EXPLOITATIE-KOSTEN VAN SPOORWEGEN OP JAVA, DOOE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EXPLOITATIE-KOSTEN VAN SPOORWEGEN OP JAVA, DOOE"

Transcriptie

1 J'-^z ^^^-d>c^^ d^c^-^?^^/i c^^t-^-r^^y^ 1/ -r'^'ta'-i^'^ '>/ '/ r \^' r EXPLOITATIE-KOSTEN VAN SPOORWEGEN OP JAVA, DOOE ^^^^^ J. P. DÊ BORDES, V^ W- - \V L. K. Inst. I. (Ovcrgedrukt uit de Notulen der Vergadering van het koninklijk Instituut van ingenieurs van 8 September 1874.) Q TE 's GEAVENHAGE, BIJ GEBR. J. & IL VAN LANGENFIUYSEN. ^._^,v^ BROCHURES ^<^-< 1. Koloniën. O-I, Spoorwegen. J^J^2.,;,

2

3 's a f-... " f'! EXPLOIÏATIE-KOSTEN <" VAN SPOORWEGEN OP JAVA, DOOR J. P. DE BORDES, L. K. Inst. I. (Overgedrukt uit de Notulen der Vergadering van het koninklijk Instituut van ingenieurs van 8 September 1874.) TE 's GEAVENHAGE, BIJ GEBR. J. & H. VAN LANGENHUYSEN.

4

5 EXPLOITATIE-KOSTEN VAN SPOORWEGEN OP JAVA. Hoewel over het gewone en het smalle spoor reeds ook in ons land vele belangrijke geschriften zijn uitgekomen, als het verslag van de heeren Kool en Henket, de beschouwingen van den heer van üiesen in de Gids en de geschriften van de heeren Baucke, Bosscha en Gosewinckel, zoo heb ik evenwel gemeend, dat het niet geheel zonder belang zou zijn, dit onderwerp hier ter sprake te brengen, vooral naar aanleiding der uitkomst van de exploitatie van twee spoorwegen met verschillende spoorwijdten, namelijk de beide spoorwegen der Nederlandsch-Indische spoorweg-maatschappij. De eerste, de spoorweg Samarang-Vorstenlanden (S.-V.), die de gewone spoorwijdte heeft, was gedurende het geheele jaar 1873, de andere, de spoorweg Batavia-Buitenzorg (B.-B.) met smalspoor van M. gedurende 11 maanden van dit jaar in exploitatie. Vooral scheen het niet onbelangrijk de uitkomst van de exploitatie der beide lijnen onderling te vergelijken, omdat welligt spoedig tot den aanleg van meerdere spoorwegen op Java besloten en dan onherroepelijk beslist zal worden, welke spoorwijdte wordt gevolgd. Deze twee spoorwegen worden door hetzelfde bestuur en dus op

6 2 gelijke wijze geëxploiteerd, en die exploitatie kan daarom des te beter eenig licht geven over de vraag, welke exploitatie is de voordeeligste, die van eene lijn met gewoon of van eene met smal spojor? Wij willen vooraf eenige opmerkingen maken over beide spoorwijdten en hebben daarbij vooral gebruik gemaakt van het werkje: Die Praxis des Baues und Betriebes der Secundarbahnen mit normaler und schmaler Spur, 1873, van den zoo bekenden Freiherr von Weber, een man die zeker eene autoriteit in spoorwegzaken mag genoemd worden. Behalve dit zijn er vele geschriften over dit onderwerp verschenen, die den stand van die vraag op dit oogenblik doen kennen. In alle industriële zaken moeten de werktuigen in verhouding staan tot het te verrigten werk. Is dit gering, de werktuigen behoeven niet sterk te wezen, terwijl krachtige werktuigen noodig zijn, indien het te verrigten werk groot is. Zoo ook bij de spoorwegen ; daar hangt alles af van het vervoer, dat te verwachten is, van de snelheid, waarmede vervoerd moet worden en van de gemakken, welke de reizigers met regt kunnen verlangen, en die grooter zijn al naarmate het land meer ontwikkeld is, de spoorwegen langer zijn, en de reis diis meer tijd vordert. Werd aan hen, die aan het hoofd staan der groote spoorwegen in Engeland of elders, de vraag gedaan, of zij zouden wenschen, dat hunne spoorwegen smalspoor hadden, als dit zonder kosten en eensklaps kon geschieden, zg, die nu met moeite meester kunnen blijven van het ontzaggelijk vervoer over hunne lijnen, zouden meenen dat die vraag geen ernst was; terwijl de bestuurders van spoorwegen met smalspoor in Noorwegen, Zweden, Kansas, Nieuw- Zteeland, enz. waar het vervoer zeer gering is, hun werktuigen geheel voldoende zullen achten. Hieruit volgt, dat er eene grens van vervoer is, alle andere omstandigheden buiten rekening gelaten, binnen welke het voordeehg- is, smalspoor te nemen; terwijl gewoon spoor daarbuiten voordeeliger is. Hfet is moeijelijk op te geven, waar die grens bij een spoorweg ligt, omdat dit van te veel omstandigheden afhangt; maar zeker

7 3 is het, dat, indien die grens genaderd wordt, het, met het oog op de groote toename van vervoer bij bijna alle spoorwegen, onvoorzigtig, ja geldverspilling zou wezen, niet reeds bij den aanvang het krachtiger werktuig te verkiezen. D'e digtheid van bevolking en de bloei van het land komen daarbij het eerst in aanmerking; en deze gegevens schijnen wél degelijk geraadpleegd te zijn door hen, die spoorwegen met smalspoor hebben aangelegd. Zij wisten, dat de land'en, in welke zij spoorwegen moesten bouwen, dun bevolkt waren, en het vervoer gering zou zijn. De digtheid der bevolking is bijvoorbeeld per vierkante geographische mijl: in Zweden 518 inwoners» Noorwegen 300»» Kansas 110»» Queensland 3a4» (1869)» Canada (Ontario) 220» en I) Java 6832» Het verkeer over die spoorwegen is dan ook zeer gering. Zoo bragt de KM. lange spoorweg Hamar-Elverum- Aamot in Noorwegen in 1871 slechts fr. of nog geen f 900 per KM. op; de uitgaven waren fr.; er waren slechts personen en 7892 tonnen goederen vervoerd. De opbrengst der spoorwegen van 3 voet 6 duim in Zweden was gunstiger, doch nog slechts in 1871 van f 1620 tot f 4100 per KM. Bij dit hoogst gering vervoer is een sraalspoor zeer voldoende, en die landen moeten zich nog veel ontwikkelen, voor dat ze breeder spoor noodig hebben; dat zoo onbeduidend vervoer heeft toch een ander werktuig noodig dan het vervoer in beter bevolkte landen vordert. De spoorweg van Antwerpen naar Gent heeft breeder spoorwijdte, 1.15 M., en veel belangrijker vervoer, in 1873 f bmto opbrengst per KM ; maar geen enkele maatschappij in België heeft evenwel het voorbeeld van dien spoorweg nagevolgtl'; en* de

8 4 bestuurder daarvan ondervindt zoovele bezwaren bij het overladen der goederen op den aansluitenden spoorweg over gewoon spoor, dat het verbreeden van het spoor vurig gewenscht wordt. Wanneer moet worden beslist of smal- of gewoon spoor zal worden gekozen, en men geene aansluitingen heeft, zooals bijv. op Javal 't geval zal zijn, wanneer er éene spoorwijdte, welke dan ook, wordt ingevoerd, dan zal het van belang wezen, te weten, bij welke grootte van vervoer het voordeeliger wordt, eene gewone spoorwijdte te nemen; waar de grens is, waarbuiten het krachtiger werktuig moet worden gekozen. In het werk van Level, Chemins de fer d'intérêl local, Parijs, 1870, wordt loooü fr. bruto opbrengst per KM. als grens gesteld; is die lager dan smalle spoorwijdte; maar het spreekt, dat die grens vrij willekeurig aangenomen is, en van veel omstandigheden afhangt. Als finantieele onderneming beschouwd, is de grens daar waar de rente van de bezuiniging op den aanleg verkregen, gelijk wordt aan de meerdere exploitatie-kosten op den spoorweg met smalspoor dan die zouden zijn op en met gewoon spoor, bij het maximum van het te verwachten vervoer; want zeker is het, dat als het vervoer een bepaalde grens bereikt, het minder kost, het over het gewone dan over het smalle te vervoeren. De beide Indische spoorwegen kunnen gebruikt worden om naar die grens voor Java te. zoeken. Zij worden door hetzelfde bestuur zuinig geëxploiteerd; de bruto opbrengsten waren in 1873 nagenoeg gelijk; per dagkilometer Samarang-Vorstenlanden f 21.90, Batavia-Buitenzorg f 19.08; de exploitatie-kosten zijn in verhouding tot die bruto opbrengsten ook niet veel verschillend: 48 en 46 "Zo- Belangrijk echter is het verschil in den aard van het vervoer; terwijl over de lijn Samarang-Vorstenlanden over eiken KM tonnen goederen worden vervoerd, was het op de andere lijn slechts Het personen-vervoer was daar echter bijna twee malen grooter dan dat op de lijn S.-V. Deze omstandigheid zou eene vergelijking van de exploitatie-kosten voor spoorwegen in Europa zeer moeijelijk maken, omdat het personen-vervoer kostbaarder is dan het goederen-vervoer; het gewigt als maatstaf aannemende. Dit is echter in Indie veel minder het geval, omdat het per-

9 5 sonen-vervoer voor bijna 95 7o "'* reizigers 3de klasse bestaat, en deze zeer weinig kostbare in'rigtingen hebben. De rijtuigen zijn hoogst eenvoudig; de wachtkamers zijn op de hoofdstations niet kostbaarder ingerigt dan de goederenloodsen, en zijn op de tussohen-stations niet aanwezig; de reizigers wachten daar onder de gallerijen. Indien wij daarmede vergelijken de kostbare inrigtingen der stations in Europa, de fraaije rijtuigen voor de 1ste en 2de klasse, het kostbare'onderhoud van dit alles, dan volgt daaruit, dat de bedoelde vergelijking, die voor Europa onjuist zou zijn, voor Java op goede gronden kan gemaakt worden. In allen geval, indien alleen wordt berekend, wat gekost heeft de tractie en het onderhoud van het materieel, van een ton-kilometer alles bij elkander genomen, reizigers, goederen, wagens en rijtuigen, dan schijnt mij de uitkomst voldoende zuiver om daaruit gevolgtrekkingen te maken. Uit het verslag over het jaar 1873 zien wij het volgende: Op den spoorweg S.-V. hebben reizigers elk gemiddeld 32^ KM. afgelegd; er zijn alzoo geweest reiziger-km. Indien wij, de gestalte der Javanen in aanmerking nemende, het gewigt van een reiziger met bagaadje gemiddeld stellen op een pikol of 16 in de ton, dan zijn er vervoerd ton-km. aan reizigers. De rijtuigen hebben doorloopen KM., en omdat zij gemiddeld zwaar zijn 8 tonnen, zoo zijn er vervoerd ton-km. aan rijtuigen. De particuliere vrachtgoederen doorliepen te zamen KM.; wij stellen voor de dienstgoederen ton-km. De wagens doorliepen KM., voor hun gemiddeld gewigt zijn tonnen genomen. Het vervoer was dus in tonnen-kilometers: reizigers rijtuigen vrachtgoederen dienstgoederen wagens tonnen KM.; stel te zamen j

10 6 Voor de lijn B.-B. was het als volgt: reizigers doorliepen elk gemiddeld 19 KM. of reiziger-km. en ook 16 per ton nemende, ton-km. aan reizisers. De rijtuigen doorliepen KM. en berekend volgens haar gewigt was dit ton-km. aan rijtuigen. De goederen, zoowel particuliere als dienstgoederen, doorliepen KM.; de goederenwagons doorliepen KM., en naar hun gewigt berekend was dit vervoer ton-km. aan wagens. Wij hebben dus in tonnen-kilometers: reizigers rijtuigen goederen wagens te zamen stel De exploitatie-kosten waren van den spoorweg S.-V.: a. geheel f b. tractie, onderhoud, materieel en exploitatie.» ^ c. tractie en onderhoud materieel....» * Per ton-km, zijn dus geweest de exploitatie-kosten volgens: a 2.22 cent, bijna. b 1.12 c 0.79 De exploitatie-kosten waren op den spoorweg B.-B.: a f b.) c» De exploitatie-kosten zijn dus geweest per ton-km. volgens: a 2.81 cent b 1.62 c 0.93

11 7 Ze vergelijkende krijgen wij de volgende uitkomst: S.-V. B.-B. hooger o cent cent. 27 % b » 7 e "/. Indien alleen de betalende ton KM. worden in aanmerking genomen, dan waren deze: S.-V. reizigers vrachtgoederen dienstgoederen Stel., B.-B. reizigers goederen Stel De exploitatie-kosten worden dan per ton KM.: S.-V. B.-B. hooger a /o b. 4.Ö , c »/ Op den spoorweg S.-V. doorliepen de locomotieven KM. en vervoerden 73 tonnen per KM., en op den spoorweg B.-B. doorliepen de locomotieven KM. en vervoerden slechts 3^^ tonnen per KM.; bij de oogenschijnlijk geringe tractiekosten per trein-km., op laatstgenoemde lijn, moet dit in aanmerking worden genomen. Hierbij moet nog in rekening worden gebragt, dat de gemiddelde snelheid van vervoer op den spoorweg S.-V. 35, op den spoorweg B.-B. 26 KM. was. Alleen de tractie-kosten in aanmerking nemende, dan zien wij, dat een ton-km. met 35 KM. snelheid op den eersten spoorweg werd vervoerd voor 0.79, op den tweeden met 26 KM. snelheid voor 0.93 cent; ahoo op hel gewone spoor met ^ grooter snelheid voor 17.7 "/o minder koslen.

12 8 Von Weber deelt mede, dat gelijke uitkomsten op de spoorwegen in Zweden en Noorwegen zijn verkregen. Het betalende netto gewigt van reizigers en goederen heeft aan trekkracht en onderhoud van het materieel gekost Secundair normaal spoor Smalspoor ^«'eden 1.08 I.35 eent. Noorwegen [_92 Hij zegt dat dit ook van zelf spreekt, want eene zekere hoeveelheid te vervoeren tonnen verdeelt zich bij het smalspoor over meer voertuigen dan over het gewone; het gebruikt rollend materieel heeft dus meer te zamenstellende deelen, die wel kleiner en zwakker zijn, dan die op het normaal spoor, maar bijna evenveel aan herstellingen kosten en minder vervoeren dan de andere. De exploitatie-kosten van den spoorweg Antwerpen Gent zijn ook hoog. In 1869 waren volgens Level per KM. de bruto opbrengsten fr en de uitgaven fr of bijna 59 7 der bruto opbrengsten ; voor een vlak land zeker hoog. Bi) de vergelijking der exploitatie-kosten van de twee spoorwegen op Java, moet nog worden nagegaan, hoeveel van de aangeboden plaatsen bezet waren, en het gewigt der lading dat van het aangeboden laadvermogen gebruikt is; want indien met het gelijk aantal rijtuigen en wagen-km. op de eene lijn betrekkelijk nog veel meer vervoerd had kimnen worden dan vervoerd is, dan op de andere, zou, zonder groote toename van kosten van vervoer, de betalende last grooter kunnen zijn, en de vergelijking der kosten van de twee lijnen anders worden. Dit is echter ook in het voordeel der spoorwegen B.-B.; want voor een bezette plaats zijn aangeboden de volgende plaatsen: 1ste kl. 2de kl. 3de kl. S.-V B.-H en op de Staatssp. in Ned. in

13 Van het laadvermogen der wagens was gebruikt: 9 S.-V / B.-B 57.00» Ned. S.-S 50.30» Zonder groote toename in kosten zouden dus op den spoorweg S.-V. betrekkelijk meer reizigers en goederen met de gebruikte rijtuigen en wagen-k.m. hebben vervoerd kunnen worden dan op den spoorweg B.-B. De ruimte, waarover elk reiziger in de rijtuigen kan beschikken, was als volgt in M^. 1ste kl. 2de kl. 3de kl. S.-V B.-B Ned. S.-S a a 0f.713 Het gewigt (*) der rijtuigen is: S.-V. gemengde 1ste en 2de klasse: 16 pi. 1ste, 20 2de klasse 8200 KG. en 3de klasse 60 pi * B.-B. gemengd rijtuig 1ste en 2de klasse, 27 pi. weegt 4650 KG. omnibus rijtuig 1ste, 2de en 3de» » rijtuig 3de klasse 51»» 4500» Hieruit volgt, dat het doode gewigt vanhet rijtuig per reiziger is: 1ste 2de 3de klasse S.-V B.-B Op den Ned. Rijnsp. 238 a 195 a Het doode gewigt per reiziger is dus op deze twee spoorwegen veel grooter dan op de lijn B.-B.; maar dat is noodig, omdat die rijtuigen voor vervoer met groote snelheid zijn gebouwd, daardoor meer te lijden hebben, en dus sterker moeten zijn; volgens von Weber wordt de weg, de werken en het rollend materieel aange- (*) Nadat de mededeeling is gedaan is mij eene opgaaf betrekkelijk het gewigt der rijtuigen op de lijn S.-V. in handen gekomen.

14 10 grepen, «in Anspruch genommen», nagenoeg in verhouding als de vierkanten der- snelheden. Het materieel voor een spoorweg, welke met 50 a 60 KM. snelheid vervoert, moet veel sterker.zijn dan dat waarbij de snelheid slechts 25 a 30 is; bij het minste ongeval zou een ligt materieel, gebouwd voor die kleine snelheid, en met groote snelheid vervoerd wordende, als knibbelspel in elkander geraken en de rampen veel grooter worden dan bij een hecht materieel reeds het geval is. De inrigting der bakken heeft veel invloed op het gewigt,want daarin en in hun onderstel is het grootste gewigt der rijtuigen gelegen; dit is bij den Rijnspoorweg b.v. bij de rijtuigen, de veeren, potten en wielen 2360, het bovenstel bij de rijtuigen met vijf compartimenten 7900, bij zes 9080 KG. Uit de medegedeelde cijfers betrekkelijk de exploitatie-kosten wil ik geene absolute gevolgtrekkingen maken. Het is mogelijk, dat een volgend verslag tot andere uitkomsten zal leiden; daarenboven kunnen niet alle omstandigheden in rekening gebragt en mijne berekeningen kunnen welligt met grond wederiegd worden. Maar toen ik zag, dat twee spoorwegen, die wat hellingen aangaat onder nagenoeg gelijke omstandigheden verkeeren, en door dezelfde Maatschappij worden geëxploiteerd, omtrent de kosten van exploitatie gelijke uitkomst gaven, als von Weber ons mededeelt, betrekkelijk de spoorwegen in Zweden en Noorwegen, als de hoofd-ingenieur Beijer in zijn werkje Normal und zu schmall Spur xerzékert, dat het geval moet zijn, en als zelfs de ingenieurs Eeer en Syroszimki, voorstanders van smal spoor, erkennen, dat de exploitatiekosten van die spoorwegen niet zeer gunstig zijn, dan meende ik, met het oog op den aanstaanden aanleg van spoorwegen op Java de aandacht te moeten vestigen op de uitkomsten mijner berekeningen ; want in allen geval moeten er andere uitkomsten verkregen worden, voordat het tegendeel bewezen is. Ik deed het in de verwachting, dat, indien zij onjuist zijn, dit zal worden aangetoond, opdat wanneer wordt beslist, of de nog aan te leggen spoorwegen op Java het gewoon of smal spoor zullen krijgen, die beslissing

15 11 op goede gronden genomen en de ondervinding, die in de laatsten tijd verkregen is, geraadpleegd worde. Ook omtrent de aanlegkosten heb ik getracht vergelijkende berekeningen te maken, en daarvoor vergeleken de derde sectie des spoorwegs S.-V. van Solo naar Djockjo, lang 57.6, met den spoorweg B.-B., lang 58.4 KM. Beide spoorwegen waren, wat den aanleg bötreft, zeer gemakkelijk. Het grondverzet was in beide nagenoeg gelijk, en heeft bedragen tusschen de 6 a M*.; doch de kunstwerken waren op de derde sectie veel belangrijker dan op lijn B.-B.; 600 M. lengteopening aan bruggen, duikers enz. tegen 200 M. op de andere; zoodat de kunstwerken ruim M^. meer metselwerk en veel meer ijzer gevorderd hebben, hetgeen per KM. zeker f 7000 in de kosten verschil geeft. De onteigening op de derde sectie heeft daarentegen slechts f 900 per KM. gekost, en op den spoorweg B.-B. ruim f De derde sectie is belast met haar aandeel in de groote werkplaatsen bij Samarang; dergelijke bestaan niet op den spoorweg B.-B. Die sectie heeft, voor zooveel ik uit mijne aanteekeningen kan Bnaan,''met de algemeene kosten gekost per KM. f , zonder daarbij te rekenen de kosten van het geldmaken en den interest. Om de vergelijking te kunnen maken moeten de kosten der derde sectie per KM. alzoo worden verminderd met: werkplaatsen f onteigening «900 kunstwerken» of per KM. met f er blijft dan f over. De lyn B.-B. had ultimo December jl. gekost.. f hiervan afgetrokken de onteigening» blijft f of per KM» Hieruit volgt, dat de KM. van de lijn B.-B. met smal spoor

16 12 en rails van 25 KG. per M> heeft gekost f , en de derde sectie met gewoon spoor, zwaren bovenbouw 37.4 KG. per M'. f of f meer. Dergelijke vergelijkingen van twee spoorwegen kunnen echter niet altijd juist zijn, omdat de omstandigheden, waaronder wordt gebouwd, dikwijls verschillen, en de gevolgtrekkingen daardoor onnaauwkeurig worden. Ik heb daarom ook berekend hoeveel de derde sectie minder zou gekost hebben, indien de zwaarte van den bovenbouw behouden doch de spoorwijdte M. of 0.37 M. minder was genomen. De baan en de ballast waren 0.37 M. smaller, de kunstwerken even zooveel korter geworden. Op de dwarsliggers had weinig kunnen bezuinigd worden, omdat het draagvlak bij gelijk rollend materieel niet verminderd kan worden. Stel dat zij 2 cm. dunner en 30 cm. korter hadden kunnen zijn, dan ware daarop ± f 1.00 per stuk bezuinigd. De overige inrigtingen hadden weinig of niet veranderd kunnen worden, want alles is zuinig ingerigt. Om het bedrag der besparing te berekenen, mogen niet aangenomen worden de prijzen, welke de M». grond of metselwerk heeft gekost, en welke zouden worden verkregen door de hoeveelheden te deelen in de geheele uitgaaf van die artikels; want het spreekt, dat de bijkomende kosten niet vermeerderen of het aard- en metselwerk 0.37 M. breeder wordt gemaakt, terwijl zij vooral bij de kunstwerken zeer belangrijk zijn, omdat het aantal dier werken groot en de hoeveelheid te verwerken M^. bij velen gering is. De prijs van de metselwerken wordt door die kosten zeer verhoogd. De gemiddelde ophooging was 1.55 M.; op aardewerk werd dan bespaard 0.37 M. breedte of per M> M».; berekend ad 0.20 cent geeft f 0.11«per M^. of f 115 per KM. Er zijn 93 kunstwerken geweest met 600 M. opening, waaraan is verwerkt ongeveer M^. metselwerk; daarop had door smal spoor bespaard geworden 0.37 M. in de lengte. Ik heb de opgaven niet van alle kunstwerken en het was mij daarom niet mogelijk juiste berekeningen te maken. Sommigen dier kunstwerken zijn in zeer

17 13 hooge dammen gelegen, en alzoo lang, daaraan is de grootste hoeveelheid metselwerk verwerkt. Er mag aangenomen worden, dat zij gemiddeld ± 17 M. lang zijn; daarop zou dan bespaard zijn geworden 450 M'. metselwerk ad f per M^. maakt f 6750 per KG. of f 115 per M^. De geheele besparing zou per KM. geweest zijn: aardewerk f H5 metselwerk ±...» 115 dwarsliggers» ballast» 70 leggen enz. bijkomend» 84 te zamen f Indien nu werkelijk de kosten van vervoer op smalspoor grooter zijn dan die op gewoon spoor, dan zal het duidelijk wezen, dat, zelfs bij een betrekkelijk gering vervoer, de besparing van den aanleg spoedig verdwijnt door de hoogere exploitatiekosten. Hiervoren vonden wij toch, dat de kosten van tractie per ton-km. hebben bedragen op de lijn S.-V centen op de lijn B.-B 0.79» Het verschil is 0.14 centen berekend over de ton-km., die in 1873 vervoerd zijn over die lijn, geeft f De exploitatiekosten zouden alzoo, alleen wat de tractie betreft, dat bedrag hooger zijn geweest dan nu; hetgeen tegen den penning 20 bedraagt f kapitaal, zoodat de lijn S.-V. bij het bestaand vervoer f per KM. meer mag kosten bij gewoondan bij smalspoor, om finantieel in gelijken toestand te verkeeren. Men zal mij tegenwerpen, dat de bezuiniging van den aanleg in bergachtige terreinen veel grooter zal wezen; want, dat de spoorweg dan door de kleinere stralen meer naar het terrein gebogen kan worden. Dit is waar, maar niet in de mate als dit wel eens wordt opgegeven. Indien bij den spoorweg met smalspoor van 1.06 M., stralen van 100 M. worden toegelaten, dan zijn bij die met gewoon spoor stralen van 135 M. geoorloofd, en

18 t'4 er mlïen wol zeer weinig terreinen zijn, welke nog sterker bogten vorderen. Het verdient toch opmerking, dat zelfs in het bergachtige Noorwegen, de kleinste straal nog 232 M. is. De sterke bog.ten werden dus daar ook vermeden. Wanneer met gewoon spoor sterke bogten worden gemaakt, bij voorbeeld van 150 a 180 l\i. straal (bij Londen rijden treinen met snelheid door bogten van 400 voeten, en de machinisten worden er streng aan gehouden olïi de snelheid te matigen al naarmate de hellingen sterker zijn) dan zullen ook met gewone spoorwijdte spoorwegen kunnen worden gebouwd in bergachtige terreinen, die zeer goed de kronkelingen van het terrein of van den berg kunnen volgen, en alzoo voor een matig vervoer met geringe snelheid voldoende zijn. Bezuiniging in aardwerk zal echter door de kleinere bogten verkregen worden, maar bij hooge dammen, dus juist daar waar die verminderde breedte van de aardebaan bezuiniging van eenig belang zou geven, zal dit minder invloed hebben; omdat wanneer even zwaar materieel wordt gebruikt en met gelijke snelheid op het smal als op gewoon spoor wordt gereden, de dam van boven de noodige breedte moet hebben, om bestand te zijn tegen de dreuning en het gewigt der treinen. Vooral is dit het geval in tropische landen, waar de hooge dammen dikwijls zooveel door de in Europa onbekende zware regens te lijden hebben. Èij eene spoorwijdte van M. is dan ook altijd aan den spoorweg minstens 3.00 M. kruinbreedte gegeven. In Noorwegen heeft men zelfs aan alle spoorwegen met smalspoor de glooijingen van de aardebaan gemaakt van 2 op 1, en bij de spoorwegen met normaal spoor in goeden grond 1^^ op 1. De aanlegkosten verschillen volgens veler opgaven voor spoorwegen met gewoon of smalspoor in niet bergachtige landen ook weinig. De heer Gosewinckel schat die bij gelijke zwaarte van spoorstaven en' by een aardebaan van gemiddeld 1 M. ophooging op f' 20T7 per KM. In Zweden zijn van den te bouwen spoorweg van Upsafe naar Storvik door den generaal directeur Troilius en den bouwdirecteur overste Beijer, dus door mannen die zeker in Europa de meest praktische kennis hebben betrekkelijk den bouw van spoorwegen met gewoon- en smalspoor, verschillende begroo-

19 15 tingen voor beide spoorwijdten, gemaakt, met gelijke stralen, hellingen en bovenbouw. De uitkomst was, dat de kosten zouden zijn voor gewoon spoor f , voor smal f per KM., dus het onbeduidend verschil van f 720. Het terrein is over nagenoeg twee derden der geheele lengte (150 KM.) vrij vlak. Het onderhoud van den weg is kostbaarder bij smal- dan bij gewoon spoor, omdat de bovenbouw met meer zorg moet onderhouden worden bij smalspoor. De verwijding van het spoor in de bogen en de daardoor bij het smalle spoor grootere speelruimte in betrekking tot de spoorwijdte dan bij het gewone spoor, maakt dat de rijtuigen en wagens bij gelijke snelheid een minder rustigen en zekeren gang hebben dan bij normaal spoor. Volgens von Weber bij 1 M. spoor 26 percent. De spoorverhooging is in bogen, wanneer de stralen evenredig met de spoorwijdten zijn, gelijk bij beide spoorwijdten, doch dientengevolge is de hoek, dien de voertuigen met de vertikaal maken grooter bij het smalle dan bij het gewone spoor; hetgeen met de grootere speelruimte nadeelig op de rustige beweging der voertuigen moet werken. Maar behalve dat, hoe kleiner de spoorwijdte is hoe grooter de invloed wordt van het niet even hoog leggen der spoorstaven, ten gevolge van minder goed onderhoud of den invloed van zware regens enz. en daardoor wordt de ongelijkheid van de drukking op de spoorstaven grooter. De ingenieur van den Festiniog-spoorweg, een groot voorstander van smalspoor, wijst daarop en zegt dat hoe smaller het spoor is, des te grooter de slingeringen zijn van het materieel bij ongelijkheid in de ligging der spoorstaven; hetgeen vooral nadeelig is in landen waar door veranderlijkheid van de luchtgesteldheid of andere oorzaken de bovenbouw in sommige tijden veel lijdt. Hij vestigt er dus de aandacht op, dat het smalle spoor goed moet onderhouden worden, indien er snel over wordt gereden. Ook dit moet in aanmerking worden genomen bij het bepalen der spoorwijdte voor een land als Java met zijne tropische regens, en de groote moeij el ijkheid om gedurende den regenmousson het spoor altijd in behoorlijken staat te onderhouden; een ieder die dit heeft ondervonden zal dit be-

20 16 zwaar tegen een smalspoor niet ligt tellen. Het meer kostbare onderhoud van den bovenbouw op spoorwegen met smalspoor wordt bevestigd door de opgaven van von Weber. Hij zegt dat de onderhoudskosten per centner netto op den normaal spoorweg in Zweden waren '1.48, op de smalspoorwegen 1.72 Th. de Duitsche mijl; terwyl het onderhoud per mijl lengte des spoorwegs minder op het smalspoor is. Wanneer met het oog op het materieel moet worden bepaald, wat verkieslijk is, gewoon- of smalspoor, dan zal de eerste vraag ook weder zijn, welk zal het vervoer wezen en met welke snelheid moet het geschieden? Is het gering, als op bijna alle spoorwegen met smalspoor, bestaat het uit een zelfde soort van voorwerpen, is snelheid geen vereischte, dan zullen de voertuigen en locomotieven op het smalspoor in gebruik, het meester blijven. Is het belangrijk, moet de snelheid grooter wezen, bestaat het uit reizigers en goederen van verschillenden aard, heeft de spoorweg sterke hellingen, waarover veel moet vervoerd worden, dan zijn krachtige locomotieven, hechte en dus zware voertuigen, die veel kunnen vervoeren, noodig, en het gewoon spoor moet gekozen worden. Ik zal hierover niet verder uitweiden, maar ik geloof dat bet niet tegengesproken zal worden door de ingenieurs van het materieel dat, wanneer op een' spoorweg met sterke helling een eenigzins belangrijk vervoer is, de normale spoorwijdte noodig is om aan de locomotieven de gevorderde trekkracht te geven, voor het te verrigten werk; en dat geringere spoorwijdte tot minder krachtige, of minder goed geëvenredigde, of te zaïnengestelde locomotieven, zooals die van Fairlie, leidt. Ook daar zijn verhoudingen, die niet mogen, anderen die niet kunnen verbroken worden. De heer Bosscha zegt teregt: «Voor smalle spoorwegen met steile hellingen wordt het moeijelijker locomotieven te maken, in staat, om in een, zij het ook matig, vervoer te voorzien.» Wanneer op twee spoorwegen, een met gewoon, de andere met smalspoor een even groot en eenigzins belangrijk vervoer van reizigers en goederen is, dat met gelijke snolheid moet worden

21 17 vervoerd en dat de inrigting der rijtuigen den reizigers gelijke gemakken aanbiedt, dan zal het noodige materieel op het smalle spoor kostbaarder wezen dan op het gewone. Rijtuigen zullen toch in verhouding tot het aantal zitplaatsen kostbaarder worden, indien zij smaller en korter worden, want bijvoorbeeld de zijwand kost evenveel of het rijtuig 2,40 of 2.00 M. breed is en zoo verder. Met de locomotieven is dit ook het geval, en het is mij mogelijk met cijfers aan te toonen, dat zij kostbaarder worden per ton al naarmate zij ligter worden. Op de Indische spoorwegen zijn tenderlocomotieven, op de lijn B.-B. van Beijer en Peacock te Manchester van 11 en van 20 tonnen in het werk, op den spoorweg S.-V. tender-locomotieven van Borsig te Berlijn van 33 tonnen. Deze locomotieven hebben gekost in : de 11 tons smalspoor f » 20»» y » 33 )i gewoon spoor» ; dus per ton van het gewigt der locomotieven: de 1] tons f 1299» 20 y. «912» 33»» 767 Nog belangrijker wordt het verschil, wanneer wij'het adhïesievermogen van die werktuigen onderling vergelijken, hetgeen de eigenlijke maat is bij locomotieven, die met matige snelheid lasten moeten trekken. Dan kost de 11 tons 8.2 ton adhsesie per ton f 1 741» 20» 13.46»»» 1356 o 33» 33»»» 767 Deze cijfers bewijzen, dat bet werktuig goedkooper wordt al naarmate het krachtiger is, en dat ook hier weder uit blijkt, dat, wanneer het vervoer eene zekere grens bereikt, het voordeel iger wordt, wat de locomotieven betreft, een spoorwijdte te nemen, die veroorlooft het krachtiger werktuig te gebruiken. Ik geloof dat in het algemeen bij beschouwing over de spoorwijdte te weinig zijn geraadpleegd de ingenieurs van het materieel,

22 20 beduidende besparing te verkrijgen de toekomst op te offeren; de bestaande spoorwegen geven die opbrengst reeds het eerste jaar, zoodat het verwacht kan worden, dat zelfs minder goed gelegene dit na weinig jaren zullen doen. Laten wij bij die keuze acht slaan op hetgeen deskundigen bij uitnemendheid, de hiervoor genoemde spoorwegingenieurs Troilius en Beijer daarover zeggen. «Naar onze meening heeft men nooit reden van de gewone spoorwijdte af te wijken, als het verkeer niet zeer gering of de baan van andere spoorwegen afgezonderd is. De exploitatiekosten zijn bij smalsporige banen altijd grooter in verhouding tot de te vervoeren massa, de bouwkosten voor den onderbouw zoo nagenoeg gelijk als' van een breeder baan op hetzelfde terrein.» In Zweden waren in 1873 in aanleg 1026 eng. mijlen spoorwegen met gewoon en slechts 215 met smal spoor; wel een bewijs, dat daar het smalle spoor het andere niet verdringt; van de 2400 engelsche mijlen spoorwegen zijn slechts 17 pct. smal spoor, waarvan nog eenige korte geheel afgezonderde wegen tusschen bergwerken en binnenmeren. In Engelsch Indie zouden volgens het verslag over 1872/73 van Juland Dan vers vier spoorwegen met smal spoor van 3 voet 3 duim gebouwd worden. Doch nu heeft de secretaris voor koloniën besloten dat twee dier lynen, te zamen lang 822 eng. mijl, de aldaar gebruikelijke spoorwijdte van 5 voet 6 duim zullen krijgen. Jaren lang is over de spoorwijdte dier lijnen strijd gevoerd ; het breede spoor heeft het nu gewonnen, doch veel tijd en geld is verloren door dit oponthoud. Ten slotte, alles komt er op aan welke verwachting men van de spoorwegen op Java heeft; wat het vervoer zal zijn; aan welke behoeften en eischen zij zullen moeten voldoen. Met het oog op de bevolking en op de bedrijvigheid, welke een ieder daar kan opmerken, op de uitkomst van de exploitatie der bestaande spoorwegen en omdat vroeg of laat de spoorwegen aan elkander verbonden zullen worden, acht ik het raadzaam en pligt goedkoope spoorwegen met gewone spoorwijdte te bouwen, die bij toenemend vervoer, door den bovenbouw te verzwaren, geschikt worden voor groot vervoer met behoorlijke snelheid. J. P. DE BORDES.

23 21 Na de voordragt had daarover de volgende wisseling van gedachten plaats: Het lid Waller wenscht eene inlichting te bekomen, in het ook door den heer de Bordes aangehaalde verslag van den raad van beheer der Nederlandsch-Indische spoorweg-maatschappij leest men op blz. 35: «Het voordeel van smalspoor bij de exploitatie ziet men het best aan de geringe som per treinmijl uitgegeven voor de tractie, namelijk 41 centen tegen 83 op de lijn Samarang-Vorstenlanden. Het is waar de treinen waren kleiner, hadden niet zooveel laadruimte, maar deze was toch altijd voldoende om alles te vervoeren wat aangeboden werd, ja meer dan dat, daar de omnibus-treinen slechts gemiddel 50 reizigers bevatten.» En uit de exploitatierekening van het smalle spoor op blz. 34 en uit die van het breede spoor op de lijn Samarang-Vorstenlanden blz. 21, blijkt, dat de kosten van weg en werken op eerstgenoemd spoor per treinmijl bedroegen ƒ 0.26 tegen f 0.81 op laatstgenoemd spoor en dat de exploitatiekosten op beide sporen respectievelijk waren f 0.30 en f 0.35; dus alles op het smalle spoor lager. Hoe is dat nu te verklaren tegenover hetgeen door den spreker is gezegd? Het raadslid de Bordes zegt dat hij gerekend heeft op hetgeen de treinen vervoerd hebben. Op den eenen trein wordt meer vervoerd dan op den anderen. Spreker heeft juist op die fout gewezen; de rekening bij treinmijlen is eene minder goede en dit gaf hem aanleiding om de zaak op eene andere wijze te beschouwen. Het lid Waller merkt op dat het gewigt van de passagiers en goederen, in betrekking tot dat van den trein in aanmerking dient te komen, en dat die verhoudmg op het smalle spoor gunstiger is, dan op het breede. Het raadslid do Bordes zegt dat hij zijne gevolgtrekkingen heeft medegedeeld; hij heeft berekend den geheelen vervoerden last van reizigers, goederen, rijtuigen en wagens. Bij eiken spoorweg moet

24 22 men zien wat men te vervoeren heeft. Dat vervoer moet de maatstaf wezen bij het bepalen of het gewone of het smalle spoor moet genomen worden, indien men overigens geheel vrij is, Het lid Waller zegt, dat de spoortreinen, gemiddeld genomen, nooit vol zijn, dat b.v. op de lijn Batavia-Buitenzorg de goederenwagens slechts met 50 % van hun laadvermogen belast zijn en dat, zooals nit het verslag blijkt, de verhouding tusschen het aantal aangeboden en bezette plaatsen ook vrij ongunstig is. De toestand is op het smalle spoor, door de kleinere capaciteit der wagens, beter dan op het breede en daarom is het smalle spoor dan ook geschïkt voor het drukst verkeer, bekend in Europa en daar buiten. Het lid de Bordes antwoordt dat men dan bij gelijke hoeveelheid te vervoeren personen of goederen op het breedere spoor minder wagens kan nemen. Overigens heeft hij cijfers gegeven die gedrukt zullen worden en dan aanleiding kunnen geven tot wederlegging. Zijn sprekers berekeningen niet goed, wel nu men toone het aan. De tractiekosteu zijn de meest zuivere grondslag voor de berekeningen. Het lid Waller heeft ook iets tegen de onderlinge vergelijking van beide lijnen. Op de lijn Samarang-Vorstenlanden is veel goederen-vervoer, op de andere veel personenvervoer. Men weet nu, boezeer de aard van het verkeer op de exploitatierekening van invloed is; om zich hiervan te overtuigen behoeft men slechts de verslagen van de Exploitatie Maatschappij met die van den Rhijnspoorweg te vergelijken. Om eene vergelijking tusschen beide sporen te maken, moet men vragen, hoe zou de toestand geweest zijn, als een bestaande spoorweg op eene andere spoorwijdte gebouwd ware. Spreker heeft dit onderzocht voor den Hollandschen spoorweg en daarbij eene spoorwijdte van 1 M. aangenomen. De locomotief buiten rekening latende heeft hij de verhouding van het betalend tot het dood gewigt voor de gewone treinen (volgens het verslag) gevonden als 1 :10. De trein op eehe spoorwijdte van 1

25 23 M. nu zioo zamenstellende, dat het aantal plaatsen in en het laadvermogen van den trein gelijk bleef aan dat van een gewonen trein op het breede spoor, heeft hij die verhouding als 1 :8 gevonden. Spreker heeft daarbij genomen spoorwegmaterieel loopende op de Britsch-Indische smalle spoorwegen, üe breedte van de zitplaatsen 1ste klasse is daar 61 cm. tegen 60 cm. op den Hollanschen spoorweg. Het raadslid de Bordes zegt, dat de snelheid ook in aanmerking komt. Het lid Waller antwoordt dat hij wel weet, dat men op het smalle spoor niet die groote snelheid kan bereiken als op het breede, en dat men bij de keus tusschen het smalle en breede spoor dus eerst moet uitmaken welke maximum snelheid voldoende is. Voor Java gelooft hij het smalle spoor te moeten aanbevelen. Het is overigens zeer gevaarlijk smalle spoorwegen met een klein verkeer te vergelijken met bestaande spoorwegen, die op dit punt gewoonlijk. in een gunstigen toestand verkeeren. Het raadslid de Bordes zegt dat hij twee spoorwegen heeft vergeleken, die door dezelfde maatschappij zijn aangelegd en nagenoeg even groote bruto opbrengst hebben. Voor de juistheid van de in het verslag gedane opgaaf van de kosten per treinmijl wil spreker niet instaan. Hij heeft overigens gerekend bij den ton-kilometer, dat is z. i. beter dan bij de treinmijl. Het lid van Dissel is van meening, dat in de berekening eene fout schuilt; zij gaat uit van de redenering: zooveel ton is vervoerd en daaruit wordt de conclusie getrokken. Maar staan de omstandigheden gelijk? is het vervoer bij beide spoorwegen in evenredigheid geweest tot het gebruikte materieel? Als een spoorweg 1.50 M. breed is, dan kan dit op de eene plaats een voordeel zijt), op eene andere bij geringer vervoer soms niet. In de tweede plaats, is het juist, bij de berekening der kosten van aanleg te rekenen op even zwaar spoor voor locomotieven

26 24 van H ton en voor die van 33 ton? Als men nagaat debelasting door de locomotief teweeg gebragt, dan drukt de locomotief van H ton met 3^ a 4 ton op ieder paar drijfwielen en de locomotief van 33 ton met H ton. Het schijnt dus niet rationeel bij het gebruik der locomotieven van H ton te rekenen op even zwaren aanleg als bij het gebruik der zwaardere locomotieven en men moet dus ook in rekening brengen den ligteren bovenbouw, die zich in de afmetingen der spoorstaven, de bruggen en kunstwerken zal doen gevoelen. Het raadslid de Bordes antwoordt, wat het eerste punt betreft, dat, indien meer was kunnen vervoerd, wclligt eene andere verhouding was verkregen. Op de Buitenzorgsche lijn is echter met het gebruikte materieel betrekkelijk meer vervoerd dan op de andere. Op de Samarang-Vorstenlanden had men meer onbezette plaatsen en meer onbezette laadruimte. In de tweede plaats, bij de berekening is de zwaarte van den bovenbouw builen beschouwing gelaten, omdat die afhangt van het materieel, de snelheid en de grootte van het vervoer. Wanneer dit zekere grens bereikt moet men een zwaarder werktuig nemen. Tenderlocomotieven zijn onderling vergeleken, omdat deze niet goed met andere te vergelijken waren. Spreker heeft de cijfers betrekkelijk de locomotieven echter alleen gebruikt om aan te toonen, dat de locomotieven naar verhouding van de zwaarte goedkoopor worden. Bij die van H ton rust op de drijfwielen 8 ton, bij de andere van 20 en 33 rust daarop 13 en 33 ton. Zoo krijgt men de kosten van de ton-adhsesie als maatstaf. De vraag is altijd wat heeft men noodig bij een zeker vervoer? Welk materieel, welke snelheid? En daaruit moet men bepalen hoe de weg moet zijn. Is het vervoer klein, dan een klein spoor; is het grooter, dan een groot spoor. Eerst heeft men te letten op het vervoer, dan op het materieel, dan op den weg. Het lid van Dissel zegt, dat zijne bezwaren blijven bestaan; er wordt gezegd op de eene lijn was meer ledige laadruimte dan op de andere. Maar de vraag blijft of met de locomotief niet meerdere

27 25 wagens hadden kunnen vervoerd worden, en wat de verhouding zou geweest zijn van de vervoerde tonnen tot de ledige laadruimte, indien op de beide banen de locomotieven waren belast geweest zooveel als hunne capaciteit dit toeliet. Wat het tweede punt aangaat, welligt heeft spreker zich verkeerd uitgedrukt, of is hij verkeerd begrepen. Hij komt niet op tegen de algcmeene conclusie, maar tegen de wijze van vergelijken, om namelijk voor de berekening der aanlegkosten hetzelfde materieel fe onderstellen en voor de berekening der exploitatiekosten zeer verschillende locomotieven aan te nemen. Als men den weg aanlegt voor locomotieven van 33 ton en hij wordt bereden met locomotieven van H ton, dan gaat het niet aan de uitkomsten van eene lijn in dergelijken ongunstigen toestand te vergelijken met een baan, waarvan de aanleg in evenredigheid is met de locomotieven waardoor zij bereden wordt. Het raadslid de Bordes antwoordt, dat hij dit niet heeft gedaan; de spoorweg Samarang-Vorstenlanden wordt niet bereden met locomotieven van 10 en 20 ton, want deze zijn op den spoorweg Batavia-Buitenzorg. Maar als voorbeeld heeft hij genomen de derde sectie en gevraagd, wat zou die weg gekost hebben alleen door versmalling van spoor; de zwaarte van den bovenbouw daarbij onveranderd latende. Dit gaf nu een verschil van ƒ 1550 voorde derde sectie. Indien de bovenbouw ligter was, dan zou dit zoowel op de kosten bij het gewone als bij het smalle spoor nagenoeg gelijken invloed hebben. Het lid van Dissel herhaalt, dat hij tegen elke van de redeneringen niets heeft, maar tegen de combinatie, want daardoor wordt een baan met smal spoor, aangelegd voor zware, doch bereden door ligte locomotieven, vergeleken met een baan met normaal spoor en bereden door normale locomotieven. Het raadslid de Bordes zegt,.vergeleken te hebben smal spoor, gebouwd voor en bereden met ligte locomotieven, met een spoorweg voor gewoon spoor, gebouwd voor en bereden met zware locomotieven.

28 26 Het lid Waller heeft ook i)ezwaar tegen de besparing van f i 550. Het gaat niet aan te zeggen: de aardenbaan en de kunstwerken worden zooveel smaller als het verschil in de spoorwijdfe bedraagt en dit stelt de besparing voor. Omdat het smalle spoor scherpere bogten toelaat en omdat de hellingen tevens steiler kunnen uitvallen daar bij betzelfde gewigt aan passagiers en goederen dat van den trein kleiner wordt kan men het terrein rneer volgen. De gemiddelde ophooging van de aardenbaan wordt dus geringer en de kunstwerken worden niet alleen smaller, doch door de geringere hoogte ook ligter van constructie. Het raadslid de Bordes zegt dat dit alles op het door hem gekozen voorbeeld geen invloed zon gehad hebben. Hellingen kunnen op het smalle spoor om Jie versmalling niet steiler worden. Als men minder snel rijdt, kan men ligter materieel hebben, men moet dus eerst de snelheid bepalen; daarvan hangt het andere af. Het lid Waller zegt, dat men toch de eigenschappen van het spoor in aanmerking moet nemen en wat de locomotieven betreft, wijst hij op de Fairlie-locomotief, die vooral op het smalle spoor veelvuldig in gebruik is. Spreker gelooft dat men bij de vraag, wat in Oostindie behoort te geschieden, ook die locomotief niet uit het oog behoort te verliezen. Het raadslid de Bordes zegt geen ingenieur van het materieel te zijn, en daarover dus niet te willen oordeelen, maar van de Fairlielocomotief heeft hij weinig verwachting. Zoo zijn o. a. op den spoorweg Poti-Tifiis vier Fairlie-locomotieven in gebruik, en de ingenieur Steinsberg, belast met de tractie op dien weg, keurt ze Het is toch slechts eene dubbele locomotief met stookplaats in het midden. Naar sprekers oordeel is het veel beter twee locomotieven te hebben, één voor, één achter. Dat zware ligchaam, altijd, (*) Zie Orffati f/ir die FoHschritte des Eisenbahnwesens, 1873, Heft IV, 1874, Heft n.

29 27 zelfs als de last het niet vordert, over den weg te doen loopen, is schadelijk. Bij geregeld vervoer kan die locomotief mogelijk nuttig zijn, maar waar het variabel is niet. Het lid Waller zegt, dat, hoewel hij niet alles beamen kan, wat door den heer de Bordes over die locomotieven is gezegd, hij hier nu toch niet als verdediger van die machines wil optreden; hij gelooft echter dat zij een ernstig en grondig onderzoek ten volle waard zijn. Hij wijst ten slotte op eene mededeeling van den ingenieur Knappe van den Livny-spoorweg in Rusland in het Organ für die Fortschritte des Eisenhahnwesens; deze heer zag die locomotieven met wantrouwen komen, doch is spoedig van een tegenstander in een voorstander veranderd. Hierop wordt de beraadslaging gesloten.

30

31

32

SPOORWEGEi^ EXPLOITATII. ^._>4>4- BROCHU. 1 Koloniën. j. Cl, Spoorwegen. ^_.' 'i < ' -' PH. J. WA] L. K. lust.

SPOORWEGEi^ EXPLOITATII. ^._>4>4- BROCHU. 1 Koloniën. j. Cl, Spoorwegen. ^_.' 'i < ' -' PH. J. WA] L. K. lust. j I ^_.' 'i < ' -' EXPLOITATII VAN SPOORWEGEi^ DOOR PH. J. WA] L. K. lust. (Ovcrgedrukt uit de Notulen der Ver Instituut van ingenieurs van TE 'SGHAVENHAl BIJ GEBR. J. & IL VAN L I ^._>4>4- BROCHU. 1 Koloniën.

Nadere informatie

De spoorweg en het rollend materieel.

De spoorweg en het rollend materieel. HOOFDSTUK i. De spoorweg en het rollend materieel. 1. Het rijden over de spoorbaan. Het spoorwegbedrijf vormt een onderdeel van het groote verkeersapparaat, waarover de menschheid beschikt. Het verkeer,

Nadere informatie

No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN ^«BANDOENG

No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN ^«BANDOENG No. 44 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH.INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN r / Q,\ ^«BANDOENG TRACTIE. WEERSTANDEN. Het moderne verkeer, het verkeer in mechanische tractie, over den gewonen weg,

Nadere informatie

WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS

WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS * - J!" 3^ Ö. "y&s ^ j OVER I)E DRUKKnC WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS GEVOERD MOET WOKÜEN. ö^ I>^)Oil p. L. K IJ K E. ia Overgediukt uit Je Veislagtu eu Medeileehugeü dei K.üuiiiklijke Akademie vrtii

Nadere informatie

HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen).

HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen). 42 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. HOOFDSTUK IV. Seinen op bepaalde plaatsen te geven. (Vaste seinen). Hoofdseinpalen. Een hoofdseinpaal bestaat uit een paal met een naar rechts uitstekenden draaibaren

Nadere informatie

HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig.

HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. Sein 5. Sein 5. Veilig. 22 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. Toepassingsvoorschriften. 23 HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. HOOFDSTUK III. Seinen op niet bepaalde plaatsen te geven. De beambte toont

Nadere informatie

STR^^TM^N, SOHMITZ & C. ƒ2,595,600.- EERSTE HYPOTHEEK

STR^^TM^N, SOHMITZ & C. ƒ2,595,600.- EERSTE HYPOTHEEK (BOXTEL-WESEL.) AANBIEDING voor rekening der firma STR^^TM^N, SOHMITZ & C te I«.OE]K]M[0]Vr>, VAN ƒ2,595,600.- EERSTE HYPOTHEEK DEE 5pOt. G^eiaieeiiing: gioot f*4,500,000., STAANDE TEN NAME DEK HEEIIEN

Nadere informatie

/Aï--^-*, EXPLOIÏATIE-KOSTEN VAN SPOORWEGEN OP JAVA, noou J. P. DE BORDES, L. K. lust. I. TT.

/Aï--^-*, EXPLOIÏATIE-KOSTEN VAN SPOORWEGEN OP JAVA, noou J. P. DE BORDES, L. K. lust. I. TT. /Aï--^-*, EXPLOIÏATIE-KOSTEN VAN SPOORWEGEN OP JAVA, noou J. P. DE BORDES, >A L. K. lust. I. TT. (Ovcrgeflrnlct uit do Notulen ciev Vorgudering van liet koninklijk Instituut van ingenienrs vnn 10 November

Nadere informatie

Rederlandschlndisde laatschappij

Rederlandschlndisde laatschappij J VAN-PE Rederlandschlndisde laatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. i:, o-i, Handel enz. JK ^f ",. 'T 4 STATUTEN VAN DE Rederlandsch-Indische Maatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. OGILVIE & Co. 1885.

Nadere informatie

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1.

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1. De oudste nog bewaard gebleven statuten, toen nog wetten, van de vereniging dateren van 1869. Het Gezelschap was nog eigenaar van het Musæum Medioburgense, dat om die reden ook in deze wetten wordt vermeld.

Nadere informatie

(Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen).

(Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen). ^ 1 i>l Caveant consules, ne quid detrimenti res publica capiat!" (Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen). Aan de HH. Leden van de Staten-Generaal worden hij al de vorigen nog de volgende

Nadere informatie

Lyy^j^s, In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor:

Lyy^j^s, In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor: Lyy^j^s,. ^ «In het Algemeen Handelsblad van den 5 December 187G ko7nt het navolgend opstel voor: Er zijn er in den lande, vooral onder de rechterlijke ambtenaren en jongere rechtsgeleerden, die het der

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

HOOFDSTUK V. Seinen op treinen, rangeerdeelen en bijzondere voertuigen te geven.

HOOFDSTUK V. Seinen op treinen, rangeerdeelen en bijzondere voertuigen te geven. 110 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. HOOFDSTUK V. Seinen op treinen, rangeerdeelen en bijzondere voertuigen te geven. Seinen op treinen. (Treinseinen). Bij treinen, waarvan het voorste en het achterste

Nadere informatie

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. (ET. 44.) WET van den 2$sten Juli) i85o, ter uitvoering van art, j der Grondwet. WIJ WILLEJI III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE

Nadere informatie

Uw rechten als treinpassagier in Europa

Uw rechten als treinpassagier in Europa Uw rechten als treinpassagier in Europa De europese Unie wil al haar inwoners dezelfde bescherming en rechten bieden als treinpassagier. De verordening 1371/2007 biedt treinpassagiers een betere informatie,

Nadere informatie

OVER HET WARMTETHEOREMA VANNERNST DOOR H. A. LORENTZ.

OVER HET WARMTETHEOREMA VANNERNST DOOR H. A. LORENTZ. OVER HE WARMEHEOREMA VANNERNS DOOR H. A. LORENZ. De thermodynamische stelling die eenige jaren geleden door Nernst werd opgesteld, komt hierop neer dat de entropieën van twee gecondenseerde, b.v. vaste

Nadere informatie

Voor electrische treinen gelden, behalve de hiervoor genoemde seinen, bovendien de in dit Hoofdstuk genoemde seinen.

Voor electrische treinen gelden, behalve de hiervoor genoemde seinen, bovendien de in dit Hoofdstuk genoemde seinen. 146 Omschrijving der seinen en seinmiddelen. HOOFDSTUK VIII. Voor electrische treinen gelden, behalve de hiervoor genoemde seinen, bovendien de in dit Hoofdstuk genoemde seinen. Sein 59. Langzaam rijden.

Nadere informatie

Ethica van Spinoza. (vertaald door D. Burger)

Ethica van Spinoza. (vertaald door D. Burger) Ethica van Spinoza (vertaald door D. Burger) Deze tekst is uitsluitend voor persoonlijk gebruik. Commercieel gebruik is niet toegestaan. Evenmin is het toegestaan de tekst te wijzigen, bewerken, geheel

Nadere informatie

Or, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7. ,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!.

Or, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7. ,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!. Or, W. J, LEYDn /!Nnl«msJag 8J7,...c F \ '- EEN TEHUIS VOOR WEEZEN IN ZUID-AFRIKA 1!. L. S. Het is velen in Holland wellicht bekend, hoe ik, eerst onlangs uit Zuid-Afrika teruggekeerd, den langen en b'!ngen

Nadere informatie

BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING

BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING TREINBESTUURDER BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING Publicatiedatum: 04/02/2015 NMBS B-TR.2 Inhoud Blz. 1. Spoorwegen 3 2. Sporen 6 3. Lichtseinen 8 4. Snelheidssignalisatie 14 5. Allerhande seinen 16-2

Nadere informatie

Wie heeft niet weder Schinkel s kinematograaf bezocht? Neen maar, dringen en nog eens dringen om er in te komen.

Wie heeft niet weder Schinkel s kinematograaf bezocht? Neen maar, dringen en nog eens dringen om er in te komen. Cinema Schinkel Wie heeft niet weder Schinkel s kinematograaf bezocht? Neen maar, dringen en nog eens dringen om er in te komen. De kermisbioscoop van Schinkel circa 1910 Om een goed plaatsje te krijgen

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING H - 3 HARDE HOUTVEZELPLATEN UITGAVE : 1967 Index 1. VOORWAARDEN VAN VERVAARDIGING...3 10. UITZICHT...3 11. KWALITEIT...3 12. AFMETINGEN...3

Nadere informatie

PPJ6RAMMA èf kefiéigbèit vepeigch om tst de versehtkenée. met friejarigen' mnm voor meisjes te Batavia te wöpdeh teegelatee.

PPJ6RAMMA èf kefiéigbèit vepeigch om tst de versehtkenée. met friejarigen' mnm voor meisjes te Batavia te wöpdeh teegelatee. PPJ6RAMMA èf kefiéigbèit vepeigch om tst de versehtkenée klassee UÏI de tesgere faupppieiioai met friejarigen' mnm voor meisjes te Batavia te wöpdeh teegelatee. (Strekkende m voldoening aan de voorlaatste

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren

Nadere informatie

UW RECHTEN ALS TREINPASSAGIER IN EUROPA

UW RECHTEN ALS TREINPASSAGIER IN EUROPA UW RECHTEN ALS TREINPASSAGIER IN EUROPA De Europese Unie wil al haar inwoners dezelfde bescherming en rechten bieden als treinpassagier. De Verordening 1371/2007 biedt treinpassagiers een betere informatie,

Nadere informatie

ontladingsverschijnselen. Bij den Heer P. Noordhoff te Groningen is een boekje uitgekomen samengesteld

ontladingsverschijnselen. Bij den Heer P. Noordhoff te Groningen is een boekje uitgekomen samengesteld 180 TIJD EN KALENDER Boekbeoordeeling. samengesteld Bij den Heer P. Noordhoff te Groningen is een boekje uitgekomen»beveiliging tegen bliksemschade door Dr. D. van Gulik maatschappij van en uitgegeven

Nadere informatie

No S5 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN. No. 2

No S5 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN. No. 2 No S5 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING TRACTIE-WEERSTANDEN. No. 2 Nix - BANDOENG. i TRACTIE-WEERSTANDEN. No. 2. Ter aanvulling, en op een enkel punt verbetering van de over dit

Nadere informatie

Rij- en rusttijden voor het wegvervoer

Rij- en rusttijden voor het wegvervoer Rij- en rusttijden voor het wegvervoer Sedert 11 april 2007 zijn nieuwe regels van toepassing m.b.t. de rij- en rusttijden voor het wegvervoer (Koninklijk besluit van 9 april 2007 houdende uitvoering van

Nadere informatie

Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?el"tins^ uil clr

Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?eltins^ uil clr Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?el"tins^ uil clr OUüFiRiJJKI. i'fk/i.«^ 1 i 1 DOOR MEVROUW VLIELANDER HEIN COUPERUS. 'S-GRAVENHAGE, W. P. VAN STOCKUM & ZOON 1908 Prijs 25 cent. Een woord over eene

Nadere informatie

Aan. de Tweede Kamer de Staten-Generaal.

Aan. de Tweede Kamer de Staten-Generaal. ^, Aan de Tweede Kamer de Staten-Generaal. Den len Maart jl. werden door Zijne Excellentie den Minister van Justitie bij Uwe Vergadering ingediend wetsontwerpen, betreffende de inrichting en het rechtsgebied

Nadere informatie

Dossier : snelheid 1

Dossier : snelheid 1 Dossier : snelheid 1 Overdreven of onaangepaste snelheid verhoogt het risico op en de ernst van verkeersongevallen aanzienlijk. Niets nieuws, aangezien het om een basisgegeven van de verkeersveiligheid

Nadere informatie

Uit: Niks relatief. Vincent Icke Contact, 2005

Uit: Niks relatief. Vincent Icke Contact, 2005 Uit: Niks relatief Vincent Icke Contact, 2005 Dé formule Snappiknie kanniknie Waarschijnlijk is E = mc 2 de beroemdste formule aller tijden, tenminste als je afgaat op de meerderheid van stemmen. De formule

Nadere informatie

Maken van een helix voor n-spoor... 1. Bepalen van de maten... 2. voorbereiden en testen... 3. Zagen, in elkaar zetten EN sporen leggen...

Maken van een helix voor n-spoor... 1. Bepalen van de maten... 2. voorbereiden en testen... 3. Zagen, in elkaar zetten EN sporen leggen... MAKEN VAN EEN HELIX VOOR N-SPOOR Zoals de meesten van jullie wel hebben ondervonden is het gebruik van een helix aan te raden om hoogtes te overwinnen. Dit is soms een lastige klus om dit te ontwerpen.

Nadere informatie

Brief Syt A , Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859

Brief Syt A , Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859 Brief Syt A 1859 050-051. 0056-0057, Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859 Zeer Geachte Heer! Naar t mij voorkomt heb ik mij betreffende het corr n van den tweeden druk niet duidelijk uitgedrukt, of

Nadere informatie

N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876.

N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876. A A (Extract). EXTRACT nit het Register der Resolutien van den Minister van Financien. In- en uitgaande regteu en accijnsen. N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876. Dc Minister, enz. Heeft goedgevonden

Nadere informatie

24 Januari 1948, beide uit Paramaribo, hoofdstad van Suriname. Hij verzocht me jou te schrijven

24 Januari 1948, beide uit Paramaribo, hoofdstad van Suriname. Hij verzocht me jou te schrijven Mr. A. J. H. L. ADAM WARNSVELD, 2 Februari 1948 Boschlaan 7 Beste Renzo, Reeds twee brieven kreeg ik van je va.der, de eene gedateerd 19 Januari en de andere 24 Januari 1948, beide uit Paramaribo, hoofdstad

Nadere informatie

DE RAAD VAN BEROEP VOOR DE DIRECTE BELASTINGEN TE s-gravenhage,

DE RAAD VAN BEROEP VOOR DE DIRECTE BELASTINGEN TE s-gravenhage, RAAD VAN BEROEP voor de DIRECTE BELASTINGEN te s-gravenhage. Aangeteekend per post aan partijen toegezonden 26 Mei 1937 De Secretaris van den Raad van Beroep voor de directe belastingen te s-gravenhage

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14162 Nadere regelen tot beëindiging van de afwikkeling van de oorlogs- en watersnoodschaden en van schaden in de zin van de Wet Overheidsaansprakelijkheid

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. verder te noemen WSV De Merwede, vertegenwoordigd door C.T. Koot en H.L. van der Beem,

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. verder te noemen WSV De Merwede, vertegenwoordigd door C.T. Koot en H.L. van der Beem, Zaaknummer: S17b-05 Datum uitspraak: 25 augustus 2010 Plaats uitspraak: Zaandam DE RIJDENDE RECHTER in het geschil tussen: J.J. Bruining te Gorinchem verder te noemen: Bruining, tegen: Bindend Advies Watersportvereniging

Nadere informatie

PROJECTNUMMER D ONZE REFERENTIE D

PROJECTNUMMER D ONZE REFERENTIE D ONDERWERP Samenvatting Akoestisch onderzoek Zevenaar-Didam-Wehl DATUM 25-8-2016 PROJECTNUMMER D02131.000095 ONZE REFERENTIE 078983752 D VAN Johan Christen AAN ProRail Het spoortraject Arnhem-Winterswijk

Nadere informatie

17 september 1944 1 juni 1975 Goederenvervoer: 1 februari 1905 2 maart 1970

17 september 1944 1 juni 1975 Goederenvervoer: 1 februari 1905 2 maart 1970 pagina 1 van 5 Halte Bergentheim Gewijzigd: e:10-07-2010 Inhoud: Gegevens halte Exploitatie Gebouwen Emplacement Spoorweghaven Personeel Gegevens plaats Links: Fabrieksaansluitingen: Turfstrooiselfabriek

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. Zaaknummer: S21-29 Datum uitspraak: 29 januari 2015 Plaats uitspraak: Zeist DE RIJDENDE RECHTER Bindend Advies in het geschil tussen: S. van der Veen en T. van der Veen--Koster te Ferwert, verder te noemen:

Nadere informatie

No. 108 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING 2«PRIJSVRAAG VERBETERING VAN KAMPONGWEGEN. «.amixtco.bandoelie

No. 108 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING 2«PRIJSVRAAG VERBETERING VAN KAMPONGWEGEN. «.amixtco.bandoelie No. 108 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING 2«PRIJSVRAAG VERBETERING VAN KAMPONGWEGEN. «.amixtco.bandoelie PRIJSVRAAG van de N. L W. V- Nu de verschillende stadsgemeenten in Ned.-Indië

Nadere informatie

DE BEGRAAFPLAATS AAN DE OUDE TORENLAAN door P. Timmer

DE BEGRAAFPLAATS AAN DE OUDE TORENLAAN door P. Timmer DE BEGRAAFPLAATS AAN DE OUDE TORENLAAN door P. Timmer Bij verschillende gelegenheden in de afgelopen maanden heeft onze vereniging zich beijverd om te komen tot een verbetering van ommuring en terrein

Nadere informatie

DE GENEESKUNDIGE DIENST IN SURINAME

DE GENEESKUNDIGE DIENST IN SURINAME DE GENEESKUNDIGE DIENST IN SURINAME DOOR P. COOL De in de West-Indische Gids van Juli en October 1.1. verschenen stukken, resp. van de hand van den heer van Drimmelen, getiteld een uitweg voor verzinkend

Nadere informatie

ARAD 06. Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's. Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen 1. ALGEMEEN

ARAD 06. Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's. Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen 1. ALGEMEEN ARAD 06 Deel V Titel II Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen Hoofdstuk II Wegvoertuigen in beweging 1. ALGEMEEN 935 1) De bestuurders moeten

Nadere informatie

PUBLICATIE VAN DE. NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN

PUBLICATIE VAN DE. NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN No. 146 28-3-'36 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WECxENVEREENIGING CENTRAAL PROEFSTATION EN STUDIE BUREAU OP WEGENGEBIED VOLKENBONDS - A ANBE VELIN GEN OMTRENT DE BEBAKENING VOOR SPOORBAAN OVERWEGEN

Nadere informatie

27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende <praalwagens>

27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende <praalwagens> FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER 27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit

Nadere informatie

Begrooting van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar 1932. 4. 33. 133

Begrooting van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar 1932. 4. 33. 133 Begrooting van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar 19... 1.. BIJLAGE N VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING. BESLUIT VAN DEN GOUVERNEUR-GENERAAL VAN NEDERLAND SCH-INDIE. Batavia, den 9den September 191 n.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 19064 Bedrijfsovername in de land- en tuinbouw Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW EN VISSERIJ Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

HC zd. 22 nr. 32. dia 1 HC zd. 22 nr. 32 een spannend onderwerp als dit niet waar is, valt alles duigen of zoals Paulus het zegt in 1 Kor. 15 : 19 als wij alleen voor dit leven op Christus hopen zijn wij de beklagenswaardigste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 759 Vaststelling en invoering van afdeling 8.14.1 (verkeersongevallen) van het Burgerlijk Wetboek Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede

Nadere informatie

Toetsen van hypothesen

Toetsen van hypothesen Toetsen van hypothesen 1 Het probleem 25 maart 2003 De busmaatschappij De Lijn heeft gemiddeld per dag 20000 reizigers in de stad Antwerpen. Tegenwoordig zijn er heel wat reizigers die proberen met de

Nadere informatie

1 O0 200 zoo c.m. + N.A.P. 40 O ies

1 O0 200 zoo c.m. + N.A.P. 40 O ies 1 O0 200 zoo c.m. + N.A.P. 40 O ies. ~ 3863 é 3-NDV1U38 RIJII,;,"'lt'1' :;S'i'AA'l' -------------- No.4025 Z Vervolg op dzz.schrijven van 18 October 1938, No.3821 Z. Betreffende I Toepassing wet droogmakerijen

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-205 d.d. 19 mei 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, drs. L.B. Lauwaars RA en R.H.G. Mijné, leden en mr. I.M.M. Vermeer, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Doel. Spel. www.ihots.nl. Duur: - Groep - Individueel. Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief.

Doel. Spel. www.ihots.nl. Duur: - Groep - Individueel. Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief. www.ihots.nl Doel Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief Spel Alle spellen Gebruik deze spiekbrief telkens wanneer je een spel start in de ihots app. Laat je inspireren door de

Nadere informatie

Treinramp. Je koopt wel een ticket. Mensen Wat een drama! De NMBS voor de treinen is wel een Deze keer liep het anders...

Treinramp. Je koopt wel een ticket. Mensen Wat een drama! De NMBS voor de treinen is wel een Deze keer liep het anders... Treinramp Auteur: Jeroen Defauw vervoer waar iedereen mee mag. Je koopt wel een ticket. Mensen Wat een drama! die geen eigen auto hebben, kunnen zo bijna overal naartoe! In België hebben we de bus, de

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2009 - I

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2009 - I Autobanden Er bestaan veel verschillende merken autobanden en per merk zijn er banden in allerlei soorten en maten. De diameter van de band hangt af van de diameter van de velg en de hoogte van de band.

Nadere informatie

Mag ik jou een vraag stellen?

Mag ik jou een vraag stellen? Mag ik jou een vraag stellen? Mag ik jou, die dit leest, een zeer belangrijke vraag stellen? Stel dat je vandaag zou sterven, doordat er iets verschrikkelijks gebeurt, bijvoorbeeld een auto ongeluk of

Nadere informatie

De Bonwall Articulator.

De Bonwall Articulator. De Bonwall Articulator. Alvorens den Bonwill Articulator te beschrijven wil ik eerst eens pogen de gronden aan te toonen, die het bestaan van dezen articulator rechtvaardigen en ieder de onmisbaarheid

Nadere informatie

4.3.3 Etiket M4 of R2 "Remleiding buiten dienst"

4.3.3 Etiket M4 of R2 Remleiding buiten dienst Vergezellende bediende goederentreinen Leseenheid 4 Blz. 16 Vergezellende bediende goederentreinen Leseenheid 4 Blz. 17 Vergezellende bediende goederentreinen Leseenheid 4 Blz. 18 Vergezellende bediende

Nadere informatie

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst (Tekst geldend op: 18-03-2009) Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

ONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & 2 i j ne Sxc.e Henti de n Minis t er van Onderwijs». Kunsten en Wetenschappen

ONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & 2 i j ne Sxc.e Henti de n Minis t er van Onderwijs». Kunsten en Wetenschappen ONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & Statenlaan 125. Bericht op schrijven van Meiv^gsèïieve bij het antwoord dagteekening 17. JU\XJ

Nadere informatie

INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)

INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Blad 1 INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend als schriftelijk

Nadere informatie

ONTSPORING VASTSTELLINGEN AANGAANDE DE BOVENBOUW VAN HET SPOOR

ONTSPORING VASTSTELLINGEN AANGAANDE DE BOVENBOUW VAN HET SPOOR Bijlage 3 blz. 1 ONTSPORING VASTSTELLINGEN AANGAANDE DE BOVENBOUW VAN HET SPOOR Station :... Seinhuis / blok :... Werkplaats :... Bundel :... Spoortoestel :... Spoor :... Lijn :... van... naar... Spoor

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden voor Verbouwingen

Algemene Voorwaarden voor Verbouwingen Algemene Voorwaarden voor Verbouwingen Artikel 1: Verplichtingen van de opdrachtgever 1. De opdrachtgever zorgt ervoor dat de aannemer tijdig kan beschikken over de gedeelten van de woning waaraan het

Nadere informatie

Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie?

Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie? Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie? Johannes 14:6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. Genesis 20:1-12 1 Abraham

Nadere informatie

Artikel 185 WW. Spoorboekje

Artikel 185 WW. Spoorboekje Artikel 185 WW Spoorboekje Wanneer is art. 185 WVW van toepassing? Er moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan wil art. 185 WVW van toepassing zijn. Allereerst zal er sprake moeten zijn van een ongeval

Nadere informatie

Bewijzen voor het bestaan van Allah

Bewijzen voor het bestaan van Allah Bewijzen voor het bestaan van Allah ] لونلدية - dutch [ nederlands - revisie: Yassien Abo Abdillah Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad) 2013-1434 Islam voor iedereen أدلة وجود االله» بة ال اهلونلدية «مراجعة:

Nadere informatie

Bij beschikking van den Minister van Defensie van 25 September 1939 is

Bij beschikking van den Minister van Defensie van 25 September 1939 is ARTILLERISTISCHE OPGAVEN DOOR H. J. J. W. DÜRST BRITT. Majoor 2 R. A. Bij beschikking van den Minister van Defensie van 25 September 1939 is een nieuwe Schootstafel voor het Kanon van 7 Veld (1939) vastgesteld.

Nadere informatie

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 Katern 2 Getaltheorie Inhoudsopgave 1 Delers 1 2 Deelbaarheid door 2, 3, 5, 9 en 11 6 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 1 Delers In Katern 1 heb je geleerd wat een deler van een getal

Nadere informatie

Extra oefenopgaven Deel 1

Extra oefenopgaven Deel 1 1 BEREIKBAARHEID EN RUIMTELIJKE INTERACTIE Bereikbaarheid 1.1 De ooit geplande Rijksweg A3 Onderstaand schema geeft de Randstad weer met enkele kernen. In het originele Rijkswegenplan uit 1927 was ook

Nadere informatie

1.2 Belanghebbende heeft een op 17 april 2014 gedateerd verweerschrift met bijlagen ingediend.

1.2 Belanghebbende heeft een op 17 april 2014 gedateerd verweerschrift met bijlagen ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2014-019 d.d. 16 juni 2014 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.P. Peijster, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

Maar, - ik heb mij niet duidelijk uitgesproken; of wel, gij zegt bij u zelf: raden in die zaak doe ik ongaarne.

Maar, - ik heb mij niet duidelijk uitgesproken; of wel, gij zegt bij u zelf: raden in die zaak doe ik ongaarne. Brief aan Kruseman 19 maart 1877 Universiteitsbibliotheek Leiden LTK 1422 > 0016-17 Beste vriend! Dank voor uw hartelijk schrijven. T doet me zoo n innig pleizier dat mijn Reuske u niet is tegengevallen!

Nadere informatie

No. 33 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING RESULTATEN VAN PRAKTIJKPROEVEN. VERWERKING VAN KOUD ASPHALT. No.

No. 33 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING RESULTATEN VAN PRAKTIJKPROEVEN. VERWERKING VAN KOUD ASPHALT. No. No. 33 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING RESULTATEN VAN PRAKTIJKPROEVEN. VERWERKING VAN KOUD ASPHALT. No. 1 NIX BANUOHNG VERWERKING VAN KOUD ASPHALT. No. L Inleiding, 1. Het werkplan

Nadere informatie

Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs

Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs (mr. R. Holtmaat, voorzitter; R. Limper, J. Winkels) Uitspraaknr. 99.049 Datum: 2 december 1999 Beëindiging proefplaatsing

Nadere informatie

BTW in de paardensector: twee uitzonderingen 1

BTW in de paardensector: twee uitzonderingen 1 BTW in de paardensector: twee uitzonderingen 1 BTW IN DE PAARDENSECTOR TWEE UITZONDERINGEN Reeds vele jaren dringt de Belgische Confederatie van het Paard er bij de overheid op aan om voor de paardensector

Nadere informatie

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief 5.6 Het s hoger onderwijs in internationaal perspectief In de meeste landen van de is de vraag naar hoger onderwijs tussen 1995 en 2002 fors gegroeid. Ook in gaat een steeds groter deel van de bevolking

Nadere informatie

R A A D V O O R G E S C H I L L E N van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants

R A A D V O O R G E S C H I L L E N van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants Nummer 5052181 R A A D V O O R G E S C H I L L E N van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants heeft bij wijze van bindend advies de volgende uitspraak gedaan in zake het geschil tussen: X eiseres

Nadere informatie

9.1 Oppervlakte-eenheden [1]

9.1 Oppervlakte-eenheden [1] 9.1 Oppervlakte-eenheden [1] De omtrek van een figuur bereken je door uit te rekenen hoe lang het is als je één keer langs de rand van de figuur gaat. Omtrek = l + l + l + l + l + l + l + l = 14 + 8 +

Nadere informatie

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Inhoudsopgave WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Artikel 1... 3 Artikel 2... 3 Artikel 3... 3 Artikel 4... 3 Artikel 5... 3 Artikel 6... 3 Artikel 7... 3 Artikel 8... 4 Artikel 9... 4 Artikel 10...

Nadere informatie

Stiefkinderen van de Filatelie Spoorwegzegels

Stiefkinderen van de Filatelie Spoorwegzegels Stiefkinderen van de Filatelie Spoorwegzegels 1 Inleiding Het vervoer van post met de trein was een zaak van de PTT. Met de spoorwegen werden contracten afgesloten over het vervoer van afgesloten zakken

Nadere informatie

1 van :09

1 van :09 1 van 11 30-12-2013 21:09 Spoorwegwet 1875 (Tekst geldend op: 30-12-2013) Wet van 9 april 1875, tot regeling van de dienst en het gebruik der spoorwegen, en zulks met intrekking der wet van 21 augustus

Nadere informatie

Waar in de Bijbel vraagt God aan Abraham om een opmerkelijk offer? Genesis 22. Abraham wordt door God op de proef gesteld!

Waar in de Bijbel vraagt God aan Abraham om een opmerkelijk offer? Genesis 22. Abraham wordt door God op de proef gesteld! Waar in de Bijbel vraagt God aan Abraham om een opmerkelijk offer? Genesis 22 Abraham wordt door God op de proef gesteld! Wat verzoekt God aan Abraham? Genesis 22:2 2 En Hij zeide: Neem toch uw zoon, uw

Nadere informatie

PROBLEEMOPLOSSEND DENKEN MET

PROBLEEMOPLOSSEND DENKEN MET PROBLEEMOPLOSSEND DENKEN MET Van onderzoekend leren naar leren onderzoeken in de tweede en derde graad Luc Gheysens DPB-Brugge 2012 PROBLEEM 1 Stelling van Pythagoras en gelijkvormige driehoeken Hieronder

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 123 d.d. 11 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 123 d.d. 11 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 123 d.d. 11 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter) Samenvatting Toerekenbare tekortkoming. Naar billijkheid vaststellen van schade.

Nadere informatie

AUTORIJSCHOOL JOHN VAN DEN KIEBOOM VLAMINGVAART 49 4651 GR STEENBERGEN

AUTORIJSCHOOL JOHN VAN DEN KIEBOOM VLAMINGVAART 49 4651 GR STEENBERGEN Op het examen worden natuurlijk wel eens fouten gemaakt. In de loop der jaren hebben wij al verschillende fouten gezien en daarom hebben wij besloten deze fouten, samen met enkele tips, op papier te zetten.

Nadere informatie

Wij WILLEM III, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.

Wij WILLEM III, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz. Wet van 9 april 1875, tot regeling van de dienst en het gebruik der spoorwegen, en zulks met intrekking der wet van 21 augustus 1859 (Staatsblad n. 98) Wij WILLEM III, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,

Nadere informatie

Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens

Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens Unica installatietechniek B.V. Schrevenweg 2 8024 HA Zwolle Tel. 038 4560456 Fax 038 4560404 Rijden met aanhangwagens Het gebruik van aanhangwagens in de bouw en

Nadere informatie

BEZUINIGING OP MARINE

BEZUINIGING OP MARINE '1^^ BEZUINIGING OP MARINE }:J' -'.iuircr^^i ' -V " UITGAVE VAN ÓE CE t]^ate êömmissie VOOR BEZUINIGING DER NEDERLANDS CHE MAAT SCHAPPIJ VOOR NIJVERHEID EN HANDEL.^^Jy I ^ "^mm Overdruk uit Maatschappij-Belang-en"

Nadere informatie

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed. 13-16 RvT Amsterdam Informatie aan niet-opdrachtgever. Oppervlakte woning. Klager heeft in 2006 een woning gekocht. Klager verwijt de makelaar van de verkoper dat hij in de verkoopbrochure heeft vermeld

Nadere informatie

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Nr 3213 ar. JZio GEMEENTE DORDRECHT UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Artikel l Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenarenreglement

Nadere informatie

Artikel 1 Toepassingsgebied

Artikel 1 Toepassingsgebied 154 Uniforme Regelen betreffende de verbindendverklaring van technische normen en de aanneming van uniforme technische voorschriften die van toepassing zijn op spoorwegmaterieel bestemd voor gebruik in

Nadere informatie

STOOMKETELS ^ PRINS HENDRIK", 3D. Hl. -^TKT O IL. F S O 3sr. Ovefgedrukt uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant van. 8 December 1877.

STOOMKETELS ^ PRINS HENDRIK, 3D. Hl. -^TKT O IL. F S O 3sr. Ovefgedrukt uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant van. 8 December 1877. 9 DE STOOMKETELS VAÏJ DE ^ PRINS HENDRIK", DOOE 3D. Hl. -^TKT O IL. F S O 3sr. Ovefgedrukt uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 8 December 1877. 5 DE STOOMKETELS TAN DE PRINS HENDRIK", DOOR \-' ID.

Nadere informatie

Tarieven met ingang van 1 juli 2012

Tarieven met ingang van 1 juli 2012 12345 Tarieven met ingang van 1 juli 2012 Motorrijtuigenbelasting In deze brochure vindt u de tarieven van motor rijtuigenbelasting voor motoren, personenauto s, bestelauto s, autobussen en vrachtauto

Nadere informatie