PYROTEC Roosterstookinstallatie 390 tot 1250 kw. Planningsaanwijzing. PYROTEC-roosterstookinstallatie

Transcriptie

1 PYROTEC Roosterstookinstallatie 390 tot 1250 kw Planningsaanwijzing PYROTEC-roosterstookinstallatie Volautomatische vastebrandstofketel voor de verbranding van houtsnippers, pellets, houtspanen en gemengd hout 5/2014

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Grondbeginselen van de verbranding van hout 1. 1 Grondbeginselen van de verbranding van hout voor warmte-opwekking... 6 lgemene grondbeginselen... 6 Bepalen van brandstofbehoefte... 7 Energiedichtheden van verschillende energiedragers in vergelijking met stookolie (richtwaarden) Grondbeginselen van de verbranding van houtpellets voor warmteopwekking... 8 Wat zijn houtpellets?... 8 Eisen aan de brandstof... 8 Levervormen Grondbeginselen van de verbranding van hout voor warmte-opwekking... 9 Wat zijn houtsnippers?... 9 Definitie grootteklassen houtsnippers volgens ÖNORM M Definitie grootteklassen houtsnippers volgens regelgeving "QM voor houtstookinstallaties"/en Eisen aan de brandstof Minimumeisen aan brandstoffen Inhoudsstoffen Niet-houtachtige brandstoffen uit biomassa Brandstoffen voorschriften en normen PYROTEC 2. 1 Productbeschrijving De voordelen op een rij Toestand bij levering Technische gegevens Technische gegevens Regeling 3. 1 Technische gegevens Pyrocontrol Functies Bediening: Toebehoren Pyrocontrol ansturing externe aandrijving ansturing externe aandrijving met fotocel Toebehoren Pyrocontrol vermogensmanagement Boilermanagement 5 sensoren (QM) Externe aanvraag an/uit Bedrijfsmelding potentiaalvrij Vermogenssignalen 0-10 V anvraag extra warmtegenerator Toebehoren Pyrocontrol afstandsoverdracht naloog storingsmeldingstoestel met accu Export van de bedrijfsgegevens via modbus TCP/IP Visualisering Pyrotec extern (draadgebonden) Mastercontrol voor installaties met twee ketels Functie Bediening Leveringsomvang Visualisering met het touchscreen Toebehoren Mastercontrol Calorimetersignaal anvraag bijkomende warmtegenerator naloog storingsmeldingstoestel met accu Export bedrijfsgegevens Mastercontrol Visualisering Mastercontrol extern (draadgebonden) Verwarmingswaterbuffer 4. 1 Technische gegevens verwarmingswaterbuffer Installatietoebehoren 5. 1 Keteltoebehoren Rookgasrecirculatie Isolatie rookgasrecirculatieleiding Verdringingsstaven utomatische ontstekingsinrichting anvoervijzel tweetraps Pneumatische reiniging Ketelveiligheidsinrichtingen Thermische afloopbeveiliging 100 C Thermisch blusklep C PYROTEC

3 Inhoudsopgave (vervolg) 5. 3 Toebehoren warmteverdeling Motor driewegkraan (retourtemperatuurverhoging) Pompen Toebehoren voor de rookgasafvoer Rookgasstofvanger Toebehoren ontassing Ontassing in een ascontainer Verlenging stijgvijzel Verlenging verbrandingsruimtevijzel Veiligheidsinrichting voor de terugbrandbeveiliging Cellenradsluis fsluitschuif M Valbuis L = 1,0 m Speciaal overgangsstuk Toebehoren voor de mobiele reiniging Reinigingsset met aszuiger, 90 l szuiger WS szuiger DS Technische gegevens Toebehoren aszuiger Brandstofafname 6. 1 Gebruiksmogelijkheden afnamesysteem volgens brandstof Overzicht Brandstofafname met vijzel fnamevijzel pellets, D = 120 mm andrijving pelletafnameschroef Brandstofafname met roerwerken Horizontale uitvoer H fvoervijzel H voor horizontale uitvoer H Onderbouw H Beschermplaat H voor wand van de brandstofopslagruimte fdekplaat H voor pellets Brandstofafname met trechteruitvoer Trechteruitvoer Bijkomende uitlaatflens Grote trechter Brandstofafname met schuifstanguitvoer Schuifstanguitvoering Maximale stoothoogtes Technische gegevens schuifstangaandrijving Krachten op het gebouw Gleufafvoer trekkend Middenuitvoer Gleufafvoer met vulfunctie Enkele schuifstangaandrijving Lasframe enkele schuifstangaandrijving Dubbele schuifstangaandrijving Lasframe dubbele schuifstangaandrijving Lasgrond brandstofopslagruimte Schuifstang Hydraulisch aggregaat SH-enkel Hydraulisch aggregaat S-dubbel Duwplaatvijzel D = 190 mm Duwplaatvijzel D = 250 mm andrijving duwplaatvijzel, standaard andrijving duwplaatvijzel, versterkt fdekking duwplaatvijzel Brandstoftransport 7. 1 Gebruiksmogelijkheden transportsysteem volgens brandstof Overzicht Brandstoftransport met vijzel Trogtransportvijzel andrijving trogtransportvijzel, standaard Buistransportvijzel andrijving buistransportvijzel, pellets andrijving buistransportvijzel, standaard andrijving buistransportvijzel, versterkt PYROTEC 3

4 Inhoudsopgave (vervolg) 8. Brandstofopslag 8. 1 Brandstofopslag in een door de installateur te plaatsen pelletopslagruimte en bij de dimensionering van de pelletopslagruimte Uitvoering van de pelletopslagruimte en benodigde systeemcomponenten Bijkomende veiligheidsaanwijzingen voor pelletopslagruimtes Beschermplanken met Z-hoekstukken Vul- en retourluchtaansluiting Toebehoren voor de door de installateur te plaatsen pelletopslagruimte Vullen van de door de installateur te voorziene brandstofopslagruimte Handmatig bediend silodeksel FDM 2,9/1,3 m Bunkerdeksel hydraulisch FDH Valbeveiligingsrooster 120 voor FDH Valbeveiligingsrooster 200 voor FDH Berijdbaar bunkerdeksel FDB Valbeveiligingsrooster 120 voor FDB Valbeveiligingsrooster 200 voor FDB Trilmotor voor valbeveiligingsrooster Hydraulisch aggregaat bunkervuldeksel Dekselaandrijving voor hydraulisch aggregaat Silovulschroef FS andrijving silovulschroef Planningsaanwijzingen 9. 1 Dimensionering van de installatie Keuze van het nominaal vermogen anvoertemperaturen Beveiligingstemperaturen Levering Inbrenging Opstelling Vereisten aan de stookruimte Vereisten van de stookverordening Verbrandingsluchttoevoer Minimumafstanden Hydraulische integratie Verwarmingsaansluitingen Ketelcircuit- en bijmengpompen Veiligheidstechnische uitrusting conform EN Installatievoorbeelden Veiligheidstechnische uitrusting Expansie Blusinrichtingen Bluswaterreservoir Blusinrichting met koudwatertoevoer Terugbrandbeveiliging ketelinstallatie Voorkomen overvulling verbrandingsruimte Herontstekingsbeveiliging (RZS) Terugbrandbeveiliging brandstoftoevoer (RSE) fsluitschuif Cellenradsluis Dubbele cellenradsluis met drukcompensatie Laagwaterniveaubeveiliging Max. drukbegrenzing Min. drukbegrenzing Veiligheidsklep Expansievat Brandveiligheid Brandbeveiliging brandstofmagazijn Ingebruikneming Brandstof voor de inbedrijfstelling Vullen van de verwarmingsinstallatie Brandstoffen Geschikte brandstoffen Rookgasaansluiting Schoorsteen Rookgasbuis Geluidsisolatie Steunen Vorstbescherming Voorkomen van schade door corrosie aan waterzijde Voorkomen van schade door corrosie aan de waterzijde PYROTEC

5 Inhoudsopgave (vervolg) 10. Bijlage Dimensionering expansievat Keuzevoorbeeld lgemene informatie aangaande lagedruk-heetwatergeneratoren met beveiligingstemperaturen tot 110 C ansluitingen van buisleidingen Elektrische installatie Gebruiksaanwijzing Rookgasinstallatie Controle tijdens de afnameprocedure door bouw- en woningtoezicht Index PYROTEC 5

6 Grondbeginselen van de verbranding van hout 1.1 Grondbeginselen van de verbranding van hout voor warmte-opwekking 1 lgemene grondbeginselen Stookwaarde van houtachtige biomassa afhankelijk van het watergehalte De energie-inhoud van hout wordt gewoonlijk uitgedrukt door middel van de stookwaarde H u. De stookwaarde is de energie die gewonnen kan worden bij de verbranding van één kilogram vochtig hout. Het aanwezige water in het rookgas komt voor in de vorm van damp. De verbrandingswaarde H o bevat bovendien de condensatiewarmte van de waterdamp die vrijkomt bij afkoeling naar de uitgangstemperatuur. Het watergehalte van een lading brandstof is de centrale invloedsfactor voor het verbrandingsproces. Het watergehalte bepaalt de energieinhoud en bijgevolg de energie die in een stookproces omgezet kan worden. De stookwaarde van brandstoffen ligt in de praktijk tussen 5,0 kwh/kg (18 MJ/kg) bij een watergehalte van 5 % en 1,5 kwh/kg (5,4 MJ/kg) bij een watergehalte van 60 %. Deze is afhankelijk van de houtsoort en vooral van het watergehalte of de vochtigheid van het hout. Het watergehalte is doorslaggevend voor de regelbaarheid van de deellastwerking en het emissiegedrag van de installatie. Bepaling van het watergehalte Het watergehalte wordt gewoonlijk bepaald volgens de zogenaamde droogkastmethode, waarop ook de norm van het CEN zich baseert. Daarbij wordt een brandstofmonster gewogen in natte toestand, enkele uren in een droogkast op ca. 105 C gedroogd en vervolgens opnieuw gewogen. Het percentage water in de brandstof wordt uitgedrukt als het watergehalte w. Toepassingsgebied brandstof volgens watergehalte De Pyrotec kan met houtachtige biomassa met een watergehalte tussen 5 en 50 % gebruikt worden. Vochtigheid (u) in % , ,5 Stookwaarde (Hu) in MJ/kg , B 2, Watergehalte (w) in % 1,5 0,5 Stookwaarde (Hu) in kwh/kg Zacht hout B Hard hout Watergehalte in % Boomsoort Maateenheid Spar kwh/kg 5,20 4,91 4,61 4,32 4,02 3,73 3,44 3,14 2,85 2,55 2,26 kwh/m³ kwh/stère kwh/srm Grenen kwh/kg 5,20 4,91 4,61 4,32 4,02 3,73 3,44 3,14 2,85 2,55 2,26 kwh/m³ kwh/stère kwh/srm PYROTEC

7 Grondbeginselen van de verbranding van hout (vervolg) Watergehalte in % Boomsoort Maateenheid Beuk kwh/kg 5,00 4,72 4,43 4,15 3,86 3,58 3,30 3,01 2,73 2,44 2,16 kwh/m³ kwh/stère kwh/srm Eik kwh/kg 5,00 4,72 4,43 4,15 3,86 3,58 3,30 3,01 2,73 2,44 2,16 kwh/m³ kwh/stère kwh/srm Populier kwh/kg 5,00 4,72 4,43 4,15 3,86 3,58 3,30 3,01 2,73 2,44 2,16 kwh/m³ kwh/stère kwh/srm Verband tussen het watergehalte en de brandstofvochtigheid Het percentage water in houthaksels, pellets, houtspanen en gemengd hout wordt ofwel door het watergehalte ofwel door de brandstofvochtigheid uitgedrukt. Daarbij heeft het watergehalte (in %) betrekking op de vochtige brandstofmassa of verse substantie (FS), en de brandstofvochtigheid op de absoluut droge brandstofmassa (TS). Voor Köb-producten wordt het watergehalte w gebruikt. Voorbeeld: ls 100 kg brandstof 50 kg water bevat, resulteert dit in een watergehalte van 50 % (w50) en een brandstofvochtigheid van 100 % (u=100) Watergehalte (w) in % Brandstofvochtigheid (u) in % Bepalen van brandstofbehoefte De behoefte aan brandstof kan worden bepaald aan de hand van de stookwaarde en het verlangde nominale vermogen. Het watergehalte van de brandstof en het rendement van de installatie zijn daarbij belangrijke invloedsfactoren. B = Pn PC x η i B Q Brandstofbehoefte in kg/u Verlangde nominale vermogen in kw Hu Stookwaarde in kwh/kg η Rendement van de installatie in % PYROTEC 7

8 Grondbeginselen van de verbranding van hout (vervolg) Energiedichtheden van verschillende energiedragers in vergelijking met stookolie (richtwaarden) 1 Stookolie Steenkool Houtpellets Beuk-kloofhout Spar-kloofhout Houtsnippers Stort-/ stapeldichtheid 840 kg/m³ 860 kg/sm³ 650 kg/sm³ 459 kg/sm³ 297 kg/sm³ 217 kg/sm³ Olie-equivalent kilogramm 0,84 kg 1,28 kg 2,16 kg 2,35 kg 2,30 kg 2,25 kg Olie-equivalent liter 1,00 l 1,49 l 3,33 l 5,11 l 7,73 l 10,36 l 1.2 Grondbeginselen van de verbranding van houtpellets voor warmteopwekking Wat zijn houtpellets? ls grondstof voor houtpellets worden voor 100% zuivere houtresten verwerkt. Deze grondstof is als afvalproduct in grote hoeveelheden terug te vinden in de houtverwerkende industrie, in de vorm van schaafkrullen of zaagspanen. De houtresten worden onder hoge druk verdicht en gepelletiseerd, d.w.z. in een cilindrische vorm geperst. Het materiaal wordt volkomen droog opgeslagen en getransporteerd. Een volkomen droge opslag is ook bij de gebruiker van de installatie absoluut vereist. lleen zo kan een correcte en doeltreffende verbranding gegarandeerd worden. Eisen aan de brandstof Voor de verbranding in de Pyrotec moeten pellets worden gebruikt met een diameter van 6 mm, een lengte van 5 tot 30 mm (20% tot 45 mm) en een restvochtigheid van maximaal 10%. De voor de verbranding in de Pyrotec gebruikte houtpellets moeten aan de eisen van DIN plus of ÖNORM M 7135 voldoen. Vereiste EN , klasse 1 DIN plus en ÖNORM M7135 Diameter mm 6 (+/- 1) 4 tot 10 Lengte mm 3,15 L 40 5 x D Dichtheid kg/dm³ - > 1,12 Stortdichtheid kg/dm³ Stookwaarde MJ/kg 16,5 > 18 Watergehalte massa-% 10 < 10 Fijne fractie massa-% 1 < 1 Mechanische stevigheid massa-% 97,5 97,7 sgehalte % 0,7 < 0,5 ssmelttemperatuur C Chloorgehalte massa-% 0,02 < 0,02 Zwavelgehalte massa-% 0,05 < 0,04 Stikstofgehalte massa-% 0,3 < 0,3 Kopergehalte mg/kg 10 - Chroomgehalte mg/kg 10 - rseengehalte mg/kg 1 - Cadmiumgehalte mg/kg < 0,5 - Kwikgehalte mg/kg 0,1 - Loodgehalte mg/kg 10-8 PYROTEC

9 Grondbeginselen van de verbranding van hout (vervolg) Vereiste EN , klasse 1 DIN plus en ÖNORM M7135 Nikkelgehalte mg/kg 10 - Zinkgehalte mg/kg fbrokkeling % - 2,3 Pershulpmiddel % - 2 Ext. productiecontrole - - Ja Extra vereisten aan de brandstof door Köb *1 : lkalioxide in de as (K 2 O en Na 2 O) g/kg max. 1,0 SB start sintering van de as C min Kwaliteitskenmerken Goede pellets: Glad, glanzend oppervlak Gelijkmatige lengte Gering stofaandeel gaan onder in water Slechte pellets: brokkelig, ruw oppervlak Zeer variabele lengte Hoog stofaandeel drijven op water Levervormen In losse vorm worden de houtpellets per bulktransportwagen vervoerd en via een slangsysteem in de voorraadruimte geblazen. Een voorzichtige behandeling van de pellets staat garant voor weinig stof, een storingvrije brandstoftoevoer en een constant vermogen van de vastebrandstofketel. 1.3 Grondbeginselen van de verbranding van hout voor warmte-opwekking Wat zijn houtsnippers? ls grondstof voor houtsnippers wordt 100 % zuiver bos- en plantagehout verwerkt. Deze grondstof komt voor in de vorm van stammen of dikke takken. Dit hout wordt vervaardigd met behulp van snel draaiende en snijdende werktuigen, in overeenstemming met de norm ÖNORM M De brandstof moet ook bij de gebruiker van de installatie droog bewaard worden. lleen zo wordt een correcte en effectieve verbranding gegarandeerd. Definitie grootteklassen houtsnippers volgens ÖNORM M 7133 Totale massa 100 % Grove fractie max. 20 % Hoofdfractie 60 tot 100 % Fijne fractie (incl. fijne fractie) max. 20 % Grootteklassen houtsnippers G 30 fijn G 50 middelgrof G 100 grof max. doorsnede cm² max. lengte cm 8, nominale maaswijdte grove mm 16 31,5 63 zeef nominale maaswijdte middelgrove mm 2,8 5,6 11,2 zeef nominale maaswijdte fijne zeef mm Definitie grootteklassen houtsnippers volgens regelgeving "QM voor houtstookinstallaties"/en Houtsnippers of hakselhout P16 P45 P63 P100 P300 Hoofdfractie > 80 % van de massa mm 3,15 16 * * ,2 * , Fijne fractie mm < 1 < 1 < 1 < 1 < 1 < 5 % van de massa Grove fractie mm > 45 > 63 > 100 > 200 > 400 max. lengte van de deeltjes < 1 % van de massa alle < 85 Maximale lengte mm *2 200 *2 250 *2 - *1 Zie ook hoofdstuk minimumvereisten aan brandstoffen en hoofdstuk brandstoffen *2 Waarden volgens regelgeving "QM voor houtstookinstallaties" niet in overeenstemming met EN PYROTEC 9

10 Grondbeginselen van de verbranding van hout (vervolg) 1 Eisen aan de brandstof Voor de verbranding in de Pyrotec moeten houtsnippers met een maximaal grof aandeel van 20 %, een maximale doorsnede van 5 cm² en een maximale lengte van 12 cm (5 % met max. 16 cm) gebruikt worden. Het watergehalte van de houtsnippers mag max. 50 % (w50) bedragen. Stortdichtheid S (kg/m³), watergehalte W (%), grootte: G (mm) conform ÖNORM M 7133 en "QM voor houtstookinstallaties" S 130 w10 tot w20 G30/G50 P45/P63 *3 Zuivere zaagspanen S 130 < w15 G30/G50 P45/P63 *3 Spanen, houtsnippers van houtresten droog, gemengd S 200 w20 tot w35 G30/G50 P45/P63 *3 Zuivere zaagspanen S 200 < w15 G30/G50 P45/P63 *3 Spanen, houtsnippers van houtresten droog, gemengd S 250 < w15 G30/G50 P45/P63 *3 Spanen, houtsnippers van houtresten droog, gemengd S 250 w20 tot w35 G30/G50 P45/P63 *3 Zuivere zachte houtsnippers S 250 w35 tot w50 G30/G50 P45/P63 *3 Zuivere zaagspanen S 300 w20 tot w35 G30/G50 P45/P63 *3 zuivere zachte/harde houtsnippers S 300 w35 tot w50 G30/G50 P45/P63 *3 Zuivere zachte houtsnippers S 350 < w15 G30/G50 P45/P63 *3 Briketten van houtresten D40 tot D60 S 350 w20 tot w35 G30/G50 P45/P63 *3 zuivere harde houtsnippers S 350 w35 tot w50 G30/G50 P45/P63 *3 zuivere zachte/harde houtsnippers S 400 w35 tot w50 G30/G50 P45/P63 *3 zuivere harde houtsnippers S 650 < w10 Pellets conform EN klasse 1, zuiver, D van 6 tot 10 mm S 650 < w10 Pellets conform EN klasse 1, zuiver, D van 11 tot 14 mm Kwaliteitskenmerken Goede houtsnippers: Conform ÖNORM M 7133 Grootte tot G30 of G50 max. 5 % afwijkende houtsnippers Glad oppervlak Slechte houtsnippers: Rafelig oppervlak Meer dan 5 % afwijkende houtsnippers grove fractie groter dan 20 % Groter dan G Minimumeisen aan brandstoffen Inhoudsstoffen Bij de aanschaf van hout voor de verbranding moet u erop toezien dat het hout geen vreemde elementen bevat (b.v. stenen, metalen elementen, metselwerkresten, kunststoffen, enz.). Deze veranderen namelijk de samenstelling van het stookmateriaal en bijgevolg ook de belangrijkste parameters van het verbrandingsproces. Voor alle brandstoffen geldt de regel dat ze geen vreemde deeltjes zoals metalen elementen, stenen, metselwerkresten of kunststoffen mogen bevatten. De volgende grenswaarden (per kg brandstof droog) van de nietbrandbare inhoudsstoffen (as bij analysetemperatuur van 815 C) niet over- of onderschreden worden: Grenswaarde Vergelijking zuiver boshout Chloor Cl mg/kg max Zwavel S mg/kg max Som Cl, S mg/kg max Totale asgehalte g/kg max. 15,0 5,0 lkalioxide in de as (K 2 O en Na 2 O) g/kg max. 1,0 0,35 SB start sintering van de as C min ca Indien bovenstaande grenswaarden overschreden worden, resulteert dat in een kortere levensduur van de verbrandingskamer en vastebrandstofketel. Bovendien zullen er in dat geval meer en sneller onderhoudswerken nodig zijn. Ook het gehalte aan stofvormige en fijnkorrelige materialen dient tot een minimum beperkt te worden (conform ÖNORM M 7133). Max. percentage fijnste fractie, stof (houtdeeltjes < 1,0 mm volgens ÖNORM M 7133): 10,0 % van de totale massa Niet-houtachtige brandstoffen uit biomassa Niet-houtachtige brandstoffen uit biomassa, zoals naalden, loof, graan, stro, spelt, pitten enz. zijn als brandstof voor een storingvrije werking ongeschikt en hierdoor niet toegestaan. *3 Met beperking van de grove fractie < 1 % tot max. 125 mm lang 10 PYROTEC

11 Grondbeginselen van de verbranding van hout (vervolg) De brandstofkenmerken (basissamenstelling, assmeltpunt, enz.) wijken immers voor een deel sterk af van hout. De verbranding in een Pyrotec kan daardoor leiden tot het beïnvloeden van de verbrandingsprocedure. De chamottesteen en de warmtewisselaarsvlakken worden stevig belast. Garantieclaims zijn bijgevolg alleen geldig bij gebruik van toegelaten brandstoffen. 1 Brandstoffen voorschriften en normen Duitsland 1.BImSchV in de nieuwe versie van T-Luft uitgave Oostenrijk FV van Stookinstallatieverordening 3.(1) 3. Vaste brandstoffen Norm 15a B-VG inzake besparing van energie Norm 15a B-VG inzake veiligheidsmaatregelen voor kleine stookinstallaties Zwitserland Luchtreinheidsverordening LRV van (stand ) ÖNORM M 7133 Houtsnippers voor energiedoeleinden (1998) ÖNORM M 7135 Briketten van zuiver hout of zuivere boomschors (1998) ÖNORM M 7136 Houtpellets - kwaliteitsborging transport- en opslaglogistiek EN Verwarmingsketels voor vaste brandstoffen tabel 8 Testbrandstoffen EN Vaste biobrandstoffen QM voor houtstookinstallaties Regels en planningshandboek DIN Briketten van zuiver hout (1993) EN Vaste biobrandstoffen - brandstofspecificaties en -klassen - Deel 1: lgemene eisen EN Brandstofspecificaties en -klassen - Deel 2: Houtpellets voor niet-industrieel gebruik EN Vaste biobrandstoffen - brandstofspecificaties en -klassen - Deel 4: Houtsnippers voor niet-industrieel gebruik TRVB H 118/03 Technische richtlijn inzake preventieve brandveiligheid (Oostenrijkse richtlijn) PYROTEC 11

12 PYROTEC 2.1 Productbeschrijving 2 Drietreksketel B Buitenrooster met primaire lucht 2 C Veiligheidswarmtewisselaar D Secundaire lucht E Ontstekingsventilator F anvoervijzel met sperlaag G Stookbak met binnenrooster en primaire lucht 1 H safvoer K Deur verbrandingsruimte L Beweegbaar aanvoerrooster M Pneumatische reiniging De Pyrotec roosterstookinstallatie is speciaal voor de automatische verbranding van droge en vochtige brandstoffen (houtresten, houtpellets of houtsnippers tot max. W50) ontwikkeld. De installatie combineert op een optimale manier de voordelen van het stoken met onderschuifsysteem met de voordelen van de roosterstookinstallatie. De Pyrotec roosterstookinstallatie onderscheidt zich door het hoogste rendement en een perfecte verbranding in alle lasttrappen. De horizontale warmtewisselaar met pneumatische reiniging is vooral voor het gebruik van brandstof met hoog fijn aandeel interessant. De voordelen op een rij Hoog rendement dankzij beproefde verbrandingstechniek, drietrekswarmtewisselaar, modulerende vermogensregeling en geregelde primaire en secundaire luchttoevoer Eenvoudig onderhoud dankzij volautomatisch ontassing en optioneel pneumatisch reinigingssysteem Hoogtechnologische veiligheidsinrichtingen garanderen een veilige en betrouwbare werking Toestand bij levering fgemonteerde stalen verwarmingsketel voor houtpellets en houtsnippers volgens DINplus en ÖNORM M7135. Met geïntegreerde retourtemperatuurverhoging, deur verbrandingsruimte, asdeuren, asladen, reinigingstoestel. 1 toevoervijzel met afsluitlaag, incl. blusklep met vuilvanger 1 bedieningseenheid Pyrocontrol in schakelkast 1 rookgasventilator 1 bluswatertank met houder 1 automatische ontstekingsinrichting (optioneel) Sensoren en meetinrichtingen: Infrarood foto-elektrische beveiliging voor de niveaubewaking van de afsluitlaag van de toevoerschroef Veiligheidseindschakelaar op het revisiedeksel van de toevoerschroef De as wordt door de automatische uitvoer uit de stooksokkel verwijderd en in een standaardcontainer getransporteerd. Rendementen van meer dan 90 % maken bij modulerende werking hoogste jaarrendementen mogelijk. Vanaf een gebouwstooklast van 300 kw is het gebruik van een Pyrotec roosterstookinstallatie als basislastketel zinvol. Ook een combinatie met een zonnesysteem is zonder probleem mogelijk. De Pyrotec roosterstookinstallatie is volgens EN getest en goedgekeurd. Ze is volgens de machinerichtlijn vervaardigd en van het CE-kenteken voorzien. Daarnaast is de installatie aan de permanente controle door de TÜV onderworpen Optimaal vermogen van de installatie wordt door de constructie en levering van alle systeemcomponenten uit één hand bereikt utomatische ontstekingsinrichting vermijdt warmtebehoud en spaart brandstof (optie alleen voor brandstoffen met minder dan 40% watergehalte, dus < w40) Ontwerp op maat van uw installatie door ons specialistenteam Vermogensregeling van 30 tot 100% Klemsensor Pt1000 aan de aanvoervijzel Infrarood foto-elektrische beveiligingen voor de niveaubewaking van de brandstof in de verbrandingsruimte Zirkoniumdioxidesonde met meetwaardeomvormer (lambdasonde) Rookgastemperatuursensor Pt1000 Retourtemperatuursensor Pt1000 Keteltemperatuursensor Pt1000 Veiligheidstemperatuurbegrenzer (VTB) Onderdruksensor Overdrukbewaker Fotocel ontassing Eindschakelaar deur verbrandingsruimte 12 PYROTEC

13 PYROTEC (vervolg) 2.2 Technische gegevens Technische gegevens Handelsbenaming Pyrotec roosterstookinstallatie Nom. vermogen kw Best.nr Vermogensgegevens Nominaal vermogen bij genormeerde brandstof kw w45 *4 Continu warmtevermogen bij genormeerde kw brandstof w45 *5 Min. vermogen Q *6 min kw Verwarmingstechnische gegevens Inhoud aan verwarmingsgaszijde l Toegestane uitschakeltemperatuur van de veiligheidstemperatuurbegrenzer C Debiet water Debiet (diff. 10K) m³/h 33,54 45,58 61,92 81,70 107,50 Debiet (diff. 15K) m³/h 22,36 30,39 41,28 54,47 71,67 Debiet (diff. 20K) m³/h 16,77 22,79 30,96 40,85 53,75 Minimale retourtemperatuur C Inhoud ascontainer roosteras l Inhoud ascontainer rookgasstofvanger l Ketelwatervolume l Weerstanden aan verwarmingswaterzijde Weerstand aan waterzijde (diff. 10 K) Pa Weerstand aan waterzijde (diff. 15 K) Pa Weerstand aan waterzijde (diff. 20K) Pa Toegel. bedrijfsdruk Testdruk bar 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8 Maximale werkdruk bar Verwarmingsoppervlak m 2 26,32 42,50 55,50 74,80 91,00 CE-markering CE CE CE CE CE Ketelklasse conform EN Totale afmetingen Totale lengte mm Totale breedte (verwarmingsketel) mm Totale breedte (verwarmingsketel met aanvoervijzel) mm Totale hoogte (verwarmingsketel) mm Totale hoogte (verwarmingsketel met rookgasventilator) mm Gewichten Ketel kg Stookblok kg Verdringingsstaven kg Rookgasventilator kg anvoervijzel kg Totale gewicht zonder water kg Totale gewicht met water kg Max. elektr. opgen. vermogen Ontstekingstoestel W Elektrische aansluitingen (in totaal) W in de stookwerking W anvoervijzel W Primaire luchtventilator 1 W Primaire luchtventilator 2 W Secundaire luchtventilator W Rookgasventilator W Roosteraandrijving W Elektrisch vermogensverbruik bij Q N W Elektrisch vermogensverbruik bij Q min W *4 Bij gereinigde ketel en verbrandingsruimte, ketel uitgerust met een pneumatische ketelreiniging *5 Stabiliserend vermogen als de ketel als basisbelastingsketel wordt gebruikt bij continuwerking, uitgerust met een pneumatische ketelreiniging en met een reinigingsinterval (tijd tussen 2 reinigingen van de ketel) van 600 bedrijfsuren. *6 Q Q min : vermogenswerking modulerend geregeld (traploze vermogensregeling) Q Q min : Lage belasting met aan Q min /uit (stop and go - modus) PYROTEC 13

14 PYROTEC (vervolg) 2 Handelsbenaming Pyrotec roosterstookinstallatie Nom. vermogen kw Best.nr ansluitingen verwarmingsketel Ketelaanvoer en ketelretour DN Bluswateraansluiting R ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ftapkraan ketel R 1½ 1½ 1½ 1½ 1½ Veiligheidswarmtewisselaar R 4 x ½ 4 x ½ 8 x½ 8 x ½ 8 x ½ Dompelhuls voor thermische afloopbeveiliging R ½ ½ 2 x ½ 2 x ½ 2 x ½ (TS) Rookgas *7 Gemiddelde temperatuur (bruto *8 ) Gemiddelde rookgastemperatuur bij Q *9 N C Gemiddelde rookgastemperatuur bij Q min C Massadebiet Q N ; w5; O 2 8% g/s Q W35 ; w45; O 2 10% g/s Debiet Q N ; w5; O 2 8%; 150 C m 3 /s 0,26 0,36 0,48 0,63 0,83 Q W35 ; w45; O 2 10%; 150 C m 3 /s 0,37 0,50 0,67 0,88 1,15 Rookgasaansluiting 7 mm Benodigde pompdruk (bij maximale belasting) Pa -10 tot 0-10 tot 0-10 tot 0-10 tot 0-10 tot 0 Rendement Bij maximale belasting *10 % Bij deellast % *7 Rekenwaarden voor uitvoering van de rookgasinstallatie volgens EN gebaseerd op 12,0% CO 2. *8 Gemeten rookgastemperatuur als gemiddelde brutowaarde overeenkomstig EN 304 bij 20 C verbrandingsluchttemperatuur. *9 Rookgastemperatuur: Verlaging mogelijk door gebruik van de verdringingsstaven (Q N -20 C; Q min - 10 C) *10 voor droge brandstoffen (W5-W20) zonder recirculatie geringer. voor Pyrotec zonder verdringingsstaven geringer 14 PYROTEC

15 p c 678 d KR KV k a b m l PYROTEC (vervolg) 2 h g f e 470 n q. o KR Ketelretour KV Ketelaanvoer Maattabel Nom. vermogen kw a mm b mm c mm d mm e mm f mm g mm h mm k mm l mm m mm n mm o mm p mm PYROTEC 15

16 PYROTEC (vervolg) B D F H C E G K L 220 M b a Dompelhuls voor thermische afvoerbeveiliging B Ketelretour C Retourtemperatuursensor D andrijving asafvoer E Veiligheidstemperatuurbegrenzer (VTB) F Veiligheidswarmtewisselaar G Primaire luchtventilator 1 H Keteltemperatuursensor K Ketelaanvoer L Secundaire luchtventilator M anvoervijzel Maattabel Nom. vermogen kw a mm b mm KR KV B C D E F L K H G M N O V U T S R Q P KV Ketelaanvoer KR Ketelretour safvoer B C D Reinigingsdeksel rookgasverzamelaar Temperatuursensor verbrandingsruimte Druksensor 16 PYROTEC

17 PYROTEC (vervolg) E F G H K L M N Fotocel gloedstok Ontstekingstoestel Reinigingsdeksel stookbak Reinigingsdeksel buitenrooster Fotocel ontassing Keteldeur Reiniging pneumatisch Deur verbrandingsruimte O Eindschakelaar deur verbrandingsruimte P Primaire luchtventilator 2 Q andrijving aanvoerrooster R Klemsensor aanvoervijzel S Eindschakelaar onderhoudsdeksel T Fotocel aanvoervijzel U Bluswateraansluiting V ftapkraan ketel 2 PYROTEC 17

18 Regeling 3.1 Technische gegevens Pyrocontrol PLC voor de ketelinstallatie Pyrotec incl. de aansturing van de inrichtingen voor brandstofbelading conform de afzonderlijk vermelde artikelen. Het vermogen van de ketel wordt modulerend aan het warmteverbruik aangepast. Het regelcircuit van de verbrandingsoptimalisatie met lambdasonde overlapt het vermogensregelcircuit. Wat betreft brandveiligheid en veiligheid van personen worden de hoogste kwaliteitscriteria vervuld. 3 Functies Vermogensregelcircuit met modulerende werking ( %) Luchtgeleid met toerentalgeregelde luchttoevoerventilator afhankelijk van de aanvoertemperatuur Exacte brandstofaanvoer door de toevoerschroef vanuit doseercontainer met afsluitlaag Niveaubewaakt bijvullen van het doseerreservoir Begrenzing en verdeling van de brandstof in de verbrandingsruimte Emissiegeoptimaliseerd regelcircuit met fijncorrectie van het brandstof-luchtmengsel door lambdasonde De drukregeling garandeert een constante onderdruk in de verbrandingsruimte. Begrenzing van de temperatuur van de verbrandingsruimte met variatie van het luchtgetal ter bescherming van de vuurvaste bekleding Bediening: De bediening gebeurt via een touchscreen. lle bedrijfsgegevens kunnen op het display afgelezen worden. De gewenste waarden van alle belangrijke parameters kunnen eenvoudig ingevoerd worden. Storingsmeldingen worden als tekst weergegeven en in de volgorde van optreden weergegeven. Hoog houden van de retourtemperatuur door de ketel zorgt voor een lange levensduur van de ketel Veiligheidsinrichtingen ter vermijding van: Overtemperatuur Terugbrand Openen van de deur van de verbrandingsruimte Openen van een deksel van de belading Druk in de verbrandingsruimte Potentiaalvrije uitgang (storingsmelding) Touchscreen: Voor de bediening van de verwarmingsinstallatie. Het in de schakelkastdeur geïntegreerde touchscreen maakt visualiseringen en grafische evaluaties over de installatie mogelijk. Übersicht Status: Level 0 Zeit: Text: :45:01 Warnung Feuerrauntüre offen us 25,9 C 21,0 % 26,4 C 27,0 C 30,0 C 26,6 C 26,2 C KOB PYROTEC 0,0 C 0,0 C 26,4 C 27,0 C Einstellungen nalyse rchiv Kessel Ein Kessel us Sperren 18 PYROTEC

19 Regeling (vervolg) Schakelkast los, oppervlak poedergecoat. Uitvoering overeenkomstig ÖVE/VDE-richtlijnen volledig bedraad op rijgklemmen, voeding 3 x 400 V 50 Hz; stuurspanning 230 V of 24 V Vrij programmeerbare besturing Motorveiligheidsschakelaar voor alle aandrijvingen volgens de aparte prijspositie Frequentieomvormer voor ventilatormotoren Motorbeveiligingsschakelaar voor ketelcircuitpomp In de schakelkastdeur: Vierpolige hoofdschakelaar Touchscreen, 640 x 480 mm Documentatie incl. gebonden bedradingsschema, klemmenaansluitschema met kabelaanduidingen, bedienings- en onderhoudshandleiding, installatiehandleiding in opbergmap Sensoren en schakelaars gemonteerd op de toevoerschroef: Infrarood foto-elektrische beveiliging voor niveaubewaking van de afsluitlaag van de toevoerschroef Veiligheidseindschakelaar op het revisiedeksel van de toevoerschroef Klemsensor Pt1000 aan de aanvoervijzel Sensoren en schakelaars aan het branderblok en in de rookgasaansluiting (montage ter plaatse): Verbrandingsruimtetemperatuursensor NiCrNi Infrarood foto-elektrische beveiligingen voor niveaubewaking van de brandstof in de verbrandingsruimte Zirkoniumdioxidesonde met meetwaardeomvormer (lambdasonde) Rookgastemperatuursensor Pt1000 Onderdruksensor Overdrukbewaker Sensoren en schakelaars bovenaan op de ketel gemonteerd: Keteltemperatuursensor Pt1000 in aansluiting aanvoer Retourtemperatuursensor Pt1000 in aansluiting retour Veiligheidstemperatuurbegrenzer (VTB) 3 PYROTEC 19

20 Regeling (vervolg) 3.2 Toebehoren Pyrocontrol ansturing externe aandrijving ansturing van een externe pompaandrijving of schoepradsluis zonder reversering. De motoren worden tegen overbelasting beschermd. Motorveiligheidsschakelaar/relaiscombinatie voor aandrijfmotor compleet in de schakelkast geïntegreerd Ingang in de schakelkast voor veiligheidseindschakelaar aan het onderhoudsdeksel Uitgang in de schakelkast voor externe transportaandrijving Levering en montage van de veiligheidsschakelaars van de externe transportaandrijving gebeurt door de klant. lleen bij vastgelegde begrensde materiaaltoevoer (ervoor gemonteerde transportvijzel). De elektrische vermogensgegevens van de bestaande transportinrichting (kw, ampère, volt) moeten aangegeven worden. 3 ansturing externe aandrijving met fotocel ansturing van een externe transportaandrijving zonder omkering met onderbreking van de voorgeschakelde belading bij gevaar voor een overvulling in de inloop door ingebouwde fotocel. De motoren worden tegen overbelasting beschermd. Motorveiligheidsschakelaar/relaiscombinatie voor aandrijfmotor compleet in de schakelkast geïntegreerd Ingang in de schakelkast voor veiligheidseindschakelaar aan het onderhoudsdeksel Uitgang in de schakelkast voor externe transportaandrijving Infrarode fotocel aan de vijzelinloop gemonteerd Principieel voor de aansturing van een transportvijzel met externe motor na de externe uitvoer De elektrische vermogensgegevens van de bestaande transportinrichting (kw, ampère, volt) moeten aangegeven worden. 20 PYROTEC