H1: Vaardigheden. Engels VMBO

Transcriptie

1 H1: Vaardigheden Engels VMBO

2 Basisvaardigheden Opbouw van teksten Opbouw van alinea s Oriëntatie op een tekst Verschillende leesstrategieën Veel voorkomende woorden Signaalwoorden (H2) Hoe ga je om met moeilijke woorden? 2

3 Opbouw teksten Hoe zijn teksten opgebouwd? Titel, ondertitel, illustratie, tussenkopjes en alinea s. Structuur en opbouw van alinea s. inleiding middenstuk conclusie Inleiding leidt het onderwerp van de tekst kort in en geeft de lezer een idee van het onderwerp van de tekst. Middenstuk bestaat uit meerdere alinea s die de belangrijkste informatie uit de tekst bevatten. Conclusie herhaalt de belangrijkste punten uit de tekst. 3

4 Opbouw alineas Hoe zijn alinea's opgebouwd? Eén kernzin per alinea. deze geeft de hoofdgedachte van de alinea weer. Kernzin is (bijna) altijd de eerste of de laatste zin van de alinea De overige zinnen in een alinea leggen de kernzin uit LEES DUS ALTIJD EERST DE EERSTE EN LAATSTE ZIN VAN EEN ALINEA! 4

5 Voorbeeld We see beauty through filters shaped by our values and beliefs. Some people think wind turbines are ugly. I think smokestacks, smog, acid rain, coal-fired power plants and climate change are ugly. I think windmills are beautiful. 5

6 Oriëntatie op de tekst Bekijk de bron. Wat voor tekstsoort is het? Voor wie is het geschreven? Uit wat voor soort bron komt de tekst? Kijk naar de titel, ondertitel, misschien zijn er plaatjes of foto s, de tussenkoppen en een eventuele inleiding en probeer zo te ontdekken wat het onderwerp van de tekst is. Als je weet wat het onderwerp is, ga dan bij jezelf na wat je al over dit onderwerp weet. Probeer vervolgens een voorspelling te maken over de inhoud van de tekst. 6

7 Leesstrategieën Hoe lees ik een bepaalde tekst? Gedetailleerd lezen: Je doel is om de tekst goed te begrijpen. Je moet letten op hoofd- en bijzaken, op de grote lijnen en op de details. Je leest en herleest de tekst als het nodig is om de alles zo goed mogelijk te begrijpen. Scannen: Je doel is het vinden van een stukje informatie in de tekst. Je leest niet alles wat er staat, maar je let vooral op woorden die iets te maken hebben met de vraag en op signaalwoorden. Skimmen: Je doel is snel te weten te komen waar de tekst in grote lijnen over gaat. Je let op de titel, illustraties, tussenkoppen, de inleiding en de eerste en laatste zinnen van alinea s (alle teksten). 7

8 Leesstrategieën Voorspellen: Mobiliseer je voorkennis. Doe op basis van de gegevens die je door te skimmen te weten bent gekomen een voorspelling over de inhoud (alle teksten). LET OP! De structuur van een tekst is erg belangrijk. Ontdek de functie van alinea s en let op signaalwoorden om de tekst beter te begrijpen. 8

9 Veel voorkomende woorden Signaalwoorden Geven verbanden tussen delen van de tekst aan. Leer de betekenis en functie van de signaalwoorden. Voorvoegsels Helpen bij het raden van de betekenis van moeilijke woorden Door een voorvoegsel aan een woord toe te voegen ontstaat er een nieuw woord met een nieuwe betekenis. Raadpleeg de lijst met de meest voorkomende voorvoegsels. Basiswoordenlijst Een lijst van woorden die in de examenteksten van het centraal examen de laatste jaren veelvuldig zijn voorgekomen. Bekijk de lijst en leer de woorden die je nog niet kent (Engels-Nederlands). 9

10 Omgaan met moeilijke woorden Kijk voor je begint te lezen of er al woorden of begrippen vertaald of uitgelegd zijn. Die woorden vind je als voetnoot onder de tekst. Probeer de betekenis te raden door het woord te vergelijken met een andere taal. Maar let op false friends (zie lijst achterin). Kijk of er een bekend element in zit. Kijk bij samengestelde zelfstandige naamwoorden of je de vertaling van de samengestelde delen weet of kunt raden. Kijk goed naar de context. Vaak kun je de betekenis van een woord te weten komen als je de woorden en de zinnen in de omgeving van het bewuste woord begrijpt. Let op bij vragen die in het Nederlands gesteld worden, de vraag geeft soms de vertaling van een moeilijk woord prijs. 10

11 Omgaan met moeilijke woorden Gebruik van een woordenboek: Werk met een redelijk nieuw woordenboek. Werkwoordsvormen vind je niet in het woordenboek. Herleid deze tot de hele werkwoordsvorm zoek die op. Meervoudsvormen staan ook niet in het woordenboek. Probeer het enkelvoud te achterhalen en zoek dat op. (thief thieves) Zoek bij een samengesteld zelfstandig naamwoord eerst het hele woord op. Staat dit niet in het woordenboek, zoek dan de afzonderlijke delen op. (kitchentable = kitchen + table) Veel woorden hebben meerdere betekenissen. Kijk welke vertaling het beste in de zin past. (bear = to bear (dragen) of bear (beer)) 11