1. Algemene subsidieverordening gemeente Aalten Artikelsgewijze toelichting 10

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. Algemene subsidieverordening gemeente Aalten Artikelsgewijze toelichting 10"

Transcriptie

1 Algemene subsidieverordening gemeente Aalten 2015

2 2

3 Verordening Inhoudsopgave 1. Algemene subsidieverordening gemeente Aalten Artikelsgewijze toelichting 10 Bijlagen Subsidiebeleidsregels Welzijn gemeente Aalten Incidentele projectsubsidies 47 Incidentele investeringsubsidies 51 Subsidieprogramma 55 3

4 Algemene subsidieverordening gemeente Aalten 2015 Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. college : college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten: b. raad : gemeenteraad van de gemeente Aalten; c. Awb : Algemene wet bestuursrecht; d. subsidie : subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de Awb, inhoudend de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten; e. budgetsubsidie : een subsidie in de vorm van een vooraf vastgesteld bedrag voor de uitvoering van activiteiten die het college op basis van door de raad vastgestelde beleidskaders naar aard, inhoud, omvang en/of beoogde effecten wil stimuleren, veelal overeengekomen en vastgelegd in een budgetsubsidieovereenkomst; f. organisatiesubsidie : een subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een subsidieontvanger wordt verleend en waarbij de hoogte niet afhankelijk is gesteld van de werkelijke kosten van de activiteiten; g. projectsubsidie : een eenmalig subsidie ter stimulering van nieuwe of extra activiteiten met een bijzonder, vernieuwend of aanvullend karakter, met een duidelijk aantoonbare meerwaarde ten opzichte van het structureel reeds gesubsidieerde (standaard) activiteitenpakket; h. investeringsubsidie : een eenmalig subsidie in de kosten van bouw, uitbreiding of renovatie van de eigen accommodatie van bepaalde (groepen van) subsidieontvangers, voor zover het ruimten betreft die strikt noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de subsidiabele hoofdactiviteiten van de aanvrager; i. activiteit : samenhangende werkzaamheden of handelingen, welke gericht zijn op het belang van de Aaltense gemeenschap en haar inwoners en passen binnen en bijdragen aan de door de gemeente geformuleerde beleidsdoelstellingen; j. budgetsubsidieovereenkomst : een document waarin tussen gemeente en subsidieontvanger met betrekking tot de subsidieverstrekking afspraken zijn gemaakt over de subsidieperiode, criteria en uitgangspunten voor de berekening en bestedingsrichting van de structurele subsidie, de met de gesubsidieerde activiteiten of producten te bereiken doelstellingen en, zo mogelijk, maatschappelijke effecten; k. subsidieplafond : het bedrag dat gedurende het gemeentelijke begrotingsjaar door de raad maximaal beschikbaar is gesteld voor de verstrekking van subsidies voor bepaalde categorieën of groepen subsidieontvangers; l. structurele subsidie : een subsidiebijdrage, die niet eenmalig van aard is, maar beoogd wordt voor de uitvoering van onderling overeengekomen doelen of activiteiten voor meerdere jaren ingezet te worden; m. incidentele subsidie : een subsidie die eenmalig voor een specifiek omschreven (serie van) activiteit(en) wordt verstrekt; n. subsidieperiode : een tijdvak waarvoor een subsidie wordt verstrekt, waarbij voor de structurele organisatiesubsidies in principe een periode van vier aaneensluitende kalenderjaren geldt. o. de-minimisverordening verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op deminimissteun (PbEU L379/5), verordening (EG) nr. 1535/2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de 4

5 landbouwproductiesector (PbEU L 337/35) en verordening (EG) nr. 875/2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserijsector en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1860/2004 (PbEU L 193/6), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving; p. Europees steunkader een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 en 109 van het Verdrag heeft vastgesteld; q. onderneming iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent; r. Verdrag Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie. Artikel 2. Reikwijdte 1. Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college op de volgende beleidsterreinen, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is): a. algemeen bestuur; b. openbare orde en veiligheid; c. verkeer, vervoer en waterstaat; d. economische zaken; e. onderwijs; f. cultuur en recreatie; g. sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening; h. volksgezondheid; i. milieu; j. ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. 2. Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is kan het college bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is. Artikel 3. Subsidieregelingen Het college stelt bij nadere regeling (hierna te noemen: subsidieregeling) vast welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald. Artikel 4. Europees steunkader 1. Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kan het college bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen. 2. Bij subsidieregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het toepasselijke steunkader. 3. Bij subsidies waar een Europees steunkader op van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader. 4. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader. 5. Bij subsidies waarop de de-minimisverordening van toepassing is, komen onderneming alleen in aanmerking voor subsidies die voldoen aan de voorwaarden van de de-minimisverordening. Artikel 5. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud 1. De raad kan subsidieplafonds vaststellen. 2. In dat geval bepaalt het college bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie. 3. De raad kan een subsidieplafond verlagen: a. als het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; of 5

6 b. als de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd. 4. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging. 5. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen. Artikel 6. Aanvraag 1. Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college. 2. Indien het college voor deze subsidieaanvraag een standaard aanvraagformulier heeft vastgesteld is de subsidieaanvrager verplicht hiervan gebruik te maken. 3. Bij de aanvraag legt de aanvrager de volgende gegevens over: a. een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd; b. de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen; c. een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan; d. als de aanvrager een onderneming is: 1. een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd; 2. een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de-minimisverklaring); e. indien van toepassing bij een budgetsubsidie, de stand van de egalisatiereserve en/of algemene reserve op het moment van de aanvraag. 4. Indien een rechtspersoon voor de eerste maal een structurele subsidie aanvraagt, kan inzage worden gevraagd in de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar. 5. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede, derde en vierde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn. 6. Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken. Artikel 7. Aanvraagtermijn 1. Een aanvraag voor een budgetsubsidie wordt gedaan uiterlijk 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. 2. Een aanvraag voor een organisatiesubsidie wordt gedaan uiterlijk 1 oktober in het eerste jaar van de vastgestelde subsidieperiode waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. 3. Een aanvraag voor een projectsubsidie wordt gedaan uiterlijk acht weken voordat met de activiteiten een begin wordt gemaakt. 4. Een aanvraag voor een investeringsubsidie wordt gedaan uiterlijk dertien weken voordat met de activiteiten een begin wordt gemaakt; 5. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 1 t/m 4 van dit artikel. 6. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld. Artikel 8. Beslistermijn 1. Het college beslist op een aanvraag om een incidentele subsidie binnen 8 of 13 weken, overeenkomstig de aanvraagtermijn, na ontvangst van de volledige aanvraag, dan wel, indien het college hiertoe nadere regels heeft opgesteld, 13 weken gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het aanvragen van de subsidie. 2. Het college beslist op een aanvraag voor een structurele subsidie uiterlijk binnen 13 weken gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het aanvragen van de subsidie. 3. De termijnen genoemd in lid 1 en 2 kunnen eenmalig verdaagd worden met 4 weken. 4. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld. 5. Bij aanvragen om een subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag worden aangemeld bij de Europese Commissie wordt de termijn verdaagd totdat de Europese Commissie een eindbeslissing heeft genomen. 6

7 Artikel 9. Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden 1. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigert het college de subsidie in ieder geval: a. als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt. b. als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard. 2. Onverminderd het vorige lid kan het college de subsidie verder in ieder geval weigeren: a. als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen; b. als de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien, die in strijd zijn met de wet- en regelgeving, het algemeen belang of de openbare orde; c. de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak het doel hebben het uitdragen van overtuigingen en denkbeelden van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard; d. de activiteiten behoren tot de reguliere activiteiten van de aanvrager en waarvoor reeds een subsidie is verstrekt, of naar het oordeel van het college geen of slechts een geringe meerwaarde hebben ten opzichte van het bestaande activiteitenpakket binnen de gemeentegrenzen; e. als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd; f. als de aanvrager niet zal (kunnen) voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. g. in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur; h. als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen; i. als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift; j. als de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt; k. in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen. 3. Indien bij het beoordelen van een subsidieaanvraag wordt geconstateerd dat het door de raad vastgestelde subsidieplafond is bereikt kan het college overgaan tot directe weigering van de aanvraag. 4. Het college kan gemotiveerd nadere weigeringgronden stellen. 5. Het college kan een subsidie in ieder geval intrekken in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. 6. Het college vordert een subsidie met rente terug als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak. Artikel 10. Verlening subsidie 1. Bij het besluit tot verlenen van de subsidie geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaatsvindt. 2. Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie. 3. Indien de subsidie voor meerdere jaren wordt verleend, wordt dat in het besluit tot verlening vermeld. Artikel 11. Betaling en bevoorschotting Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, wordt in het besluit tot subsidieverlening de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald. Artikel 12. Algemene verplichtingen van subsidie-ontvanger 1. De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend. 2. Bij subsidies, hoger dan ,00 welke verleend worden voor jaarlijks terugkerende activiteiten, of activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd. 7

8 3. Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidie-ontvanger dat onverwijld aan burgemeester en wethouders. 4. Een subsidie-ontvanger informeert het college onverwijld schriftelijk over: a. beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon; b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden; c. ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen; d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon. e. overige handelingen als vermeld in artikel 4:71 Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze betrekking hebben op, een relatie hebben met of van invloed kunnen zijn op de subsidieverstrekking. 5. Het college kan bij de subsidieverlening expliciet bepalen dat voor ontwikkelingen of handelingen zoals genoemd in lid 2 vooraf toestemming van het college dient te worden verkregen. 6. De subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan door of namens het college of de raad ingesteld onderzoek, gericht op de ontwikkeling van beleid, de kwaliteit of de effecten van de gesubsidieerde activiteiten of producten of de effectiviteit van de subsidieverstrekking. Artikel 13. Verantwoording subsidies tot Het college kan de aanvrager van een projectsubsidie of investeringsubsidie tot bij de subsidieverlening verplichten om op de door haar aangegeven wijze achteraf aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Artikel 14. Verantwoording subsidies vanaf tot Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 5.000, maar minder dan , dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college: a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteit(en); b. bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 juni in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 5 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend; 2. De aanvraag tot vaststelling bevat: a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en in hoeverre de met die activiteiten beoogde doelstellingen zijn behaald; b. bij een subsidie tot een financieel overzicht, waarmee in ieder geval inzicht wordt gegeven in de baten en lasten van de gesubsidieerde activiteiten; c. bij een subsidie van tot een volledig financieel jaarverslag, ten minste bestaande uit de verlies- en winstrekening en de balans, met een toelichting daarop; 3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd. Artikel 15. Verantwoording subsidies vanaf Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college: a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten; b. bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 juni in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 5 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend. 2. De aanvraag tot vaststelling bevat: a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en in hoeverre de met die activiteiten beoogde doelstellingen zijn behaald; b. een volledig financieel jaarverslag, ten minste bestaande uit de verlies- en winstrekening en de balans, met een toelichting daarop; c. een accountantsverklaring op basis van een controleopdracht. 3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, moeten worden overgelegd. 8

9 Artikel 16. Vaststelling subsidie 1. Organisatiesubsidies onder de worden bij verlening direct vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen. 2. Voor de overige subsidies op grond van artikel 14, 15 en 16 stelt het college binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast. 3. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in het tweede lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling. 4. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid van artikel 15 en 16 genoemde tijdstip is ontvangen, kan het college zes weken na een eenmalige rappel tot ambtshalve vaststelling overgaan. Artikel 17. Hardheidsclausule 1. Het college kan, in bijzondere gevallen zo nodig in afwijking van het bepaalde bij of krachtens deze verordening, nadere voorschriften verbinden aan de verstrekking van subsidie, dan wel één of meer bepalingen van deze verordening niet van toepassing verklaren voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. 2. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college. 3. Indien de gemeentelijke subsidiëring (mede) plaatsvindt met financiële bijdragen van derden, waaraan voor de gemeente een eigen verantwoordingstraject verbonden zit, kan het college afwijken van het bepaalde bij of krachtens deze verordening, voor zover dit noodzakelijk is om aan de criteria van dit specifieke verantwoordingstraject te kunnen voldoen. Artikel 18. Slotbepalingen 1. De Algemene Subsidieverordening gemeente Aalten 2011 wordt ingetrokken. 2. Deze verordening treedt in werking op 1 oktober Op aanvragen om subsidie die zijn verleend of vastgesteld vóór deze datum zijn de bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Aalten 2011 van toepassing. 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening gemeente Aalten

10 Artikelsgewijze toelichting Artikel 2. Reikwijdte Eerste lid Met het eerste lid krijgt het college de bevoegdheid toegewezen om te besluiten over het verstrekken van subsidies waarop de Algemene subsidieverordening (hierna: ASV) van toepassing is. Dit betreft in beginsel alle subsidies op de genoemde beleidsterreinen, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies waar overeenkomstig artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht geen wettelijke grondslag nodig is. Tweede lid Ten aanzien van subsidies waarvoor overeenkomstig artikel 4:23, derde lid, van de Awb geen wettelijke grondslag nodig is (zoals bijvoorbeeld incidentele subsidies) is de ASV in beginsel niet van toepassing. Dit lid geeft het college de bevoegdheid om de ASV (deels) van toepassing te verklaren als daartoe aanleiding bestaat. Artikel 3. Subsidieregelingen Met dit artikel verplicht de raad het college om in nadere regels, hier en verder subsidieregeling genoemd, de te subsidiëren activiteiten te bepalen. Voor zover het college iets wenst te regelen met betrekking tot de doelgroepen die voor subsidie in aanmerking komen, de berekening van de subsidie en de wijze van uitbetalen, dient dit eveneens in de subsidieregeling te gebeuren. In andere artikelen van ASV worden andere bevoegdheden gedelegeerd die betrekking hebben op de inhoud van de subsidieregeling: het afwijken van termijnen, het verbinden van bepaalde verplichtingen aan de subsidie, de wijze van verdelen van het subsidieplafond. Artikel 4. Europees steunkader Om subsidies onder een Europees steunkader te brengen moet de subsidie op het toepasselijke steunkader worden toegesneden. Daarbij kan het nodig zijn dat er afgeweken wordt van de ASV, of dat deze aangevuld wordt. Het eerste lid maakt het college daartoe bevoegd. Het tweede en derde lid zijn een uitvloeisel van de eis van de Europese Commissie dat in subsidieregelingen en -beschikkingen die gebruik maken van het Europees steunkader, het toepasselijke kader expliciet wordt vermeld. Als sprake is van steun die valt onder een Europees steunkader, kunnen uiteraard alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten voor subsidie in aanmerking komen voor zover die voldoen aan de eisen en voorwaarden van het betreffende steunkader (lid 4). Net zo goed als dat bij subsidies waarop de de-minimisverordening van toepassing is, ondernemingen alleen in aanmerking komen voor subsidies die voldoen aan de voorwaarden van de de-minimisverordening (lid 5). Artikel 5. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud De raad stelt de subsidieplafonds vast (lid 1). Vervolgens bepaalt het college bij subsidieregeling de wijze van verdelen (tweede lid in combinatie met artikel 4:26, tweede lid, van de Awb). Bij de bekendmaking van de subsidieplafonds door de raad wordt er, indien van toepassing, gewezen om de mogelijkheid het subsidieplafond te verlagen (derde en vierde lid). Het college, dat via artikel 2 de bevoegdheid gedelegeerd heeft gekregen om te besluiten over het verstrekken van subsidies, is verder verplicht in lijn met de mogelijkheid van artikel 4:34, eerste lid, van de Awb (in bepaalde gevallen) om bij het gebruik maken van deze gedelegeerde bevoegdheid een begrotingsvoorbehoud te maken (vijfde lid). Artikel 6. Aanvraag In het eerste lid is bepaald dat een aanvraag voor subsidie schriftelijk dient te worden gedaan. Met schriftelijk is meer bedoeld dan op papier geschreven. Zo kan een aanvraag ook digitaal worden gedaan, mits het college het door hem vastgestelde formulier ook in digitale vorm beschikbaar heeft gesteld. In het derde en vierde lid is bepaald welke stukken en gegevens bij de aanvraag overlegd dienen te worden. 10

11 Bij een subsidie aan een onderneming moet voorkomen worden dat subsidie wordt verleend die niet in overeenstemming is met de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (hierna VWEU). Daarom zijn een tweetal aanvraagvereisten opgenomen die specifiek voor ondernemingen gelden. Ten eerste, om ontoelaatbare cumulatie te voorkomen wordt een overzicht gevraagd van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd (tweede lid, onderdeel d, onder 1). Het gaat naast subsidie bijvoorbeeld om garanties, leningen, korting op de grondprijs, etc. Ten tweede, om subsidie onder de deminimisverordening te kunnen verlenen moet de onderneming een de-minimisverordening gevraagd worden (tweede lid, onderdeel d, onder 2). Op basis van een ingeleverde de-minimisverklaring dient het college te controleren of verlenen van de subsidie in overeenstemming is met de deminimisverordening. In dit artikel wordt aangegeven welke gegevens minimaal aangeleverd dienen te worden om enerzijds de aanvraag met voldoende argumenten te onderbouwen en anderzijds het college in staat te stellen om zich een goed beeld van de betrokken belangen te kunnen vormen. Het college kan op grond van lid 5 van dit artikel besluiten dat bepaalde gegevens niet behoeven te worden overlegd, maar ook om extra gegevens verzoeken. In het laatste geval kan het college een redelijke termijn stellen waarbinnen de aanvullende informatie moet worden ingediend. Artikel 7. En 8. Aanvraag- en beslistermijn De Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen noodzaakt de gemeente bij wettelijk voorschrift behandeltermijnen voor subsidieaanvragen vast te stellen als zij hiervoor af wil wijken van de wettelijke als redelijk geachte termijn van acht weken. Op basis van de gemeentelijke subsidiepraktijk (zowel lokaal als landelijk) is 13 weken een termijn die past voor de afdoening van de aanvragen van grotere (budget)subsidieontvangers. Alleen voor de aanvragen van projectsubsidies achten wij een termijn van acht weken afdoende. De aanvraag- en beslistermijnen voor incidentele aanvragen komen op dit punt ook overeen. De aanvraagtermijn voor de structurele subsidies van 1 oktober, in combinatie met de beslistermijn van 13 weken, zorgt er voor dat de bijbehorende beschikking van verlening of vaststelling van de subsidie uiterlijk 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend kan worden afgegeven. Dit werkt in de praktijk goed, omdat in december veelal ook de begrotingscijfers van het navolgende jaar door de raad zijn vastgesteld. Waar bij de budgetsubsidies de aanvraag nog op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar telt, geldt voor de meerjarige aanvraag voor een organisatiesubsidie als finale datum 1 oktober van het eerste jaar van de nieuwe subsidieperiode. Bij subsidieregeling kan het college besluiten af te wijken van de aanvraag- en beslistermijnen die vastgesteld zijn. De beslistermijn bij aanvragen om een subsidie die bij de Europese Commissie aangemeld worden, wordt verdaagd totdat de Europese Commissie een eindebeslissing heeft genomen (vierde lid). Dit om te voorkomen dat subsidie wordt verleend die niet in overeenstemming is met de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie en vervolgens teruggevorderd dient te worden. Artikel 9. Weigerings- en intrekkingsgronden In het eerste lid worden de algemeen geldende weigeringsgronden van artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb, met nadere verplichte gronden aangevuld. Ondanks dat er sprake is van staatssteun is het soms mogelijk om steun te verstrekken op basis van een vrijstelling. Als dat niet mogelijk is, kan goedkeuring van de Europese Commissie gevraagd worden via een formele melding. Als de Europese Commissie de steun echter niet goedkeurt, dan moet het college overgaan tot weigering (vandaar de verplichte weigeringsgrond onder a). In aanvulling daarop wordt met onderdeel b bepaald dat ondernemingen waartegen een terugvorderingsactie loopt niet in aanmerking komen voor subsidie. 11

12 In het tweede lid zijn nog enkele facultatieve weigeringsgronden opgenomen. Het college kan in deze gevallen weigeren, maar is daartoe niet verplicht. Onderdelen a, b, c, d,f, h en i spreken voor zichzelf. Onderdeel e geeft de mogelijkheid de subsidie te weigeren als de aanvrager over voldoende eigen middelen beschikt. Onderdeel g betreft het geval dat de aanvrager van een subsidie de toets van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: Wet Bibob) niet kan doorstaan. Bij deze weigeringsgrond is niet van belang of de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd op zichzelf beoordeeld subsidiabel zijn. Het gaat hierbij louter om de integriteit van de persoon dan wel rechtspersoon van de aanvrager aan wie het college op grond van de Wet Bibob geen subsidie wenst te verlenen. Naast subsidie weigeren, kan het college in dergelijke gevallen ook een reeds verleende en vastgestelde subsidies intrekken (derde lid). Onder j is een weigeringsgrond opgenomen waarmee het college een aanvraag kan weigeren als subsidieverstrekking niet is toegestaan dan nadat deze overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het VWEU (de meldingsprocedure) is goedgekeurd door de Europese Commissie. Het gaat hier om subsidieverstrekking die in beginsel niet ongeoorloofd is vanwege strijdigheid met de toepasselijke cumulatieregels of overschrijding van het toegestane bedrag aan de-minimissteun. In deze gevallen kan het college óf weigeren de subsidie te verstrekken óf de subsidie melden bij de Europese Commissie om langs deze weg goedkeuring te verkrijgen. Een subsidie die is of kan worden goedgekeurd kan uiteraard ook op een andere grond worden geweigerd. Onderdeel k ten slotte geeft het college de bevoegdheid in een subsidieregeling nog andere weigeringsgronden op te nemen, bijvoorbeeld weigeringsgronden die specifiek met de te subsidiëren activiteiten samenhangen. Als de Europese Commissie tot het oordeel is gekomen dat een subsidie niet in overeenstemming is met de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, dan moet de verleende subsidie ingetrokken en teruggevorderd worden (inclusief rente). Het zesde lid geeft het college de bevoegdheid om hier uitvoering aan te geven. Artikel 10. Verlening subsidie In zijn algemeenheid dient een (verlening)beschikking te voldoen aan de voorschriften, zoals deze in afdeling van de Awb zijn opgenomen. Omdat deze verordening het college de gelegenheid geeft om aan een subsidieverlening ook lichtere verantwoordingseisen te stellen, staat in lid 1 opgenomen dat in de verleningbeschikking moet staan vermeld op welke wijze verantwoording door de subsidieontvanger moet worden afgelegd. Dit geeft de subsidieontvanger vooraf duidelijkheid over de inspanningen die van haar verwacht wordt om achteraf aan de verantwoordingseisen te kunnen voldoen. Artikel 11. Betaling en bevoorschotting Omdat veelal bij onderhandelingen rondom budgetovereenkomsten op de specifieke wens van de subsidieontvanger aangepaste data worden afgesproken voor het bij voorschot beschikbaar stellen van het verleende subsidiebedrag, zijn in de verordening geen vaste data meer opgenomen. Daarom wordt, daar waar van toepassing, de hoogte en de termijnen van de bevoorschotting opgenomen in de verleningbeschikking. Artikel 12. Algemene verplichtingen van subsidie-ontvanger Uit het oogpunt van vermindering van administratieve lasten is in het tweede lid de verplichting tot tussentijdse (financiële en inhoudelijke) rapportage alleen opgelegd aan de ontvangers van grotere subsidiebedragen (vanaf ,00) en beperkt tot eenmaal per jaar. Dit artikel bevat verder een meldingsplicht (derde lid) en informatieplicht (vierde lid) die voor alle subsidie-ontvangers geldt. Artikel 13. Verantwoording subsidies tot 5.000,00 Dit artikel is zodanig geformuleerd dat het college project- of kleinere investeringsubsidies tegelijkertijd met de verlening kunnen vaststellen, waardoor geen verantwoording meer nodig is. Daarnaast kan echter ook aangeven worden op welke wijze zij, in redelijke verhouding tot de gesubsidieerde 12

13 activiteit, (inhoudelijke of financiële) verantwoording achteraf toch wenselijk vindt. Dit kan bijvoorbeeld middels een foto, redactioneel krantenartikel, factuur etc. Artikel 14. Verantwoording subsidies vanaf 5.000,00 tot ,00 In dit artikel wordt aangegeven welke verantwoording het college vereist bij de aanvraag tot vaststelling van subsidie tot ,00 en welke termijn voor deze aanvraag wordt gehanteerd. Elke subsidieontvanger van bedragen boven de 5.000,00 dient achteraf aan te tonen dat de subsidiabele activiteiten daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Daarnaast dient men te omschrijven of de nagestreefde doelstellingen zijn bereikt en zo niet, wat hiervan de vermoedelijke reden is geweest. Het gaat daarbij uiteraard om de doelstellingen die met het verstrekken van de subsidie door de gemeente zijn beoogd. Deze doelstellingen kunnen blijken uit de subsidiebeleidsregel, de budgetovereenkomst of de subsidieverleningbeschikking. Tussen de 5.000,00 en ,00 wordt daarnaast van subsidieontvangers een financiële verantwoording verwacht over de aan de subsidiabele activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang (kunnen) zijn. Bij subsidies tussen de ,00 en ,00 wordt van subsidieontvangers een volledige jaarrekening, incl. balans en toelichting verwacht. Deze verlies- en winstrekening en balans dient naar de mening van het college voldoende boekhoudkundig inzicht te verstrekken om een goed oordeel over de verantwoording te kunnen vellen. Indien dit niet het geval is kan het college op basis van lid 3 aanvullende informatie eisen. Wanneer een samenstellingsverklaring van een accountant is toegevoegd wordt in principe aan deze vereisten voldaan. Artikel 15. Verantwoording subsidies vanaf ,00 Aanvullend op de verplichtingen volgens artikel 14 geldt voor de subsidieontvangers van bedragen vanaf ,00 dat zij de verlies- en winstrekening en balans voorzien van een accountantsverklaring op basis van een controleopdracht. Artikel 16. Vaststelling subsidie Hierin staat geregeld dat organisatiesubsidies (tot 5.000,00) direct bij verlening worden vastgesteld en derhalve verantwoordingsvrij zijn. Voor een aanvraag tot vaststelling van alle overige subsidies geldt een beslistermijn van 13 weken. Artikel 17. Hardheidsclausule Op grond van dit artikel kan het college bij bijzondere omstandigheden afwijken van de bepalingen, of de strikte toepassing van de bepalingen, in deze verordening. De te treffen voorziening, die niet in de verordening is voorzien, dient altijd binnen de doelstellingen van de subsidie te passen. Het is mogelijk dat de gemeente bij haar subsidiëring ook gebruik maakt van door derde partijen (bijv. hogere overheden) beschikbaar gestelde financiële middelen. In lid 3 is een aanvullende algemene mogelijkheid voor het college opgenomen om af te wijken van bepalingen in deze verordening als dit noodzakelijk is om als gemeente aan voor haar hieruit voortvloeiende verantwoordingsverplichtingen te kunnen voldoen. 13

14 Verordening Bijlage 1. Subsidiebeleidsregels Welzijn gemeente Aalten , behorende bij de Subsidieverordening gemeente Aalten

15 Subsidiebeleidsregels Welzijn gemeente Aalten

16 Beleidsregels behorende bij de Subsidieverordening gemeente Aalten 1. Inleiding Als aanvulling op de gemeentelijke Subsidieverordening gemeente Aalten heeft het college beleidsregels voor de jaren 2015 tot en met 2018 opgesteld. Dit met het doel tot een eenduidige uitvoering van het subsidiebeleid te komen. In de subsidiebeleidsregels wordt vervolgens inhoudelijk geformuleerd: 1. welke doelstellingen de gemeente met subsidieverstrekking beoogd te realiseren; 2. welke instellingen/verenigingen voor subsidie in aanmerking komen; 3. hoe de betreffende subsidie wordt berekend; 4. aan welke voorwaarden, aanvullend op de algemene voorwaarden uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene subsidieverordening gemeente Aalten (ASV) 2015, moet worden voldaan om voor subsidie in aanmerking te komen; 5. op welke wijze en onder welke voorwaarden verenigingen/instellingen in aanmerking kunnen komen voor incidentele vormen van subsidie. De definitieve subsidietoekenning en vaststelling op grond van deze criteria vindt vervolgens plaats middels individuele beschikkingen. De individueel te verstrekken subsidieverleningbeschikkingen of - vaststellingbeschikkingen zijn de definitieve, voor bezwaar en beroep vatbare, beslissingen van het college naar aanleiding van de beoordeling van de ingediende subsidieaanvragen op basis van de door de gemeenteraad in de verordening, beleidsregels en begroting geformuleerde subsidiecriteria. De te verstrekken beschikkingen zullen moeten voldoen aan titel 4.1. van de Awb. 2. Uitgangspunten 2.1 De te onderscheiden subsidiebeleidsvelden op het brede welzijnsterrein Gekozen is voor dezelfde onderverdeling zoals die is gehanteerd bij de subsidiebeleidsregels Welzijn Deze onderverdeling vormt de opbouw van de navolgende subsidiebeleidsregels. 1. Samen leven in dorp, buurt(schap) en wijk Deelterreinen: 1.1. Opbouwwerk 1.2. Speeltuinen en openbare speelplaatsen 1.3. Ontwikkelingssamenwerking 2. Opgroeien en ontwikkelen Deelterreinen: 2.1. Peuterspeelzaalwerk en speel-o-theek-werk; 2.2. Kinder- en jeugdwerk 2.3. Jeugdgezondheidszorg 2.4. Overlast van (hang)jongeren en jeugdcriminaliteit 3. Informeren, signaleren en ondersteunen: Deelterreinen: 3.1. Professioneel welzijnswerk 3.2. Belangenbehartiging, ondersteuning en advisering van kwetsbare groepen 4. Meedoen makkelijker maken, sociale en culturele verrijking Deelterreinen: 4.1. Sportbeoefening, -stimulering en ondersteuning 4.2. Bibliotheekwerk 4.3. Kunst, cultuur en recreatie Kunsteducatie en culturele vorming (Amateur)kunst en kunst- en cultuurbeleving Cultuurbehoud en volkscultuur Recreatie en toerisme 16

17 5. Preventie, zorg en opvang Deelterreinen: 5.1. Algemeen Maatschappelijk Werk 5.2. Informele zorg 5.3. Maatschappelijke opvang, OGGZ en ambulante verslavingszorg 5.4. Overige zorg 2.2 De te onderscheiden subsidievormen In de nieuwe Algemene Subsidieverordening gemeente Aalten (ASV) 2015 zijn formeel de volgende subsidievormen opgenomen: A. Budgetsubsidie (structureel) Met professionele organisaties, waarbij het overgrote deel van de exploitatiekosten worden bepaald door loonkosten van professionele beroepskrachten, worden afspraken over budgetsubsidies gemaakt. Budgetsubsidies krijgen een meerjarig perspectief door zoveel mogelijk te werken met budgetsubsidieovereenkomsten. Het college sluit dergelijke overeenkomsten met de subsidiënt. Daarbij dient zij wel rekening te houden met en aan te sluiten op de randvoorwaarden die de gemeenteraad heeft vastgesteld middels de gemeentebegroting, subsidiebeleidsregels en op dat beleidsterrein van toepassing zijnde beleidsnota's. De hieruit voortvloeiende subsidiebudgetten worden bij ongewijzigd beleid in principe jaarlijks geïndexeerd. Uit oogpunt van (gemeentelijk) financieel beheer zou het de voorkeur verdienen de jaarlijkse indexering op de budgetsubsidies toe te passen overeenkomstig het jaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen (gewogen) indexpercentage bij de kaderstelling voor de gemeentebegroting van het eerstvolgende boekjaar (op grond van de Financiële verordening). Het voordeel hiervan is dat de budgetsubsidies op deze wijze met hetzelfde percentage groeien als de daarvoor uit te trekken budgetten in de gemeentebegroting. Daarmee kan feitelijk geen overschrijding van de gemeentelijke budgettaire ruimte plaats vinden. Een budgetcontract is echter een overeenkomst tussen twee partijen en daardoor onderhavig aan een onderhandelingstraject. Afspraken over de wijze van indexering van de gemeentelijke financiële vergoeding in relatie tot de overeen te komen prestaties maken daar dan ook onderdeel van uit. Indien de indexering overeenkomstig de begrotingskaderstelling, zoals hiervoor uiteen gezet, uiteindelijk niet haalbaar blijkt, dient nog steeds gestreefd te worden naar een zo eenduidig, maar ook eenvoudig, mogelijke en tijdig beschikbare indexeringsvorm. Een werkbare optie hiervoor kan zijn de zgn. jaarmutatie van het consumentenprijsindexcijfer (CPI) totaal bestedingen van de maand september van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar. De hieruit voortvloeiende budgettaire effecten dienen dan meegenomen te worden in de tussentijdse (financiële) rapportage. Eén van de uitgangspunten van de ASV 2015 is, ter realisatie van zo min mogelijk regeldruk, de (administratieve) aanvraag- en verantwoordingsprocedure in redelijke overeenstemming te houden met de hoogte van het verleende subsidiebedrag. De vorm en omvang van de budgetovereenkomst dient daar dus ook mee overeen te stemmen. Daar alle budgetsubsidies hoger zijn dan 5.000,00 zal enige vorm van verantwoording door de subsidiënt noodzakelijk blijven. Alleen bij subsidies boven ,00 is een accountantsverklaring op basis van een controleopdracht verplicht gesteld. B. Organisatiesubsidie (structureel) Algemene uitgangspunten van een organisatiesubsidie zijn: a. Elke zelfstandig georganiseerde (non-profit) instelling die aantoonbaar in positieve zin bijdraagt aan de zelfredzaamheid en participatie van de Aaltense inwoners en daarmee de leefbaarheid van de Aaltense samenleving positief beïnvloedt, mag voor deze inzet in principe rekenen op een gemeentelijke financiële bijdrage; b. Deze financiële bijdrage kent de volgende algemene eigenschappen: één aanvraag voor vier jaar; bestedingsvrij (niet afhankelijk van de werkelijke kosten van de activiteiten), verantwoordingsvrij, in omvang beperkt en zo eenvoudig en uniform mogelijk (zgn. basissubsidie); 17

18 C. Projectsubsidie (incidenteel) Deze nieuwe subsidiebeleidsregels kennen wederom een specifieke projectsubsidieregeling. De projectsubsidie is bedoeld om de mogelijkheid te hebben om naast de reguliere structurele subsidiëring ook flexibel in te kunnen spelen op verzoeken om medefinanciering van maatschappelijk wenselijke incidentele aanvullende activiteiten. Over het algemeen dienen de bijzondere activiteiten waarvoor een incidentele projectsubsidie wordt aangevraagd derhalve een duidelijk aantoonbare meerwaarde te hebben ten opzichte van het met inzet van structurele subsidie reeds mogelijk gemaakte activiteitenpakket. In 2014 heeft de gemeenteraad besloten om het structureel jaarlijkse budget voor de projectsubsidies af te stemmen op de werkelijke aanvragen. Dit betekent dat het structureel jaarlijkse budget voor de projectsubsidies per 2015 in de gemeentelijke meerjarenbegroting lager is vastgesteld ten opzichte van het jaar 2014, namelijk op ,00. Deze begrotingspost zal als een subsidieplafond worden afgekondigd, waardoor een aanvraag om een projectsubsidie slechts kan worden gehonoreerd zolang er nog budget beschikbaar is. Zowel reeds gesubsidieerde als (nog) niet gesubsidieerde organisaties kunnen hierop een beroep doen. D. Investeringsubsidie (incidenteel) Deze nieuwe subsidiebeleidsregels kennen net als in de voorgaande periode een specifieke investeringsubsidieregeling. In 2008 heeft de gemeenteraad besloten de mogelijkheid van een incidentele investeringsubsidie opnieuw in te voeren. Hiermee maakt de raad het voor een aantal specifiek te benoemen categorieën van subsidiënten mogelijk een eenmalig gemeentelijke subsidie aan te vragen in de kosten van nieuwbouw of verbouw/renovatie van (onderdelen) van eigen clubgebouwen. Het betreft hierbij met name organisaties, die voor de uitoefening van hun hoofdactiviteiten noodgedwongen aangewezen zijn op eigen accommodaties en niet terug kunnen vallen op mede met gemeentelijke subsidie in stand gehouden algemene verenigingsgebouwen c.q. gemeenschapshuizen. Deze laatste categorie vormt uiteraard zelf ook een niet onbelangrijke categorie die voor een investeringsubsidie in aanmerking kan komen. Overeenkomstig het besluit van de raad in 2008 is er voor het toekennen van een investeringsubsidie geen structureel budget in de gemeentelijk meerjarenbegroting opgenomen. Elk individueel verzoek zal derhalve afzonderlijk aan de nieuwe subsidiecriteria worden getoetst en afhankelijk van de financiële ruimte in de algemene reserve door de raad worden beoordeeld. Deze nieuwe subsidiebeleidsregels kennen in hoofdstuk 5 daarom wederom een specifieke investeringsubsidieregeling Algemeen geldende subsidiecriteria voor alle te onderscheiden beleidsterreinen: Om ook voor de komende vier jaar voor gemeentelijke subsidie in aanmerking te komen zal vastgesteld moeten kunnen worden dat de subsidiënt: 1. rechtspersoonlijkheid bezit, dan wel naar het oordeel van de gemeente een daarmee vergelijkbare organisatiegraad heeft; 2. activiteiten organiseert die in ieder geval de zelfredzaamheid, leefbaarheid en/of de participatie van de Aaltense burgers binnen één of meer van de in deze beleidsregels opgenomen beleidsterreinen bevordert; 3. activiteiten organiseert die in enige vorm bijdragen aan de door de gemeenteraad geformuleerde (algemene) beleidsdoelstellingen; 4. kan aantonen dat er behoefte bestaat aan de te organiseren activiteiten; 5. bij een eerste aanvraag tot subsidie kan aantonen dat er binnen het beoogde activiteitenpakket sprake is van een meerwaarde ten opzichte van door reeds gesubsidieerde organisaties georganiseerde activiteiten; 6. activiteiten organiseert waaraan geen winstoogmerk zit, dan wel in andere zin van commerciële aard te beschouwen zijn; 7. géén activiteiten organiseert die zuiver van godsdienstige, levensbeschouwelijke of politieke aard zijn; 8. minimaal één jaar actief is; 9. kan aantonen dat er, naar het oordeel van de gemeente, sprake is van een redelijke eigen bijdrage van deelnemers of leden aan de activiteiten van de instelling; 10. kan aantonen een actief ledenbestand te hebben van minimaal 20 personen, dan wel aannemelijk kan maken dat er door minimaal 20 personen wordt deelgenomen aan de 18

19 beoogde activiteit, tenzij hiervoor in bijzondere situaties van gemeentewege vrijstelling is verleend; 11. de tot haar beschikking staande middelen zorgvuldig beheert, haar (on)roerende zaken voldoende verzekert, het bij haar in dienst zijnde personeel en de voor haar werkzame vrijwilligers, voor zover deze vrijwilligers niet al verzekerd zijn via de collectieve vrijwilligersverzekering van de gemeente, voldoende verzekert tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid; 12. indien het een niet-lokale vereniging betreft op aanvraag alleen een subsidie wordt toegekend indien: a. zij aan kan tonen dat er sprake is van een activiteitenaanbod dat in geen vergelijkbare vorm binnen de gemeentegrenzen al wordt aangeboden; b. minimaal 30% van het ledenbestand afkomstig moet zijn uit de gemeente Aalten, waarbij, eensluidend aan punt 10, in principe een minimum geldt van 20 leden, woonachtig in onze gemeente; 13. indien er sprake is van een omni-vereniging, die meerdere zelfstandig georganiseerde onderdelen binnen haar organisatieverband herbergt, kan deze rechtspersoon in aanmerking komen voor een, op deze categorie van toepassing zijnde, basissubsidie voor elk van deze onderdelen indien: a. dit onderdeel volgens de bestaande subsidiecriteria en voorschriften zelfstandig ook voor subsidie in aanmerking zou kunnen komen; b. zij, indien daartoe de mogelijkheid bestaat, voor die onderdelen is aangesloten bij een regionale of landelijke koepelorganisatie; 14. overigens voldoet aan de algemene voorwaarden van de subsidieverordening; Niet subsidiabele kosten Op grond van het gemeentelijke subsidiebeleid wordt geen bijdrage verstrekt in kosten voor feestelijke vieringen van jubilea, (besloten) feesten en partijen, consumpties, geschenken en attenties, leges, gemeentelijke belastingen en heffingen, notariële aktes, geldinzamelingsacties (incl. verzoeken om donaties of sponsoring gericht aan de gemeente), materiële en financiële ondersteuning van derden en barexploitatie. Tussentijdse aanpassing In principe worden de organisatiesubsidies vastgesteld voor de gehele periode van de beleidsregels en tussendoor niet gewijzigd. Zo is er ook geen sprake van indexering. Om echter de stimulerende werking van het specifieke jeugdledensubsidie overeind te houden, wordt hiervoor een uitzondering gemaakt. Een tussentijdse herberekening van het specifieke (jeugd-)ledensubsidie is mogelijk zodra de subsidiënt eigener beweging aantoont dat het (jeugd-)ledenaantal met minimaal 15% is gewijzigd of de gemeente op haar beurt aan kan tonen dat er sprake is van een (jeugd-)ledendaling van minimaal 15% Algemene opzet per beleidsregel: In paragraaf 3 zijn de beleidsterreinen, en de daaronder opgenomen deelterreinen/ werksoorten, zoals omschreven in subparagraaf 2.1., specifiek per beleidsregel uiteen gezet. Eén en ander is nader omschreven aan de hand van de volgende indeling: 1. doelstellingen; 2. activiteiten/beleidskader; 3. voorkomende subsidievormen; 4. subsidiabele organisaties; 5. specifieke voorschriften en beleidsontwikkelingen: bijv. beleidsinhoudelijke criteria, de eventuele hantering van een subsidieplafond, aanvullende regels voor de verdeling van het beschikbare subsidiebudget, eventuele algemene ontheffingen van algemene subsidiecriteria, nieuwe beleidsontwikkelingen met een mogelijke invloed op het subsidiebeleid; 19

20 20

21 Onderverdeling Subsidiebeleidsregels Welzijn gemeente Aalten 21

22 3.1. SAMEN LEVEN IN DORP, BUURT(SCHAP) EN WIJK OPBOUWWERK I. Doelstelling Het, bij voorkeur door of via zelforganisatie en zelfwerkzaamheid, a. versterken van de sociale cohesie in en de sociale kwaliteit van: 1. straat, wijk,buurt(schap) en dorp in zijn algemeenheid en 2. tussen de eventueel te onderscheiden bevolkingsgroepen in het bijzonder; b. bevorderen van de eigen invloed van bewoners(groepen) op hun woon- en leefomgeving; c. versterken en verbreden van de mogelijkheden voor (met name kwetsbare) burgers om volwaardig deel te nemen aan de samenleving en zo maatschappelijke achterstand te voorkomen dan wel te bestrijden. II. III. IV. Beleidskader/producten/activiteiten: a. het organiseren van activiteiten met een ontmoetend en/of recreatief karakter, gericht op de bevordering van het sociaal contact, de gemeenschapszin en het leefklimaat op wijk- en dorpsniveau; b. belangenbehartiging van bewoners en bevordering van de betrokkenheid en eigen verantwoordelijkheid van bewoners met betrekking tot de leefbaarheid en de kwaliteit van de directe woon- en leefomgeving in wijken, buurtschap- en dorpskernen; c. het signaleren van en inspelen op (latente) vragen bij bewoners en de beleving daarvan, het gezamenlijk vertalen van deze vragen naar concrete wensen en voor realisatie van deze wensen, daar waar dit zelfstandig niet lukt, benaderen van professionele organisaties; d. door middel van het beheren, exploiteren en voor brede welzijnsactiviteiten ter beschikking stellen van verenigingsgebouwen en dorpshuizen; Subsidiabele organisaties: 1) Buurtverenigingen; 2) Dorpsbelangenverenigingen; 3). Emancipatieorganisaties Subsidievormen: 1) Organisatiesubsidie 2) Investeringsubsidie V. Specifieke voorschriften en beleidsontwikkelingen: Vaste subsidienorm van 75,00 voor buurt-, belangen- en emancipatieorganisaties. Voor de Vereniging Kleine Kernen geldt een vaste subsidienorm van 200,00 per kleine dorpskern. Op basis van zes kleine kernen betekent dit een totale subsidie van 1.200,00. Daar waar noodzakelijk en mogelijk is sprake van samenwerking met collegaorganisaties, keten- of netwerkpartners. De organisatiesubsidie is niet bedoeld voor verenigingsgebouwen/dorpshuizen. Algemene verenigingsgebouwen en dorpshuizen kunnen voor renovatie- en uitbreidingsplannen een beroep doen op een gemeentelijk investeringsubsidie. Op deze wijze erkent de gemeente in subsidietechnische zin de waarde en het belang van instandhouding van een goede kwaliteit aan brede welzijnsaccommodaties in de diverse woonkernen van onze gemeente. Beleidsuitgangspunt daarbij is echter ook dat de beheersorganisaties vervolgens zelf verantwoordelijk zijn voor een sluitende exploitatie en daarop hun (financiële) beleid ook hebben afgestemd. Een structurele organisatiesubsidie past niet meer binnen dit kader en draagt hieraan, gelet op de zeer beperkte omvang, ook niets extra s bij. 22

23 3.1. SAMEN LEVEN IN DORP, BUURT(SCHAP) EN WIJK SPEELTUINEN EN OPENBARE SPEELPLAATSEN I. Doelstelling Het bieden van een gevarieerd, toegankelijk en kwalitatief goed aanbod aan buitenspeelmogelijkheden, waarmee bijgedragen wordt aan: a. een aantrekkelijk vestigingsklimaat en een veilige woon- en leefomgeving voor gezinnen met (jonge) kinderen; b. de persoonlijke en sociale ontwikkeling en de gezondheid van de jeugd. II. III. IV. Beleidskader/producten/activiteiten a. het bijdragen aan de instandhouding van een moderne en veilige inrichting van in verenigingsverband beheerde en geëxploiteerde buitenspeelruimten, alsmede de daarbij behorende slecht weer accommodatie; b. het ondersteunen van organisaties die het in hun eigendom zijnde terrein beschikbaar stellen en speciaal onderhouden als openbare speelplaats c.q. trapveld; Subsidievormen 1) Organisatiesubsidie 2) Investeringsubsidie Subsidiabele organisaties: 1). Speeltuinorganisaties; 2). Rechtspersoonlijkheid bezittende organisaties die hun terrein, niet zijnde een schoolplein, beschikbaar stellen als openbaar speel- en trapveldje en daar voor eigen rekening, dus zonder overheidsvergoeding, onderhoudskosten voor maken; V. Specifieke voorschriften en beleidsontwikkelingen: Vaste subsidienorm van 250,00 voor onderhoud aan niet onder gemeentelijk eigendom vallende openbare trap- en speelveldjes. Formele speeltuinorganisaties kunnen voor renovatie, nieuwbouw en uitbreiding van in hun eigendom zijnde slecht weer accommodatie een beroep doen op de investeringsubsidieregeling. De drie speeltuinverenigingen ontvingen tot 2011 een subsidie bestaande uit twee componenten: een vaste bijdrage in de exploitatielasten van ca en een vast bijdrage in de kosten van onderhoud en afschrijving van de speeltoestellen van resp (Robbedoes) en (Aalten Zuid en De Ossenkop). Met de vaststelling van de subsidiebeleidsregels voor is vervolgens overgestapt op bestedingen verantwoordingsvrije organisatiesubsidies, die in principe geen directe relatie meer hebben met (bepaalde) exploitatielasten. Uitgangspunt daarbij is ook dat verenigingen zelf verantwoordelijk zijn voor het realiseren van een sluitende exploitatie. Voortvloeiend uit de aan die beleidsregels gekoppelde bezuinigingstaakstelling is toen voorgesteld het exploitatiedeel op de subsidies voor de speeltuinverenigingen te schrappen op basis van het percentage dat dit deel uitmaakte van de totale subsidie voor Robbedoes (1.400 van = 22%). Dit is uiteindelijk toegepast op Robbedoes en de Ossenkop en niet op t Spölhuuksken van de Stichting Aalten Zuid. Zij huurt haar accommodatie van de gemeente, heeft deze dus niet in eigendom, en kan zodoende, in tegenstelling tot de beide andere speeltuinverenigingen, geen aanvullend beroep doen op een incidentele investeringsubsidie. Van de gesubsidieerde speeltuinverenigingen wordt verwacht dat zij: * voldoende geopend zijn, gerelateerd aan schooltijden en vakantieperiodes; * gedurende openstellingtijden zorg dragen voor voldoende gekwalificeerd toezicht; * het tot de speeltuinaccommodatie behorende terrein beveiligd houden en voor een pedagogisch verantwoorde inrichting met, overeenkomstig de daarvoor geldende normen, veilige speelvoorzieningen zorgen; 23

24 3.1. SAMEN LEVEN IN DORP, BUURT(SCHAP) EN WIJK ONTWIKKELINGSSAMENWERKING I. Doelstelling: Het door plaatselijk initiatief middels gerichte voorlichting, educatie en activiteiten bijdragen aan: a. een grotere bewustwording en beter begrip bij de Aaltense inwoners van mondiale vraagstukken, zoals de problematiek in derde wereldlanden, ontwikkelingssamenwerking, armoedebestrijding en solidariteit; b. het vergroten van het inzicht in, begrip van en respect voor de culturele verschillen binnen de lokale gemeenschap als onderdeel van de multiculturele samenleving; II. III. IV. Beleidskader/producten/activiteiten: Het inrichten en in stand houden van een infrastructuur c.q. platform, welke: 1. fungeert als aanspreekpunt en coördinator voor vragen en initiatieven uit de lokale samenleving op het gebied van de (traditionele) ontwikkelingssamenwerking; 2. voorlichting geeft over mondiale vraagstukken aan de Aaltense bevolking; 3. tijdelijke en/of blijvende koppelingen legt met andere gemeenten of samenlevingsverbanden om zo te komen tot uitwisselingen ter wederzijdse verrijking; 4. ontwikkelingsprojecten start of steunt; 5. de gemeente gevraagd en ongevraagd in algemene zin adviseert op het beleidsterrein van de ontwikkelingssamenwerking. 6. financiële steun biedt aan uit het lokaal initiatief voortkomende projecten met inzet van een jaarlijks van gemeentewege te bepalen budget, voortkomend uit de voorheen beschikbare begrotingsruimte voor internationale samenwerking. Subsidievormen: 1) Budgetsubsidie Subsidiabele organisaties: 1) Stichting Mondiaalten en vervolgens middels tussenkomst en ter beoordeling van deze stichting: 2) lokale organisaties en initiatieven op het gebied van ontwikkelingssamenwerking; V. Specifieke voorschriften en beleidsontwikkelingen: In zijn vergadering van 19 april 2011 heeft de gemeenteraad de Beleidsnota internationale samenwerking vastgesteld. Met betrekking tot de zgn. traditionele ontwikkelingssamenwerking zal de Stichting Mondiaalten uitvoering geven aan dit beleidskader volgens de met de gemeente gemaakte afspraken, zoals vastgelegd in een concrete samenwerkingsovereenkomst, ingaande Onderdelen daarvan zijn: * minimaal 10% van het gemeentelijke subsidiebudget dient te worden ingezet voor de ontwikkeling van activiteiten gericht op educatie, bevordering van bewustwording en creëren van draagvlak; * Mondiaalten kan alleen een financiële bijdrage toekennen aan mondiale projecten die voortkomen uit lokaal initiatief of anderszins sterk verbonden zijn met de Aaltense gemeenschap, zodat sprake is van een specifiek Aaltens draagvlak; * Er worden geen structurele verplichtingen tot financiële ondersteuning aangegaan; * Toegekende financiële bijdragen bedragen per project/aanvraag minstens 150,00 en maximaal 2.000,00; Daar waar noodzakelijk en mogelijk is sprake van samenwerking met collegaorganisaties, keten- of netwerkpartners, op lokaal, regionaal, landelijk en evt. internationaal niveau. 24

25 3.2. OPGROEIEN EN ONTWIKKELEN PEUTERSPEELZAALWERK EN SPEEL-O-THEEKWERK I. Doelstelling: a) Het stimuleren van de cognitieve, sociale, emotionele, motorische en creatieve ontwikkeling van peuters van 2½ tot 4 jaar; b) Het bieden van stimulerende speelgelegenheid aan peuters in aanvulling op de speelmogelijkheden thuis; c) Het bieden van de mogelijkheid tot onderlinge ontmoeting en contact aan peuters en ouders; d) Het naast de hiervoor genoemde algemene basisfuncties aanvullend bijdragen aan een gerichte herkenning, signalering en aanpak van ontwikkelings-achterstanden en het op die wijze als voorschoolse voorziening bijdragen aan een sluitende aanpak voor 0-6 jarigen. II. III. IV. Activiteiten/beleidskader: a) Het aanbieden van regulier peuterspeelzaalwerk; b) Het ontwikkelen en uitvoeren van activiteiten die beogen de taalontwikkeling van peuters extra te stimuleren, één en ander in overeenstemming met het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (OAB); c) Het ontwikkelen en uitvoeren van activiteiten die beogen op een zo preventief mogelijke wijze ontwikkelingsachterstanden bij peuters te herkennen en te bestrijden, één en ander in overeenstemming met het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (OAB); d) Het uitlenen van spel- en ontwikkelingsmateriaal aan kinderen en/of instellingen, alsmede het adviseren van ouders/begeleiders. Subsidievormen: 1) Budgetsubsidie 2) Organisatiesubsidie Subsidiabele organisaties: 1) Peuterspeelzaalorganisaties; 2). Zelfstandige organisaties voor speel-o-theekwerk V. Specifieke voorschriften: De ingezette harmonisatie van het subsidiebeleid ten aanzien van de drie peuterspeelzaalorganisaties in onze gemeente heeft geleid tot een fusie tussen de twee grotere peuterspeelzaalorganisaties Stichting Aaltense Peuterspeelzalen (STAP) en Stichting peuterspeelzalen Dinxperlo De Heurne tot de nieuwe organisatie Stichting Op Pad. Op landelijk niveau wordt al langere tijd gediscussieerd over verdere harmonisatie van de voorzieningen van peuters en kleuters. Zo wordt er door de VNG gepleit voor een ontwikkelrecht voor peuters, één integrale voorschoolse voorziening, toegankelijkheid voor alle kinderen, in één doorlopende leerlijn met de basisschool. Over de financiering en de bestuurlijke verantwoordelijkheid lopen de opvattingen van de VNG en het Rijk echter nog aanmerkelijk uiteen. Voor ons kinderopvang-, peuterspeelzaalen VVE-beleid zal dus afgewacht moeten worden hoe deze landelijke discussie zich verder ontwikkelt. Voorshands houden wij daarom vast aan ons bestaande subsidiebeleid voor zelfstandige peuterspeelzalen. In het Onderwijs Achterstanden Beleidsplan (OAB) is het gemeentelijk beleid op het gebied van onderwijsachterstanden en voor- en vroegschoolse educatie (VVE) vastgelegd. Voor de uitvoering van dit beleid ontvangt de gemeente jaarlijks een specifieke uitkering. Het ministerie van OCW heeft de specifieke uitkering met een jaar verlengd (tot en met 2015). Het ministerie van OCW ontwikkelt thans een nieuw beleidskader voor de periode na Op basis van dit landelijke beleidskader wordt in gezamenlijk overleg tussen gemeente, Jeugdgezondheidszorg, peuterspeelzalen, kinderopvang en het onderwijs het gemeentelijk beleid op het gebied van onderwijsachterstanden en voor- en vroegschoolse educatie verder vorm gegeven. 25

26 26 Een goed beleid ter bestrijding van onderwijsachterstanden achten wij van groot belang. Voor jonge kinderen met een risico op een taalachterstand is voor- en vroegschoolse educatie cruciaal. Bij de financiering van het peuterspeelzaalwerk zal een goede afstemming plaats moeten vinden tussen de reguliere subsidieverstrekking op basis van deze subsidiebeleidsregels, de budgetovereenkomsten en de periodiek van het rijk ontvangen VVE-gelden. Organisatiesubsidie aan speel-o-theek organisaties wordt verstrekt in de vorm van: * een vast bedrag van 856,00 De bestaande speel-o-theek, de blokkendoos, is gevestigd in de bibliotheek in Aalten.

27 3.2. OPGROEIEN EN ONTWIKKELEN KINDER- EN JEUGDWERK I. Doelstelling: Het vanuit het georganiseerd vrijwillig jeugdwerk middels een structureel, algemeen toegankelijk, aanbod aan activiteiten, gericht op ontspanning, ontmoeting, ontwikkeling en ontplooiing van kinderen en jongeren van 6 tot ca. 19 jaar, bijdragen aan: a) de totstandkoming en instandhouding: van een gezonde, stimulerende, pedagogische en sociaal stabiele omgeving, waarin jongeren opgroeien; b) het, zowel op individueel als collectief niveau, omgevingsbewust en sociaal vaardig maken van jongeren. II. III. IV. Activiteiten/beleidskader: a) Laagdrempelige activiteiten op het gebied van informatie en voorlichting, recreatie, sport, spel en sociaal cultureel werk, opvang en ontmoeting, uitgaande van de wensen en behoeften van de jeugd zelf; b) Het bevorderen van vrijwilligerswerk voor jongeren in het algemeen en door jongeren in het bijzonder; c) Het in groepsverband uitvoeren van activiteiten voor kinderen in de basisschoolleeftijd tijdens de schoolvakanties. Subsidievormen: 1) Organisatiesubsidie; 2) Investeringsubsidie (zie hoofdstuk 5). Subsidiabele organisaties: 1) Jongerencentra 2) Organisaties voor jeugd(club)werk V. Specifieke voorschriften: Daar waar vanzelfsprekend, gevraagd of noodzakelijk geacht, wordt afstemming en samenwerking gezocht en met collega-organisaties, keten- of netwerkpartners. Organisatiesubsidie wordt verstrekt in de vorm van een vaste bijdrage van 1.000,00; Jeugdinstuif De Boemerang in Bredevoort blijft op het huidige subsidiebedrag van 150,00 gehandhaafd. De activiteiten worden verricht onder deskundige leiding in groep- en/of clubverband. 27

28 3.2. OPGROEIEN EN ONTWIKKELEN JEUGDGEZONDHEIDSZORG I. Doelstelling: Het beschermen en bevorderen van de lichamelijke, cognitieve, sociale en geestelijke gezondheid van de jeugd van 0 tot 19 jaar. II. III. IV. Activiteiten/beleidskader: a). Basistakenpakket 0 tot 4 jarigen: De jeugdverpleegkundige brengt een huisbezoek aan elk pasgeboren kind tussen de 10 de en 14 de dag na de geboorte. In de vier jaren daarna bezoekt ieder kind minimaal 15 keer het consultatiebureau, waar de groei, lichamelijke, psychomotorische en sociaal-emotionele ontwikkeling wordt gevolgd. De gehoortest wordt afgenomen en het vaccinatieprogramma wordt uitgevoerd. De ouders ontvangen voorlichting, advies en begeleiding wat betreft voeding, verzorging, opvoeding en ontwikkeling. Er bestaat daarnaast voor ouders de mogelijkheid gebruik te maken van een inloopspreekuur bij de jeugdverpleegkundige, de opvoedtelefoon en opvoedingsondersteuning via bijvoorbeeld kortdurende Home-Start, algemene ouderinformatieavonden en (opvoed)cursussen. Indien extra zorg noodzakelijk wordt geacht kan een indicatiehuisbezoek plaatsvinden. Desgewenst wordt daarbij samengewerkt of doorverwezen naar andere voorliggende voorzieningen (huisarts, diëtist, logopedist, AMW, kinderfysiotherapie, AMK, Bureau Jeugdzorg, VVE-programma s, etc). b). Basistakenpakket 4 tot 19-jarigen: Alle kinderen worden gedurende hun schoolloopbaan uitgenodigd voor vier standaardonderzoeken: logopedische screening (5 jaar); Periodiek Geneeskundig Onderzoek (PGO) (op 5, 11 en 14-jarige leeftijd), desnoods gevolgd door een vervolgonderzoek en eventueel doorverwijzing naar externe hulpverleners. c). Maatwerk: Op basis van specifieke lokale wensen en behoeften c.q. gesignaleerde problemen kunnen, naast het voor elk kind en elke ouder beschikbare pakket, met de jeugdgezondheidsorganisaties aanvullende activiteiten afgesproken worden. Subsidievormen: Budgetsubsidie Subsidiabele organisaties: 1). Thuiszorgorganisatie (m.n. consultatiebureau) (0 tot 4-jarigen) 2). GGD (5 tot 19-jarigen). V. Specifieke voorschriften: Jeugdgezondheidszorg moet aansluiten op het algemene jeugdbeleid, gezondheidsbeleid en de jeugdzorg (horizontale integratie). De basis voor de uitvoering van de JGZ is samenwerking met andere partners in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Het CJG heeft, onder meer middels het gestructureerde overleg in het team Jeugd en Gezin, als taak de huidige opvoed- en opgroeiondersteuning (verder) te verbinden, te verbeteren en te versterken. De JGZorganisaties vormen hierin twee van de zes kernpartners. 28

29 3.2. OPGROEIEN EN ONTWIKKELEN VOORKOMEN VAN JEUGDCRIMINALITEIT I. Doelstelling: Doormiddel van preventielessen op het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs voorkomen dat jongeren hinderlijk en/of zorgwekkend gedrag ontwikkelen. II. III. IV. Activiteiten/beleidskader: Middels de HALT-afdoening (het alternatief) wordt ook de mogelijkheid geboden aan de jeugdige, om in plaats van een strafrechtelijke vervolging (en derhalve zonder registratie in het justitiële circuit), de schade die hij/zij teweeg heeft gebracht te vergoeden door middel van een (gedeeltelijke) financiële vergoeding en/of het verrichten van herstelwerkzaamheden. Deze werkzaamheden worden vanuit het Rijk gefinancierd. Vanuit de gemeentelijke subsidie worden de preventieve voorlichtingsactiviteiten op scholen gefinancierd. Ook wordt aansluiting gezocht bij de jeugdzorg, als onderdeel van de algemene zorg voor leefbaarheid en veiligheid, zoals ontwikkeld door de politie. Subsidievormen: 1) Budgetsubsidie Subsidiabele organisaties: 1). HALT Gelderland V. Specifieke voorschriften: HALT moet aansluiten op het algemene jeugdbeleid, gezondheidsbeleid en de jeugdzorg (horizontale integratie). De basis voor de uitvoering van HALT is samenwerking met andere partners in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Het CJG heeft als taak de huidige opvoed- en opgroeiondersteuning (verder) te verbinden, te verbeteren en te versterken. 29

30 3.3. INFORMEREN, SIGNALEREN EN ONDERSTEUNEN PROFESSIONEEL WELZIJNSWERK I. Doelstelling: Via ontwikkeling en uitvoering van de navolgende werksoorten binnen het professioneel Welzijnswerk: a. Opbouwwerk/sociaal verbindend werk; b. Informeren, adviseren en ondersteunen van kwetsbare burgers; c. Ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers; d. Kinder-, jeugd- en jongerenwerk; e. Ondersteunen van vluchtelingen/vergunninghouders; f. Sociaal cultureel werk; op een professionele, initiatiefrijke, creatieve, flexibele, stimulerende, doelgerichte en vraagverhelderende wijze bijdragen aan: 1. het versterken en verbreden van de mogelijkheden voor burgers om, zo veel mogelijk op eigen kracht, volwaardig deel te nemen aan de samenleving, zich te ontplooien en zo maatschappelijke achterstand te voorkomen dan wel te bestrijden. 2. het versterken van sociale samenhang, onderlinge betrokkenheid en actief burgerschap van individuele burgers als van te onderscheiden groepen van inwoners en daarmee vergroten van het zelforganiserend vermogen. 3. het bevorderen van de bewustwording rond de verantwoordelijkheid van individuele personen en groepen van personen voor medebewoners en samenleving, waardoor zij in staat zijn zorg te dragen voor elkaar en voor het woon-, leef- en werkklimaat; 4. het tijdig signaleren en zo veel mogelijk voorkomen van (dreigende) sociale uitsluiting. II. Activiteiten/beleidskader: Dit dient te worden bereikt door: a. het vindplaatsgericht aanwezig en aanspreekbaar zijn en van daaruit analyserend gericht te sturen op vergroting van het zelfoplossend vermogen van mensen in hun directe omgeving en daarmee de burger(s) eigenaar van probleem én oplossing te laten zijn; b. (latente) vragen en/of problemen te signaleren, te analyseren en door middel van feedback gezamenlijk te vertalen naar concrete initiatieven. Daar waar deze initiatieven niet zelfstandig gerealiseerd kunnen worden, deze een zetje in de rug te geven, zo nodig te ondersteunen of desnoods te helpen organiseren; c. een platform te vormen voor burgerinitiatieven; d. het organiseren middels bijv. inloopspreekuren, koffieuurtjes en/of huisbezoeken (on)gevraagd geven van informatie en advies aan burgers om hem/haar de weg te wijzen in het veld van maatschappelijke ondersteuning, waarbij het kan gaan om algemene of persoonlijke voorlichting of om hulp van de verheldering van de concrete ondersteuningsvraag; e. het signaleren van behoefte aan nieuwe collectieve welzijnsdiensten en het bijdragen aan de totstandkoming hiervan, zo nodig dit zelf organiseren; f. het coördineren of zelf aanbieden van welzijnsdiensten; g. het inrichten en laten functioneren van een Vrijwilligers Service Punt; h. het ondersteunen van kinderen, jongeren en/of vrijwillige jongerenorganisaties door of bij het organiseren van een aanbod aan aantrekkelijke activiteiten of voorzieningen; i. de jongeren (en hun omgeving) te informeren over gewenst gedrag en omgangsvormen en de eigen verantwoordelijkheid van de betrokken partijen hierin; j. te interveniëren en bemiddelen bij door de omgeving ervaren overlast; k. te activeren tot ontwikkelen van en deelnemen aan jongerenactiviteiten, daar waar mogelijk in samenwerking met de buurt, het accommodatiegebonden jongerenwerk en de vrijwillige jongerenorganisaties; l. concreet en constructief samen te werken met relevante samenwerkingspartners bij de aanpak van duidelijk en aanhoudend normoverschrijdend gedrag van (groepen van) jongeren; m. gerichte voorlichting aan jongeren over alcohol, drugs, seksualiteit en social media in overleg en in samenwerking met de relevante maatschappelijke partnerinstellingen; 30

31 n. als kernpartner in het CJG en als sociale bruggenbouwer tussen de basis-, nulde en eerste lijnsvoorzieningen bij te dragen aan het invullen van de centrale taak van advisering over en ondersteuning bij opvoed- en opgroeiproblematiek; o. het op een kwalitatieve, laagdrempelige en flexibele wijze uitvoeren van de elementaire basisfuncties als opvang, ontmoeting, ontspanning en ontplooiing voor individuele of groepen van personen op het sociaal culturele welzijnsterrein; p. mensen met een verblijfsvergunning, die in de gemeente Aalten gehuisvest zijn, maatschappelijk te begeleiden op het gebied van wonen, zorg, financiële huishouding en welzijn. Daarbij staat dan centraal: 1) de vraag en behoefte van de burgers, met speciale aandacht voor de vraag achter de vraag; 2) een vraaggestuurde in plaats van een aanbodgerichte werkwijze; 3) de betrokkenheid van de burgers bij de totstandkoming en uitvoering van het beleid: zoveel mogelijk inzet van vrijwilligers onder coördinatie van de beroepskracht; 4) outreachende en vindplaatsgerichte aanpak; 5) de samenwerking met en tussen de betrokken relevante (vrijwillige) organisaties; 6) een integrale aansturing door de gemeente; en 7) het verkrijgen van meer en beter meetbare resultaten bij de uitvoering van het beleid; 8) hierbij in eerste instantie zoveel mogelijk speciale aandacht uit te laten gaan naar de specifieke doelgroepen: jeugd en jongeren, senioren en vrijwilligers. III. Subsidievormen: 1) Budgetsubsidie V. Subsidiabele organisaties: 1). Stichting Figulus Welzijn Aalten-Dinxperlo; IV. Specifieke voorschriften: De brede welzijnsinstelling Figulus Welzijn is ontstaan per 1 januari 2011 uit het samengaan van het Sociaal Cultureel Werk Aalten en het Sociaal Cultureel Werk Dinxperlo. Op basis van een voortdurende (gezamenlijke) monitoring en analyse van de lokale sociale structuur moet duidelijk worden welke prestaties en activiteiten, zowel preventief als curatief, de Stichting Figulus Welzijn Aalten-Dinxperlo vanuit de gemeentelijke beleidsdoelstellingen met inzet van gemeentelijke subsidiegelden moet realiseren. Dit wordt periodiek (op basis van een meerjarige budgetovereenkomst) vastgelegd in onderlinge afspraken, die halfjaarlijks worden geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. De innovatie van (zo veel mogelijk laagdrempelige en algemeen toegankelijke) voorzieningen en activiteiten moet voor een belangrijk deel in samenwerking met de betrokken aanbieders tot stand komen. Figulus Welzijn heeft, mede als belangrijke kernpartner binnen het Centrum voor Jeugd en gezin en de pilot Buurt Aan Zet, een centrale rol in de totstandkoming en instandhouding van de contacten tussen de betrokken organisaties en hun doelgroep en met name de organisaties onderling. Hieruit voortvloeiende signalen moeten gezamenlijk kunnen worden vertaald naar passende en desgewenst nieuwe oplossingen. 31

32 3.3. INFORMEREN, SIGNALEREN EN ONDERSTEUNEN BELANGENBEHARTIGING, ONDERSTEUNING EN ADVISERING VAN KWETSBARE GROEPEN I. Doelstelling: Het, middels een samenhangend geheel van activiteiten, ondersteuning, algemene collectieve en individuele voorzieningen, aangeboden door met name vrijwilligersorganisaties, bevorderen van de zelfredzaamheid van inwoners, met name die met verstandelijke, psychische of fysieke beperkingen (van chronische of acute aard), waardoor: a) zij in staat zijn de regie en verantwoordelijkheid over hun eigen leven en maatschappelijk functioneren te dragen; b) zij zo lang en zo zelfstandig mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen (blijven) functioneren; c) hun gezondheid wordt bestendigd en zo mogelijk verbeterd; d) hun kansen op een zo gelijkwaardige mogelijke deelname aan de sociale en maatschappelijke samenleving in stand wordt gehouden of daar waar nodig vergroot. II. III. IV. Activiteiten/beleidskader: 1) Sociaal-culturele activiteiten gericht op ontspanning en ontmoeting; 2) Educatieve en culturele activiteiten gericht op persoonlijke en sociale ontplooiing; 3) Belangenbehartiging en advisering; 4) Signaleren en bestrijden van sociaal isolement; 5) Het vorm geven aan burger- en bestuurlijke participatie in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), door middel van het uitbrengen van gevraagd en ongevraagd advies over het beleid op de diverse prestatievelden binnen de Wmo. Subsidievormen: 1) Organisatiesubsidie Subsidiabele organisaties: 1) Ouderbonden/ouderenorganisaties 2) Senioren- en zorgsoos 3) Adviesraden en belangenorganisaties V. Specifieke voorschriften: Organisatiesubsidie wordt verstrekt volgens de volgende normen: * een vast bedrag van 250,00; * een vast bedrag, gebaseerd op historische exploitatieresultaten. 32

33 3.4. MEEDOEN MAKKELIJKER MAKEN, SOCIALE EN CULTURELE VERRIJKING SPORTBEOEFENING, -STIMULERING EN -ONDERSTEUNING I. Doelstelling: De persoonlijke en collectieve fysieke en psychische gezondheid verbeteren en participatie aan en integratie binnen de lokale samenleving van de inwoners bevorderen door middel van het subsidietechnisch waarderen van een gevarieerd, toegankelijk en kwalitatief goed aanbod aan sportactiviteiten in verenigingsverband, waarbij sprake is van een goede en breed gedragen structurele vorm van verenigingsondersteuning. II. III. IV. Activiteiten/beleidskader: 1) Het ontwikkelen, organiseren en uitvoeren van een zo variabel mogelijk aanbod aan (recreatieve) sportieve activiteiten, waarbij de gemeente het van belang acht dat verenigingen met name aandacht hebben voor de stimulering van sportbeoefening door de doelgroepen (school)jeugd en gehandicapten. 2) Het geven van gevraagd en ongevraagd advies aan de gemeente over sportgerelateerde onderwerpen, sportstimulering en bevordering van lokale, regionale en internationale samenwerking op het gebied van bewegingsactiviteiten. Het stimuleren en aanmoedigen van het bewegen door alle inwoners van de gemeente Aalten, algemene belangenbehartiging, verenigings- en deskundigheidsbevordering. Subsidievormen: 1) Organisatiesubsidie 2) Budgetsubsidie 3) Investeringsubsidie Subsidiabele organisaties: 1) Sportverenigingen; 2) Lokale organisaties ter bevordering van schoolsport; 3) Sport(advies)raad V. Specifieke voorschriften: Organisatiesubsidie wordt verstrekt aan verenigingen, die aan kunnen tonen dat zij een landelijk erkende officiële tak van sport uitoefenen, door middel van een vast bedrag van 250,00 vermeerderd met 5,00 per actief jeugdlid. Organisatiesubsidie wordt verstrekt voor gehandicaptensportverenigingen door middel van: een bijdrage van 40,00 per uit de gemeente Aalten afkomstig lid. Voor de gehandicaptensportverenigingen geldt een vrijstelling van de verplichting dat een niet lokale vereniging minimaal 30% uit Aaltense leden dient te bestaan om voor subsidie in aanmerking te komen. Organisatiesubsidie wordt verstrekt aan kleindiersportverenigingen die een bijdrage leveren aan het bevorderen en verbeteren van de kleindiersport, door middel van een vast bedrag van 100,00. Verenigingen komen in principe slechts voor één van deze vormen in aanmerking. Algemene sportverenigingen die aan kunnen tonen dat zij specifieke sportactiviteiten organiseren voor gehandicapte leden in de vorm van een op zich zelf staand zelfstandig onderdeel van de vereniging, kunnen ook in aanmerking komen voor een bijdrage van 40,00 per lid van dit specifieke onderdeel. Voor zover het daarbij jeugdleden betreft vervalt alsdan het onderdeel jeugdlidsubsidie. Hierbij gelden de algemene subsidiecriteria bij zogenaamde omni-verenigingen. De sportverenigingen dienen bij voorkeur aangesloten te zijn bij een landelijke of regionale (koepel)organisatie op het terrein van de sport. IJsverenigingen komen, mede gelet op het grote ledenaantal gerelateerd aan de lage lidmaatschapkosten en de beperkte openstelling, alleen in aanmerking voor de algemene basissubsidie van maximaal 250,00. De verenigingen zijn verantwoordelijk voor het aanwezig zijn van deskundige leiding. 33

34 De structurele activiteiten van de Sportcommissie Basisscholen in Aalten en de Sportcommissie gezamenlijke Basisscholen Dinxperlo De Heurne worden gesubsidieerd via een vast bedrag van resp ,00 en 600,00. Overige aanvragen voor subsidiëring van schoolsportactiviteiten worden beoordeeld volgens de normen van de incidentele projectsubsidie. Vanaf 2012 is de Sportraad gemeente Aalten actief. De basis van deze sportraad is gelegd in de sportnota Sport Leef, sportbeleid gemeente Aalten Door het oprichten van de sportraad is uitwerking gegeven aan de opdracht om de vertegenwoordiging van sportverenigingen op eenduidige wijze te regelen in onze gemeente. Via de sportraad wil de gemeente de verenigingen direct bij het sportbeleid betrekken en een rol geven in de uitvoering van ons sportbeleid. In 2010 en 2011 is in samenwerking met verschillende partijen na een intensief traject gekomen tot de oprichting van een gemeentebrede sportraad. Hierbij is gekozen voor een brede vertegenwoordiging in het bestuur vanuit sportverenigingen, onderwijs, commerciële sport, zorg etc. Het bestuur, dat bestaat uit vrijwilligers die een specifieke achterban vertegenwoordigen, heeft een positieve insteek voor individuele sportverenigingen, maar kijkt verder dan het individueel belang. In de sportnota is vermeld dat voor het slagen van een sportraad met deze verantwoordelijkheden moet worden bezien of professionele ondersteuning wenselijk is. Buitensportverenigingen die van de gemeente een buitensportaccommodatie huren en een eigen club- en kleedaccommodatie bezitten komen op basis van de incidentele investeringsubsidieregeling in aanmerking voor een investeringsubsidie voor de kosten van renovatie en uitbreiding van kleed- en doucheruimten (incl. sanitair). 34

35 3.4. MEEDOEN MAKKELIJKER MAKEN, SOCIALE EN CULTURELE VERRIJKING BIBLIOTHEEKWERK I. Doelstelling: Sinds 1 januari 2015 is de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) van kracht. Een bibliotheekvoorziening die een publieksfunctie vervult moet volgens artikel 5 van de Wsob de volgende vijf functies vervullen, die bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling en verbetering van de maatschappelijke kansen van het algemene publiek: ter beschikking stellen van kennis en informatie bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling en educatie bevorderen van lezen en het laten kennismaken met literatuur organiseren van ontmoeting en debat laten kennis maken met kunst en cultuur Specifieke aandachtspunten binnen de doelstelling zijn, door middel van leesbevordering en informatieverwerking, op een meetbare wijze in een duidelijke netwerkomgeving bijdragen aan: a) de bestrijding van taalachterstanden en laaggeletterdheid, met bijzondere aandacht voor de verbetering van de taalvaardigheid en woordenschat bij kinderen in de voorschoolse en basisschoolleeftijd; b) bevorderen van het cultureel en literair bewustzijn en de mediawijsheid van de burgers, waarmee: * de zelfredzaamheid en participatie van burgers wordt bevorderd door het uitgebreid beschikbaar stellen van informatie en ondersteuning bij het vaardig, bewust en veilig omgaan met digitale informatiebronnen en ict die burgers gebruiken bij vrijetijdsbesteding, maatschappelijke oriëntatie, participatie en bewustwording, hulpvragen en zelfstudie; * de leefbaarheid, zoals die door burgers wordt ervaren, ook in de dorpskernen, wordt bevorderd middels deelname binnen vormen van multifunctionele accommodaties. c) Middels de uitvoering van het Convenant voor Geletterdheid in de Achterhoek een bijdrage leveren aan het terugdringen van de laaggeletterdheid bij volwassenen. II. III. Activiteiten/beleidskader: 1) Onderhouden en ter beschikking stellen van een (basis)collectie van literatuur, lectuur, fysieke en digitale informatie, afgestemd op het verzorgingsgebied en die in aard en omvang voldoet aan de eisen en wensen van de gebruikers; 2) Het in samenwerking met andere organisaties toegang bieden tot en bemiddelen bij het verkrijgen van literatuur en overige fysieke en digitale overheid- en maatschappelijke informatie; 3) Beschikbaar stellen van specifieke collecties literatuur, lectuur en informatie voor specifiek doelgroepen (jongeren, leesgehandicapten en laaggeletterden); 4) Organiseren van leesbevorderingsactiviteiten; 5) Ondersteunen van voorschoolse voorzieningen, basis- en voortgezet onderwijs op het gebied van taalontwikkeling, technisch en begrijpend lezen en jeugdliteratuur; 6) Onderhouden en ter beschikking stellen van thema- en projectcollecties; 7) Mediacollecties voor 0-4 jaar en opvoeders en doorlopende leeslijn voor jeugd van 0-18 jaar; 8) Mediacollecties ter ondersteuning van de bestrijding van laaggeletterdheid en bevorderen van inburgering; 9) Bieden van toegang tot digitale informatie en zoekmachines; 10) Studiefaciliteiten en ruimte, collectie voor volwassenen; 11) Ontwikkelen zoekvaardigheden en media-educatie. 12) 7x24 uurs digitale (selfservice) diensten via internet en bibliotheekportal. Subsidievormen: 1) Budgetsubsidie 2) Organisatiesubsidie 35

36 IV. Subsidiabele organisaties: 1) Basisbibliotheek 2) Buurtschapbibliotheekvoorzieningen V. Specifieke voorschriften: Subsidiëring vindt plaats overeenkomstig jaarlijks af te sluiten budgetafspraken. De bibliotheekvoorziening vervult geen solitaire lokale functie meer, maar wordt uitgeoefend door de bibliotheek in samenwerking met collega-organisaties, onderwijs en andere (netwerk)partners op lokaal, regionaal, provinciaal niveau en binnen een landelijk stelsel. Organisatiesubsidie voor bibliotheekvoorzieningen in de buurtschappen wordt verstrekt middels een vast bedrag van 250,00. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van de begroting 2015 en de meerjarenraming besloten om de subsidie over een periode van 5 jaar (vanaf 2016) jaarlijks te verminderen met De gemeenten Aalten en Oude IJsselstreek subsidiëren gezamenlijk de basisbibliotheek de Achterhoekse Poort. Het huidige beleidsplan is vastgesteld voor de periode Met het bestuur van de bibliotheek zal in het overleg over het nieuwe beleidsplan besproken worden op welke wijze deze bezuiniging kan worden vormgegeven. Naast deze bezuiniging wordt de bibliotheek ook gekort op de subsidie voor het deel e-content. Hiervoor ontvangt de gemeente geen uitkering meer uit het gemeentefonds en deze wordt 1 op 1 verrekend. 36

37 3.4. MEEDOEN MAKKELIJKER MAKEN, SOCIALE EN CULTURELE VERRIJKING KUNST, CULTUUR EN RECREATIE KUNSTEDUCATIE EN CULTURELE VORMING I. Doelstelling: Het bijdragen aan de sociaal-maatschappelijke en culturele vorming van de jeugd middels: a. het verzorgen van erkend onderwijs in muziek, dans en overige uitingen van kunst en cultuur; b) binnen- en buitenschoolse kunstzinnige vorming in het primair onderwijs in de vorm van actieve, receptieve en reflectieve cultuureducatie; c) het stimuleren van samenwerking tussen het onderwijs en de (lokale) kunst- en cultuurinstellingen en individuele kunstenaars. II. III. IV. Activiteiten/beleidskader: a) Het verzorgen van muziekeducatie en muzikale vorming; b) Eén en ander overeenkomstig het Raamleerplan van het Ministerie van VWS; c) Het organiseren van programmatische activiteiten gericht op kunstzinnige vorming binnen het (basis- en speciaal)onderwijs met als doel kennismaking van de schooljeugd met de diverse te onderscheiden kunstdisciplines: beeldend, audiovisueel, muziek, dans, drama, literair en cultureel erfgoed. Subsidievormen: 1) Budgetsubsidie 2) Organisatiesubsidie Subsidiabele organisaties: 1) Kunsteducatie-instellingen/muziekscholen 2) Stichting Cultuureducatie Dinxperlo-Aalten V. Specifieke voorschriften: Met de Muziekschool Oost-Gelderland en het instituut voor kunst en cultuur Boogie Woogie worden jaarlijks budgetafspraken gemaakt. De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van de begroting 2015 en de meerjarenbegroting besloten om de subsidie voor het muziekonderwijs over een periode van 5 jaar (vanaf 2016) jaarlijks te verminderen met Het instituut voor kunst en cultuur Boogie Woogie heeft in haar beleidsplan maatregelen opgenomen waardoor tot 1 januari 2017 een deel van de bezuiniging kan worden opgevangen. Voor de periode daarna wordt in overleg met het bestuur besproken op welke wijze deze bezuiniging kan worden vormgegeven. Met de Muziekschool Oost-Gelderland wordt gezamenlijk met de gemeenten Doetinchem, Montferland, Oude-IJsselstreek en Bronckhorst overleg gevoerd om te komen tot een nieuwe productomschrijving binnen het domein muziek. Vanuit deze productomschrijving wordt per gemeente de keuze gemaakt welke producten worden afgenomen. In dit proces wordt de bezuinigingsopdracht meegenomen. Organisatiesubsidie voor de Stichting Cultuureducatie Dinxperlo-Aalten vindt plaats in de vorm van een vast bedrag van 7.000,-. 37

38 3.4. MEEDOEN MAKKELIJKER MAKEN, SOCIALE EN CULTURELE VERRIJKING KUNST, CULTUUR EN RECREATIE (AMATEUR)KUNST EN KUNST- EN CULTUURBELEVING I. Doelstelling: Het versterken van de gemeenschapszin en vorming en het bevorderen van de persoonlijke sociale ontwikkeling van de inwoners door: a. het in stand houden van een gevarieerd, toegankelijk en kwalitatief goed aanbod aan kunstzinnige uitingen, in actieve en passieve zin, onder meer in verenigingsverband; b. het bevorderen en ondersteunen van actieve kunstbeoefening en het op een integrale manier organiseren van activiteiten ter kennismaking met de hieruit voortvloeiende producten; c. het ondersteunen van de lokale omroep. II. Activiteiten/beleidskader: 1) Het mogelijk maken van instrumentale en vocale muziekbeoefening, toneelkunst en (folkloristische) dans door middel van het ondersteunen van organisaties op het terrein van de amateurkunst; 2) Het randvoorwaardelijk stimuleren van exposities, concerten, kunstuitleen, kunstprijsuitreiking en culturele evenementen; 3) Adviseren en klankborden over, samenwerken bij en vertegenwoordigen van de doelgroep ten behoeve van de praktische uitwerking van de gemeentelijke beleidsdoelstellingen uit de nota kunst- en cultuur ; 4) Het verzorgen van lokale radio-uitzendingen voor de Aaltense inwoners. III. IV. Subsidievormen: 1) Organisatiesubsidie 2) Budgetsubsidie Subsidiabele organisaties: 1) Verenigingen op het terrein van de amateuristische kunstbeoefening 2) Achterhoeks Kunstcafé 3) Stichting ART Aalten 4) Lokale omroep V. Specifieke voorschriften: Organisatiesubsidie voor verenigingen op het gebied van amateurkunst wordt verstrekt op grond van één van de volgende subsidienormen: * een vast bedrag van 1.750,00 + 5,00 per jeugdlid voor harmonie- en fanfarekorpsen; * een vast bedrag van 750,00 + 5,00 per jeugdlid voor kleinere muziekverenigingen; * een vast bedrag van 250,00 + 5,00 per jeugdlid voor overige kleinere amateurkunstorganisaties; * een vast bedrag van 500,00 voor de kunstondersteuningorganisaties; * een aanvullend bedrag van 2.353,00 voor de aanschaf en onderhoud van muziekinstrumenten voor harmonie- en fanfarekorpsen; * een aanvullend bedrag van 1.176,00 voor de aanschaf en onderhoud van muziekinstrumenten voor kleinere muziekverenigingen. De programmaraden bij de kabel zijn per 1 januari 2014 uit de Mediawet 2008 verdwenen. Daarmee vervalt ook de gemeentelijke taak de leden te benoemen. In haar vergadering d.d. 23januari 2014 hebben de leden van de Stichting Programmaraad Oost-Gelderland (SPOG), gelezen de wijzigingen van de Mediawet 2008, met algemene stemmen besloten tot ontbinding van de SPOG. Daarmee vervalt ook de subsidie. 38

39 Voor de verzorging van het publieke media-aanbod in Nederlandse gemeenten wijst het Commissariaat voor de Media (CvdM) lokale media-instellingen (omroepen) aan voor een periode van 5 jaar. Vervolgens ziet het Commissariaat erop toe dat deze instellingen blijven voldoen aan de mediawettelijke voorschriften. Het CvdM heeft de licentie tot 1 maart 2017 in onze gemeente verstrekt aan Stichting Lokale Omroep Aalten Dinxperlo (SLOAD) die uitzenden via Aladna FM. Wanneer het CvdM vanaf maart 2017 een andere lokale omroep aanwijst, heeft deze omroep recht op deze subsidie. De gemeente heeft sinds 2010 op basis van de Mediawet 2008 een zorgplicht voor de bekostiging van de lokale omroep. Op basis van een verzoek van onze lokale omroep om de reguliere subsidie aan te vullen tot het bedrag dat de gemeente in het gemeentefonds (niet geoormerkt) voor de lokale omroep ontvangt heeft het college voor de periode 2013 en 2014 de subsidie opgehoogd. Voor de periode wordt voor de subsidie, op advies van de VNG, uitgegaan van een bedrag van 1,25 per woonruimte of desgewenst huishouden. Het aantal huishoudens bedraagt in , wat betekent een (budget)subsidie van euro per jaar. Aan de subsidie voor de lokale omroep is de eis gekoppeld dat men een licentie heeft voor de verzorging van het publieke media-aanbod in de gemeente Aalten van het Commissariaat voor de Media en daarmee ook uitzendt in de gemeente Aalten dan wel alles in het werk stelt om uit te kunnen zenden. Organisaties die voor subsidie in aanmerking willen komen moeten aan kunnen tonen dat hun activiteiten verricht worden onder verantwoorde deskundige leiding. Met de Stichting ART Aalten en het Achterhoeks Kunstcafé bestaat er samenwerking als het gaat om de verdere praktische uitwerking van de beleidsuitgangspunten uit de Kunst- en Cultuurnota. Daarnaast organiseren deze organisaties jaarlijks uiteenlopende activiteiten en evenementen. Wij willen met een in omvang bescheiden organisatiesubsidie deze twee organisaties in dit meedenk- en advieswerk ondersteunen, dit geldt ook voor de Sint Joris Concerten Bredevoort. Voor vernieuwende projecten kan men een beroep doen op de incidentele projectsubsidie, of eventueel eenmalig aanspraak maken op de tijdelijk voor de uitwerking van het nieuw geformuleerde cultuurbeleid in de gemeentebegroting beschikbare middelen. De beschikbare organisatiesubsidie voor het theaterprogramma in Dinxperlo en Aalten wordt gelijkmatig verdeeld tussen Streektheater De Pol en Klein Theater Dinxperlo (SMWD), waarbij zij beiden een organisatiesubsidie ontvangen van De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van de begroting 2015 en de meerjarenraming besloten om aan de harmonie- en fanfarekorpsen en kleinere muziekverenigingen structureel een subsidie beschikbaar te stellen voor de aanschaf- en onderhoud van muziekinstrumenten. 39

40 3.4. MEEDOEN MAKKELIJKER MAKEN, SOCIALE EN CULTURELE VERRIJKING KUNST, CULTUUR EN RECREATIE CULTUURBEHOUD EN VOLKSCULTUUR I. Doelstelling: a) Het in stand houden en stimuleren van activiteiten gericht op het behoud en de overdracht van het cultuurhistorische erfgoed; b) Het bevorderen van cultuurhistorisch bewustzijn door middel van behoud en overdracht van het cultureel erfgoed. II. III. IV. Activiteiten/beleidskader: a) Het beheren en exploiteren van de musea in Aalten en Dinxperlo; b) Het organiseren van plaatselijke (folkloristische of cultuurhistorische) evenementen; c) Het organiseren en vieren van nationale feest- en gedenkdagen. Subsidievormen: 1) Budgetsubsidie 2) Organisatiesubsidie Subsidiabele organisaties: 1) Musea 2) Oranjeverenigingen en volksfeesten V. Specifieke voorschriften: Organisatiesubsidie wordt beschikbaar gesteld in de vorm van een vaste bijdrage van resp. 750,00 of 250,00. Met het bestuur van de Vereniging Aaltense Musea worden jaarlijks budgetafspraken gemaakt. Met de Stichting Bewaar t Olde worden jaarlijks, met betrekking tot het Grenslandmuseum in Dinxperlo, budgetafspraken gemaakt. 40

41 3.4. MEEDOEN MAKKELIJKER MAKEN, SOCIALE EN CULTURELE VERRIJKING KUNST, CULTUUR EN RECREATIE RECREATIE EN TOERISME I. Doelstelling: Het bevorderen van het toerisme en de recreatie in de regio Achterhoek en in de gemeente Aalten in het bijzonder en daarmee een bijdrage te leveren aan de economische groei en werkgelegenheid. II. III. IV. Activiteiten/beleidskader: a) Het in stand houden, ontwikkelen en uitvoeren van regionale toeristische promotie en regionaal routebeheer; b) Het in standhouden, ondersteunen en professioneel coördineren van drie VVV-agentschappen in Aalten, Bredevoort en Dinxperlo; c) Mondelinge, fysieke en digitale toeristisch-recreatieve informatieverstrekking en bemiddeling; d) Faciliteren, stimuleren, ondersteunen en eventueel uitvoeren van productontwikkeling; e) Stimuleren en faciliteren van samenwerking tussen aanbieders van lokale toeristisch/recreatieve producten en diensten; f) Ondersteunen en uitdragen van door de gemeente en Stichting Achterhoek Toerisme geïnitieerde projecten. Subsidievormen: 1) Budgetsubsidie Subsidiabele organisaties: 1) Stichting Achterhoek Toerisme 2) VVV agentschap Aaltense Musea 3) VVV agentschap Bredevoorts Belang 4) VVV agentschap Dinxperlo V. Specifieke voorschriften: In de gemeente worden drie agentschappen door derden geëxploiteerd: VVV Agentschap Aaltense Musea, VVV Agentschap Bredevoorts Belang en VVV Dinxperlo. De hoofdtaken van de agentschappen zijn: gastheerschap, informatievoorziening en organisatie van activiteiten. Stichting Achterhoek Toerisme zorgt ervoor dat de drie agentschappen professioneel worden ondersteund door een VVV-coördinator/medewerker lokale productontwikkeling met de volgende taken: kwaliteitontwikkeling en uitbreiding product en imago door productontwikkeling, promotiecampagnes, digitalisering aanbod; doorontwikkeling online marketing. Tevens is er ondersteuning in verdere professionalisering en winstgevender maken van gastheerschap VVV-agentschappen. Met Stichting Achterhoek is door de gemeenten in de Regio Achterhoek (aangevuld met Lochem en Zutphen) een overeenkomst voor vier jaar aangegaan, ingaande

42 3.5. PREVENTIE, ZORG EN OPVANG ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK I. Doelstelling: Via de methodiek Buurt aan Zet de eigen kracht van de burgers en buurten versterken en het op een laagdrempelige, direct en algemeen toegankelijke, ambulante wijze verlenen van hulp en bemiddeling bij en ondersteuning en advisering van individuele mensen bij het oplossen van en omgaan met (psychosociale) problemen en verstoringen in hun functioneren in wisselwerking met hun sociale omgeving. II. III. IV. IV. Activiteiten/beleidskader: Dit dient te worden bereikt door het uitvoeren van een overeengekomen modulenpakket. Deze modulen zijn in hoofdlijnen gericht op de volgende te onderscheiden activiteiten: versterking eigen kracht van burgers: deelname aan de pilots Buurt Aan Zet; psychosociale hulpverlening: het via procesmatige hulpverlening bevorderen, versterken, herstellen en instandhouden van de psychosociale zelfredzaamheid bij cliënten; informatie en advieswerk: het vervullen van een intermediaire rol bij de beantwoording van vragen, veelal in de vorm van een enkelvoudig contact; preventie: het leveren van een bijdrage aan het voorkomen of verergeren van gezondheids- en welzijnsproblemen door (veelal groepsgewijze) voorlichting en training; dienstverlening en consultatie: zakelijke dienstverlening (intakes, casemanagement, advisering) aan andere professionele organisaties op basis van de expertise van het AMW; participatie binnen netwerken: Buurt aan Zet, Preventieoverleg, Team Jeugd en Gezin; signalering: probleemsituaties herkennen, bij andere maatschappelijke organisaties kenbaar maken en meedenken over mogelijkheden tot verbetering. Subsidievormen: 1) Budgetsubsidie Subsidiabele organisaties: 1) Sensire Maatschappelijk Werk Specifieke voorschriften: De coördinator Centrum voor Jeugd en Gezin en de coördinator Lokaal Zorgnetwerk hebben een belangrijke taak in de afstemming van het lokale aanbod op de inzet van het maatschappelijk werk. Het AMW draagt hieraan concreet bij door voor het herstellen van verbroken verbindingen van kwetsbare burgers volgens de richtlijnen van Welzijn Nieuwe Stijl waar mogelijk in te zetten op vroegtijdige, lichte en gerichte hulp; De basis voor de uitvoering van het AMW is samenwerking met andere partners in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Het CJG heeft, onder meer middels het gestructureerde overleg in het Team Jeugd en Gezin, als taak de huidige opvoed- en opgroeiondersteuning (verder) te verbinden, te verbeteren en te versterken. Het AMW vormt hierin een van de zes kernpartners; Het AMW stemt als samenwerkingspartner in een netwerkomgeving zijn dienstverlening bij complexe probleemsituaties goed af op andere dienstverleners en betrekt zo mogelijk bij ondersteunende taken ook non-professionele (vrijwillige) medewerkers. 42

43 3.5. PREVENTIE, ZORG EN OPVANG INFORMELE ZORG I. Doelstelling: a) Het bevorderen en ondersteunen van de informele zorg, in de vorm van vrijwillige (thuis)hulp, mantelzorg en lotgenotenhulp, gericht op versterking van de zelfredzaamheid van hulpvragers met een psychische of psychiatrische aandoening, chronische ziekte of een handicap, alsmede de ontlasting van mantelzorgers; b) Het ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers door middel van informatie, advies, cursussen, begeleiding en praktische ondersteuning; c) Mantelzorgers helpen een balans te vinden tussen zorgen voor de ander en zorgen voor zichzelf; d) Het vergroten van de bekendheid en de betekenis van mantelzorg, mantelzorgondersteuning en vrijwillige thuishulp; e) Dankzij de informele zorg verbeteren van de kwaliteit van leven van kwetsbare mensen, waardoor zij ook minder snel een beroep doen op de professionele zorg. II. III. IV. Activiteiten/beleidskader: 1) Mantelzorgondersteuning door middel van uitvoering van de basisfuncties: a) Advies en begeleiding; b) Emotionele steun; c) Educatie en deskundigheidsbevordering; d) Respijtzorg; e) Mantelzorgmakelaar; 2) Laagdrempelige en toegankelijke publiciteit en voorlichting over informele hulp en de mogelijkheden van informele hulp bij alle ondersteuningsactiviteiten; 3) Daarnaast spelen netwerkontwikkeling en informatie, advies en ondersteuning van lokale organisaties op het gebied van pr, werving van vrijwilligers, deskundigheidsbevordering, administratie, registratie e.d. een belangrijke rol. Subsidievormen: 1) Budgetsubsidie Subsidiabele organisaties: 1) VIT-hulp bij mantelzorg 2) GGNet V. Specifieke voorschriften: Speciale aandacht wordt gevraagd in samenwerking en afstemming met de professionele ondersteuningsorganisaties en andere organisaties op het gebied van informele hulp gericht op het realiseren van een naadloos ondersteuningsaanbod met voldoende diversiteit, flexibiliteit en maatwerk. Het cliëntperspectief staat hierbij centraal. Zolang de gemeente een structurele budgetsubsidierelatie onderhoudt met de VIThulp bij mantelzorg wordt van andere gesubsidieerde organisaties die op het gebied van de mantelzorg, vrijwillige thuiszorg en vrijwilligerswerk actief zijn verwacht dat zij zo veel mogelijk gebruik maken van het professionele ondersteuningsaanbod van VIThulp bij mantelzorg, waardoor er sprake is van een zo optimaal mogelijke afstemming tussen de diverse organisaties. 43

44 3.5. PREVENTIE, ZORG EN OPVANG MAATSCHAPPELIJKE OPVANG, OGGZ EN AMBULANTE VERSLAVINGSZORG I. Doelstelling: 1) Het zo vroeg mogelijk signaleren en toe leiden naar hulpverlening van personen wiens bestaan bedreigd of belemmerd wordt door: * verslaving aan alcohol, drugs of gokken; * complexe meervoudige psychische en/of sociale problemen die veelal hulp ontwijken of afwijzen, maar wel overlast en/of zorgen veroorzaken bij naasten, buren of instellingen; * het niet kunnen beschikken over eigen woonruimte. 2) De individuele problemen van deze doelgroep zodanig terug te dringen en beheersbaar te maken of de cliënt zodanig weerbaar te maken, dat hij of zij (weer) in staat is zich zelfstandig te handhaven in de samenleving al dan niet gebruik makend van eerstelijnsvoorzieningen. II. III. IV. Activiteiten/beleidskader: De kerntaak voor de centrumgemeente Doetinchem ligt bij: a. Bovenlokale c.q. regionale voorzieningen voor de maatschappelijke opvang gericht op de doelgroepen feitelijk, residentiële en potentiële daklozen. Het gaat hierbij om het bieden van het noodzakelijke samenhangende pakket aan regionale opvangvoorzieningen op een kwalitatief basaal verantwoord niveau. Dit zijn de volgende voorzieningen: de crisisopvang, nachtopvang daklozen, dagopvang/annex gebruikersruimte, dagbesteding daklozen en sociaal pensionplaatsen; b. OGGZ: de toeleiding naar de zorg, zoals bevorderen van samenwerking tussen lokale OGGZ-partners, coordineren van lokale zorgnetwerken en contracteren van instellingen voor bemoeizorg. Onder toeleidingsactiviteiten wordt verstaan: signaleren, opsporen en melden; contact leggen, contact houden en het toeleiden; ongevraagde nazorg (nadat de cliënten alsnog uit het beoogde reguliere circuit terugvalt). In dit geval gaat het dan weer opnieuw om toeleiding ; c. Het bieden van preventieve en ambulante voorzieningen voor (alcohol- en drugs) verslaafden. De gemeentelijk taak ligt op het gebied van de ambulante verslavingszorg. Het gaat daarbij met name om hulpverlening, preventie en consultatie. Subsidievormen: 1) Budgetsubsidie Subsidiabele organisaties: 1) GGD Noord- en Oost- Gelderland V. Specifieke voorschriften: De rijksoverheid heeft de gemeente Doetinchem aangewezen als centrumgemeente voor WMO-prestatieveld 7: - maatschappelijke opvang en bestrijding huiselijk geweld WMO-prestatieveld 8: - OGGZ (openbare geestelijke gezondheidszorg) WMO-prestatieveld 9: - verslavingszorgbeleid Doetinchem ontvangt voor de kosten van het regionale beleid en de regionale voorzieningen via het Gemeentefonds een decentralisatieuitkering voor bekostiging van de regionale taken van de centrumgemeente Doetinchem. Formeel is er tussen de gemeente Aalten en de uitvoerende instellingen op dit specifieke terrein dus ook geen sprake van een subsidierelatie. Mochten er met de onderhavige organisaties op dit deelterrein echter toch afspraken gemaakt moeten worden over aanvullende gemeentelijke financiering voor (extra) activiteiten of producten op basis van een specifieke Aaltense behoefte, dan vormt deze beleidsregel hiervoor de basis. 44

45 3.5. PREVENTIE, ZORG EN OPVANG OVERIGE ZORG I. Doelstelling: Bijdragen aan de zelfredzaamheid van onze inwoners door het verbeteren van hun gezondheid, het bevorderen van gelijke kansen op gezondheid en/of een gelijke toegang tot de gezondheidszorg zowel via directe hulpverlening als via recreatieve en educatieve activiteiten. II. III. IV. Activiteiten/beleidskader: 1) Ondersteuning van slachtoffers van misdrijven en verkeersongevallen op juridisch, praktisch en emotioneel gebied; 2) Activiteiten gericht op EHBO (onder meer medische zorg bij evenementen); 3) Algemene gezondheid(zorg)ondersteunende activiteiten. Subsidievormen: 1) Budgetsubsidie 2) Organisatiesubsidie Subsidiabele organisaties: 1) Slachtofferhulp 2) Rode Kruis V. Specifieke voorschriften: Tot en met 2008 verliep de subsidiëring van de Stichting Slachtofferhulp Nederland via de Regio Achterhoek. Ingaande 2009 voert de Regio Achterhoek nog slechts de regie over een beperkt aantal programma s. Dat houdt ook in dat de subsidieverstrekking aan Slachtofferhulp sinds 2009 weer via de individuele gemeenten verloopt. Hiervoor wordt op basis van 0,25 per inwoner een budget in de gemeentebegroting opgenomen; Organisatiesubsidie aan het Rode Kruis wordt versterkt op basis van een vaste norm van 1.000,00. 45

46 46

47 Incidentele projectsubsidies 47

48 4. INCIDENTELE PROJECTSUBSIDIES I. Doelstelling: Het subsidiebeleid dient voldoende flexibel te zijn. Het dient ruimte te bevatten voor subsidiëring van extra te stimuleren of onvoorziene activiteiten zonder dat een begrotingswijziging noodzakelijk is met de daaruit voortvloeiende, veelal tijdrovende, besluitvormingsprocedure. In de gemeentebegroting is structureel een subsidiebudget opgenomen voor incidentele projectsubsidies. Met deze eenmalige projectsubsidies wil de raad een stimulans geven voor initiatieven voor nieuwe activiteiten en evenementen binnen onze gemeentegrenzen. Indien beoogt wordt deze nieuwe activiteiten een structureel c.q. periodiek terugkerend karakter te geven, dienen deze na het startjaar zonder gemeentesubsidie gerealiseerd te worden. Het verstrekken van projectsubsidies heeft dus nadrukkelijk geen financiële doorwerking naar volgende jaren. II. Activiteiten/beleidskader: Zowel door reeds gesubsidieerde als (nog) niet gesubsidieerde instellingen kan een beroep gedaan worden op een incidentele projectsubsidie. Om voor een dergelijk éénmalige subsidie in aanmerking te komen dient men te voldoen aan de voorwaarden zoals opgenomen onder het kopje specifieke voorschriften. De gemeenteraad heeft hiervoor in de gemeentebegroting jaarlijks een budget opgenomen van maximaal ,00. Incidentele projectsubsidie kan worden toegekend in de vorm of ten behoeve van: een éénmalige startsubsidie voor nieuwe instellingen, die in de lopende subsidieperiode nog niet in aanmerking komen voor een structurele subsidie volgens de beleidsregels, maar overigens wel voldoen aan de in deze beleidsregels opgenomen voorwaarden. De startsubsidie wordt gedurende de lopende subsidieperiode éénmalig ineens toegekend en bevat een bedrag van maximaal 500,00 per nog niet verstreken jaar van de lopende subsidieperiode (afhankelijk van de reguliere subsidienormen van vergelijkbare organisaties volgens de beleidsregels); een éénmalige experimentsubsidie voor reeds gesubsidieerde instellingen, die bij wijze van proef een nieuwe activiteit willen organiseren en waarvan een extra wervend of stimulerend effect wordt verwacht; een éénmalige organisatiesubsidie voor activiteiten die een vernieuwend en bijzonder karakter kennen, waarmee duidelijk sprake is van een meerwaarde ten opzichte van het reeds gesubsidieerde activiteitenpakket; een éénmalige garantiesubsidie voor activiteiten met een vernieuwend karakter, die naar verwachting kostendekkend plaats kunnen vinden, maar zonder gemeentelijke garantie anders wellicht niet van de grond komen. III. IV. Subsidievormen: 1) Incidentele projectsubsidie Specifieke voorschriften: De te verstrekken projectsubsidie bedraagt maximaal 1.000,00 per aanvraag. Aanvragen voor projectsubsidies worden jaarlijks op volgorde van binnenkomst behandeld, waarbij als datum geldt het moment waarop een aanvraag als volledig beschouwd kan worden. Het toekennen van een projectsubsidie kan slechts plaatsvinden zolang het daartoe beschikbaar gestelde budget dat toelaat. De activiteit waarvoor een projectsubsidie wordt aangevraagd moet een aantoonbare toegevoegde waarde hebben ten aanzien van de volgens de beleidsregels structureel reeds gesubsidieerde activiteiten. De activiteit waarvoor een projectsubsidie wordt aangevraagd moet een duidelijke binding hebben met de Aaltense gemeenschap c.q. een duidelijk gemeentelijk belang dienen. De activiteit waarvoor een projectsubsidie wordt aangevraagd mag niet ter opluistering dienen van een specifieke godsdienstige of politieke bijeenkomst. De activiteit waarvoor een projectsubsidie wordt aangevraagd mag niet het karakter hebben van een feest of receptie. 48

49 De activiteit waarvoor een projectsubsidie wordt aangevraagd mag geen commercieel doel hebben of commercieel belang dienen. De aanvrager van een projectsubsidie moet aan kunnen tonen dat de projectsubsidie van essentieel belang is voor het doorgaan van de beoogde activiteit. De aanvrager van een projectsubsidie zal desgevraagd aan moeten kunnen tonen dat de te subsidiëren activiteit daadwerkelijk doorgang heeft gevonden en dat de daarvoor verstrekte projectsubsidie overeenkomstig de beoogde doelstelling is besteed. De activiteit waarvoor projectsubsidie aangevraagd wordt, zal in principe algemeen toegankelijk moeten zijn en binnen de grenzen van de gemeente Aalten worden uitgevoerd. Voor een (vergelijkbare) activiteit waarvoor eerder een projectsubsidie is verstrekt kan niet opnieuw een aanvraag worden ingediend. Een projectsubsidie kan niet aangevraagd worden voor investeringskosten. Kosten die gemaakt worden ter voorbereiding van de activiteit of die gemaakt worden voor activiteiten noodzakelijk voor het laten plaatsvinden van de activiteit of welke noodzakelijk zijn om aan de algemene voorwaarden van de subsidieverordening te kunnen voldoen zijn niet subsidiabel. Hierbij dient gedacht te worden aan kosten van notariële akten, leges voor aanvragen voor het verkrijgen van de noodzakelijke vergunningen, portokosten, reclame- c.q. presentatiekosten, automatiseringshardware, e.d.. 49

50 50

51 Incidentele investeringsubsidies 51

52 5. INCIDENTELE INVESTERINGSUBSIDIES I. Doelstelling: Met het beleidsinstrument investeringsubsidie wil de gemeente Aalten een aantal onder de subsidiebeleidsregels vallende specifieke categorieën van subsidiënten stimuleren in het stichten, uitbreiden en/of renoveren van eigen accommodaties, die voor een goede uitoefening van de subsidiabel geachte activiteiten van deze subsidiënten noodzakelijk zijn. II. Activiteiten/beleidskader: Door een aantal specifiek te benoemen categorieën van reeds gesubsidieerde lokaal gevestigde instellingen kan een beroep gedaan worden op een investeringsubsidie. Om voor een dergelijk incidentele subsidie in aanmerking te komen zal men moeten voldoen aan de voorwaarden zoals opgenomen onder het kopje specifieke voorschriften. De gemeenteraad kan hiervoor een maximaal jaarlijks budget, aan te merken als subsidieplafond, in de gemeentebegroting opnemen; Incidentele investeringsubsidie kan worden toegekend in de vorm van: een bedrag ineens, welke wordt berekend aan de hand van 50% van de, overeenkomstig de hieraan ten grondslag liggende specifieke voorschriften, als subsidiabel aan te merken investeringskosten, waarvan 1/3 deel in de vorm van een subsidiebedrag wordt uitgekeerd; Indien geen voldoende gespecificeerde (per te onderscheiden onderdeel uitgesplitste) kostenbegroting voor de beoogde investering kan worden ingediend, bestaat de mogelijkheid voor het college om zelf, bijvoorbeeld op basis van toe te rekenen m², een kostenverdeling subsidiabel / niet-subsidiabel te maken; ten behoeve van: als vrijwilligersorganisatie aan te merken welzijnorganisaties die op basis van de volgende deelterreinen van beleidsregels reeds voor een structurele organisatiesubsidie in aanmerking komen: o beleidsregel sport, deelterrein sportbeoefening/sportstimulering, onderdeel buitensport; o beleidsregel jeugd, deelterrein speeltuinen; o beleidsregel jeugd, deelterrein kinder- en jeugdwerk; o beleidsregel sociaal cultureel werk, deelterrein opbouwwerk, onderdeel verenigingsgebouwen/dorps- of buurtschaphuizen; III. IV. Subsidievormen: 1) Incidentele investeringsubsidie Specifieke voorschriften: De te verstrekken investeringsubsidie is afhankelijk van het aantal actieve leden c.q.deelnemers en bedraagt per aanvraag maximaal 8.000,00 van 20 tot 50 leden/ deelnemers, ,00 bij 50 tot 100 leden/deelnemers, ,00 bij 100 tot 150 leden/deelnemers, ,00 bij 150 tot 200 leden/deelnemers en ,00 bij 200+ leden/deelnemers. Aanvragen voor investeringsubsidies worden jaarlijks op volgorde van binnenkomst behandeld, waarbij als datum geldt het moment waarop een aanvraag als volledig beschouwd kan worden. Indien de raad een subsidieplafond heeft ingesteld, kan het toekennen van een investeringsubsidie slechts plaatsvinden zolang het daartoe beschikbaar gestelde budget dat toelaat. Als dit niet het geval is beslist de raad op dat moment of er, naar zijn mening, voldoende financiële middelen beschikbaar zijn om het verzoek te kunnen honoreren. Aanvragen die binnenkomen nadat het subsidieplafond, indien als zodanig bepaald, is bereikt, kunnen na overleg, worden doorgeschoven naar het volgende kalenderjaar. De aanvrager moet, naar het oordeel van het college, voldoende aannemelijk kunnen onderbouwen, dat er een noodzakelijke behoefte bestaat aan de boogde nieuwbouw, uitbreiding of renovatie. Bij deze beoordeling zijn de volgende punten in ieder geval van belang: 52

53 De reeds in de gemeente beschikbare (soortgelijke) voorzieningen en de bijbehorende (beschikbare) capaciteit; De technische en economische levensduur van de te vervangen accommodatie, alsmede aantoonbaar effectief en efficiënt gebruik van (delen van) de beoogde nieuwe bebouwing. De investeringsubsidie voor nieuwe of te vervangen accommodatie wordt beperkt tot maximaal de aan de voor bouw en inrichting landelijk gestelde normen (bijv. normen NOC*NSF), voor zover daarvan bij de aanvraag sprake zou zijn. Als subsidiabele investeringskosten worden alleen die kosten beschouwd die gemaakt worden voor die ruimten, die strikt noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de subsidiabele hoofdactiviteiten van de aanvrager. Ruimten als keukens, kantines, tribunes, bestuur- en vergaderruimtes vallen hier niet onder. Bij buitensportverenigingen komen strikt de kosten voor kleed- en doucheruimten (incl. sanitair) voor subsidie in aanmerking. Investeringsubsidie wordt alleen toegekend indien de aanvrager concreet aantoont dat er, naast de subsidie, afdoende dekkingsmiddelen beschikbaar zijn voor de financiering van de gehele investering. Aan de toekenning van een investeringsubsidie wordt als voorwaarde een bepaling verbonden dat indien blijkt dat het gebouw (of de voorziening) niet behoorlijk wordt onderhouden, niet overeenkomstig zijn bestemming wordt gebruikt of zonder voorafgaande toestemming geregeld wordt gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor het is opgericht, de bijdrage geheel of gedeeltelijk kan worden teruggevorderd; Daarnaast komen de op het gebouw rustende zakelijke belastingen (onroerend zaak belasting en waterschapslasten) voor rekening van de vereniging. Met het uitvoeren van de werkzaamheden, voortvloeiend uit de beoogde investering, mag niet eerder worden gestart dan na het vallen van een definitief besluit van het college omtrent het toekennen van een investeringsubsidie. Een vereniging kan slechts één aanvraag voor een investeringsubsidie per boekjaar indienen. Hiermee wordt mede bedoeld dat daar waar naar de mening van het college van Burgemeester en Wethouders duidelijk sprake is van een samenhangend geheel van renovatie-, ver- of nieuwbouwwerkzaamheden slechts eenmalig een investeringsubsidieaanvraag kan worden ingediend en subsidietechnisch geen sprake kan zijn van het opknippen en over meerdere boekjaren verspreid uitvoeren van een samenhangend investeringswerk. Geen investeringsubsidie kan worden aangevraagd voor vervanging, uitbreiding of renovatie van verenigingsgebouwen, waarvoor op basis van een privatiseringsbesluit de exploitatie en het beheer expliciet aan de vereniging/instelling is overgedragen. 53

54 54

55 55 Subsidieprogramma

Algemene subsidieverordening 2014

Algemene subsidieverordening 2014 Algemene subsidieverordening 2014 De raad van de gemeente Reimerswaal; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 april 2014, 14.008846, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015 Artikel 1. Begripsomschrijvingen a. Activiteit: het resultaat van samenhangend handelen van een organisatie, meetbaar in tijd, kwantiteit, kwaliteit

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht De raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2015, nr... ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING WESTSTELLINGWERF 2016 De raad van de gemeente Weststellingwerf; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer 006042/c; gelet op artikel 149 van

Nadere informatie

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heerhugowaard. Nr. 63717 23 mei 2016 Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014 Algemene subsidieverordening Heerhugowaard 2014 Nr.RB2016030/RB2013232

Nadere informatie

Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Heerde 2017

Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Heerde 2017 Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Heerde 2017 Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: - algemene groepsvrijstellingsverordening:

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018

Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018 Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018 citeertitel: Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018 vastgesteld bij besluit van: 15 februari 2018 Algemene subsidieverordening gemeente

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Landsmeer. Nr. 115833 22 augustus 2016 Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016 gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017

Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017 Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017 De gemeenteraad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 15 november 2016; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE HOUTEN

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE HOUTEN De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 16 juni 2014, nummer 2014-046; (gewijzigd n.a.v. de raadsvergadering van 7 oktober 2014) overwegende dat - het juridisch

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 16 juni, nummer -046; overwegende dat - het juridisch toetsingskader voor de subsidieverstrekking verbetering behoeft

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Westerveld 2018

Algemene subsidieverordening gemeente Westerveld 2018 Algemene subsidieverordening gemeente Westerveld 2018 De raad van de gemeente Westerveld; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2017; gelet op artikel 149

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012 Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012 De raad van de gemeente Werkendam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2012, gelet op - artikel 149

Nadere informatie

Algemene Subsidieverordening gemeente Bunnik 2017

Algemene Subsidieverordening gemeente Bunnik 2017 Algemene Subsidieverordening gemeente Bunnik 207 Aanhef De raad van de gemeente Bunnik, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 oktober 206; Gelet op artikel 49 van de

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Texel

Algemene subsidieverordening Texel Algemene subsidieverordening Texel Gemeenteblad Texel 2016 nr 36 datum 24-03-2016 INTREKKING Algemene subsidieverordening Texel 2011 De raad van de gemeente Texel gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

vast te stellen de navolgende ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2015.

vast te stellen de navolgende ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING 2015. Vergadering d.d. : 30 september 2014 Agendapunt : 7.2 Registratienummer : 512102 Onderwerp : Algemene subsidieverordening 2015 De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Begrippen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Begrippen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: Algemene toelichting Begrippen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: - algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van

Nadere informatie

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016 Raadsvergadering : 25 februari 2016 Agendanr. : 6d Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016 De raad der gemeente Bergeijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 januari

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Texel 2016

Algemene subsidieverordening Texel 2016 Algemene subsidieverordening Texel 2016 ASV Texel 2016 Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 maart 2016 onder nummer 019 Gemeenteblad Texel 2016 nr 35 datum 24-03-2016 Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK De raad van de gemeente Moerdijk; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van >, , inzake de Algemene

Nadere informatie

De raad van de gemeente Montferland

De raad van de gemeente Montferland De raad van de gemeente Montferland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 15int02198; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien het advies van de commissie Maatschappij en Organisatie;

Nadere informatie

1. Algemene subsidieverordening gemeente Aalten 2015 4. 2. Artikelsgewijze toelichting 10

1. Algemene subsidieverordening gemeente Aalten 2015 4. 2. Artikelsgewijze toelichting 10 Algemene subsidieverordening gemeente Aalten 2015 2 Inhoudsopgave 1. Algemene subsidieverordening gemeente Aalten 2015 4 Verordening 2. Artikelsgewijze toelichting 10 Bijlagen Subsidiebeleidsregels Welzijn

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2013, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL 2017

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL 2017 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL 2017 Vastgesteld bij raadsbesluit van 08 december 2016, 2016/12-09. De raad van de gemeente West Maas en Waal; Gezien het voorstel van het college

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016, BWV ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016, BWV ; Voorstelnummer: 2016-067 De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016, BWV16.0250; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de Algemene wet

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo,

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo, ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO De raad van de gemeente Tynaarlo, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 september 2010, inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012 De raad van de gemeente Leiderdorp; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van , , inzake de Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: Algemene subsidieverordening Ridderkerk 2014 De raad van de gemeente Ridderkerk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 10 december 2013, nummer 322; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Algemene Subsidieverordening gemeente Montferland 2018

Algemene Subsidieverordening gemeente Montferland 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Montferland Nr. 60480 22 maart 2018 Algemene Subsidieverordening gemeente Montferland 2018 De raad van de gemeente Montferland gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Algemene subsidieverordening gemeente Oldebroek Nr. 65148 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 juli 2010; gelet op artikel 149 van

Nadere informatie

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016 Leeswijzer modelbepalingen - [datum] of [naam gemeente] = door gemeente in te vullen, zie bijvoorbeeld artikel II. - [iets] = facultatief, zie bijvoorbeeld artikel I bij artikel 9, derde de lid, onder

Nadere informatie

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg min i in mi in in ii BM1500213 De raad van de gemeente Steenbergen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; gelet op: artikel 149 van de Gemeentewet besluit vast te stellen

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Ooststellingwerf 2015

Algemene subsidieverordening gemeente Ooststellingwerf 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Ooststellingwerf 2015 Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: - eenmalige subsidie: subsidie

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Ridderkerk 2014.

Algemene subsidieverordening Ridderkerk 2014. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Ridderkerk. Nr. 12097 6 maart 2014 Algemene subsidieverordening Ridderkerk 2014 De raad van de gemeente Ridderkerk; gelezen het voorstel van burgemeester en

Nadere informatie

d. onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

d. onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent; De raad van de gemeente Reusel-De Mierden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24-05-2016, nummer 182-2016; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien het advies van de adviescommissie

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4-11-2014; gezien het advies van de Commissie Samenleving d.d.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4-11-2014; gezien het advies van de Commissie Samenleving d.d. De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 9 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4-11-2014; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien het advies van de Commissie Samenleving

Nadere informatie

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011 Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie Rubriek: Maatschappelijke Zorg en Welzijn Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011 Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente

Nadere informatie

Gemeente Zeist Algemene subsidieverordening gemeente Zeist 2015

Gemeente Zeist Algemene subsidieverordening gemeente Zeist 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zeist. Nr. 63477 14 juli 2015 Gemeente Zeist Algemene subsidieverordening gemeente Zeist 2015 De raad van de gemeente Zeist; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Ede 2017

Algemene subsidieverordening Ede 2017 Algemene subsidieverordening Ede 2017 De raad van de gemeente Ede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 mei 2017; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; gezien het advies van de

Nadere informatie

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011 CVDR Officiële uitgave van Buren. Nr. CVDR85564_4 18 april 2017 Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Elburg 2015

Algemene subsidieverordening gemeente Elburg 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Elburg. Nr. 35241 23 april 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Elburg 2015 De raad der gemeente Elburg; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Bijlage 2 behorend bij het besluit van de raad van de gemeente Nieuwkoop van 26 mei 2016 en als zodanig gewaarmerkt door de griffier.

Bijlage 2 behorend bij het besluit van de raad van de gemeente Nieuwkoop van 26 mei 2016 en als zodanig gewaarmerkt door de griffier. Bijlage 2 behorend bij het besluit van de raad van de gemeente Nieuwkoop van 26 mei 2016 en als zodanig gewaarmerkt door de griffier. Algemene subsidieverordening gemeente Nieuwkoop 2017 Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Nummer: 23-03-15/06 De raad der gemeente Hellevoetsluis; gehoord de commissie algemene zaken en middelen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17-03-2015, nummer:23-03-15/06; besluit:

Nadere informatie

Raadsmededeling - Openbaar

Raadsmededeling - Openbaar Raadsmededeling - Openbaar Nummer : 82/2015 Datum : 28 mei 2015 B&W datum : 19 mei 2015 Beh. ambtenaar : R.Letteboer Portefeuillehouder : H. Rijks Onderwerp : Subsidieverordening 2015 en de bijbehorende

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening GOES 2011

Algemene subsidieverordening GOES 2011 Algemene subsidieverordening GOES 2011 De raad van de gemeente Goes; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 juni 2011; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; b e s

Nadere informatie

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010;

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010; De raad van de gemeente Nederweert; Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010; dat maatschappelijke ontwikkelingen aanleiding zijn geweest om het bestaande beleid

Nadere informatie

Toelichting artikelsgewijs

Toelichting artikelsgewijs Toelichting artikelsgewijs Artikel 2. Reikwijdte Eerste lid Met het eerste lid krijgt het college de bevoegdheid toegewezen om te besluiten over het verstrekken van subsidies waarop de ASV van toepassing

Nadere informatie

Inspraak subsidiebeleid 2017 gemeente Berg en Dal concept Algemene subsidieverordening

Inspraak subsidiebeleid 2017 gemeente Berg en Dal concept Algemene subsidieverordening GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Berg en Dal. Nr. 70674 1 juni 2016 Inspraak subsidiebeleid 2017 gemeente Berg en Dal concept Algemene subsidieverordening De raad van de gemeente Berg en Dal

Nadere informatie

c. Meerjarige subsidie: subsidie die voor twee kalenderjaren 5. Europees steunkader: een mededeling, richt-

c. Meerjarige subsidie: subsidie die voor twee kalenderjaren 5. Europees steunkader: een mededeling, richt- Bijlage 2 bij raadsvoorstel inzake actualisering gemeentelijk subsidiebeleid. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1. Begripsomschrijvingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. Awb: de Algemene

Nadere informatie

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen Gemeenteblad Elektronisch uitgegeven van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2011 Nummer: 35 Uitgifte: 23 december 2011 Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 10 mei 2016, kenmerk MO/ ;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 10 mei 2016, kenmerk MO/ ; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Dordrecht. Nr. 105032 29 juli 2016 Algemene subsidieverordening Dordrecht De RAAD van de gemeente Dordrecht; gezien het voorstel van het college van Burgemeester

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b) Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b) Samenvatting Deze verordening geeft aan welke begrippen bij subsidies worden gebruikt, welke soorten subsidies er zijn, welke regels er gelden voor aanvragen,

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING ALMERE 2011 De raad van de gemeente Almere; Gezien het voorstel van het college; Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Algemene subsidieverordening Ede 2017

GEMEENTEBLAD. Nr Algemene subsidieverordening Ede 2017 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Ede Nr. 117865 12 juli 2017 Algemene subsidieverordening Ede 2017 De raad van de gemeente Ede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23

Nadere informatie

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlage nr ;

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlage nr ; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Alkmaar. Nr. 119331 11 december 2015 Algemene subsidieverordening Alkmaar De Raad van de gemeente Alkmaar; gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders,

Nadere informatie

Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: Algemene subsidieverordening Lisse 2017 De raad van de gemeente Lisse gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 2017 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Reusel-De Mierden 2018.

Algemene subsidieverordening gemeente Reusel-De Mierden 2018. De raad van de gemeente Reusel-De Mierden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 april 2018 nummer 2018-120; besluit vast te stellen de Algemene subsidieverordening gemeente Reusel-De

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Wierden Nr. 163204 20 september 2017 Algemene subsidieverordening gemeente Wierden 2015 Burgemeester en wethouders van Wierden maken (ter uitvoering van het

Nadere informatie

Algemene Subsidieverordening Enkhuizen 2016

Algemene Subsidieverordening Enkhuizen 2016 Algemene Subsidieverordening Enkhuizen 2016 De juridische procedure van subsidieverstrekking in aanvulling op de Awb december 2014 Algemene subsidieverordening gemeente Enkhuizen 2016 De raad van de gemeente

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 mei 2015;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 mei 2015; De raad van de gemeente Sluis gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 mei 2015; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet ; gehoord de Raad voor Maatschappelijke en Demografische

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoom, inzake de Algemene subsidieverordening Gemeente Hoom 2015;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoom, inzake de Algemene subsidieverordening Gemeente Hoom 2015; Registratie nummer: 1128707 Algemene subsidieverordening gemeente Hoorn 2015 De raad van de gemeente Hoom; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoom, inzake

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Woudenberg houdende regels voor subsidie Algemene Subsidieverordening 2017 gemeente Woudenberg

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Woudenberg houdende regels voor subsidie Algemene Subsidieverordening 2017 gemeente Woudenberg GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Woudenberg. Nr. 187588 29 december 2016 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Woudenberg houdende regels voor subsidie Algemene Subsidieverordening

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Raadsbesluit Onderwerp Algemene subsidieverordening Registratienummer Portefeuillehouder Programma 714563 n.v.t. n.v.t. Vergadering: 9 april 2019 Agendapunt: 9 De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING KOLLUMERLAND C.A.

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING KOLLUMERLAND C.A. De gemeenteraad van de gemeente Kollumerland c.a., gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 december 2010; Inzake de Algemene Subsdieverordening Kollumerland c.a. (2011); gelet op art.

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Ede 2015

Algemene subsidieverordening Ede 2015 Algemene subsidieverordening Ede 2015 De raad van de gemeente Ede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 juni 2014 ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet ; besluit vast te stellen

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Meerssen 2017 Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Algemene subsidieverordening Meerssen 2017 Artikel 1. Begripsomschrijvingen Algemene subsidieverordening Meerssen 2017 De raad van de gemeente Meerssen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 augustus 2016 (zaaknr. 264461) gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Gemeente Stein 2018.

Algemene subsidieverordening Gemeente Stein 2018. Algemene Subsidieverordening Gemeente Stein 2018 De raad van de gemeente Stein; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen

Nadere informatie

Subsidieverordening Hollands Kroon

Subsidieverordening Hollands Kroon Subsidieverordening Hollands Kroon De gemeenteraad van Hollands Kroon, Besluit: vast te stellen de navolgende 1. ALGEMENE BEPALINGEN 1.1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen Bij de toepassing

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Gemeente Lopik 2018

Algemene subsidieverordening Gemeente Lopik 2018 Algemene subsidieverordening Gemeente Lopik 2018 De raad van de gemeente Lopik; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 maart 2017; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Algemene Subsidieverordening. Datum :

Algemene Subsidieverordening. Datum : Algemene Subsidieverordening Gemeente Deurne 2017 Datum : Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 Artikel 2 Reikwijdte... 3 Artikel 3 Subsidieregelingen... 3 Artikel 4 Bevoegdheden... 3 Artikel

Nadere informatie

Bijlage 1: Implementatiehandleiding bij Model Algemene subsidieverordening 2013 update zomer 2016 Eerder gemaakte keuzes Diverse artikelen die nu gewi

Bijlage 1: Implementatiehandleiding bij Model Algemene subsidieverordening 2013 update zomer 2016 Eerder gemaakte keuzes Diverse artikelen die nu gewi Bijlage 1: Implementatiehandleiding bij Model Algemene subsidieverordening 2013 update zomer 2016 Eerder gemaakte keuzes Diverse artikelen die nu gewijzigd worden bevatten facultatieve of nader door de

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ; De gemeenteraad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 24-02-2015; gelet op artikel 108 en 147 van de Gemeentewet en artikel 4:23 van de

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Sluis 2015.

Algemene subsidieverordening gemeente Sluis 2015. CVDR Officiële uitgave van Sluis. Nr. CVDR397118_1 1 maart 2016 Algemene subsidieverordening gemeente Sluis 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Sluis 2015. Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze

Nadere informatie

Heerhugowaard Stad van kansen

Heerhugowaard Stad van kansen Raadsvergadering ; Heerhugowaard Stad van kansen Voorstelnum mer: ŕfej n? Agendanr.: 09 Voorstelnr.: RB2013232 Onderwerp: Algemene Subsidieverordening Heerhugowaard 2014 Programma: Sociale samenhang Reden

Nadere informatie

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014 1 Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014 GRONDSLAG 1. Op grond van artikel 2, lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Medemblik (ASV) kan het college nadere regels stellen

Nadere informatie

Algemene Subsidieverordening Gemeente Valkenburg aan de Geul 2016

Algemene Subsidieverordening Gemeente Valkenburg aan de Geul 2016 Algemene Subsidieverordening Gemeente Valkenburg aan de Geul 2016 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 2 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 2 Artikel 2. Reikwijdte... 3 Artikel 3. Nadere regels...

Nadere informatie

De verordening wordt van kracht met ingang van de dag na die van deze bekendmaking.

De verordening wordt van kracht met ingang van de dag na die van deze bekendmaking. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Breda. Nr. 139053 11 oktober 2016 Algemene subsidieverordening Breda 2017 Bekendmaking Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad

Nadere informatie

2. De raad stelt jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling de budgetten vast die voor subsidiëring beschikbaar zijn.

2. De raad stelt jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling de budgetten vast die voor subsidiëring beschikbaar zijn. De raad van de gemeente Waalwijk; Gezien het voorstel van het college van 21 oktober 2014; Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUIT:

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht 2015 1 INHOUD Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Definities... 3 Artikel 2 Wettelijke

Nadere informatie

Algemene Subsidieverordening Zuidplas 2016:

Algemene Subsidieverordening Zuidplas 2016: De raad van de gemeente Zuidplas; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 februari 2016 (R16.000012); gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen: Algemene Subsidieverordening

Nadere informatie

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: Algemene subsidieverordening Boxtel 2017 De raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 22 november 2016; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MONTFOORT 2016

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MONTFOORT 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Montfoort. Nr. 123671 22 december 2015 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MONTFOORT 2016 De raad van de gemeente Montfoort; gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, De raad van de gemeente Haarlem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUIT: vast

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Montfoort van 3 november 2015, zaaknummer ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Montfoort van 3 november 2015, zaaknummer ; De raad van de gemeente Montfoort; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Montfoort van 3 november 2015, zaaknummer 202683; gelet op het door de raad vastgestelde subsidiebeleid;

Nadere informatie

Algemene Subsidie Verordening Meierijstad 2018

Algemene Subsidie Verordening Meierijstad 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Meierijstad Nr. 121454 14 juli 2017 Algemene Subsidie Verordening Meierijstad 2018 De raad van de gemeente Meierijstad; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2015

Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Sittard-Geleen. Nr. 75145 17 augustus 2015 Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2015 De Raad van de gemeente Sittard-Geleen, gelezen het voorstel

Nadere informatie

Algemene Subsidie Verordening Meierijstad 2018

Algemene Subsidie Verordening Meierijstad 2018 Algemene Subsidie Verordening Meierijstad 2018 De raad van de gemeente Meierijstad; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 mei 2017 met nummer 194824052; gelet op artikel 149 van de

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr

GEMEENTEBLAD. Nr GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Valkenburg aan de Geul Nr. 180164 17 oktober 2017 Algemene Subsidieverordening Valkenburg aan de Geul 2016 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De raad van de

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Leeswijzer: vet = nieuwe tekst; cursief = vervanging of verwijdering.

GEMEENTEBLAD. Leeswijzer: vet = nieuwe tekst; cursief = vervanging of verwijdering. Leeswijzer: vet = nieuwe tekst; cursief = vervanging of verwijdering. Voorstelnummer -067 De raad van de gemeente Houten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober, nummer BWV160250;

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Alkmaar houdende regels omtrent het verstrekken van subsidies Algemene subsidieverordening Alkmaar

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Alkmaar houdende regels omtrent het verstrekken van subsidies Algemene subsidieverordening Alkmaar GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Alkmaar Nr. 103886 30 april 2019 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Alkmaar houdende regels omtrent het verstrekken van subsidies Algemene subsidieverordening

Nadere informatie

A. ALGEMENE BEPALINGEN

A. ALGEMENE BEPALINGEN No. 070505 St. Annaparochie, 31 mei 2007. De raad der gemeente het Bildt; overwegende; dat de raad bij besluit dd. 11 november 2002 de Algemene Subsidie Verordening heeft vastgesteld; dat het in aanvulling

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR425526_1

CVDR. Nr. CVDR425526_1 CVDR Officiële uitgave van Hendrik-Ido-Ambacht. Nr. CVDR425526_1 14 november 2017 ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE HENDRIK-IDO-AMBACHT 2016 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht TOELICHTING

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht TOELICHTING ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht TOELICHTING Artikel 1. Begripsomschrijvingen In dit artikel zijn begripsbepalingen opgenomen, die volgen uit het staatssteunproof maken van de concept ASV.

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen;

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen; CVDR Officiële uitgave van Harlingen. Nr. CVDR27949_1 16 augustus 2016 Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2006 Raad : 6 december 2006.... DE RAAD VAN DE GEMEENTE HARLINGEN; overwegende dat

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014 De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 maart 1014, nr. 1104516; gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat: - de sinds

Nadere informatie

Gemeenteraad: Commissie:

Gemeenteraad: Commissie: RAADSBESLUIT Onderwerp: Algemene subsidieverordening Ridderkerk 2018 Gemeenteraad: 22-02-2018 Commissie: 08-02-2018 BBVnr: 1293614 Raadsbesluitnr: 1307334 De raad van de gemeente Ridderkerk gelezen het

Nadere informatie

Vast te stellen de Algemene subsidieverordening Pijnacker-Nootdorp 2018:

Vast te stellen de Algemene subsidieverordening Pijnacker-Nootdorp 2018: GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Pijnacker-Nootdorp Nr. 173268 10 augustus 2018 Rectificatie Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp houdende regels omtrent subsidie

Nadere informatie

Gemeente ^" Albrandsuuaard

Gemeente ^ Albrandsuuaard 25 Gemeente ^" RAADSBESLUIT Besluit nr.: 90701 Onderwerp: Ie gewijzigde Algemene subsidieverordening Albrandswaard 2010 De raad van de gemeente Albrandswaard; Gezien het voorstel van het college van de

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening Het Hogeland 2019

Algemene subsidieverordening Het Hogeland 2019 Algemene subsidieverordening Het Hogeland 2019 De raad van de gemeente Het Hogeland gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; besluit de Algemene subsidieverordening Het Hogeland 2019 vast te stellen. Artikel

Nadere informatie

Algemene subsidieverordening gemeente Lingewaard gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard d.d.

Algemene subsidieverordening gemeente Lingewaard gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard d.d. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Lingewaard Nr. 78999 16 april 2018 Algemene subsidieverordening gemeente Lingewaard 2018 De raad van de gemeente Lingewaard; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie