NETWERK VAN BEDRIJVEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NETWERK VAN BEDRIJVEN"

Transcriptie

1

2 3 NETWERK VAN BEDRIJVEN Datum Mei 2011 Versie 1.0 Uitgever Universiteit Twente Center for e-government Studies In opdracht van Alliantie Vitaal Bestuur Publicatie titel Netwerk van Bedrijven Publicatiejaar 2011 Publicatietype Onderzoeksrapport Auteurs Lidwien van de Wijngaert Yvon van den Boer Willem Pieterson Klankbord- Imke Arts-Vrijling groep Rob Brand Cees van Dongen Ellen Küller Peter Pronk Geert Thijssen

3

4 5 SAMENVATTING De overheid communiceert op verschillende manieren met bedrijven. Naast top-down (massa)communicatie maken bedrijven steeds vaker gebruik van intermediairs om te communiceren met de overheid. Ook wisselen bedrijven onderling informatie over de overheid uit. Daarmee is duidelijk dat we leven in een netwerkmaatschappij. Hoe dit netwerk in elkaar steekt en hoe de overheid gebruik kan maken van dat netwerk is een stuk minder duidelijk. Het Center for egovernment Research deed in opdracht van de Alliantie Vitaal Bestuur onderzoek naar de relatie tussen overheid en bedrijven. Het onderzoek is opgezet vanuit een gebruikersperspectief en een netwerkperspectief. Het gebruikersperspectief komt tot uiting in het feit dat we 606 bedrijven uit het MKB hebben gevraagd hoe zij communiceren met de overheid. Daarbij hebben we niet alleen gekeken naar formele bronnen zoals de belastingdienst en websites van de overheid maar ook naar intermediaire bronnen en persoonlijke relaties. We hebben onderzocht welke van deze bronnen bedrijven gebruiken om informatie te zoeken over onderwerpen als wet- en regelgeving of het starten van een bedrijf. Daarnaast hebben we gekeken op welke manier bedrijven in contact staan met de overheid als het gaat om transacties zoals het doen van aangifte voor de belasting of het aanvragen van subsidie. Verder hebben we onderzocht hoe bedrijven de relatie met verschillende bronnen typeren in termen van bijvoorbeeld deskundigheid en betrouwbaarheid, of deze relatie vooral vrijwillig of verplicht van aard is en in hoeverre deze relatie vooral praktisch of juist strategisch van aard is. Tot slot hebben we gekeken via welke kanalen de bedrijven bij voorkeur communiceren met de verschillende bronnen. De resultaten laten zien dat bedrijven op verschillende manieren aan overheidsinformatie komen. Voor praktische informatie, formele zaken gaan bedrijven te rade bij de formele bronnen. Als het gaat om meer strategische informatie of vernieuwing gaan met name kleinere bedrijven te rade bij intermediairs of het persoonlijke netwerk. Gemeentes vormen daarbij een uitzondering: zij worden gezien als een bron die nabij is. De voorkeur voor kanalen voor de formele organisaties zijn telefoon en . Voor communicatie binnen het persoonlijke netwerk gaat de voorkeur uit naar telefoon en face-to-face. Nieuwe kanalen zoals chat en web2.0 worden nog op zeer beperkte schaal gebruikt en dan vooral voor persoonlijke communicatie. De betekenis van deze resultaten is dat de overheid een communicatiestrategie zou moeten ontwikkelen waarbij ze communicatie langs verschillende lijnen loopt. In haar formele rol kan de overheid op dit moment het beste gebruik maken van kanalen als websites, telefoon en e- mail om bedrijven in het MKB te bereiken. Als het gaat om meer strategische zaken is het verstandig om communicatie te laten plaatsvinden via intermediairs en persoonlijke relaties. Het is van belang dat de overheid beleid ontwikkelt voor het bereiken van intermediairs en persoonlijke netwerken. Met name voor die laatste groep zullen nieuwe strategieën moeten worden ontwikkeld. Enschede, Center for e-government Studies Mei, 2011

5

6 7 INHOUDSOPGAVE 1! INLEIDING... 9! Doelstelling van het onderzoek... 9! Onderzoeksaanpak... 10! Resultaten... 10! Onderzoeksvragen... 11! Leeswijzer... 12! 2! THEORETISCHE ACHTERGROND... 13! 2.1! DE VERANDERENDE SAMENLEVING... 13! Veranderingen in de maatschappij... 13! Veranderingen in de technologie... 14! 2.2! DE NETWERKOVERHEID... 15! 2.3! COMMUNICATIENETWERKEN... 16! 2.4! DE CONTEXT VAN BEDRIJVEN... 19! 2.5! CONCLUSIE... 20! 3! OPZET VAN HET ONDERZOEK... 21! 3.1! VERKENNING... 21! 3.2! NETWERK ANALYSE... 22! 3.3! DATAVERZAMELING EN REPRESENTATIVITEIT... 23! REPRESENTATIVITEIT... 23! 3.4! DATA-ANALYSE EN RESULTATEN... 24! 4! RESULTATEN... 27! Introductie... 27! Effect van grootte en levensfase... 29! Kanaalvoorkeuren... 30! Oordeel over overheidsinformatie... 32! Wie geeft wie advies... 33! Netwerken... 33! 4.1! ONDERWERPEN... 35! 4.2! TRANSACTIES... 39! 4.3! MOTIVATIE... 41! 4.4! AARD VAN DE RELATIE... 43! 4.5! KANAALVOORKEUR... 45! Samenhang met kanaalvoorkeur... 47! 5! CONCLUSIES... 51! 5.1! AARD VAN DE RELATIE... 51! 5.2! GEBRUIK VAN KANALEN... 52! 5.3! GEINTEGREERDE COMMUNICATIESTRATEGIE... 53! REFERENTIES... 55! BIJLAGE 1 VRAGENLIJST... 57! Introductie... 57! Communicatie met de overheid... 58! Relaties... 60! BIJLAGE 2 INDEGREE... 65! Onderwerp... 66! Transacties... 67! Motivatie... 68! Kanaalvoorkeur... 69! Aard relatie... 70!

7

8 9 1 INLEIDING Net als bij burgers is de elektronische overheid voor bedrijven gericht op de omvorming van een aanbodgerichte naar een vraaggerichte strategie. Vraaggerichtheid en vraagsturing zijn in de relatie tussen overheid en bedrijven minder ver dan bij burgers. Het gevolg is dat communicatie tussen overheid en bedrijven vaak moeizaam verloopt. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in het feit dat de overheid niet weet hoe zij met intermediairs moet omgaan (AVB onderzoek UT, 2010). Er zijn verschillende initiatieven vanuit de overheid die de relatie tussen overheid en bedrijven moet verbeteren. Veel van deze initiatieven vinden plaats binnen een toekomstig raamwerk van grotere vernieuwingen: gegevens halen in plaats van brengen, horizontalisering van het toezicht, dienstverlening en medegebruik van publieke gegevens. Daarbij geven tal van overheidsorganisaties sturing en impulsen aan deze verandering. Programma s als e-inspecties, Slim Geregeld Goed Verbonden en Horizontaal Toezicht zorgen voor verschuivingen in de relatie tussen overheid en bedrijven. De Douane benadering van Authorized Economic Operators heeft voor een verandering gezorgd in de logistieke processen. Hoewel er dus in de praktijk verschillende voorbeelden zijn van veranderende relaties ontbreekt het aan wetenschappelijk inzicht ten aanzien van de rol die zowel overheden als bedrijven spelen in een netwerk van processen en interacties. Het doel binnen dit onderzoek is om inzicht te krijgen in de veranderende relatie tussen bedrijven, intermediairs en (semi)overheden. Vanuit wetenschappelijk opzicht worden deze inzichten verkregen vanuit de theorievorming over het perspectief van een netwerkoverheid waarin de aard van de relaties tussen overheid en burgers of bedrijven en de relaties binnen de (semi)overheid steeds belangrijker worden en bovendien het karakter van de overheid veranderen (van kolom- naar ketenorganisatie en van productnaar procesorganisatie). Organisatiewijzen van de overheid verschuiven hiermee van hiërarchie en markt ( new public management ) naar netwerken. In dit geval van onderdelen van de overheid in hun relatie met bedrijven, onder meer via intermediairs. DOELSTELLING VAN HET ONDERZOEK Dit onderzoek is gericht op het in kaart brengen van de actoren, hun relaties, de eigenschappen van die relaties en de rol die ICT speelt bij de invulling van die relatie. Omdat het gaat om de relaties in het netwerk ligt de focus daarom niet alleen op bedrijven maar hebben in dit onderzoek ook intermediairs en (semi)overheden zelf (als object van onderzoek) de aandacht. Het doel van dit onderzoek is niet om het totale netwerk van Nederlandse bedrijven, intermediairs, (semi)overheden en gegevensstromen in kaart te brengen. Het doel is om inzicht te krijgen in de aard van de relaties, de gebruikte kanalen en ICT hulpmiddelen daarbij. Daarbij wordt geconcentreerd op het MKB en worden grote bedrijven buiten beschouwing gelaten. De aard van de relatie tussen grote bedrijven en de overheid is zodanig anders

9 10 dat het moeilijk is om beide typen bedrijven in een enkel onderzoek recht te doen. Binnen het MKB segment van het Nederlandse bedrijfsleven maken we onderscheid tussen de volgende groepen ondernemers: starters (< 3 jaar) en zelfstandigen zonder personeel (ZZP) en met personeel (MKB+), ouder dan 3 jaar. ONDERZOEKSAANPAK Door middel van literatuur- en vragenlijstonderzoek is het mogelijk om de aard van de relaties die ze onderhouden in het kader van de overheid in kaart te brengen. Op basis van een literatuuronderzoek wordt inzicht verkregen in de belangrijkste klassen van actoren (bedrijven, intermediairs en (semi)overheden). Daarbij zal aandacht worden besteed aan twee aspecten van overheidscommunicatie. In de eerste plaats richten we ons op de verplichte relatie met de overheid (wat moet). Een voorbeeld hiervan is het betalen van belasting. Daarbij zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij eerder onderzoek van de UT naar kanaalgebruik door ondernemers. Zo kan bijvoorbeeld het verschil tussen intentioneel en feitelijk (kanaal)gedrag van bedrijven wellicht in het onderzoek worden meegenomen. In de tweede plaats richten we ons op een mogelijke relatie (wat mag). Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het zoeken naar informatie over subsidies. De resultaten van deze verkenning vormt de basis onder het vragenlijstonderzoek dat hierna volgt. Het vragenlijstonderzoek richt zich op surveyvragen als 'Met hoeveel andere ZZP-ers onderhoudt u contacten? Met welke regelmaat onderhoudt u contact met de Belastingdienst? Hoe typeert u de aard van de relatie met uw intermediair? Welke kanalen gebruikt u om contact te houden met uw relaties? Door dergelijke vragen systematisch voor te leggen aan een representatieve steekproef MKB-ers kan inzicht worden verkregen in de netwerkstructuur van de relaties tussen bedrijven, intermediairs en hun bronnen bestaande uit overheden, semi-overheden en het persoonlijke netwerk. RESULTATEN Door middel van een analyse van de data kan inzicht worden verkregen in hoe bedrijven en bronnen zich tot elkaar verhouden. Dat kan zuiver kwantitatief door inzichtelijk te maken welke actoren met welke frequentie met elkaar communiceren maar ook kwalitatief door te onderzoeken hoe de relatie zich typeert. Denk bijvoorbeeld aan het karakter van de relatie (dienend ('mogen'), verplicht ('moeten'), praktisch of strategisch). Daarnaast kan in kaart worden gebracht welke kanalen worden gebruikt en hoe ICT de relatie tussen de bedrijven en bronnen ondersteunt. De analyse van de data richt zich op het verkrijgen van inzicht in verschillende aspecten van de communicatie tussen bedrijven en de bronnen die zij gebruiken: " Een analyse van de communicatie tussen bedrijven en bronnen verschaft inzicht in wie met wie communiceert over welk onderwerp en met welke motivatie. " De voorkeur voor kanalen geeft inzicht in welke partij en op welke manier het beste kunnen worden benaderd. Hieruit kan worden afgeleid welke rol het digitale kanaal kan spelen in het hele spectrum van kanalen. " Naast kanaalvoorkeuren en gegevensstromen krijgen we inzicht in de rol die de verschillende actoren in het netwerk

10 11 spelen. Hier wordt bijvoorbeeld de rol van intermediairs wordt hier zichtbaar. " Tot slot bestaat de mogelijkheid om op basis van de netwerkdata te komen door middel van een analyse van cliques en communities. Deze analyse kan inzicht verschaffen in de mogelijkheden tot segmentering. Uitgangspunt voor de te vormen segmenten is daarbij niet alleen gebaseerd op bestaande segmentatie mechanismen zoals demografie, geografie, psychografie en gedrag maar daarnaast ook op de aard van de relatie. Verschillende segmenten kunnen op verschillende manieren worden ondersteund door middel van ICT. De theoretische basis hiervoor ligt in task-technology fit. ONDERZOEKSVRAGEN Meer concreet richten we ons op de uitwisseling van informatie tussen bedrijven en bronnen. Meer concreet kijken we hoe bedrijven communiceren met bronnen over verschillende onderwerpen zoals belastingzaken, innovatie en het starten van een onderneming. De volgende onderzoeksvraag komt hierdoor naar voren. Hoe verschillen de relaties tussen bedrijven en bronnen voor [1] verschillende onderwerpen en [2] verschillende soorten transacties? Behalve de inhoudelijke kant zullen we ook kijken naar de achterliggende redenen waarom bedrijven voor bepaalde bronnen kiezen. Daarbij kijken we naar motivaties zoals betrouwbaarheid en deskundigheid. Daarnaast vragen we bedrijven de aard van hun relatie met verschillende bronnen te typeren. Welke motivatie hebben bedrijven om contact op te nemen met verschillende bronnen? Hoe typeren bedrijven de relatie met verschillende bronnen? Het derde deel van ons onderzoek heeft te maken met kanaalkeuze. Op welke manier communiceren bedrijven het liefst met verschillende soorten bronnen? Met de laatste, overkoepelende vraag, proberen we inzicht te krijgen in hoe de resultaten van de voorgaande vragen met elkaar samenhangen. Hoe hangen onderwerpen, transacties, motivaties, aard van de relatie en kanaalvoorkeuren met elkaar samen? Het uiteindelijke doel van de beantwoording van deze vragen is om inzicht te krijgen in hoe de overheid beter met bedrijven kan communiceren. Daarbij zal steeds aandacht worden besteed aan de rol die de overheid daarin speelt: als actieve actor in het netwerk, maar ook als netwerk regisseur. Het doel is om aanbevelingen te doen ten aanzien van de verbetering en het meer vraaggericht maken van dienstverlening aan bedrijven. Waar mogelijk zal aandacht worden besteed aan de overeenkomsten en verschillen met de relatie tussen overheid en burgers. Ook zal waar

11 12 mogelijk aanbevelingen worden gedaan ten aanzien van hoe bedrijven kunnen helpen bij het verder inrichten van de eoverheid. LEESWIJZER Voor wat betreft de volgende hoofdstukken besteden we allereerst aandacht aan de achtergronden van het denken in termen van netwerken. Hoofdstuk 3 bespreekt de methode van het empirische onderzoek dat is uitgevoerd en in hoofdstuk 4 worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. In het laatste hoofdstuk worden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan naar aanleiding van de onderzoeksvragen en de gevonden resultaten.

12 13 2 THEORETISCHE ACHTERGROND In dit hoofdstuk besteden we aandacht aan de achterliggende theoretische aspecten van het onderzoek. Hierbij gaat het primair om de vraag welke theoretische verklaringen er zijn voor veranderende relatie tussen overheid en bedrijfsleven. Secundair gaat het om de vraag welke implicaties hieruit voortvloeien voor de overheid en voor dit onderzoek. In dit hoofdstuk schetsen we allereerst de belangrijkste veranderingen die geleid hebben tot de veranderende relaties. Vervolgens gaan we in op de gevolgen van de veranderingen; de omvorming van de traditionele overheid in een netwerkoverheid en hoe dit de verhouding met bedrijven beïnvloedt. Ten slotte gaan we in op de consequenties voor de communicatie tussen overheden en bedrijven. 2.1 DE VERANDERENDE SAMENLEVING De noodzaak tot het in kaart brengen van het netwerk van de overheid met bedrijven vloeit voort uit belangrijke veranderingen in de samenleving die leiden tot het ontstaan van een Netwerkoverheid. De veranderingen zijn terug te voeren op een tweetal hoofdzaken: " Veranderingen in de maatschappij zelf " Veranderingen in de technologie die leiden tot nieuwe wijzen van communiceren en de maatschappelijke veranderingen (soms) versterken VERANDERINGEN IN DE MAATSCHAPPIJ De eerste verandering betreft de veranderingen in de structuur en cultuur van de samenleving. Was de maatschappij in de jaren 50 en 60 nog geordend in zuilen waar het relatief makkelijk was een bepaalde groep burgers te bereiken en macht uit te oefenen door de overheid, door de ontzuiling is dit veranderd (Van Dijk, 2006). De maatschappij is in toenemende mate georganiseerd in een netwerkstructuur waarin relaties niet langer verticaal zijn, maar horizontaler worden. Hierbij is de relatie tussen burger/bedrijf en overheid niet langer gebaseerd op macht, maar op de uitwisseling van informatie (Castells, 2000). Een gerelateerde ontwikkeling is die van de individualisering (Bauman, 2001; Castells, 1996; van Dijk, 2006). De samenleving is niet langer een homogene massa wiens gedrag op een uniforme wijze te sturen is. De burger stelt zich in toenemende mate als individu op, met eigen wensen en eisen en eigen patronen van communicatie. De toenemende mondigheid die hierbij past versterkt de veranderende machtsrelatie. Een volgende ontwikkeling is die van het dalende vertrouwen van de burger in de overheid. Waar de burger de overheid vroeger vertrouwde op basis van moraliteit, beoordeelt de burger de overheid nu rechtstreeks (Uslaner, 2002). De toenemende transparantie en snelle beschikbaarheid van informatie over het functioneren van de overheid maken dat de burger de overheid sneller negatief beoordeelt (Petty, Brinol, & Priester, 2009). Ten slotte spelen ontwikkelingen als mondialisering en de toenemende complexiteit van de samenleving een rol (Van der Arend, 2007). Hierdoor verandert de relatie tussen overheid en burger.

13 14 De consequenties van deze maatschappelijke ontwikkelingen zijn tweeledig. In de eerste plaats zien we de verandering richting een netwerksamenleving waar de relatie tussen burgers/bedrijven en de overheid verandert. Daarbij gaat het in eerste instantie om de structuur van de relatie zelf. Deze is in toenemende mate gemedieerd en indirect. Daarnaast veranderen de structurele kenmerken van de relatie. Hierbij gaat het om zulke relationele kenmerken als vertrouwen en macht. In de tweede plaats veranderen de wijzen van communiceren. Het traditionele model van communicatie dat de overheid in het verleden hanteerde was dat van de directe communicatie (het injectienaaldmodel). Hierbij communiceert de overheid rechtstreeks met de burger via de massamedia. Verscheidene wetenschappers beargumenteerden al dat traditionele massamediale campagnes ineffectief zijn om burgers te bereiken en hun gedrag te veranderen (Petty, Brinol, & Priester, 2009; van Woerkum, Kuiper, & Bos, 1999). Toch blijven overheden de beschikbare informatie via allocutie direct naar de burger en het bedrijf sturen (Bordewijk & van Kaam, 1982). Dit beperkt de mogelijkheid tot dialoog en de mogelijkheid om de burger op een gepersonaliseerde manier te overtuigen. Tegelijkertijd zijn burgers in toenemende mate geneigd zichzelf te informeren via hun sociale en media netwerken (Estabrook, Witt, & Rainie, 2007) in plaats van te vertrouwen op de informatie van de overhead. Bimber (2003) stelt in dit kader dat de toename van de burger-burger communicatie de geloofwaardigheid van de overhead ondermijnt en het beeld dat burger van de overheid heeft negatief beïnvloed. Deze verandering in de wijzen van communiceren zijn op hun beurt weer sterk beïnvloedt door veranderingen in de technologie. VERANDERINGEN IN DE TECHNOLOGIE Het technologisch (communicatie) landschap is de laatste decennia sterk veranderd. Sleutelontwikkeling hierin voor de relatie tussen burger/bedrijf en overhead is de komst van het internet (McNeal, Hale & Dotterweich, 2008; West, 2004; Reddick, 2005). De opkomst van het internet heeft een tweetal gevolgen in deze context. In de eerste plaats faciliteert ze netwerkvorming, in de tweede plaats zorgt ze voor nieuwe kanalen voor de contacten tussen overheid en burger. Een belangrijk kenmerk van de technologie is dat ze zorgt voor nieuwe en andere verbindingen tussen entiteiten. Het world wide web (websites) zorgt ervoor dat mensen via webpagina s kunnen communiceren. Het onderliggende internet zorgt ervoor dat entiteiten via technologie verbonden kunnen worden. Dit faciliteert de uitwisseling van informatie. Voor bedrijven is Electronic Data Interchange (EDI) hiervan een belangrijk voorbeeld in de context van de netwerkvorming met de overheid. De meer recente opkomst van sociale media en web2.0 maken het nog eenvoudiger om a) verbonden te zijn met meerdere entiteiten tegelijk, b) geografische en tijdsbarrières te slechten en c) te interacteren via het netwerk. Van Dijk (2006) laat in zijn model van communicatiecapaciteiten zien wat de sterke en zwakke punten van computernetwerken zijn in vergelijking met traditionele wijzen van communicatie.

14 15 Tabel 2-1 Communicatie Capaciteiten van verschillende media (van Dijk, 2006). Communicatie Capaciteit Face- to-face Print Oude Media Massa Media Telefoon Computer Netwerken Nieuwe Media Snelheid Laag Laag/med Hoog Hoog Hoog Hoog Bereik (geografisch) Laag Medium Hoog 1 Hoog 1 Hoog 1 Laag Bereik (sociaal) Laag Medium Hoog 1 Hoog 1 Laag Laag Opslagcapaciteit Laag Medium Medium Laag Hoog Hoog Nauwkeurigheid Laag Hoog Laag/med Laag Hoog Hoog Selectiviteit Laag Laag Laag Hoog Hoog Hoog Offline Multimedia Interactiviteit Hoog Laag Laag Medium Medium Medium Stimuli Rijkheid Hoog Laag Medium Laag Laag Medium Complexiteit Hoog Hoog Medium Medium Laag Medium Privacy Bescherming Hoog Medium Hoog Medium Laag Medium Noot 1 Alleen in ontwikkelde landen. De tabel laat zien dat computernetwerken vooral goed scoren op hun snelheid, bereik, opslagcapaciteit, nauwkeurigheid en selectiviteit. In het kader van de netwerkvorming is vooral het bereik een belangrijk aspect. De tweede verandering betreft de toename van het aantal communicatiekanalen. Waren tot een jaar of 20 geleden de post, telefoon en balie de gangbare kanalen voor dienstverlening en in aanvulling daarop radio en tv voor informatievoorziening, door de komst van het internet is het aantal kanalen enorm uitgebreid. Achtereenvolgens , websites en nu sociale media zoals microblogging (Twitter) en sociale netwerken (Facebook, Hyves) zijn erbij gekomen. Daarnaast neemt binnen de kanalen het aantal mogelijkheden enorm toe. Waren er tot 20 jaar geleden drie tvzenders, nu hebben de meeste huishoudens er 30 of meer. Daarnaast groeit bijvoorbeeld het aantal websites nog steeds sterk. Deze toenemende pluriformiteit in kanalen en binnen de kanalen maken het moeilijker om de samenleving te bereiken. Daarnaast komt het accent van de communicatie steeds meer te liggen op interactie in plaats van de lineaire stroom van overheid naar burger/bedrijf. Verschillende auteurs beargumenteren dat deze veranderingen hebben geleid tot een netwerkmaatschappij (Castells, 2208; Van Dijk, 2006). Vanwege het vager worden van grenzen binnen en tussen bestaande structuren, zullen de netwerken die ontstaan in organisaties en groepen doordringen tot de gehele maatschappij. Hierdoor zullen alle aspecten van de samenleving beïnvloed worden, van een netwerkeconomie tot een digitale cultuur (Van Dijk, 2006). Zoals hierboven al aangehaald wordt deze ontwikkeling sterk gefaciliteerd door de technologische ontwikkelingen. 2.2 DE NETWERKOVERHEID Van Dijk en Winters-Van Beek (2009) stellen dat, in lijn met de transformatie naar een netwerksamenleving, de overheid verandert in een netwerkoverheid. Deze verandering heeft een aantal implicaties. In de eerste plaats is het organiserend principe van de

15 16 netwerkoverheid niet de hiërarchie, maar de heterarchy waarbij de macht en de regels van elke entiteit komen. Dit correspondeert, zoals we hierboven al zagen met de veranderingen in de samenleving waarbij de relatie tussen overheid en de burger/bedrijf veranderen. In de tweede plaats maken netwerken complexe interacties binnen en tussen niveaus van de overheid mogelijk. Alle lagen van de overheid zijn met elkaar verbonden en de grenzen tussen afzonderlijke overheidsorganisaties worden vager en zelfs de grens tussen overheid en de buitenwereld vervaagd (Van Dijk, 2006). Tegenover de toenemende complexiteit van de relaties staat een toenemende flexibiliteit in de communicatie. Het probleem dat Van Dijk en Winters-Van Beek (2009) signaleren is dat we in een fase zitten waarin de netwerkoverheid concurreert met andere vormen van organisatie binnen de overheid, zoals de traditionele hiërarchie en het markt model waarbij de overheid bepaalde taken uitbesteed. Inderdaad is te zien dat sommige organisaties richting een netwerkmodel schuiven (zoals de Belastingdienst met Horizontaal Toezicht), maar andere blijven leunen op de traditionele hiërarchie (zoals diezelfde Belastingdienst met de dienstverlening aan particulieren). De verwachting voor het onderzoek is dat we zullen zien dat de overheid slechts één van de spelers is in het communicatienetwerk van bedrijven, naast (formele en sociale) intermediairs en andere informatiebronnen. Daarnaast zal een veelheid aan communicatiemiddelen gebruikt worden in de contacten. Onderstaande figuur geeft weer, op basis van bovenstaande analyse, hoe de relatie tussen overheid en bedrijf verandert. Figuur 2-2 Veranderende relatie tussen overheid en bedrijven De twee belangrijkste veranderingen zijn daarbij de uitbreiding van het aantal informatiebronnen in het algemeen en de toename van het aantal communicatiekanalen. De manier waarop dit netwerk vormgegeven wordt verschuift van directe communicatie naar communicatienetwerken. 2.3 COMMUNICATIENETWERKEN Hierboven haalden we al even kort het injectienaaldmodel van communicatie aan. Dit model veronderstelt een directe relatie tussen zender en ontvanger die gemedieerd wordt via de massa media (Lasswell, 1948). De meeste traditionele modellen van communicatie volgen dit principe van een directe lineaire relatie,

16 17 zoals Shannon en Weaver s (1949) Mathematical Theory of Communication en Berlo s (1960) Source-Message-Channel- Receiver (S-M-C-R) model. In de praktijk is dit het dominante model voor overheidscommunicatie en het had als belangrijk voordeel dat massa-mediale campagnes goed scoren in termen van bereik. Het was vrij eenvoudig om een boodschap bij de ontvanger te krijgen. Het probleem is echter dat het overdragen van een boodschap veelal niet voldoende is. Vaak is een verandering in houding of gedrag gewenst. Ondanks behoorlijk intensieve communicatie, lukte het bijvoorbeeld de Belastingdienst niet om ondernemers zover te krijgen om vrijwillig de elektronische belastingaangifte te gaan gebruiken in de periode tot de verplichtstelling in 2005 (Arendsen, 2008). Rogers en Kincaid (1981) stellen dat het lineaire model van communicatie teveel gericht is op de overdracht van informatie. Informatie wordt daarbij gezien als een fysieke entiteit die naar believen verplaatst kan worden zonder rekening te houden met de context van de communicatie. Wat hierbij ontbreekt is de rol die de sociale en relationele omgeving speelt in het communicatieproces (Rogers & Kincaid, 1981). Deels op basis van deze kritiek ontstonden nieuwe perspectieven op communicatie. De two-step flow hypothesis (Lazarsfeld, 1958) is daarvan een prominente. Deze theorie stelt dat communicatie meer effectief verloopt in stappen. Lazersfeld en collega s stellen dat persoonlijke invloed een essentieel onderdeel is bij de ontwikkeling van opinies en uiteindelijk besluitvorming. Deze ontdekking leidde ertoe dat Katz en Lazarsfeld in 1955 stelden dat invloed plaatsvindt in twee stappen. In de eerste stap worden via de massa media bepaalde opinion leaders bereikt. Dit zijn de mensen die goed verbonden zijn met de media en in staat zijn een boodschap verder te communiceren. In de tweede stap beïnvloeden de opinion leaders de rest van het publiek en dan in het bijzonder diegenen die minder goed bereikt worden via de massa media. De opinion leaders fungeren hierbij als belangrijke intermediair tussen de originele bron en de uiteindelijke ontvanger. De Belastingdienst communiceert bijvoorbeeld in toenemende mate via (fiscaal) intermediairs met ondernemers. Hoewel het model ons leert dat communicatie vaak effectiever verloopt wanneer deze gemedieerd wordt, wordt de theorie bekritiseerd omdat het nog steeds een lineair proces verondersteld en te simplistisch is. Rogers (2004) stelt: The communication process does not necessarily consist of just two steps. In some instances there may be only one step, as when media have direct impact on an individual. In other instances a multistage communication process may occur (p. 304). Dit idee van een communicatieproces waarin verschillende stadia kunnen voorkomen en waarin media verschillende functies hebben leidt tot het idee van een multi-step flow of communication en de notie dat communicatiestructuren in werkelijkheid een netwerkstructuur hebben (Monge & Contractor, 2003). Een communicatienetwerk bestaat uit verschillende actoren (nodes) die bepaalde relaties (ties) met elkaar hebben. Bepaalde nodes communiceren direct met elkaar en andere indirect in twee of meer stappen. Relaties kunnen daarbij één richting hebben (bijvoorbeeld wanneer een organisatie via de massamedia eenzijdig iets

17 18 communiceert, of wanneer een bedrijf via EDI data aan een organisatie levert), maar kunnen ook twee kanten op gaan (bijvoorbeeld wanneer een bedrijf telefonisch contact met een intermediair heeft). Traditioneel geschieden communicatiedomeinen zoals informatievoorziening (bijvoorbeeld voorlichtingscampagnes) en dienstverlening (waarbij partijen communiceren over producten en diensten) vloeien hierbij in toenemende mate in elkaar over. Een goed voorbeeld hiervan is de voorlichtingscampagne over de Mexicaanse griep. Hierbij probeerde de overheid op een traditionele wijze het gedrag van de bevolking te sturen, dit mislukte omdat de burger zelf op zoek ging in zijn sociale en medianetwerken naar aanvullende informatie en zich op basis daarvan een opinie vormde. Het perspectief van de two-step en multi-step flow of communication leren ons vervolgens dat bepaalde media gebruikt moeten worden om bepaalde doelen te bereiken. Verschillende theorieën gaan daar verder op in. Uses and Gratifications Theory (Rosengren, 1974) stelt dat mensen bepaalde media gebruiken om daar bepaalde gratificaties aan te ontlenen. Het aanbod van media, de eigenschappen van het individu, de huidige patronen van mediagebruik en de specifieke noodzaak voor het gebruik bepalen deze gratificaties en bepalen uiteindelijk het media gebruik. Media Richness Theory (Daft & Lengel, 1984, 1986) gaat verder in op de relatie tussen mediakarakteristieken en bepaalde taken waarvoor media geschikt zijn. De theorie stelt dat bepaalde media verschillen in de rijkheid van informatie die overgedragen kan worden. Deze rijkheid wordt bepaald op basis van: " De mate waarin een medium in staat is directe feedback te faciliteren " Het aantal cues dat weergegeven wordt (bijvoorbeeld beeld, geluid, lichaamstaal) " De mate van personalisering van communicatie (in een persoonlijk gesprek kun je de boodschap eenvoudig afstemmen op de eigenschappen van de ontvanger, in een gedrukte brochure is dat niet mogelijk) " De mate waarin met taal gevarieerd kan worden (aan de telefoon kun je iets op een andere manier uitleggen als iets onduidelijk blijft, op een website kan dat bijvoorbeeld niet) Face-to-face (persoonlijk) contact is volgens de theorie het meest rijk, gevolgd door de telefoon en eindigend bij gedrukte formele uitingen. De theorie stelt vervolgens dat taken of vraagstukken gekenmerkt kunnen worden op basis van hun ambiguïteit of onzekerheid. Bij ambiguïteit gaat het om onduidelijkheden en bij onzekerheid puur om het gebrek aan informatie. Rijke media zouden het meest geschikt zijn voor ambigue vraagstukken en arme media voor onzekere taken. Onderzoeken naar het kanaalgebruik van burgers (Pieterson, 2009) laten zien dat er inderdaad een relatie bestaat tussen het type vraagstuk en de eigenschappen van het kanaal. Onderzoek onder bedrijven (Van de Wijngaert, Pieterson, Jansen & Van Dijk (2009) laat zien dat ook bedrijven verschillende kanalen gebruiken

18 19 voor verschillende vraagstukken, zoals onderstaande tabel laat zien. Figuur 2-3 Gebruik kanalen voor ondernemers voor verschillende doelen (Van de Wijngaert, Pieterson, Jansen & Van Dijk (2009) Hetzelfde onderzoek laat zien dat er tevens een interactie bestaat tussen de kanaalkeuze, de bronkeuze en het onderwerp. Ondernemers hebben verschillende motieven voor hun keuze voor een bepaalde informatiebron en het kanaal dat ze gebruiken om te communiceren. Hierbij spelen motieven als de betrouwbaarheid en deskundigheid van de bron een rol, de nabijheid van de bron en het gemak waarmee de bron gebruikt kan worden en ten slotte de opgebouwde gewoontes in het gedrag. Met andere woorden, in lijn met het bovengenoemde moet het onderzoek rekening houden met de relatie tussen bronnen, kanalen, onderwerpen, de aard van de relatie en de aard van de nodes in het netwerk. 2.4 DE CONTEXT VAN BEDRIJVEN Als we de complexe relaties tussen bedrijven en overheden in ogenschouw nemen, kunnen we veronderstellen dat bedrijven vaker dan burgers contact hebben met de overheid. (Jansen, Van de Wijngaert, & Pieterson, 2010). Desondanks richt het gros van het onderzoek naar de contacten tussen klanten en de overheid zich op burgers (Jansen & Pieterson, 2010). In een vergelijking van het kanaalgebruik tussen burgers en bedrijven maken Van den Boer Een aantal belangrijke verschillen tussen burgers en bedrijven maakt dat de inzichten van onderzoek onder burgers niet specifiek toe te passen zijn op de overheid-bedrijf context. Hieronder lichten we een aantal van die verschillen (kort) toe). Een eerste verschil betreft de aard van de informatie-uitwisselingen en de rol van de (formele) intermediair daarin. Hoewel een deel van de informatie-uitwisseling in de context van dienstverlening vrijwillig is en daarmee vergelijkbaar met burgers, is verplichtstelling (door de wettelijke informatieverplichting) de meest belangrijke oorsprong voor het (elektronische) berichtenverkeer tussen overheden en bedrijven. Het onderzoek van Arendsen (2008) is een van de meest prominente op het gebied van informatie-uitwisseling tussen overheid en bedrijfsleven. Wat hierin opvalt, is dat het elektronificeren van het berichtenverkeer tussen overheid (Belastingdienst) en bedrijven netwerkvorming gefaciliteerd heeft. De wettelijke verplichtstelling van het elektronisch berichtenverkeer

19 20 tussen Belastingdienst en bedrijven in 2005 had een sterke stijging van de uitbesteding van de belastingaangifte van bedrijven aan intermediairs tot gevolg. De rol van de (formele) intermediair lijkt daarmee erg belangrijk in de relatie tussen bedrijven en de overheid en onderscheidt daarmee de context van overheid-bedrijf van die van overheid-burger. Een ander belangrijk verschil tussen de context van burgers en bedrijven is gevonden in de individu als burger en het individu als onderdeel van een bedrijf (Van den Boer, 2011). De kanaalkeuze van een medewerker wordt beïnvloedt door zijn of haar collega s, doordat er sociale normen in de groep aanwezig zijn. Het bedrijf zien we dan als een groep of netwerk van individuen (Jaffee, 2001). Wij noemen dit het interne netwerk van een bedrijf. Hiermee ligt het voor de hand dat ook informatiebronnen binnen het bedrijf een rol spelen daar waar het gaat om communicatie rondom overheidszaken. 2.5 CONCLUSIE Dit hoofdstuk, over de theoretische achtergronden bij de thematiek, laat zien dat onze maatschappij verandert in een netwerkmaatschappij. Ook de communicatie tussen overheden en bedrijven krijgt een steeds meer het karakter van een netwerk. Wil de overheid effectief (blijven) communiceren met bedrijven, dan moet in kaart gebracht worden hoe de interacties van bronnen, kanalen, onderwerpen en gedragsmotieven eruit zien. Hierbij gaat het concreet om: " Kanaal- en bronvoorkeuren " Motivatie voor de bron- en kanaalkeuze " De aard van de relatie " Kenmerken van het vraagstuk " Kenmerken van de bronnen en bedrijven Gezamenlijk schetsen deze aspecten het communicatienetwerk van bedrijven met de overheid. Inzicht in dit netwerk kan helpen bij het vormgeven van de communicatierelatie in te toekomst waarbij een antwoord gegeven kan worden op de vraag welke bron en welk kanaal gebruikt moeten worden om welke ondernemer voor welk doel te bereiken.

20 21 3 OPZET VAN HET ONDERZOEK 3.1 VERKENNING Dit onderzoek is begonnen met een verkenning naar de informatie die bedrijven uitwisselen met de overheid. We kunnen daar vanuit twee verschillende perspectieven naar kijken (zie Figuur 3-1 ). In de eerste plaats kunnen we kijken naar de aard van de relatie. Daarbij kunnen we onderscheid maken tussen informatie die vrijwillig wordt uitgewisseld en informatie die verplicht wordt uitgewisseld. Daarnaast kunnen we kijken naar de inhoud van de informatie die wordt uitgewisseld. Deze kan betrekking hebben op de inhoudelijke onderwerpen waarover informatie wordt uitgewisseld en de transacties die worden uitgevoerd met de overheid. Samen vormen deze perspectieven een palet van de soorten informatie die tussen bedrijven en de overheid wordt uitgewisseld. Aard van de relatie Verplicht Vrijwillig Inhoudelijk onderwerp Aard van de informatie Transactie Figuur 3-1 Informatie-uitwisseling tussen overheid en bedrijven In de vragenlijst (zie bijlage) heeft dit palet vorm gekregen in twee lijsten waarover de respondenten zijn bevraagd: " Onderwerpen: Bedrijfshuisvesting, Bedrijfsvoering, Belastingzaken, Innovatie, Internationaal, Milieu, Personeel, Producten en Starten " Transactie: AangifteOmzet, AangifteWinst, Bedrijfsenquete, Dieren, Douane, Handelsregister, Jaarstukken, Loonaangifte en Subsidie Voor elk van deze onderwerpen en transacties hebben we een representatieve groep van Nederlandse bedrijven (zie paragraaf 3.3) gevraagd welke bronnen zij gebruiken. Daarbij hebben we onderscheid gemaakt tussen overheden, intermediair en het persoonlijke netwerk: " Formele overheidspartijen zoals de belastingdienst, gemeentes en het Agentschap; " Intermediairs zoals accountants en financieel adviseurs en " Bronnen uit het persoonlijke netwerk zoals collega s binnen en buiten het bedrijf, vrienden en familie. Vanwege het gebruikersperspectief dat in dit onderzoek wordt gehanteerd hebben we er met nadruk gekozen voor deze zeer brede set van bronnen mee te nemen. Voor een volledige lijst van bronnen verwijzen we naar de bijlage.

21 22 Vervolgens hebben we respondenten voor elk van de bronnen gevraagd hoe zij de relatie met de voor hun relevante bronnen karakteriseren. Daarbij hebben we gekeken naar verschillende aspecten van de relatie: " Motivatie voor de bronkeuze: Betrouwbaar, Deskundig, Extern, Gemak, Gewoonte en Nabijheid " De aard van de relatie: Praktisch, Strategisch, Verplicht en Vrijwillig, " Voorkeur voor het gebruik van een kanaal: Chat, EDI, , F2F, Post, Telefoon, Web2 en websites. Om deze data te analyseren hebben we voor een belangrijk deel gebruik gemaakt van netwerk analyse. Omdat deze manier van data-analyse relatief nieuw is besteden we er in de volgende paragraaf meer aandacht aan. 3.2 NETWERK ANALYSE In kwantitatief sociaalwetenschappelijk onderzoek wordt veelal gebruik gemaakt van surveydata. Aan de linkerkant van Tabel 3-1 staat de klassieke structuur van surveydata: in de rijen staan de respondenten (in dit geval bedrijf 1 tot n) en in de kolommen staan de variabelen. Deze variabelen representeren verschillende kenmerken van de bedrijven. Die kenmerken kunnen variëren van bedrijfskenmerken zoals grootte en leeftijd maar kunnen bijvoorbeeld ook betrekking hebben op attitude- en gedragskenmerken. Het groeiende belang van netwerken heeft ertoe geleid dat er meer en meer aandacht komt voor alternatieve soorten data. Helemaal rechts in Tabel 3-1 is het archetype van netwerk data gerepresenteerd. Hierin zijn de rijen gelijk aan de kolommen. Alle partijen (zowel bedrijven als bronnen) zijn opgenomen in zowel de rijen als de kolommen. De inhoud van een cel geeft aan of er sprake is van een relatie. Voor verschillende kenmerken van de relatie worden verschillende matrices aangemaakt. In tegenstelling tot de klassieke survey datastructuur is er dus geen sprake van één enkele matrix maar zijn er veel verschillende matrices, voor elke variabele één. Deze matrices kunnen ieder afzonderlijk en in samenhang met elkaar worden geanalyseerd. Overigens is het ook mogelijk om surveydata, zoals kenmerken van bedrijven, te koppelen aan de netwerk data. De datastructuur die in dit onderzoek wordt gehanteerd zitten tussen de klassieke survey en netwerk data in. Deze datastructuur wordt ook wel een 2-Mode Network genoemd. Deze vorm van netwerk data zet de bedrijven in de rijen en de affiliaties in de kolommen. Deze affiliaties geven, in het geval van dit onderzoek, aan met welke bronnen een bedrijf contact heeft. Een illustratie van deze datastructuur staat in het midden van in Tabel 3-1.

22 23 Tabel 3-1 Voorbeelden van datastructuren Klassieke survey 2-Mode netwerk Volledig netwerk Kenmerk 1 Kenmerk 2 Kenmerk 3 Kenmerk Kenmerk p Bron a Bron b Bedrijf Bedrijf Bedrijf Bedrijf Bedrijf Bedrijf Bedrijf Bedrijf Bedrijf n Bedrijf Bedrijf Bron Bedrijf n Bedrijf n Bron m Bron c Bron Bron m Bedrijf 1 Bedrijf 2 Bedrijf n Bron 1 Bron m 3.3 DATAVERZAMELING EN REPRESENTATIVITEIT Begin februari 2011 is data verzameld waarbij gebruik is gemaakt van het vaste panel van PanelClix. De deelnemers die zijn aangeschreven zijn geselecteerd op basis leeftijd, werkzaamheid binnen een bedrijf en het vervullen van een management positie. Om te zien of respondenten ook daadwerkelijk de vragen in het onderzoek zinvol konden beantwoorden is een aantal vragen gesteld om respondenten te filteren. Zo konden respondenten logischerwijs alleen meedoen aan het onderzoek als ze zich bezig hielden met de meer strategische aspecten het bedrijf. Van de 1284 respondenten die zijn begonnen aan de vragenlijst zijn in totaal 263 respondenten eruit gefilterd op basis van deze vragen. Tijdens het invullen van de eigenlijke vragenlijst zijn nog eens 348 respondenten afgehaakt. Uiteindelijk hebben 673 respondenten de vragenlijst volledig ingevuld. Dit is een kleine 10% van de in totaal 6850 aangeschreven respondenten. REPRESENTATIVITEIT Het vraagstuk rondom representativiteit is direct verbonden met de dataverzameling. Om te zien in hoeverre de steekproef representatief is voor de populatie van Nederlandse bedrijven hebben we gekeken naar grootte van bedrijven en de branches waarbinnen zij opereren. In Figuur 3-2 zijn de populatiegegevens van het CBS voor wat betreft grootte uitgezet tegen de verdeling in de steekproef. Figuur 3-2 Bedrijfsgrootte voor CBS en steekproef Op basis van de gegevens moeten we constateren dat er een bias is richting de grotere bedrijven. De figuur laat echter ook zien dat

23 24 de kleinere bedrijven zowel binnen de populatie als in de steekproef de grootste groepen vormen. In Figuur 3-2 zijn de populatiegegevens van het CBS voor wat betreft branche uitgezet tegen de verdeling in de steekproef. Uit de figuur blijkt dat de twee grootste branches in de samenleving (detailhandel en dienstverlening) ook de grootste groepen zijn in de steekproef. De overige branches vertonen of een over- of ondervertegenwoordiging. Omdat de verschillen en verhoudingen nergens disproportioneel groot zijn is er uiteindelijk voor gekozen om de resultaten van het onderzoek niet te wegen. Voor wat betreft de mogelijkheid om de resultaten van dit onderzoek te generaliseren concluderen we dat dat in redelijke mate mogelijk is. Uitspraken waarbij de grootte en branche van de organisatie een belangrijke rol speelt moeten met enige voorzichtigheid worden gedaan. Om te garanderen dat de respondenten in staat waren goed inzicht te verschaffen in de relatie tussen het bedrijf en de overheid hebben we gevraagd gezocht naar mensen in het de top van het bedrijf. Daarbij hebben we gevraagd op welke terreinen met strategische verantwoordelijkheid draagt. In Figuur 3-3 staat het aantal terreinen weergegeven waarop respondenten zeiden verantwoordelijkheid te dragen. In totaal zijn 2393 antwoorden gegeven wat een gemiddelde is van bijna vier verantwoordelijkheden per respondent. Op basis hiervan concluderen we dat de respondenten goed in staat moeten zijn geweest om hun relatie met de overheid te typeren. Figuur 3-3 Strategische Verantwoordelijkheid 3.4 DATA-ANALYSE EN RESULTATEN De wijze waarop de data is verzamelde houdt verband met de manier waarop de data-analyse kan worden ingericht. Omdat we bij de opzet van dit onderzoek hebben gekozen voor een 2-Mode netwerk (in plaats van een full mode netwerk) krijgt de data de structuur van een grote hoeveelheid ego-netwerken: elk respondent geeft inzicht in zijn eigen netwerk. Voor elk van de bevraagde variabelen is het nu mogelijk om een netwerk te visualiseren. De indegree voor elke bron geeft daarbij aan hoeveel bedrijven een bepaalde bron bij een bepaalde vraag heeft gekozen. Door de netwerken met elkaar te vergelijken ontstaat inzicht in de rol die verschillende bronnen spelen in het netwerk.

24 25 Omdat de data bestaan uit een verzameling ego-netwerken blijven de relaties tussen de bedrijven zelf onzichtbaar. Om toch iets te kunnen zeggen over de relaties tussen bedrijven is aanvullend gevraagd naar de manier waarop bedrijven informatie uitwisselen met andere bedrijven. Tot slot is gevraagd naar kenmerken van de bedrijven. Zaken als grootte en levensfase zijn daarin bevraagd. Met deze gegevens is het mogelijk om de relatie te leggen tussen bedrijfskenmerken en de aard van het netwerk.

25

26 27 4 RESULTATEN INTRODUCTIE In dit hoofdstuk staan de resultaten van het empirische onderzoek centraal. Voor we ingaan op de verschillende netwerken beschouwen we eerst de resultaten van een aantal algemene resultaten ten aanzien van de communicatie met de overheid. Zo laat Figuur 4-1 zien wat de meest geraadpleegde bronnen zijn binnen de overheid, intermediairs en in het persoonlijke netwerk. Figuur 4-1 Meest geraadpleegde bronnen naar type Uit Figuur 4-1 blijkt dat de belastingdienst en de gemeentes veruit de meest genoemde bronnen van informatie zijn binnen de overheid. Bij de intermediaire organisaties spelen de Kamer van Koophandel en de accountants de belangrijkste rol. Ook de relaties binnen het persoonlijke netwerk zijn een belangrijke bron van informatie voor bedrijven. Behalve de vraag óf er contact is met bepaalde bronnen hebben we gevraagd hoe frequent het contact is. De resultaten van die vraag zijn weergegeven in Figuur 4-2. Ten behoeve van de overzichtelijkheid is daarbij dezelfde volgorde gehanteerd als in

27 28 Figuur 4-1. Voor de bronnen die zijn samengevoegd is geen gemiddelde frequentie uitgerekend. Figuur 4-2 Frequentie contact naar type Opvallend Figuur 4-2 is dat het persoonlijke netwerk relatief vaak wordt geraadpleegd ten opzichte van het formele bronnen bij de overheid en intermediaire bronnen. Uit de twee figuren samen kunnen we dus concluderen dat het persoonlijke netwerk niet alleen een vaak genoemde bron van informatie is, maar ook een bron is die vaak wordt geraadpleegd als het gaat om informatie met betrekking tot de overheid. Als we deze resultaten bezien vanuit het perspectief van een bedrijf is het mogelijk om een eerste netwerkplaatje te tekenen. In dit figuur zijn alleen die bronnen meegenomen die het vaakste werden genoemd, bovendien zijn verschillende soorten intermediairs en alle persoonlijke contacten samengevoegd. Wel hebben we onderscheid gemaakt tussen een persoonlijke intermediair in de vorm van een adviseur of accountant en de meer generieke intermediairs zoals de kamer van koophandel. Figuur 4-3 toont in een oogopslag hoe het netwerk van een bedrijf er uit ziet. In het midden van het figuur staat het bedrijf zelf. Daar omheen staand de verschillende (soorten) bronnen. Als eerste valt het belang van het persoonlijke netwerk op. Verder zijn de belastingdienst, gemeentes en intermediairs van groot belang voor bedrijven voor al hun contacten met betrekking tot de overheid.

28 29 Legenda (36%) Percentage bedrijven dat een bron noemt [3.1] Gemiddelde frequentie van contact [1] Eenmalig [2] Een enkele keer [3] Een paar keer [4] Een aantal keer [5] Regelmatig [6] Elke maand [7] Elke week (8%) SVB AgentschapNL (10%) (9%) UWV [2.6] [2.6] (12%) CWI [3.1] [2.7] Formele overheid Belastingdienst (57%) [3.2] [3.0] Gemeente (33%) Kamer van Koophandel (36%) [2.3] Intermediairs Bedrijf [4.0] Adviseur / Accountant (22%) Organisaties Persoonlijk netwerk Branche organisatie (9%) [3.0] [2.6] Vakbond (4%) [4.5] Familie / Vrienden (22%) [4.1] [5.1] Collega Extern (15%) Collega Intern (12%) Figuur 4-3 Netwerk van bedrijven EFFECT VAN GROOTTE EN LEVENSFASE We hebben gekeken in hoeverre grootte en levensfase van een organisatie een rol speelt bij de voorkeur voor bronnen. Voor deze analyse hebben we de gemiddelde grootte berekend van de bedrijven die kozen voor een bepaalde bron. In Figuur 4-4 is een overzicht gegeven van deze gemiddelde score voor de bronnen die 20 keer of vaker zijn genoemd. Uit het figuur blijkt dat

29 30 Figuur 4-4 Frequentie contact naar type Voor wat betreft levensfase vinden we nauwelijks verschillen tussen de voorkeur voor specifieke bronnen. Het enige verschil dat noemenswaardig is, is het aantal bronnen dat wordt genoemd door bedrijven in verschillende levensfasen. De bedrijven die in een groeifase zitten noemen de meeste bronnen (gemiddeld 4.4 bronnen) en bedrijven die in een fase van krimp en faillissement zitten noemen het minste aantal bronnen (gemiddeld 2.9 bronnen). Figuur 4-5 Gemiddeld aantal bronnen naar levensfase KANAALVOORKEUREN Vervolgens is gekeken naar de algemene kanaalvoorkeuren voor contacten met de overheid. Hierbij is gevraagd naar het kanaal dat het vaakst gebruikt wordt om te communiceren met de overheid en welk kanaal de voorkeur heeft. In Figuur 4-6 zijn de resultaten hiervan weergegeven. De kanalen Chat en Web2.0 zijn hierbij geaggregeerd. Omdat de vraag naar het voorkeurskanaal minder vaak werd beantwoord dan het meest gebruikte kanaal zijn,

30 31 omwille van de vergelijkbaarheid, de relatieve frequenties in de figuur weergegeven. Figuur 4-6 Vaakst en Liefst gebruikte kanaal voor contact met de overheid In Figuur 4-6 vallen een drietal zaken op. In de eerste plaats valt op dat het meest populaire kanaal is voor communicatie met de overheid, gevolgd door de telefoon. Hiermee wijkt de kanaalvoorkeur van ondernemers behoorlijk af van burgers, waar een veel minder belangrijke rol speelt. In de tweede plaats valt op dat er bij sommige kanalen verschillen bestaan tussen het meest gebruikte en voorkeurskanaal. Men zou meer dan men nu doet gebruik willen maken van en face-to-face contact en minder van de telefoon, post en EDI. In de derde plaats valt op hoe laag het gebruik en de voorkeur is van de nieuwe sociale media. Ondernemers gebruiken het nauwelijks en geven er ook de voorkeur niet. Hiermee komt het gebruik van web2.0 bij ondernemers vooralsnog overeen met dat van burgers (Pieterson, Gierveld en Van de Wijngaert, 2011). Ten slotte is gekeken naar een aantal percepties van ondernemers ten aanzien van de verschillende dienstverleningskanalen. Hierbij zijn, omwille van de leesbaarheid, alleen de vier meest belangrijke kanalen weergegeven. Van een dertiental eigenschappen van kanalen is aan de ondernemers gevraagd welk kanaal zij het beste bij de eigenschap vinden passen. Op deze manier ontstaat een beeld van de geschiktheid van de kanalen voor bepaalde typen vraagstukken of gedragingen. Deze kunnen het kanaalgebruik helpen verklaren, alsmede het gebruik van bepaalde kanalen voor bepaalde bronnen in de netwerken. De resultaten staan weergegeven in Figuur 4-7.

OVERHEIDSLOKET 2000 VISIE IN 1996 DE E-OVERHEID VANUIT GEBRUIKERSPERSPECTIEF DOT COM BUBBLE TECHNOLOGIE INDEX NASDAQ TUSSEN 1995 EN 2010

OVERHEIDSLOKET 2000 VISIE IN 1996 DE E-OVERHEID VANUIT GEBRUIKERSPERSPECTIEF DOT COM BUBBLE TECHNOLOGIE INDEX NASDAQ TUSSEN 1995 EN 2010 OVERHEIDSLOKET 2000 VISIE IN 1996 DE E-OVERHEID VANUIT GEBRUIKERSPERSPECTIEF LIDWIEN VAN DE WIJNGAERT CENTER FOR EGOVERNMENT STUDIES 17 APRIL 2012 Burgers en bedrijven verwachten snel en eenvoudig toegang

Nadere informatie

CFES CENTER FOR egovernment STUDIES. CFES CENTER FOR egovernment STUDIES ! ROTTERDAM, 15 MEI 2014

CFES CENTER FOR egovernment STUDIES. CFES CENTER FOR egovernment STUDIES ! ROTTERDAM, 15 MEI 2014 AGENDA KANAALSTURING VANUIT GEBRUIKERSPERSPECTIEF KANAALSTURING VANUIT GEBRUIKERSPERSPECTIEF LIDWIEN VAN DE WIJNGAERT ROTTERDAM, 15 MEI 2014 - Ontwikkeling van de eoverheid - Gebruik van elektronische

Nadere informatie

Workshop 1: Kanaliseren van Klanten. Marije Teerling, Telematica Instituut,

Workshop 1: Kanaliseren van Klanten. Marije Teerling, Telematica Instituut, Kanalen in Balans Workshop 1: Kanaliseren van Klanten Deel 1 Marije Teerling, Telematica Instituut, marije.teerling@telin.nl Willem Pieterson, Universiteit Twente, w.j.pieterson@utwente.nl Kanalen in Balans

Nadere informatie

Kanalen in Balans Kanaalstrategie en Kanaalsturing

Kanalen in Balans Kanaalstrategie en Kanaalsturing Kanalen in Balans Kanaalstrategie en Kanaalsturing Onderzoeksresultaten Kanalen in Balans E-Gem bijeenkomst s-hertogenbosch Willem Pieterson, Universiteit Twente 09 oktober 2008 w.j.pieterson@utwente.nl

Nadere informatie

OPZET VAN HET ONDERZOEK EERSTE RESULTATEN VAN ONDERZOEK IOV KING

OPZET VAN HET ONDERZOEK EERSTE RESULTATEN VAN ONDERZOEK IOV KING OPZET VAN HET ONDERZOEK EERSTE RESULTATEN VAN ONDERZOEK IOV KING 14+NETNUMMER BURGERONDERZOEK LIDWIEN VAN DE WIJNGAERT SANNE TEN TIJE MARLOES JANSEN - Surveyonderzoek - 637 respondenten - Online Internet

Nadere informatie

Meer met Minder Dankzij Een Visie op de Elektronische overheid

Meer met Minder Dankzij Een Visie op de Elektronische overheid Meer met Minder Dankzij Een Visie op de Elektronische overheid Prof. Dr. Jan A.G.M. van Dijk Center for egovernment Studies Waarom is een Visie op de Digitale Overheid juist Nu Nodig? ICT is veel meer

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Kanalen in Balans Kanaalsturing bij overheidsorganisaties

Kanalen in Balans Kanaalsturing bij overheidsorganisaties Kanalen in Balans Kanaalsturing bij overheidsorganisaties VNG themabijeenkomst: Kanaalsturing en de rationaliteit van de dienstverlening 19 november 2008 Telematica Instituut Marije Teerling Marije.Teerling@telin.nl

Nadere informatie

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar

Nadere informatie

Wikken en Wegen van Burgers op een Balans van Kanalen

Wikken en Wegen van Burgers op een Balans van Kanalen Wikken en Wegen van Burgers op een Balans van Kanalen Prof. Dr. Jan van Dijk Universiteit Twente Kanaalgedrag in Gebruikersperspectief Plaats BURGER (kenmerken) Kiest Gebruikt Evalueert KANAAL SITUATIE

Nadere informatie

Toekomst van de Gemeentelijke Digitale Dienstverlening: een Pleidooi voor Communicatie. Prof. Dr. Jan A.G.M. van Dijk. Center for egovernment Studies

Toekomst van de Gemeentelijke Digitale Dienstverlening: een Pleidooi voor Communicatie. Prof. Dr. Jan A.G.M. van Dijk. Center for egovernment Studies Toekomst van de Gemeentelijke Digitale Dienstverlening: een Pleidooi voor Communicatie Prof. Dr. Jan A.G.M. van Dijk Center for egovernment Studies Programma Op weg naar een netwerkoverheid Wat wil de

Nadere informatie

Factsheet Competenties Ambtenaren

Factsheet Competenties Ambtenaren i-thorbecke Factsheet Competenties Ambtenaren Competenties van gemeenteambtenaren - nu en in de toekomst kennis en bedrijf Gemeenten werken steeds meer integraal en probleemgestuurd aan maatschappelijke

Nadere informatie

DEFINITIEVE ANTWOORDEN

DEFINITIEVE ANTWOORDEN DEFINITIEVE Vragen bij Het waarom en hoe van F-commerce Vraag 1 (10 punten) Geef aan wat de verschillen zouden kunnen zijn tussen een reguliere E-commerce website en een winkel die gebruik maakt van F-Commerce.

Nadere informatie

Hoe ouder, hoe trouwer Switchen & behouden in de 50-plusmarkt

Hoe ouder, hoe trouwer Switchen & behouden in de 50-plusmarkt WHITEPAPER Hoe ouder, hoe trouwer Switchen & behouden in de 50-plusmarkt Onderzoek van het (een initiatief van Bindinc) toont aan dat onder 50-plussers merktrouw vaker voorkomt dan onder 50- minners. Daarbij

Nadere informatie

Kanaalkeuze van Bedrijven

Kanaalkeuze van Bedrijven Kanaalkeuze van Bedrijven Center for e-government Studies Universiteit Twente KANAALKEUZE VAN BEDRIJVEN EEN KWALITATIEF ONDERZOEK GERICHT OP HOE BEDRIJVEN ZOEKEN NAAR FISCALE INFORMATIE Datum 26 Maart

Nadere informatie

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland 18 december 2012 Social Media Onderzoek MKB Nederland 1. Inleiding Er wordt al jaren veel gesproken en geschreven over social media. Niet alleen in kranten en tijdschriften, maar ook op tv en het internet.

Nadere informatie

Een benchmark van de communicatiefunctie onder 13 organisaties

Een benchmark van de communicatiefunctie onder 13 organisaties Een benchmark van de communicatiefunctie onder 13 organisaties Robert Wester Angela Liebregts Alexandra Schippers april 2015 1 Onderzoeksaanpak Dataverzameling en analyse Voor de deelnemers aan de benchmark

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Leiderschap in Turbulente Tijden

Leiderschap in Turbulente Tijden De Mindset van de Business Leader Leiderschap in Turbulente Tijden Onderzoek onder 175 strategische leiders Maart 2012 Inleiding.. 3 Respondenten 4 De toekomst 5 De managementagenda 7 Leiderschap en Ondernemerschap

Nadere informatie

Horizontaal toezicht. Samenwerken vanuit vertrouwen

Horizontaal toezicht. Samenwerken vanuit vertrouwen Horizontaal toezicht Samenwerken vanuit vertrouwen 12345 "Bij gaat het om wederzijds vertrouwen tussen belastingplichtige en Belastingdienst, het scherper naar elkaar aangeven wat ieders verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Economische visie. Inwonerspanel Gooise Meren Spreekt. Onderzoeksperiode: februari/ maart 2017 Referentie: 16013

Onderzoeksrapport Economische visie. Inwonerspanel Gooise Meren Spreekt. Onderzoeksperiode: februari/ maart 2017 Referentie: 16013 Onderzoeksrapport Economische visie Inwonerspanel Gooise Meren Spreekt Onderzoeksperiode: februari/ maart 2017 Referentie: 16013 Moventem Donderdag 9 maart 2017 Referentie: 16013 Pagina 1-1 van 17 Onderzoeksrapport

Nadere informatie

Bijlage 1 Toelichting op de functies en de werking van de Persoonlijke Internet Pagina

Bijlage 1 Toelichting op de functies en de werking van de Persoonlijke Internet Pagina Bijlage 1 Toelichting op de functies en de werking van de Persoonlijke Internet Pagina Bij de diverse overheidsorganisaties in Nederland is veel informatie aanwezig over de individuele burgers en bedrijven.

Nadere informatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie

Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Rapportage Wmo onderzoek Communicatie Cliënten zijn tevreden over hoe het proces nu verloopt, voornamelijk door de inzet van traditionele communicatiekanalen 23 juli 2014 Versie 1,0 Inhoudsopgave Doelstelling

Nadere informatie

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Internet meest gebruikte informatiebron bij zoeken naar passende zorgverzekering Marjan van der Maat &

Nadere informatie

Onderzoek Social Media in Transport & Logistiek

Onderzoek Social Media in Transport & Logistiek Onderzoek Social Media in Transport & Logistiek 19 maart 2014 2 Inleiding Na een aantal zware crisisjaren lijkt de sector transport & logistiek begin 2014 weer uit het dal te klimmen. De eerste signalen

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015

Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot. Januari 2015 Resultaten eerste peiling digitaal burgerpanel Externe communicatiemiddelen gemeente Oirschot Januari 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Resultaten... 4 2.1 Onderzoeksverantwoording... 4 2.2 Hoe tevreden

Nadere informatie

De kracht van een sociale organisatie

De kracht van een sociale organisatie De kracht van een sociale organisatie De toegevoegde waarde van zakelijke sociale oplossingen Maarten Verstraeten. www.netvlies.nl Prinsenkade 7 T 076 530 25 25 E mverstraeten@netvlies.nl 4811 VB Breda

Nadere informatie

Communiceren in zakelijke omgevingen

Communiceren in zakelijke omgevingen Communiceren in zakelijke omgevingen Slimmer communiceren Communiceren in zakelijke omgevingen Slimmer communiceren Vodafone december 2010 Leefritme heeft een belangrijke invloed op de relatie tussen mensen

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

2 1/2. digitale interne communicatie. Luc de Ruijter. Binnenkort verkrijgbaar!

2 1/2. digitale interne communicatie. Luc de Ruijter. Binnenkort verkrijgbaar! digitale interne communicatie Binnenkort verkrijgbaar! Inhoud als basis voor het verbeteren van dienstverlening en samenhang in digitale (interne) communicatie Luc de Ruijter Digitale interne communicatie

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Efficiency assurantietussenpersonen

Onderzoeksrapport Efficiency assurantietussenpersonen Onderzoeksrapport Efficiency assurantietussenpersonen Juni 2011 Dit onderzoek is in opdracht van Nedasco door TeuwenSchouten in samenwerking met InFinance uitgevoerd. Samenvatting De meeste (70%) assurantietussenpersonen

Nadere informatie

In 3 stappen naar de juiste keuze voor marketing software

In 3 stappen naar de juiste keuze voor marketing software In 3 stappen naar de juiste keuze voor marketing software 4orange, 2014 Hogehilweg 24 1101 CD Amsterdam Zuidoost www.4orange.nl 2 Hoe kunnen de juiste keuzes voor marketing software gemaakt worden? In

Nadere informatie

Samenvatting: Help, hoe krijgen we IC aan de praat?

Samenvatting: Help, hoe krijgen we IC aan de praat? Samenvatting: Help, hoe krijgen we IC aan de praat? Communicatie structureren en toerusten van spelers Wanneer je wilt dat mensen in de organisatie dagelijks relevante informatie kunnen delen, verwerken

Nadere informatie

Voorbeeld bij het Excel-werkboek Analyse klantkenmerken

Voorbeeld bij het Excel-werkboek Analyse klantkenmerken Voorbeeld bij het Excel-werkboek Analyse klantkenmerken Deze flyer bevat een voorbeelduitwerking bij het Excel-werkboek Analyse klantkenmerken, een van de resultaten van het project Kanalen in Balans.

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Samenvatting afstudeeronderzoek Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011

ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011 ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011 Markt, trends en ontwikkelingen Amsterdam, april 2012 Ir. L. van Graafeiland Dr. P. van Gelderen Baken Adviesgroep BV info@bakenadviesgroep.nl

Nadere informatie

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp Samenvatting Inleiding In de huidige dynamische en complexe omgeving waarin veel organisaties opereren, wordt corporate entrepreneurship vaak gezien als een noodzaak. Het goed doorgronden van het ondernemend

Nadere informatie

WAAR JE ZIT IS WAAR JE STAAT

WAAR JE ZIT IS WAAR JE STAAT WAAR JE ZIT IS WAAR JE STAAT Posities als antecedenten van management-denken over concernstrategie ACHTERGROND (H. 1-3) Concernstrategie heeft betrekking op de manier waarop een concern zijn portfolio

Nadere informatie

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen Rapportage Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen In opdracht van: Mediawijzer.net Datum: 22 november 2013 Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon Index Achtergrond van het onderzoek 3 Conclusies

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen

De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen 1 De Nieuwe Overheid: nieuwe mogelijkheden, nieuwe vragen In het publieke domein worden allerlei nieuwe technieken gebruikt: ambtenaren gebruiken Twitter, games, webplatformen en monitoringtools om de

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Samenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B

Samenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B Samenvatting Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B Deze samenvatting gaat over hoofdstuk 4; eerst publiceren dan filteren,

Nadere informatie

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen Kenmerken van rampen- en crisisbestrijding Crisissen of rampen hebben een aantal gedeelde kenmerken die van grote invloed zijn op de wijze waarop ze bestreden worden en die tevens de voorbereiding erop

Nadere informatie

Horizontaal toezicht met fiscaal dienstverleners in het MKB

Horizontaal toezicht met fiscaal dienstverleners in het MKB Horizontaal toezicht met fiscaal dienstverleners in het MKB Inhoud Organisatie Belastingdienst Wat is horizontaal toezicht? Aanleiding en doel horizontaal toezicht Diverse vormen van horizontaal toezicht

Nadere informatie

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar:

Voor de definitie van een superpromoter van overheidsbeleid sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definitie van Vogelaar: Samenvatting literatuuronderzoek superpromoters Aanleiding en definitie De overheid zoekt naar nieuwe manieren om haar boodschap zo overtuigend mogelijk over het voetlicht te krijgen. Dit geldt in het

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Voorbeeldpresentatie Inhoud 1 Inleiding 2 Resultaten - Spontane en geholpen bekendheid - Herkenning radiocommercial en rapportcijfer - Teruggespeelde boodschap -

Nadere informatie

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober 2017 Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Managementsamenvatting In het kader van de totstandkoming van het

Nadere informatie

E-participatie via sociale media: hoe doe je dat? Door: Janine Bake

E-participatie via sociale media: hoe doe je dat? Door: Janine Bake E-participatie via sociale media: hoe doe je dat? Door: Janine Bake Kijkt u eens om u heen, zit u ook met een computer, mobiele telefoon, misschien wel twee en mogelijk ook nog andere type computer zoals

Nadere informatie

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)?

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Chris Aalberts Internet en sociale media hebben de wereld ingrijpend veranderd, dat weten we allemaal. Maar deze simpele waarheid zegt maar weinig

Nadere informatie

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling...

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling... Meetinstrumenten De meetinstrumenten zijn ondersteunend aan de projecten van De Sportbank en ontwikkeld met de Erasmus Universiteit. Deze instrumenten helpen om op een gefundeerde manier te kijken naar

Nadere informatie

3 Eenvoudige manieren om uw stakeholders te identificeren

3 Eenvoudige manieren om uw stakeholders te identificeren 3 Eenvoudige manieren om uw stakeholders te identificeren Er zijn verschillende manieren om op te sporen wie uw stakeholders zijn. Het gaat hier om het in beeld brengen en identificeren van uw stakeholders.

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

Plan van aanpak Het plan van aanpak voor dit project bestaat uit drie fasen:

Plan van aanpak Het plan van aanpak voor dit project bestaat uit drie fasen: Samenvatting tussenrapport Toekomstvisie FNV KIEM Testen van de geformuleerde visies op de vakbond van de toekomst aan de huidige behoeften van leden en potentiële leden. Aanleiding Project FNV KIEM in

Nadere informatie

Online communicatie & de basisscholen van Leerplein055

Online communicatie & de basisscholen van Leerplein055 Online communicatie & de basisscholen van Leerplein055 Leerplein055 doet onderzoek naar de wensen en behoeften van ouders over de inzet van online communicatie. Waarom dit onderzoek? Leerplein055 is de

Nadere informatie

Laboratorium voor geo-informatiekunde en remote sensing

Laboratorium voor geo-informatiekunde en remote sensing Auteurs: Lukasz Grus (Wageningen University), Arnold Bregt (Wageningen University), Dick Eertink (Kadaster) Datum: 15 december 2015 De effecten van open data BRT na 3 jaar Open data zijn in, zowel in Nederland

Nadere informatie

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015

Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015 Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015 1. Algemeen In het Westerkwartier is het cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 afgerond en zijn de resultaten hiervan inmiddels bekend. In 18 van de 23 Groningse

Nadere informatie

Informational Governance

Informational Governance Story Informational Governance Juli 2013 Nog niet zo heel lang geleden voltrokken veranderingen in de maatschappij zich volgens logische, min of meer vaste patronen. Overheden, bedrijven, wetenschappers,

Nadere informatie

Ondernemen in de kenniseconomie

Ondernemen in de kenniseconomie Minirapportage: Waarover en waar vragen jonge bedrijven advies? inlichtingen: drs. A. Bruins datum: 12-12-2003 bestelnr.: M200310 Kennis is in de loop de jaren een sleutelfactor voor economische groei

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

Social media around the world Door: David Kok

Social media around the world Door: David Kok Social media around the world Door: David Kok Tussen 19 maart en 24 juni zijn ongeveer 400 steden in de wereld via e-mail en Twitter benaderd om mee te werken aan een internationaal onderzoek. De steden

Nadere informatie

Essay. Is multimedia als leermiddel gunstig voor het leerproces van een kind? Stefan van Rees Studentnummer: 0235938 Opleiding:

Essay. Is multimedia als leermiddel gunstig voor het leerproces van een kind? Stefan van Rees Studentnummer: 0235938 Opleiding: Essay Is multimedia als leermiddel gunstig voor het leerproces van een kind? Naam: Studentnummer: 0235938 Opleiding: CMD Docent: Rob van Willigen Modulecode: MEDM0201D Modulenaam: Is multimedia als leermiddel

Nadere informatie

Zorgherallocatie: wat doet dat met het logistieke systeem? Annelies van der Ham

Zorgherallocatie: wat doet dat met het logistieke systeem? Annelies van der Ham Zorgherallocatie: wat doet dat met het logistieke systeem? Annelies van der Ham 29-5-2018 Technisch bestuurskundig ingenieur, werkzaam als onderzoeker en adviseur 2 Grote transformaties zoals nieuwbouw

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW - eindrapport - drs. L.F. Heuts drs. R.C. van Waveren Amsterdam, december 2009

Nadere informatie

Samenvatting M&O H6: Communicatieproces

Samenvatting M&O H6: Communicatieproces Samenvatting M&O H6: Communicatieproces Samenvatting door K. 1320 woorden 29 oktober 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans H6; Communicatieproces 6.1 De definitie van communicatie Bij communicatie

Nadere informatie

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) De verschillende betekenissen van ongehuwd samenwonen in Europa: Een studie naar verschillen tussen samenwoners in hun opvattingen, plannen en gedrag. In de

Nadere informatie

Rapportage. Onderzoek: Toekomst van het Communicatievak

Rapportage. Onderzoek: Toekomst van het Communicatievak Rapportage Onderzoek: Toekomst van het Communicatievak In opdracht van: DirectResearch & Logeion en d Associatie van hoofden Communicatie Datum: 15 september 2014 Projectnummer: 2013008 Auteur(s): John

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave 1. Inleiding De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan op aanvraag van het georganiseerde bedrijfsleven binnen een

Nadere informatie

en sector onder vuur Ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties strategieën in een veranderende wereld Marieke de Wal

en sector onder vuur Ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties strategieën in een veranderende wereld Marieke de Wal Als je denkt dat je te klein en onbeduidend bent om het verschil te maken, denk dan eens aan slapen met een mug Dalai Lama De wereld verandert en wordt complexer. Dat is ook merkbaar in de ontwikkeling

Nadere informatie

Competency Check. Datum:

Competency Check. Datum: Competency Check Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

Begrijpen Verbinden Meedoen communicatieplan transities sociaal domein Rivierenland

Begrijpen Verbinden Meedoen communicatieplan transities sociaal domein Rivierenland september 13 Begrijpen Verbinden Meedoen communicatieplan transities sociaal domein Rivierenland Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg. (Albert Einstein, 1879-1955) M e r k c o a

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20358 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20358 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20358 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Witsenburg, Tijn Title: Hybrid similarities : a method to insert relational information

Nadere informatie

Onderzoek naar het huidige Content Marketing landschap Mogelijk gemaakt door Logeion, Scripta Communicatie en MediaTest

Onderzoek naar het huidige Content Marketing landschap Mogelijk gemaakt door Logeion, Scripta Communicatie en MediaTest De effectiviteit van klantcommunicatie Maart 2016 Onderzoek naar het huidige Content Marketing landschap Mogelijk gemaakt door Logeion, Scripta Communicatie en MediaTest Opzet Beeld organisatie afgelopen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Relatiemarketing is gericht op het ontwikkelen van winstgevende, lange termijn relaties met klanten in plaats van het realiseren van korte termijn transacties.

Nadere informatie

In juli 2015 heeft u via het online KvK Ondernemerspanel deelgenomen aan een ZZP onderzoek. Nogmaals hartelijk dank voor uw deelname!

In juli 2015 heeft u via het online KvK Ondernemerspanel deelgenomen aan een ZZP onderzoek. Nogmaals hartelijk dank voor uw deelname! Panelonderzoek ZZP Geacht panellid, In juli 2015 heeft u via het online KvK Ondernemerspanel deelgenomen aan een ZZP onderzoek. Nogmaals hartelijk dank voor uw deelname! Graag delen wij de belangrijkste

Nadere informatie

In 3 stappen naar de juiste keuze voor marketing software

In 3 stappen naar de juiste keuze voor marketing software In 3 stappen naar de juiste keuze voor marketing software 4orange, 2014 Hogehilweg 24 1101 CD Amsterdam Zuidoost www.4orange.nl 2 Hoe kunnen de juiste keuzes voor marketing software gemaakt worden? In

Nadere informatie

Wat onthouden we uit het nieuws? Analyse van de effecten van verschillende informatiekanalen op kennis over actuele politieke zaken

Wat onthouden we uit het nieuws? Analyse van de effecten van verschillende informatiekanalen op kennis over actuele politieke zaken Onderzoeksnota : Wat onthouden we uit het nieuws? Analyse van de effecten van verschillende informatiekanalen op kennis over actuele politieke zaken Dr. Patrick van Erkel Prof. Peter Van Aelst Onderzoeksgroep

Nadere informatie

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf December 2011 Auteurs: Leonie Oosterwaal, beleidsmedewerker ABU Judith Huitenga en Marit Hoffer, medewerkers Servicepunt

Nadere informatie

M200704. Markt- en klantgerichtheid in het MKB. drs. S.C. Oudmaijer

M200704. Markt- en klantgerichtheid in het MKB. drs. S.C. Oudmaijer M200704 Markt- en klantgerichtheid in het MKB drs. S.C. Oudmaijer Zoetermeer, februari 2007 Markt- en klantgerichtheid in het MKB In de rapportage beschrijft EIM drie indicatoren om de klant- en marktgerichtheid

Nadere informatie

Management rapportage De Waarde van Ondernemerschap

Management rapportage De Waarde van Ondernemerschap Management rapportage De Waarde van Ondernemerschap Resultaten onderzoek bij bedrijven (MKB) Hoe ondernemend en innovatief is uw organisatie? Woord vooraf Hoe ondernemend en innovatief is uw organisatie?

Nadere informatie

Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn. 28 juni 2017

Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn. 28 juni 2017 Vier in balans-monitor 2017: de hoofdlijn 28 juni 2017 Inleiding Vier in balans-monitor 2017 Hoe is het gesteld met de inzet van ict in het onderwijs? Kennisnet vraagt scholen hiernaar en bundelt de resultaten

Nadere informatie

Nationaal Beraad Digitale Overheid Agendapunt 8. Op weg naar een innovatieagenda. Prof. dr. Wolfgang Ebbers, 9 mei 2017 (webversie)

Nationaal Beraad Digitale Overheid Agendapunt 8. Op weg naar een innovatieagenda. Prof. dr. Wolfgang Ebbers, 9 mei 2017 (webversie) Nationaal Beraad Digitale Overheid Agendapunt 8. Op weg naar een innovatieagenda Prof. dr. Wolfgang Ebbers, 9 mei 2017 (webversie) Inhoud 1. 2. 3. 4. Inleiding Adoptie Gebruik Effecten Over Cfes Start

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB)

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) 1. Inleiding De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

MKB-ondernemers met oog voor de toekomst

MKB-ondernemers met oog voor de toekomst M200803 MKB-ondernemers met oog voor de toekomst Bedrijfsstrategieën in het MKB drs. M. Mooibroek Zoetermeer, juli 2008 MKB-ondernemers met oog voor de toekomst Ongeveer de helft van de MKB-ondernemers

Nadere informatie

Klantonderzoek: de laatste inzichten!

Klantonderzoek: de laatste inzichten! : de laatste inzichten! Hoe tevreden bent u over de door ons bedrijf geleverde producten en diensten? Veel bedrijven gebruiken deze vraag om de klanttevredenheid te meten. Op een schaal van zeer ontevreden

Nadere informatie

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen Referentieniveaus uitgelegd De beschrijvingen zijn gebaseerd op het Referentiekader taal en rekenen'. In 'Referentieniveaus uitgelegd' zijn de niveaus voor de verschillende sectoren goed zichtbaar. Door

Nadere informatie

M201107. Mix and Match. Het gebruik van digitale media in het MKB. drs. R van der Poel

M201107. Mix and Match. Het gebruik van digitale media in het MKB. drs. R van der Poel M201107 Mix and Match Het gebruik van digitale media in het MKB drs. R van der Poel Zoetermeer, maart 2011 Mix and Match Ondernemers moeten goed voor ogen houden welke doelstellingen zij met digitale media

Nadere informatie

The Next Step. What's next for the (e)overheid. Dr. Willem

The Next Step. What's next for the (e)overheid. Dr. Willem The Next Step What's next for the (e)overheid Dr. Willem Pieterson @wpieterson 1 Even voorstellen Universiteit Twente Center for egovernment Studies Northwestern University Syndio, Inc. Willem Pieterson

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het

Nadere informatie

Wegwijzer: Een geschikt medium kiezen

Wegwijzer: Een geschikt medium kiezen Wegwijzer: Een geschikt medium kiezen Vandaag de dag heb je verschillende media ter beschikking om je doelgroep te bereiken. Maar welk medium kies je? Dat hangt af van je doel, doelgroep en de context

Nadere informatie

Communicatie verenigingen KNVB 2014

Communicatie verenigingen KNVB 2014 1 Communicatie verenigingen KNVB 2014 1. Achtergrond van de notitie: veranderde rollen De kern van de bestuurlijke vernieuwing is het realiseren van een efficiëntere besluitvorming in het amateurvoetbal.

Nadere informatie

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Thuisvester

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Thuisvester UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Thuisvester Over het onderzoek Thuisvester heeft in juni 2017 deelgenomen aan het imago-onderzoek dat KWH uitvoerde voor s. Dit imago-onderzoek voerden

Nadere informatie

Domein 7 Management en organisatie

Domein 7 Management en organisatie Domein 7 Management en organisatie Domein 7 Management en organisatie Subdomein Thema s Indicatoren 7a. Inrichting van de organisatie - Strategie - Organisatiestructuur 7a.1 Strategie 7a.2 Organisatiestructuur

Nadere informatie

Kennisquiz Kanalen in Balans. Kennisquiz Kanalen in Balans - multichannelmanagement bij overheidsorganisaties

Kennisquiz Kanalen in Balans. Kennisquiz Kanalen in Balans - multichannelmanagement bij overheidsorganisaties Kennisquiz Kanalen in Balans Kennisquiz Kanalen in Balans - multichannelmanagement bij overheidsorganisaties 1 Kanalen in Balans Uitdaging voor overheidorganisaties Hoogwaardige dienstverlening Efficiëntie

Nadere informatie