Inleiding. Het onderwijsprofiel SWV WSNS ZK. Planmatig handelen. Leerresultaten. Leerstofaanbod. Leertijd. Didactisch handelen. Pedagogisch handelen

Transcriptie

1 ONDERWIJSPROFIEL 1

2 INHOUDSOPGAVE Inleiding Het onderwijsprofiel SWV WSNS ZK Planmatig handelen Leerresultaten Leerstofaanbod Leertijd Didactisch handelen Pedagogisch handelen Klassenmanagement Bijlage

3 Inleiding Alle besturen hebben met de komst van passend onderwijs zorgplicht. De zorgplicht betekent dat iedere leerling een passende onderwijsplek moet krijgen. De besturen werken samen in het samenwerkingsverband om de zorgplicht te kunnen garanderen. Het samenwerkingsverband (alle besturen) moet zorgen voor een dekkend netwerk. Het samenwerkingsverband maakt via de onderwijsprofielen inzichtelijk hoe zij met de scholen zorgt voor een dekkend netwerk. Het kader voor het onderwijsprofiel wordt op SWV-niveau ontwikkeld zodat er zicht komt op het totale netwerk. De veranderingen zijn een prima gelegenheid om met elkaar een verdere kwaliteitsslag te slaan. De focus ligt op verdere kwaliteitsverbetering. Het samenwerkingsverband, bestaande uit de samenwerking van schoolbesturen, kan zich verder ontwikkelen in het tijdig signaleren en kan doorgaan met het verbeteren van opbrengstgericht werken in leerresultaten en leerkrachtvaardigheden.

4 Het onderwijsprofiel SWV WSNS ZK Een onderwijsprofiel van iedere school bestaat uit een basiszorg, een breedtezorg en een dieptezorg (zie landelijk referentiekader). In het Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland spreken we van een basisaanbod, een breedteaanbod en een diepteaanbod en formuleren scholen een plusaanbod. De onderwijsprofielen van de PO, SBO en SO scholen gezamenlijk leveren een onderwijscontinuüm op, waarmee wij alle leerlingen een passend onderwijsaanbod kunnen geven. Het breedte en het diepteaanbod op onze scholen is een intensivering van de onderwijsaanpak zoals de school het biedt in het basisaanbod. Dit geldt voor alle vormen van onderwijs. De onderwijsprofielen geven zicht op het onderwijsaanbod voor alle leerlingen in een school. Het onderwijsprofiel moet een zichtbare kwaliteit van onderwijs waarborgen. Een goed gedifferentieerd onderwijsaanbod op de basisschool zorgt ervoor dat veel leerlingen thuisnabij onderwijs kunnen volgen en slechts een beperkt aantal leerlingen een beroep hoeft te doen op het diepteaanbod. Het onderwijsprofiel is een instrument in handen van de schooldirecteur om het onderwijsaanbod te gericht te verbeteren. De vaste onderdelen van het onderwijsprofiel zijn: Planmatig werken De leerresultaten Een helder geformuleerd onderwijsaanbod en effectieve methodieken. De bewaking van de leertijd. De instructievaardigheden Het (pedagogisch) klimaat Het klassenmanagement We sluiten aan bij de begrippen in het waarderingskader van de inspectie en bij de vele kwaliteitsinstrumenten. Het zijn die elementen uit het primair proces die direct invloed hebben op de leerresultaten van de leerlingen. Het onderwijsprofiel hangt op deze wijze sterk samen met het onderwijskundig deel van het schoolplan en de onderdelen uit het kwaliteitssysteem van de school. Op iedere school is in het onderwijsprofiel beschreven hoe de school deze onderwijskwaliteit definieert en monitort. De vaste onderdelen van het onderwijsprofiel zijn voor al onze scholen gelijk. De onderdelen moeten beschreven worden in concreet waarneembaar gedrag. Het gedrag is meetbaar en beschreven in termen van wat zie ik. We vinden dat iedere school of ieder schoolbestuur zelf de elementen uit het onderwijsprofiel inhoudelijk vorm moet geven en eventueel een eigen ambitieniveau moet formuleren. Het betekent dat de onderwijsprofielen qua vorm vergelijkbaar zijn, maar qua inhoud per school en per bestuur moeten verschillen om te komen tot een dekkend netwerk.

5 Opbrengstgericht werken en verbetertrajecten op De Evenaar Het opbrengstgericht werken vindt altijd plaats op 2 niveaus; dat van de individuele leerkracht en dat van de school. Bijna altijd zijn de verbeteronderwerpen op schoolniveau te herleiden tot leerkrachtvaardigheden. Bij verbeteronderwerpen op schoolniveau geldt echter dat ze voor iedere leerkracht hetzelfde zijn. Terwijl de verbeteronderwerpen op groepsniveau per leerkracht verschillen. Het zijn de doelen die gesteld worden naar aanleiding van de opbrengstgesprekken met de individuele leerkrachten. OGW op schoolniveau OGW op leerkracht/groepsniveau OGW op beide Maand Actie Inhoud Augustus Week voorafgaand aan start lessen schooljaar Groepsleerkrachten 1 t/m 8 IB/Leerkracht Groepsbespreking groep 1 t/m 8 -Wat is op basis van de toetsresultaten de keuze voor het vakgebied dat je centraal wilt stellen(plus, basis, breedte) Overdracht - Bespreken groepsanalyse -en handelingsplannen, individueel of groep -Wat zijn je ambities ten aanzien van de leeropbrengsten Startvergadering Teamvergadering Bespreken evaluatie zorg, missie, visie Verbeterpunten. Waar staan we? 1 e week nieuwe schooljaar Startbijeenkomst verbetertraject -Terugblik vorig schooljaar -Introductie verbeteronderwerp en vooruitblik komend schooljaar -Actiepunten Begin September Zorgvergadering:Groepsanalyse Cito analyse Cito eind juni op groeps-en schoolniveau presentatie door leerkrachten resultaten en analyse School zelfevaluatie door directeur/ib-er Periode tot de herfstvakantie Groepsbespreking groep 1 t/m 8 -Leeropbrengsten 1 t/m 8 -Kindkenmerken 1 t/m 8 Van te voren wordt antwoord gegeven op de vraag of het groepsplan moet worden bijgesteld

6 Oktober -November Observaties in de groepen IB en directeur kijken in de groepen a.h.v. opgestelde kijkwijzers POP gesprekken Observaties gebaseerd op -Verbeteronderwerp(schoolniveau) -Individueel verbeterplan(leerkrachtniveau) Bevindingen en conclusies: -Afspraken op schoolniveau -Afspraken/aandachtspunten op leerkrachtniveau November Evaluatie teambespreking over het verbetertraject: -Leeropbrengsten -Verbeteronderwerp Bevindingen en conclusies -Voortgang leeropbrengsten -voortgang onderwerp verbeterplan Januari Februari Directie/IB M-toets Cito afnemen Cito analyse Cito jan. op groeps-en schoolniveau. Presentatie door leerkrachten resultaten en analyse Heeft het verbeteronderwerp het verwachtte effect op de leeropbrengsten? Leerkracht/IB Groepsbespreking groep 1 t/m 8 -Wat is op basis van de toetsresultaten de keuze voor het vakgebied dat je centraal wilt stellen(plus, basis, breedte) Groepsplannen aanpassen/bijstellen -Wat zijn je ambities ten aanzien van de leeropbrengsten Februari-Maart Bespreken opbrengsten Ib-er en bestuur School zelfevaluatie door directeur/ib-er Vanuit het onderwijsprofiel en de gegevens en visie van de leerkracht wordt een verbeterplan/traject geschreven: voortgang huidige plan van aanpak en evt. bijstelling opzet nieuwe plan van aanpak. Februari-Maart Tussentijdse evaluatie proces plan tot nu

7 Maart-April Observaties in de groepen IB en directeur kijken in de groepen a.h.v. opgestelde kijkwijzers voortgangsgesprekken Observaties gebaseerd op -Verbeteronderwerp(schoolniveau) -Individueel verbeterplan(leerkrachtniveau) Bevindingen en conclusies: -Afspraken op schoolniveau -Afspraken/aandachtspunten op leerkrachtniveau Mei-juni Evaluatie teambespreking over het verbetertraject -Leeropbrengsten -Verbeteronderwerp Evaluatie verbetertraject Vanuit het onderwijsprofiel en de gegevens en visie van de leerkracht wordt een nieuw verbeterplan/traject geschreven: -Uitbreiden onderwijsprofiel met nieuwe inhoud, of -Niveau huidige onderwijsprofiel verbeteren Juni Groepsbespreking groep 1 t/m 8 -Leeropbrengsten 1 t/m 8 -Kindkenmerken 1 t/m 8 Cito E afnemen Opstellen groepsanalyse en evt.handelingsplannen voor nieuw schooljaar *Kijkwijzers vormen input voor opbrengstgesprekken. En de opbrengstgesprekken vormen input voor keuze ontwikkelpunten POP(leerkrachtniveau en uiteindelijk ook schoolniveau). Dit is een vicieuze cirkel.

8 Leerresultaten In onderstaande tabel zijn de ondergrens en bovengrens opgenomen die horen bij de groep. Eerst in termen van vaardigheidscore en daaronder in termen van OC-waarde. Onder de landelijke norm is er ruimte voor de school om haar schoolnorm in te vullen, zowel de huidige, als de norm die de school over een. jaar wil behalen. Schooljaar De Evenaar Spelling M3 E3 M4 E4 M5 E5 M6 E6 M7 E7 M8 E8 Landelijke norm vs OC Huidige schoolresultaten vs OC Schoolnorm OC Schoolnorm over jaar Rekenen M3 E3 M4 E4 M5 E5 M6 E6 M7 E7 M8 E8 Landelijke norm vs OC Huidige schoolresultaten vs OC Schoolnorm OC Schoolnorm over jaar 8

9 DMT M3 E3 M4 E4 M5 E5 M6 E6 M7 E7 M8 E8 Landelijke norm vs OC Huidige schoolresultaten vs OC Schoolnorm OC Schoolnorm over jaar Begrijpend M3 E3 M4 E4 M5 E5 M6 E6 M7 E7 M8 E8 lezen Landelijke norm vs OC Huidige schoolresultaten vs OC Schoolnorm OC Schoolnorm over jaar Ondergrens OC-waarde Plus

10 Leerstofaanbod Het onderwijsaanbod wordt beschreven in methodieken en materialen. In het breedte en diepteaanbod staat hoe de school intensiveert voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Het aanbod wordt beschreven voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, rekenen & sociale competentie. Taal 1 2 Plus - Speciale activiteiten Kleuterplein (activiteiten met een stapje naar boven ). - Coöperatieve leeractiviteiten. - Zelf leervragen formuleren. - Hypotheses formuleren. Ambrasoft software. Verdiepingsmateriaal gericht op taal. - Taalactiviteiten Digibord (Gynzy). - Woordenschat: uitbreidingswoorden. - Samenlezen -Teken-en stempelschrift Kleuterplein: - Twee themamappen: De seizoenen en Ontdek de wereld. - Kennismakingsactiviteit (introductie nieuwe thema/activeren voorkennis). - Introductie van het themaverhaal (rode draad binnen thema). Beeldwoordenweb. Hiermee wordt het thema verkent, voorkennis geactiveerd en zichtbaar gemaakt wat de kinderen al weten en welke woorden ze al kennen. Tevens introductie van een paar belangrijke nieuwe woorden voor het thema. - Themavertelposters. Deze komen gedurende de verschillende thema s tijdens de verschillende activiteiten aan bod. - Praatpop Raai de Kraai. Vertelbeurten via logeerbeer. Voorleesoma. - Plannen maken: samen met de kinderen vooruit kijken binnen thema. Belangrijke gebeurtenissen, zoals een verjaardag, krijgen een plekje op de kalender. - Liedjes-cd. Elk thema heeft een themaliedje. - Lettertafel, met aanvullende activiteiten naast Kleuterplein. 5-minutenspelletjes Taal. Spelenderwijs werken aan de tussendoelen voor taal. - Lettermuur, met aanvullende activiteiten naast Kleuterplein. - Taalactiviteiten grote kring. - Ontwikkelingsmateriaal gericht op taal. - Thematafel. Deze wordt samen met de kinderen ingericht en tijdens het thema uitgebreid met nieuwe items. Woordenschatoefeningen met concreet materiaal. - Ambrasoft software. Methode-onafhankelijk totaalpakket met diverse taalactiviteiten. - Rijmboekje -Vertelbeurten via logeerbeer. Het leeskastje (maakt de tussendoelen concreet + vroegtijdige onderkenning leesproblemen. - 5-minutenspelletjes Taal. Spelenderwijs werken aan de tussendoelen voor taal. - Taalactiviteiten in kleine kring. - Taalactiviteiten Digibord (Gynzy). - Ontwikkelingsmateriaal gericht op taal. Woordenschat: basiswoorden. Deze woorden worden actief aangeboden aan taalzwakke kleuters. - Speciale activiteiten Kleuterplein (activiteiten met een stapje naar beneden ). - Taalplezier. Observatie- en hulpprogramma voor kleuters in de basisschool. -Pravoo hulpprogramma taal 10

11 Rekenen 1 2 Plus - Speciale rekenactiviteiten Kleuterplein (activiteiten met een stapje naar boven ). - Coöperatieve leeractiviteiten. - Zelf leervragen formuleren. - Hypotheses formuleren. Ambrasoft software. Verdiepingsmateriaal gericht op rekenen. - Rekenbordspellen. Spelenderwijs werken aan de tussendoelen voor rekenen. - Bas telt mee (software). Stimulering van het getalbegrip. - Rekenactiviteiten binnen Kleuterplein. - Ontwikkelingsmateriaal gericht op rekenen. - Rekenactiviteiten grote kring. - Reken(werk)boekje voor groep 1 en 2.Rekenwerkbladen Maatwerk 5-minutenspelletjes Rekenen. Spelenderwijs werken aan de tussendoelen voor rekenen. - Rekenbordspellen. Spelenderwijs werken aan de tussendoelen voor rekenen. - De Wereld in Getallen (software). Bij ieder thema hoort een computeractiviteit. - Bas telt mee (software). Stimulering van het getalbegrip. - Ambrasoft software. Methode-onafhankelijk totaalpakket met diverse - 5-minutenspelletjes Rekenen. Spelenderwijs werken aan de tussendoelen voor rekenen. - De Wereld in Getallen (software). Bij ieder thema hoort een computeractiviteit. - Rekenactiviteiten Digibord (Gynzy). - Bas telt mee (software). Stimulering van het getalbegrip. - Ambrasoft software. Methode-onafhankelijk totaalpakket met diverse rekenactiviteiten. - Rekenactiviteiten in kleine kring. - Ontwikkelingsmateriaal gericht op rekenen. Speciale rekenactiviteiten Kleuterplein (activiteiten met een stapje naar beneden ).

12 Rekenen Plus - Routeboekje SLO (vanaf januari ) - Kien (vanaf januari ) - Omgaan met geld Denkwerk - Ambrasoft rekenen t/m 100, klokkijken, geldrekenen - Plustaak rekenen werkboek - Routeboekje SLO - Kien - Elftal - Pluswerkboeken - Denkwerk - Ambrasoft - Routeboekje SLO - Kien - Denkwerk - Routeboekje SLO - Kien - Denkwerk - Rekentijgers - WIG - Software WIG - Picollo - Ambrasoft rekenen sommen tot 10 en 20 - Puzzelboekje rekenen Malmberg - Picollo rekenen - Varia - Mini loco - Rekenkist Julie Menne - Ambrasoft sommen tot 10 - Maatwerk rekenen - Software WIG - WIG - Software WIG - Kieskast materialen - Maatwerk oefenstof - Tafeltrainer werkboek - Rekenkist Julie Menne - Ambrasoft - Met sprongen vooruit - Ambrasoft - Software WIG - WIG - Software WIG - Kieskast materialen - Ambrasoft - Extra oefenboekje gekopieerd stof groep 4a - Ambrasoft - Software WIG - WIG - Software WIG - -Kieskast materialen - Ambrasoft - Computerprogr amma WIG - Oefenboekjes rekenen bij de methode - Denkwerk - Spelletjes uit de kieskast - Software WIG - Ambrasoft - Piccolo breuken deel 2 - Detective Denkwerk Piccolo procenten - Software WIG - Routeboekje SLO - Kien - Wiskunde - Denkwerk - Rekentijgers - WIG - Software WIG - Varia omtrek, oppervlakte en inhoud - Varia lengte, inhoudsmaten en gewichten - Grafieken en tabellen - Ambrasoft - Ambrasoft - Varia lengte, inhoudsmaten en gewichten - Detective denkwerkwerk deel 3 - Loco breuken - Software WIG 12

13 Technisch Lezen Plus /8 - VLL zonactiviteiten en bijhorende software - Plustaak werkboek taal/lezen - Ambrasoft taal moeilijke woorden en werkwoorden - En actie (programma onderwijsassistent) - Informatieboekjes - VLL maanactiviteiten - Software VLL - Varia - Geheimschrift - Mini loco - Ambrasoft taal vrije keuze opdrachten - Letterspelletjes - (programma onderwijsassistent) - Digitaal prentenboek (programma onderwijsassistent ) - VLL maan- en steractiviteiten en bijhorende software - RT - Ambrasoft taal letters en Klanken - Digitaal prentenboek (programma onderwijsassistent) - Connect lezen - Estafette lezen met werkboek Estafette loper - Vrij lezen - En actie - Estafette werkboek - Tutor lezen - Leesspellen - Leesboeken Samenlezen met een tutor uit groep 7. Onder begeleiding van onderwijsassist ente. - Connect lezen - RT - Estafette lezen - Werkboek Estafette. Er wordt 1 blz. samen gedaan, de 2e blz. zelfstandig - Werkboek Estafette. Er worden 2 blz. samen gedaan - Connect lezen - RT - Estafette werkboek - Boekverslagen en boekbespreking -Estafette lezen met estafette loper -Vrij lezen - Estafette voortgezet Technisch Lezen - Boekverslagen en boekbespreking - Estafette lezen - Estafette lezen

14 Spelling Plus - VLL zonactiviteiten en bijhorende software - Ambrasoft - Schrijf- en stel opdrachten - Schrijf- en stel opdrachten - Schrijf- en stel opdrachten - Schrijf- en stel opdrachten - Schrijf- en stel opdrachten - VLL maanactiviteiten en bijhorende software - Ambrasoft - VLL maan- en steractiviteiten en bijhorende software - woordentotaal (programma onderwijsassistent) - Ambrasoft - RT - Werkboek Taaljournaal - Software Taaljournaal - Werkbladenboek samengesteld uit Spelling in de lift - RT - Software programma behorende bij methode - Taaljournaal - Software Taaljournaal - Spelling in de lift - RT - Taaljournaal - Taaljournaal spelling - Computerprogramma bij Taaljournaal - Woordpakketten van Ambrasoft - Woordenboek opdrachten - Extra oefenboekj es per categorie - Spelling in de lift - Piccolo Werkwoordoefe ningen deel 1 - Piccolo Spelling boekje 2 - Puzzelen met werkwoordspelling - Spelling in de lift - Varia moeilijke woorden - Moeilijke woorden werkboekje - Puzzelen met taalmix - Puzzelen met spreekwoorden

15 Woordenschat Plus VLL zonactiviteiten en bijhorende software - VLL maanactiviteiten en bijhorende software Werkboekje extra woordenschat - Woordenschat welke aa bod komt in Taaljournaal methode - Teksten begrijpend lezen en teksten zaakvakken klassikaal bespreken - Stillezen - Voorlezen - Woordenschat welke aan bod komt in Taaljournaal - Stillezen - Voorlezen - Woordenschat welke aan bod komt in Taaljournaal - Teksten begrijpend lezen klassikaal bespreken - Stillezen - voorlezen - Woordenschat welke aan bod komt in Taaljournaal - Teksten begrijpend lezen klassikaal bespreken - Stillezen - Voorlezen - VLL maan- en steractiviteiten en bijhorende software - woordentotaal (programma onderwijsassistent) - Software programma s in computerlokaal Internet CITO woordenschat oefeningen - Werkboekje woordenschat - Puzzelen met woordenschat

16 Leertijd (per vakgebied) De leertijd wordt beschreven in gestelde leertijd (roostertijd) in aantal uren per week. De leertijd wordt verder verfijnd in gerealiseerde en effectieve leertijd in termen van percentages van de gestelde leertijd. De gerealiseerde leertijd is het percentage van de roostertijd dat daadwerkelijk aan het vak besteed wordt. De effectieve leertijd is een percentage van de gerealiseerde leertijd waarop de leerlingen daadwerkelijk met de les bezig zijn. Om de effectieve leertijd te bevorderen maken we gebruik van tutorleren. Gedurende het schooljaar zijn 2 verschillende groepen aan elkaar gekoppeld. De leerkrachten van deze 2 groepen koppelen voor een periode van 8 weken een tweetal leerlingen aan elkaar (tutor-tutorkind).na deze 8 weken worden er weer nieuwe koppels gemaakt. De tutor ondersteunt het tutorkind in het werk. Daarnaast kan het tutorleren ook binnen de eigen groep worden ingezet. Zie ook het hoofdstuk pedagogisch handelen. Technisch 1* 2* lezen Plus +1/2 uur +1/2 uur 1/2 uur ow. ass. ow. ass. 4 ½ uur 4 uur 3 uur 2 uur 2.15 uur 4 uur 3.15 uur + 3 x 20 minuten+0.30 uur tutorlezen+ ½ uur ow. ass. Diepte (* betreft hier Taal voor kleuters) Rekenen Plus -1 uur methode -1 uur -1 uur -1 uur -1 uur -1 uur 1/ 2 uur +1 uur methode methode methode methode methode Kien+ ½ +1 uur +1 uur +1 uur +1 uur +1 uur uur ow. Kien Kien Kien Kien Kien ass. 2 ½ uur 4 ½ uur 4.15 uur 4 uur 4.30 uur 4.30 uur 4.30 uur + 1 uur extra instructie + zelfstandig werken Diepte 5 uur eigen leerlijn Spelling Plus Diepte 4 ½ uur 3 uur + ½ uur extra instructi e+ zelfstan dig werken + ½ uur extra instructi e+ zelfstand ig werken+ 1/2 uur ow.ass. 2 1/2 uur + ½ uur extra instructie + zelfstan dig werken 2 1/2 uur 2 ½ uur 1 ½ uur + ½ uur extra instructie+ zelfstandig werken 2 uur eigen leerlijn 16

17 Begrijpend lezen Plus 0.45 min 0.45 min 1 ½ uur 0.45 min 0.45 min + 15 min Diepte

18 Didactisch handelen We sluiten aan bij de opvattingen van de Inspectie die het als volgt omschrijft: Het didactisch handelen van de leerkracht is gericht op het ontlokken en bevorderen van leerprocessen waarbij de leerkracht sturing geeft aan het leerproces en de eigen keuzes van leerlingen. Zo vraagt de leerkracht zich voortdurend af welke hulp, opdracht of aanwijzing gegeven kan worden om leerlingen te helpen tot leren te komen. Uitgangspunt bij het didactisch handelen is het werken met een instructiemodel. Daarnaast is het van belang dat de leerkracht afstemt op het niveau van de leerlingen. Instructiemodel: Op De Evenaar werken we via het GIP model voor zelfstandig werken. GIP staat voor Groeps- en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch - De school heeft bepaald welke elementen ze per lesfase terug wil zien in de les. Deze staan in het volgende schema: Introductie Plus Leerkracht geeft aan of de instructie wel of niet gevolgd moet worden door de plusgroep Leerkracht geeft de start van de les duidelijk aan Leerkracht geeft het doel van de les aan Leerkracht bespreekt het belang van het doel Leerkracht activeert voorkennis bij de leerlingen Leerkracht bespreekt wat de leerlingen deze les gaan doen ( lesopbouw ) Leerkracht geeft aan welke spullen de leerlingen nodig hebben Leerkracht maakt oogcontact met de leerlingen Leerkracht let op de plaats in de klas ( van zichzelf en de leerling ) Leerkracht let erop dat de leerlingen alle benodigde spullen op tafel hebben Instructie Plus Indien nodig volgen de leerlingen uit de plusgroep de instructie Leerkracht laat de leerlingen nadenken over oplossingen/strategieën Leerkracht laat soms de leerlingen elkaar een strategie uitleggen Leerkracht geeft uitleg over hoe de leerlingen de opgaven moeten maken Leerkracht laat de leerlingen op elkaars ideeën of op de uitleg reageren Leerkracht geeft een aantal leerlingen een beurt, dit is afhankelijk van de soort instructie Leerkracht creëert betrokkenheid door vragen te stellen en leerlingen opgaven voor te laten doen Leerkracht gebruikt zo mogelijk concreet materiaal Leerkracht kan gebruik maken van coöperatieve werkvormen

19 Leerkracht geeft leerlingen een beurt die afgestemd is op hun niveau Leerkracht betrekt zorgleerlingen die afdwalen regelmatig bij de instructie door het noemen van hun naam of d.m.v. oogcontact ( of een zelf te bepalen manier die past bij de leerling ) Inoefening Plus Leerling gaat zelfstandig aan het werk Leerkracht bereidt leerlingen over het algemeen voor op een beurt Leerkracht geeft voldoende bedenktijd Leerkracht creëert betrokkenheid door enkele leerlingen een beurt te geven Leerkracht varieert in werkvormen ( o.a. coöperatieve werkvormen ) Leerkracht geeft zorgleerlingen een beurt die afgestemd is op hun niveau Leerkracht bespreekt met de leerlingen steeds de handeling, het antwoord of het werk Verwerking Plus Leerkracht geeft tijdens het zelfstandig werken instructie aan de plusgroep of loopt tijdens zijn ronde langs om feedback te geven Leerkracht zorgt samen met de leerlingen voor een geordende werkplek met daarop alle benodigde materialen Leerkracht werkt volgens de afspraken van het zelfstandig werken Leerkracht zorgt voor regelmatige feedback tijdens het lopen van de rondes Leerkracht zorgt bij samenwerken voor duidelijke afspraken Leerkracht geeft verlengde instructie en begeleide verwerking aan de instructietafel of indien nodig individueel Leerkracht ziet er op toe dat de zorgleerlingen gebruik maken van hun hulpmiddelen

20 Terugkoppeling Plus Leerkracht laat de leerlingen rapporteren over de les, het lesdoel en het gemaakte werk Leerkracht vat de les en het lesdoel samen ( met de leerlingen ) Leerkracht bespreekt het werk inhoudelijk na Leerkracht complimenteert de leerlingen met wat ze geleerd hebben/hoe ze gewerkt hebben Leerkracht bespreekt met de leerlingen wat goed ging tijdens de les (gedrag en werkhouding) Leerkracht geeft het einde van de les duidelijk aan Zie basis

21 Pedagogisch handelen Het pedagogisch handelen van de leerkrachten is afgestemd op het versterken van de basisbehoeften van de leerlingen: relatie, competentie en autonomie. Relatie: De leerlingen voelen zich geaccepteerd. Ze horen erbij. Ze zijn welkom. Ze voelen zich veilig. Er wordt met de leerlingen gepraat en niet over hen. Competentie: De leerlingen ontdekken dat ze de taken die ze moeten doen, aankunnen. Ze ontdekken dat ze steeds meer aankunnen. Autonomie: Leerlingen willen vrijheid en zelfbepaling. Ze willen verantwoordelijk zijn voor hun eigen taken. Zij kunnen (in elk geval voor een deel) hun leergedrag sturen. Visie op pedagogisch handelen De visie op pedagogisch handelen op De Evenaar berust op de volgende waarden Omgaan met gedrag Pedagogisch handelen gericht op de relatie Pedagogisch handelen gericht op competentie Pedagogisch handelen gericht op autonomie Op school gaan we respectvol met elkaar om, wij dragen samen verantwoordelijkheid voor de omgeving binnen en buiten de klas. We luisteren naar elkaar. Rondom het omgaan met (on)gewenst gedrag zijn afspraken op een rij gezet. Deze afspraken worden nageleefd door alle leerkrachten en hebben betrekking op alle leerlingen. Op De Evenaar maken we gebruik van de 3 kapstokregels, nl. -Voor groot en klein zullen we aardig zijn -We zullen goed voor de spullen zorgen, dan zijn ze weer te gebruiken morgen -De school is van binnen een wandelgebied en buiten hoeft dit lekker niet Naast de kapstokregels hebben we gezamenlijk de volgende omgangsregels voor de school en klas geformuleerd. Daarnaast worden aan het begin van het schooljaar, in overleg met de klas, deze regels uitgebreid met klas specifieke regels. 5 basisregels: - Praat aardig tegen elkaar - Luister naar elkaar - Help een ander - Scheld, schop, sla niet - Eerlijk zijn/verantwoordelijk voor eigen gedrag

22 Afspraken, van toepassing op alle leerlingen Omgaan met gedrag - De leerkracht beloont gewenst gedrag, door het geven van een compliment (verbaal, non-verbaal) of door het geven van een beloning (al dan niet van tevoren afgesproken met de leerlingen).voor de groepen 1 en 2, 3 t/m 5 en 6 t/m 8 is er een beloningenoverzicht waarin het wenselijk gedrag staat beschreven en de daarbij per bouw behorende afgesproken beloning - De leerkracht schept voorwaarden om een positief zelfbeeld te ontwikkelen. - De leerkracht geeft positieve feedback op het gedrag van de leerlingen: na een correctie volgt een positieve benadering waardoor de leerling de volgende dag weer onbevangen naar school kan komen. - De leerkracht negeert indien nodig ongewenst gedrag. - De leerkracht handelt volgens een opbouw in het sturen van gedrag als negeren niet helpt: hij maakt gebruik van gebaren om stilte hij wijst naar een betreffende pictogram (waarin de gedragsregel is omschreven hij wijst op de timetimer, de afsprakenlijst, het stoplicht, etc. hij beloont het gewenste gedrag via een beloningssysteem zowel groepsgericht als individueel hij sanctioneert ongewenst gedrag met een straf. Voor de groepen 1 en 2, 3 t/m 5 en 6 t/m 8 is er een straffenoverzicht waarin het ongewenste gedrag staat beschreven en de daarbij per bouw behorende straf/consequentie. - De leerkracht maakt gebruik van het stappenplan grensoverschrijdend gedrag. Dit plan bestaat uit 10 stappen, waarin per stap concreet beschreven staat wie er bij betrokken zijn en welke actie er plaats vindt.

23 Pedagogisch handelen gericht op de relatie De leerkracht ontvangt en begroet de leerlingen bij het begin van de dag. De leerkracht is vanaf 8.15 uur in de klas. De leerkracht neemt aan het begin van de dag kort de dag door met de leerlingen. Daarnaast neemt de leerkracht aan het eind van de dag persoonlijk afscheid van de leerlingen. De leerkracht kijkt de leerlingen aan als hij met hen spreekt. De leerkracht maakt beredeneerde keuzes bij het samenstellen van groepjes leerlingen om het samenwerken te bevorderen. De leerkracht benoemt, indien nodig, de afgesproken kapstokregels en klassenregels aan het begin van elke week en houdt de leerlingen en zichzelf daar consequent aan. Daarnaast benoemt de leerkracht deze regels indien de situatie hierom vraagt. De leerkracht hanteert consequent het pestprotocol. De leerkracht praat alleen met betrokkenen over de leerlingen en hun thuissituatie. Voor het wekelijks tutoren koppelen de leerkrachten van de 2 verschillende tutorgroepen vooraf voor een periode van 8 weken een tweetal leerlingen aan elkaar (tutor-tutorkind). De tutor ondersteunt het tutorkind in het werk. De leerkracht organiseert activiteiten die het groepsgevoel versterken, zodat de leerling zich betrokken voelt bij de groep. De leerkracht spreekt zijn interesse wekelijks uit naar de leerling over schoolwerk, spel en culturele achtergronden. De leerkracht signaleert onzekerheid bij de leerling in leer- en gedragssituaties en ondersteunt de leerling in zijn behoefte aan veiligheid en acceptatie door dingen samen en/of voor te doen. De leerkracht koppelt indien nodig een tweetal leerlingen aan elkaar in de klas die elkaar ondersteunen in het werk; bijvoorbeeld een dyslectische leerling krijgt een goede lezer als ondersteuner naast zich (maatje, tutor).

24 Pedagogisch handelen gericht op de competentie De leerkracht spreekt zijn vertrouwen uit in de leerlingen in het omgaan met elkaar. Hij gaat hierbij uit van hoge, maar realistische verwachtingen. De leerkracht laat zien, dat hij het gewenste gedrag heeft opgemerkt in woord en gebaar. Bijvoorbeeld door een duim op te steken. De leerkracht sluit zo mogelijk elke dag af met positieve feedback op het gewenst gedrag, gericht op het werk dat de leerlingen hebben gedaan (product gericht). De leerkracht sluit zo mogelijk elke dag af met positieve feedback op de inzet van de leerlingen en op het sociaal emotioneel functioneren (proces gericht). De leerkracht spreekt met de leerlingen over hun kwaliteiten om hen bewust te maken van hun mogelijkheden. Dit kan met de groep of in een individueel gesprek met de leerling. Deze gesprekken kunnen een leerkracht ook extra informatie geven over het welbevinden van het kind. De leerkracht bespreekt met een leerling zijn gedragsmogelijkheden en ondersteunt hem door vertrouwen uit te spreken in zijn capaciteiten. De leerkracht schrijft het bereiken van gewenst gedrag toe aan de inzet van de leerling zelf. De leerkracht vergelijkt de leerling met zichzelf. De leerkracht zet trainingen in (bijvoorbeeld OOK, materialen voor sociaal emotionele ontwikkeling) die de weerbaarheid van de leerling versterken. De Interne begeleider houdt individuele gesprekjes ter bevordering van het sociaal emotioneel welbevinden indien dat noodzakelijk wordt gevonden of indien de leerling daarom vraagt.

25 Pedagogisch handelen gericht op de autonomie De leerkracht daagt alle leerlingen uit om aan het woord te komen en geeft de leerlingen de ruimte om hun gedachten en gevoelens onder woorden te brengen. De leerkracht daagt de leerlingen uit om mee te denken over minimaal 4 belangrijke klassenregels in de groep. De leerkracht herinnert de leerlingen via complimenten aan de basisregels en de specifieke opgestelde klassenregels. De leerkracht laat de leerlingen begeleid mee denken en mee beslissen over (bijvoorbeeld feestelijke) activiteiten in de groep. De leerkracht creëert onderwijsleersituaties, bijvoorbeeld een kringgesprek, waarin leerlingen elkaar de ruimte geven voor een eigen inbreng, en waardeert die positief. De leerkracht zorgt voor werkvormen, die ervoor zorgen dat de leerlingen vorm kunnen geven aan hun eigen keuzes. Bijvoorbeeld het maken van een bouwwerk, het plakken van een collage, het schrijven van een verhaal, etc. De leerkracht bespreekt met de leerlingen hoe zij om kunnen gaan met leerlingen in de groep die extra onderwijsbehoeften hebben en maakt hierover afspraken. De leerkracht herinnert de leerlingen gedurende de dag aan de te maken opdrachten van de week. De leerkracht van groep 8 herinnert de leerlingen aan het einde van de dag hun agenda mee naar huis te nemen. Leerkrachten en overblijfouders letten erop dat de leerlingen zich aan het buitenspelrooster houden. De leerkracht maakt duidelijk dat rommel opgeruimd dient te worden. De leerkracht maakt regels voor de klassendienst en zorgt dat deze uitgevoerd wordt. De leerkracht bespreekt met de leerlingen het verantwoordelijk zijn voor elkaar. De leerkracht bespreekt met de leerlingen hoe zij zelfstandig hun problemen kunnen oplossen. De leerkracht bespreekt met de leerlingen hoe hij omgaat met verschillen tussen leerlingen wat betreft zelfstandigheid en het dragen van verantwoordelijkheid.

26 Klassenmanagement Klassenmanagement bestaat uit het structureren van ruimte, tijd en activiteit zodat de leerkracht de begeleiding zoals beschreven in de groepsplannen van de plus-, basis- en breedtegroep kan uitvoeren. We onderscheiden hierbinnen de organisatie van de fysieke ruimte en de organisatie van de ruimte rondom het lesgeven, waarbij het leerkrachtgedrag en de leerkrachtvaardigheden een belangrijke rol spelen. Ruimte Plus Er zijn ruimten in de school waar kinderen buiten de klas kunnen werken In de klas is er ruimte om samen te werken De klassenregels en de roosters voor klassendienst, computergebruik en groepsleiders hangen zichtbaar in de klas De tafels en stoelen zijn zo georganiseerd dat er duidelijke looproutes zijn in de klas In de klas is er een instructietafel Methodes en verbruiksmateriaal hebben een vaste plaats in de klas zodat de leerlingen deze zelfstandig kunnen pakken In de klas is er een kieskast In de klas staat een vaste bak waarin de leerlingen hun etuis bewaren In de klas is er een vaste plek waar het nakijkwerk kan worden ingeleverd indien de leerlingen zelf niet hoeven na te kijken. De dagplanning is duidelijk zichtbaar op het bord De klok hangt zichtbaar in de klas De leerkracht stelt na iedere vakantie indien nodig nieuwe tafelgroepen samen De leerkracht gebruikt de ondersteunende materialen behorende bij de methoden De leerling houdt indien nodig een vaste plaats in de klas Er zijn schotten in de klas waarachter de leerlingen kunnen werken Er is een aparte plek in de klas om rustig te werken of na te denken In de school zijn diverse ruimtes waar extra begeleiding wordt gegeven Er zijn koptelefoons beschikbaar Er zijn wiebelkussens aanwezig

27 Tijd Plus De leerlingen die met kien werken plannen zelf hun werk De leerkracht gebruikt een rooster waarin hij alle lessen plant. De leerkracht houdt zich aan de roostertijden. De leerkracht vertelt bij aanvang van de dag wat de planning van de dag zal zijn De leerkracht werkt met een dag- dan wel weektaak De leerkracht van groep 1 en 2 laat de leerlingen vanuit de kring aan de slag gaan met een of meer van de volgende activiteiten: - een zelfgekozen activiteit - activiteiten die klaarstaan - activiteiten voorzien van een naamkaartje In groep 1 en 2 starten de leerlingen een keer per week tijdens de inloopochtend direct bij binnenkomst met een zelfgekozen activiteit De leerkracht plant op het rooster de volgende werkvormen in: - zelfstandig werken (volgens afspraak) - instructiemomenten - samenwerken en coöperatieve werkvormen De leerkracht begeleidt de leerlingen bij het plannen van het werk Er zijn kleine timetimers beschikbaar in de klas

28 Activiteit Plus De leerkracht legt de materialen voor de les zo klaar dat de leerlingen ze zelf kunnen pakken. De leerkracht vertelt voor de les of er sprake is van: - individueel werken, waarbij geen hulp gevraagd mag worden - individueel werken waarbij hulp gevraagd mag worden als iets niet lukt - samenwerkend leren De leerkracht geeft op een klok de tijdsplanning aan. De leerkracht vertelt wanneer de les eindigt. De leerlingen krijgen dan nog een paar minuten de tijd om het werk af te ronden. - De leerkracht vertelt wat hij zelf gaat doen tijdens het zelfstandig werken De leerkracht laat dmv de rode cirkel zien wanneer hij niet beschikbaar is voor de leerlingen De leerkracht laat dmv de klok zien hoelang het zelfstandig werken moment duurt De leerkracht loopt een vaste ronde ( zie GIP-model ) De leerkracht zorgt ervoor dat de leerlingen gedurende de dag de klas netjes houden. Dit houdt in de tafels de vloer de kasten en de laatjes De leerkracht legt de materialen voor de leerlingen klaar in een werkbak, of op de tafel van de leerling.