 1 Samenvattende

Nadere informatie

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

O N D E R W I J S V I S I T A T I E O N D E R W I J S V I S I T A T I E Milieu- en preventiemanagement Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Milieu- en preventiemanagement aan de Vlaamse hogescholen

Nadere informatie

Monumenten- en landschapszorg Een onderzoek naar de kwaliteit van de masteropleiding Monumentenen landschapszorg aan de Artesis Hogeschool Antwerpen

Monumenten- en landschapszorg Een onderzoek naar de kwaliteit van de masteropleiding Monumentenen landschapszorg aan de Artesis Hogeschool Antwerpen ONDERWIJSVISITATIE Monumenten- en landschapszorg Een onderzoek naar de kwaliteit van de masteropleiding Monumentenen landschapszorg aan de Artesis Hogeschool Antwerpen Vlaamse Hogescholenraad 7 december

Nadere informatie

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Doelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning. nvao nederiands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit datum 21 november 2016 onderwerp Definitief accreditatiebesluit (004107) bijlage 1 Intrekking en nieuwe vaststelling van het accreditatiebesluit

Nadere informatie

Handleiding onderwijsvisitaties aangevuld protocol ter ondersteuning an de opleidingen in academisering DEEL 1

Handleiding onderwijsvisitaties aangevuld protocol ter ondersteuning an de opleidingen in academisering DEEL 1 Brussel september 2008 Handleiding onderwijsvisitaties aangevuld protocol ter ondersteuning an de opleidingen in academisering DEEL 1 VLIR Ravensteingalerij 27 B 1000 Brussel TEL +32 (0)2 792 55 00 FAX

Nadere informatie

2QWZHUS$FFUHGLWDWLHNDGHU EHVWDDQGHRSOHLGLQJHQKRJHU RQGHUZLMV9ODDQGHUHQ $SULO

2QWZHUS$FFUHGLWDWLHNDGHU EHVWDDQGHRSOHLGLQJHQKRJHU RQGHUZLMV9ODDQGHUHQ $SULO 2QWZHUS$FFUHGLWDWLHNDGHU EHVWDDQGHRSOHLGLQJHQKRJHU RQGHUZLMV9ODDQGHUHQ $SULO Lange Voorhout 20 Postbus 556 2501 CN Den Haag P.O. Box 556 2501 CN The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 F +31 (0)70

Nadere informatie

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op http://www.vlhora.be > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde

Het rapport is ook elektronisch beschikbaar op http://www.vlhora.be > evaluatieorgaan > visitatierapporten > huidige visitatieronde ONDERWIJSVISITATIE Industriële wetenschappen: chemie Industriële wetenschappen: biochemie Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Industriële wetenschappen:

Nadere informatie

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

O N D E R W I J S V I S I T A T I E O N D E R W I J S V I S I T A T I E Industriële wetenschappen: bouwkunde Industriële wetenschappen: landmeten Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Industriële

Nadere informatie

Ontwerp Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen April 2004

Ontwerp Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen April 2004 Ontwerp Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen April 2004 Lange Voorhout 20 Postbus 556 2501 CN Den Haag P.O. Box 556 2501 CN The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 F +31

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING Opzet en structuur De sjabloon van het aanvraagdossier

Nadere informatie

Industriële wetenschappen: elektronica ICT e-media

Industriële wetenschappen: elektronica ICT e-media ONDERWIJSVISITATIE Industriële wetenschappen: elektronica ICT e-media Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloropleiding en de masteropleiding Industriële wetenschappen: elektronica-ict,

Nadere informatie

Productontwikkeling Een aanvullend onderzoek naar de kwaliteit van de masteropleiding Productontwikkeling aan de Artesis Hogeschool Antwerpen

Productontwikkeling Een aanvullend onderzoek naar de kwaliteit van de masteropleiding Productontwikkeling aan de Artesis Hogeschool Antwerpen A A N V U L L E N D E V I S I T A T I E Productontwikkeling Een aanvullend onderzoek naar de kwaliteit van de masteropleiding Productontwikkeling aan de Artesis Hogeschool Antwerpen V l a a m s e H o g

Nadere informatie

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

O N D E R W I J S V I S I T A T I E O N D E R W I J S V I S I T A T I E Interieurvormgeving en meubelontwerp Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Interieurvormgeving en de bachelor-nabacheloropleiding

Nadere informatie

Beoordelingsformulier bachelor eindopdracht Biomedische Technologie (code 201300197)

Beoordelingsformulier bachelor eindopdracht Biomedische Technologie (code 201300197) Beoordelingsformulier bachelor eindopdracht Biomedische Technologie (code 201300197) Gebruiksaanwijzing - Vul de gegevens in de bovenste velden in. - Voor de beoordeling van de toetsaspecten kunt u gebruik

Nadere informatie

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

O N D E R W I J S V I S I T A T I E O N D E R W I J S V I S I T A T I E Architectuur Architecture Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Architectuur en de masteropleiding Architecture aan de

Nadere informatie

Brussel september 2008. Deel 1 Handleiding onderwijsvisitaties

Brussel september 2008. Deel 1 Handleiding onderwijsvisitaties Brussel september 2008 Deel 1 Handleiding onderwijsvisitaties Brussel september 2008 Handleiding onderwijsvisitaties DEEL 1 VLIR Ravensteingalerij 27 B 1000 Brussel t e l +32 (0)2 792 55 00 f a x +32 (0)2

Nadere informatie

DLR families Architectuur en Ingenieurswetenschappen Architectuur

DLR families Architectuur en Ingenieurswetenschappen Architectuur DLR families Architectuur en Ingenieurswetenschappen Architectuur Aard van de opleidingen: academiserende opleidingen en verwante universitaire opleidingen VLIR VLHORA procesbegeleider: Conny Devolder

Nadere informatie

Bij de opmaak van deze leidraad werden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

Bij de opmaak van deze leidraad werden de volgende uitgangspunten gehanteerd: Leidraad voor het ontwerpen van een domeinspecifiek referentiekader master inleiding Deze leidraad heeft de bedoeling een hulpmiddel te zijn voor voorzitter en secretaris van visitatiecommissies

Nadere informatie

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

O N D E R W I J S V I S I T A T I E O N D E R W I J S V I S I T A T I E Bestuurskunde en publiek management Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Bestuurskunde en publiek management aan de

Nadere informatie

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

O N D E R W I J S V I S I T A T I E O N D E R W I J S V I S I T A T I E Industriële wetenschappen: bouwkunde Industriële wetenschappen: landmeten Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Industriële

Nadere informatie

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN Inhoud Eindkwalificaties... 2 Afstudeerrichtingen... 3 Structuur van de opleiding... 3 Beroepsperspectief... 3 Excellentietraject... 4 Toelating en inschrijving...

Nadere informatie

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

O N D E R W I J S V I S I T A T I E O N D E R W I J S V I S I T A T I E Stedenbouw en ruimtelijke planning Een onderzoek naar de kwaliteit van de masteropleiding Stedenbouw en ruimtelijke planning aan de Vlaamse hogescholen V l a a m s e

Nadere informatie

Context. Instroom. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving.

Context. Instroom. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving. Context Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 2 Een herkenbare leef- en werkomgeving. 3 Een herkenbare, wisselende leef- en werkomgeving. 4 Een herkenbare,

Nadere informatie

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

O N D E R W I J S V I S I T A T I E O N D E R W I J S V I S I T A T I E Conservatie en restauratie Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Conservatie en restauratie aan de Vlaamse hogescholen

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE

VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE EEN KIJK VAN ONDERUIT Prof.dr. Rita Godyns, decaan Faculteit Toegepaste Taalkunde Hogeschool Gent Universiteit Gent Overzicht: situering van de opleiding het visitatieproces

Nadere informatie

Elektrotechniek Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektrotechniek aan de Vlaamse hogescholen

Elektrotechniek Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektrotechniek aan de Vlaamse hogescholen O N D E R W I J S V I S I T A T I E Elektrotechniek Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektrotechniek aan de Vlaamse hogescholen V l a a m s e H o g e s c

Nadere informatie

Concept Academisering Concrete vereisten Evolutie naar academisch: quid? Academisering. Anton Schuurmans. 8 oktober 2009

Concept Academisering Concrete vereisten Evolutie naar academisch: quid? Academisering. Anton Schuurmans. 8 oktober 2009 Concept 8 oktober 2009 Concept Wat vooraf ging... Invoering Bologna Concept Bolognaverklaring 19 juni 1999: verhoging mobiliteit binnen Europa bachelor-masterstructuur studiepunten (credits) uitwisseling

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

Indeling hoger onderwijs

Indeling hoger onderwijs achelor & master Sinds enkele jaren is de structuur van het hoger onderwijs in België afgestemd op die van andere Europese landen. Hierdoor kan je makkelijker switchen tussen hogescholen en universiteiten

Nadere informatie

De onderwijsvisitatie

De onderwijsvisitatie ONDERWIJSVISITATIE Nautische wetenschappen Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Nautische wetenschappen aan de Vlaamse hogescholen Vlaamse Hogescholenraad

Nadere informatie

Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA

Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA Inleiding Tijdens de eerste studiedag van de BAMA-werkgroep op 10 oktober l.l. werd aan de BAMAcoördinatoren de opdracht gegeven om

Nadere informatie

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS M.H.O. OP TOETS NIEUWE OPLEIDING Opzet en structuur Dit sjabloon met richtlijnen

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences Opleidingsspecifiek deel bij de OER 2016-2017 Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences art. 2.1 Toelating 1. Naast de in de wet genoemde diploma s die

Nadere informatie

1 Samenvattende conclusie 3. 2 Besluit 4

1 Samenvattende conclusie 3. 2 Besluit 4 Karel de Grote-Hogeschool - Katholieke Hogeschool Antwerpen Bachelor in de industriële wetenschappen: elektromechanica (academisch gerichte bachelor) Accreditatie bestaande Opleiding NVAO Accreditatierapport

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Eindtermen. voor de. Bacheloropleiding Bewegingswetenschappen. Faculteit der Medische Wetenschappen. Rijksuniversiteit Groningen

Eindtermen. voor de. Bacheloropleiding Bewegingswetenschappen. Faculteit der Medische Wetenschappen. Rijksuniversiteit Groningen Eindtermen voor de Bacheloropleiding Bewegingswetenschappen Faculteit der Medische Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen 1 Opbouw eindtermen BW Groningen De bewegingswetenschapper is op bachelor niveau

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Visitaties in de hogescholen en universiteiten. VEP 7 december 2012

Visitaties in de hogescholen en universiteiten. VEP 7 december 2012 Visitaties in de hogescholen en universiteiten VEP 7 december 2012 1 Visitaties in de hogescholen en universiteiten 1. Situering van de visitaties in de kwaliteitsbewaking 2. Onderzoek van Belgische Rekenhof

Nadere informatie

Juridische kennis en professionele vaardigheden

Juridische kennis en professionele vaardigheden Eindtermen Bachelor Rechtsgeleerdheid master rechtsgeleerdheid De bachelor heeft kennis van en inzicht in het geldende recht alsmede recht met elkaar verbonden zijn. De bachelor is in staat om vanuit het

Nadere informatie

Beoordelingsformulier bachelor eindopdracht Biomedische Technologie (code )

Beoordelingsformulier bachelor eindopdracht Biomedische Technologie (code ) Beoordelingsformulier bachelor eindopdracht Biomedische Technologie (code 201300197) Gebruiksaanwijzing - Vul de gegevens in de bovenste velden in. - Voor de beoordeling van de toetsaspecten kunt u gebruik

Nadere informatie

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN De onderwijsvorm ASO is een breed algemeen vormende doorstroomrichting waarin de leerlingen zich voorbereiden op een academische of professionele bacheloropleiding.

Nadere informatie

Welding engineering Een onderzoek naar de kwaliteit van de master-na-masteropleiding Welding engineering aan de Vlaamse hogescholen

Welding engineering Een onderzoek naar de kwaliteit van de master-na-masteropleiding Welding engineering aan de Vlaamse hogescholen O N D E R W I J S V I S I T A T I E Welding engineering Een onderzoek naar de kwaliteit van de master-na-masteropleiding Welding engineering aan de Vlaamse hogescholen V l a a m s e H o g e s c h o l e

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en BIJLAGE 1 Toetsplan Bacheloropleiding Taal en Cultuur 2014-2015 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 week 1-7 colleges week 8/9/10, 20 week 11-16, 19 colleges week 21/22, 30 Griekse grammatica en LQG010P05

Nadere informatie

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

O N D E R W I J S V I S I T A T I E O N D E R W I J S V I S I T A T I E Landschaps- en tuinarchitectuur Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Landschaps- en tuinarchitectuur en de bachelorna-bacheloropleiding

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Competenties en Gedragsindicatoren

Competenties en Gedragsindicatoren Master Design Willem de Kooning Academie Competenties en Gedragsindicatoren Competentiegericht onderwijs De Master Design heeft competenties geformuleerd om de vormgeving, sturing en onderbouwing van het

Nadere informatie

Het hoger onderwijs verandert

Het hoger onderwijs verandert achelor & master Sinds september 2004 is de hele structuur van het hoger onderwijs veranderd. Die nieuwe structuur werd tegelijkertijd ingevoerd in andere Europese landen. Zo sluiten opleidingen in Vlaanderen

Nadere informatie

Drama Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Drama aan de Artesis Hogeschool Antwerpen

Drama Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Drama aan de Artesis Hogeschool Antwerpen A A N V U L L E N D E V I S I T A T I E Drama Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Drama aan de Artesis Hogeschool Antwerpen V l a a m s e H o g e s c h

Nadere informatie

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Luchtvaart Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Luchtvaart aan de Vlaamse hogescholen

Luchtvaart Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Luchtvaart aan de Vlaamse hogescholen O N D E R W I J S V I S I T A T I E Luchtvaart Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bachelor Luchtvaart aan de Vlaamse hogescholen V l a a m s e H o g e s c h o l e n r a a d 8

Nadere informatie

Industrieel Ontwerpen

Industrieel Ontwerpen Industrieel Ontwerpen Industrieel ontwerpen, het vakgebied Industrieel Ontwerpen in Twente Industrieel Ont Industrieel ontwerpen, het vakgebied Industrieel Ontwerpen houdt zich bezig met het ontwikkelen

Nadere informatie

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

O N D E R W I J S V I S I T A T I E O N D E R W I J S V I S I T A T I E Bestuurskunde en publiek management Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Bestuurskunde en publiek management aan de

Nadere informatie

AANVULLENDE VISITATIE

AANVULLENDE VISITATIE AANVULLENDE VISITATIE Industriële wetenschappen: elektronica-ict Een aanvullend onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloropleiding en de masteropleiding Industriële wetenschappen:

Nadere informatie

O N D E R W I J S V I S I T A T I E

O N D E R W I J S V I S I T A T I E O N D E R W I J S V I S I T A T I E Industriële wetenschappen: textieltechnologie Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Industriële wetenschappen: textieltechnologie

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen Pre-Academisch Onderwijs Ontwikkelingslijnen en leerdoelen LEERDOELEN PER ONTWIKKELINGSLIJN Ontwikkelingslijn 1: De leerling ontwikkelt een wetenschappelijke houding 1.1 De leerling ontwikkelt een kritische

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Engelse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen (Raad van Bestuur, 23 april 2013, 27 mei 2014, 31 maart 2015, 12 april 2016, 28 maart 2017 en 27 maart 2018) UITGANGSPUNTEN De Universiteit Antwerpen wenst

Nadere informatie

Handleiding Onderwijsvisitaties vlir vlhora Brussel, februari 2005

Handleiding Onderwijsvisitaties vlir vlhora Brussel, februari 2005 Handleiding Onderwijsvisitaties vlir vlhora Brussel, februari 2005 2 Handleiding Onderwijsvisitaties vlir vlhora INHOUD Voorwoord 5 1. Kwaliteitszorg en kwaliteitszorgstelsels 9 1.1. Het begrip kwaliteit

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifieke deel: Bacheloropleiding: Kunstgeschiedenis Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

Onderwijsvisitaties van de eerste academiserende opleidingen van de hogescholen afgerond

Onderwijsvisitaties van de eerste academiserende opleidingen van de hogescholen afgerond PERSBERICHT Onderwijsvisitaties van de eerste academiserende opleidingen van de hogescholen afgerond maandag 7 december 2009 van 14.00 tot 17.00 uur, Brussel Paleis der Schone Kunsten Volgens het structuurdecreet

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Elektronica-ICT Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektronica-ICT aan de Vlaamse hogescholen

Elektronica-ICT Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektronica-ICT aan de Vlaamse hogescholen O N D E R W I J S V I S I T A T I E Elektronica-ICT Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Elektronica-ICT aan de Vlaamse hogescholen V l a a m s e H o g e s c

Nadere informatie

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap STEM Visietekst van het GO! 28 november 2016 onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2 Samenvatting In de beleidsnota 2014-2019 stelt Vlaams minister van Onderwijs de ambitie om leerlingen warmer te maken

Nadere informatie

Beeldende vormgeving Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Beeldende vormgeving aan de Vlaamse hogescholen

Beeldende vormgeving Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Beeldende vormgeving aan de Vlaamse hogescholen O N D E R W I J S V I S I T A T I E Beeldende vormgeving Een onderzoek naar de kwaliteit van de professioneel gerichte bacheloropleiding Beeldende vormgeving aan de Vlaamse hogescholen V l a a m s e H

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017

Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017 Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017 Context Descriptor Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie