JAARVERSLAG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "JAARVERSLAG 2002-2003"

Transcriptie

1 JAARVERSLAG

2

3 VLAAMS PARLEMENT JAARVERSLAG

4

5 3 INHOUD Voorwoord 9 HOOFDSTUK I : SAMENSTELLING EN LEIDING VAN HET VLAAMS PARLEMENT rechtstreeks verkozen Vlaamse volksvertegenwoordigers De leiding van het Vlaams Parlement : Voorzitter, Bureau en Uitgebreid Bureau 2.1 Bureau en Uitgebreid Bureau: samenstelling en vergaderfrequentie 2.2 De politieke leiding van het Vlaams Parlement (Uitgebreid Bureau) 2.3 Het algemeen bestuur van het Vlaams Parlement (Bureau) 2.4 Uitvoering van het beleidsplan HOOFDSTUK II : DE POLITIEKE ACTIVITEITEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT 1. Benoeming van de Vlaamse regering Inhoudelijke analyse van de decreetgevende, beleidsvoorbereidende en controlerende activiteit in de plenaire vergadering en de commissies 2.1 De plenaire vergadering 2.2 De commissies Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden Commissie voor Cultuur, Media en Sport Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme Commissie voor Institutionele en Bestuurlijke Hervorming en Ambtenarenzaken Commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening

6 Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Commissie voor Reglement en Samenwerking Commissie voor de Vervolgingen Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen Deontologische Commissie Interparlementaire Commissie van de Nederlandse Taalunie 3. Kwantitatieve analyse 3.1 Kwantitatieve analyse van de plenaire vergaderingen en de commissievergaderingen Plenaire vergaderingen Commissievergaderingen Vergaderfrequentie Vergadertijd per commissie Aanwezigheid van de fracties in de commissievergaderingen Bijzondere commissies, subcommissies, commissies ad hoc, werkgroepen en internationale gremia 3.2 Kwantitatieve analyse van de decreetgevende en beleidsvoorbereidende activiteit Het aantal ingediende en aangenomen voorstellen van decreet Het aantal ingediende en aangenomen ontwerpen van decreet Het totale aantal aangenomen decreten Het aantal ingediende en afgehandelde voorstellen van decreet per fractie Het aantal ingediende en aangenomen voorstellen van resolutie Het aantal ingediende en afgehandelde voorstellen van resolutie per fractie Het aantal ingediende en aangenomen moties van aanbeveling Het aantal ingediende en afgehandelde moties van aanbeveling per fractie 3.3 Kwantitatieve analyse van de controlerende activiteit Het aantal interpellaties per fractie en per bevoegdheidsdomein Het aantal ingediende en behandelde met redenen omklede moties per fractie en per bevoegdheidsdomein

7 Het aantal actuele vragen en vragen om uitleg per fractie en per bevoegdheidsdomein Het aantal schriftelijke vragen per fractie en per minister Het aantal schriftelijke vragen per bevoegdheidsdomein 4. De begrotingswerkzaamheden: een decreetgevende en controlerende activiteit 5. Verzoekschriften 5.1 Wat is een verzoekschrift? 5.2 Vormvoorwaarden 5.3 Behandeling 5.4 Aantal ingediende verzoekschriften 6. Procedures met betrekking tot de verhouding tot de federale staat en de overige gemeenschappen en gewesten van België 6.1. Bevoegdheidsconflicten 6.2. Belangenconflicten 7. Bijzondere bevoegdheden van het Vlaams Parlement 8. Aan het Vlaams Parlement verbonden instellingen 8.1 De Vlaamse Ombudsdienst 8.2 Het Kinderrechtencommissiariaat 8.3 Het Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek HOOFDSTUK III :CALRE-CONFERENTIE 1. De zesde conferentie van Europese regionale wetgevende parlementen (CALRE) 2. De Verklaring van Brussel HOOFDSTUK IV :HET INFORMATIEBELEID EN DE EXTERNE RELATIES VAN HET VLAAMS PARLEMENT 1. De website Externe relaties 2.1 Evenementen 2.2 Ontvangst van bezoekers: bezoekers- en informatiecentrum 2.3 Relaties met de media

8 6 2.4 Rechtstreekse verspreiding van informatie aan het publiek De Kracht van je Stem Buitenlandse betrekkingen Nieuwe publicaties Boek Dertig jaar Vlaams Parlement Stripverhaal Flosj Een nieuw kijkboek Informatheek en Archief Informatheek Archief- en biografische dienst 128 HOOFDSTUK V : DE MENSEN EN DE MIDDELEN VAN HET VLAAMS PARLEMENT De werkingsbegroting van het Vlaams Parlement De gebouwen van het Vlaams Parlement Het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers Kunstintegratie in het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers Het Algemeen Secretariaat van het Vlaams Parlement Directieraad Herstructurering en aanpassing van het personeelsstatuut De personeelsleden van de politieke fracties en de Vlaamse volksvertegenwoordigers De rechtspositieregeling van het politiek personeel Reglement van toekenning 134

9 7 BIJLAGEN Bijlage 1 : Bijlage 2 : Samenstelling van het Vlaams Parlement. Vertegenwoordiging van de vaste en de plaatsvervangende leden in de commissies, subcommissies, werkgroepen en interparlementaire instellingen. 137 Aanwezigheid van de fracties in de commissievergaderingen - overzicht per commissie. 141 Bijlage 3 : Toelichting bij de verdeling in bevoegdheidsdomeinen. 143 Bijlage 4 : Verzoekschriften. 145 Bijlage 5 : Aangenomen voorstellen en ontwerpen van decreet. 169 Bijlage 6 : Aangenomen voorstellen van resolutie. 185 Bijlage 7 : De plenaire vergaderingen. 189 Bijlage 8 : Hoorzittingen en gedachtewisselingen per commissie. 199 Bijlage 9 : Werkbezoeken per commissie. 211 Bijlage 10 : Bijzondere bevoegdheden van het Vlaams Parlement : benoemingen en voordrachten. 213 Bijlage 11 : Jaarverslagen en rapporten die ingevolge decretale bepalingen bij het Vlaams Parlement moeten worden ingediend. 215 Bijlage 12 : Evenementen in het Vlaams Parlement. 227 Bijlage 13 : Samenstelling van de Commissie voor de Integratie van Kunstwerken. 235 Bijlage 14 : Ontvangsten en uitgaven van het Vlaams Parlement in Praktische informatie voor het publiek. 243 Colofon. 249

10

11 9 Voorwoord Het beleid van het Vlaams Parlement was er ook het voorbije zittingsjaar op gericht om van de assemblee een goed functionerend politiek forum te maken. We evolueren zo gestaag naar een orgaan dat snel en accuraat kan inspelen op de maatschappelijke behoeften. In deze optiek werden, onder mijn impuls, een aantal initiatieven uitgewerkt die zowel de commissievergaderingen als de plenaire vergadering meer dynamiek moeten geven. Zo wordt er over de debatten in commissievergaderingen voortaan systematisch een persbericht gemaakt dat de dag zelf aan de media wordt bezorgd. Op die manier hopen we de Vlaming grondiger te informeren over die aangelegenheden die hem aangaan en waarvoor het Vlaams Parlement bevoegd is. Eveneens in het vorige werkjaar stelde ik in het Vlaams Parlement een Handvest van Vlaanderen voor, een persoonlijke discussietekst die de aanzet moet geven tot een breed debat over een Grondwet voor Vlaanderen. Mijn bedoeling was en blijft heel democratisch Vlaanderen te betrekken bij de discussie over wat de belangrijkste democratische beleidsprincipes van de Vlaamse samenleving moeten zijn. Op basis van de talrijke reacties van individuele burgers en groepen uit het middenveld wordt de discussietekst aangepast en vervolgens besproken in het Vlaams Parlement zodat er tegen 2004 een basis voor een Grondwet voor Vlaanderen gecreëerd kan worden. In het nieuwe Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers draait nu ook het bezoekers- en informatiecentrum op volle toeren met een parlementswinkel, betere cateringvoorzieningen voor onze bezoekers en een jaarlijkse grote tentoonstelling. Tijdens het voorbije zittingsjaar engageerde het Vlaams Parlement zich ook op internationaal vlak: in 2002 was het parlement voorzitter van de Conferentie van Europese regionale wetgevende parlementen. We organiseerden in het Vlaams Parlement de zesde CALRE-conferentie, waaraan de voorzitters van 54 Europese regionale parlementen deelnamen. Uit de conclusies, samengevat in de zogenaamde de Verklaring van Brussel, blijkt dat de CALRE een actieve bijdrage wil leveren aan het debat over de toekomst van Europa. Als de regionale parlementen meer invloed willen uitoefenen op de Europese besluitvorming is actieve netwerkvorming zoals de CALRE absoluut noodzakelijk. Het Vlaams Parlement investeert ook in onze jeugd met de overname van een educatief project dat de band tussen de jongeren en democratie moet aanhalen. Basisdoelstelling is de werking van het Vlaams Parlement en de overheidsinstellingen bekend te maken bij deze doelgroep. Dit is slechts een greep uit de talrijke innovaties die het parlement het voorbije zittingsjaar gerealiseerd heeft. Ook de volgende jaren moet dit proces worden voortgezet. Een dynamische instelling zoals het Vlaams Parlement moet immers voortdurend kritisch zijn over de eigen werking. Slechts dan kan/zal het Vlaams Parlement zijn rol als vooraanstaande, moderne, flexibele en toegankelijke wetgevende macht blijven vervullen. Norbert De Batselier Voorzitter

12 10 Norbert De Batselier, voorzitter

13 11 Hoofdstuk I Samenstelling en leiding van het Vlaams Parlement rechtstreeks verkozen Vlaamse volksvertegenwoordigers Het Vlaams Parlement bestaat uit 124 Vlaamse volksvertegenwoordigers, waarvan er 118 rechtstreeks worden verkozen in de elf kieskringen van het Vlaamse Gewest en 6 rechtstreeks worden verkozen op de Vlaamse lijsten in het Brusselse Gewest. De tweede rechtstreekse verkiezingen van het Vlaams Parlement hadden plaats op 13 juni Tussen de eedaflegging van de toen verkozen Vlaamse volksvertegenwoordigers op 6 juli 1999 en de opening van de zitting waren al een aantal wijzigingen opgetreden in de samenstelling van het Vlaams Parlement. De lijst van de 124 Vlaamse volksvertegenwoordigers vindt u in bijlage 1. Wijzigingen tijdens het zittingsjaar Bij brief van 28 augustus 2002 nam mevrouw Magda Aelvoet (Agalev) ontslag als Vlaams volksvertegenwoordiger. Zij werd in de plenaire vergadering van 23 september 2002 opgevolgd door mevrouw Ann De Martelaer, die haar al tijdelijk verving voor de duur van haar ministerambt. Bij brief van 23 september 2002 deelde de VU&ID-fractie mee dat zij de heer Herman Lauwers als voorzitter had verkozen. Bij brief van 10 oktober 2002 nam de heer Jacques Laverge (VLD) met ingang van 5 november 2002 ontslag als Vlaams volksvertegenwoordiger. Hij werd in de plenaire vergadering van 6 november 2002 opgevolgd door de heer Karlos Callens. Bij brief van 28 november 2002 nam de heer Herman De Loor (sp a) met ingang van 15 december 2002 ontslag als Vlaams volksvertegenwoordiger. Hij werd in de plenaire vergadering van 18 december 2002 opgevolgd door mevrouw Gracienne Van Nieuwenborgh. Door zijn ontslag als lid van de Vlaamse regering zetelt de heer Steve Stevaert (sp a) met ingang van 18 maart 2003 opnieuw als Vlaams volksvertegenwoordiger en is er op dezelfde dag een einde gekomen aan de tijdelijke vervanging door mevrouw Anne-Marie Baeke. Door zijn eedaflegging als lid van de Vlaamse regering op 19 maart 2003 heeft de heer Gilbert Bossuyt (sp a) geen zitting meer in het Vlaams Parlement. Hij werd in de plenaire vergadering van 19 maart 2003 voor de duur van zijn ministerambt opgevolgd door de heer Carlo Daelman. Op 11 mei 2003 overleed de heer Paul Van Malderen (CD&V). Hij werd in de plenaire vergadering van 26 mei 2003 opgevolgd door mevrouw Ilse Van Eetvelde. Door haar ontslag als lid van de Vlaamse regering zetelt mevrouw Vera Dua (Agalev) met ingang van 23 mei 2003 opnieuw als Vlaams volksvertegenwoordiger en is er op dezelfde dag een einde gekomen aan de tijdelijke vervanging door mevrouw Isabel Vertriest. Door zijn eedaflegging als lid van de Vlaamse regering op 26 mei 2003 heeft de heer Ludo Sannen (Agalev) geen zitting meer in het Vlaams Parlement. Hij werd in de plenaire vergadering van 26 mei 2003 voor de duur van zijn ministerambt opgevolgd door de heer Flor Ory. Bij brief van 26 mei 2003 deelde de Agalev-fractie mee dat zij de heer Jos Stassen als voorzitter had verkozen. Op 5 juni 2003 legden de heer Guy Swennen (sp a) en mevrouw Hilde Claes (sp a) de eed af als lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Zij werden in de plenaire vergadering van 10 juni 2003 opgevolgd door mevrouw Anne-Marie Baeke en de heer Jean-Paul Peuskens. Door zijn ontslag als lid van de Vlaamse regering zetelt de heer Jaak Gabriels (VLD) met ingang van

14 12 6 juni 2003 opnieuw als Vlaams volksvertegenwoordiger en is er op dezelfde dag een einde gekomen aan de tijdelijke vervanging door de heer Guy Sols. de heer Jan Van Duppen de heer Joris Van Hauthem de heer Karim Van Overmeire de heer Paul Wille sp a VB VB VLD Bij brief van 6 juni 2003 nam de heer Rufin Grijp (sp a) ontslag als Vlaams volksvertegenwoordiger. Hij werd in de plenaire vergadering van 11 juni 2003 opgevolgd door mevrouw Anne Van Asbroeck. Door hun eedaflegging als lid van de Vlaamse regering op 10 juni 2003 hebben mevrouw Patricia Ceysens (VLD) en de heer Marino Keulen (VLD) geen zitting meer in het Vlaams Parlement. Zij werden in de plenaire vergadering van 10 juni 2003 voor de duur van hun ministerambt opgevolgd door de heren Bob Verstraete en Guy Sols. Na de gehele hernieuwing van de Senaat op 18 mei 2003 werden in de plenaire vergaderingen van 11 en 18 juni 2003 tien gemeenschapssenatoren aangewezen : de heer Ludwig Caluwé de heer Jacques Devolder de heer Patrick Hostekint de heer Didier Ramoudt de heer Jacques Timmermans de heer Luc Van den Brande CD&V VLD sp a VLD sp a CD&V Op 26 juni 2003 legde de heer Karel De Gucht (VLD) de eed af als lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Hij werd in de plenaire vergadering van 2 juli 2003 opgevolgd door mevrouw Erna Roosens-Van Wauwe. Op 14 juli 2003 legde mevrouw Anne-Marie Baeke (sp a) de eed af als lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers; zij werd pas bij het begin van het zittingsjaar , op 22 september 2003, opgevolgd door mevrouw Josée Vercammen. Tabel 1: Zetelverdeling in het Vlaams Parlement (september 2003) Fractie Aantal zetels CD&V 30 VLD 27 Vlaams Blok 22 sp.a 20 AGALEV 12 VU&ID 9 onafhankelijk 3 UF 1 Totaal 124 Grafiek 1: Zetelverdeling in het Vlaams Parlement (september 2003)

15 13 2. De leiding van het Vlaams Parlement : Voorzitter, Bureau en Uitgebreid Bureau De dagelijkse leiding van het Vlaams Parlement ligt bij de voorzitter van het Vlaams Parlement, de 4 ondervoorzitters en de 3 secretarissen, die samen het Bureau vormen. De voorzitter neemt de belangrijkste politieke taken in het Vlaams Parlement op zich. Zo zit hij de plenaire vergadering voor, en waakt hij over de uitvoering van alle genomen beslissingen. In de uitoefening van zijn ambt wordt de voorzitter bijgestaan door het Bureau en eventueel het Uitgebreid Bureau, dat hij tevens voorzit. Het Bureau is verantwoordelijk voor het administratieve bestuur van het Vlaams Parlement. Voor de regeling van de zuiver politieke aangelegenheden onder meer het opstellen van de agenda van de plenaire vergadering wordt het Bureau uitgebreid met de fractievoorzitters van de erkende fracties. Samen vormen zij het Uitgebreid Bureau. 2.1 Bureau en Uitgebreid Bureau : samenstelling en vergaderfrequentie Tijdens de legislatuur zijn alle politieke fracties in het Bureau van het Vlaams Parlement vertegenwoordigd. 1 Bij de opening van de zitting op 23 september 2002 werd de samenstelling van het zittende Bureau, op één secretaris na, bevestigd : Norbert De Batselier (sp.a) werd opnieuw tot voorzitter verkozen, Johan De Roo (CD&V) werd eerste ondervoorzitter, André Denys (VLD) tweede ondervoorzitter, Luk Van Nieuwenhuysen (VB) derde ondervoorzitter, Jos Geysels (Agalev) vierde ondervoorzitter en Trees Merckx-Van Goey (CD&V) en Anny De Maght-Aelbrecht (VLD) bleven secretarissen. Jan Loones (VU&ID) werd als secretaris opgevolgd door Etienne Van Vaerenbergh (VU&ID). In de samenstelling van het Uitgebreid Bureau deed zich tijdens het zittingsjaar nog een wijziging voor : ten gevolge van zijn overstap naar de Vlaamse regering werd Ludo Sannen als Agalev-fractievoorzitter en lid van het Uitgebreid Bureau vanaf 26 mei 2003 opgevolgd door Jos Stassen. 1 Het Bureau wordt samengesteld volgens de evenredige vertegenwoordiging (Reglement artikel 10). Tabel 2: Samenstelling van het Bureau en Uitgebreid Bureau van het Vlaams Parlement tijdens het zittingsjaar Bureau Norbert De Batselier (sp.a) Voorzitter Johan De Roo (CD&V) Eerste ondervoorzitter André Denys (VLD) Tweede ondervoorzitter Luk Van Nieuwenhuysen (VB) Derde ondervoorzitter Jos Geysels (Agalev) Vierde ondervoorzitter Trees Merckx-Van Goey (CD&V) Secretaris Anny De Maght-Aelbrecht (VLD) Secretaris Etienne Van Vaerenbergh (VU&ID) Secretaris Uitgebreid Bureau : leden van het Bureau en de fractievoorzitters : Eric Van Rompuy (CD&V) Francis Vermeiren (VLD) Filip Dewinter (VB) Bruno Tobback (sp.a) Ludo Sannen (tot 26 mei 2003) Jos Stassen (vanaf 26 mei 2003) (Agalev) Herman Lauwers (VU&ID) Het Bureau vergaderde tweewekelijks op maandagmiddag, het Uitgebreid Bureau wekelijks op maandagmiddag. Tabel 3: Aantal vergaderingen van het Bureau en het Uitgebreid Bureau, 23 september september 2003 Vergadering Aantal Aantal vergaderingen uren Bureau 25 8,45 Uitgebreid Bureau 44 32,51 Totaal 69 41,36 Het vergaderritme van het Vast en Uitgebreid Bureau lag tijdens het zittingsjaar iets hoger dan tijdens het zittingsjaar Het hoge vergaderritme van het Uitgebreid Bureau reflecteert de toenemende politieke activiteit van het Vlaams Parlement tijdens het vierde jaar van de legislatuur. In vergelijking met de jaren vóór het zittingsjaar is het vergaderritme vooral toegenomen door het feit dat het Uitgebreid Bureau tegenwoordig, sinds het zittingsjaar , wekelijks in plaats van tweewekelijks vergadert.

16 De politieke leiding van het Vlaams Parlement (Uitgebreid Bureau) Ook tijdens het zittingsjaar was het beleid van het Uitgebreid Bureau erop gericht van het Vlaams Parlement een goed werkend en aantrekkelijk politiek orgaan te maken, dat de aandacht van de Vlamingen waard is. Tijdens zijn vergadering van 5 mei 2003 keurde het Uitgebreid Bureau op voorstel van voorzitter De Batselier verschillende maatregelen goed die de plenaire vergadering meer dynamiek moeten geven. Zo werd onder meer beslist dat de parlementsvoorzitter meer reglementaire mogelijkheden krijgt om in de plenaire vergadering in te spelen op actuele thema s en dat actualiteitsdebatten in de plenaire vergadering nog dezelfde dag afgesloten kunnen worden met de stemming over een motie van aanbeveling. Tegelijkertijd gaf het Uitgebreid Bureau het fiat voor de oprichting van een parlementaire persdienst die de werking en de realisaties van het Vlaams Parlement voor het brede publiek beter moet vertalen. Die persdienst is vanaf 1 juni 2003 operationeel. Om de banden met de Vlamingen, en dan inzonderheid de jonge Vlamingen, nauwer aan te halen, had het Uitgebreid Bureau al op 16 december 2002 zijn fiat gegeven voor de structurele integratie van het project De Kracht van je Stem in de werking van het Algemeen Secretariaat van het Vlaams Parlement. De Kracht van je Stem is een project dat oorspronkelijk opgezet werd binnen de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) en dat er specifiek op gericht is de werking van het Vlaams Parlement beter bekend te maken bij de schoolgaande jeugd. Met het oog op de operationalisering van dat project worden binnen het Algemeen Secretariaat van het Vlaams Parlement twee extra personeelsleden ingezet. Op 16 december 2002 gaf het Uitgebreid Bureau zijn fiat voor de verspreiding bij het Vlaamse middenveld van het Handvest van Vlaanderen, het embryo van een Vlaamse Grondwet zoals Het Uitgebreid Bureau. Van links naar rechts: Francis Vermeiren, Etienne Van Vaerenbergh, Filip Dewinter, Johan De Roo, Luk Van Nieuwenhuysen, Anny Demaght-Aelbrecht, Jos Stassen, Norbert De Batselier, Trees Merckx-Van Goey, Eric Van Rompuy, Bruno Tobback, Herman Lauwers, André Denys, Jos Geysels.

17 15 opgesteld door de parlementsvoorzitter. Het is de bedoeling dat het Vlaamse middenveld zijn stem laat horen, en dat de vertegenwoordigers ervan het Vlaams Parlement meedelen waarvoor, volgens hun visie, democratisch Vlaanderen staat. Op basis van de resultaten van de bevraging bij de burgers en het middenveld zal de parlementsvoorzitter zijn basistekst aanpassen en verfijnen, waarna de tekst in het Vlaams Parlement besproken zal worden. Ten slotte moet nog vermeld worden dat het Uitgebreid Bureau tijdens het zittingsjaar krachtens artikel 15 van het Reglement tweemaal een vergadering met de commissievoorzitters over de werking van de commissies heeft belegd. 2.3 Het algemeen bestuur van het Vlaams Parlement (Bureau) Het beleid van het Vast Bureau is erop gericht van het Vlaams Parlement een efficiënt werkend parlement te maken. De informatisering van de parlementaire documentenstroom werd voortgezet, en samen met het Uitgebreid Bureau leverde het Vast Bureau ook tijdens het zittingsjaar belangrijke inspanningen om de administratieve werking van het Algemeen Secretariaat op een moderne leest te schoeien. Die beleidsoptie mondde op 9 juli 2003 uit in een herziening van het Personeelsstatuut en een grondige reorganisatie van de diensten : in de plaats van de huidige drie directies met daaronder in totaal tien afdelingen komen er zes directies, waarvan de directeurs de medewerkers rechtstreeks aansturen. De implementatie van die reorganisatie is, samen met de herziening van het Personeelsstatuut die eraan gekoppeld is, gepland voor het zittingsjaar Een andere rode draad door de werkzaamheden van het Bureau was de voortgangsbewaking van de verhuizing naar en de ingebruikname van het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers, dat op 11 juli 2002 officieel geopend werd. Voor het natraject zijn o.a. de volgende zaken te vermelden: de beide restaurants, het zelfbedieningsrestaurant en het klassieke restaurant, werden geopend in september, het klassieke parlementaire restaurant op de dakverdieping kreeg een eigen naam ( De Daktuin ), in De Loketten werd een informatie- en ontmoetingscentrum, mét winkelfunctie, geïnstalleerd en de voorbereidende werkzaamheden voor de ingebruikname van de fitnessruimte werden gestart. 2.4 Uitvoering van het beleidsplan Ook tijdens het zittingsjaar vloeiden vele beslissingen en beleidsopties van het Uitgebreid Bureau en Vast Bureau voort uit het beleidsplan voor de legislatuur dat parlementsvoorzitter De Batselier op 15 december 2000 had voorgesteld. Dat was inzonderheid het geval voor de incorporatie in de diensten van het Vlaams Parlement van het project De Kracht van je Stem, het Handvest van Vlaanderen, de verdere informatisering van de documentenstroom van het Vlaams Parlement en de reorganisatie van de diensten van het Algemeen Secretariaat van het Vlaams Parlement.

18 16 De Vlaamse regering (10 juni 2003): Marino Keulen, Paul Van Grembergen, Dirk Van Mechelen, Renaat Landuyt, Bart Somers, Marleen Vanderpoorten, Ludo Sannen, Gilbert Bossuyt, Patricia Ceysens, Adelheid Byttebier.

19 17 Hoofdstuk II De politieke activiteiten van het Vlaams Parlement 1. Benoeming van de Vlaamse regering Bij besluit van de Vlaamse regering van 31 januari 2003 kreeg de heer Guy Vanhengel de titel van Vlaamse minister van Sport en Hoofdstedelijke Aangelegenheden. Bij brief van 18 maart 2003 nam de heer Steve Stevaert ontslag als lid van de Vlaamse regering. Hij werd in de plenaire vergadering van 19 maart 2003 opgevolgd door de heer Gilbert Bossuyt. Bij besluit van de Vlaamse regering van 19 maart 2003 werden de bevoegdheden inzake openbare werken, vervoer en energiebeleid toevertrouwd aan de heer Gilbert Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, en die inzake planning en statistiek aan de heer Renaat Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme. Bij brieven van 23 mei 2003 namen mevrouw Mieke Vogels en mevrouw Vera Dua ontslag als lid van de Vlaamse regering. Zij werden in de plenaire vergadering van 26 mei 2003 opgevolgd door de heer Ludo Sannen en mevrouw Adelheid Byttebier. Bij besluit van 26 mei 2003 kende de Vlaamse regering de bevoegdheden van mevrouw Vera Dua en de bevoegdheid over ontwikkelingssamenwerking toe aan de heer Ludo Sannen, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, en de bevoegdheden van mevrouw Mieke Vogels met uitzondering van ontwikkelingssamenwerking aan mevrouw Adelheid Byttebier, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen. Bij brief van 4 juni 2003 nam de heer Patrick Dewael met ingang van 5 juni 2003 ontslag als lid van de Vlaamse regering. Bij brief van 6 juni 2003 nam de heer Jaak Gabriels ontslag als lid van de Vlaamse regering. Bij brief van 10 juni 2003 nam de heer Guy Vanhengel ontslag als lid van de Vlaamse regering. In de plenaire vergadering van 10 juni 2003 werden de heer Bart Somers, mevrouw Patricia Ceysens en de heer Marino Keulen benoemd tot lid van de Vlaamse regering. De Vlaamse regering verkoos nog diezelfde dag de heer Bart Somers tot voorzitter. Bij besluit van 10 juni 2003 bepaalde de Vlaamse regering opnieuw de bevoegdheden en titels van haar leden. Op het einde van het zittingsjaar was de Vlaamse regering dus samengesteld als volgt: de heer Bart Somers minister-president van de Vlaamse regering de heer Renaat Landuyt minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme mevrouw Marleen Vanderpoorten Vlaams minister van Onderwijs en Vorming de heer Dirk Van Mechelen Vlaams minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie de heer Paul Van Grembergen Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken de heer Gilbert Bossuyt Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie de heer Ludo Sannen Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking mevrouw Adelheid Byttebier Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen mevrouw Patricia Ceysens Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government de heer Marino Keulen Vlaams minister van Wonen, Media en Sport

20 18 2. Inhoudelijke analyse van de decreetgevende, beleidsvoorbereidende en controlerende activiteit in de plenaire vergadering en de commissies 2.1 De plenaire vergadering Actuele vragen Het wekelijkse vragenuurtje in de plenaire vergadering biedt de Vlaamse volksvertegenwoordigers de mogelijkheid om de Vlaamse regering aan de tand te voelen over aangelegenheden uit de politieke actualiteit. Door de reglementswijziging van 3 juli 2002 werd het aantal actuele vragen per fractie gereduceerd, maar de spreektijd per vraag werd meer dan verdubbeld zodat de onderwerpen diepgaander kunnen worden behandeld. De wekelijkse afwisseling van een groot en een klein vragenuurtje werd vervangen door een vast aantal vragen. Tijdens het zittingsjaar kreeg de Vlaamse regering 236 actuele vragen te beantwoorden (tegenover 302 in ). Wanneer verschillende fracties vragen stellen over hetzelfde actuele onderwerp, worden die samengevoegd en groeit het vragenuurtje soms uit tot een mini-debat. Zo waren er bijvoorbeeld samengevoegde vragen over de resultaten van het integratiebeleid en over de deelname van minister Gabriels aan de plattelandsbetoging van 11 mei 2003 in Gent. De evoluties inzake de problematiek van de geluidshinder door de nachtvluchten vanuit Zaventem werden via de actuele vragen nauwgezet gevolgd; er werden niet minder dan 25 vragen over gesteld (d.i. meer dan 10% van alle actuele vragen). Ook de ongunstige economische evolutie en de stijgende werkloosheid (met o.m. de sluiting van Philips Hasselt), de problemen in de socialehuisvestingssector, de crisis bij het Antwerpse stadsbestuur en de definitieve afbakening van het Vlaams Ecologisch Netwerk kwamen tijdens het vragenuurtje meermaals aan bod. De invloed van de federale verkiezingen van 18 mei 2003 en de weerslag van het federale formatieberaad waren ook duidelijk aanwezig, met onder meer vragen over de deelname van een aantal Vlaamse ministers aan die verkiezingen en de overstap van minister-president Dewael naar de federale regering. Interpellaties Over onderwerpen met een grote draagwijdte en van algemeen politiek belang kan rechtstreeks in de plenaire vergadering geïnterpelleerd worden. Deze vorm van parlementaire controle kwam, na vier jaar afwezigheid en na een aarzelende terugkeer in , tijdens het afgelopen zittingsjaar in een hogere versnelling. De regering werd 9 keer direct in de plenaire vergadering geïnterpelleerd. De mededeling van de federale regering dat de dotatie aan de gewesten en de gemeenschappen vanaf 2003 met 332 miljoen euro vermindert, verwekte ophef. Voor Vlaanderen is dat een jaarlijkse inkomstendaling van 210 miljoen euro. Op een interpellatie daarover van Chris Vandenbroeke en Eric Van Rompuy antwoordde minister Van Mechelen op 23 oktober 2002 dat de Vlaamse regering de herberekening van de parameters betwist. Voortaan moeten ook gewesten en gemeenschappen betrokken worden bij de bepaling daarvan. Bij de stemming over de met redenen omklede moties die tot besluit van de interpellatie werden ingediend, werd op 6 november alleen die van de meerderheid aangenomen. Die van CD&V en VU&ID werden verworpen. Op 6 november 2002 interpelleerde Erik Matthijs minister Dua over de gevolgen van de uitbreiding van de EU voor de landbouw. Hij en de sprekers van de andere fracties die zich bij de interpellatie aansloten, behandelden thema s als inkomenssteun, exportsubsidies, duurzaamheid, rechtvaardige wereldhandel en plattelandsbeleid. Minister Dua wees erop dat over de concrete hervormingsvoorstellen van Europees commissaris Fischler nog geen beslissing werd genomen. De cijfers die op de top van Brussel in oktober werden afgesproken over de financiering van de uitbreiding, gaan uit van een onveranderd landbouwbeleid. Op 20 november werd de met redenen omklede motie van de meerderheid aangenomen, die van CD&V niet. De uitspraken van minister Jaak Gabriels over de afschaffing van een eigen Vlaams buitenlands beleid vormden de aanleiding tot drie interpellaties op 13 november Luc Van Den Brande, Karim Van Overmeire en Jan Loones wilden ieder afzonderlijk de minister confronteren met zijn uitlatingen tijdens een reis naar Zuid-Afrika over de

21 19 verwarring die een eigen Vlaams buitenlands beleid zou stichten en zijn wens om de Vlaamse vertegenwoordigers te integreren in de federale ambassades. Maar de minister was afwezig tijdens de ochtendvergadering waarop de interpellatie geagendeerd stond. Daarop besliste het parlement om de minister te vorderen en de interpellatie te verdagen tot de middagvergadering. De interpellanten wezen op de tegenspraak met het regeerakkoord en de beleidsbrief. Andere sprekers die zich bij de interpellatie aansloten, bekritiseerden ook de verenging van het buitenlandse beleid tot de economische component. Minister Gabriels hield in zijn antwoord een pleidooi voor efficiëntie, kwaliteit en samenwerking met het federale niveau. CD&V en VU&ID waren niet overtuigd en dienden samen een motie in. Maar op 4 december werd die motie verworpen, evenals die van het VB. Dat de geluidshinder ten gevolge van de nachtvluchten vanuit Zaventem voor ongenoegen bleef zorgen, is ook aan het Vlaams Parlement niet ongemerkt voorbijgegaan. De uiteenlopende interpretaties van de opeenvolgende akkoorden en in het bijzonder de concentratie boven de Vlaamse noordrand van Brussel sinds februari werden aan de orde gesteld in een interpellatie van Sonja Becq op 27 november Door haar en andere sprekers werd gepleit voor objectieve meetresultaten en gelijke normen in de verschillende gewesten. Over de keuze tussen concentratie, billijke spreiding en afbouw bleken de meningen verdeeld. Minister Dua bevestigde het standpunt van de Vlaamse regering : geen extra hinder en geen nieuwe gehinderden. Dat was trouwens ook het doel van het concentratiebesluit. Al te lawaaierige toestellen moeten verboden worden en isolatie van woningen moet financieel ondersteund worden. Overleg met de andere overheden moet tot bijsturing leiden. Op 11 december werd de met redenen omklede motie van CD&V geamendeerd door de plenaire vergadering. CD&V trok daarop haar motie in, waarna de motie door de meerderheid werd overgenomen en in geamendeerde vorm werd goedgekeurd. Het ontslag van het hele Antwerpse schepencollege in de nasleep van de onthullingen over de onkostenregeling noopte Filip Dewinter op 19 maart 2003 tot een interpellatie over de bestuurbaarheid van de stad. Hij pleitte voor het sturen van een regeringscommissaris. Minister Van Grembergen wees hem erop dat het ontslagnemende college zijn bevoegdheden behoudt tot de eedaflegging van de nieuwe schepenen, die hij snel verwachtte. Er kon dus geen sprake zijn van een machtsvacuüm. De motie van het VB werd op 2 april niet aangenomen. In dit verband vroeg en kreeg het VB ook de spoedbehandeling van een voorstel van decreet dat de gemeenteraadsverkiezingen van de stad Antwerpen wilde vervroegen naar de datum van de federale verkiezingen op 18 mei. Het werd met 19 stemmen tegen 90 niet aangenomen. Op dezelfde dag interpelleerde Eric Van Rompuy minister-president Patrick Dewael over de oproep van vier Vlaamse topindustriëlen betreffende de waardering van de industrie in Vlaanderen. Hij schetste een pessimistisch beeld van de economische malaise. Voor Vlaamse ondernemers zouden de regelgeving, de administratie, de loonkosten en de elektriciteit de voornaamste handicaps zijn. Het Vlaamse beleid moet, volgens de interpellant, gericht zijn op het stimuleren van onderzoek en ontwikkeling, opleiding en vorming en een snelle liberalisering en deregulering van bepaalde sectoren. Minister Gabriels en minister-president Dewael somden de maatregelen op die de regering al genomen heeft. Zij erkenden dat er een tandje moet worden bijgestoken, maar betreurden het doemdenken. Vlaanderen doet het beter dan vele EU-lidstaten. De motie van het VB werd op 2 april niet aangenomen. Actualiteitsdebatten Tijdens het zittingsjaar werden er vier actualiteitsdebatten gehouden. In een dergelijk debat behandelt het parlement, in één enkele bespreking en rechtstreeks in de plenaire vergadering, een onderwerp uit de actualiteit. Tot besluit ervan kunnen moties van aanbeveling ingediend of aangekondigd worden, waarover het parlement stemt tijdens een volgende plenaire vergadering. Dat gebeurde tijdens het afgelopen zittingsjaar overigens alleen bij het eerste debat. Het eerste debat vond plaats op 2 oktober 2002 en zorgde meteen voor de aansluiting met het voorafgaande jaar. Het ging namelijk eens te meer over het rapport van mevrouw Nabholz-Haidegger, dat op 26 september door de Raad van Europa als resolutie was goedgekeurd. Alle fracties bleken eensgezind in hun afwijzing van de tekst. Minister Van Grembergen benadrukte dat de Vlaamse regering de minderhedenconventie pas ter ratificatie

22 20 aan het Vlaams Parlement zou voorleggen als de interministeriële conferentie voor Buitenlands Beleid de Vlaamse definitie van nationale minderheid aanvaardde. Daarin wordt alleen de Duitstalige Gemeenschap als zodanig geaccepteerd. Ook de circulaire-peeters blijft onverkort van kracht. Tot besluit werden drie moties van aanbeveling aangekondigd. Zowel die van CD&V, als die van het VB en die van de N-VA-leden van VU&ID werden op 16 oktober door de plenaire vergadering verworpen. Voor de meerderheid volstond immers de unaniem aangenomen resolutie van 27 maart Ook het tweede actualiteitsdebat continueerde een aandachtspunt van het vorige zittingsjaar. Het behandelde op 27 november 2002 de eindrapporten van de rondetafelconferentie Leerplichtonderwijs. In vijf werkgroepen kwaliteitsonderwijs, gelijke kansen, personeel, financiering en onderwijsvrijheid was gedurende maanden overlegd door een vijftigtal geledingen van het onderwijsveld. Sommigen spraken hun waardering uit voor de inventaris die dat opleverde, anderen legden er de nadruk op dat er snel werk moest worden gemaakt van concrete eindconclusies. Minister Vanderpoorten beloofde dat de centrale werkgroep een keuze zou maken uit alle voorstellen en zou bepalen wat en op welke termijn gerealiseerd moest worden. Tijdens de winter van werd Vlaanderen nog maar eens getroffen door waterellende. Het actualiteitsdebat van 8 januari 2003 maakte duidelijk dat het probleem meer dan één oorzaak heeft. Opeenvolgende sprekers wezen op de achterstand inzake baggerwerken door het tekort aan stortplaatsen voor vervuild slib, ontbrekende of slecht onderhouden riolen, het tekort aan natuurlijke overstromingsgebieden, het gebrekkige overleg met de buurlanden, de klimaatswijziging door de toenemende uitstoot van broeikasgassen, de ondoordringbaarheid van een groot deel van de verharde bodem, onvoldoende opvang van hemelwater, en het feit dat er gebouwd wordt op wateronveilige plaatsen, zoals verkavelingen in de winterbedding van rivieren. Minister Dua pleitte voor meer ruimte voor water en voor een gecoördineerde aanpak op bekkenniveau. Meteen vroeg zij de steun van het parlement voor haar ontwerp van decreet integraal waterbeleid, waarin beide doelstellingen centraal staan. De verslechterende economische toestand en de nefaste gevolgen daarvan voor de werkgelegenheid vormden de inzet van het vierde en laatste actualiteitsdebat van het zittingsjaar. Op 29 januari 2003 verweet de oppositie de meerderheid onvoldoende weerwerk te bieden. De regering zou er bovendien te weinig naar streven de federaal gebleven hefbomen voor het sociaal-economische beleid op te eisen. Minister Gabriels en minister Landuyt verdedigden het regeringsbeleid door te wijzen op de maatregelen ter bevordering van ondernemerschap, opleiding en werkgelegenheid. Huldigingen Op 23 oktober 2002 bracht het Vlaams Parlement in de plenaire vergadering hulde aan afscheidnemend lid Jacques Laverge. De voorzitter van het parlement en de voorzitter van de VLD-fractie spraken lof over zijn 17 jaar lange lidmaatschap van de Vlaamse parlementaire assemblee. Zelf sprak hij een dankwoord uit, waarin hij de nadruk legde op het ondernemerschap als bron van de Vlaamse welvaart. Dezelfde eer viel op 11 december 2002 te beurt aan Herman De Loor, die enkele dagen later het Vlaams Parlement zou verlaten. Nadat de voorzitter zijn 21-jarige parlementaire carrière had geschetst, pleitte de gehuldigde in zijn dankwoord voor een waarachtige volksvertegenwoordiging, die niet door partijhoofdkwartieren wordt gedomineerd. Helaas diende de plenaire vergadering ook eenmaal een rouwhulde te organiseren. Dat gebeurde op 14 mei 2003, enkele dagen na het onverwachte overlijden van CD&V-fractielid Paul Van Malderen. De voorzitter schetste zijn lange politieke loopbaan op lokaal en sinds enkele jaren ook op regionaal vlak. De heren Van Rompuy en Vermeiren brachten de rouwgevoelens van fractie en parlement tot uitdrukking. Verklaringen van de Vlaamse regering Tijdens het afgelopen zittingsjaar werd of werden bij drie gelegenheden een of meer ministers van de Vlaamse regering vervangen. Dat gebeurde een eerste keer op 19 maart, toen minister Gilbert Bossuyt de eed aflegde als opvolger van Steve Stevaert, die was verkozen tot sp a-voorzitter.

23 21 Op 26 mei 2003, na de verkiezingen van 18 mei, namen de Agalev-ministers Dua en Vogels ontslag. Ludo Sannen en Adelheid Byttebier legden die dag de eed af als hun opvolgers. Minister-president Dewael beloofde in een verklaring de continuering van het beleid. Het regeerakkoord zou integraal en loyaal uitgevoerd worden. Na het debat werd de verklaring met 63 stemmen tegen 49 aangenomen. Maar er zou een nog ingrijpender wijziging volgen. Op 9 juni las de voorzitter in de plenaire vergadering een brief voor van de minister-president, waarin die zijn ontslag meedeelde. Een dag later deed Patrick Dewael zijn intrede in de Kamer van Volksvertegenwoordigers en werd hij als Vlaams regeringsleider opgevolgd door Bart Somers. Ook minister Gabriels en minister Vanhengel verdwenen uit de regering. In hun plaats legden Marino Keulen en Patricia Ceysens de eed af. Daarbij werden ook de bevoegdheden van de regeringsleden herschikt. Een en ander werd door de nieuwe minister-president verdedigd in een verklaring op 11 juni. Na het debat werd de verklaring met 64 stemmen tegen 50 aangenomen. 2.2 Commissies Commissie voor Algemeen Beleid, Financien en Begroting De evolutie van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap Een belangrijk deel van de commissiewerkzaamheden was ook dit zittingsjaar gewijd aan de vraag of de Vlaamse regering nog voldoende greep had op de evolutie van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap. De Vlaamse regering werd geconfronteerd met de kostprijs van de uitvoering van eerder gedane beloften en beslissingen en een aanhoudende tegenvallende conjunctuur ( ) waardoor de ontvangsten onder druk kwamen te staan. Tijdens de loop van het jaar 2003 bleek in elk geval dat de kas van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap met de DAB's (maar zonder de kasverrichtingen van alle VOI s) een negatief saldo vertoonde dat opliep tot 1 miljard euro in de zomer van De oppositie voerde aan dat ook dit negatieve saldo een signaal was van een voorspel-

24 22 de ontsporing van de Vlaamse begroting, een stelling die door de Vlaamse regering steevast werd ontkend. Een belangrijk argument ten gunste van de stelling van de Vlaamse regering was dat vanaf 2003 (conform de ESR-verplichtingen (ESR staat voor Europees systeem van nationale en regionale rekeningen)) de Vlaamse budgettaire positie wordt afgerekend op de volledige consolidatiekring van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap met alle DAB s en VOI s. Volgens de Vlaamse regering was er volgens deze berekeningswijze nauwelijks een verschil tussen 1 maart 2002 en 1 maart De initiële begroting 2003 De economische parameters en het te bereiken begrotingsresultaat De BNI-groei (Bruto Nationaal Inkomen) werd geraamd op 2,4 % 2 en de inflatie op 1,4 %. De raming van het groeicijfer vertaalde de hoop van de Vlaamse regering in het hernemen van de economische groei in Opvallend is verder dat de bijstelling van de BNIgroeifactor voor het verleden de Vlaamse begroting confronteerde met een budgettaire tegenvaller van 210 miljoen euro die bij de begrotingsaanpassing 2003 gecompenseerd moest worden. De initiële begroting 2003 werd ingediend met een begrotingssaldo van 8 miljoen euro. In termen van het HRF-saldo (Hoge Raad voor Financiën) bedroeg het begrotingsoverschot 362,8 miljoen euro wat 38 miljoen euro beter is dan de HRF-norm. Volgens de Vlaamse regering draagt de begroting 2003 haar steentje bij tot de doelstelling om tijdens deze legislatuur de schuld te halveren. De politiek van schuldafbouw heeft in de jaren geleid tot een extra gecumuleerde beleidsruimte van 191 miljoen euro. De middelenbegroting De middelen die voortvloeien uit de samengevoegde en gedeelde belastingen (personenbelasting en BTW) stijgen substantieel met een half miljard euro. 2 conform art. 33 van de Bijzondere Financieringswet voor Gemeenschappen en Gewesten dient de Vlaamse regering de raming inzake de BNI-groei uit het meest recente economische budget van het Instituut van de Nationale Rekeningen (INR) over te nemen De stijging kan verklaard worden door de verwachte aantrekking van de economie, de verbetering van de fiscale capaciteit, de evolutie van de denataliteitscoëfficiënt en de extra Lambermontmiddelen tot herfinanciering van de gemeenschappen. De uitgavenbegroting De uitgavenbegroting 2003 bedraagt 17,222 miljard euro of een stijging met 468 miljoen euro of 2,8 %. Die stijging is vooral het gevolg van het honoreren van eerder aangekondigde beslissingen. Door de beperkte middelenaangroei gedurende twee opeenvolgende jaren, moesten nieuwe uitgaven gefinancierd worden door heroriënteringen binnen bestaande beschikbare kredieten. Verslag van het Rekenhof bij de begrotingsontwerpen 2003 Het Rekenhof stelde vragen bij de toereikendheid van sommige kredietenveloppes (o.m. renovatiepremies, de geprefinancierde trekkingsrechten voor de gemeenten, leefmilieu) en de voorzichtigheid waarmee de ontvangsten werden ingeschat. Het Rekenhof vroeg tevens aandacht voor de uitvoering van de cijfermatige doelstellingen van het Vlaamse regeerakkoord (de bouw van extra sociale woningen en de doelstelling om de schuld tijdens de legislatuur te halveren). Kritiek op de begrotingsontwerpen 2003 De oppositie formuleerde de volgende aanmerkingen: De Vlaamse begroting mist een sociaal-economische dimensie; De ingediende begroting is virtueel, op bepaalde punten getrukeerd en verschuift de lasten naar de toekomst; De Vlaamse regering houdt de burger fiscale illusies voor. Verschillende Vlaamse volksvertegenwoordigers besteden verder aandacht aan de problematiek van de financiering van het leefmilieu, de zorgverzekering en het onderwijs, de financiële positie van de lokale besturen, de werkgelegenheidspolitiek, de houdbaarheid van forfaitaire belastingen en de bekendmaking van akkoorden inzake de begrotingsnormen. Een voorstel van resolutie betreffende dat laatste onderwerp wordt aangenomen door de plenaire vergadering.

25 23 De begrotingsaanpassing 2003 De economische parameters en het te bereiken begrotingsresultaat De BNI-groei 2003 wordt geraamd op 1,8 % in plaats van 2,4 % bij de initiële begroting De inflatieraming 2003 wordt constant gehouden op 1,4 %. Samen met de uiteindelijk lager uitvallende cijfers voor de jaren en de forse meevaller inzake de BNI-groei 2002 heeft dit alles een impact van - 31 miljoen euro op het geheel van de samengevoegde en gedeelde belastingen in de middelenbegroting Toch heeft de Vlaamse regering voorzichtigheidshalve de conjunctuurprovisie uit de initiële begroting van 0,4 % van de BNI-groei op de Vlaamse begroting behouden. Uit berekeningen blijkt dat het behalen van de begrotingsnorm pas in gevaar komt indien de BNI-groei 2003 onder de 0,9 % zakt. Dit alles leidt tot een begroting 2003 die het mogelijk moet maken het HRF-saldo voor 2003 (+ 324 miljoen euro) te halen. De begroting na de begrotingsaanpassing heeft een overschot van 14 miljoen euro bovenop de norm. Door een regeringsamendement op verzoek van het Vlaams Parlement daalt dit overschot met 7,5 miljoen euro voor een dotatie aan het parlement om de meeruitgaven voor het Huis van de Vlaamse Volksvertegenwoordigers te financieren. De middelenbegroting Naast de evolutie van de ontvangsten inzake de samengevoegde en gedeelde belastingen (- 31 miljoen euro) blijven de gewestbelastingen nagenoeg constant en nemen de niet-fiscale ontvangsten (onder meer de verkoop van aandelen in de VMW, de opname van middelen van de Nationale Loterij, het terugstorten van VERF-middelen (Vlaams Egalisatie- en Rentefonds)) fors toe met 175 miljoen euro. De middelenbegroting wordt goedgekeurd met een stijging van de geraamde middelen met 175 miljoen euro tot miljoen euro of een stijging met 1 % ten opzichte van de initiële begroting De uitgavenbegroting De betalingskredieten stijgen met 0,9 % ten aanzien van de initiële begroting 2003 tot ,5 miljoen euro. Dit komt door een aantal uitgaven die bij de opmaak van de initiële begroting nog niet gepland waren. Impact van het Financieringsfonds voor schuldafbouw en éénmalige uitgaven (FFEU) Er werden bij de begrotingsaanpassing 2003 voor circa 275 miljoen euro nieuwe toezeggingen gedaan op het Financieringsfonds voor schuldafbouw en éénmalige uitgaven, waardoor de huidige vrije marge volledig werd opgebruikt. Schuldafbouw Volgens de huidige prognoses meent de Vlaamse regering haar begrotingsdoelstelling de schuld te halveren tegen eind 2004 (doelstelling : miljoen euro) te kunnen nakomen. Verslag van het Rekenhof bij de begrotingsaanpassing 2003 Het Rekenhof formuleerde vooral opmerkingen bij de hoogte van een aantal betalingskredieten. Het Rekenhof vreest dat bepaalde betalingskredieten onderschat zijn met name in de sectoren Welzijn, Leefmilieu (Aquafin) en Ambtenarenzaken. Het Rekenhof laat zich ook voorzichtig uit over de toereikendheid van de vooropgezette begrotingsenveloppes in een aantal uitgavensectoren in de meerjarenbegroting. Kritiek van de oppositie De oppositie uit haar twijfels bij de correctheid van de uitgangspunten (de hoogte van de parameters), de hoogte van sommige kredieten en de impact van het FFEU op het behalen van de HRFnorm. De laatste discussie hangt samen met, volgens de oppositie, het gebrek aan geloofwaardigheid van de meerjarenbegroting. Verder maakt de oppositie voorbehoud bij de immobiliteit van de Vlaamse regering ten aanzien van de terugvallende economische groei. Volgens haar zijn er geen middelen vrijgemaakt om de economie een steuntje in de rug te geven (cfr. vorming, innovatie, expansiesteun en eigen investeringen) en wordt het FFEU niet als economisch relance-instrument gebruikt.

26 24 Het behalen van de begrotingsnormen Wanneer men het begrotingssaldo 2003 na de begrotingsaanpassing (een overschot van 20 miljoen euro of 800 miljoen BEF) omrekent naar de nieuwe methodiek van de ESR-95-norm bedraagt het HRF-saldo 330,8 miljoen euro, terwijl volgens de ESR-95 normering de Vlaamse Gemeenschap een overschot van ten minste 324,7 miljoen euro moet halen. Decreetgevend werk Controle op de grote infrastructuurprojecten Het Vlaams Parlement keurde in het najaar van 2002 op voorstel van een aantal commissieleden van de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting een voorstel van decreet houdende controle op grote infrastructuurprojecten goed. Het decreet houdt in dat de Vlaamse regering binnen haar diensten (met inbegrip van de Vlaamse openbare instellingen) een systeem van risicobeheer voor grote infrastructuurprojecten opzet om voorvallen te voorkomen of in te perken die de verwezenlijking van de doelstellingen in gevaar kunnen brengen. Achter het voorstel schuilt de wens dat nieuwe financiële problemen, zoals die met de verdieping van de Westerschelde en de aanleg van het Deurganckdok, kunnen worden voorkomen. In afwachting van de volledige invoering van het systeem van risicobeheer, kan het Vlaams Parlement in voorbereiding of in uitvoering zijnde grote infrastructuurprojecten aanwijzen waarover de Vlaamse regering informatie verstrekt. De aftrekbaarheid van de milieuheffingen in de vennootschapsbelasting De federale hervorming van de vennootschapsbelasting verlaagde het basistarief van 40,17 % naar 33,99 %. Om deze verlaging budgettair te compenseren, opteerde de federale regering voor de schrapping van een aantal aftrekposten waaronder de gewestelijke milieuheffingen. Het voornemen van de federale regering stuitte op protest in industriële en politieke kringen omdat de sectoren die veel milieuheffingen betaalden er in een aantal gevallen ondanks de tariefdalingen dreigden op achteruit te gaan wat het betalen van