Actualiteiten aansprakelijkheidsrecht. Prof. mr. E. Bauw Universiteit Utrecht
|
|
- Joanna de Boer
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Actualiteiten aansprakelijkheidsrecht Prof. mr. E. Bauw Universiteit Utrecht
2 Opbouw Keuze uit recente uitspraken van de Hoge Raad op het gebied van het aansprakelijkheidsrecht Tour d horizon, geen volledig overzicht Per arrest: wat was de casus, hoe luidt de voorliggende rechtsvraag, wat is het oordeel van de Hoge Raad, relevante eerdere jurisprudentie en context van het arrest Thema s die langs kwamen: beroepsaansprakelijkheid advocaat en notaris, groepsaansprakelijkheid en aansprakelijkheid van de Staat
3 Beroepsaansprakelijkheid advocaat en notaris HR 18 september 2015, HR 2015:2745 HR 29 mei 2015, HR:2015:1406 HR 3 april 2015, HR:2015:831
4 HR 18 september 2015, HR 2015:2745 Casus: B heeft aan de maatschap W en W Advocaten opdracht gegeven tot advisering. Mrs. W en Van P van dit kantoor adviseerden over de vestiging van een hypotheekrecht door A op een perceel grond tot zekerheid van een door B aan A verstrekte lening. A gaat failliet en vordering van B uit hoofde van de geldlening is grotendeels niet voldaan, omdat de grond bij executie slechts voor een beperkt deel van de vordering dekking biedt. B vordert een verklaring voor recht dat W en Van P toerekenbaar tekort zijn geschoten en onrechtmatig hebben gehandeld, omdat zij verzuimd hebben de waarde van de grond te onderzoeken en te verifiëren en hem hierover te adviseren. Daarnaast vordert hij schadevergoeding. W is bestuurder van de praktijkvennootschap die maat is in de maatschap. Van P is in dienst van de maatschap en dus geen partij bij de overeenkomst. De praktijkvennootschap van W is als maat wel partij bij de overeenkomst, maar W in persoon niet. OD is daarom het beoordelingskader.
5 Rechtsvraag en oordeel HR Rechtsvraag: Is W aansprakelijk naast zijn praktijkvennootschap en is voor zijn aansprakelijkheid een persoonlijk ernstig verwijt vereist nu hij bestuurder van de praktijkvennootschap is? Is de norm die geldt voor persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder naast de vennootschap (hem moet persoonlijk een ernstig verwijt van de benadeling (schade) moeten kunnen worden gemaakt, zie o.a. HR 5 september 2014, NJ 2015, 22) ook van toepassing in geval van dienstverlening? HR: nee, het gaat hier niet om het handelen in de taakvervulling als bestuurder van een vennootschap die door een toerekenbare tekortkoming of een onrechtmatige daad schade heeft veroorzaakt. Het gaat steeds om handelingen van de dienstverlener en niet van de vennootschap waarin de dienstverlener zijn werkzaamheden heeft ondergebracht. HR: Indien een advocaat door zijn cliënt wegens zijn beroepsfout uit onrechtmatige daad wordt aangesproken, betreft dit zijn aansprakelijkheid als beroepsbeoefenaar en niet zijn aansprakelijkheid als bestuurder van een vennootschap.
6 Consequenties Een advocaat kan zijn aansprakelijkheid niet beperken door (wel of niet via maatschap) een overeenkomst van opdracht aan te gaan in naam van zijn een NV of BV (doorgaans: zijn praktijkvennootschap). De cliënt kan in geval van een beroepsfout de uitvoerende advocaat rechtstreeks aanspreken. Dat geldt ook voor de advocaat in dienstverband. Wel kan deze buiten het geval dat hijzelf met opzet of bewuste roekeloosheid heeft gehandeld verhaal zoeken op zijn kantoor via art. 6:170 lid 3 BW. Hetzelfde lijkt te gelden voor beroepsfouten van andere dienstverlenende beroepsbeoefenaars die gebruik maken van praktijkvennootschappen en die zelf steeds de dienstverlenende werkzaamheden verrichten en niet de vennootschap, zoals accountants of belastingadviseurs.
7 Norm voor beroepsfout Vaste jurisprudentie: een advocaat als beroepsbeoefenaar de zorgvuldigheid dient te betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Recentelijk: HR 29 mei 2015, BJ 2015/267, NJ 2015/267 Casus: De aandeelhouders en bestuurders van een vennootschap vragen op advies van hun advocaat het faillissement van die vennootschap aan. In de dagen tussen hun besluit en de aanvraag betaalt de vennootschap in overleg met de advocaat een aantal schuldeisers, dit in verband met de wens om later een doorstart te kunnen maken. De curator spreekt met succes de bestuurders aan wegens benadeling van de gezamenlijke schuldeisers. De bestuurders spreken vervolgens de advocaat aan en verwijten hem dat deze toerekenbaar tekort is geschoten althans onrechtmatig heeft gehandeld door onjuist te adviseren althans niet te waarschuwen voor de risico s van betalingen aan crediteuren na het besluit tot het doen van eigen aangifte. Advocaat: er bestond op het moment van het advies nog geen duidelijkheid over de geoorloofdheid van dergelijke betalingen.
8 HR 29 mei 2015, BJ 2015/267 HR: de norm geldt niet alleen voor processuele handelingen, maar ook voor advisering. De zorgvuldigheidsplicht van een advocaat brengt mee dat deze zijn cliënt bij het voeren van een procedure niet onnodig bloot stelt aan voorzienbare en vermijdbare risico s. In een situatie als de onderhavige waarin een advocaat zijn cliënt adviseert, brengt de zorgvuldigheidsplicht mee dat de advocaat de cliënt in staat stelt goed geïnformeerd te beslissen. De omstandigheden van het geval bepalen of de advocaat zijn cliënt dient te informeren over en te waarschuwen voor een bepaald risico. Daarbij kan betekenis toekomen aan de ernst en omvang van het betreffende risico, de mate van waarschijnlijkheid dat dit risico zich realiseert en de mate waarin de cliënt ervan heeft blijk gegeven zich reeds van dit risico bewust te zijn. I.c. had de redelijk handelend en redelijk bekwaam advocaat op basis van de bestaande rechtspraak en literatuur de zekere weg moeten kiezen en zijn cliënt moeten waarschuwen voor het risico. Hij had nader onderzoek moeten doen en had dan kunnen vaststellen dat er in de literatuur verschillende standpunten werden ingenomen over selectieve betalingen door bestuurders in het zicht van het faillissement en dat het bepaald geen uitgemaakte zaak was dat de door de vennootschap verrichte betalingen niet tot moeilijkheden zouden kunnen leiden voor de bestuurders.
9 HR 3 april 2015, HR:2015:831 Casus: In 1998 verwerven twee broers een pand van hun vader, onder het voorbehoud van een voorkeursrecht, inhoudende een in de leveringsakte opgenomen aanbiedingsplicht ten gunste van de vader voor een in de akte opgenomen prijs. In 2006 is het pand bij een makelaar in de verkoop gedaan. Tussen de vader en de zonen ontstaat discussie over de aanbiedingsplicht. De notaris is van die discussie op de hoogte. In 2007 melden de zonen de notaris dat zij de discussie met hun vader niet opnieuw wensen aan te gaan en dat zij een boete op de koop toe nemen. In 2008, nadat de zonen het pand aan derden hebben verkocht, verzoeken de zonen de notaris de akte tot overdracht te passeren, aan welk verzoek de notaris gehoor geeft. De Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen heeft in 2010 een klacht van de vader tegen de notaris gegrond verklaard (Kamer van Toezicht 8 juni 2010, ECLI:TNOKROE:2010:YC0467) Erfgename van de inmiddels overleden vader stelt notaris aansprakelijk.
10 Onderzoeksplicht notaris HR: De notaris heeft ministerieplicht (art. 21 Wna) en is slechts gehouden tot een globaal onderzoek naar de rechten van derden. Vanwege zijn geheimhoudingsplicht (art. 22 Wna) kan de notaris niet zonder toestemming van partijen diepgaand feitenonderzoek verrichten. Daarnaast beschikt hij niet over het instrumentarium daartoe. Eerst indien de voor de notaris kenbare feiten het oordeel rechtvaardigen dat het recht van de derde een beletsel vormt voor de beoogde levering of bezwaring, dan wel aanleiding vormen tot gerede twijfel daarover, dan dient hij tenzij de betrokkene derde verklaart geen bezwaar te hebben tegen de levering of bezwaring zijn ministerie te weigeren. Dat de notaris bekend was met de wanprestatie is onvoldoende voor het aannemen van onrechtmatigheid (vgl. verordening dienstweigering KNB). Aan het oordeel van de tuchtrechter kan niet zonder meer de gevolgtrekking worden verbonden dat de notaris civielrechtelijk aansprakelijk is wegens schending van een zorgvuldigheidsnorm (zie eerder HR 13 oktober 2006, HR:2006:AW2080)
11 Groepsaansprakelijkheid HR 2 oktober 2015, HR:2015:2914
12 HR 2 oktober 2015, HR:2015:2914 Casus: Verzekeraars en vervoerders vorderen vergoeding van schade die is geleden ten gevolge van ladingdiefstallen. Gedaagden zijn veroordeeld voor deelneming aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het plegen van misdrijven en die de ladingdiefstallen heeft gepleegd en zich schuldig heeft gemaakt aan heling van de gestolen goederen. De vordering is gebaseerd art. 6:166 BW: onrechtmatige daad in groepsverband. Rechtsvraag: Is strafrechtelijke veroordeling wegens overtreding van art. 140 Sr, (deelneming aan een criminele organisatie) voldoende voor het aannemen van gedragingen in groepsverband in de zin van art. 6:166 lid 1 BW?
13 HR 2 oktober 2015, HR:2015:2914 HR: De in art. 6:166 lid 1 BW neergelegde aansprakelijkheid is niet beperkt tot gedragingen in turba (daden gepleegd tijdens wanorde, gewoel, gedrang of verwarring van een menigte mensen) en eenheid van tijd en plaats van de gedragingen is niet vereist om aansprakelijkheid op grond van die bepaling aan te nemen. Art. 6:166 BW voorziet in een individuele aansprakelijkheid van tot een groep behorende personen (deelnemers) voor onrechtmatig vanuit de groep toegebrachte schade. De mate van betrokkenheid van de afzonderlijke deelnemers bij het onrechtmatig handelen is niet van belang. Deze individuele aansprakelijkheid vindt haar rechtvaardiging in een ieders bijdrage aan het in het leven roepen van de kans dat zodanige schade zou ontstaan. Zij vindt haar begrenzing in de eis dat de kans op het aldus toebrengen van schade hen had behoren te weerhouden van hun gedragingen in groepsverband. Enkel de bewezen deelname aan een bepaalde organisatie of groep is onvoldoende om aansprakelijkheid op grond van art. 6:166 lid 1 BW te kunnen aannemen voor alle vanuit de groep gepleegde onrechtmatige daden. Vereist is dat de aangesprokene wist of behoorde te weten dat het groepsoptreden de kans schiep op de in het concrete geval geleden schade. Er is onvoldoende gesteld om te kunnen aannemen dat een zodanig verband tussen de ladingdiefstallen bestaat, dat deze als één groepsgedraging kunnen worden aangemerkt.
14 Aansprakelijkheid Staat voor onjuiste implementatie Europese richtlijn HR 18 september 2015, HR:2015:2723 HR 18 september 2015, HR:2015:2722
15 HR 18 september 2015, HR:2015:2723 Casus: De werkneemster is op grond van een arbeidsovereenkomst als schoonmaakster werkzaam geweest voor Hectas bedrijfsdiensten. Van 23 januari 2007 tot het einde van het dienstverband op 15 november 2010 is zij arbeidsongeschikt geweest. Hectas heeft haar overeenkomstig het toen geldende art. 7:635 lid 4 BW alleen de 75 vakantie-uren uitgekeerd die zij had opgebouwd gedurende de laatste zes maanden van haar dienstverband en geen vakantie-uren over de rest van de ziekteperiode. De werkneemster stelt de Staat aansprakelijk gesteld voor door haar misgelopen vakantiedagen op de grond dat de Staat onrechtmatig had gehandeld door art. 7 Richtlijn 2003/88/EG (de Arbeidstijdenrichtlijn) niet binnen de daarvoor geldende termijn op correcte wijze te implementeren.
16 Onjuiste implementatie In art. 7 Richtlijn 2003/88/EG is bepaald dat de lidstaten aan alle werknemers jaarlijks een vakantie met behoud van loon van ten minste vier weken moeten toekennen. In arrest van 26 juni 2001 heeft HvJ EU geoordeeld dat art. 7 Richtlijn 2003/88/EG zich ertegen verzet dat lidstaten het aan werknemers toegekende recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon, eenzijdig beperken door het ontstaan van dit recht te doen afhangen van een voorwaarde die tot gevolg heeft dat bepaalde werknemers van dit recht worden uitgesloten. In arrest van 20 januari 2009 werd deze redenering aangescherpt met de overweging dat art. 7 Richtlijn 2003/88/EG in de weg staat aan nationale regelingen die inhouden dat aan het einde van de arbeidsverhouding geen financiële vergoeding wegens niet opgenomen jaarlijkse vakantie wordt betaald aan de werknemer die tijdens de referentie- en/of overdrachtsperiode met ziekteverlof is geweest en daardoor geen vakantiedagen heeft kunnen opnemen. Naar aanleiding van dit laatste arrest is per 1 januari 2012 art. 7:635 lid 4 BW geschrapt en art. 7:640a BW ingevoerd. Hierdoor bouwt de werknemer gedurende de gehele ziekteperiode vakantiedagen op in plaats van alleen gedurende de laatste zes maanden. Art. 7:640a BW voorziet in een vervaltermijn voor het opnemen van vakantiedagen van zes maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de dagen zijn opgebouwd, tenzij de werknemer tot aan dat tijdstip redelijkerwijs niet in staat is geweest om vakantie op te nemen. Het wetsvoorstel heeft geen terugwerkende kracht gekregen omwille van de rechtszekerheid van werkgevers. De werkneemster kon van deze wijziging niet profiteren.
17 Doorwerking Europees recht HR: Art. 94 Gw brengt mee dat wetgeving in formele zin moet worden getoetst aan eenieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van internationale volkenrechtelijke organisaties en dat, als wetgeving in formele zin in strijd is met zulke internationale bepalingen, het uitvaardigen en handhaven van die wetgeving onrechtmatig is op grond van art. 6:162 BW. Dit is niet anders waar het gaat om rechtstreeks werkend Unierecht (verordeningen). Wetgeving in strijd met deze bepalingen moet buiten toepassing worden gelaten en schade moet worden vergoed. Ook indien het gaat om een te late of onjuiste implementatie van een Europese richtlijn bestaat geen grond voor een uitzondering. Weliswaar leidt strijd met een niet-tijdig of incorrect geïmplementeerde richtlijn niet tot het gevolg dat de nationale implementatie wetgeving buiten toepassing moet blijven, maar de niet-tijdige of onjuiste implementatie van een richtlijn komt in strijd met de verplichting van de Staat op grond van art. 4 lid 3 VEU en 288 derde volzin VWEU en is om die reden onrechtmatig (vgl. HR 21 maart 2003, ECLI:NL:HR:2003:AE8462, NJ 2003/691 (Waterpakt)). De Staat dient de hierdoor ontstane schade te vergoeden, mits aan de overige vereisten voor aansprakelijkheid is voldaan.
18 Consequenties HvJ EU neemt zelf pas aansprakelijkheid van een lidstaat aan in geval van een voldoende gekwalificeerde schending van het gemeenschapsrecht ( een kennelijke en ernstige tekortkoming ), dit omdat de wetgevende macht ( ) niet telkens in haar voorbereidingen mag worden belemmerd door de mogelijkheid van schadevergoedingsacties, wanneer zij aanleiding heeft, in het algemeen belang normatieve maatregelen te nemen, die de belangen van particulieren kunnen aantasten (HvJ EG 25 mei 1978 (HNL), ECLI:EU:C:1978:113). HR gaat (veel) verder: er is sprake van een toerekenbare tekortkoming van de Staat zodra vaststaat dat bepaalde wetgeving in strijd is met hogere regelgeving. Vraag is vanaf welk moment het voor de Staat duidelijk had moeten zijn dat er strijd is met het Europees recht. De wetgever zal heel alert moeten zijn om schadeclaims te voorkomen.
19 Causaliteit Is er wel schade of causaal verband tussen schade en onrechtmatige gedraging? Het is niet zeker dat de werknemer de vakantiedagen ook zou hebben opgenomen of hebben laten uitbetalen. HR: Indien art. 7 Richtlijn tijdig was geïmplementeerd, dan zou werknemer de mogelijkheid hebben gehad om de thans door hem misgelopen vakantiedagen op enig tijdstip op te nemen dan wel aanspraak hebben kunnen maken op vergoeding daarvan, welke mogelijkheid en aanspraak hem als gevolg van het in art. 7:635 lid 4 (oud) BW bepaalde hebben ontbroken ( verlies van een kans ) Bij de vaststelling van de schade die de werknemer heeft geleden, mag uitgangspunt zijn dat bij een tijdige implementatie hij van deze voor hem gunstige mogelijkheid of aanspraak gebruik zou hebben gemaakt. Het lag daarom in beginsel op de weg van de Staat om feiten en omstandigheden aan te voeren waaruit het tegendeel kan volgen.
20 Urgenda Rb Den Haag 24 juni 2015, RBDHA:2015:7145 Casus: Urgenda ( urgente agenda ) is een stichting die streeft naar duurzaamheid en innovatie en het klimaatbeleid van het kabinet onvoldoende vindt. Urgenda wil de Staat via de rechter dwingen om een scherper klimaatbeleid te voeren Dit gaat via de band van art. 3:305a BW (collectief actierecht), art. 6:162 BW (de Staat handelt onrechtmatig) en art. 3:296 BW (bevel tot het eind maken aan een onrechtmatige toestand)
21 Het vonnis Het gevaar van klimaatverandering staat voldoende vast (wetenschappelijke rapporten) Er is een voldoende concreet gevaar voor burgers Op de Staat rust de plicht burgers tegen dat gevaar te beschermen (o.a. art. 2 en 8 EVRM). Dit zijn rechtstreeks werkend verplichtingen die door burgers kunnen worden ingeroepen Het beleid voldoet niet aan de internationale afspraken (16%) De Staat wordt bevolen om (in lijn met die afspraken) de emissies van broeikasgassen met ten minste 25% te beperken
22 Jurisprudentie Hoge Raad HR: rechter mag: wetgeving die in strijd is met een ieder verbindende bepaling in internationale verdragen buiten toepassing laten; een verklaring voor recht geven dat de Staat onrechtmatig handelt waar het gaat om wetgeving of beleid, Maar: een bevel of verbod dat concrete maatregelen voorschrijft is niet mogelijk. Zie: HR 21 maart 2003, LJN AE8462 (Waterpakt/Staat) HR 9 april 2010, LJN BK4549 (SGP) HR 10 oktober 2014, ECLI:HR:2014:2928 (rookverbod)
23 EINDE
Jurisprudentie Ondernemingsrecht. Adriaan F.M. Dorresteijn september 2015
Jurisprudentie Ondernemingsrecht Adriaan F.M. Dorresteijn september 2015 Onderwerpen 1. Bestuurdersaansprakelijkheid a) Westenbroek/Olden in OR 2015/69/70 b) Rb R dam 26 aug 2015 (kennelijk onbehoorlijk
Nadere informatieUit: Hoge Raad 29-5-2015, 14/01835, ECLI:NL:HR:2015:1406 (Beroepsfout advocaat bij advisering)
Tijdschrift voor Bouwrecht (TBR), januari 2016, Nr. 1, TBR 2016/15 Uit: Hoge Raad 29-5-2015, 14/01835, ECLI:NL:HR:2015:1406 (Beroepsfout advocaat bij advisering) Mr. F.B. Bakels, mr. C.A. Streefkerk, mr.
Nadere informatieOnder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten
Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid
Nadere informatieJurisprudentie Ondernemingsrecht
Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok
Nadere informatieActualiteiten beroepsaansprakelijkheidsverzekering. Pieter Leerink 6 november 2015 ACIS-symposium
Actualiteiten beroepsaansprakelijkheidsverzekering Pieter Leerink 6 november 2015 ACIS-symposium Persoonlijke aansprakelijkheid advocaat ECLI:NL:HR:2015:2745 Client vraagt advies (risico s afdekken) over
Nadere informatieDe reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk?
De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De zaak Plessers (C-509/17) We work for people, not clients Duurzaam samenwerken Excellent juridisch
Nadere informatieTurbo-liquidatie en de bestuurder
Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten
Nadere informatieDe nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012.
De nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012. 1 Waarom een nieuwe vakantiewetgeving? Europese richtlijn 2003/88/EG Europese jurisprudentie (20-01-2009) Schultz-Hoff Stringer 2 Artikel 7 van de Europese
Nadere informatieWPNR 2015(7082) De notaris, de wanpresterende cliënt en de tuchtrechter: een nieuwe maatstaf?
Publicatie Uitgever Jaargang 146 Publicatiedatum 07-11-2015 WPNR: Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie Afleveringnummer 7082 Titel De notaris, de
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 06/02/2017
Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Vertaling C-684/16-1 Zaak C-684/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 december 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)
Nadere informatieC/13/555974 / HA ZA 13-1827 28 oktober 2015 8 oordeel dat met deze uitingen sprake was van misleidende publieke berichtgeving. VEB en de stichting stellen dat door deze uitingen de gedupeerde beleggers
Nadere informatiehttp://www.legalintelligence.com/documents/16248031?srcfrm=ba...
Page 1 of 15 JOR 2015/350 Hoge Raad, 29-05-2015, 14/01835, ECLI:NL:HR:2015:1406, ECLI:NL:PHR:2015:161 Beroepsaansprakelijkheid advocaat, Maatstaf bij advisering, Beroepsfout advocaat bij advisering over
Nadere informatieNJ 2016/166. Onrechtmatige overheidsdaad. Niet tijdige implementatie. Verweerder in cassatie is op grond van een arbeidsovereenkomst
NEDERLANDSE JURISPRUDENTIE HOGE RAAD (CIVIELE KAMER) 18 september 2015, nr. 14/00189 (Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, V. van den Brink, T.H. Tanja-van den Broek; A-G mr. L.A.D. Keus) m.nt.
Nadere informatieHoge Raad 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2723, (De Staat der Nederlanden/werkneemster)
commentaar op Hoge Raad 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2723, (De Staat der Nederlanden/werkneemster) datum 03-11-2015 auteur W.L. Roozendaal Hoge Raad 18-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2723, (De Staat der Nederlanden/werkneemster)
Nadere informatieDe vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem
De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van
Nadere informatieActualiteiten arbeidsrecht. 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag
Actualiteiten arbeidsrecht 14 november 2011 Stephanie Profijt Astrid Riemslag Wet Arbeid en Zorg: Ouderschapsverlof Dwingend recht Absoluut recht Voorwaarden: 1. er moet sprake zijn van een werknemer die
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 19/12/2016
Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 18. 10. 2016 ZAAK C-570/16 [OMISSIS] Wuppertal, verzoekster, verweerster in hoger beroep en verzoekster in Revision,
Nadere informatieToegang tot de rechter: strategisch procederen in het milieurecht
Toegang tot de rechter: strategisch procederen in het milieurecht De rol van de civiele rechter Prof.mr. E. Bauw Molengraaff Instituut voor Privaatrecht Montaigne Centrum voor Rechtsstaat en Rechtspleging
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:4975
ECLI:NL:RBMNE:2016:4975 Instantie Datum uitspraak 14-09-2016 Datum publicatie 07-10-2016 Zaaknummer 4293728 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Arbeidsrecht
Nadere informatieInleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen
Inhoud I 1 2 Deel 1 II 3 4 5 6 7 8 9 10 III 11 12 13 14 15 Inleiding Aansprakelijkheidsrecht Het systeem Vestiging Aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig handelen (art. 6:162 BW) Onrechtmatige daad
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2017:1820
ECLI:NL:CRVB:2017:1820 Instantie Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8607 WW Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieCiviele Procespraktijk
Civiele Procespraktijk Nr. 13 - september 2010 De volgende onderwerpen worden behandeld: Vordering tot winstafdracht Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikten, en schadebeperkingsplicht Verjaring Klachtplicht
Nadere informatiet twaalfuurtje van deze week 9 april 2014
t twaalfuurtje van deze week 9 april 2014 Makelaar adviseert te hoge vraagprijs; wel beroepsfout, geen schadeplichtigheid Op 26 maart 2014 heeft de rechtbank Den Haag een interessant vonnis gewezen met
Nadere informatieBahialaan 100 3065WC Rotterdam
Bahialaan 100 3065WC Rotterdam T: +31 (0)10-764 0804 F: +31 (0)10 254 0015 M: +31 (0)6 51 99 78 08 E: dehaas@dehaasadvocatuur.nl I: www.dehaasadvocatuur.nl Mevrouw mr. P. (Priscilla) de Haas 11-8-2015
Nadere informatiemr. ing. R.O.B. Poort
AANSPRAKELIJKHEID VAN DE VEILIGHEIDSKUNDIGE 17 maart 2011 mr. ing. R.O.B. Poort 17 maart 2011 www.bureaupoort.nl 1 OPBOUW WORKSHOP Beroepsaansprakelijkheid algemeen Wanprestatie (contractueel) Onrechtmatige
Nadere informatieDatum 17 december 2015 Beantwoording Kamervragen lid Bashir over bemiddelingskosten bij woningverhuur
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 2015Z20887
Nadere informatieArtikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 19/12/2016
Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Vertaling C-569/16-1 Zaak C-569/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 november 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM
08-105 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Te hoge verkoopopbrengst geschat. Geen schadevergoeding door Raad van Toezicht. Twijfel
Nadere informatieOntvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.
Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010
Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal
Nadere informatieDiverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders. Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013
Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013 Programma I. Introductie II. Aansprakelijkheid Bestuurders
Nadere informatieDiefstal en groepsaansprakelijkheid
annotatie Ars Aequi juni 2016 447 Annotatie arsaequi.nl/maandblad AA20160447 Diefstal en groepsaansprakelijkheid Prof.mr. W.H. van Boom HR 2 oktober 2015, ECLI: NL: HR: 2015: 2914, AV&S 2016, p. 49, NJ
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2014:1890
ECLI:NL:RBROT:2014:1890 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 26022014 Datum publicatie 14032014 Zaaknummer C/10/380631 / HA ZA 111441 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2015:4216
ECLI:NL:CRVB:2015:4216 Instantie Datum uitspraak 26-11-2015 Datum publicatie 03-12-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/1211 AW Ambtenarenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2010:BP5101
ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-04-2010 Datum publicatie 18-02-2011 Zaaknummer 63270 / HA ZA 08-286 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieFactsheet De aansprakelijkheid van de arts
Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens
Nadere informatiePage 1 of 6 JBN 2016(4) 19 De beperkte bescherming van een praktijkvennootschap tegen aansprakelijkheid voor een beroepsfout Publicatie Aflevering 26 afl. 4 Publicatiedatum 01 april 2016 Auteurs Juridische
Nadere informatieOntslag na doorstart faillissement
Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden
Nadere informatieUitspraak Commissie van Beroep
Uitspraak Commissie van Beroep Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 40 d.d. 22 februari 2010 (mr. J. Wortel, voorzitter, en de heren H. Mik RA en R.H.G. Mijné) Samenvatting Adviesrelatie.
Nadere informatieActualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011
Actualiteitenseminar Loonheffingen & Arbeidsrecht 2011 Actualiteiten Arbeidsrecht Inhoudsopgave Loonsanctie UWV bij onvoldoende re-integratie Wetsvoorstel aanpassing vakantiewetgeving Aanscherping Wet
Nadere informatieKluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid
Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Limburg. Datum: 16 oktober 2013. Rapportnummer: 2013/147
Rapport Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Limburg. Datum: 16 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/147 2 Aanleiding Op 7 april 2013 om 16.52 uur komt er bij de regionale eenheid
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. F.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-413 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris) Klacht ontvangen op : 7 december 2017 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieREGELING INZAKE HET OMGAAN MET EEN VERMOEDEN VAN EEN ERNSTIGE MISSTAND BINNEN DE STICHTING PCOU. Preambule
REGELING INZAKE HET OMGAAN MET EEN VERMOEDEN VAN EEN ERNSTIGE MISSTAND BINNEN DE STICHTING PCOU Preambule De regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen de Stichting PCOU biedt
Nadere informatieDatum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG sector privaatrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus
Nadere informatiemr. Richard A. Korver Communicatietrainer & Advocaat
mr. Richard A. Korver Communicatietrainer & Advocaat Aansprakelijkheid & schuldhulpverlening aan (ex)ondernemers BRONNEN VAN AANSPRAKELIJKHEID Onrechtmatige daad (6:162 BW) Tekortschieten in nakoming verbintenis
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-346 d.d. 2 december 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris)
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieMEDEDELING AAN DE LEDEN
EUROPEES PARLEMENT 2014-2019 Commissie verzoekschriften 28.2.2015 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift nr. 0921/2012, ingediend door Sorin Stelian Torop (Roemeense nationaliteit), namens de
Nadere informatieRegeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen het Emelwerda College.
Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen het Emelwerda College. Artikel 1: Begripsbepalingen en Algemene Bepalingen 1.A. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder:
Nadere informatieMEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,
Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Circulaire opbouw vakantie bij langdurige ziekte
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 3454 8 maart 2010 Circulaire opbouw vakantie bij langdurige ziekte Aan: de ministers Juridische grondslag: artikelen 22
Nadere informatieZaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue
Zaak C-524/04 Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]
Nadere informatieVergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag
RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek
Nadere informatieBeroepsfout advocaat. Maatstaf aansprakelijkheid bij proceshandeling.
136 Civiel recht «JIN» Jurisprudentie in Nederland juli 2015, afl. 6 860 begrijpen, gelet op de relatief grote omvang van het dossier, zoals dat blijkt uit de voorafgaande conclusie van advocaat-generaal
Nadere informatieManagementvergoedingen in strijd met artikel 2:207c BW: beroepsfout advocaat
Managementvergoedingen in strijd met artikel 2:207c BW: beroepsfout advocaat Enige tijd geleden heeft de rechtbank Utrecht in de nasleep van een aandelentransactie een uitspraak gewezen inzake het financiële
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-67 d.d. 2 maart 2012 (prof.mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr.drs. D.J. Olthoff, secretaris)
Nadere informatie1 Het geding in feitelijke instanties
Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,
Nadere informatieVoorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid
Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid Mr. Bert Kabel (1) Inleiding In het hedendaagse verkeer komt het regelmatig voor dat verkeersdeelnemers elkaar geen voorrang verlenen. Gelukkig
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2010:BN9752
ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 25/08/2014
Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 88 d.d. 11 april 2011 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden, mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen
Nadere informatieVONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE
1 e blad VONNIS Griffie nr.: 00293 Parket nr.: HA43.L4.107456-04 Rep.: 459 Vonnis dd. 01.03.2007 De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris)
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-787 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. J. Hadziosmanovic, secretaris) Klacht ontvangen op : 7 mei 2017 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatieOpenbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)
Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/16/289 NL:TZ:0000006206:F001 17-05-2016 mr. E.H. Bruggink mr. A.M. Koene Algemeen Gegevens onderneming De besloten vennootschap
Nadere informatieDE RAAD VAN TOEZICHT BREDA VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN N.V.M.
09.09 RvT Breda DE RAAD VAN TOEZICHT BREDA VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN N.V.M. Computervredebreuk. Na beëindiging arbeidsrelatie inloggen op programma oude kantoor.
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en
Zaaknummer : CBHO 2015/104 Rechter(s) : mrs. Olivier, Van der Spoel en Verheij Datum uitspraak : 5 november 2015 Partijen : Appellante en Universiteit Maastricht Trefwoorden : algemeen verbindend voorschrift
Nadere informatieALGEMENE VOORWAARDEN Mr M.J. MEIJER NOTARISSEN N.V.
1 ALGEMENE VOORWAARDEN Mr M.J. MEIJER NOTARISSEN N.V. Vennootschap 1. Mr M.J. Meijer Notarissen N.V. is een naamloze vennootschap, waarvan notarissen bestuurder zijn. Werkingsfeer voorwaarden 2. Deze algemene
Nadere informatie3 Onrechtmatige overheidsdaad
Monografieen Privaatrecht 3 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange Vierde druk Deventer - 2005 Inhoud VERKORT AANGEHAALDE
Nadere informatieHandleiding herbeoordelingsprocedure bij een vermeende diagnostische fout
Handleiding herbeoordelingsprocedure bij een vermeende diagnostische fout Inleiding. Indien een patiënt geconfronteerd wordt met een achteraf onjuist gebleken diagnose van een patholoog, kan dit o.a. afhankelijk
Nadere informatieWijziging vakantiewetgeving ingaande 1-1-2012
Wijziging vakantiewetgeving ingaande 1-1-2012 Algemeen Door het Europese Hof van Justitie is enige tijd geleden een uitspraak gedaan, waardoor de Nederlandse wetgeving ten aanzien van het opbouwen van
Nadere informatieprogamma 19:30 Welkom 19:45 Bestuurdersaansprakelijkheid - intern 20:15 Pauze 20:30 Bestuurdersaansprakelijkheid extern en in geval van faillissement
Welkom progamma 19:30 Welkom 19:45 Bestuurdersaansprakelijkheid - intern 20:15 Pauze 20:30 Bestuurdersaansprakelijkheid extern en in geval van faillissement 21:15 Vragen 21:30 Borrel en napraten 22:00
Nadere informatieSamenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen
Nadere informatieZiekte en overgang van onderneming
mr. W.A.A. (Wilan) van Kuijk advocaat Kantoor Mr. van Zijl B.V. Korvelseweg 142, 5025 JL Tilburg Postbus 1095, 5004 BB Tilburg tel. (013) 463 55 99 fax (013) 463 22 66 E-mail: mail@kantoormrvanzijl.nl
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/350 Wtra AK van 3 december 2018 van
ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 18/350 Wtra AK van 3 december 2018 van X, wonende te [plaats1], K L A G E R, t e g e n Y, voorheen
Nadere informatieRolnummer 4418. Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T
Rolnummer 4418 Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 301, 2, tweede en derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 7 van
Nadere informatieJurisprudentie Ondernemingsrecht
Jurisprudentie Ondernemingsrecht 8 september 2015 Mr. F.J.M.E. Koppenol 1 Onderwerpen Faillietverklaring versus Turboliquidatie Uitspraken HR personenvennootschappen Uitspraken Rechtbank wettelijke geschillenregeling
Nadere informatieNotitie. Nieuwe vakantiewetgeving per 1 januari 2012
Aan Bestuurders Van Marian Mons, Adviseur Juridische Zaken, Adviesgroep Adviesgroep T 0900 9690 (lokaal tarief) F 030 66 30 000 www.fnvbondgenoten.nl Datum Doorkiesnummer 1 juni 2011 0302738730 Onderwerp
Nadere informatieRegeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen het Berechja College.
Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen het Berechja College. De zogenaamde klokkenluidersregeling ontbreekt nog binnen het Berechja College. Centraal in de regeling staan
Nadere informatieNieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates
Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates 2019-1 Nummer 1, 2019 INHOUDSOPGAVE 1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt Raad van Discipline Amsterdam, ECLI:NL:TADRAMS:2019:28 05-02-2019 Dekenbezwaar. Verweerster
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2010:BO3017
ECLI:NL:RBAMS:2010:BO3017 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 11-06-2010 Datum publicatie 05-11-2010 Zaaknummer 1088000 CV EXPL 09-33692 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieVakantiewetgeving m.i.v. 1 januari 2012
Vakantiewetgeving m.i.v. 1 januari 2012 Wet houdende het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte, de invoering van een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen en
Nadere informatieBeweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling
Beweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling Klager, een NVM-makelaar, dient een klacht in tegen zijn voormalige kantoorgenoot, eveneens NVM-makelaar
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 16-08-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.096.974-01 NOT Civiel
Nadere informatieAlgemene Voorwaarden Buren. 1 Algemeen. 1.1 In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:
Johan de Wittlaan 15 2517 JR Den Haag Postbus 18511 2502 EM Den Haag T 070 318 4200 F 070 356 1340 Algemene Voorwaarden Buren BURENLEGAL.COM 1 Algemeen 1.1 In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage AV/WTZ/2002/13517
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon
Nadere informatieHonderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster
Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer CV EXPL
ECLI:NL:RBNNE:2016:4508 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 06-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer 4888855 CV EXPL 16-3386 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Op
Nadere informatieInlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht?
Auteur: Michelle Maaijen a r b e i d s r e c h t Inlener aansprakelijk voor beloning uitzendkracht? De onderneming die uitzendkrachten inleent (inlener), kan op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk
Nadere informatieRegeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar Onderwijs. ( Klokkenluidersregeling )
Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar Onderwijs ( Klokkenluidersregeling ) Preambule De regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758
ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieOm te weten waar je heen gaat, moet je eerste weten waar je vandaan komt!
Eric Bot 1 Om te weten waar je heen gaat, moet je eerste weten waar je vandaan komt! Inhoudsopgave Inleiding Beloning / Portefeuillerecht Wie is verantwoordelijkheid voor het advies? Rechtsfiguur van de
Nadere informatieHet besturen van een vereniging en stichting
Het besturen van een vereniging en stichting Roland van Mourik notaris Cursus Goed Bestuur Nijmegen 6 oktober 2009 Roland van Mourik 37 jaar 1990-1991 propaedeuse rechten te Leiden 1991-1996 notarieel
Nadere informatieUitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. D.W.Y.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-481 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. D.W.Y. Sie, secretaris) Klacht ontvangen op : 25 juli 2018 Ingediend door : Consument Tegen
Nadere informatie: Nationale Nederlanden Schadeverzekering Mij. N.V., gevestigd te Den Haag, verder te noemen Verzekeraar
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-335 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. C.E. du Perron, mr. M.L. Hendrikse en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht ontvangen op : 23 december
Nadere informatieUitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving)
Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Inleiding Op 24 november 2014 heeft de CRvB de eerste uitspraak gedaan over boetes
Nadere informatie