Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to- Cradle, Comfort en Co-design)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to- Cradle, Comfort en Co-design)"

Transcriptie

1 Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to- Cradle, Comfort en Co-design) 15 september 2015 Ontwerp

2

3 Gemeente Lansingerland Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to- Cradle, Comfort en Co-design) Ontwerp INHOUD: - TOELICHTING - REGELS - VERBEELDING Identificatiecode: NL.IMRO.1621.BP0102U05-ONTW Werknummer: Datum: 15 september 2015 KuiperCompagnons Gemeente Lansingerland Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling

4

5 Procedureoverzicht datum document Opmerkingen Concept 29 mei 2015 Voorontwerp 10 juni 2015 Ontwerp 15 september 2015 Ter inzage Vast te stellen Vastgesteld Projectleider gemeente: Projectleider KuiperCompagnons: Drs. Reint Honders / ing. Yvonne Boer Mr. Rogier Begheyn

6

7 TOELICHTING

8

9 Inhoudsopgave van de toelichting 1. INLEIDING Aanleiding en doel van het plan Bij het plan behorende stukken Ligging en begrenzing plangebied Bestemmingsplan Meerpolder Leeswijzer 3 2. BESTAANDE SITUATIE Algemeen Ruimtelijke karakteristiek plangebied en omgeving Archeologie en cultuurhistorie Natuur Planologisch relevante kabels en leidingen Milieuaspecten Water Overige belemmeringen BELEIDSKADER Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid Conclusie PLANBESCHRIJVING Stedenbouwkundige leidraad Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-Design Idee en concept van 4C JURIDISCHE TOELICHTING Inleiding Regels Verbeelding Procedurele aspecten UITVOERBAARHEID Maatschappelijke uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid 41

10

11 Bijlagen bij de toelichting Bijlage 1: KuiperCompagnons, Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, project 59.1: 4C, d.d. 16 juli 2015 Bijlage 2: KuiperCompagnons, Luchtkwaliteitsonderzoek Meerpolder 2012, 16 september 2011 Bijlage 3: Relevante regels van het bestemmingsplan Meerpolder 2012 Bijlage 4: DGMR, Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland, Rapport M R001v2, 29 januari 2013 Bijlage 5: Oranjewoud, Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 te Berkel en Rodenrijs, projectnummer , december 2010 Bijlage 6: NWC, Flora- en faunaonderzoek in het kader van een nieuwbouwproject aan de Oostmeerlaan in Berkel en Rodenrijs, W1-12/P15-051, d.d. juli 2015 Bijlage 7: NWC, Aanvullend onderzoek naar de Rugstreeppad in het kader van een nieuwbouwproject aan de Oostmeerlaan in Berkel en Rodenrijs, P15-068/W1030, d.d. augustus 2015 Bijlage 8: DCMR, Beschikking in het kader van de Wet bodembescherming, kenmerk: , d.d. 21 mei 2015 Bijlage 9: Gemeente Lansingerland, Nota overleg en staat van wijzigingen uitwerkingsplan Meerpolder 2012, project 59.1: 4C, T , d.d. 15 september 2015 Bijlage 10: Gemeente Lansingerland, Ontwerpbesluit hogere waarden Wet geluidhinder inzake uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design), d.d. 15 september 2015;

12 Afbeelding 1.1: Ligging plangebied in groter verband (bron kaartbeeld: Google maps) Afbeelding 1.2: Ligging plangebied ingezoomd (bron luchtfoto: Bing maps)

13 1 1. INLEIDING 1.1. Aanleiding en doel van het plan Ten westen van de kern Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland, wordt de nieuwbouwwijk Meerpolder ontwikkeld. Voor diverse locaties in Meerpolder is in het geldende bestemmingsplan Meerpolder 2012 een uit te werken bestemming opgenomen. Het voorliggende uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Codesign) is een uitwerking van een deel van de in het geldende bestemmingsplan opgenomen bestemming Wonen Uit te werken 3. Dit uitwerkingsplan biedt een juridisch-planologisch kader voor de bouw van zestien vrijstaande en twee-onder-één-kapwoningen ten noorden van de Oostmeerlaan. In hoofdstuk 4 wordt een nadere toelichting op de ontwikkeling gegeven Bij het plan behorende stukken Het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) bestaat uit bestemmingen en regels. De bestemmingen zijn opgenomen in een verbeelding. Hierbij zijn regels ten aanzien van het bouwen en het gebruik opgenomen. Het plan gaat vergezeld van deze toelichting. In de toelichting worden de keuzes die zijn gemaakt bij het opstellen van de verbeelding en de regels verantwoord en verduidelijkt. Vervolgens wordt hierin de uitvoerbaarheid van het plan aangetoond Ligging en begrenzing plangebied Het plangebied wordt globaal begrensd door: in het noorden: het water ten zuiden van de Meerweg; in het oosten: een willekeurige lijn die niet nader gespecificeerd kan worden; in het zuiden: de Oostmeerlaan; in het westen: de groenstrook parallel aan het Lingeplantsoen. In afbeelding 1.1 en 1.2 is de ligging van het plangebied aangegeven Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Het bestemmingsplan Meerpolder 2012 is door de gemeenteraad van Lansingerland vastgesteld op 31 januari Het plan is vervolgens op 25 april 2013 in werking getreden. Burgemeester en wethouders wensen met dit uitwerkingsplan toepassing te geven aan de in artikel 19 ( Wonen Uit te werken 3 ) opgenomen uitwerkingsverplichting. Een uitsnede van de verbeelding is weergeven in afbeelding 1.3. In artikel 19.2 zijn de uitwerkingsregels opgenomen die gelden voor de gronden met de bestemming Wonen Uit te werken 3. Deze uitwerkingsregels zijn weergegeven in afbeelding 1.4. Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

14 2 Afbeelding 1.3.: Uitsnede verbeelding vigerend bestemmingsplan Meerpolder 2012 met ligging plangebied in rood Afbeelding 1.4.: uitwerkingsregels voor de bestemming Wonen Uit te werken 3 Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

15 3 Toetsing aan de uitwerkingsregels Dit uitwerkingsplan voorziet in zestien vrijstaande en twee-onder-één-kapwoningen aan de Oostmeerlaan. Er worden geen gestapelde woningen gebouwd. De woonkavels in dit uitwerkingsplan liggen op meer dan 25 meter afstand van de Meerweg. De tussengelegen zone is in dit uitwerkingsplan voorzien van de bestemming Groen. Daarmee wordt voldaan aan de bepalingen uit artikel 19.2 onder a, b en c. De woningen worden ontsloten op de Oostmeerlaan en er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid, zoals blijkt uit paragraaf Er wordt dus ook voldaan aan de bepalingen uit artikel onder d en e. Er is voorafgaand aan dit uitwerkingsplan een stedenbouwkundig plan opgesteld (zoals vermeldt in paragraaf 4.1), waarmee tevens voldaan wordt aan het bepaalde in 19.2 onder f. Ook is er onderzoek verricht naar eventuele hinder als gevolg van het nabij gelegen sportpark (zie paragraaf 2.6.4), waardoor tot slot ook wordt voldaan aan de voorwaarde onder punt g Leeswijzer De toelichting op het uitwerkingsplan is als volgt opgebouwd. - Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de huidige situatie in het gebied. Daarnaast wordt een beschrijving gegeven van de ruimtelijke en functionele karakteristiek van het plangebied en vindt een inventarisatie plaats van de aanwezigheid van flora en fauna en cultuurhistorische en archeologische waarden. Tenslotte wordt een aantal milieuaspecten nader bezien, waaronder bodemkwaliteit, luchtkwaliteit, geluidhinder en externe veiligheid. - Hoofdstuk 3 bevat een beschrijving van het beleidskader. - Hoofdstuk 4 bevat een beschrijving van het plangebied. - Hoofdstuk 5 verschaft een toelichting op de juridische methodiek van het plan, de verbeelding en de regels. - Hoofdstuk 6 gaat nader in op de uitvoerbaarheid van het plan. Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

16 4 Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

17 5 2. BESTAANDE SITUATIE 2.1. Algemeen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de bestaande situatie in het plangebied Ruimtelijke karakteristiek plangebied en omgeving Het plangebied is een braakliggend terrein gelegen tussen de watergang ten zuiden van (en parallel aan) de Meerweg, en de Oostmeerlaan. Het plangebied maakt deel uit van de wijk Meerpolder, waarvan inmiddels al grote delen zijn gerealiseerd. Ten zuiden van het plangebied ligt een sportcomplex. Voordat de wijk Meerpolder werd gebouwd was de polder in gebruik voor agrarische activiteiten. In het kader van de VINEX-taakstelling is in 2001 gestart met bouwen en de laatste woningen worden naar verwachting in 2017 opgeleverd. Het plangebied ligt aan de noordzijde van de Meerpolder Archeologie en cultuurhistorie Archeologische waarden Wet op de archeologische monumentenzorg In de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz 2007) zijn de uitgangspunten van het Verdrag van Valletta (1992) binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. De Wamz wijzigde een deel van de Monumentenwet 1988, waardoor deze wet het volgende regelt: de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen, waarbij in beginsel geldt: de veroorzaker betaalt. Het belangrijkste doel van de wet is het behoud van het bodemarchief in situ (ter plekke), omdat de bodem de beste garantie biedt voor een goede conservering van de archeologische waarden. Het is verplicht om in het proces van ruimtelijke ordening tijdig rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. Op die manier komt er ruimte voor overweging van archeologievriendelijke alternatieven. Archeologische beleidsadvieskaart De gemeente Lansingerland heeft een archeologische beleidsadvieskaart 1. Voor de noordoostelijke hoek van het plangebied geldt op deze kaart een middelhoge verwachting op archeologische waarden (zie afbeelding 2.1.). Hier geldt een ondergrens voor archeologisch onderzoek van 500 m 2 en een diepte van 30 cm. 1 Archeologische beleidsadvieskaart, gemeente Lansingerland 28 augustus 2012, vastgesteld 28 maart 2013 Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

18 6 Afbeelding 2.1.: Uitsnede archeologische beleidsadvieskaart gemeente Lansingerland (versie d.d ), waarbij het uitwerkingsgebied rood is omkaderd. Conclusie Omdat de verstoring van de gronden gelegen binnen de zone met een middelhoge archeologische verwachting kleiner zal zijn dan de genoemde oppervlakte (500 m 2 ), is archeologisch onderzoek niet noodzakelijk. Bovendien blijkt uit een recent archeologisch onderzoek voor project 60.1 ( NogMeerPolder ), dat niet ver ten oosten van het voorliggende plangebied is gelegen, dat er geen archeologische waarden in het geding zijn indien graafwerkzaamheden niet dieper reiken dan de onderzochte 4,0 meter onder het maaiveld. Het is derhalve niet nodig om een dubbelbestemming Waarde Archeologie op te nemen Cultuurhistorie Nota Cultuurhistorie Plus - Lansingerland De gemeente Lansingerland heeft de ambitie om uit te groeien tot een aantrekkelijke parkstad waarin het goed wonen, werken en recreëren is. Om die ambitie te verwezenlijken voert de gemeente een uitgesproken ruimtelijk kwaliteitsbeleid. Als onderdeel van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid is de Nota Cultuurhistorie Plus (vastgesteld d.d. 26 april 2012) opgesteld. Waar mogelijk moeten de uitgangspunten uit de Nota worden vertaald in een juridische regeling in het bestemmingsplan. Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

19 7 Onderzoek en conclusie In de Nota Cultuurhistorie Plus is Meerpolder aangeduid als woongebied na Voor het plangebied zijn geen specifieke cultuurhistorische waarden aangegeven. Binnen het uitwerkingsgebied is thans geen bebouwing aanwezig. De planvorming leidt daarmee niet tot een aantasting van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en/of andere elementen Natuur Kader Soortenbescherming De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen zijn alleen huismuis, bruine en zwarte rat niet beschermd. Van de vissen, ongewervelde dieren (zoals vlinders, libellen en sprinkhanen) en planten zijn alleen de in de wet genoemde soorten beschermd. De Ffw gaat uit van het nee, tenzij -principe. Dit betekent dat alleen onder bepaalde (zeer stringente) voorwaarden een inbreuk mag worden gemaakt op de bescherming van soorten en hun leefomgeving. Daarnaast beschermt de wet niet alleen soorten in het algemeen, maar ook individuen van soorten. Voor ruimtelijke ingrepen die gevolgen hebben voor een beschermde soort en/of zijn leefgebied moet een ontheffing op grond van de Ffw worden aangevraagd. Voor een aantal soorten geldt daarenboven het beschermingsregime van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Voor werkzaamheden die uit een uitwerkings-/bestemmingsplan voortvloeien dient voor de start van die werkzaamheden ontheffing te worden aangevraagd indien beschermde soorten voorkomen. Bij de vaststelling van een uitwerkings-/bestemmingsplan dient duidelijk te zijn of en in hoeverre een ontheffing kan worden verkregen. De wettelijk beschermde soorten zijn ingedeeld in de volgende vier categorieën. 1. Meer algemene soorten (tabel 1 Ffw): voor deze soorten is een algemene vrijstellingsregeling van kracht in geval van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling. 2. Andere, niet algemeen voorkomende soorten (tabel 2 Ffw), met uitzondering van beschermde inheemse vogels: ontheffing is alleen mogelijk indien geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Er is echter geen ontheffing nodig indien gewerkt wordt volgens een gedragscode. Deze code dient door een sector of ondernemer zelf opgesteld te worden en dient vervolgens goedgekeurd te zijn door het verantwoordelijke ministerie. 3. Strikt beschermde soorten (tabel 3 Ffw): voor deze soorten dient in geval van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling ontheffing te worden aangevraagd van de Ffw. Ontheffing wordt alleen verleend indien er geen alternatief is en geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Voor soorten in tabel 3 die ook op Bijlage IV van de Habitatrichtlijn (HR) voorkomen, wordt ontheffing echter alleen nog maar verleend indien er daarnaast sprake is van één van de volgende belangen: a. de bescherming van flora en fauna; b. de volksgezondheid of openbare veiligheid; Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

20 8 c. dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten. Dit is het gevolg van een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRS) in januari Beschermde inheemse vogels: deze vallen onder de Europese Vogelrichtlijn (VR). Ruimtelijke inrichting of ontwikkeling en dwingende redenen van groot openbaar belang zijn volgens rechtspraak van de ABRS geen reden om ontheffing te verlenen 3. Ontheffing is uitsluitend toegestaan op basis van de ontheffingsgronden die in de VR zijn genoemd. Overigens is het, indien geen ontheffing nodig is, volgens de huidige interpretatie van de wet wel verplicht rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Voor sommige vogelsoorten met vaste verblijfplaatsen geldt dat deze vaste verblijfplaatsen en het essentiële leefgebied jaarrond beschermd zijn. Indien voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van soorten van tabel 2 Ffw en/of tabel 3 Ffw niet (kunnen) worden ontzien, geldt dat het niet nodig is ontheffing aan te vragen als: de functionaliteit van de voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen gegarandeerd wordt (het beschadigen en vernielen wordt voorkomen door maatregelen of er zijn voldoende alternatieven), en: de voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen binnen of buiten het plangebied niet verstoord worden. Hetzelfde geldt voor de bestaande voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaats van vogels, met als extra toets dat aangetoond moet worden dat verstoring niet van wezenlijke invloed is op de populatie. Overigens geldt voor alle in het wild levende planten- en diersoorten de zogenaamde zorgplicht (ook bekend als de algemene zorgplicht uit artikel 2 Ffw). Dit houdt in dat voldoende zorg in acht moet worden genomen voor alle planten en dieren en hun leefomgeving. Concreet betekent dit dat bij ruimtelijke ontwikkeling gezorgd moet worden dat dieren niet gedood worden en dat planten verplant worden. Ook dient gelet te worden op bijvoorbeeld de voortplantingsperiode van amfibieën en de zoogperiode van zoogdieren. Gebiedsbescherming Het voormalig Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij (LNV; het huidige Ministerie van Economische Zaken) heeft in 1990 de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) geïntroduceerd. De EHS bestaat uit een netwerk van natuurgebieden. Het doel van de EHS is de instandhouding en ontwikkeling van deze natuurgebieden om daarmee een groot aantal soorten en ecosystemen te laten voortbestaan. Bescherming van (natuur)gebieden heeft daarnaast ook plaats middels de Natuurbeschermingswet Daaronder vallen de volgende typen gebieden: Natura2000-gebieden (Vogel- en Habitatrichtlijngebieden); Beschermde Natuurmonumenten; Wetlands. Voor ruimtelijke ontwikkelingen binnen beschermde natuurgebieden, en tevens voor ontwikkelingen buiten beschermde natuurgebieden die van invloed kunnen zijn op beschermde 2 Zie ABRS 21 januari 2009, zaak nr /1 3 Zie ABRS 13 mei 2009, zaak nr /1 Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

21 9 natuurgebieden, gelden (strenge) restricties. Voor activiteiten of projecten die schadelijk zijn voor de beschermde natuur geldt een vergunningplicht Onderzoek In het kader van de voorgenomen ontwikkeling is een quickscan naar de aanwezige flora en fauna 4 uitgevoerd. De belangrijkste resultaten zijn hieronder beknopt weergegeven. De volledige rapportage is als bijlage 6 bij het uitwerkingsplan gevoegd. Soortenbescherming Vleermuizen Het plangebied is geen essentieel onderdeel van het foerageergebied van vleermuizen. Dit omdat in de omgeving voldoende alternatieve en meer geschikte foerageergebieden aanwezig zijn. Ook na de herinrichting zullen er voldoende mogelijkheden om te jagen overblijven, het is zelfs aannemelijk dat het gebied na herinrichting een kwalitatief beter jachtgebied voor vleermuizen zal opleveren. Dit omdat vleermuizen dan in de beschutting van de bebouwing/het aanwezige groen kunnen foerageren. Vanwege het ontbreken van aaneengesloten, lijnvormige elementen, is binnen en op de randen van het plangebied ook geen (onderdeel van) een vliegroute van vleermuizen aanwezig. Om deze reden bestaan er vanuit de Flora- en faunawet geen verplichtingen ten aanzien van vleermuizen. Aanvullend onderzoek of een ontheffing zijn niet nodig. Vogels Er zijn binnen het plangebied geen sporen of verblijfplaatsen van vogels aangetroffen die jaarrond beschermd zijn. Deze worden ook niet verwacht. Het plangebied zou wel onderdeel kunnen zijn van de functionele leefomgeving (jachtgebied) van vogelsoorten met een vaste verblijfplaats. Echter, omdat in de omgeving van het plangebied voldoende alternatieve jachtbiotopen aanwezig zijn, is het geen essentieel onderdeel van de leefomgeving van deze soorten. Om deze redenen bestaan er geen verplichtingen vanuit de Flora- en faunawet en is aanvullend onderzoek of een ontheffing niet nodig. Om verstoring van broedende vogels te voorkomen, dienen de werkzaamheden buiten het broedseizoen van vogels (globaal van half maart tot en met juli) plaats te vinden. Wanneer dit niet mogelijk is, dient door een ecologisch deskundige vastgesteld te worden of er broedgevallen binnen het plangebied aanwezig zijn. Op en rondom plekken waar broedgevallen zijn vastgesteld, kunnen pas werkzaamheden plaatsvinden wanneer de jonge vogels van het betreffende broedgeval vliegvlug, danwel uitgevlogen zijn. Amfibieën en reptielen Het plangebied vormt een geschikt leefgebied voor de strikt beschermde Rugstreeppad. Om deze reden heeft een vervolgonderzoek 5 plaatsgevonden om de aanwezigheid van deze soort aan te kunnen tonen/uit te kunnen sluiten. Uit het aanvullend onderzoek blijkt dat de 4 NWC, Flora- en faunaonderzoek in het kader van een nieuwbouwproject aan de Oostmeerlaan in Berkel en Rodenrijs, W1-12/P15-051, d.d. juli NWC, Aanvullend onderzoek naar de Rugstreeppad in het kader van een nieuwbouwproject aan de Oostmeerlaan in Berkel en Rodenrijs, P15-068/W1030, d.d. augustus 2015 Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

22 10 rugstreeppad niet aanwezig is in het plangebied. Verdere maatregelen en/of een ontheffing is niet nodig. Er bestaan daarom geen verdere verplichtingen vanuit de Flora- en faunawet Vissen De strikt beschermde Kleine modderkruiper is aangetroffen in de watergangen rondom het plangebied. Deze vissoort wordt vermeld in tabel 2 van de Flora- en faunawet en is daarmee streng beschermd. Als de watergangen worden aangetast, dient volgens een goedgekeurde gedragscode en een ecologisch werkprotocol te worden gewerkt om nadelige effecten op deze soort zoveel mogelijk te voorkomen. Omdat er ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling geen bestaande watergangen worden vergraven, is aanvullend onderzoek niet benodigd. Vaatplanten Er zijn geen strikt beschermde vaatplanten aangetroffen binnen het plangebied. Ook beschikt het plangebied niet over geschikt biotoop voor dergelijke plantensoorten, waardoor aanwezigheid uitgesloten kan worden. Om deze reden bestaan er geen verplichtingen vanuit de Flora- en faunawet ten aanzien van vaatplanten. Zorgplicht De Flora- en faunawet erkent de intrinsieke waarde van het in het wild levende dier. Dat betekent dat voor de wet alle dieren van onvervangbare waarde zijn en dat mensen daar niet onzorgvuldig mee mogen omspringen. Vanuit deze gedachte is de zorgplicht in artikel 2 van de wet opgenomen. De zorgplicht houdt in dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende dieren en planten (en dus niet alleen de beschermde) en hun leefomgeving. Dit is een algemene fatsoenseis die voor iedereen geldt. Concreet betekent dit dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Bij de aanvang van het project dient de 'Zorgplicht' Artikel 2 van de Flora- en faunawet te worden besproken. Gebiedsbescherming Het plangebied maakt geen deel uit van de EHS. Het plangebied is evenmin onderdeel van een gebied dat onder de Natuurbeschermingswet 1998 valt. Ook in de directe omgeving zijn dergelijke gebieden niet aanwezig. Tot slot zijn er in de directe nabijheid van het plangebied geen Natura2000-gebieden gelegen. Het voorliggende uitwerkingsplan heeft dan ook geen negatieve invloed op de instandhoudingsdoelstellingen voor de habitats en/of soorten waarvoor de Natura2000-gebieden in de (wijde) omgeving als zodanig zijn aangewezen Conclusie Op basis van het Flora en faunaonderzoek en het aanvullende onderzoek naar de rugstreeppad is er geen verder vervolgonderzoek noodzakelijk. In het plangebied zijn geen beschermde soorten aangetroffen, waardoor er geen verplichtingen vanuit de Flora- en faunawet gelden. Wel is de zorgplicht van toepassing. Het plangebied maakt geen deel uit van de EHS of een gebied dat onder de Natuurbeschermingswet 1998 valt. Ook in de wijde omgeving zijn dergelijke gebieden niet Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

23 11 aanwezig. Derhalve is - mede gezien de aard en de schaal van de voorgenomen ontwikkeling - een Habitattoets niet aan de orde. Er gelden vanuit het aspect flora- en fauna geen belemmeringen voor de voorgenomen ontwikkeling Planologisch relevante kabels en leidingen Parallel aan de noordelijke plangrens is een planologisch relevante brandstoftransportleiding (DPO-leiding) gelegen. Zowel de hartlijn van de transportleiding als de zakelijke rechtstrook vallen binnen het plangebied. Om de leiding te beschermen tegen graafschade is ter plaatse van de zakelijke rechtstrook een beschermende dubbelbestemming Leiding Brandstof opgenomen. Hier gelden beperkende voorwaarden voor grondverstorende werkzaamheden. Er zijn verder geen planologisch relevante kabels en leidingen in of in de directe nabijheid van het plangebied gelegen Milieuaspecten Akoestische aspecten Woningen zijn geluidsgevoelige objecten in het kader van de Wet geluidhinder. Het uitwerkingsplan maakt nieuwe woningen mogelijk. Daarom is een akoestisch onderzoek 6 uitgevoerd, waarvan de rapportage is opgenomen als bijlage 1 bij deze toelichting. Ter plaatse van deze locatie speelt alleen wegverkeerslawaai een rol. De geluidaspecten rail- en industrielawaai zijn dan ook buiten beschouwing gelaten in dit onderzoek. Uit het onderzoek blijkt het volgende. Het bouwplan is gelegen in de zone van de Oostmeerlaan. Voor deze weg is een akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai uitgevoerd. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ook de Meerweg beschouwd in het onderzoek. Uit het onderzoek blijkt dat alleen door het verkeer op Oostmeerlaan de voorkeurswaarde (van 48 db) wordt overschreden. De maximale geluidsbelasting bedraagt 52 db, waardoor de maximale ontheffingswaarde van 63 db niet wordt overschreden. De voorkeurswaarde wordt alleen overschreden op de naar de Oostmeerlaan gekeerde gevels van de nieuwe woningen. Door het verkeer op de overige wegen wordt de voorkeurswaarde niet overschreden. Indien de geluidsbelasting hoger is dan de voorkeurswaarde moeten er maatregelen worden getroffen om hieraan alsnog te kunnen voldoen. Blijkt dat niet mogelijk te zijn of op zwaarwegende bezwaren te stuiten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard dan is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland bevoegd tot het vaststellen van hogere waarden. Bronmaatregelen Bij bronmaatregelen kan onder andere worden gedacht aan het verlagen van de rijsnelheid, het weren van vrachtverkeer of het toepassen van een geluidsreducerend asfalttype. Gelet op de ontsluitende verkeersfunctie van de Oostmeerlaan is het verlagen van de rijsnelheid en het 6 KuiperCompagnons, Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C, d.d. 16 juli 2015 Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

24 12 weren van vrachtverkeer geen reële maatregel. Daarom zijn deze maatregelen niet in dit onderzoek meegenomen. Het aanleggen van een geluidsreducerend asfalt is wel in dit onderzoek betrokken. In dit onderzoek is een dunne deklaag type B -verharding doorgerekend op wegvak 1c met uitzondering van de kruising van de Oostmeerlaan met het Westerscheldepad. De reden hiervoor is dat een dergelijk wegdek zijn geluidsreducerend effect verliest vanwege het wringende karakter (optrekken, afremmen, afslaan) van het verkeer op de kruising. Uit de berekening blijkt dat de geluidsbelasting wordt gereduceerd tot maximaal 50 db. De voorkeurswaarde wordt alsnog overschreden en het vaststellen van hogere waarden is alsnog nodig om woningbouw binnen het bouwvlak te kunnen realiseren. Daarnaast is het aanleggen van een geluidsreducerend asfalt voor slechts acht nieuwe woning om financiële redenen niet reëel. Overdrachtsmaatregelen Bij een overdrachtsmaatregel kan gedacht worden aan een geluidsscherm. In de stedelijke omgeving van de Oostmeerlaan, ter plaatse van het bouwplan, is het echter niet wenselijk om een geluidsscherm te realiseren. Hogere waarden Gezien het voorgaande is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland bevoegd om een hogere waarde voor de 16 woningen vast te stellen, voor geluidsbelasting van 52 db. Opgemerkt moet worden dat de karakteristieke geluidswering zodanig moet zijn dat een binnenwaarde gegarandeerd kan worden van 33 db in verblijfsgebieden. Omdat de hogere waarden lager zijn dan 53 db stelt het gemeentelijke hogere waarden-beleid geen eisen aan deze woningen met betrekking tot het beschikken over een geluidsluwe gevel/buitenruimte. Derhalve wordt voldaan aan het gemeentelijk hogere waarden-beleid. Het ontwerpbesluit tot vaststelling hogere waarden zal gelijktijdig met het uitwerkingsplan ter inzage worden gelegd. Er kunnen zienswijzen worden ingediend Luchtkwaliteit Kader De Wet luchtkwaliteit (titel 5.2 luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer) is niet van toepassing op uitwerkings- en wijzigingsplannen. Dit uitwerkingsplan is een uitwerking van het bestemmingsplan Meerpolder Om die reden wordt er teruggevallen op het luchtkwaliteitonderzoek dat is uitgevoerd in het kader van het bestemmingsplan Meerpolder Onderzoek Uit het luchtkwaliteitsonderzoek, behorende bij het bestemmingsplan Meerpolder 2012, blijkt dat de gestelde normen van de Wet luchtkwaliteit niet worden overschreden, waardoor dit aspect Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

25 13 geen belemmering oplevert voor dat bestemmingsplan. Het luchtkwaliteitsonderzoek 7 Meerpolder 2012 is opgenomen als bijlage 2 bij deze toelichting. van Omdat het aspect luchtkwaliteit geen belemmeringen oplevert voor het bestemmingsplan, levert dit aspect ook geen belemmering op voor dit uitwerkingsplan. In het kader van een goede ruimtelijke ordening zijn ter plaatse van de locatie de concentraties NO 2 (stikstofdioxide), PM 10 (fijn stof) en PM 2,5 (zeer fijn stof) inzichtelijk gemaakt, op basis van NSL-monitoringstool. In de afbeelding 2.2 zijn de jaargemiddelde concentraties NO 2, PM 10 en PM 2,5 weergegeven voor het peiljaar Afbeelding 2.2: Jaargemiddelde concentraties NO 2, PM 10 en PM 2,5 ; peiljaar Uit de afbeelding blijkt dat de jaargemiddelde concentraties NO 2 en PM 10 ruimschoots onder de normen van de jaargemiddelde concentraties van 40 µg/m 3 blijft. Ook de concentratie PM 2,5 blijft ruimschoots onder de norm van 25 µg/m 3. Conclusie Het aspect luchtkwaliteit vormt gezien het bovenstaande geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling Verkeer en parkeren Verkeer In het kader van de bouw van de wijk Meerpolder zijn in de omgeving van het plangebied diverse nieuwe wegen aangelegd, zoals de Oostmeerlaan. De Oostmeerlaan ontsluit op de Klapwijkseweg. De wegenstructuur verandert als gevolg van dit uitwerkingsplan niet ten 7 KuiperCompagnons, luchtkwaliteitsonderzoek Meerpolder 2012, 16 september 2011 Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

26 14 opzichte van de bestaande situatie. Het plangebied wordt direct op de Oostmeerlaan ontsloten en een interne woonstraat zorgt voor de ontsluiting van de woningen. Met het uitwerkingsplan worden zestien woningen mogelijk gemaakt. Deze zijn reeds meegenomen in de Regionale Verkeersmilieukaart (RVMK) van de stadsregio Rotterdam. Dit betekent dat de extra motorvoertuigbewegingen per etmaal die worden gegenereerd door de woningen in dit plan en de verdeling van deze voertuigbewegingen over de wegen rond het plangebied in de cijfers van de RVMK zijn opgenomen. De Oostmeerlaan kan de extra toename van motorvoertuigbewegingen, die de 16 woningen genereren, eenvoudig verwerken. De Oostmeerlaan is een gebiedsontsluitingsweg met een maximumsnelheid van 50 km/uur en een profiel van 2x1 rijstroken. Een dergelijke weg heeft een capaciteit van circa tot personenauto-equivalenten per uur. In 2020 vinden, inclusief dit initiatief, motorvoertuigbewegingen plaats per etmaal. Dat betekent dat de capaciteit van de Oostmeerlaan niet wordt overschreden. Daarmee gelden vanuit verkeer geen belemmeringen voor de ontwikkeling van de 16 woningen. Parkeren Voorwaarden uit de uitwerkingsregels Ter plaatse van het plangebied is de bestemming Wonen - Uit te werken 3 opgenomen. Deze bestemming dwingt af dat er tenminste 1,5 parkeerplaats per woning gerealiseerd moet worden en in stand moet worden gehouden. Hierbij geldt de voorwaarde dat er tenminste één parkeerplaats op het woonperceel moet worden aangelegd en eventueel aanvullend daarop nog 0,5 parkeerplaats in het openbaar gebied. Een gebouwde parkeervoorziening (garage of parkeerkelder) mag slechts gedeeltelijk worden meegeteld. Parkeerplaatsen in het plan In de regels van dit uitwerkingsplan is een voorwaardelijke verplichting opgenomen die verplicht dat parkeren in zijn geheel opgelost dient te worden binnen het bestemmingsvlak Wonen, waarbij voldaan moet worden aan de geldende gemeentelijke parkeernota. In de parkeernota wordt een parkeernorm gehanteerd van 2,2 parkeerplaatsen voor vrijstaande woningen en 2,1 parkeerplaatsen voor twee-onder-één-kapwoningen. Hiermee wordt voldaan aan de voorwaarden uit de uitwerkingsregels. Conclusie In de regels van dit uitwerkingsplan is een voorwaardelijke verplichting opgenomen die verplicht dat parkeren in zijn geheel opgelost dient te worden binnen het bestemmingsvlak Wonen, waarbij voldaan moet worden aan de geldende gemeentelijke parkeernota. Daarmee is de aanleg van voldoende parkeergelegenheid gewaarborgd Bedrijven en milieuzonering Kader Voor het behoud en de verbetering van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving is een juiste afstemming tussen de verschillende voorkomende functies noodzakelijk. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een milieuzonering die uitgaat van richtinggevende afstanden tussen hinderlijke Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

27 15 functies (in de vorm van gevaar, geluid, geur, stof) en gevoelige functies. In de brochure Bedrijven en Milieuzonering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) (versie 2009) zijn deze richtafstanden opgenomen. Van deze richtafstanden kan gemotiveerd worden afgeweken. Onderzoek Het plangebied wordt beschouwd als een rustige woonwijk, zoals bedoeld in de VNG-brochure. Dat betekent dat de richtafstanden, zoals genoemd in de brochure, van toepassing zijn. In tabel 2.1 is weergegeven welke inrichtingen zich in de omgeving van het plangebied bevinden. Aangegeven is tot welke VNG-categorie deze behoren met de bijbehorende richtafstand (tot een rustige woonwijk) en wat het maatgevende aspect (geur, geluid of stof) is. De kolom werkelijke afstand is de afstand van de inrichtings-/bedrijfsgrens tot de gevel van de dichtstbijzijnde nieuwe woning. Tabel 2.1.: overzicht relevant inrichtingen en bedrijvigheid in of nabij plangebied SBI-Code Adres Omschrijving VNG Categorie Richtafstand (in m) 931 Het Hoge Land ong. Veldsportcomplex, inclusief tennisbanen Werkelijke afstand (in m) Maatgevend aspect Geluid - Meerweg 47 Bedrijfsverzamelgebouw > 100 Geluid Deze relevante inrichtingen worden hieronder nader toegelicht. Ook wordt ingegaan op een nabijgelegen voormalig agrarisch bedrijf aan de Meerweg 48. Veldsportcomplex Het Hoge Land Ten zuidoosten van de locatie bevindt zich een sportcomplex met onder meer tennisbanen. Deze inrichting betreft een milieucategorie 3.1.-inrichting. Daarbij geldt een maximale richtafstand van 50 meter. Deze geldt met name voor geluid. Aan deze richtafstand wordt voldaan; de nieuwe woningen zijn op meer dan 50 meter van het sportpark geprojecteerd, waardoor er geen akoestische consequenties zijn. Derhalve is afgezien van een geluidsonderzoek vanwege het sportpark, zoals aangegeven in de uitwerkingsregels van de bestemming Wonen Uit te werken 3 uit het bestemmingsplan Meerpolder Lichthinderonderzoek ten aanzien van het veldsportcomplex In de uitwerkingsregels is ook aangegeven dat, voorafgaand aan de uitwerking, een lichtonderzoek dient te worden uitgevoerd vanwege de directe nabijheid van de lichtinstallaties op het sportpark. Derhalve is een lichthinderonderzoek uitgevoerd 8. De rapportage hiervan is opgenomen als bijlage 4 bij deze toelichting. Uit het onderzoek blijkt het volgende. Sportpark Het Hoge Land is gelegen ten zuiden van de Oostmeerlaan, ter hoogte van het plangebied. Op het sportpark zijn onder andere een voetbal-, hockey- en tennisvereniging gesitueerd. Op en rondom het sportpark zijn diverse lichtmasten gesitueerd, die mogelijk hinder richting de nieuwe woningen veroorzaken. Het toetsingskader voor lichthinder wordt ingegeven door de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering, het Activiteitenbesluit en de Algemene 8 DGMR, Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland, Rapport M R001v2, 29 januari 2013 Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

28 16 richtlijn betreffende lichthinder, deel 1, Algemeen en grenswaarden voor sportverlichting (Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde). Ten behoeve van het onderzoek zijn diverse lichtmetingen verricht. Voor het plangebied wordt op alle meetlocaties op 4 meter vanaf de wegrand van de Oostmeerlaan voldaan aan de verticale verlichtingssterkte van ten hoogste 10 lux die geldt voor stedelijk gebied. Ook is de lichtsterkte per armatuur gemeten. Voor het plangebied wordt voor enkele meetlocaties (op 4 meter vanaf de wegrand van de Oostmeerlaan) niet voldaan aan de norm voor de lichtsterkte per armatuur van maximaal cd, die geldt voor stedelijk gebied. Deze overschrijdingen worden veroorzaakt door de armaturen op drie lichtmasten. Door maatregelen te nemen aan deze armaturen (zoals een betere afstelling van de lichtbundel) en meer afstand tussen het bouwplan en het sportpark (8 meter vanaf de wegrand in plaats van 4 meter), kan worden voldaan aan de grenswaarde. De woonbestemming in dit plangebied ligt op circa 20 meter vanaf de wegrand van de Oostmeerlaan, waardoor voldaan kan worden aan de grenswaarde. Bedrijfsverzamelgebouw Meerweg 47 Achter de woning Meerweg 47a, op het adres Meerweg 47, is een bedrijfsverzamelgebouw gelegen. Vanwege het formaat is er sprake van een milieucategorie 3.1. Op grond van het geldende bestemmingsplan is een meubelfabriek, milieucategorie 3.2, toegestaan, hiervoor geldt een richtafstand van 100 meter. Het meest dichtstbijzijnde bouwvlak in dit plangebied is op circa 105 meter gelegen. Het plangebied ligt hiermee op voldoende afstand. (Voormalig) agrarisch bedrijf Meerweg 48 Ten oosten van het plangebied, aan de Meerweg 48, is een (voormalig) agrarisch bedrijf gelegen. De DCMR heeft aangegeven dat ter plaatse geen bedrijfsactiviteiten meer plaatsvinden. Conclusie De nieuwe woningen liggen op voldoende afstand van de bestaande inrichtingen en/of bedrijven nabij het plangebied en beperken daardoor geen bestaande bedrijven in hun functioneren. Tevens kan een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van de woningen gegarandeerd worden Bodem Kader Wet bodembescherming De Wet bodembescherming (Wbb) voorziet in maatregelen indien sprake is van ernstige bodemverontreiniging. Het doel van de Wbb is in de eerste plaats het beschermen van de (landof water-) bodem zodat deze kan worden benut door mens, dier en plant, nu en in de toekomst. Via de Wbb heeft de Rijksoverheid de mogelijkheid algemene regels te stellen voor de uitvoering van werken, het transport van stoffen en het toevoegen van stoffen aan de bodem. Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

29 17 Ontwikkelingen kunnen pas plaatsvinden als de bodem, waarop deze ontwikkelingen gaan plaatsvinden, geschikt is of geschikt is gemaakt voor het beoogde doel. Bij nieuwbouwactiviteiten dient de bodemkwaliteit door middel van onderzoek in beeld te zijn gebracht. In het algemeen geldt dat nieuwe bestemmingen bij voorkeur op een schone bodem dienen te worden gerealiseerd. Besluit bodemkwaliteit Het doel van het Besluit bodemkwaliteit (2008) is de bodem beter te beschermen en meer ruimte te bieden voor nieuwe bouwprojecten. Ook geeft het besluit gemeenten en provincies meer verantwoordelijkheid om de bodem te beheren. Het Bouwstoffenbesluit (Bsb) is opgenomen in het Besluit bodemkwaliteit. Relatie Wabo, Wbb en Woningwet (Wonw) De inwerkingtreding van de Wabo (1 oktober 2010) heeft ook effect op de Wbb en de Woningwet (Ww): in de Wabo is aangegeven dat in de plaats van de aanhoudingsgrond (uit de Ww) een afstemmingsregeling wordt opgesteld waarbij de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning wordt afgestemd op de acties ten aanzien van de bodemverontreiniging. Voorts geldt ten aanzien van de bodem dat de Woningwet gemeenten verplicht in hun bouwverordening voorschriften omtrent het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem op te nemen. Die voorschriften moeten in elk geval betrekking hebben op het verrichten van onderzoek naar aard en mate van verontreiniging van de bodem, op de aard en omvang van dat onderzoek en op inrichting van het op te stellen onderzoeksrapport. Gemeentelijk bodembeleid De gemeente Lansingerland beschikt over een gemeentelijke bodemkwaliteitskaart. Op de bodemkwaliteitskaart zijn zones aangegeven met vergelijkbare bodemkwaliteit. De meeste zones zijn, conform de Handreiking Basisniveau Bodemkwaliteitskaarten, te karakteriseren als type B. Dit zijn licht belaste zones, met een lage tot hoge variabiliteit waarvan over het algemeen gesteld kan worden dat de kwaliteit schoon tot licht verontreinigd is. Uitzonderingen zijn de zones Lintbebouwing vóór 1930 en Glastuinbouw voor 1970 (Nieuwe bebouwing). De bovengrond voor deze zones is intensiever belast, licht verontreinigd en wordt gekenmerkt door een lage tot hoge variabiliteit. Voor Glastuinbouw voor 1970 (Nieuwe bebouwing) wordt in de bovengrond de grens van gebiedstype 1.2/2.2 (licht of intensiever belast) echter slechts met een minieme marge (circa 7%) overschreden. Onderzoek en conclusie In november 2010 is een bodemonderzoek 9 uitgevoerd ter plaatse van het plangebied. De resultaten van het onderzoek zijn hieronder samengevat. Het rapport is opgenomen in bijlage 5 van deze toelichting. Op basis van het uitgevoerde vooronderzoek wordt de locatie aangemerkt als verdacht ten aanzien van het vóórkomen van bodemverontreiniging met PAK en zware metalen. Uit het voorgenoemde onderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken: 9 Oranjewoud, Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 te Berkel en Rodenrijs, projectnummer , december 2010 Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

30 18 de bovengrond bevat zwak puinhoudend zand; de ondergrond bevat een licht verhoogde molybdeen, PAK en PCB; het grondwater bevat een licht verhoogde concentratie aan barium en zink. In de grond en het grondwater zijn geen parameters in gehalten boven de tussenwaarde die gesteld zijn aangetoond. Formeel is hier dan ook geen verder onderzoek conform de Wet bodembescherming benodigd. Voor een klein deel van het plangebied is sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging met PAK. De betreffende gronden zijn in het voorjaar van 2015 gesaneerd en geschikt gemaakt voor het gebruik wonen met tuin. De beschikking in het kader van de Wet bodembescherming 10 is als bijlage 8 bij de toelichting opgenomen. Gelet op het voorgaande zijn er geen milieuhygiënische belemmeringen voor onderhavig uitwerkingsplan. Afbeelding 2.3.: uitsnede bodemkwaliteitskaart Lansingerland (ondergronds). In blauw de globale ligging van het plangebied Externe veiligheid Kader Externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten die een risico voor de omgeving kunnen opleveren, zoals transportrisico s en risico s die kunnen optreden bij de productie, het vervoer en de opslag van gevaarlijke stoffen in inrichtingen. Bij de (her)inrichting van een gebied bepaalt de externe veiligheidssituatie mede de ruimtelijke (on)mogelijkheden. 10 Bijlage 7: DCMR, Beschikking in het kader van de Wet bodembescherming, kenmerk: , d.d. 21 mei 2015 Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

31 19 In het kader van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gelezen in samenhang met de regels omtrent externe veiligheid moet worden onderzocht of er sprake is van aanwezigheid van risicobronnen in de nabijheid van de locatie waarop het Wro besluit betrekking heeft en dienen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR), en de eventuele toename hiervan, berekend te worden. Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De normstelling heeft de status van een grenswaarde die niet overschreden mag worden. Voor kwetsbare objecten wordt in zowel bestaande als nieuwe situaties het niveau van 10-6 per jaar als grenswaarde gehanteerd. Nieuwe beperkt kwetsbare objecten zijn alleen toegestaan onder een gewichtige motivering. Bestaande beperkt kwetsbare objecten zijn toegestaan binnen de PR 10-6 contour. Het GR kan worden beschouwd als de maat van maatschappelijke ontwrichting in geval van een calamiteit (en drukt dus de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal 10 personen overlijdt als rechtstreeks gevolg van een calamiteit). De normstelling heeft de status van een oriënterende waarde. Deze waarde is geen vastgestelde wettelijke norm. Overheden dienen een toename van het GR wel bestuurlijk te verantwoorden. Onderzoek In de omgeving van het plangebied liggen enkele risicobronnen. Het gaat om: DPO-leiding (brandstoftransportleiding); Rotterdam The Hague Airport. DPO-leiding In het plangebied is een leiding gelegen, die in beheer is van Defensie (Defensie Pijpleiding Organisatie - DPO). Het betreft een leiding met een diameter van 12,75 inch en een maximale werkdruk van 80 bar. De DPO-leiding is oorspronkelijk een K1-leiding (licht ontvlambare vloeistoffen), maar door het ministerie van Defensie is bevestigd dat vanaf juni 2011 louter K2- brandstoffen (ontvlambare vloeistoffen) vervoerd worden. In een QRA 11, welke is uitgevoerd in het kader van het bestemmingsplan Meerpolder 2012, is de PR 10-6 contour en het groepsrisico bepaald. In deze QRA zijn tevens de uit te werken bestemmingen meegenomen, op basis waarvan het voorliggende uitwerkingsplan is opgesteld. De leiding heeft geen PR contour. Om de leiding te beschermen tegen graafschade, zijn de leiding en bijbehorende zakelijke rechtstrook voorzien van de dubbelbestemming Leiding Brandstof die met een breedte van 5 meter op de verbeelding is opgenomen. Voor deze strook geldt een bouwverbod en de verplichting om bij werkzaamheden een omgevingsvergunning aan te vragen. Hieronder wordt nader ingegaan op het groepsrisico, behorende bij de DPO-leiding. 11 DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V., DPO-leiding gemeente Lansingerland, Kwantitatieve risicoanalyse (QRA). Rapport V R001. Status: definitief, 9 november Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

32 20 Groepsrisico Beoordeling van het groepsrisico vindt ten eerste plaats door de planontwikkeling te vergelijken met de oriëntatiewaarde. Daarnaast is de stijging van het groepsrisico beoordeeld door de vergelijking van het groepsrisico bij de autonome ontwikkeling (zonder plan) en de planontwikkeling. Uit de berekeningen van het groepsrisico volgt dat het geprognosticeerd groepsrisico voor de planontwikkeling aan de oostzijde van Meerpolder (inclusief onderhavig plan) circa maal de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico bedraagt. Er is daarmee sprake van een zeer laag groepsrisico, wat gangbaar is bij K2-leidingen. Het in de Handleiding risicoberekeningen Bevb (Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen) gevraagde FN-datapunt ligt bij tien slachtoffers. Uit afbeelding 2.4. blijkt dat het groepsrisico in relatieve zin stijgt als gevolg van het plan. Deze stijging treedt alleen op bij minder dan 10 slachtoffers en is daarom niet met de oriëntatiewaarde te vergelijken. Afbeelding 2.4.: Groepsrisico voor de autonome- en de planontwikkeling voor de kilometers met het verwachte hoogste groepsrisico Bron: QRA DGMR. Conform de definitie in het Bevi (Besluit externe veiligheid inrichtingen) is derhalve geen sprake van een relevant groepsrisico omdat sprake is van minder dan 10 slachtoffers. Een verantwoording is derhalve niet benodigd. Rotterdam The Hague Airport Het plangebied is buiten de relevante risicocontouren en het verantwoordingsgebied van luchthaven Rotterdam The Hague Airport gelegen (zie afbeelding 2.5.). Vanuit deze risicobron gelden daarmee geen belemmeringen voor het plan. Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

33 21 Afbeelding 2.5.: PR-contouren Rotterdam The Hague Airport. Het plangebied ligt links bovenin de afbeelding; onder de legenda, en dus buiten de zones. Conclusie In de omgeving van het plangebied komt een tweetal risicobronnen voor: een DPO-leiding en luchthaven Rotterdam The Hague Airport. De DPO-leiding valt onder het Bevb en diens invloedsgebied overlapt een gedeelte van het plangebied. De leiding heeft geen PR contour voor het plaatsgebonden risico. Het plaatsgebonden risico vormt daarom geen belemmering voor het plan. Uit de uitgevoerde berekening blijkt daarnaast dat de toename van het groepsrisico, als gevolg van de totale ontwikkeling in het kader van bestemmingsplan Meerpolder 2012, niet vergelijkbaar is met de oriëntatiewaarde omdat sprake zal zijn van minder dan 10 slachtoffers. Een verantwoording is derhalve niet benodigd. Het invloedsgebied van de luchthaven reikt niet tot het plangebied. De luchthaven is hiermee als risicobron niet relevant in het kader van dit uitwerkingsplan M.e.r-beoordeling Per 1 april 2011 is het Besluit milieueffectrapportage 1994 gewijzigd. Met deze wijziging kan niet langer worden volstaan met toetsing van m.e.r.-beoordelingsplichtige activiteiten aan de drempelwaarden. Indien een activiteit onder de drempelwaarde ligt zal alsnog moeten worden getoetst aan de Europese richtlijn. Het toevoegen van woningen of meer wordt in het algemeen gezien als een m.e.r.- beoordelingsplichtige activiteit. Dit plan maakt 16 woningen mogelijk. Het plan is gelegen in Meerpolder, een grootschalig ontwikkelingsplan waarvoor in het verleden een Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

34 22 milieueffectrapportage is opgesteld en waarvoor de milieueffecten in een grootschalig verband zijn afgewogen. In het kader van de voorbereiding is geconstateerd dat het plan niet binnen een kwetsbaar of waardevol gebied is gelegen. Dit is bekrachtigd in de uitgevoerde onderzoeken, waaronder het flora- en faunaonderzoek, de waterparagraaf en de milieuonderzoeken. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat het milieubelang in voldoende mate is afgewogen en dat er geen nadelige effecten zijn te verwachten. Gezien de locatie en de ontwikkeling van 16 woningen is een m.e.r.-beoordelingsplicht niet van toepassing Water Wettelijk kader Er is een groot aantal beleidsstukken dat betrekking heeft op de waterhuishouding. Hieronder wordt één en ander uiteengezet. Europees en Rijksbeleid Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en is opgesteld voor de planperiode Het Nationaal Waterplan is in december 2009 door de ministerraad vastgesteld. Het Nationaal Waterplan beschrijft de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid. Het Rijk streeft naar een duurzaam en klimaatbestendig waterbeheer en heeft de ambitie om de komende decennia te investeren in bescherming tegen overstromingen en in de zoetwatervoorziening. Voor een duurzaam en klimaatbestendig watersysteem is het van belang bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening te houden met waterhuishoudkundige eisen op de korte en de lange termijn. Om een duurzaam en klimaatbestendig watersysteem te bereiken moet het water meer bepalend zijn bij de besluitvorming over grote ruimtelijke opgaven dan voorheen. De mate van bepalendheid wordt afhankelijk gesteld van, onder meer, de omvang en de aard van de ingrepen, bestaande functies, nieuwe andere ruimteclaims en de bodemgesteldheid van een gebied. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. Het Nationaal Waterplan is gedetailleerder dan de SVIR en blijft als uitwerking van de SVIR bestaan. Specifiek gaat het over de gebieden die deel uitmaken van de ruimtelijke hoofdstructuur, het IJsselmeer, de Noordzee en de rivieren. Hiervoor geldt het Barro. Waterwet In de Waterwet zijn acht oude waterwetten samengebracht. De Waterwet regelt het beheer van de waterkeringen, het oppervlaktewater en het grondwater, verbetert de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening en zorgt voor een eenduidige bestuurlijke procedure en daarbij behorende rechtsbescherming voor besluiten. De Waterwet dient als paraplu om de Kaderrichtlijn Water (KRW) te implementeren en geeft ruimte voor implementatie van toekomstige Europese richtlijnen. Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

35 23 De waterschappen krijgen een nieuwe bevoegdheid voor het verlenen van vergunningen voor grondwateronttrekkingen, bemalingen en infiltraties, met uitzondering van onttrekkingen voor drinkwater, koude en warmteopslag en grote industriële onttrekkingen van meer dan m3/jaar. Gemeenten krijgen verdergaande taken en bevoegdheden in het kader van de zorgplicht voor het inzamelen van afvalwater in de riolering en voor hemelwater en grondwater. Nationaal Bestuursakkoord Water (actueel) In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is het kabinetsstandpunt over het waterbeleid in de 21e eeuw vastgelegd. De hoofddoelstellingen zijn: het waarborgen van het veiligheidsniveau bij overstromingen en het verminderen van wateroverlast. Daarbij wordt de voorkeur gegeven aan ruimtelijke maatregelen boven technische maatregelen. In het NBW is ook de watertoets als procesinstrument opgenomen. De watertoets is het proces van vroegtijdig informeren, adviseren en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van dit instrument is waarborgen dat de waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet in beschouwing worden genomen als het gaat om waterhuishoudkundige relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Uitvoering van de watertoets betekent in feite dat de gemeente en de waterbeheerder samenwerken bij het uitwerken van ruimtelijke plannen, zodat problemen in het gebied zelf en de omgeving worden voorkomen. De watertoets is sinds 2003 verankerd in het Besluit ruimtelijke ordening en hiermee verplicht voor alle ruimtelijke plannen en besluiten. In 2008 is het NBW geactualiseerd met als doel de watersystemen in 2015 op orde te krijgen, met name op het gebied van wateroverlast en watertekort. Kaderrichtlijn water Op 22 december 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water van kracht geworden. De KRW geeft een kader voor de bescherming van de ecologische en chemische kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater. Zo dienen alle waterlichamen in 2015 een goede ecologische toestand (GET) te hebben bereikt en dienen sterk veranderende c.q. kunstmatige wateren in 2015 een goed ecologisch potentieel (GEP) te hebben bereikt. De chemische toestand dient in 2015 voor alle wateren (natuurlijk en kunstmatig) goed te zijn. Waterbeheer 21 e eeuw (WB21) In september 2000 heeft de commissie Waterbeheer 21 e eeuw advies uitgebracht over het toekomstig waterbeheer in Nederland. Belangrijk onderdeel van WB21 is het uitgangspunt van ruimte voor water. Er mag geen afwenteling plaatsvinden. Berging moet binnen het stroomgebied plaatsvinden. Dit betekent onder andere het aanwijzen en instandhouden van waterbergingsgebieden. Daarnaast wordt verdroging bestreden en worden watertekorten verminderd. Provinciaal beleid Provinciaal Waterplan Op 1 januari 2010 is het Provinciaal Waterplan in werking getreden. Dit plan vervangt het provinciale Waterhuishoudingplan, dat was opgenomen in het Beleidsplan Groen, Water en Milieu en in het Grondwaterplan In het Provinciaal Waterplan zijn de opgaven van de Europese Kaderrichtlijn Water, het Nationaal Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

36 24 Bestuursakkoord Water en het Nationaal Waterplan vertaald naar strategische doelstellingen voor Zuid-Holland. Het Provinciaal Waterplan beschrijft op hoofdlijnen wat de provincie in de periode tot 2015 samen met haar waterpartners wil bereiken. In het plan zijn deze opgaven verder uitgewerkt in 19 thema s én voor drie gebieden, in samenhang met economische, milieu- en maatschappelijke opgaven. Dit heeft geleid tot een integrale visie op de ontwikkeling van de Zuid-Hollandse Delta, het Groene Hart en de Zuidvleugel van de Randstad. In de Verordening Ruimte (2010) is regelgeving opgenomen voor de regionale en primaire waterkeringen. Voor bestemmingsplannen zijn randvoorwaarden opgenomen die een onbelemmerde werking, instandhouding en het onderhoud van de primaire en regionale waterkeringen mogelijk maken, Dit geldt voor de beschermingszone en de kernzone die hoort bij de waterkeringen zoals opgenomen in de vastgestelde leggers van de waterschappen. Regionaal en gemeentelijk beleid Hoogheemraadschap van Delfland Op 20 november 2009 is het Waterbeheerplan vastgesteld. Het plan beschrijft de strategische keuzes van het Hoogheemraadschap van Delfland, de doelen voor het waterbeheer en de financiële consequenties daarvan. De complexiteit van het gebied en de omvang van de noodzakelijke investeringen dwingen tot het stellen van prioriteiten. Het Hoogheemraadschap spreidt de maatregelen in de tijd, zodat het tempo aansluit bij de mogelijkheden van de organisatie en het gebied. In de Handreiking watertoets voor gemeenten staat het relevante beleid van het Hoogheemraadschap genoemd en wordt beschreven hoe Delfland de watertoets invult. Keurvergunning Op 15 december 2009 heeft het Hoogheemraadschap de gemeente een keurvergunning verleend voor het herinrichten van de waterhuishoudkundige structuur op de woningbouwlocatie Meerpolder. Met deze vergunning zijn alle aangelegde (waterstaats-)werken opgenomen in één vergunning. Daarnaast zijn gemaakte afspraken vastgelegd en de voorschriften met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden beschreven. Waterplan Lansingerland Op 29 april 2010 is het visiedeel van het Waterplan vastgesteld. Het doel van het Waterplan is het maken van afspraken, waarmee een robuust, veilig en duurzaam watersysteem gerealiseerd kan worden. Dit watersysteem moet voldoen aan landelijke en Europese normen en moet gebaseerd zijn op een gezamenlijke visie van gemeente en hoogheemraadschappen. Onderdelen hiervan zijn: een samenhangende beschouwing van de ambities, ruimtelijke ontwikkelingen en (water)problemen; een integrale (ruimtelijke) visie op het grondwater, oppervlaktewater en de riolering; een concreet maatregelenpakket voor de realisatie van maatregelen. De doelgroep van het stedelijk Waterplan bestaat uit bestuurders (van de gemeente en de hoogheemraadschappen), bewoners, beleidsmakers en beheerders. Het Waterplan heeft geen Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

37 25 wettelijke status, maar fungeert als koepelplan en integraal kader voor afspraken over water maatregelen tussen gemeente en hoogheemraadschappen. Het maatregelenprogramma tot 2015 is vastgesteld in de eindrapportage van het Waterplan die op 30 juni 2011 is vastgesteld. Gemeentelijk rioleringsplan In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP), dat op 6 november 2008 is vastgesteld, staat beschreven hoe de gemeente omgaat met afvalwater, hemelwater en grondwater. In het GRP zijn niet alleen maatregelen opgenomen voor het voorkomen van water op straat, maar ook om emissie vanuit de riolering naar het oppervlaktewater te reduceren. Daarnaast heeft de gemeente aanvullende maatregelen opgenomen ter verbetering van de waterkwaliteit (het waterkwaliteitsspoor ). De gemeente stelt in de komende planperiode van het GRP een meetplan op voor de monitoring van de riolering en voert deze monitoring ook uit. De intentie van het GRP is gericht op samenwerking en afstemming binnen de (afval) waterketen tussen gemeente en de twee hoogheemraadschappen. De maatregelen uit het GRP die leiden tot verbetering van waterkwaliteit maken ook integraal onderdeel uit van het maatregelenprogramma uit de eindrapportage van het Waterplan dat op 30 juni 2011 is vastgesteld Onderzoek Onderhavig plan betreft een uitwerkingsplan op basis van de uit te werken bestemming Wonen Uit te werken 3 uit het bestemmingsplan Meerpolder Bij de nadere uitwerking van uit te werken bestemmingen dient een watertoets te worden doorlopen. In deze paragraaf wordt ingegaan op: het plangebied en het type ruimtelijke ontwikkeling; de huidige (waterstaatkundige) situatie; de gewenste ontwikkeling in het watersysteem en de inpassing van vastgesteld (water-) beleid; de effecten van de beoogde ontwikkeling op het watersysteem; de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met het watersysteem; een beschrijving van de mitigerende en/of compenserende maatregelen; een beschrijving van het doorlopen van het watertoetsproces met de al gemaakte en de nog te maken afspraken (bijv. beheerafspraken en convenanten). Plangebied en ontwikkeling Onderhavig plan betreft de ontwikkeling van zestien woningen. Deze ontwikkeling maakt deel uit van de nieuwbouwwijk Meerpolder. Het plangebied ligt binnen de polder Meerpolder, die onderdeel uitmaakt van de polder Berkel en een flexibel peil heeft tussen NAP -5,40 m en NAP -5,60 m. Waterberging In het kader van de ontwikkeling van de nieuwbouwwijk Meerpolder zijn grootschalige voorzieningen opgenomen voor waterberging. De Berkelse plas, het water langs de Klapwijkseweg, alsmede de watergangen in het gebied ten zuiden van het sportpark zijn alle noodzakelijk voor de waterberging. Bij de inrichting van de nieuwbouwwijk en de waterberging Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

38 26 is de norm van het Hoogheemraadschap van Delfland aangehouden. Deze norm is bepaald op ten minste 325 m 3 waterberging per ha per waterstaatkundige eenheid. Deze inhoudsnorm wordt vertaald in een minimum oppervlak aan te realiseren waterberging. In het kader van de ontwikkeling van de gehele nieuwbouwwijk Meerpolder is een opstelling gemaakt (zie tabel 2.2.) die getoetst is aan de ABC-bergingsnormen van Delfland. Tabel 2.2.: Waterberging Meerpolder Afbeelding 2.6.: Uitsnede plankaart Waterplan. Het plangebied is rood omkaderd. Na realisatie van de wijk Meerpolder zal circa 18 ha aan oppervlaktewater zijn gecreëerd, hetgeen overeenkomt met een berging van circa 450 m 3 per hectare. Uit tabel 2.2. blijkt dat voor het totale plangebied van Meerpolder voldaan wordt aan de geldende norm. Een dergelijke bijdrage aan oppervlaktewater is noodzakelijk om in het peilgebied het tekort aan bergingscapaciteit te compenseren. In afbeelding 2.6. is een uitsnede van de plankaart uit het Waterplan weergegeven. De ontwikkelingen in het kader van uit te werken bestemmingen, waar onderhavig uitwerkingsplan gevolg aan geeft, zijn bij de beoordeling van de hoeveelheid waterberging meegenomen. De watergang ten noorden van het uitwerkingsgebied wordt gehandhaafd. Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

39 27 Veiligheid Het uitwerkingsgebied is niet gelegen binnen de beschermingszone van een waterkering. Riolering Het plangebied voorziet in een gemeentelijk gescheiden rioleringssysteem (droogweerafvoer (DWA)- en hemelwaterafvoer (HWA)-stelsel). Afvalwater zal worden afgevoerd via het DWAriool. Hemelwater dat op de daken, wegen, parkeerverharding en opritten valt wordt via het HWA-stelsel ingezameld en afgevoerd naar het oppervlaktewater. Volksgezondheid Door het afkoppelen van hemelwater van de DWA worden vuilwateroverstorten (in de omgeving) tegengegaan. De risico s van watergerelateerde ziekten en plagen worden hierdoor geminimaliseerd. Waterkwaliteit Het toepassen van niet-uitloogbare bouwmaterialen voorkomt dat het hemelwater, dat wordt afgekoppeld naar het oppervlaktewater, wordt vervuild. In verband hiermee worden eisen gesteld aan de bij de daken, goten en leidingen te gebruiken materialen. Er mogen geen (sterk) uitloogbare materialen zoals koper, lood, zink, teerhoudende dakbedekking of geïmpregneerde beschoeiingen gebruikt worden op delen die met hemelwater in contact komen, zoals de dakbedekking, goten en pijpen of er moet voorkomen worden dat deze materialen kunnen uitlogen (bijvoorbeeld door het coaten van loodslabben). Afkoppeling van hemelwater zorgt ervoor dat het aantal riooloverstorten laag is. Ook dit komt de waterkwaliteit (in de omgeving) ten goede. Beheer en onderhoud Het beheer en onderhoud van het inzamelings- en transportstelsel van afvalwater, kortom de riolering, ligt bij de gemeente tot aan het eindgemaal Berkel en Rodenrijs dat in beheer is van het Hoogheemraadschap van Delfland. Het Hoogheemraadschap is verantwoordelijk voor het transport vanuit het eindgemaal tot en met afvalwaterzuiveringsinstallatie en de zuivering van het aangeleverde afvalwater Conclusie Het aspect water vormt geen belemmering voor dit uitwerkingsplan. In het kader van het wettelijk vooroverleg is het uitwerkingsplan ook aan het Hoogheemraadschap van Delfland voorgelegd (zie bijlage 9) Overige belemmeringen Naast de hiervoor beschreven milieuaspecten kunnen er nog andere belemmeringen in of nabij het plangebied aanwezig zijn die van invloed kunnen zijn op de planvorming. Het gaat bijvoorbeeld om de aanwezigheid van straalpaden, beschermingszones en dergelijke. Toetsingsvlakken Luchtverkeersleiding Nederland Ten zuidwesten van het plangebied ligt luchthaven Rotterdam The Hague Airport. Ten behoeve van de luchtverkeersbeveiliging van deze luchthaven zijn technische installaties en systemen op en in de omgeving van het luchtvaartterrein aanwezig. Deze zogenaamde Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

40 28 Communicatie, Navigatie en Surveillance (CNS)-infrastructuur maakt gebruik van radiogolven die uitgezonden en/of ontvangen worden door antennesystemen. Obstakels, zowel vast (gebouwen, windmolens, et cetera) als mobiel (bouwkranen, heistellingen, et cetera) vormen in potentie een bedreiging voor de goede werking van de apparatuur omdat ze de uitgezonden radiosignalen kunnen verstoren. Afbeelding 2.7.: uitsnede kaart toetsingsvlakken ILS 24. Het plangebied is in rood aangegeven. Verstoring van de apparatuur maakt de CNS apparatuur minder betrouwbaar of zelfs geheel onbruikbaar waardoor direct de veiligheid van het luchtverkeer wordt beïnvloed. Het is daarom in het belang van de veiligheid van de luchtvaart alles in het werk te stellen om de diverse systemen tegen verstorende obstakels te beschermen. Aan de hand van de internationale burgerluchtvaartcriteria dient beoordeeld te worden of de voorgenomen bouwplannen en werktuigen van invloed zijn op de correcte werking van CNS-hulpmiddelen. Binnen het plangebied bevindt zich één toetsingsvlak van de CNS-apparatuur (afbeelding 2.7.), namelijk die van 40 meter ten opzichte van NAP tot en met 50 meter ten opzichte van NAP. In het uitwerkingsplan worden echter geen gebouwen of bouwwerken van die hoogtes mogelijk gemaakt. Het is daarom niet noodzakelijk dat er voor de toetsingsvlakken een beschermende regeling in het plan wordt opgenomen. VOR/DME Het plangebied bevindt zich binnen het toetsingsvlak behorende bij de VOR/DME RTM (Rotterdam). Een VOR (VHF Omni-Directional Radiorange) geeft een vliegtuig koersinformatie Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

41 29 en een DME (Distance Measuring Equipment) geeft een vliegtuig afstandsinformatie. Het toetsingsvlak van de VOR/DME kent een 600 m vrije straal gemeten vanaf de basis van de antenne op maaiveldhoogte. Binnen deze straal van 600 m geldt een toetsingshoogte van 0 m; elk op te richten object kan verstoring veroorzaken. Vanaf het 0 meter vlak loopt het toetsingsvlak trechtervormig omhoog tot een hoogte van 47,66 m (NAP) op een afstand van 3 km. (zie onderstaande afbeelding 2.8). Afbeelding 2.8.: toetsingsvlak DVOR/DME. Het plangebied is in rood aangeduid. Het plangebied is gelegen binnen de toetsingshoogte 40 en 47,66 meter van het toetsingsvlak VOR/DME. Omdat er geen nieuwe bebouwing mogelijk wordt gemaakt met een hoogte die het toetsingsvlak kan doorsnijden, is een aanvullende regeling niet benodigd. Er is om die reden ook geen vrijwaringszone opgenomen op de verbeelding. Invliegfunnel Bij de luchthaven Rotterdam The Hague Airport hoort een aanvliegroute (invliegfunnel). In verband met de vliegveiligheid geldt er binnen de aanvliegroute een hoogtebeperking voor gebouwen en andere bouwwerken. Het plangebied ligt binnen de meter-zone van de aanvliegroute van Rotterdam The Hague Airport, zoals blijkt uit de afbeelding uitsnede kaart invliegfunnel (afbeelding 2.9). Deze hoogte moet worden gerelateerd aan de referentiehoogte van de luchthaven: -4,40 m NAP. In verband met de vliegveiligheid geldt er binnen de aanvliegroute een hoogtebeperking voor gebouwen en andere bouwwerken tot de aangegeven hoogtes. In het uitwerkingsplan worden echter geen gebouwen of bouwwerken met een bouwhoogte van meer dan 75 meter mogelijk gemaakt. Het is daarom niet noodzakelijk dat er voor de invliegfunnel een beschermende regeling in het plan wordt opgenomen. Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

42 30 Afbeelding 2.9.: uitsnede kaart hoogtebeperkingen invliegfunnel Rotterdam The Hague Airport. Het plangebied is in rood aangegeven. Akoestiek Bij de luchthaven Rotterdam The Hague Airport speelt ook het aspect geluid een rol. De maatgevende contour, waarbinnen geen geluidgevoelige bebouwing (zoals woningen) mogen worden gerealiseerd, is weergegeven middels de zogenaamde 35 KE-contour. Deze 35 KEcontour valt niet over het onderhavige plangebied (zie afbeelding 2.10.) en levert derhalve geen beperkingen op. Afbeelding 2.10.: uitsnede kaart KE-contouren Rotterdam The Hague Airport. Het plangebied ligt buiten de grens van het kaartje, aan de noordoostzijde, en dus buiten de contouren van het vliegveld. Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

43 31 3. BELEIDSKADER 3.1. Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 in werking getreden. Deze structuurvisie vervangt de Nota Ruimte. De structuurvisie geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op Rijksniveau en is de kapstok voor bestaand en nieuw Rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In de structuurvisie schetst het Rijk ambities tot 2040 en doelen, belangen en opgaven tot De leidende gedachte in de SVIR is ruimte maken voor groei en beweging. De bouw van de wijk Meerpolder is al vastgelegd in de Vierde Nota op de Ruimtelijke Ordening Extra (Vinex). Dit uitwerkingsplan betreft slechts een klein gedeelte van de wijk Meerpolder. De SVIR heeft dan ook geen rechtstreekse doorwerking in dit uitwerkingsplan. Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) Het Rijk legt met het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), de nationale ruimtelijke belangen juridisch vast. Enerzijds betreft het de belangen die reeds in de (ontwerp-) AMvB Ruimte uit 2009 waren opgenomen en anderzijds is het Barro aangevuld met onderwerpen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Het besluit is op 30 december 2011 in werking getreden. Onderwerpen waarvoor het Rijk ruimte vraagt zijn de mainportontwikkeling van Rotterdam, bescherming van de waterveiligheid in het kustfundament en in en rond de grote rivieren, bescherming en behoud van de Waddenzee en enkele werelderfgoederen, zoals de Beemster, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Stelling van Amsterdam en de uitoefening van defensietaken. Bij besluit van 28 augustus 2012 (inwerking getreden op 1 oktober 2012) is het Barro aangevuld met de ruimtevraag voor de onderwerpen hoofdinfrastructuur (reserveringen voor hoofdwegen en landelijke spoorwegen en vrijwaring rond Rijksvaarwegen), de elektriciteitsvoorziening, het regime van de herijkte ecologische hoofdstructuur en waterveiligheid (bescherming van primaire waterkeringen en bouwbeperkingen in het IJsselmeergebied). Ook is bij besluit van 28 augustus 2012 het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) aangepast. In het Bro is de ladder voor duurzame verstedelijking (duurzaamheidsladder) opgenomen. Als gevolg van deze wijziging zijn gemeenten en provincies verplicht om in de toelichting van een ruimtelijk besluit de duurzaamheidsladder op te nemen, wanneer een zodanig besluit een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt. Ladder voor duurzame stedelijke ontwikkeling Op basis van het nieuwe Rijks- en provinciale beleid is het van belang de voorgestelde ontwikkeling te toetsen aan de verbrede toepassing van de SER-ladder conform de drie treden voor een 'Duurzame stedelijke ontwikkeling'. Deze drie treden zijn hier onder samengevat: Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

44 32 a) Regionale vraag (aantoonbare behoefte); b) Benut eerst de mogelijkheden voor bestaand gebied; c) Bij uitbreiding buiten bestaand gebied zorg voor een zorgvuldige locatiekeuze en inpassing in de omgeving. Het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) voorziet in woningbouw op een locatie die reeds bestemd was voor woningbouw. In formele zin is daarmee geen sprake van een uitbreiding. In het geldende bestemmingsplan Meerpolder 2012 is reeds met een uitwerkingsverplichting geanticipeerd op woningbouw. Het plan voorziet daarmee in woningbouw op een locatie die reeds voor woningbouw bestemd was. Bovendien is sprake van een inbreiding binnen bestaand stedelijk gebied, omdat de omliggende gronden grotendeels bebouwd zijn of worden Provinciaal beleid Visie Ruimte en Mobiliteit, Programma Ruimte en Verordening Ruimte Visie Ruimte en Mobiliteit Op 9 juli 2014 hebben Provinciale Staten van de provincie Zuid-Holland de Visie Ruimte en Mobiliteit, het Programma Ruimte, het Programma Mobiliteit en de Verordening Ruimte vastgesteld. In de Visie Ruimte en Mobiliteit wordt het beleid beschreven van de provincie Zuid- Holland. Het Programma Ruimte en het Programma Mobiliteit hebben beide de status van een structuurvisie en beschrijven de manier waarop het ruimtelijk beleid en het mobiliteitsbeleid van de provincie uitgevoerd wordt (met welke instrumenten). De Verordening Ruimte beschrijft de regels vanuit het beleid en het programma. Deze regels hebben een directe doorwerking in bestemmingsplannen. Het beleid is op 1 augustus in werking getreden. Deze tijd vraagt om maatwerk, flexibiliteit en aanpassingsvermogen, onder andere omdat ontwikkelingen minder voorspelbaar zijn en demografische ontwikkelingen in de diverse regio s verschillen. Maatwerk, flexibiliteit, aanpassingsvermogen en samenwerking zijn sleutelbegrippen in de Visie Ruimte en Mobiliteit. De provincie stelt de behoefte van de gebruiker centraal; het aanbod moet afgestemd zijn op de vraag. Daarbij zet de provincie in op een efficiënte benutting van de ruimte en de netwerken, met aandacht voor de (ruimtelijk) kwaliteit. De provincie heeft vier rode draden benoemd: 1. beter benutten van wat er is 2. vergroten van de agglomeratiekracht 3. verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit 4. bevorderen van de transitie naar water- en energie efficiënte samenleving. Voor de bebouwde ruimte zet de provincie in op een samenhangend, compact en goed bereikbaar, kwalitatief hoogwaardig bebouwd gebied. Programma Ruimte en Programma Mobiliteit In het Programma Ruimte en het Programma Mobiliteit beschrijft de provincie met welke instrumenten zij de doelen en ambities uit de Visie Ruimte en Mobiliteit uit gaat voeren. Daarbij is de inzet om stapsgewijs een nieuwe balans tussen flexibiliteit voor maatschappelijke initiatieven en duidelijkheid over provinciale kaders en spelregels te bereiken. Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

45 33 In het Programma Ruimte is bepaald dat ruimtelijke ontwikkelingen zoveel mogelijk gerealiseerd dienen te worden binnen de invloedsgebieden van de stations en haltes van de Stedenbaan. Het programma Stedenbaan richt zich op het beter benutten en versterken van bestaande steden en dorpen en bestaande infrastructuur van het hoofdrailnet van de Zuidvleugel. De doelstelling van de Stedenbaan is het verhogen van het aantal reizigers per openbaar vervoer door het verkorten, versnellen en veraangenamen van de reis, waardoor deze aantrekkelijker wordt. Dit draagt bij aan de agglomeratiekracht van de Zuidelijke Randstad. De voorliggende ontwikkeling is in de nabijheid van het Randstadrailstation Berkel Westpolder gelegen. Daarmee past de voorgenomen ontwikkeling binnen het provinciale beleid zoals opgenomen in het Programma Ruimte. Verordening Ruimte 2014 De Verordening Ruimte is vastgesteld in samenhang met de Visie Ruimte en Mobiliteit, het Programma Ruimte en het Programma Mobiliteit. De visie bevat de hoofdzaken van het ruimtelijk beleid en het mobiliteitsbeleid van de provincie Zuid-Holland. Het ruimtelijk beleid is uitgewerkt in het Programma ruimte. De verordening is vastgesteld met het oogmerk van juridische doorwerking van een deel van het ruimtelijk beleid en bevat daarom regels voor bestemmingsplannen en daarmee gelijkgestelde ruimtelijke plannen. Een randvoorwaarde voor ontwikkelingen in zowel stedelijk als landelijk gebied is dat gemeenten de ladder voor duurzame verstedelijking uit het Bro toe moeten passen. De provincie heeft daar in de Verordening een eigen invulling aangegeven. De ladder voor duurzame verstedelijking houdt ten eerste in dat de behoefte van de ontwikkelingen op het gebied van wonen, kantoren, bedrijven en detailhandel regionaal moeten worden afgestemd en dat deze in principe binnen bestaand stads- en dorpsgebied (BSD) stedelijk gerealiseerd moet worden. Indien de ontwikkeling niet binnen BSD gerealiseerd kan worden door middel van herstructureren, transformeren of verdichten, dient aangetoond te worden dat de locatie buiten BSD multimodaal ontsloten is. Het aanbod aan vervoersmodaliteiten op een locatie bepaalt de meest duurzame locatie buiten bestaand stads- en dorpsgebied. In paragraaf 3.1 is de voorliggende ontwikkeling reeds getoetst aan de ladder voor duurzame verstedelijking. Daarmee is aangetoond dat de voorgenomen ontwikkeling past binnen de kaders van de Verordening Ruimte Gemeentelijk beleid Structuurvisie Lansingerland Op 18 februari 2010 is de Structuurvisie Lansingerland vastgesteld door de gemeenteraad van Lansingerland. Lansingerland wil 'aantrekkelijk wonen, werken, recreëren en leven' sturen met een eigen visie. Binnen de gemeente staat een groot aantal ontwikkelingen op stapel wat betreft woningbouw, bedrijventerreinen en maatschappelijke voorzieningen. Om deze en andere ruimtelijke ontwikkelingen en ruimtelijk beleid te verankeren, heeft de gemeente een structuurvisie opgesteld, op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). De gemeente voldoet hiermee aan de verplichting uit de Wro om voor haar grondgebied een structuurvisie op te stellen. De koers voor de gemeente Lansingerland is: - aantrekkelijk suburbaan wonen; Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

46 34 - leefbaar, zorgzaam en met eigen identiteit; - ontspannen groene en recreatieve gemeente; - een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven en het verder ontwikkelen van de greenport. Duurzaamheid en een goede ontsluitingsstructuur zijn daarbij randvoorwaarden. De wijk Meerpolder is aangeduid als bestaand stedelijk gebied. Dit uitwerkingsplan past binnen deze aanduiding. Er gelden verder geen specifieke uitgangspunten uit de gemeentelijke structuurvisie Conclusie In dit plan wordt de ontwikkeling van 16 woningen mogelijk gemaakt. De ontwikkeling van de woningen is gezien het voorgaande niet in strijd met Rijks-, provinciaal- en/of gemeentelijk beleid. Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

47 35 4. PLANBESCHRIJVING 4.1 Stedenbouwkundige leidraad Voor de strook met de bestemming Wonen Uit te werken 3, waar ook dit uitwerkingsplan deel van uit maakt, is als uitgangspunt voor de inrichting in juli 2013 een stedenbouwkundige leidraad opgesteld. Het uitgangspunt voor het plangebied is de ligging tussen de open groene ruimte van de Groenzoom en het sportpark. Het groene karakter wordt mede bepaald door een groene zoom met een variabele breedte zonder bebouwing langs de Oostmeerlaan met plantsoenen en bomen, een groengebied langs de hoofdwatergang van de Meertocht en open doorsteken tussen de te bebouwen blokken. In onderstaande afbeelding zijn de richtlijnen weergegeven: 1. oplopende bouwhoogten en dakhellingen vanaf de Oostmeerlaan, gescheiden door: 2. groene zoom met een variabele breedte zonder bebouwing 3. open doorsteken naar de Meertocht Afbeelding 4.1: stedenbouwkundige richtlijnen Op basis van deze stedenbouwkundige leidraad c.q. uitgangspunten wordt de strook met de bestemming Wonen uit te werken 3 uitgewerkt c.q. ontwikkeld, waarbij de grootte en invulling van de te bebouwen blokken varieert naar gelang de wensen en behoeften aan woningen. 4.2 Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-Design Een energieneutraal huis en gebouwd met materialen die het milieu zo min mogelijk belasten. Tegelijkertijd moet de woning comfortabel zijn en een bepaalde uitstraling hebben. De zogenaamde 4C-woning combineert deze wensen. De 4C-woning wordt gebouwd volgens het Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

48 36 zogenaamde Cradle-to-Cradle-principe. De andere 2 C s staan voor Comfort en Co-Design. Deze denkwijze op het gebied van duurzaamheid gaat verder dan het beperken van de schade aan het milieu, maar probeert dit juist te verbeteren door onder meer gebruik te maken van gifvrije en herbruikbare materialen. 4.3 Idee en concept van 4C Het creëren van een afwisselende, duurzame en samenhangende buurt is het hoofddoel van de ontwikkeling van 4C. Er is veel ruimte voor gemeenschappelijk gebruik, door een deel van de locatie als gemeenschappelijke tuin in te richten. In de buurt kunnen zestien woningen komen, zowel twee-onder-een-kappers als vrijstaande woningen. Daartussen is de onbebouwde ruimte zoveel mogelijk vrij van obstakels; bergingen worden in principe in de woningen geïntegreerd. Zo ontstaat het beeld van een gemeenschappelijke tuin, waarop de woningen geplaatst worden. Iedere woning heeft naast de gemeenschappelijke terreinen ook een kleine, privé buitenruimte. De verkaveling kent voorts een los ogende opzet, met verspringende rooilijnen. Hierdoor is de positie van de woningen ten opzichte van elkaar geoptimaliseerd voor wat betreft privacy, schaduwwerking en daglichttoetreding. De woningen oriënteren zich met een representatieve (voor)gevel op de Meerweg, Oostmeerlaan en/of het Lingeplantsoen. De ontsluiting van de woonpercelen vindt plaats via een interne ontsluitingsweg die aansluit op de Oostmeerlaan. Het parkeren wordt opgelost op eigen terrein. Van de woningen aan de Oostmeerlaan, oostelijk van de toegang van de interne ontsluiting, worden de voortuinen aan de zijde van de Oostmeerlaan gerealiseerd. De maximale goothoogte van de nieuwe woningen bedraagt 7 meter en de maximale bouwhoogte 11 meter. Van de architectuur van de woningen bestaat nog geen definitief beeld; dit bevindt zich in de ontwerpfase. Afbeelding 4.2. geeft de indicatieve verkaveling binnen het plangebied weer. Afbeelding 4.2.: indicatieve inrichting van het plangebied. Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

49 37 5. JURIDISCHE TOELICHTING 5.1. Inleiding Bij uitwerking dienen burgemeester en wethouders te voldoen aan de bestemmings- en bebouwingsbepalingen en aan de uitwerkingsregels van het bestemmingsplan Meerpolder 2012, ook wel het moederplan genoemd. De uitwerking vormt daarbij geen nieuw bestemmingsplan maar detailleert als het ware de uit te werken bestemming. Het maakt derhalve deel uit van het bestemmingsplan Meerpolder In het uitwerkingsplan zijn enkele bestemmingen opgenomen. De hierbij behorende regels zijn de regels zoals die voor dezelfde bestemmingen op andere locaties al gelden in het bestemmingsplan Meerpolder De overige (relevante) regels van bestemmingsplan Meerpolder 2012 zijn ook op onderhavig uitwerkingsplan van toepassing. Voor de volledigheid zijn de relevante regels van het bestemmingsplan Meerpolder 2012 opgenomen als bijlage 3 bij de toelichting van dit uitwerkingsplan. Na het rechtskracht krijgen van het uitwerkingsplan dienen aanvragen te worden getoetst aan het uitwerkingsplan en de overige van toepassing zijnde bepalingen van het moederplan. Het bestemmingsplan Meerpolder 2012 is vastgesteld onder de reikwijdte van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Het voorliggende uitwerkingsplan is een uitwerking zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder b van de Wro Regels In artikel 1 van de regels is aangegeven dat op het uitwerkingsplan in beginsel de regels van het bestemmingsplan Meerpolder 2012 van toepassing zijn. Als in de regels echter anders is bepaald of als er discrepantie tussen de regels van het uitwerkingsplan en het bestemmingsplan Meerpolder 2012 bestaat, zijn de regels van het uitwerkingsplan van toepassing. Aanvullend op en deels ter vervanging van de geldende regels uit het moederplan, zijn in dit uitwerkingsplan enkele aanvullende begrippen gegeven. Ook zijn diverse bestemmingen ingetekend op de verbeelding. Omdat deze bestemmingen in het moederplan al voorkwamen (zij het op andere locaties), zijn de inhoudelijke bepalingen van deze bestemmingen op hoofdlijnen gelijk aan de bepalingen in die bestemmingen in het moederplan, waarbij wel maatwerk is toegepast. In het vervolg van deze paragraaf is per bestemming beschreven welk gebruik van de gronden is toegestaan en welke bouwregels er gelden. De overige regels van het plan Meerpolder 2012 zijn van overeenkomstige toepassing en worden niet (nog eens) met dit uitwerkingsplan in procedure gebracht. Groen Binnen de bestemming Groen zijn groenvoorzieningen mogelijk, inclusief waterpartijen, paden en nutsvoorzieningen. Binnen deze bestemming zijn de bouwmogelijkheden beperkt. Ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', of ten hoogste 5 meter in oostelijke of westelijke richting Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

50 38 verschoven, dienen de gronden onbebouwd en onoverdekt te blijven en zijn de gronden uitsluitend bedoeld voor een ontsluitingsweg. Tuin De gronden die grenzen aan de Oostmeerlaan en ingericht dienen te worden als voortuin, zijn voorzien van een tuinbestemming. In deze bestemming is alleen het oprichten van andere bouwwerken tot 1 meter toegestaan. Wonen De woonpercelen, ontsluitingsstructuur en parkeervoorzieningen zijn voorzien van de bestemming Wonen. De woningen dienen te worden gebouwd binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken. Ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mogen uitsluitend twee-aaneengebouwde woningen of vrijstaande woningen worden gebouwd, met dien verstande dat het aantal woningen niet meer mag bedragen dan op de verbeelding is weergegeven. Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein', of ten hoogste 5 meter in oostelijke of westelijke richting verschoven, dienen de gronden onbebouwd en onoverdekt te blijven en zijn de gronden uitsluitend bedoeld voor een ontsluitingsweg en parkeervoorzieningen. Maatvoering woningen Voor de woningen zijn bepalingen met betrekking tot de maatvoering opgenomen. Zo is het figuur gevellijn opgenomen. Daarmee is geborgd dat de woningen met een representatieve (voor)gevel op de Meerweg, het Lingeplantsoen en/of de Oostmeerlaan worden georiënteerd. Daarnaast is geregeld dat woningen op of evenwijdig aan het figuur 'gevellijn' dienen te worden gebouwd, met dien verstande dat de voorgevel van het hoofdgebouw minimaal 1 meter dient te verspringen ten opzichte van één van beide aangrenzende hoofdgebouwen. In de regels van het uitwerkingsplan is geregeld dat de goot- en bouwhoogte van de woningen niet meer mag bedragen dan respectievelijk 7 en 11 meter en de onderlinge afstand minimaal 4,5 meter zal bedragen, voor zover de woningen niet aaneengebouwd zijn. Erfbebouwing Gezien het idee c.q. concept van project 4C (veel ruimte voor gemeenschappelijk gebruik, door een deel van de locatie als gemeenschappelijke tuin in te richten), is de onbebouwde ruimte tussen de woningen zoveel mogelijk vrij van obstakels. Bergingen worden in principe in de woningen geïntegreerd. Zo ontstaat het beeld van een gemeenschappelijke tuin, waarop de woningen geplaatst worden. Daarom is erfbebouwing in de bouwregels niet opgenomen. Het vergunningvrij bouwen biedt enige flexibiliteit om van dit principe af te wijken. Beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte Binnen de woning is, in het verlengde van de jurisprudentie op dit onderdeel, het medegebruik van een deel van de woning als beroepsmatige werkruimte toegestaan. Als algemene voorwaarde geldt dat de woonfunctie in overwegende mate dient te worden gehandhaafd. Teneinde dit zeker te stellen mag de totale beroepsvloeroppervlakte per perceel niet meer dan 25% bedragen met een maximum van 50 m 2. Tevens is, na een door het bevoegd gezag te verlenen afwijking, de mogelijkheid opgenomen om via een omgevingsvergunning voor de vestiging van bedrijfsmatige werkruimten in een (deel Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

51 39 van de) woning en/of het bij de woning behorende erf, op voorwaarde, dat de woonfunctie gehandhaafd blijft. Bij de omgevingsvergunning kunnen daarbij nadere voorwaarden worden opgenomen. De uitoefening van het bedrijf of beroep moet passen binnen de milieucategorie 1, zodat geen hinder voor omwonenden kan worden veroorzaakt. Leiding Brandstof De DPO-leiding is voorzien van de dubbelbestemming Leiding Brandstof. Ter plaatse van de bij de leiding behorende zakelijke rechtstrook mag uitsluitend onder voorwaarden worden gebouwd Verbeelding De analoge verbeelding van de geometrische plaatsbepalingen kent een schaal van 1 : en bestaat uit één kaartblad. Voor het intekenen van de bestemmingen is een topografische ondergrond gebruikt. Met lijnen, coderingen en arceringen is aan gronden een bepaalde bestemming toegekend. De verbeelding is volgens IMRO 2012 (Informatiemodel Ruimtelijke Ordening) getekend. Dit is een eenduidige en technische methode voor het tekenen van kaarten. Hiermee kan ruimtelijke informatie eenvoudig digitaal uitgewisseld worden met andere overheden en samenwerkingspartners. Tevens maakt deze methode het mogelijk om het plan via internet te raadplegen Procedurele aspecten Op een uitwerkingsplan is, ingevolge artikel 3.6 lid 5, tweede volzin Wro, Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. De procedure is als volgt: Eerst vindt het wettelijk (voor)overleg plaats over het concept-ontwerpuitwerkingsplan. De opmerkingen van de vooroverlegpartijen worden verwerkt in het ontwerpuitwerkingsplan (zie ook hoofdstuk 6). Het ontwerpuitwerkingsplan ligt daarna gedurende zes weken ter inzage. Gedurende deze termijn kunnen belanghebbenden zienswijzen indienen bij burgemeester en wethouders. De eventuele aanpassingen die volgen uit de zienswijzen worden verwerkt in het uitwerkingsplan. Ook kunnen er - indien nodig - ambtshalve aanpassingen worden doorgevoerd. Burgemeester en wethouders stellen ten slotte het uitwerkingsplan vast. Tegen een besluit omtrent vaststelling staat rechtsreeks beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS). De termijn om beroep in te dienen bij de ABRvS vangt aan met ingang van de dag nadat het vaststellingsbesluit ter inzage is gelegd. Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

52 40 Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

53 41 6. UITVOERBAARHEID 6.1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid Vooroverleg Het (voor)overleg met diverse partijen zoals de provincie, de waterbeheerder en de veiligheidsregio wordt geregeld in artikel lid 4 jo. artikel van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In dit kader is het voorontwerpuitwerkingsplan voorgelegd aan de vaste overlegpartners. In de nota overleg en staat van wijzigingen uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C, welke als bijlage 9 is toegevoegd aan de toelichting, wordt verslag gedaan van het vooroverleg en de ambtshalve wijzigingen. Deze zijn verwerkt in het ontwerpuitwerkingsplan. Ter inzagelegging Overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is op de voorbereiding van een uitwerking, afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dit betekent onder meer dat het ontwerpuitwerkingsplan gedurende zes weken ter inzage moet worden gelegd. Van de eventueel ingediende zienswijzen wordt te zijner tijd in deze paragraaf verslag gedaan. Conclusie Gezien het voorgaande wordt het plan maatschappelijk uitvoerbaar geacht Economische uitvoerbaarheid Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Tevens is met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening de verplichting ontstaan om, indien sprake is van ontwikkelingen op gronden van derden waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, bijvoorbeeld voor de aanleg van voorzieningen van openbaar nut, en de plankosten, deze moeten worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar. Een en ander kan worden vastgelegd in privaatrechtelijke overeenkomsten met iedere grondeigenaar. Als er met een grondeigenaar geen overeenkomst is gesloten en het kostenverhaal niet anderszins is verzekerd, dient een exploitatieplan te worden opgesteld welke tegelijkertijd met het bestemmingsplan moet worden vastgesteld. In hoofdstuk 8 Economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Meerpolder 2012 is ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van het plan. Tegelijk met het bestemmingsplan is een exploitatieplan vastgesteld. De uit te werken bestemmingen zijn daarin reeds meegenomen. Voor wat betreft onderliggend uitwerkingsplan is het daarin gestelde onverkort van toepassing. Ook dit project is opgenomen in de bestaande gemeentelijke grondexploitatie. De te maken kosten worden gedekt uit de gemeentelijke grondopbrengsten. Conclusie Gezien het voorgaande wordt het plan financieel uitvoerbaar geacht. Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-Cradle, Comfort en Co-design) Toelichting Ontwerp, 15 september 2015

54

55 BIJLAGEN BIJ DE TOELICHTING

56

57 BIJLAGE 1: KuiperCompagnons, Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C, d.d. 16 juli 2015

58

59 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C 16 juli 2015

60 Projectgegevens Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland Opdrachtgever Contactpersoon Gemeente Lansingerland dhr. R. Honders Werknummer Datum 16 juli 2015 Adviseur KuiperCompagnons Projectverantwoordelijke: mr. R. Begheyn Behandeld door: ing. J. Sips Telefoonnummer: File: j:\124\403\49\3 projectresultaat\milieu\rapport\ak_up project 59.1_v2.docx

61 Inhoudsopgave blz. 1. Inleiding Wettelijk kader Wet geluidhinder Hogere waarden beleid gemeente Lansingerland Bouwbesluit Uitgangspunten geluidsberekeningen Wegverkeersgegevens Berekeningsmethode Berekeningsresultaten Oostmeerlaan Meerweg Conclusies... 8 Inhoudsopgave bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Overzicht verkeersgegevens en rekenmodel Berekeningsresultaten

62 1. Inleiding Het voornemen is om 16 woningen in het plangebied van het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C te realiseren. Op de volgende afbeelding is een uitsnede van de verbeelding van het nieuwe uitwerkingsplan weergegeven. Afbeelding 1: Uitsnede verbeelding uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C. Deze verbeelding is gebaseerd op een door de gemeente Lansingerland aangeleverde indicatieve inrichtingsschets van het plangebied. Afbeelding 2 geeft de indicatieve verkaveling van het plangebied weer. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C / 16 juli

63 Afbeelding 2: Indicatieve verkaveling van het plangebied. Geluidhinder Het bouwvlak waarbinnen de 16 nieuwe woningen worden gerealiseerd is gelegen binnen de onderzoekszone van de Oostmeerlaan. Vanuit de Wet geluidhinder is een akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai noodzakelijk. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt de Meerweg in het onderzoek betrokken. In opdracht van de gemeente Lansingerland is het akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai uitgevoerd. Het plangebied is niet gelegen in de onderzoekszone van een spoorlijn of een gezoneerd industrieterrein. Om die reden is het uitvoeren van een akoestisch onderzoek naar railverkeers- en industrielawaai niet benodigd. Leeswijzer In de volgende hoofdstukken worden achtereenvolgens het wettelijk kader, de uitgangspunten van de berekening, de berekeningsresultaten en de conclusies beschreven. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C / 16 juli

64 2. Wettelijk kader 2.1. Wet geluidhinder Onderzoekszone Behalve langs 30 km/uur-wegen en woonerven bevindt zich overeenkomstig artikel 74 Wgh aan weerszijde van een weg een zone waarbinnen akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Voordat nieuwe woningen binnen deze zone kunnen worden geprojecteerd dient te worden onderzocht of aan de grenswaarden van de Wgh wordt voldaan. De zonebreedte is afhankelijk van het aantal rijstroken en van de aard van de omgeving (stedelijk of buitenstedelijk gebied). De definities van stedelijk en buitenstedelijk gebied zijn opgenomen in artikel 1 Wgh. Deze definities luiden: - stedelijk gebied: het gebied binnen de bebouwde kom (bepaald door komgrensborden) met uitzondering van het gebied binnen de zone van een autoweg of autosnelweg; - buitenstedelijk gebied: het gebied buiten de bebouwde kom en het gebied binnen de bebouwde kom dat is gelegen binnen de zone van een autoweg of autosnelweg. Langs de Oostmeerlaan is een zone aanwezig van 200 meter (2x1 rijstrook, stedelijk gebied). De zone wordt gemeten vanaf de buitenste begrenzing van de buitenste rijstrook. Vanuit vaste jurisprudentie is in het kader van een goede ruimtelijke ordening de Meerweg (30 km/uur) in de onderzoek meegenomen. Normstelling Voor nieuwe woningen binnen de zone van een weg, mag de geluidsbelasting niet meer bedragen dan de voorkeurswaarde. Indien de geluidsbelasting hoger is dan de voorkeurswaarde moeten er maatregelen worden getroffen om hieraan alsnog te kunnen voldoen. Blijkt dat niet mogelijk te zijn of op zwaarwegende bezwaren te stuiten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard dan is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland (college van Lansingerland) bevoegd tot het vaststellen van hogere waarden. In tabel 1 is aangegeven wat de voorkeurswaarde en de maximale ontheffingswaarde is voor nieuw woningen in stedelijk gebied vanwege wegverkeerslawaai. Tabel 1: Grenswaarden wegverkeerslawaai. Voorkeurswaarde Maximale ontheffingswaarde Woningen in stedelijk gebied 48 db (art. 82, lid 1 Wgh) 63 db (art. 83, lid 2 Wgh) Reductie geluidsbelastingen wegverkeerslawaai Op grond van de verwachting dat de geluidsproductie van motorvoertuigen in de toekomst afneemt, mogen de berekende geluidsbelastingen op de gevels worden gereduceerd. Vanaf 1 juli 2012 moet worden gerekend met het vernieuwde Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C / 16 juli

65 (RMG 2012). Gelet op de wettelijke maximaal toegestane rijsnelheid op de Oostmeerlaan en de Meerweg is voor de beide wegen een reductie van toepassing van 5 db Hogere waarden beleid gemeente Lansingerland De gemeente Lansingerland heeft nadere criteria en voorwaarden gesteld bij het verlenen van hogere waarden. Deze criteria/voorwaarden zijn vastgelegd in de Beleidsnota Hogere Waarden, versie 3 van mei In de beleidsnota is beschreven dat met een hogere waarde-procedure voor nieuwe woningen alleen kan worden gestart als aan minimaal één van de volgende criteria kan worden voldaan: - de nieuwe woningen verspreid worden gesitueerd; - de nieuwe woningen zijn opgenomen in een dorps- of stadsvernieuwingsplan; - de nieuwe woningen vervullen een akoestische afschermende functie; - de nieuwe woningen noodzakelijk zijn vanwege grond- of bedrijfsgebondenheid; - de nieuwe woningen een open plaats opvullen tussen aanwezige bebouwing; - de nieuwe woningen dienen ter vervanging van bestaande bebouwing. Voor woningen waar een hogere waarde voor benodigd is, dient op grond van de beleidsnota te beschikken over minimaal één geluidsluwe zijde. Bij voorkeur dient aan deze zijde een buitenverblijfsruimte te worden gesitueerd. Onder een geluidsluwe zijde wordt verstaan die zijde van de woning, waarbij de geluidsbelasting per weg afzonderlijk niet hoger is dan de voorkeurswaarde. Voor wegverkeerslawaai betekent het dat de cumulatieve geluidbelasting niet meer mag bedragen dan 53 db, waarbij geen rekening is gehouden met de reductie volgens artikel 110g Wgh. Als er geen buitenruimte aanwezig is, wordt met de aanwezigheid van minimaal één geluidluwe zijde voldoende kwaliteit gerealiseerd. De geluidsbelasting ter plaatse van de buitenruimte mag in principe niet meer dan 5 db hoger zijn dan bij de geluidsluwe zijde. Voor woningen met een geluidsbelasting van 53 db en hoger gelden vanuit het gemeentelijk hogere waarden beleid de volgende eisen: - geen situering van verblijfsruimte aan hoogst belaste gevel tenzij er overwegende bezwaren zijn vanuit stedenbouw of volkshuisvesting; - aanwezigheid geluidsluwe zijde en dito buitenverblijfsruimte, tenzij dit niet haalbaar is: dan dient de buitenruimte afsluitbaar te zijn. Bij het vaststellen van een hogere waarde wordt op grond van artikel 110a Wgh rekening gehouden met cumulatie van geluid. In het beleid is aangegeven dat de cumulatieve geluidsbelasting per aanvraag wordt beoordeeld Bouwbesluit 2012 In het Bouwbesluit 2012 is aangegeven wat de karakteristieke geluidswering moet zijn om een binnenwaarde, bij gesloten ramen, te garanderen voor verblijfsgebieden van een nieuwe woning. De geluidsbelasting door wegverkeerslawaai mag in verblijfsgebieden (gebruiksgebied of een gedeelte daarvan voor het verblijven van personen) niet hoger zijn dan 33 db. Daarbij geldt een minimale eis van 20 db. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C / 16 juli

66 3. Uitgangspunten geluidsberekeningen In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten voor de berekeningen beschreven. Het gaat om de gehanteerde verkeersgegevens en de gebruikte berekeningsmethode Wegverkeersgegevens Door de gemeente Lansingerland zijn de verkeersgegevens aangeleverd voor de onderzochte wegen. Deze gegevens zijn afkomstig uit de Regionale VerkeersMilieuKaart, versie 2.2 voor de stadsregio Rotterdam (RVMK 2.2) en betreffen het prognosejaar In dit onderzoek is het prognosejaar 2025 van belang, 10 jaar na vaststelling van het uitwerkingsplan. Voor de autonome groei van het wegverkeer is 1,5% per jaar aangehouden. De gehanteerde wegverkeersgegevens voor de onderzochte wegen zijn opgenomen in bijlage 1 Overzicht gehanteerde verkeersgegevens Berekeningsmethode Voor de bepaling van de geluidsbelastingen door het wegverkeer zijn berekeningen uitgevoerd met Standaardrekenmethode 2 overeenkomstig het Reken- en meetvoorschrift geluid In het rekenmodel zijn de bronnen (weg), bodemgebieden (akoestisch hard/zacht), objecten (gebouwen enz.) en toetspunten ingevoerd. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van het rekenprogramma Geomilieu, versie Op basis van de GBKN-ondergrond is het rekenmodel ontwikkeld. De hoogte van de gemodelleerde bebouwing en de hoogteligging van de weg ten opzichte van de nieuwe woningen zijn bepaald op hoogte-informatie uit het Actueel Hoogtebestand Nederland en streetview van Google Earth. In de opgestelde rekenmodellen is ervoor gekozen de standaardbodemfactor als akoestisch zacht te beschouwen (Bf is 1). Daardoor zijn de gemodelleerde bodemgebieden als akoestisch hard (zoals wegen en trottoirs) te beschouwen. Het ontwikkelde rekenmodel is opgenomen in bijlage 1 van dit rapport. Berekeningswijze wegverkeerslawaai Bij toetsing aan de grenswaarden voor wegverkeer wordt in de Wgh gewerkt met een jaargemiddelde etmaalwaarde van het geluidsniveau (L den ) over alle perioden, te weten de dagperiode (van tot uur), de avondperiode (van tot uur) en de nachtperiode (van tot uur). Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C / 16 juli

67 4. Berekeningsresultaten Hierna worden de berekende geluidsbelastingen door het verkeer op de onderzochte wegen beschreven. De reductie volgens artikel 110g Wgh is op alle resultaten toegepast. Voor een overzicht van alle berekende geluidsbelastingen wordt verwezen naar bijlage 2 Berekeningsresultaten Oostmeerlaan Vanwege het verkeer op de Oostmeerlaan is een maximale geluidsbelasting berekend van 52 db. De voorkeurswaarde van 48 db wordt zodoende overschreden, maar de maximale ontheffingswaarde van 63 db niet. De overschrijdingen van de voorkeurswaarde vinden plaats op de zuidzijde van het bouwvlak en op het zuidelijke gedeelte van de oost- en westzijde van het bouwvlak. Bronmaatregelen Bij bronmaatregelen kan onder andere worden gedacht aan het verlagen van de rijsnelheid, het weren van vrachtverkeer of het toepassen van een geluidsreducerend asfalttype. Gelet op de ontsluitende verkeersfunctie van de Oostmeerlaan is het verlagen van de rijsnelheid en het weren van vrachtverkeer geen reële maatregel. Daarom zijn deze maatregelen niet in dit onderzoek meegenomen. Het aanleggen van een geluidsreducerend asfalt is wel in dit onderzoek betrokken. In dit onderzoek is een dunne deklaag type B -verharding doorgerekend op wegvak 1c met uitzondering van de kruising van de Oostmeerlaan met het Westerscheldepad. De reden hiervoor is dat een dergelijk wegdek zijn geluidsreducerend effect verliest vanwege het wringende karakter (optrekken, afremmen, afslaan) van het verkeer op de kruising. Uit de berekening blijkt dat de geluidsbelasting wordt gereduceerd tot maximaal 50 db. De voorkeurswaarde wordt alsnog overschreden en het vaststellen van hogere waarden is alsnog nodig om woningbouw binnen het bouwvlak te kunnen realiseren. Daarnaast is het aanleggen van een geluidsreducerend asfalt voor slechts acht nieuwe woning om financiële redenen niet reëel. Overdrachtsmaatregelen Als bronmaatregelen onvoldoende resultaat opleveren is het mogelijk om via overdrachtsmaatregelen de geluidsbelasting terug te dringen. Daarbij kan gedacht worden aan het vergroten van de afstand tussen de weg en de nieuwe woning of het oprichten van een geluidsscherm. De afstand vergroten tussen de Oostmeerlaan en het bouwplan is gelet op de beschikbare ruimte niet mogelijk. Om te voldoen aan de voorkeursgrenswaarde moet de afstand tot de Oostmeerlaan worden verdubbeld. Daarnaast is het onwenselijk om in een stedelijke omgeving een geluidsscherm te realiseren. Deze geluidsmaatregel is dan ook niet in dit onderzoek opgenomen. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C / 16 juli

68 Hogere waarden In het geval het treffen van geluidsmaatregelen onvoldoende doeltreffend is of stuit op bezwaren van stedenbouwkundige, landschappelijk, verkeerskundige en/of financiële aard, is het noodzakelijk hogere waarden vast te stellen voor de nieuwe woningen, welke direct langs de Oostmeerlaan worden gerealiseerd. Op basis van de indicatieve verkaveling (afbeelding 2) van het plangebied dient zonder het treffen van geluidsmaatregelen voor 10 woningen een hogere waarde te worden vastgesteld van 52 db als gevolg van het verkeer op de Oostmeerlaan. Als ontheffingsgrond kan het opvullen van een open plaats tussen bestaande woningen langs de Oostmeerlaan en de Meerweg en een akoestische afschermende functie voor de woningen langs de Meerweg worden aangevoerd. Het gemeentelijk hogere waarden beleid eist voor elke woning, waarvoor een hogere waarde nodig is, dat deze woningen beschikken over een geluidsluwe zijde/buitenruimte. Uit de berekeningen blijkt dat de noord-, oost- en westgevels van de woningen uit het indicatieve bouwplan is aan te merken als een geluidsluwe zijde/buitenruimte. Daardoor wordt voldaan aan de nadere voorwaarden uit het gemeentelijk hogere waarden beleid. Het ontwerpbesluit tot vaststelling hogere waarden moet gelijktijdig met het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C ter inzage worden gelegd. De hogere waarden worden door het college van Lansingerland vastgesteld Meerweg De maximaal berekende geluidsbelasting als gevolg van het verkeer op de Meerweg is 31 db. Om een oordeel te kunnen geven over de geluidbelastingen vanwege het verkeer op deze 30 km/uur-weg wordt aangehaakt aan de grenswaarden voor gezoneerde wegen zoals de Oostmeerlaan. De voorkeurswaarde geldend voor gezoneerde wegen wordt niet overschreden. Daardoor levert het wegverkeer op de Meerweg geen belemmering op voor de realisatie van de woningen. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C / 16 juli

69 5. Conclusies Het plangebied is gelegen in de zone van de Oostmeerlaan, zodat een akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai is uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat door het verkeer op Oostmeerlaan de voorkeurswaarde wordt overschreden. De maximale geluidsbelasting bedraagt 52 db, waardoor de maximale ontheffingswaarde niet wordt overschreden. De voorkeurswaarde wordt alleen overschreden op de nieuwe woningen die direct langs de Oostmeerlaan worden gerealiseerd. Uit een nadere berekening, met een indicatieve verkaveling, blijkt dat de woningen waarvoor een hogere waarde benodigd is beschikken over en geluidsluwe zijde/buitenruimte. Dit betekend dat de gestelde voorwaarden uit het gemeentelijk hogere waarden beleid niet leidt tot belemmeringen voor de realisatie van de nieuwe woningen. Gezien het voorgaande is het noodzakelijk voor 10 woningen een hogere waarde vast te stellen vanwege het verkeer op de Oostmeerlaan. Het ontwerpbesluit tot vaststelling hogere waarden moet gelijktijdig met het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C ter inzage worden gelegd. De hogere waarden worden door het college van Lansingerland vastgesteld. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is de Meerweg (30 km/uur) meegenomen. De maximaal berekende geluidbelasting bedraagt 31 db. Een dergelijke geluidbelasting levert geen belemmering op voor de realisatie van de nieuwe woningen. Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, Project 59.1: 4C / 16 juli

70 Bijlagen >>>

71 Bijlage 1 Overzicht verkeersgegevens en rekenmodel

72 Tabel: Wegverkeersgegevens prognosejaar ID Wegvak Etmaalintensiteiten Rijsnelheid Wegdektype basisjaar [mvt/etm] groei rekenjaar [mvt/etm] [km/uur] 1a Oostmeerlaan ,5 %/jaar fijn asfalt 1b Oostmeerlaan ,5 %/jaar fijn asfalt 2a Meerweg ,5 %/jaar fijn asfalt 2b Meerweg ,5 %/jaar fijn asfalt 2c Meerweg ,5 %/jaar fijn asfalt Tabel: Wegverkeersgegevens prognosejaar ID Wegvak Dagperiode [%] Avondperiode [%] Nachtperiode [%] Gem. uur Licht Middel Zwaar Gem. uur Licht Middel Zwaar Gem. uur Licht Middel Zwaar 1a Oostmeerlaan 6,41 97,60 1,44 0,96 3,72 98,35 0,99 0,66 1,02 96,27 2,24 1,49 1b Oostmeerlaan 6,41 97,85 1,29 0,86 3,72 98,52 0,89 0,59 1,02 96,63 2,02 1,35 2a Meerweg 6,41 100,00 0,00 0,00 4,61 100,00 0,00 0,00 0,58 99,99 0,01 0,00 2b Meerweg 6,41 92,50 6,75 0,75 4,45 95,84 3,74 0,42 0,66 81,27 16,86 1,87 2c Meerweg 6,39 99,88 0,11 0,01 4,59 99,93 0,06 0,01 0,58 99,66 0,31 0,03 J:\124\403\49\3 Projectresultaat\milieu\rapport\verkeer_project 59.1_v3

73

74 Bijlage 2 Berekeningsresultaten

75

76

77

78

79

80

81 Van Nelle Ontwerpfabriek Van Nelleweg BC Rotterdam T F

82

83 BIJLAGE 2: KuiperCompagnons, Luchtkwaliteitsonderzoek Meerpolder 2012, 16 september 2011

84

85 Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Gemeente Lansingerland Luchtkwaliteitonderzoek KuiperCompagnons Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, Landschap B.V. Atelier RO / milieu / JS werknummer: Rotterdam, 16 september 2011 datum afdruk: File: j:\124\403\07\3 projectresultaat\milieu\doc\luchtkwaliteit_bp meerpolder.doc

86

87 Inhoudsopgave blz. 1. Inleiding Luchtkwaliteit Wettelijk kader Beoordeling luchtkwaliteit Berekening luchtkwaliteit Wegverkeersgegevens Berekeningsmethoden Berekeningsresultaten Conclusies... 7 Inhoudsopgave bijlagen Bijlage 1 : Overzicht verkeersgegevens prognosejaar 2020 Bijlage 2 : Overzicht rekenmodel en berekeningsresultaten

88

89 1 1. Inleiding Met het bestemmingsplan Meerpolder 2012 in de gemeente Lansingerland wordt onder andere de bouw van nieuwe woningen mogelijk gemaakt. Deze ontwikkelingen zijn vastgelegd middels uit te werken bestemmingen. Daardoor is het noodzakelijk een luchtwaliteitonderzoek uit te voeren. Het onderzoek naar luchtkwaliteit wordt uitgevoerd op grond van hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer. De titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen is beter bekend als de Wet luchtkwaliteit. In dit onderzoek wordt nagegaan of aan de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit wordt voldaan. In hoofdstuk 2 worden de uitgangspunten, berekeningsresultaten en conclusies besproken met betrekking tot het aspect luchtkwaliteit. Luchtkwaliteitonderzoek Bestemmingsplan Meerpolder september 2011

90 2 Luchtkwaliteitonderzoek Bestemmingsplan Meerpolder september 2011

91 3 2. Luchtkwaliteit 2.1. Wettelijk kader De kern van de Wet luchtkwaliteit is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het NSL is een bundeling maatregelen op regionaal, nationaal en internationaal niveau die de luchtkwaliteit verbeteren. Daarnaast zijn daarin alle ruimtelijke ontwikkelingen opgenomen die de luchtkwaliteit verslechteren. Het doel van de NSL is om overal in Nederland te voldoen aan de Europese normen voor de luchtverontreinigende stoffen. Naast de introductie van het NSL is het begrip niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen een belangrijk onderdeel van de Wet luchtkwaliteit. Een project draagt NIBM bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit als de NO 2 en PM 10 jaargemiddelde concentraties niet meer toenemen dan 1,2 µg/m 3. In dat geval wordt de ontwikkeling als NIBM aangemerkt. Een ruimtelijke ontwikkeling vindt volgens de Wet luchtkwaliteit doorgang als: - de ontwikkeling is opgenomen in het NSL; - de ontwikkeling aangemerkt wordt als een NIBM-ontwikkeling; - de gestelde grenswaarden in bijlage 2 van de Wet luchtkwaliteit niet worden overschreden; - projectsaldering wordt toegepast. Normstelling Voor wegverkeer zijn stikstofdioxide (NO 2 ) en fijn stof (PM 10 ) de belangrijkste stoffen. In bijlage 2 van de Wet luchtkwaliteit is een overzicht gegeven van de grenswaarden voor NO 2 en PM 10. Deze grenswaarden zijn: Stoffen Grenswaarden NO 2 jaargemiddelde grenswaarde van 40 µg/m 3 PM 10 jaargemiddelde grenswaarde van 40 µg/m 3 24 uurgemiddelde grenswaarde van 50 µg/m 3 en mag maximaal 35 dagen per jaar worden bereikt Met het van kracht worden van het NSL zijn de tijdstippen waarop moet worden voldaan aan de jaargemiddelde grenswaarden NO 2 en PM 10 aangepast. Voor PM 10 is dat 11 juni 2011 en 1 januari 2015 voor NO Beoordeling luchtkwaliteit In de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) (Regeling NIBM) zijn voor verschillende functiecategorieën cijfermatige kwantificaties opgenomen, waarbij een ontwikkeling als NIBM kan worden beschouwd. Deze categorieën zijn landbouwinrichtingen, spoorwegemplacementen, kantoorlocaties, woningbouwlocaties en een combinatielocatie van woningbouw en kantoren. Luchtkwaliteitonderzoek Bestemmingsplan Meerpolder september 2011

92 4 Omdat in het bestemmingsplan naast woningen ook andere functies zijn voorzien, past het plan niet in één van de hiervoor genoemde functiecategorieën. Daardoor is een onderzoek nodig om aan te tonen of aan de normen van de Wet luchtkwaliteit wordt voldaan Berekening luchtkwaliteit Alle uitwerkingsgebieden worden door de Oudelandselaan of de Oostmeerlaan ontsloten op de Klapwijkseweg/Boterdorpseweg en de Provincialeweg N471. In het onderzoek zijn de concentraties NO 2 en PM 10 langs de genoemde wegen bepaald voor de jaren 2011, 2015 en Wegverkeersgegevens Door de gemeente Lansingerland zijn de verkeersgegevens voor het prognosejaar 2020 aangeleverd. Deze gegevens zijn afkomstig uit de Regionale VerkeersMilieuKaart (versie 2.2). In dit verkeersmodel zijn alle relevante gegevens van de genoemde wegen opgenomen. Voor het uitbreidingsplan Westpolder/Bolwerk (ten zuiden van de Klapwijkseweg) blijkt dat er ongeveer 300 meer nieuwe woningen worden gerealiseerd dan waarmee in het verkeersmodel rekening is gehouden. Dit betekent grofweg dat de totale verkeersgeneratie voor dat plan met ongeveer motorvoertuigen per etmaal toeneemt. In de berekeningen is hiermee rekening gehouden. In een onderzoek naar de luchtkwaliteit moet worden uitgegaan van de gemiddelde rijsnelheid. Voor de Provincialeweg N471 is uitgegaan van een snelheid van 60 km/uur, voor de Klapwijkseweg/Boterdorpseweg 35 km/uur en 30 km/uur voor de Oudelandselaan en de Oostmeerlaan. In bijlage 1 Overzicht verkeersgegevens prognosejaar 2020 zijn de gehanteerde verkeersgegevens weergegeven. In dit overzicht zijn ook de toename per wegdeel door de extra woningen in het plan Westpolder/Bolwerk aangegeven Berekeningsmethoden Om de luchtkwaliteit te bepalen is een drietal Standaardrekenmethodes (SRM) ontwikkeld. Deze rekenmethodes zijn vastgelegd in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (Rbl 2007). Langs wegen wordt de luchtkwaliteit bepaald met SRM 1 of SRM 2. Het toepassingsbereik voor SRM 1 zijn de wegen in stedelijk gebied. SRM 2 wordt gebruikt voor wegen in het buitenstedelijk gebied. SRM 3 is ontwikkeld voor het bepalen van de luchtkwaliteit voor (industriële) puntbronnen. Het luchtkwaliteitsonderzoek is uitgevoerd met het rekenmodel STACKS. Het rekenmodel STACKS is gevalideerd voor het bepalen van de luchtkwaliteit langs zowel stedelijke als buitenstedelijke wegen als voor puntbronnen. Het rekenmodel STACKS maakt onderdeel uit van Geomilieu, versie In bijlage 2 Overzicht rekenmodel en berekeningsresultaten is een overzicht van het ontwikkelde rekenmodel weergegeven. Luchtkwaliteitonderzoek Bestemmingsplan Meerpolder september 2011

93 5 Rekenafstanden Het onderzoek is uitgevoerd conform de Rbl In artikel 70, lid 1 onder b van het Rbl 2007 is vermeld dat de concentratie NO 2 en PM 10 op maximaal 10 m uit de rand van de weg wordt bepaald. In het rekenmodel is met hulplijnen de afstand van 10 m weergegeven. Omdat er geen bebouwing dichter dan 10 m uit de rand van de weg staat, is de luchtkwaliteit berekend op 10 m uit de rand van de weg. Wegtype Gelet op brede wegprofielen (geen bebouwing dicht op de weg) van de onderzochte wegen is in de berekeningen uitgegaan van het wegtype normaal. Bomenfactor - Factor van 1,25 (eenzijdige bomenrij met een onderlinge afstand van minder dan 15 m) voor de Boterdorpseweg; - Factor van 1 (geen bomenrijen aanwezig zijn met een onderlinge afstand van minder dan 15 m en die minstens ⅓ van de straatbreedte overspannen) voor alle overige beschouwde wegen. Deze factor is constant verondersteld in alle onderzochte jaren. Dubbeltellingcorrectie Om de luchtkwaliteit langs wegen te berekenen wordt de bijdrage van verontreinigende stoffen door het verkeer op deze wegen opgeteld bij de bijdrage van deze stoffen door specifieke bronnen in de directe omgeving en overige bronnen op grotere afstand, bijvoorbeeld snelwegen, industrie en landbouw. De bronnen in de directe omgeving en op grotere afstand vormen de achtergrondconcentratie. Deze achtergrondconcentratie wordt jaarlijks beschikbaar gesteld (de zogenaamde grootschalige concentratiegegevens (GCN)). De achtergrondconcentraties worden weergegeven op vlakken van 1x1 km 2. Omdat in deze achtergrondconcentraties ook de grootschalige bijdrage van wegverkeer is meegenomen en in het luchtonderzoek deze wegen ook worden doorgerekend, vindt in bepaalde mate dubbeltelling plaats. Over het algemeen is deze dubbeltelling van wegen verwaarloosbaar met uitzondering van de bijdrage van snelwegen aan de grootschalige NO 2 en PM 10 concentratie voor toekomstige jaren. Om de dubbeltellingcorrectie te berekenen zijn correcties voor de grootschalige O 3 (ozon), NO 2 en PM 10 -concentraties beschikbaar gesteld. Omdat in de directe omgeving van de locatie geen snelwegen aanwezig zijn, is deze correcties niet toegepast. Fractie stagnatie Omdat de doorstroming op de onderzochte wegen goed is, is ervan uitgegaan dat er op deze weg geen stagnatie optreedt. De stagnatiefactor is op 0 gesteld. Correctie voor zeezout In paragraaf 3.6 van de Rbl 2007 is vastgelegd dat het aandeel van PM 10 dat zich van nature in de lucht bevindt en niet schadelijk is voor de volksgezondheid buiten beschouwing mag worden gelaten. Het gaat in Nederland voornamelijk om zeezout. Luchtkwaliteitonderzoek Bestemmingsplan Meerpolder september 2011

94 6 De correctie voor zeezout mag als volgt worden gecorrigeerd: - een plaatsafhankelijke correctie voor de jaargemiddelde concentratie is voor de gemeente Lansingerland 6 µg/m 3 ; - een landelijke correctie op het aantal overschrijdingsdagen van de 24 uurgemiddelde concentratie, welke 6 dagen bedraagt. Ruwheidslengte De ruwheidslengte wordt jaarlijks door het KNMI vastgesteld. De ruwheidslengte heeft waarden die in het model kunnen worden gevarieerd van 0 tot 1. Een ruwheidslengte van 0 betekent een zeer glad oppervlak waarbij een vrijwel ongehinderde verspreiding van de luchtverontreinigende stoffen kan plaatsvinden. In een gebied met een ruwheidslengte van 1 komt relatief veel bebouwing/bomen voor. Door deze bebouwing/bomen treedt extra turbulentie op waardoor een betere verdunning plaatsvindt. In de berekeningen is uitgegaan van de waarde van 0,2286. Deze waarde wordt automatisch gegenereerd door het rekenmodel. Rekenperiode meteorologie Voor de meteorologische gegevens is uitgegaan van de periode van 1995 tot Voor het berekenen van de luchtkwaliteit is het, sinds maart 2009, verplicht met deze meteorologische periode te rekenen Berekeningsresultaten Voor een volledig overzicht van de berekeningsresultaten voor de jaren 2011, 2015 en 2022 wordt verwezen naar bijlage 2. In tabel 1 zijn de maximaal berekende concentraties NO 2 en PM 10 per onderzochte weg per jaar weergegeven. Op de resultaten voor PM 10 is reeds rekening gehouden met de zeezoutcorrectie. Bron Grens- Onderzochte jaren waarden Provincialeweg N471 jaargemiddelde NO 2 (µg/m 3 ) jaargemiddelde PM 10 (µg/m 3 ) uurgemiddelde PM 10 (dagen) Klapwijkseweg jaargemiddelde NO 2 (µg/m 3 ) jaargemiddelde PM 10 (µg/m 3 ) uurgemiddelde PM 10 (dagen) Oudelandselaan jaargemiddelde NO 2 (µg/m 3 ) jaargemiddelde PM 10 (µg/m 3 ) uurgemiddelde PM 10 (dagen) Oostmeerlaan jaargemiddelde NO 2 (µg/m 3 ) jaargemiddelde PM 10 (µg/m 3 ) uurgemiddelde PM 10 (dagen) Tabel 1: Berekeningsresultaten luchtkwaliteit per weg en per jaar. Luchtkwaliteitonderzoek Bestemmingsplan Meerpolder september 2011

95 7 Uit de berekeningen blijkt dat de jaargemiddelde concentraties NO 2 en PM 10 de grenswaarden niet wordt overschreden. Daarnaast is het aantal overschrijdingsdagen die de PM uurgemiddelde concentratie van 50 µg/m 3 overschrijdt lager is dan wettelijk toegestaan. Het aspect luchtkwaliteit levert geen belemmeringen op voor de opgenomen uitwerkingsgebieden in het bestemmingsplan Meerpolder 2012 (artikel 5.16, lid 1 onder aanhef en onder a Wm) Conclusies In het onderzoek naar luchtkwaliteit voor het bestemmingsplan Meerpolder 2012 is de luchtkwaliteit berekend langs de Provincialeweg N471, de Klapwijkseweg/Boterdorpseweg, de Oudelandselaan en de Oostmeerlaan. In de volgende tabel zijn de maximaal berekende concentraties NO 2 en PM 10 weergegeven. Bron Grens- Onderzochte jaren waarden jaargemiddelde NO 2 (µg/m 3 ) jaargemiddelde PM 10 (µg/m 3 ) uurgemiddelde PM 10 (dagen) Tabel 2: Berekeningsresultaten luchtkwaliteit per jaar. Uit het onderzoek blijkt dat de gestelde normen uit de Wet luchtkwaliteit voor de stoffen NO 2 en PM 10 niet worden overschreden. Daardoor levert het aspect luchtkwaliteit geen belemmering op voor de ontwikkelingsmogelijkheden in dit bestemmingsplan. Luchtkwaliteitonderzoek Bestemmingsplan Meerpolder september 2011

96

97 Bijlagen >>>

98

99 Bijlage 1 Overzicht verkeersgegevens prognosejaar 2020

100

101 Tabel a: Wegverkeersgegevens prognosejaar 2020 t.b.v. luchtkwaliteit ID Wegvak Etmaalintensiteiten 2020 Rijsnelheid RVMK, v2.2 toename WP/BW totaal t.b.v. lucht [mvt/etm] [mvt/etm] [mvt/etm] [km/uur] 1a N b N c N d N a Boterdorpseweg b Klapwijkseweg c Klapwijkseweg d Klapwijkseweg e Klapwijkseweg a Oudelandselaan b Oudelandselaan c Oudelandselaan d Oudelandselaan e Oudelandselaan f Oudelandselaan g Oudelandselaan h Oudelandselaan i Oudelandselaan j Oudelandselaan k Oudelandselaan l Oudelandselaan m Oudelandselaan n Oudelandselaan o Oudelandselaan p Oudelandselaan a Oostmeerlaan b Oostmeerlaan c Oostmeerlaan d Oostmeerlaan e Oostmeerlaan Tabel b: Wegverkeersgegevens prognosejaar 2020 t.b.v. luchtkwaliteit ID Wegvak Dagperiode Gem. uur Licht Middel Zwaar [%] [%] [%] [%] 1a N471 6,41 93,30 3,35 3,35 1b N472 6,41 92,72 3,64 3,64 1c N473 6,41 92,72 3,64 3,64 1d N474 6,41 93,73 3,25 3,02 2a Boterdorpseweg 6,42 92,48 5,28 2,24 2b Klapwijkseweg 6,41 93,77 4,03 2,20 2c Klapwijkseweg 6,41 94,05 3,85 2,10 2d Klapwijkseweg 6,41 94,18 3,80 2,02 2e Klapwijkseweg 6,41 95,38 2,96 1,66 3a Oudelandselaan 6,17 98,80 0,84 0,36 3b Oudelandselaan 6,17 98,80 0,84 0,36 3c Oudelandselaan 6,17 98,89 0,78 0,33 3d Oudelandselaan 6,17 98,14 1,54 0,32 3e Oudelandselaan 6,17 98,80 0,84 0,36 3f Oudelandselaan 6,17 98,67 0,93 0,40 3g Oudelandselaan 6,17 98,03 1,56 0,41 3h Oudelandselaan 6,17 97,19 2,18 0,63 3i Oudelandselaan 6,17 97,17 2,19 0,64 3j Oudelandselaan 6,17 97,66 1,64 0,70 3k Oudelandselaan 6,17 97,64 1,65 0,71 3l Oudelandselaan 6,17 97,01 2,29 0,70 3m Oudelandselaan 6,17 96,65 2,56 0,79 3n Oudelandselaan 6,17 94,86 3,60 1,54 3o Oudelandselaan 6,17 93,29 4,70 2,01 3p Oudelandselaan 6,17 94,51 3,84 1,65 4a Oostmeerlaan 6,41 96,78 1,93 1,29 4b Oostmeerlaan 6,41 96,86 1,88 1,26 4c Oostmeerlaan 6,41 97,60 1,44 0,96 4d Oostmeerlaan 6,41 97,85 1,29 0,86 4e Oostmeerlaan 6,41 97,77 1,34 0,89 Tabel c: Wegverkeersgegevens prognosejaar 2020 t.b.v. luchtkwaliteit J:\124\403\07\3 Projectresultaat\milieu\xls\verkeer_BP Meerpolder_luchtkwaliteit.

102

103 ID Wegvak Avondperiode Gem. uur Licht Middel Zwaar [%] [%] [%] [%] 1a N471 3,67 95,30 2,35 2,35 1b N472 3,66 94,90 2,55 2,55 1c N473 3,66 94,90 2,55 2,55 1d N474 3,68 95,61 2,28 2,11 2a Boterdorpseweg 3,67 94,68 3,75 1,57 2b Klapwijkseweg 3,68 95,63 2,83 1,54 2c Klapwijkseweg 3,68 95,83 2,71 1,46 2d Klapwijkseweg 3,68 95,92 2,67 1,41 2e Klapwijkseweg 3,70 96,78 2,07 1,15 3a Oudelandselaan 4,84 99,31 0,48 0,21 3b Oudelandselaan 4,85 99,31 0,48 0,21 3c Oudelandselaan 4,85 99,36 0,45 0,19 3d Oudelandselaan 4,83 98,97 0,85 0,18 3e Oudelandselaan 4,84 99,31 0,48 0,21 3f Oudelandselaan 4,84 99,23 0,54 0,23 3g Oudelandselaan 4,83 98,89 0,87 0,24 3h Oudelandselaan 4,81 98,40 1,23 0,37 3i Oudelandselaan 4,81 98,39 1,24 0,37 3j Oudelandselaan 4,82 98,64 0,95 0,41 3k Oudelandselaan 4,82 98,64 0,95 0,41 3l Oudelandselaan 4,81 98,29 1,30 0,41 3m Oudelandselaan 4,80 98,09 1,45 0,46 3n Oudelandselaan 4,76 96,99 2,11 0,90 3o Oudelandselaan 4,73 96,04 2,77 1,19 3p Oudelandselaan 4,76 96,78 2,25 0,97 4a Oostmeerlaan 3,71 97,77 1,34 0,89 4b Oostmeerlaan 3,71 97,83 1,30 0,87 4c Oostmeerlaan 3,72 98,35 0,99 0,66 4d Oostmeerlaan 3,72 98,52 0,89 0,59 4e Oostmeerlaan 3,72 98,45 0,93 0,62 Tabel d: Wegverkeersgegevens prognosejaar 2020 t.b.v. luchtkwaliteit ID Wegvak Nachtperiode Gem. uur Licht Middel Zwaar [%] [%] [%] [%] 1a N471 1,05 89,78 5,11 5,11 1b N472 1,05 88,94 5,53 5,53 1c N473 1,05 88,94 5,53 5,53 1d N474 1,05 90,60 4,78 4,62 2a Boterdorpseweg 1,04 90,06 6,48 3,46 2b Klapwijkseweg 1,04 91,06 5,56 3,38 2c Klapwijkseweg 1,04 91,45 5,32 3,23 2d Klapwijkseweg 1,04 91,70 5,19 3,11 2e Klapwijkseweg 1,03 93,25 4,18 2,57 3a Oudelandselaan 0,82 97,30 1,89 0,81 3b Oudelandselaan 0,82 97,30 1,89 0,81 3c Oudelandselaan 0,82 97,49 1,76 0,75 3d Oudelandselaan 0,82 96,95 2,33 0,72 3e Oudelandselaan 0,82 97,30 1,89 0,81 3f Oudelandselaan 0,82 97,02 2,09 0,89 3g Oudelandselaan 0,82 96,44 2,64 0,92 3h Oudelandselaan 0,83 94,74 3,85 1,41 3i Oudelandselaan 0,83 94,72 3,87 1,41 3j Oudelandselaan 0,83 94,80 3,64 1,56 3k Oudelandselaan 0,83 94,79 3,65 1,56 3l Oudelandselaan 0,83 94,28 4,16 1,56 3m Oudelandselaan 0,84 93,62 4,64 1,74 3n Oudelandselaan 0,86 88,97 7,72 3,31 3o Oudelandselaan 0,88 85,89 9,88 4,23 3p Oudelandselaan 0,87 88,30 8,19 3,51 4a Oostmeerlaan 1,03 94,98 3,01 2,01 4b Oostmeerlaan 1,03 95,12 2,93 1,95 4c Oostmeerlaan 1,02 96,27 2,24 1,49 4d Oostmeerlaan 1,02 96,63 2,02 1,35 4e Oostmeerlaan 1,02 96,50 2,10 1,40 J:\124\403\07\3 Projectresultaat\milieu\xls\verkeer_BP Meerpolder_luchtkwaliteit.

104

105 Bijlage 2 Overzicht rekenmodel en berekeningsresultaten

106

107 Tabel: Overzicht berekeningsresultaten luchtkwaliteit NO 2 PM 10 NO 2 PM 10 NO 2 PM 10 jaargem. jaargem. 24 uurgem. jaargem. jaargem. 24 uurgem. jaargem. jaargem. 24 uurgem. [µg/m 3 ] [µg/m 3 ] [dagen] [µg/m 3 ] [µg/m 3 ] [dagen] [µg/m 3 ] [µg/m 3 ] [dagen] Norm Provincialeweg N471 1a 31,24 19, ,77 17, ,81 16,36 4 1b_1 32,37 19, ,85 18, ,48 16,71 5 1b_2 33,32 19, ,53 17, ,87 16,42 4 1b_3 31,16 18, ,69 17, ,75 16,36 5 1c 32,49 19, ,85 18, ,55 16,92 6 1d 37,19 20, ,79 19, ,20 17,49 6 Klapwijkseweg 2a_1 31,97 19, ,54 18, ,70 17,17 6 2a_2 32,23 19, ,75 18, ,82 17,25 6 2b_1 30,60 19, ,12 18, ,34 16,69 5 2b_2 31,99 19, ,52 18, ,68 17,25 6 2c 31,48 19, ,82 18, ,79 16,86 5 2d_1 31,09 19, ,51 18, ,58 16,80 5 2d_2 30,33 19, ,89 18, ,19 16,69 5 2e_1 34,63 20, ,56 18, ,68 17,21 6 2e_2 31,44 19, ,80 18, ,78 16,84 5 Oudelandselaan 3a 28,52 19, ,65 18, ,85 16,80 5 3b 28,69 19, ,79 18, ,94 16,84 5 3c 28,90 19, ,94 18, ,04 16,84 5 3d 29,31 19, ,28 18, ,25 16,94 6 3e 28,16 18, ,03 17, ,02 16,44 5 3f 28,32 19, ,18 17, ,11 16,52 5 3g 29,56 19, ,17 17, ,73 16,62 5 3h 29,33 19, ,01 17, ,63 16,61 5 3i 28,66 19, ,45 17, ,28 16,49 5 3j 29,21 19, ,11 18, ,29 16,76 5 3k 29,64 19, ,45 18, ,52 16,78 5 3l 29,46 19, ,32 18, ,42 16,80 5 3m 29,74 19, ,55 18, ,57 16,76 5 3n 28,67 18, ,47 17, ,37 16,21 4 3o 29,53 18, ,20 17, ,84 16,21 4 3p 31,56 19, ,89 17, ,86 16,46 4 Oostmeerlaan 4b 28,29 18, ,18 17, ,08 16,42 5 4c_1 27,74 18, ,74 17, ,81 16,40 5 4c_2 26,90 18, ,99 17, ,08 16,16 4 4d_1 26,88 18, ,96 17, ,07 16,16 4 4d_2 26,80 18, ,95 17, ,04 16,07 4 4e_1 26,99 18, ,09 17, ,13 16,05 4 4e_2 26,72 18, ,89 17, ,00 16,05 4

108 Bestemmingsplan 'Meerpolder 2012' Gemeente Lansingerland Berekeningsresultaten 2011 NO2 Rapport: Resultatentabel Model: 2011 Resultaten voor model: 2011 Stof: NO2 - Stikstofdioxide Referentiejaar: 2011 Naam X-coördinaat Y-coördinaat Conc. [µg/m³] AG [µg/m³] BRON [µg/m³] # > limiet 1a 90463, ,72 31,24 26,09 5,14 0 1b_ , ,72 32,37 26,89 5,48 0 1b_ , ,78 33,32 26,09 7,22 0 1b_ , ,72 31,16 26,09 5,06 0 1c 90759, ,35 32,49 26,89 5,60 0 1d 90809, ,02 37,19 26,89 10,30 0 2a_ , ,36 31,97 27,80 4,18 0 2a_ , ,67 32,23 27,80 4,43 0 2b_ , ,78 30,60 26,30 4,31 0 2b_ , ,54 31,99 27,80 4,19 0 2c 91745, ,57 31,48 26,30 5,19 0 2d_ , ,10 31,09 26,30 4,80 0 2d_ , ,05 30,33 26,30 4,03 0 2e_ , ,63 34,63 26,89 7,74 0 2e_ , ,48 31,44 26,30 5,14 0 3a 92542, ,23 28,52 27,80 0,73 0 3b 92380, ,80 28,69 27,80 0,90 0 3c 92226, ,46 28,90 27,80 1,10 0 3d 92028, ,34 29,31 27,80 1,52 0 3e 91963, ,88 28,16 26,30 1,87 0 3f 91827, ,23 28,32 26,30 2,02 0 3g 91739, ,02 29,56 26,30 3,27 0 3h 91633, ,40 29,33 26,30 3,04 0 3i 91588, ,17 28,66 26,30 2,36 0 3j 91503, ,63 29,21 27,39 1,81 0 3k 91453, ,64 29,64 27,39 2,25 0 3l 91320, ,08 29,46 27,39 2,06 0 3m 91108, ,41 29,74 27,39 2,34 0 3n 90838, ,82 28,67 26,09 2,58 0 3o 90739, ,77 29,53 26,09 3,44 0 3p 90534, ,39 31,56 26,09 5,47 0 4b 91250, ,78 28,29 26,30 2,00 0 4c_ , ,59 27,74 26,30 1,45 0 4c_ , ,07 26,90 25,50 1,40 0 4d_ , ,96 26,88 25,50 1,38 0 4d_ , ,41 26,80 25,69 1,10 0 4e_ , ,08 26,99 25,69 1,30 0 4e_ , ,41 26,72 25,69 1,02 0 Geomilieu V :40:55

109 Bestemmingsplan 'Meerpolder 2012' Gemeente Lansingerland Berekeningsresultaten 2011 PM10 Rapport: Resultatentabel Model: 2011 Resultaten voor model: 2011 Stof: PM10 - Fijn stof Zeezout correctie: 6 Referentiejaar: 2011 Naam X-coördinaat Y-coördinaat Conc. [µg/m³] AG [µg/m³] BRON [µg/m³] # > limiet 1a 90463, ,72 19,00 18,30 0, b_ , ,72 19,47 18,70 0, b_ , ,78 19,10 18,30 0,80 9 1b_ , ,72 18,99 18,30 0, c 90759, ,35 19,74 18,70 1, d 90809, ,02 20,56 18,70 1, a_ , ,36 19,78 19,10 0, a_ , ,67 19,88 19,10 0, b_ , ,78 19,30 18,60 0, b_ , ,54 19,88 19,10 0, c 91745, ,57 19,55 18,60 0, d_ , ,10 19,46 18,60 0, d_ , ,05 19,30 18,60 0, e_ , ,63 20,16 18,70 1, e_ , ,48 19,52 18,60 0, a 92542, ,23 19,24 19,10 0, b 92380, ,80 19,31 19,10 0, c 92226, ,46 19,31 19,10 0, d 92028, ,34 19,45 19,10 0, e 91963, ,88 18,95 18,60 0,35 9 3f 91827, ,23 19,06 18,60 0,46 9 3g 91739, ,02 19,20 18,60 0,60 9 3h 91633, ,40 19,19 18,60 0, i 91588, ,17 19,02 18,60 0,42 9 3j 91503, ,63 19,28 18,90 0, k 91453, ,64 19,30 18,90 0, l 91320, ,08 19,33 18,90 0, m 91108, ,41 19,28 18,90 0, n 90838, ,82 18,76 18,30 0,46 9 3o 90739, ,77 18,76 18,30 0,46 9 3p 90534, ,39 19,13 18,30 0,83 9 4b 91250, ,78 18,93 18,60 0,33 9 4c_ , ,59 18,89 18,60 0,29 9 4c_ , ,07 18,64 18,40 0,24 9 4d_ , ,96 18,64 18,40 0,24 9 4d_ , ,41 18,64 18,40 0,24 9 4e_ , ,08 18,62 18,40 0,22 9 4e_ , ,41 18,62 18,40 0,22 9 Geomilieu V :41:31

110 Bestemmingsplan 'Meerpolder 2012' Gemeente Lansingerland Berekeningsresultaten 2015 NO2 Rapport: Resultatentabel Model: 2015 Resultaten voor model: 2015 Stof: NO2 - Stikstofdioxide Referentiejaar: 2015 Naam X-coördinaat Y-coördinaat Conc. [µg/m³] AG [µg/m³] BRON [µg/m³] # > limiet 1a 90463, ,72 27,77 23,39 4,37 0 1b_ , ,72 28,85 24,19 4,65 0 1b_ , ,78 29,53 23,39 6,14 0 1b_ , ,72 27,69 23,39 4,30 0 1c 90759, ,35 28,85 24,19 4,65 0 1d 90809, ,02 32,79 24,19 8,60 0 2a_ , ,36 28,54 25,09 3,45 0 2a_ , ,67 28,75 25,09 3,65 0 2b_ , ,78 27,12 23,59 3,53 0 2b_ , ,54 28,52 25,09 3,43 0 2c 91745, ,57 27,82 23,59 4,22 0 2d_ , ,10 27,51 23,59 3,92 0 2d_ , ,05 26,89 23,59 3,29 0 2e_ , ,63 30,56 24,19 6,37 0 2e_ , ,48 27,80 23,59 4,20 0 3a 92542, ,23 25,65 25,09 0,56 0 3b 92380, ,80 25,79 25,09 0,70 0 3c 92226, ,46 25,94 25,09 0,85 0 3d 92028, ,34 26,28 25,09 1,19 0 3e 91963, ,88 25,03 23,59 1,44 0 3f 91827, ,23 25,18 23,59 1,58 0 3g 91739, ,02 26,17 23,59 2,58 0 3h 91633, ,40 26,01 23,59 2,42 0 3i 91588, ,17 25,45 23,59 1,86 0 3j 91503, ,63 26,11 24,69 1,41 0 3k 91453, ,64 26,45 24,69 1,76 0 3l 91320, ,08 26,32 24,69 1,63 0 3m 91108, ,41 26,55 24,69 1,85 0 3n 90838, ,82 25,47 23,39 2,07 0 3o 90739, ,77 26,20 23,39 2,80 0 3p 90534, ,39 27,89 23,39 4,50 0 4b 91250, ,78 25,18 23,59 1,58 0 4c_ , ,59 24,74 23,59 1,14 0 4c_ , ,07 23,99 22,89 1,09 0 4d_ , ,96 23,96 22,89 1,07 0 4d_ , ,41 23,95 23,09 0,86 0 4e_ , ,08 24,09 23,09 1,00 0 4e_ , ,41 23,89 23,09 0,80 0 Geomilieu V :42:20

111 Bestemmingsplan 'Meerpolder 2012' Gemeente Lansingerland Berekeningsresultaten 2015 PM10 Rapport: Resultatentabel Model: 2015 Resultaten voor model: 2015 Stof: PM10 - Fijn stof Zeezout correctie: 6 Referentiejaar: 2015 Naam X-coördinaat Y-coördinaat Conc. [µg/m³] AG [µg/m³] BRON [µg/m³] # > limiet 1a 90463, ,72 17,84 17,30 0,54 8 1b_ , ,72 18,20 17,60 0,60 8 1b_ , ,78 17,92 17,30 0,62 7 1b_ , ,72 17,84 17,30 0,54 8 1c 90759, ,35 18,42 17,60 0,82 9 1d 90809, ,02 19,06 17,60 1,46 8 2a_ , ,36 18,54 18,00 0,54 9 2a_ , ,67 18,62 18,00 0,62 8 2b_ , ,78 18,05 17,50 0,55 7 2b_ , ,54 18,62 18,00 0,62 8 2c 91745, ,57 18,24 17,50 0,74 7 2d_ , ,10 18,17 17,50 0,67 7 2d_ , ,05 18,05 17,50 0,55 7 2e_ , ,63 18,74 17,60 1,14 9 2e_ , ,48 18,22 17,50 0,72 8 3a 92542, ,23 18,11 18,00 0,11 8 3b 92380, ,80 18,16 18,00 0,16 8 3c 92226, ,46 18,16 18,00 0,16 8 3d 92028, ,34 18,27 18,00 0,27 8 3e 91963, ,88 17,77 17,50 0,27 7 3f 91827, ,23 17,86 17,50 0,36 7 3g 91739, ,02 17,97 17,50 0,47 7 3h 91633, ,40 17,96 17,50 0,46 7 3i 91588, ,17 17,83 17,50 0,33 7 3j 91503, ,63 18,10 17,80 0,30 8 3k 91453, ,64 18,11 17,80 0,31 7 3l 91320, ,08 18,13 17,80 0,33 8 3m 91108, ,41 18,10 17,80 0,30 7 3n 90838, ,82 17,66 17,30 0,36 7 3o 90739, ,77 17,66 17,30 0,36 7 3p 90534, ,39 17,95 17,30 0,65 7 4b 91250, ,78 17,75 17,50 0,25 7 4c_ , ,59 17,73 17,50 0,23 7 4c_ , ,07 17,48 17,30 0,18 7 4d_ , ,96 17,48 17,30 0,18 7 4d_ , ,41 17,49 17,30 0,19 7 4e_ , ,08 17,47 17,30 0,17 6 4e_ , ,41 17,47 17,30 0,17 7 Geomilieu V :42:01

112 Bestemmingsplan 'Meerpolder 2012' Gemeente Lansingerland Berekeningsresultaten 2020 NO2 Rapport: Resultatentabel Model: 2020 Resultaten voor model: 2020 Stof: NO2 - Stikstofdioxide Referentiejaar: 2020 Naam X-coördinaat Y-coördinaat Conc. [µg/m³] AG [µg/m³] BRON [µg/m³] # > limiet 1a 90463, ,72 21,81 19,10 2,71 0 1b_ , ,72 22,48 19,60 2,88 0 1b_ , ,78 22,87 19,10 3,77 0 1b_ , ,72 21,75 19,10 2,65 0 1c 90759, ,35 22,55 19,60 2,96 0 1d 90809, ,02 25,20 19,60 5,61 0 2a_ , ,36 22,70 20,50 2,20 0 2a_ , ,67 22,82 20,50 2,33 0 2b_ , ,78 21,34 19,10 2,25 0 2b_ , ,54 22,68 20,50 2,18 0 2c 91745, ,57 21,79 19,10 2,69 0 2d_ , ,10 21,58 19,10 2,48 0 2d_ , ,05 21,19 19,10 2,09 0 2e_ , ,63 23,68 19,60 4,08 0 2e_ , ,48 21,78 19,10 2,68 0 3a 92542, ,23 20,85 20,50 0,36 0 3b 92380, ,80 20,94 20,50 0,45 0 3c 92226, ,46 21,04 20,50 0,54 0 3d 92028, ,34 21,25 20,50 0,76 0 3e 91963, ,88 20,02 19,10 0,92 0 3f 91827, ,23 20,11 19,10 1,01 0 3g 91739, ,02 20,73 19,10 1,64 0 3h 91633, ,40 20,63 19,10 1,53 0 3i 91588, ,17 20,28 19,10 1,18 0 3j 91503, ,63 21,29 20,40 0,90 0 3k 91453, ,64 21,52 20,40 1,12 0 3l 91320, ,08 21,42 20,40 1,02 0 3m 91108, ,41 21,57 20,40 1,17 0 3n 90838, ,82 20,37 19,10 1,28 0 3o 90739, ,77 20,84 19,10 1,74 0 3p 90534, ,39 21,86 19,10 2,76 0 4b 91250, ,78 20,08 19,10 0,98 0 4c_ , ,59 19,81 19,10 0,71 0 4c_ , ,07 19,08 18,40 0,68 0 4d_ , ,96 19,07 18,40 0,67 0 4d_ , ,41 19,04 18,50 0,54 0 4e_ , ,08 19,13 18,50 0,63 0 4e_ , ,41 19,00 18,50 0,50 0 Geomilieu V :42:40

113 Bestemmingsplan 'Meerpolder 2012' Gemeente Lansingerland Berekeningsresultaten 2020 PM10 Rapport: Resultatentabel Model: 2020 Resultaten voor model: 2020 Stof: PM10 - Fijn stof Zeezout correctie: 6 Referentiejaar: 2020 Naam X-coördinaat Y-coördinaat Conc. [µg/m³] AG [µg/m³] BRON [µg/m³] # > limiet 1a 90463, ,72 16,36 15,90 0,46 4 1b_ , ,72 16,71 16,20 0,51 5 1b_ , ,78 16,42 15,90 0,52 4 1b_ , ,72 16,36 15,90 0,46 5 1c 90759, ,35 16,92 16,20 0,72 6 1d 90809, ,02 17,49 16,20 1,29 6 2a_ , ,36 17,17 16,70 0,47 6 2a_ , ,67 17,25 16,70 0,55 6 2b_ , ,78 16,69 16,20 0,49 5 2b_ , ,54 17,25 16,70 0,55 6 2c 91745, ,57 16,86 16,20 0,66 5 2d_ , ,10 16,80 16,20 0,60 5 2d_ , ,05 16,69 16,20 0,49 5 2e_ , ,63 17,21 16,20 1,01 6 2e_ , ,48 16,84 16,20 0,64 5 3a 92542, ,23 16,80 16,70 0,10 5 3b 92380, ,80 16,84 16,70 0,14 5 3c 92226, ,46 16,84 16,70 0,14 5 3d 92028, ,34 16,94 16,70 0,24 6 3e 91963, ,88 16,44 16,20 0,24 5 3f 91827, ,23 16,52 16,20 0,32 5 3g 91739, ,02 16,62 16,20 0,42 5 3h 91633, ,40 16,61 16,20 0,41 5 3i 91588, ,17 16,49 16,20 0,29 5 3j 91503, ,63 16,76 16,50 0,26 5 3k 91453, ,64 16,78 16,50 0,28 5 3l 91320, ,08 16,80 16,50 0,30 5 3m 91108, ,41 16,76 16,50 0,26 5 3n 90838, ,82 16,21 15,90 0,31 4 3o 90739, ,77 16,21 15,90 0,31 4 3p 90534, ,39 16,46 15,90 0,56 4 4b 91250, ,78 16,42 16,20 0,22 5 4c_ , ,59 16,40 16,20 0,20 5 4c_ , ,07 16,16 16,00 0,16 4 4d_ , ,96 16,16 16,00 0,16 4 4d_ , ,41 16,07 15,90 0,17 4 4e_ , ,08 16,05 15,90 0,15 4 4e_ , ,41 16,05 15,90 0,15 4 Geomilieu V :42:55

114

115 BIJLAGE 3: Relevante regels van het bestemmingsplan Meerpolder 2012

116

117 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, integraal 1 overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: plan: het bestemmingsplan "Meerpolder 2012" van de gemeente Lansingerland. bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1621.BP0102-VAST met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen). Verdere begrippen in alfabetische volgorde: aan- en uitbouw: een uitbreiding van het hoofdgebouw die qua afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw. aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. aaneengebouwd: bebouwing waarbij het hoofdgebouw onderdeel uitmaakt van (een rij van) minimaal drie hoofdgebouwen, die minimaal aan één zijde met het naastgelegen hoofdgebouw zijn verbonden. achtergevel de gevel exclusief de aan- en uitbouwen aan deze gevel, aan de achterzijde van een gebouw. achtergevelrooilijn de denkbeeldige lijn die buitenwerks strak loopt langs de achtergevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

118 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, 2 integraal overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" ambachtelijk en/of verzorgend bedrijf: 1. een bedrijf voor de uitoefening van producerende en/of verzorgende ambachten, met uitzondering van detailhandelsambachten, garagebedrijven en andere autoverzorgende bedrijven, waar voor een belangrijk deel in handwerk goederen worden vervaardigd, verwerkt, bewerkt, geïnstalleerd of hersteld, voornamelijk direct ten behoeve van de uiteindelijke gebruiker en/of verbruiker en welke wordt gekenmerkt door hetgeen is vermeld onder 2; 2. een bedrijf waarvan de uitoefening plaats heeft onder (één van) de volgende omstandigheden: het productieproces, wordt grotendeels met de hand of althans niet in hoofdzaak geautomatiseerd, of met behulp van werktuigen die door energiebronnen buiten de menselijke arbeidskracht worden aangedreven, uitgevoerd;' voor zover van laatstbedoelde werktuigen gebruik wordt gemaakt zijn deze als ondergeschikt te beschouwen aan de menselijke handvaardigheid. Bedrijven welke zich richten op persoonlijke of zakelijke dienstverlening zoals kapsalons, wasserettes, kantoren al dan niet met baliefunctie, worden hieronder niet begrepen. ander bouwwerk: een bouwwerk, geen gebouw zijnde. antennedrager: een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne. antenne-installatie: een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie. archeologische waarde: de aan een gebied toegerekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden. bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. bedrijf aan huis: het, onder voorwaarden, uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten aan huis: die in de als bijlage bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten I zijn aangeduid als milieucategorie 1, voor zover de bedrijven in de bedoelde lijst niet zijn doorgehaald, of daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft de gevolgen voor de omgeving; en geen horeca of detailhandel zijnde; geen sterke publieksaantrekkend werking hebben in de woning en de daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

119 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, integraal 3 overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" bedrijfsmatige activiteiten: een activiteit, gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen. bedrijfsvloeroppervlakte: de totale oppervlakte van alle bouwlagen van kantoren, winkels en/of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten. bedrijfs- of dienstwoning: een woning in of bij een bedrijf(sgebouw) of op dan wel bij een bedrijfsterrein bestemd voor één huishouden waarvan huisvesting daar, gelet op de aard, inrichting en omvang van het betreffende bedrijf, noodzakelijk is. bedrijfsmatige werkruimte: een werkruimte waarbinnen beroeps- of bedrijfsmatig diensten worden verleend - geen dienstverlenend bedrijf zijnde - en ambachtelijke en/of verzorgende bedrijvigheid plaatsvindt, overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (qua milieuplanologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving. beroep aan huis: het beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of daarmee gelijk te stellen gebied, in de woning en de daarbij behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie. beroepsmatige activiteiten: het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of hiermee gelijk te stellen gebied, die door de aard (qua milieuplanologische hinder) en de omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving. beroepsmatige werkruimte: een werkruimte waarbinnen beroepsmatig diensten worden verricht op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of hiermede naar de aard gelijk te stellen beroep dat door zijn aard en omvang zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

120 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, 4 integraal overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" bestaande bebouwing: bebouwing, die ten tijde van de terinzagelegging van het (ontwerp)bestemmingsplan is of wordt gebouwd met inachtneming van het bepaalde in de Woningwet dan wel de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens een (op basis van één van deze wetten verleende) vergunning. bestaand gebruik: gebruik dat bestaat ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan. bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak. bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. bijgebouw: een (vrijstaand) niet voor bewoning bestemd gebouw, dat in functioneel opzicht en qua afmeting ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. bouwgrens: de grens van een bouwvlak. bouwlaag, laag: de begane grond of een verdieping van een gebouw, een onderhuis en een zolder worden hier niet onder begrepen. bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. bouwperceelsgrens: de grens van een bouwperceel. bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

121 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, integraal 5 overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" brutovloeroppervlakte: de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw. carport: een overdekte stallingsgelegenheid voor auto's met niet meer dan twee wanden. dagrecreatie: recreatief gebruik zonder overnachting. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen, het uitstallen ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. detailhandelsbedrijf: een bedrijf dat zich richt op detailhandelsactiviteiten eventueel met bijbehorend kantoor, magazijn of ambacht. dienstverlening: persoonlijke dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan personen, zoals reisbureaus, kapsalons, wasserettes; sociaal-culturele en/of educatieve dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan bedrijven en/of personen, zoals resocialisatie, therapie, gehandicaptenzorg, een zorgboerderij en kinderopvang, zulks met uitzondering van seksinrichtingen; zakelijke dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan bedrijven en/of personen, zoals administratie-, advertentie-, advocaten-, makelaars-, advies- en ingenieursbureaus en bankfilialen, zulks met uitzondering van seksinrichtingen. DOVKR: het "Definitief Ontwerp Verkavelingsplan, Kwaliteit en richtlijnen, Deelgebied 1 t/m 9 (DOVKR) is een stedenbouwkundig plan dat is opgesteld om de gewenste ruimtelijke en functionele opzet van de wijk ten zuiden van het sportpark te bepalen in samenhang met de economische en maatschappelijke haalbaarheid daarvan. Het plan vormt, naast de bepalingen van het bestemmingsplan 'Meerpolder 2012' tevens het toetsingskader voor de op te stellen uitwerkingsplannen en de verdere realisatie van het woongebied ten zuiden van het sportpark. eengezinswoning: een complex van ruimten dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

122 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, 6 integraal overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" erf: het al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw. erfafscheiding: schuttingen, muren, terrasschermen en andere gebouwde verticale afscheidingen welke al dan niet op de erfgrens zijn geplaatst. erfbebouwing: de bij een hoofdgebouw behorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen. gastouderopvang: commerciële kinderopvang in een gezinssituatie door een ander dan de ouders in de woning waar de gastouder zijn hoofdverblijf heeft. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. geluidsgevoelig object: een geluidsgevoelige gebouw, terrein en/of ruimte zoals gedefinieerd in de Wet geluidhinder. gestapelde woning: een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat. hogere grenswaarde: een waarde die ligt tussen de voorkeurswaarde en de maximale waarde voor geluid. hoofdgebouw: een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken. horeca: een bedrijf, dat in zijn algemeenheid is gericht op het verstrekken van nachtverblijf, op het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of op het exploiteren van zaalaccommodatie. In deze regels worden de volgende indeling in categorieën aangehouden. 1. Horecabedrijven met geen of beperkte invloed op de woon- en leefomgeving, waaronder: a. daghoreca: winkelondersteunende horecabedrijven, die als regel dezelfde openingstijden hebben als winkels en zich richten op het winkelend publiek, zoals croissanteries, ijssalons, tearooms en daarmee gelijk te stellen bedrijven; Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

123 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, integraal 7 overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" b. avondhoreca: restaurants, bedrijven die zich in hoofdzaak richten op het ter plaatse nuttigen van ter plaatse bereide etenswaren en voor gebruik ter plaatse verstrekken van alcoholische dranken, waarvan de sluitingstijd voor middernacht ligt. 2. Nachthoreca: horecabedrijven die zich in hoofdzaak richten op het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en/of gelegenheid bieden voor dansen en waarvan de sluitingstijd na middernacht ligt, waaronder cafés, bars, partycentra, dancings, discotheken en daarmee gelijk te stellen bedrijven; 3. Verblijfshoreca: horecabedrijven die zich in hoofdzaak richten op het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is, zoals hotels en pensions. kantoor: een gebouw of een deel van een gebouw welke door haar indeling en inrichting kennelijk is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden (al dan niet met een baliefunctie). kap: een dakafdekking van een gebouw waarbij bij een horizontale projectie ten minste 65% van het gebouw wordt afgedekt met hellende dakvlakken. kindercentrum: een voorziening waar zelfstandige kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang; kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen en opvoeden van kinderen, zoals gastouderopvang, een kindercentrum, buitenschoolse opvang (BSO) en een peuterspeelzaal. kleinschalige (dag)recreatieve voorzieningen: voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie. maatschappelijke voorziening: een overheids-, medische, educatieve-, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, recreatieve en/of vergelijkbare maatschappelijke voorziening, een voorziening ten behoeve van sportbeoefening, kinderdagverblijf, kinderopvang, een voorziening ten behoeve van bejaarden, alsmede ondergeschikte vormen van niet zelfstandige detailhandel, niet zelfstandige dienstverlening en/of niet zelfstandige horeca ten dienste van de gebruikers van deze voorziening. milieucategorie: een aan een bedrijfsactiviteit toegekende categorie volgens de in de bijlage bij de regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

124 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, 8 integraal overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" nutsvoorziening: voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie. onderhuis: een complex van ruimten met een hoogte van ten hoogste 1.50 meter ten opzichte van het peil welke gesitueerd is onder de eerste bouwlaag van een gebouw en als zodanig niet wordt aangemerkt als bouwlaag. onderkomen: een voor verblijf geschikt, al dan niet aan hun bestemming onttrokken, voer- of vaartuig, ark, woonboot, kampeermiddel en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerk zijn aan te merken. openlucht recreatie: zie recreatie. overkapping: een kapconstructie over een ruimte of ander bouwwerk. peil: 1. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang aan een weg grenst: de hoogte van de weg; 2. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang niet aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; 3. voor een ander bouwwerk: de hoogte van de weg waaraan het bouwwerk is gelegen of, indien het bouwwerk niet direct aan de weg is gelegen, de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein 4. indien wordt gebouwd in of aan een dijk, waterkering of in gebieden waar het peil op een perceel een verhang kent van meer dan 1 m: a. indien de hoofdtoegang van het hoofdgebouw aan de weg grenst: de hoogte van de weg, waarbij dit peil zich uitstrekt tot een zone van ten hoogste 3 m achter de achtergevelrooilijn van een op bedoeld perceel aangegeven bouwvlak, mits het een aanbouw aan het hoofdgebouw betreft; b. indien de hoofdtoegang van het hoofdgebouw niet aan de weg grenst: het peil wordt bepaald door de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkt terrein; c. voor vrijstaande bijgebouwen wordt het peil bepaald door de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkt terrein. Een en ander voor zover in deze regels niet anders is bepaald. perceel: zie 'bouwperceel'. perceelsgrens: zie 'bouwperceelgrens'. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

125 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, integraal 9 overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" peuterspeelzaal: een voorziening waarin uitsluitend kinderen vanaf twee jaar tot het tijdstip waarop zij kunnen deelnemen aan het basisonderwijs, verblijven in een speelgroep. praktijkruimte: een beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte voor beoefenaren van vrije (aan huis gebonden) beroepen, zoals medische, para-medische, administratieve en daarmee vergelijkbare beroepen, zulks met uitzondering van seksinrichtingen. prostitutie: het zich beschikbaar stellen voor het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. recreatie: vormen van recreatief (mede)gebruik van een gebied door middel van al dan niet aangelegde en aanwezige voorzieningen, waarbij de recreatie in de openlucht plaatsvindt en geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en strandjes. recreatief (mede)gebruik: gebruik van gronden (mede) voor dagrecreatieve en sportieve voorzieningen, zoals speelweiden en veldsporten. seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: 1. een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon; 2. een seksbioscoop of sekstheater; hieronder wordt verstaan een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin vertoningen van erotische en/of pornografische aard worden gegeven; 3. een seksautomatenhal, hieronder wordt verstaan een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door middel van automaten filmvoorstellingen en/of liveshow van erotische en/of pornografische aard kunnen worden gegeven; 4. een seksclub of parenclub; al dan niet in combinatie met elkaar. sportterrein: een terrein ter beoefening van een veld/buitensport (in competitie/verenigingsverband), zoals voetbalvelden, tennisbanen, terreinen ten behoeve van honkbal en softbal, alsmede afzonderlijke clubgebouwen, kleedruimten, kantines en tribunes. straatmeubilair: al dan niet zijnde bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals: 1. verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken en bloembakken; Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

126 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, 10 integraal overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" 2. telefooncellen, abri's, kunstobjecten, gedenktekens, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame; 3. kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen met een inhoud van ten hoogste 50 m³ en een bouwhoogte van ten hoogste 3 m, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen; 4. afvalinzamelsystemen. twee-aaneengebouwd: bebouwing waarbij het hoofdgebouw minimaal en maximaal aan één zijde met het naastgelegen hoofdgebouw is verbonden. verbeelding: de geometrische plaatsbepaling en de kaart van het bestemmingsplan Meerpolder 2012, bestaande uit 4 kaartbladen; voorgevel(bouw)grens: de grens van een bouwvlak aan de zijde(n) vanwaar een gebouw of ander bouwwerk hoofdzakelijk toegankelijk is en/of aan de zijde(n) die op openbaar gebied georiënteerd is (zijn). voorgevel: de gevel of gevels, exclusief de aan- en uitbouwen aan deze gevel, die georiënteerd is (zijn) op het openbaar gebied. voorgevelrooilijn: de denkbeeldige lijn die buitenwerks strak loopt langs de voorgevel van een gebouw, tot aan de perceelsgrenzen. Wet geluidhinder: de geldende wet houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder. woning: een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden. zolder: een gedeelte van een gebouw waarvan de oppervlakte, voor zover de hoogte groter is dan 1,50 meter, niet meer bedraagt dan 50% van de oppervlakte van de onderliggende laag. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

127 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, 11 integraal overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: de afstand tussen bouwwerken onderling: waar deze afstand het kleinst is, inclusief ondergeschikte bouwdelen. de afstand van een bouwwerk tot een perceelsgrens: vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw tot die perceelsgrens op 1 meter boven peil en haaks op de perceelsgrens, inclusief ondergeschikte bouwdelen. de bebouwde oppervlakte: van een bouwperceel, bouwvlak of ander terrein wordt gemeten buitenwerks en 1 m boven peil, met dien verstande, dat de grondoppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken worden opgeteld. de (bouw)hoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. de breedte (lengte of diepte) van een gebouw: tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren (op 1 meter boven peil). Wanneer de gevels niet evenwijdig lopen of verspringen wordt het gemiddelde genomen van de kleinste en grootste maat. de bruto (bedrijfs)vloeroppervlakte: binnenwerks als het totaal van alle vloeroppervlakten ten dienste van kantoren, winkels en/of bedrijven, met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten. de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

128 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, 81 integraal overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS Artikel 33 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

129 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, 82 integraal overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" Artikel 34 Algemene bouwregels 34.1 Ondergeschikte bouwdelen Bouwhoogte Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwhoogten worden ondergeschikte bouwdelen van bouwwerken, zoals borstweringen, schoorstenen, antennes, liftopbouwen, opbouwen voor technische systemen, zonnepanelen en daarmee gelijk te stellen onderdelen waarvan de overschrijding van de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 1 meter of 10%, buiten beschouwing gelaten Bouw- en bestemmingsgrenzen Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouw- en bestemmingsgrenzen en bij de bepaling het bebouwde oppervlakte worden ondergeschikte bouwdelen van bouwwerken, zoals: a. plinten, pilasters, luifels, kozijnen, gevelversieringen, balkons, brandtrappen, ventilatiekanalen, uitspringende schoorsteenwanden, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en daarmee gelijk te stellen onderdelen waarvan de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 0,5 meter; b. luifels bij winkels waarvan de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer dan 1 meter bedraagt; buiten beschouwing gelaten Bestaande ondergeschikte bouwdelen Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in lid en , zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van ter inzage legging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering Aanvullende werking Bouwverordening De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van de stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; c. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; d. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden, voorzover in dit bestemmingsplan niet anders is bepaald; e. de ruimte tussen bouwwerken Bouw van geluidsgevoelige objecten De bouw van geluidsgevoelige objecten is uitsluitend toegestaan, indien voldaan kan worden aan de in de Wet geluidhinder geldende normen of vastgestelde hogere waarden. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

130 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, 83 integraal overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" Artikel 35 Algemene gebruiksregels 35.1 Gebruik van onbebouwde gronden Algemeen verbod Het is verboden de in het plan begrepen gronden voor zover en zo lang zij onbebouwd blijven te gebruiken voor doeleinden, welke in strijd zijn met de in het plan gegeven bestemmingen Specifiek verbod Onverminderd het bepaalde in lid is het in elk geval verboden de gronden te gebruiken voor: a. het storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen; b. het opslaan van goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan; c. het opslaan van onklare voer- en vaartuigen of onderdelen hiervan; d. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens Uitzonderingen Het bepaalde in lid is niet van toepassing op: a. vormen van gebruik als bedoeld in lid 35.2, die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge de bestemming, de bestemmingsomschrijving en/of de overige regels mag worden gebruikt; b. het opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de bestemming Gebruik van bouwwerken Algemeen verbod Het is verboden de in het plan begrepen bouwwerken te gebruiken voor doeleinden, welke in strijd zijn met de in het plan gegeven bestemmingen Specifiek verbod Onverminderd het bepaalde in lid is het in ieder geval verboden: a. de woningen te gebruiken voor/als beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte, zulks met uitzondering van het bepaalde in lid van artikel 15 aangaande het (mede)gebruik van woningen als beroepsmatige werkruimte; b. de in het plan toegestane bouwwerken te gebruiken voor/als seksinrichting; c. de bouwwerken, welke zijn opgericht na een door burgemeester en wethouders verleende omgevingsvergunning, te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor de omgevingsvergunning werd verleend; d. de bouwwerken waarvan het gebruik slechts mogelijk was na een door burgemeester en wethouders verleende omgevingsvergunning, te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor de afwijking werd verleend. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

131 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, 84 integraal overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" 35.3 Afwijken van de algemene gebruiksregels Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de algemene gebruiksregels voor: a. het gebruik van een deel van de bedrijfswoningen, vrijstaande en / of aangebouwde bijgebouwen voor / als bedrijfsmatige werkruimten, mits: 1. de woonfunctie in overwegende mate blijft gehandhaafd; 2. de effecten van het bedrijf / de bedrijfsactiviteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving, zoals: ambachtelijke en/of verzorgende bedrijven genoemd in milieucategorie 1 van de in als bijlage bij deze planregels opgenomen 'Staat van bedrijfsactiviteiten', voor zover de bedrijven in de bedoelde lijst niet zijn doorgehaald, of daarmee naar de aard (qua milieuplanologische hinder) gelijk te stellen bedrijven/bedrijfsactiviteiten; bedrijven/bedrijfsactiviteiten die, op basis van de Wet milieubeheer/wet algemene bepalingen omgevingsrecht, niet vergunningplichtig zijn; 3. de totale bedrijfsvloeroppervlakte per woonwagenstandplaats niet meer dan 25% bedraagt met een maximum van 50 m²; 4. de bedrijfsactiviteiten geschieden door degene die op het perceel woonachtig is; 5. het bedrijf / de bedrijfsactiviteiten geen verkeersaantrekkende werking hebben; 6. op eigen terrein wordt voorzien in de eigen parkeerbehoefte naast het oorspronkelijk aantal parkeerplaatsen op eigen terrein voor de woonfunctie; 7. er detailhandelsactiviteiten mogen plaatsvinden op voorwaarde dat: er sprake is van detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd; het detailhandel betreft als ondergeschikt en niet zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering; de detailhandel geen onevenredige afbreuk doet aan het voorzieningenniveau binnen de gemeente; b. het medegebruik van bedrijfswoningen voor detailhandel in beroepsmatige werkruimten, op voorwaarde, dat: 1. er sprake is van detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd; 2. het detailhandel betreft als ondergeschikt en niet-zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering; 3. de detailhandel geen onevenredige afbreuk doet aan de distributiestructuur binnen de gemeente waarmee met name dient te worden gelet op het kernwinkelgebied. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

132 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, 85 integraal overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" Artikel 36 Algemene afwijkingsregels 36.1 Algemeen Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van deze regels ten behoeve van: a. het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten dienste van het openbaar nut en de waterhuishouding, zoals gasdrukregelstations, duikers, keermuren en bruggen, gemalen, wachthuisjes, telefooncellen en transformatorhuisjes, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 4 m en de inhoud niet meer dan 75 m 3 mag bedragen; b. het bouwen van niet voor bewoning bestemde kunstobjecten, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen; c. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, hoogtescheidingslijnen en overige aangegeven aanduidingen op de verbeelding, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt dat deze afwijking in het belang van een juiste verwezenlijking van het plan redelijk, gewenst of noodzakelijk is en de structuur van het bestemmingsplan niet wordt aangetast. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot; d. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering van bouwwerken en wegprofielen (waaronder goothoogte, bouwhoogte, grondoppervlakte, onderlinge afstand, afstand tot perceelsgrenzen) met ten hoogste 10%; e. het afwijken van de voorgeschreven maatvoering voor ondergeschikte bouwdelen zoals bepaald in artikel 34 'Algemene bouwregels' leden 34.1 en 34.2 waarbij de overschrijding van de bouwgrens of de bestemmingsgrens niet meer bedraagt dan 3 meter; f. de bouw van antennemasten voor communicatiedoeleinden, waarbij de hoogte niet meer dan 45 m mag bedragen en waarbij het beleid gericht is op: 1. een landschappelijke, stedenbouwkundige en architectonische inpassing van deze voorzieningen waarbij geldt dat geen onevenredige afbreuk mag plaatsvinden van de visuele kwaliteit van gebouw en omgeving en landschappelijke gebieden, open landschappen en monumenten zoveel mogelijk vrij moeten blijven van bebouwing; 2. een situering bij voorkeur bij sportcomplexen, op of aan de randen van bedrijventerreinen, aan de randen van woonwijken en in de tussengebieden tussen woonwijken en bedrijventerreinen; 3. een maximale "site sharing" en gebruik van bijvoorbeeld hoogspanningsmasten, tenzij dit redelijkerwijs niet mogelijk is; g. de bouw van andere bouwwerken tot 15 m. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

133 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, 86 integraal overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" 36.2 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend mits: a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde; b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; 2. de verkeersveiligheid; 3. de sociale veiligheid; 4. het aantal parkeervoorzieningen; 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen; 6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 7. het milieu. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

134 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, 87 integraal overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" Artikel 37 Algemene wijzigingsregels 37.1 Algemeen Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op: a. het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten dienste van het openbaar nut en de waterhuishouding met een inhoud van ten hoogste 150 m 3 en een bouwhoogte van ten hoogste 6 m dit voor zover deze op grond van het bepaalde in artikel 36 (Algemene afwijkingsregels) niet kunnen worden gebouwd; b. een enigszins andere situering en/of begrenzing van bestemmingsgrenzen, bouwgrenzen en bouwvlakken, aanduidingen en/of aanwijzingen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen in verband met ingekomen bouwaanvragen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan op voorwaarde, dat de oppervlakte van het betreffende bestemmingsvlak dan wel bouwvlak met niet meer dan 20% zal worden gewijzigd; c. het wijzigen van de per aanduiding of in de planregels gegeven maten en afmetingen met ten hoogste 20%, indien, in verband met ingekomen bouwaanvragen, deze wijzigingen nodig of wenselijk zijn Dubbelbestemmingen en aanduidingen Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op: a. het toevoegen van de dubbelbestemming 'Waarde Archeologie' of de aanduiding 'archeologische waarden', indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat sprake is van een gebied met hoge oudheidkundige waarden die gehandhaafd dienen te blijven; b. het verwijderen van de dubbelbestemming 'Waarde Archeologie' of de aanduiding 'archeologische waarden', indien uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat niet langer sprake is van een gebied met oudheidkundige waarden dan wel nadat er sprake is van opgravingen en documentatie waardoor de planologische bescherming niet langer gehandhaafd hoeft te blijven. Alvorens toepassing te geven aan deze regel winnen burgemeester en wethouders advies in bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de provinciale archeoloog of bij een ter zake deskundige instantie; c. het verwijderen van en/of wijzigen van de situering van de dubbelbestemming 'Leiding' van welke aard dan ook en/of de daarbij behorende zone(s) met maximaal 25 m vanuit de hartlijn van de leiding naar beide zijden, indien dit in verband met de herinrichting van het gebied of in verband met (landelijke) veiligheidsrichtlijnen wenselijk of noodzakelijk is, er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leiding en er voldaan blijft worden aan de minimale toetsingsafstanden. Alvorens toepassing te verlenen aan deze regel winnen burgemeester en wethouders advies in bij een, ter zake de veiligheid van leidingen, deskundige instantie zoals het RIVM, de Inspectie-VROM of de beheerder(s) van de leiding; Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

135 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, 88 integraal overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" d. het wijzigen van de bestemmingen ten behoeve van de aanleg van een (ondergrondse) leiding van welke aard dan ook. Alvorens toepassing te geven aan deze regel winnen burgemeester en wethouders advies in bij een, ter zake de veiligheid van leidingen, deskundige instantie zoals het RIVM, de Inspectie-VROM of de beheerder(s) van de leiding Wro-zone - wijzigingsgebied Ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied' zijn burgemeester en wethouders bevoegd om de situering, de bouw- en goothoogte van de woning te wijzigen onder de voorwaarden, dat: a. er ten hoogste één eengezinswoning mag worden gebouwd; b. de bebouwde oppervlakte van een perceel ten hoogste 50% mag bedragen; c. van de woning de goothoogte maximaal 9 m en de bouwhoogte maximaal 12 m mag bedragen; d. wordt aangesloten binnen de randvoorwaarden die worden gesteld voor het direct aan de woning grenzende uitwerkingsplan 'Wonen - Uit te werken - 3', waardoor een stedenbouwkundig samenhangend geheel ontstaat Algemene randvoorwaarden voor wijzigen Burgemeester en wethouders verlenen slechts medewerking aan een wijziging van het plan, mits: a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; 2. de verkeersveiligheid; 3. de sociale veiligheid; 4. het aantal parkeervoorzieningen; 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen; 6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken; 7. het milieu: b. voldaan wordt aan de onderzoeksverplichting op de volgende onderdelen: 1. luchtkwaliteit; 2. parkeerbehoefte; 3. mobiliteitstoets; 4. bodemkwaliteit; 5. watertoets; 6. archeologie; 7. externe veiligheid (afweging van het groepsrisico); 8. ecologie, toetsing Flora- en faunawet; 9. economische uitvoerbaarheid en kostenverhaal. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

136 NB dit artikel is, voor de duidelijkheid, 89 integraal overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan Meerpolder 2012 als bijlage bij het uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to-cradle, Comfort en Co-design)" Artikel 38 Overige regels 38.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bouwwerken ten behoeve van: a. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. het behoud van parkeervoorzieningen; e. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen; f. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken; g. het milieu Procedureregels bij het stellen van nadere eisen Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van een nadere eisen is de volgende procedure van toepassing: a. het ontwerpbesluit tot het stellen van nadere eisen ligt met bijbehorende stukken gedurende 2 weken ter inzage; b. burgemeester en wethouders maken de onder a bedoelde terinzagelegging tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, alsmede op de gebruikelijke wijze bekend; c. de bekendmaking houdt mededeling in van de mogelijkheid voor belanghebbenden tot het indienen van zienswijzen; d. gedurende de onder a. genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijke zienswijzen indienen tegen het ontwerpbesluit; e. indien tegen het ontwerpbesluit zienswijzen zijn ingediend, wordt het besluit met redenen omkleed; f. burgemeester en wethouders delen aan hen, die zienswijzen hebben ingediend de beslissing daaromtrent met redenen omkleed mede en maken het besluit op de voorgeschreven wijze bekend. Bestemmingsplan Meerpolder 2012 Regels Vastgesteld, 31 januari 2013

137 BIJLAGE 4: DGMR, Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Rapport M R001v2, 29 januari 2013

138

139 Rapport M R001v2 Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland Lichthinderonderzoek Status: DEFINITIEF Van Pallandtstraat 9-11 Casuariestraat 5 Lavendelheide 2 Geerweg 11 info@dgmr.nl Postbus 153 Postbus 370 Postbus 671 Postbus AD Arnhem 2501 C J Den Haag 9200 AR Drachten 6130 AP Sittard T +31 (0) T +31 (0) T +31 (0) T +31 (0) Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software

140

141 M R001v2 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland Inhoudsopgave Pagina 1. INLEIDING SITUATIEBESCHRIJVING WETTELIJK KADER ONDERZOEKSMETHODE RESULTATEN Verticale verlichtingssterkte CONCLUSIE Bijlage 1: Meetgegevens 3

142 M R001v2 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland 1. Inleiding In Berkel en Rodenrijs is een woningbouwplan geprojecteerd tegen de westzijde van sportpark Het Hoge Land (project 49). Op sportpark Het Hoge Land zijn onder andere een tennis-, voetbal-, hockey- en tennisvereniging gesitueerd. Het woningbouwplan grenst aan een drietal voetbalvelden. Daarnaast is naast sportpark Het Hoge Land een tweede ontwikkeling geprojecteerd. Dit betreft een bouwvlak ten noordwesten van het sportpark. Voor dit bouwvlak is nog geen verkavelingsplan beschikbaar. Hoogstwaarschijnlijk worden in dit bouwvlak vrije kavels uitgegeven, met een maximum van 90 woningen. Het tweede bouwvlak grenst aan vijf voetbalvelden. Het meest noordwestelijk gelegen voetbalveld grenst aan beide bouwvlakken. Gezien de korte afstand tussen het sportpark en de woningen is het in het kader van de ruimtelijke afweging noodzakelijk onderzoek naar de aspect licht uit te voeren. Uit de resultaten van het onderzoek zal blijken of sprake is van een acceptabel leefklimaat bij de geprojecteerde woningen. In deze rapportage wordt de situatie beschreven. Vervolgens komt in hoofdstuk 3 het wettelijk kader. In hoofstuk 4 staat de aanpak van het onderzoek beschreven. In hoofdstuk 5 staan de resultaten van het lichthinderonderzoek. Tot slot volgt in hoofdstuk 6 de conclusie. 4

143 M R001v2 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland 2. Situatiebeschrijving Het plangebied ligt aan de rand van Berkel en Rodenrijs. Aan de westzijde van sportpark Het Hoge Land is een concreet woningbouwplan geprojecteerd. Aan de noordzijde wordt ook woningbouw geprojecteerd, dit gebied is echter nog niet concreet ingevuld. In figuur 1 is de ligging van het sportpark aangegeven. Figuur 1: Ligging sportpark (groen omlijnd), project 49 (nummer 1) en plangebied ten noorden (nummer 2) (bron: offerteverzoek gemeente Lansingerland) Het woningbouwplan aan de westzijde van het sportpark, bekend als project 49, bestaat uit een aantal blokken woningen, grenzend aan de voetbalvelden op het sportpark. In figuur 2 is een overzichtstekening van dit bouwplan weergegeven. 5

144 M R001v2 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland Figuur 2: Overzichtstekening project 49 (bron: offerteverzoek gemeente Lansingerland) Het sportpark wordt gebruikt door verschillende verenigingen. Er zijn voetbalvelden, hockeyvelden, tennisbanen en een handbalveld. Een groot deel van deze velden is verlicht. 6

145 M R001v2 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland In figuur 3 is de positie van de lichtmasten weergegeven. In figuur 4 is een overzichtsfoto van het sportpark met de verlichting weergegeven. Figuur 3: Locatie lichtmasten (rode punten) 7

146 M R001v2 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland Figuur 4: Foto van het sportpark met verlichting aan 8

147 M R001v2 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland 3. Wettelijk kader In de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009) wordt voor een aantal milieuaspecten per bedrijfscategorie een indicatieve afstand aangegeven die aangehouden dient te worden bij ruimtelijke ontwikkelingen waarbij milieugevoelige bestemmingen zoals woningen worden gerealiseerd. Voor het aspect lichthinder is een dergelijke afstand niet aangeven, maar wordt de mate van mogelijke visuele hinder met een index tussen 1 (weinig hinder) tot 3 (veel hinder) weergegeven. Sportpark Het Hoge Land ligt op korte afstand van het plangebied. Verschillende velden zijn voorzien van veldverlichting, zodat visuele hinder een aandachtspunt is als het gaat om de inpassing van woningen in de directe nabijheid. De sportverenigingen die op sportpark Het Hoge Land zijn gesitueerd, vallen onder de werkingssfeer van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit). In het Activiteitenbesluit zijn geen normen met betrekking tot lichthinder opgenomen. Wel wordt verwezen naar de richtlijnen van de NSVV (zie hieronder). Verder zijn in artikel van het Activiteitenbesluit de tijden opgenomen waarop sportverlichting uitgeschakeld dient te zijn (tussen en uur). De verlichting dient daarnaast direct na beëindiging van de sport- en/of onderhoudsactiviteiten uit te worden geschakeld. Het toetsingskader voor lichthinder vanwege sportaccommodaties is de Algemene richtlijn betreffende lichthinder, deel 1, Algemeen en grenswaarden voor sportverlichting uit 1999, opgesteld door de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV). De Algemene richtlijn betreffende lichthinder deel 1 beschrijft grenswaarden voor sportverlichting ter plaatse van woningen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een viertal gebiedstyperingen/zones (zie tabel 2). Het plangebied is geclassificeerd in zone E3: stedelijk gebied. Aangezien in de directe omgeving woningen, maar daarnaast ook andere functies aanwezig zijn, komt deze classificering het beste overeen met de lokale situatie. In de tabel staan voor elke zone de grenswaarden voor de verticale verlichtingssterkte (E v ) en lichtsterkte per armatuur (I) weergegeven. De verticale verlichtingssterkte is een maat voor de hoeveelheid licht dat in het verticale vlak valt (lees: een raam van een woning), uitgedrukt in lux. De lichtsterkte is een maat voor de hoeveelheid licht die in een bepaalde richting door een armatuur wordt uitgestraald, oftewel de intensiteit van het licht die wordt waargenomen, uitgedrukt in candela. Er geldt voor beide parameters dat getoetst wordt aan de normstelling bij de lichtgevoelige bestemmingen zoals woningen. 9

148 M R001v2 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland Tabel 1 Zone-indeling en grenswaarden van lichthinder ten gevolge van sportverlichting parameter periode E1 natuurgebied E2 landelijk gebied E3 stedelijk gebied E4 stadscentrum/ industriegebied verticale verlichtings- dag en avond 2 lux 5 lux 10 lux 25 lux sterkte E v [lux] uur nacht 1 lux 1 lux 2 lux 4 lux uur lichtsterkte per armatuur dag en avond cd cd cd cd I [cd] uur nacht uur 0 cd 500 cd cd cd 10

149 M R001v2 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland 4. Onderzoeksmethode Op woensdag 21 november 2012 zijn tussen en uur lichtmetingen verricht. De metingen zijn uitgevoerd met de meetapparatuur zoals weergegeven in tabel 2. Volgens de 6- uurlijkse DagOverzichten van het weer (DOW6) van het KNMI was de luchttemperatuur circa 9 C en het zicht meter bij het meest nabij gelegen weerstation (Rotterdam). Tabel 2 Gegevens meetapparatuur type instrument serie nr. kalibratie geldig tot luminantiemeter LMT L A759 6 maart 2014 luxmeter M508G/GO juli 2014 lichtopnemer photometerhead Ph-St-C8-A / juli 2014 Er is uitsluitend met de verlichting aan gemeten, derhalve is geen achtergrondniveau vastgesteld. De richtingsrelevante lichtsterkte van de armaturen kan conform de NSVV-richtlijn met de volgende omrekeningsformule worden bepaald: I c i 2 3 L r waarin: I = de lichtsterkte [cd] c i = de correctie voor het normzicht L = de gemeten luminantie [cd/m 2] ß = de meethoek van de luminantiemeter [graden] (= 1 ) r = de afstand tot de lichtbron [meter] Voor het project 49 is bekend waar de woningen zijn geprojecteerd. De meetlocaties zijn gekozen op de maatgevende gevels van de geprojecteerde woningen. Voor het vlak ten noorden van het sportpark is nog niet bekend waar de woningen zullen komen. Aangezien het vrijstaande woningen betreft, zal niet dicht op de weg worden gebouwd. Voor de metingen zijn we uitgegaan van een afstand van vier meter vanaf de wegrand. Indien hier wordt voldaan zal dat ook verder in het bouwvlak het geval zijn. 11

150 M R001v2 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland 5. Resultaten In figuur 5 zijn de lichtmasten van het sportpark nogmaals weergegeven. In de figuur zijn de masten genummerd. Daarnaast zijn in de figuur de verschillende meetlocaties weergegeven. Figuur 5: Posities meetlocaties (paarse driehoeken) en lichtmasten (rode punten) De meetlocaties ten noorden van het plangebied liggen op vier meter uit de wegrand. De meetlocaties aan de westzijde van het sportpark zijn gepositioneerd op de locaties van de toekomstige woningen. Indien het niet mogelijk was hier te meten wegens afzettingen, is op een ander punt gemeten. Hierdoor wordt in enkele gevallen uitgegaan van een worstcase scenario. Alle verlichting, met uitzondering van de verlichting bij de tennisbanen (mast 1 t/m 14) was ingeschakeld tijdens de metingen. Omdat de verlichting bij deze tennisbanen niet ingeschakeld was, zijn hieraan geen metingen verricht. Gelet op de hoogte van de masten en de afstand tot de geprojecteerde bebouwing verwachten wij geen overschrijding van de grenswaarden als gevolg van deze verlichting. 12

151 M R001v2 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland 5.1 Verticale verlichtingssterkte Voor het meten van de verticale verlichtingssterkte is gebruikgemaakt van een luxmeter op een hoogte van 1,8 meter. In tabel 3 is voor de meetposities de verticale verlichtingssterkte weergegeven. Dikgedrukt is de overschrijding van de grenswaarde weergegeven. Tabel 3 Verticale verlichtingssterkte meetlocatie verticale verlichtingssterkte [lux] A 1 C 2 D 2 E 3 F 7 G 6 H 8 I 5 J 7 K 4 L 11 M 5 N 6 O 7 Voor het plangebied ten westen van het sportpark (meetlocaties A t/m E) wordt voldaan aan een verticale verlichtingssterkte van ten hoogste 10 lux, die geldt voor stedelijk gebied. Voor dit bouwplan vormt de verticale verlichtingssterkte dus geen belemmering. Voor het gebied ten noorden van het sportpark (meetlocaties F t/m O) wordt op vrijwel alle locaties (op 4 meter vanaf de wegrand) voldaan aan een verticale verlichtingssterkte van ten hoogste 10 lux. Enkel bij meetlocatie L wordt de grenswaarde met 1 lux overschreden. Hier dient echter opgemerkt te worden dat op deze positie de straatverlichting de overschrijding veroorzaakt en niet het sportpark. Dit was ter plaatse duidelijk zichtbaar, aangezien de straatverlichting oranje is, terwijl het sportpark met witte lampen wordt verlicht. De overschrijding van de grenswaarde is dus niet toe te schrijven aan het sportpark. Lichtsterkte per armatuur Voor het bepalen van de lichtsterkte per armatuur is gebruikgemaakt van een luminantiemeter, waarbij op een hoogte van 1,8 meter metingen zijn verricht. Voor de meetposities wordt wederom verwezen naar figuur 4. Gemeten is in de richting van de armaturen. In tabel 4 zijn de berekende waarden voor de lichtsterkte van de armaturen weergegeven. Voor ieder meetpunt is gekozen voor het maatgevende armatuur. Daarnaast zijn alle overschrijdingen weergegeven. De overschrijdingen van de toetswaarden zijn rood en dikgedrukt weergegeven. In bijlage 1 zijn alle meetgegevens opgenomen. 13

152 M R001v2 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland meetpositie Tabel 4 Gemeten luminanties en berekende lichtsterktes van de armaturen armatuur op lichtmast afstand tot lichtbron [m] correctie voor normzicht bij Z= m gemeten luminantie [cd/m 2 ] berekende lichtsterkte [cd] grenswaarde gebiedstype E2 [cd] A , B , C , D , E , F , F , G , H , H , I , J , L , M , N , O , Voor het plangebied ten westen van het sportpark (meetlocaties A t/m E) wordt op punt E niet voldaan aan een lichtsterkte per armatuur van ten hoogste cd, die geldt voor stedelijk gebied. Hier treedt een geringe overschrijding op. Deze overschrijding wordt veroorzaakt door een armatuur op lichtmast 24. Voor het gebied ten noorden van het sportpark (meetlocaties F t/m O) wordt op de punten F, G en H niet voldaan aan een lichtsterkte per armatuur van ten hoogste cd. Deze overschrijdingen worden veroorzaakt door armaturen op de masten 24, 25 en 29. In figuur 6 zijn bovenstaande meetposities en lichtmasten aangegeven. Ook de zichtlijnen op de lichtmasten is aangegeven. 14

153 M R001v2 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland Figuur 6: Meetposities met overschrijdingen en bijbehorende lichtmasten, met zichtlijnen Voor het punt E geldt dat op de kopse kant van de woningen een geringe overschrijding van de grenswaarde optreedt. Deze overschrijding wordt veroorzaakt door het naar links stralende armatuur op mast 24. Dit armatuur geeft ook een overschrijding op punt F, ten noorden van het veld. Het lijkt erop dat dit armatuur niet goed op het veld is gericht en daardoor naar de omgeving straalt. Mogelijk kan dit armatuur beter worden afgesteld. Daarnaast geldt dat de overschrijding bij punt E gering is. De gemeente kan besluiten deze geringe overschrijding van de grenswaarde van de NSVV aanvaardbaar te achten. Voor de motivatie van dit besluit kan de gemeente motiveren dat, aangezien het de kopse kant van de hoekwoning betreft, de overschrijding niet zal zorgen voor hinder. Voor de punten ten noorden van het voetbalveld, namelijk F, G en H worden de overschrijdingen veroorzaakt door het naar links stralende armatuur op mast 24, de twee armaturen op mast 25 en het naar links stralende armatuur op mast 29. Zoals hierboven genoemd kan het naar links stralende armatuur op mast 24 mogelijk beter worden afgesteld, zodat deze meer naar het veld is gericht. Ditzelfde geldt voor de twee armaturen op mast 25 en het naar links stralende armatuur op mast 29. Daarnaast geldt dat voor het gebied waarin de meetlocaties F, G en H zijn gelegen een grotere afstand dan 4 meter vanaf de wegrand aangehouden kan worden. Wij verwachten dat indien de woningen op meer dan 20 meter vanaf de wegrand zijn gelegen, er geen overschrijdingen van de grenswaarde van de NSVV zullen optreden. 15

154 M R001v2 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland 6. Conclusie In opdracht van de gemeente Lansingerland heeft DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. een lichthinderonderzoek in de omgeving van sportpark Het Hoge Land in Berkel en Rodenrijs. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een bestemmingsplanwijziging. Ten westen en ten noorden van het sportpark zijn woningbouwplannen geprojecteerd. Voor het bouwplan ten westen van het sportpark geldt dat de verticale verlichtingssterkte dat ter plaatse van de geprojecteerde woningen in het bouwplan voldoen aan de grenswaarde. Voor het meetpunt E, zoals weergegeven in de figuren 5 en 6 geldt dat een geringe overschrijding van de lichtsterkte per armatuur optreedt. In hoofdstuk 5 is een mogelijke maatregel beschreven en een methode hoe de gemeente kan omgaan met deze overschrijding. Voor het bouwplan aan de noordzijde van het sportpark geldt dat op vier meter uit de wegrand op één positie een overschrijding van de grenswaarde optreedt. Deze overschrijding wordt echter niet veroorzaakt door het sportpark, maar door de straatverlichting. Aangezien op 4 meter al voldaan wordt, geldt voor dit hele bouwvlak dat de verticale verlichtingssterkte geen belemmering vormt. De lichtsterkte per armatuur wordt bij een aantal meetlocaties rond het noordwestelijke voetbalveld overschreden. Deze overschrijdingen worden veroorzaakt door de armaturen op drie lichtmasten. Door maatregelen te nemen aan deze armaturen, of meer afstand tussen het bouwplan en het sportpark te realiseren, kan worden voldaan aan de grenswaarde. Arnhem, 29 januari 2013 Industrie, Verkeer en Milieu B.V. 16

155 M R001v2 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland Bijlage 1 Meetgegevens Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software

156 M R001 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland id meetlocatie armatuur afstand kijkhoek luminantie correctie voor per armatuur 2 O ,97E+02 1,00 5,18E+02 3 O ,73E+01 0,99 1,11E+03 zicht m 4 O ,37E+02 0,99 1,61E+03 norm cd 5 O ,94E+02 0,99 2,99E+03 6 O ,64E+01 0,99 1,71E+03 7 O ,44E+02 0,98 7,39E+03 8 O ,24E+02 0,98 6,91E N ,89E+01 0,99 9,21E N ,70E+01 0,99 1,77E N ,81E+01 0,98 4,48E N ,84E+02 1,00 6,63E N ,62E+01 1,00 1,30E N ,08E+01 0,99 1,14E N ,22E+01 0,98 3,26E N ,04E+02 0,98 6,51E N ,39E+01 0,99 4,61E M ,35E+01 0,99 7,91E M ,13E+02 0,99 5,48E M ,01E+02 0,98 5,00E M ,53E+02 0,99 6,93E M ,17E+02 0,99 2,54E M ,50E+01 0,98 4,29E M ,61E+01 0,98 3,58E L ,68E+02 0,99 1,21E L ,47E+01 0,99 2,14E L ,57E+01 0,98 4,74E L ,60E+02 0,99 1,11E L ,05E+02 0,99 2,42E L ,51E+01 0,98 2,66E L ,61E+02 0,98 7,38E L ,42E+01 0,97 3,45E J ,86E+01 0,99 2,59E J ,12E+01 0,99 9,30E J ,00E+01 0,98 1,02E J ,48E+01 0,99 6,74E J ,73E+01 0,99 5,74E J ,94E+01 0,98 4,24E J ,88E+01 0,98 1,74E I ,30E+01 0,99 8,20E I ,49E+02 0,99 3,84E I ,76E+01 0,98 3,52E I ,15E+01 0,99 6,26E I ,05E+01 0,99 2,33E I ,82E+01 0,98 4,03E I ,22E+01 0,99 2,32E I ,88E+01 0,98 2,84E H ,39E+01 0,99 8,09E H ,14E+02 0,99 1,11E H ,00E+02 0,98 6,69E H ,11E+01 0,99 3,19E H ,90E+01 0,99 8,47E H ,21E+01 0,98 2,20E H ,24E+02 0,99 1,06E H ,07E+01 0,99 5,01E H ,08E+01 0,99 5,45E H ,30E+02 0,99 1,68E H ,03E+02 0,99 3,30E H ,16E+02 0,98 5,53E G ,81E+02 0,99 1,74E G ,65E+02 1,00 6,53E G ,08E+02 0,99 1,10E G ,78E+02 0,98 1,90E G ,50E+02 0,99 7,15E G ,83E+02 0,99 5,88E F ,85E+01 0,99 2,36E F ,70E+01 0,99 7,83E+02 Bijlage 1 Meetgegevens

157 M R001 Lichthinderonderzoek Sportpark Het Hoge Land, Lansingerland 87 F ,84E+02 0,99 1,34E F ,13E+02 0,98 1,10E F ,46E+02 0,99 1,20E F ,15E+02 0,99 6,58E E ,42E+02 0,98 7,14E E ,70E+01 0,99 1,06E E ,45E+02 0,99 3,09E E ,81E+01 0,98 5,76E E ,11E+02 0,98 1,26E E ,22E+01 0,99 2,04E D ,32E+01 0,98 4,56E D ,00E+01 0,99 1,88E D ,48E+02 0,99 2,77E D ,21E+01 0,98 2,72E D ,44E+02 0,99 5,94E D ,25E+02 0,99 9,30E C ,49E+01 0,98 4,88E C ,13E+02 0,99 3,79E C ,04E+02 0,99 4,79E C ,42E+01 0,98 2,51E C ,44E+02 0,99 3,12E C ,24E+02 0,99 6,39E A ,07E+01 0,99 3,44E A ,32E+01 0,99 1,24E A ,37E+02 0,99 4,18E A ,52E+01 0,99 2,99E A ,15E+01 0,98 4,78E A ,18E+01 0,98 3,46E B ,53E+01 0,98 1,70E+03 Bijlage 1 Meetgegevens

158

159 BIJLAGE 5: Oranjewoud, Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 te Berkel en Rodenrijs, projectnummer , december 2010

160

161

162

163 projectnr Gemeente Lansingerland december 2010, revisie 00 Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 Berkel en Rodenrijs Inhoud Blz. 1 Inleiding 3 2 Vooronderzoek Algemeen Terreinbeschrijving Voormalig- en huidig gebruik Historische atlassen Calamiteiten Bodemonderzoeken onderzoeksterrein Bodemonderzoeken omgeving Bodemkwaliteitskaart (BKK) Toekomstig gebruik Bodemopbouw en geohydrologie Conclusie vooronderzoek en hypothese 7 3 Verrichte werkzaamheden Veldwerkzaamheden Laboratoriumonderzoek 8 4 Onderzoeksresultaten Lokale bodemopbouw en veldwaarnemingen Analyseresultaten Toetsingskader Grond Grondwater Interpretatie analyseresultaten Besluit Bodemkwaliteit 13 5 Conclusies 14 Bijlagen 1. Profielbeschrijvingen en zintuiglijke waarnemingen 2. Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden 3. Analyseresultaten grondwatermonsters met overschrijding toetsingswaarden 4. Achtergrond-, tussen- en interventiewaarden grond en streef-, tussen- en interventiewaarden grondwater 5. Toelichting op achtergrond-, streef-, tussen- en interventiewaarden 6. Analysecertificaten 7. Kwaliteitsaspecten, toegepaste methoden en strategieën en betrouwbaarheid/garanties van het onderzoek 8. Besluit bodemkwaliteit Tekeningen O S-1 Overzichtstekening met ligging locatie Situatietekening met boringen en peilbuizen blad 2 van 14 Milieu & Veiligheid ow3

164 projectnr Gemeente Lansingerland december 2010, revisie 00 Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 Berkel en Rodenrijs 1 Inleiding In opdracht van de gemeente Lansingerland is door Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. in november 2010 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de Meerpolder locaties 59 en 60 aan de Oostmeerlaan te Berkel en Rodenrijs. Aanleiding en doel Het bodemonderzoek wordt uitgevoerd naar aanleiding van de voorgenomen ontwikkeling van de locaties tot woningbouwlocatie. Het doel van het onderzoek is het vastleggen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem in het kader van de bouwverordening. Onderzoeksstrategie en kwaliteit Het bodemonderzoek is gebaseerd op de richtlijnen uit de NEN 5740 (Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek, NEN, 2009), waarbij de onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie (ONV) is gehanteerd. De aanwezige voorbelasting worden indicatief onderzocht. Met betrekking tot de kwaliteitsaspecten, toegepaste methoden en betrouwbaarheid/garanties van het onderzoek wordt verwezen naar bijlage 7. In dit rapport wordt verslag gedaan van de uitgevoerde werkzaamheden en worden de resultaten van het onderzoek beschreven. blad 3 van 14 Milieu & Veiligheid ow3

165 projectnr Gemeente Lansingerland december 2010, revisie 00 Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 Berkel en Rodenrijs 2 Vooronderzoek 2.1 Algemeen Bij toepassing van de NEN 5740 moet een hypothese worden opgesteld omtrent de aan-/ afwezigheid, de aard en de ruimtelijke verdeling van eventuele verontreinigingen. Ten behoeve van het opstellen van een hypothese dient een vooronderzoek te worden uitgevoerd overeenkomstig de NEN 5725 (Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek, NNI, januari 2009). Op basis van de verzamelde basisinformatie, de aanleiding van het onderzoek en de mate van verdachtheid van de onderzoekslocatie is gekozen voor een standaard vooronderzoek. Het standaard vooronderzoek richt zich op de onderzoekslocatie en de direct hieraan grenzende percelen. Indien een direct aangrenzend perceel <10 meter breed is, worden ook de percelen hier weer aangrenzend meegenomen. Bij grotere aangrenzende percelen, wordt alleen het gedeelte van deze percelen binnen 25 meter vanaf de grens van de onderzoekslocatie in beschouwing genomen, tenzij aanleiding bestaat het gehele aangrenzende perceel te onderzoeken. De afstand van 25 meter is een arbitraire keus. De redenering hierachter is dat bij kleinschaliger gevallen van bodemverontreiniging de verspreidingsbron meestal niet verder is dan 25 meter en dat de gevallen met een grootschaliger verspreiding bij het vooronderzoek op een andere wijze worden opgespoord. Aansluitend is informatie verzameld over de volgende aspecten van de locatie: - voormalig gebruik - huidig gebruik - toekomstig gebruik - bodemopbouw en geohydrologie Per onderdeel zijn één of meerdere informatiebronnen geraadpleegd. De verzamelde informatie is vastgelegd per bron en weergegeven in de volgende paragrafen. 2.2 Terreinbeschrijving De onderzoekslocatie betreft twee terreinen (locatie 59 en 60) aan de Oostmeerlaan. Het betreft de kadastrale percelen gemeente Berkel en Rodenrijs sectie C nummers 2157, 2158 en Ten noorden van de onderzoekslocaties ligt de Meerweg. Ten oosten van de locaties ligt het Lingeplantsoen. Ten zuiden van de onderzoekslocaties liggen sportvelden. De onderzoekslocaties hebben samen een oppervlakte van circa 2,5 ha. Aan de oostzijde staat een woonhuis aan de Oostmeerlaan nr 48. Dit woonhuis is niet meegenomen in het onderzoek, omdat er geen toestemming is verkregen van de eigenaar. De onderzoekslocaties zijn gelegen in een voormalig kassengebied. Op de onderzoekslocaties ligt een voorbelasting. De voorbelasting betreft grond uit de gemeente Lansingerland, de exacte herkomst is onbekend. blad 4 van 14 Milieu & Veiligheid ow3

166 projectnr Gemeente Lansingerland december 2010, revisie 00 Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 Berkel en Rodenrijs De situering van de onderzoekslocatie is weergegeven in de tekeningen S-1 (locatie 59) en S-2 (locatie 60). 2.3 Voormalig- en huidig gebruik Voor het vaststellen van het voormalige en huidige gebruik is informatie verkregen van de opdrachtgever, de gemeente Lansingerland (dhr. J. Kemper d.d. oktober 2010) Historische atlassen Uit de grote historische Atlas van Nederland, I West Nederland , kaart komt naar voren dat de onderzoekslocaties water en weide waren. In de Grote Historische Atlas van Zuid Holland uit 1905, kaart 481 komt naar voren dat de onderzoekslocaties in 1889, natte weide met wetering en sloten betreft. Op de onderzoekslocaties zijn sloten aanwezig. Historische Atlas : Onderzoekslocatie, benadering rode stip. Historische Atlas 1905: Onderzoekslocatie, benadering rode stip. Het is bekend dat in het gebied Meerpolder gedempte sloten aanwezig zijn. In de afgelopen jaren zijn de gedempte sloten in kaart gebracht. De aanwezige sloten op locatie blad 5 van 14 Milieu & Veiligheid ow3

167 projectnr Gemeente Lansingerland december 2010, revisie 00 Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 Berkel en Rodenrijs 59 en 60 zijn in het kader van de ontwikkeling van het gebied tot vinex locatie deels gesaneerd Calamiteiten Voor zover bekend hebben er op de onderzoekslocatie geen calamiteiten of overtredingen van voorschriften in het kader van de Wet milieubeheer en/of Wet bodembescherming en/of andere milieuregelgeving plaatsgevonden Bodemonderzoeken onderzoeksterrein Uit het archief van de gemeente (BIS-systeem) is de volgende informatie naar voren gekomen: Verkennend onderzoek perceel 6, Oranjewoud, , 2 november Perceel 6 bevind zich ten oosten en zuiden van de Oostmeerlaan 48. Tijdens het onderzoek zijn drie gedempte sloten onderzocht. Zintuiglijk zijn tijdens het veldwerk puin, plastic, bagger, sintels en slakken aangetroffen. Sloot A is licht verontreinigd met kwik, PAK, nikkel, matig verontreinigd met lood en sterk verontreinigd met koper en zink. Sloot B is licht verontreinigd met nikkel cadmium, lood en PAK. Verder is een matig verhoogd gehalte aan koper en een sterk verhoogd gehalte aan zink aangetroffen. Sloot C is licht verontreinigd met koper, nikkel en lood en heeft een sterk verhoogd gehalte aan zink. Het grondwater is niet onderzocht. De gedempte sloten zijn sterk verontreinigd met zware metalen. Verkennend onderzoek perceel 6B, Oranjewoud, , 1 oktober Perceel 6B bevind zich rondom Oostmeerlaan 48. Tijdens het onderzoek zijn zintuiglijk puin, sintels en slakken aangetroffen. In de bovengrond is een licht verhoogd gehalte aan kwik, nikkel, cadmium en PAK aangetroffen. In de slootdemping is een matig verhoogd gehalte aan lood gemeten en een sterk verhoogd gehalte aan zink en koper. In de ondergrond is een licht verhoogd gehalte aan koper, nikkel en lood aanwezig. Het grondwater is licht verontreinigd met chroom, koper, zink, cadmium, nikkel, lood, trichloormethaan en tetrachlooretheen. Integraal saneringsverslag Meerpolder, Oranjewoud, projectnr , november De gedempte sloten zijn gelokaliseerd met behulp van proefsleuven. Sloot A is gesaneerd in september Sloot B is niet gevonden tijdens de sanering. Ter plaatse van de ligging zijn uitsluitend licht verhoogde gehalte gemeten. Sloot C loopt ten zuiden van de Oostmeerlaan en valt buiten de onderzoekslocatie Bodemonderzoeken omgeving Verkennend onderzoek 1, Tauw, R FLS-D01-R, 3 augustus Locatie Oostmeerpad 17 en tegenover 19. Uit het verkennend onderzoek komt naar voren dat de bovengrond licht tot plaatselijk sterk puinhoudend is. In de bovengrond is een sterk verhoogd gehalte aan PAK en een licht verhoogd gehalte aan PAK en minerale olie aanwezig. In de ondergrond is een licht verhoogd gehalte aan zink, minerale olie en PAK aangetroffen. Het grondwater is licht verontreinigd met arseen, chroom, kwik en xylenen. Ter plaatse van boring 38 dient een nader onderzoek uitgevoerd te worden naar het aangetroffen sterk verhoogde PAK gehalte in de bovengrond. blad 6 van 14 Milieu & Veiligheid ow3

168 projectnr Gemeente Lansingerland december 2010, revisie 00 Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 Berkel en Rodenrijs Bodemkwaliteitskaart (BKK) Zowel de bovengrond als de ondergrond behoren tot zone 7: Glastuinbouw voor De bovengrond betreft G2: licht verhoogde gehalten, de ondergrond betreft G1: niet verhoogde gehalten. De kritische parameters betreffen zware metalen en PAK. Tabel 2.1: P80 waarden bodemkwaliteitskaart zone As Cd Cr Cu Hg Pb Ni Zn PAK MO EOX G1 19,28 0,69 50,57 57,42 0,36 159,09 31, ,21 76,92 0,76 G2 20,35 0,51 44,53 14,63 0,09 21,07 24,48 72,93 0,17 69,06 0, Toekomstig gebruik In de nabije toekomst zal ter plaatse van de onderzoekslocaties woningbouw worden gerealiseerd. 2.5 Bodemopbouw en geohydrologie Voor de plaatselijke bodemopbouw wordt verwezen naar paragraaf 4.1. Ten aanzien van de bodemopbouw en geohydrologie kan het volgende worden vermeld: - freatische grondwaterstand: 0,6 m-mv. - regionale grondwaterstroming in het eerste watervoerend pakket: oostelijk - verticale grondwaterstroming: inzijging - voorkomen van oppervlaktewater in de directe omgeving: nee - voorkomen van brak/zout grondwater: nee - ligging binnen een grondwaterbeschermingsgebied: nee De gegevens over de bodemopbouw zijn verkregen uit de Grondwaterkaart van Nederland (Rotterdam, 37 west, 37 oost DGV-TNO, 1984). 2.6 Conclusie vooronderzoek en hypothese De verzamelde informatie geeft aanwijzingen voor de aanwezigheid van (voormalige) bodembedreigende activiteiten op het onderzoeksterrein. De aangetroffen verontreinigingen zijn mogelijk gerelateerd aan slootdempingen die op de onderzoekslocaties plaats hebben gevonden. Een deel van de gedempte sloten (sloot A) is gesaneerd. De meeste overige verontreinigingen worden in de bovengrond verwacht. De hypothese is dat de onderzoekslocatie verdacht is voor verontreinigingen. Ten behoeve van het onderzoek wordt echter de onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie gehanteerd. De voorgestelde onderzoeksstrategie wordt, gezien het aantal boringen en analyses van de bovengrond, voldoende geacht om eventuele verontreinigingen op te sporen. De aanwezige voorbelasting wordt, op verzoek van de opdrachtgever, indicatief onderzocht op een standaard NEN-pakket aangevuld met OCB's, omdat de locatie grenst aan de zone voormalig weiland/glastuinbouwgebied. Derhalve kan niet uitgesloten worden dat de hopen grond uit het voormalige glastuinbouwgebied komen. blad 7 van 14 Milieu & Veiligheid ow3

169 projectnr Gemeente Lansingerland december 2010, revisie 00 Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 Berkel en Rodenrijs 3 Verrichte werkzaamheden 3.1 Veldwerkzaamheden De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd in november 2010, door de heer J.D. Hilgerson en E.J.N. Duijnisveld van Ingenieursbureau Mol. Verspreid over de onderzoekslocatie zijn geplaatst: - 25 boringen tot 0,5 m -mv. - 7 boringen tot grondwaterniveau (max. 2 m -mv.) - 4 peilbuizen Tijdens de terreininspectie binnen het onderzoeksgebied en bij het uitvoeren van de boringen is aandacht geschonken aan de aanwezigheid van asbestverdachte materialen op het maaiveld of in het opgeboorde materiaal. Asbestverdacht materiaal is niet aangetroffen. Tevens zijn geen verzakkingen waargenomen die kunnen duiden op de aanwezigheid van gedempte sloten. De boorlocaties zijn weergegeven op situatietekening S Laboratoriumonderzoek In de volgende tabel is een overzicht gegeven van de uitgevoerde analyses. Het oorspronkelijke maaiveld (monsters BM) en de ondergrond (monster OM) is onderzocht op een standaardpakket NEN. De aanwezige voorbelasting is indicatief onderzocht (monster DP) op een standaardpakket NEN aangevuld met OCB, omdat de grond mogelijk afkomstig is uit voormalige kassenteeltgebied. De monsters zijn op basis van de grondslag, bijmenging en geografische ligging samengesteld. Tabel 3.1: Laboratoriumonderzoek (Meng)monster Boringen Analyses 1) (traject m -mv.) Grond BM1 (0,0-0,5) 1A-1 Standaardpakket incl. lutum en organische stof BM2 (0,0-0,5) 2-1 Standaardpakket incl. lutum en organische stof BM3 (0,0-0,5) 6-1 Standaardpakket incl. lutum en organische stof BM4 (0,0-0,5) Standaardpakket incl. lutum en organische stof blad 8 van 14 Milieu & Veiligheid ow3

170 projectnr Gemeente Lansingerland december 2010, revisie 00 Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 Berkel en Rodenrijs Vervolg tabel 3.1: Laboratoriumonderzoek (Meng)monster Boringen Analyses 1) (traject m -mv.) OM5 (0,5-1,0) 1A-2 Standaardpakket incl. lutum en organische stof OM6 (1,5-2,0) 1A-4 Standaardpakket incl. lutum en organische stof OM7 (0,5-1,0) 16-2 Standaardpakket incl. lutum en organische stof 33-2 OM8 (1,5-2,0) 22-5 Standaardpakket incl. lutum en organische stof (0,0-0,5) - Standaardpakket incl. lutum en organische stof 36-1 (0,0-0,5) - Standaardpakket incl. lutum en organische stof DP1 - OCB, Standaardpakket incl. lutum en organische Grondwater 5 (1,3-2,3) - Standaardpakket grondwater 13 (1,3-2,3) - Standaardpakket grondwater 22 (2,2-3,2) - Standaardpakket grondwater 33 (1,5-2,5) - Standaardpakket grondwater 1) Standaardpakketten: - grond: zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), polychloorbifenylen (PCB som 7), polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK 10 VROM), minerale olie (GC) - grondwater: zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink), vluchtige aromaten, (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen, styreen en naftaleen), vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen (17 stuks), minerale olie (GC) OCB: Organochloorbestrijdingsmiddelen blad 9 van 14 Milieu & Veiligheid ow3

171 projectnr Gemeente Lansingerland december 2010, revisie 00 Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 Berkel en Rodenrijs 4 Onderzoeksresultaten 4.1 Lokale bodemopbouw en veldwaarnemingen De profielbeschrijvingen van de verrichte boringen met de bijbehorende veldwaarnemingen zijn opgenomen in bijlage 1. Uit de profielbeschrijvingen blijkt dat de bodem tot 0,5 à 1,0 m mv. uit zeer fijn zand en matig zandige klei bestaat. Van 1,0 m mv. tot de maximaal geboorde diepte van 3,2 m mv. is klei aangetroffen. Plaatselijk is puin aangetroffen Bij het uitvoeren van het veldonderzoek zijn waarnemingen gedaan die mogelijk duiden op bodemverontreiniging. De veldwaarnemingen zijn weergegeven in tabel 4.1A en B. Tabel 4.1A: Veldwaarnemingen Boring Einddiepte Veldwaarnemingen Grondsoort (m -mv.) Diepte (m -mv.) Waarneming 1 0,4 0,0-0,4 Uiterst repac - 1A 2,0 0,0-0,5 Zwak puin Zand 5 2,3 0,0-0,5 Sterk puin - 8 0,5 0,0-0,5 Zwak puin Zand 13 2,3 0,0-0,5 Zwak puin Klei 28 0,5 0,0-0,5 Zwak puin Zand 36 2,0 0,0-0,5 Zwak puin Veen Tabel 4.1B: Veldmetingen grondwater Peilbuis (filterdiepte m -mv.) Grondwaterstand m -mv. ph EC (μs/cm) 5 (1,3-2,3) 0,36 7, (1,3-2,3) 0,30 7, (2,2-3,2) 0,56 7, (1,5-2,5) 0,20 7, De zuurgraad (ph) is niet afwijkend van een natuurlijke situatie. Het elektrischegeleidingsvermogen (EC) is verhoogd. Mogelijk dat de waargenomen concentraties gebiedsspecifiek zijn. 4.2 Analyseresultaten Toetsingskader De getoetste analyseresultaten van de onderzochte grond- en grondwatermonsters zijn weergegeven in respectievelijk bijlage 2 en bijlage 3. De analysecertificaten zijn toegevoegd in bijlage 6. De resultaten zijn conform het huidige overheidsbeleid getoetst aan de achtergrondwaarden (AW2000) uit de 'Regeling bodemkwaliteit' van 21 december 2007 en de 'Wijziging Regeling bodemkwaliteit' van respectievelijk 27 juni 2008 en 7 april 2009 en de streef- en interventiewaarden uit de 'Circulaire bodemsanering 2009' van 7 april blad 10 van 14 Milieu & Veiligheid ow3

172 projectnr Gemeente Lansingerland december 2010, revisie 00 Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 Berkel en Rodenrijs De achtergrond- en interventiewaarden, die voor de grond afhankelijk zijn van het organisch stof- en lutumgehalte, en de streefwaarden zijn opgenomen in bijlage 4. Een toelichting op het toetsingskader is opgenomen in bijlage 5. In de tekst zal de term 'licht verhoogd' worden gebruikt bij gehalten hoger dan de achtergrond- of streefwaarden en lager dan de tussenwaarden. De term 'matig verhoogd' wordt gebruikt bij gehalten hoger dan de tussenwaarden en lager dan de interventiewaarden. De term 'sterk verhoogd' wordt gebruikt bij gehalten hoger dan de interventiewaarden. Wanneer het gehalte van een parameter beneden de voorgeschreven rapportagegrens van de AS3000 ligt mag er, conform de 'Wijziging Regeling bodemkwaliteit' en de 'Circulaire bodemsanering 2009' voor de betreffende parameter van worden uitgegaan dat wordt voldaan aan de achtergrond- of streefwaarde. Voor somparameters geldt hetzelfde indien alle individuele componenten van die somparameter lager zijn dan de voorgeschreven rapportagegrens. Indien er voor één of meerdere individuele componenten een gemeten gehalte (zonder < teken) is of sprake is van verhoogde rapportagegrenzen, dan dient de berekende waarde te worden getoetst aan de van toepassing zijnde normwaarde. Het verkregen toetsingsresultaat, op basis van een berekende somwaarde waarin voor één of meer individuele componenten is gerekend met een waarde van 0,7 maal de rapportagegrens, heeft geen verplichtend karakter. Er kan onderbouwd worden geconcludeerd dat het betreffende monster niet in die mate is verontreinigd als het toetsingsresultaat aangeeft Grond In de volgende tabel zijn de parameters weergegeven, die de betreffende achtergrond-, tussen- of interventiewaarde overschrijden. (Meng)monster (traject m-mv) BM1 (0,0-0,5) 1A BM2 (0,0-0,5) BM3 (0,0-0,5) BM4 (0,0-0,5) Tabel 4.2: Overschrijdingstabel grond (mg/kg d.s.) Deelmonsters Veldwaarneming / Parameters motivatie > achtergrondwaarde < tussenwaarde (licht verontreinigd) zwak puinhoudend zand > tussenwaarde < interventiewaarde (matig verontreinigd) klei zand klei > interventiewaarde (sterk verontreinigd) blad 11 van 14 Milieu & Veiligheid ow3

173 projectnr Gemeente Lansingerland december 2010, revisie 00 Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 Berkel en Rodenrijs (Meng)monster (traject m-mv) OM5 (0,5-1,0) 1A OM6 (1,5-2,0) 1A OM7 (0,5-1,0) OM8 (1,5-2,0) Vervolg Tabel 4.2: Overschrijdingstabel grond Deelmonsters Veldwaarneming / Parameters motivatie > achtergrondwaarde < tussenwaarde (licht verontreinigd) 13-1 (0,0-0,5) - zwak puinhoudend klei 36-1 (0,0-0,5) - zwak puinhoudend veen DP1 - voorbelasting zand/klei klei molybdeen (1,8) PAK (3,7) PCB (3,7) > tussenwaarde < interventiewaarde (matig verontreinigd) - - klei veen klei Molybdeen (2,0) - - Som drins (0,0098) DDD (0,0043) : Geen van de onderzochte parameters overschrijdt de betreffende toetsingswaarde PAK : Polycyclische aromatische koolwaterstoffen PCB : Polychloorbifenylen > interventiewaarde (sterk verontreinigd) Grondwater In de volgende tabel zijn de parameters weergegeven, die de betreffende streef-, tussenof interventiewaarde overschrijden. Tabel 4.3: Overschrijdingstabel grondwater (μg/l) Peilbuis Filterdiepte Parameters (m-mv) > streefwaarde < tussenwaarde (licht verontreinigd) 5 1,3-2,3 Barium (85) Zink (72) 13 1,3-2,3 Barium (100) Molybdeen (5,6) Nikkel (22) > tussenwaarde < interventiewaarde (matig verontreinigd) ,2-3,2 Molybdeen (7,9) ,5-2, : Geen van de onderzochte parameters overschrijdt de betreffende toetsingswaarde > interventiewaarde (sterk verontreinigd) Interpretatie analyseresultaten Uit de analyseresultaten komt naar voren dat in de bovengrond ter plaatse van boring 36 (puinhoudende veenlaag) een licht verhoogd gehalte aan molybdeen is aangetroffen. De overige bovengrondmonsters bevatten geen verhoogd gehalte van de geanalyseerde parameters. In de ondergrond (kleilaag) is een licht verhoogd gehalte aan PAK, PCB en molybdeen gemeten. In de voorbelasting is een licht verhoogd gehalte aan drins en DDD aangetroffen. blad 12 van 14 Milieu & Veiligheid ow3

174 projectnr Gemeente Lansingerland december 2010, revisie 00 Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 Berkel en Rodenrijs In het grondwater zijn licht verhoogde gehalten aan barium, zink, nikkel en molybdeen aangetroffen. 4.3 Besluit Bodemkwaliteit De resultaten van de ontvangende grond is onderzocht conform de NEN5740 en getoetst conform het Besluit bodemkwaliteit. Uit deze toetsing komt naar voren dat de grond op basis van de samenstellingswaarde als ontvangende bodem voldoet aan de klasse AW2000. De toetsingsresultaten staan in bijlage 8 weergegeven. De voorbelasting is indicatief conform het Besluit bodemkwaliteit getoetst. Uit deze toetsing komt naar voren dat de grond op basis van de samenstellingswaarde indicatief aan de klasse Industrie voldoet. De kritische parameters zijn PCB en som Drins. De toetsingsresultaten staan in bijlage 8 weergegeven. Opgemerkt wordt dat onderhavig indicatief onderzoek niet als een geldig bewijsmiddel voor de voorbelasting als toe te passen grond in het kader van het Besluit bodemkwaliteit wordt gezien. blad 13 van 14 Milieu & Veiligheid ow3

175 projectnr Gemeente Lansingerland december 2010, revisie 00 Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 Berkel en Rodenrijs 5 Conclusies In het uitgevoerde bodemonderzoek is overeenkomstig de NEN 5740 de milieuhygiënische bodemkwaliteit ter plaatse van de onderzoekslocatie vastgesteld. Aanleiding en doel Het bodemonderzoek wordt uitgevoerd naar aanleiding van de voorgenomen ontwikkeling van de locatie tot woningbouwlocatie. Het doel van het onderzoek is het vastleggen van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem in het kader van de bouwverordening. Grond Uit de analyseresultaten komt naar voren dat in de bovengrond ter plaatse van boring 36 een licht verhoogd gehalte aan molybdeen is aangetroffen. De overige bovengrondmonsters bevatten geen verhoogd gehalte van de geanalyseerde parameters. In de ondergrond is een licht verhoogd gehalte aan PAK, PCB en molybdeen gemeten. In de voorbelasting is een licht verhoogd gehalte aan drins en DDD aangetroffen. De ontvangende grond is onderzocht conform de NEN5740. De resultaten zijn getoetst conform het Besluit bodemkwaliteit. Uit deze toetsing komt naar voren dat de grond op basis van de samenstellingswaarde voldoet aan de AW2000. De voorbelasting is indicatief conform het Besluit bodemkwaliteit getoetst. Uit deze toetsing komt naar voren dat de grond op basis van de samenstellingswaarde indicatief aan de klasse Industrie voldoet, op basis van de kritische parameters PCB en Drins. Formeel gezien is een indicatief onderzoek geen bewijsmiddel in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit voor het toepassen van grond. Grondwater In het grondwater zijn licht verhoogde gehalten aan barium, zink, nikkel en molybdeen aangetroffen. Toetsing hypothese De vooraf opgestelde hypothese verdachte locatie wordt aanvaard, vanwege de licht verhoogde gehalten aan molybdeen, PAK en PCB in de grond. De onderzoeksresultaten geven geen aanleiding tot het uitvoeren van vervolgonderzoek of sanerende maatregelen, omdat de gemeten concentraties kleiner zijn dan de betreffende tussen- en interventiewaarde. De resultaten vormen ons inziens geen milieuhygiënische belemmering voor de afgifte van een bouwvergunning, voor woningbouw. Voornoemde conclusies zijn gebaseerd op het vooronderzoek, de zintuiglijke waarnemingen en analyseresultaten van dit onderzoek. Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. Capelle aan den IJssel, december 2010 blad 14 van 14 Milieu & Veiligheid ow3

176 Bijlage 1: Profielbeschrijvingen en zintuiglijke waarnemingen

177 Boring: 1 Boring: 1A puin Uiterst repachoudend, matig zandhoudend, grijsbruin, Edelmanboor, gestaakt op repac gras Zand, zeer fijn, sterk siltig, sterk humeus, zwak puinhoudend, bruingrijs, Edelmanboor, gestaakt op repac Klei, matig zandig, zwak humeus, bruingrijs, Edelmanboor, gestaakt op repac Klei, sterk zandig, grijsbruin, Edelmanboor Klei, sterk zandig, zwak schelphoudend, grijsbruin, Edelmanboor Boring: 2 Boring: gras Klei, zwak zandig, matig humeus, zwak wortelhoudend, bruingrijs, Edelmanboor gras Klei, zwak zandig, sterk humeus, bruingrijs, Edelmanboor Projectcode: Datum:

178 Boring: 4 Boring: gras Veen, sterk kleiïg, bruingrijs, Edelmanboor gras Sterk grindhoudend, sterk puinhoudend, zwak zandhoudend, zwak wortelhoudend, grijsbruin, Edelmanboor Klei, zwak zandig, sterk humeus, matig roesthoudend, bruingrijs, Edelmanboor Klei, matig zandig, grijsbruin, Edelmanboor Klei, sterk zandig, grijsbruin, Edelmanboor Klei, sterk zandig, grijsbruin, Edelmanboor Boring: 6 Boring: gras Zand, zeer fijn, kleiïg, matig humeus, grijsbruin, Edelmanboor gras Klei, matig zandig, zwak humeus, bruingrijs, Edelmanboor Projectcode: Datum:

179 Boring: 8 Boring: gras Zand, matig fijn, kleiïg, zwak puinhoudend, grijsbruin, Edelmanboor gras Zand, zeer fijn, kleiïg, zwak roesthoudend, grijsbruin, Edelmanboor Zand, zeer fijn, sterk siltig, sterk humeus, donker bruinzwart, Edelmanboor Klei, matig zandig, zwak roesthoudend, grijsbruin, Edelmanboor Klei, zwak zandig, grijsbruin, Edelmanboor Boring: 10 Boring: gras Klei, matig zandig, zwak humeus, grijsbruin, Edelmanboor gras Zand, zeer fijn, kleiïg, zwak humeus, grijsbruin, Edelmanboor Projectcode: Datum:

180 Boring: 12 Boring: gras Klei, matig zandig, zwak humeus, grijsbruin, Edelmanboor gras Klei, matig zandig, matig humeus, zwak puinhoudend, grijsbruin, Edelmanboor Klei, matig zandig, sterk humeus, bruingrijs, Edelmanboor Klei, zwak zandig, zwak humeus, grijsbruin, Edelmanboor Klei, matig zandig, grijsbruin, Edelmanboor Klei, matig zandig, zwak schelphoudend, grijsbruin, Edelmanboor Boring: 14 Boring: gras Zand, zeer fijn, kleiïg, zwak humeus, grijsbruin, Edelmanboor gras Klei, matig zandig, zwak humeus, grijsbruin, Edelmanboor Projectcode: Datum:

181 Boring: 16 Boring: gras Klei, matig zandig, zwak roesthoudend, grijsbruin, Edelmanboor gras Zand, zeer fijn, kleiïg, matig humeus, grijsbruin, Edelmanboor Veen, sterk kleiïg, donker bruingrijs, Edelmanboor Klei, zwak zandig, zwak humeus, grijsbruin, Edelmanboor Klei, matig zandig, grijsbruin, Edelmanboor Boring: 18 Boring: gras Zand, zeer fijn, kleiïg, zwak humeus, grijsbruin, Edelmanboor gras Zand, zeer fijn, kleiïg, matig humeus, grijsbruin, Edelmanboor Projectcode: Datum:

182 Boring: 20 Boring: gras Klei, matig zandig, grijsbruin, Edelmanboor gras Klei, zwak siltig, sterk humeus, bruingrijs, Edelmanboor Klei, matig zandig, zwak humeus, bruingrijs, Edelmanboor Klei, matig zandig, zwak roesthoudend, grijsbruin, Edelmanboor Klei, sterk zandig, zwak roesthoudend, grijsbruin, Edelmanboor Boring: 22 Boring: braak Klei, sterk zandig, zwak schelphoudend, grijsbruin, Edelmanboor gras Klei, matig zandig, zwak humeus, grijsbruin, Edelmanboor Klei, matig zandig, matig humeus, matig roesthoudend, bruingrijs, Edelmanboor Klei, zwak zandig, zwak humeus, zwak roesthoudend, grijsbruin, Edelmanboor Klei, matig zandig, grijsbruin, Guts Klei, matig zandig, grijsbruin, Guts Klei, matig zandig, grijsbruin, Guts Projectcode: Datum:

183 Boring: 24 Boring: gras Zand, zeer fijn, kleiïg, licht grijsbeige, Edelmanboor gras Klei, matig zandig, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Klei, matig zandig, zwak roesthoudend, grijsbeige, Edelmanboor Klei, zwak zandig, grijsbeige, Edelmanboor Klei, sterk zandig, grijsbeige, Edelmanboor Boring: 26 Boring: gras Klei, matig zandig, zwak humeus, zwak roesthoudend, bruingrijs, Edelmanboor gras Zand, zeer fijn, kleiïg, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Projectcode: Datum:

184 Boring: 28 Boring: gras Zand, zeer fijn, kleiïg, zwak humeus, zwak puinhoudend, bruingrijs, Edelmanboor gras Klei, matig zandig, zwak humeus, bruingrijs, Edelmanboor Klei, sterk zandig, grijsbeige, Edelmanboor Klei, zwak zandig, grijsbeige, Edelmanboor Klei, sterk zandig, zwak humeus, grijsbeige, Edelmanboor Boring: 30 Boring: gras Klei, matig zandig, zwak humeus, zwak roesthoudend, beigegrijs, Edelmanboor gras Zand, zeer fijn, kleiïg, matig humeus, bruingrijs, Edelmanboor Projectcode: Datum:

185 Boring: 32 Boring: gras Klei, sterk zandig, matig humeus, zwak roesthoudend, bruingrijs, Edelmanboor gras Klei, sterk zandig, zwak humeus, grijsbruin, Edelmanboor Veen, zwak zandig, donker bruingrijs, Edelmanboor Klei, zwak zandig, zwak humeus, grijsbruin, Guts Klei, matig zandig, grijsbruin, Guts Boring: 34 Boring: gras Veen, sterk zandig, donker bruingrijs, Edelmanboor gras Klei, sterk zandig, zwak humeus, bruingrijs, Edelmanboor Projectcode: Datum:

186 Boring: gras Veen, sterk zandig, zwak puinhoudend, donker bruingrijs, Edelmanboor Klei, matig zandig, zwak roesthoudend, beigegrijs, Edelmanboor Klei, matig zandig, grijsbeige, Edelmanboor Klei, sterk zandig, grijsbeige, Edelmanboor Projectcode: Datum:

187 Bijlage 2: Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden

188 projectnr Gemeente Lansingerland Meerpolder locatie 59 en 60 Te Berkel en Rodenrijs Bijlage 2: Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Eenheid 36-1 BM1 Boringnummer 36 1A,28,8 Diepte (cm-mv) ALGEMEEN Analysedatum 11/9/ /9/2010 Droge stof (%) 52,3 74,0 Lutumgehalte (% ds) * 37 * 11 Org. stofgehalte (% ds) * 28.7 * 2.4 METALEN Barium [Ba] mg/kg ds 60,0 32,0 Cadmium [Cd] mg/kg ds < 0,35 < 0,35 Kobalt [Co] mg/kg ds 6,9 6,1 Koper [Cu] mg/kg ds 34,0 11,0 Kwik [Hg] mg/kg ds 0,18 < 0,1 Lood [Pb] mg/kg ds 58,0 24,0 Molybdeen [Mo] mg/kg ds 2,0 + < 1,5 Nikkel [Ni] mg/kg ds 24,0 14,0 Zink [Zn] mg/kg ds 81,0 58,0 PAK Naftaleen mg/kg ds < 0,01 < 0,01 Fenanthreen mg/kg ds 0,03 0,04 Anthraceen mg/kg ds < 0,01 0,01 Fluorantheen mg/kg ds 0,09 0,11 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,05 0,06 Chryseen mg/kg ds 0,05 0,06 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,04 0,04 Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,04 0,05 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds 0,05 0,05 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds 0,05 0,05 Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto mg/kg ds 0,41 0,48 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN Hexachloorbenzeen (HCB) mg/kg ds PCB 28 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB 52 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB 101 mg/kg ds 0,0022 < 0,0010 PCB 118 mg/kg ds 0,0016 < 0,0010 PCB 138 mg/kg ds 0,0026 < 0,0010 PCB 153 mg/kg ds 0,0033 < 0,0010 PCB 180 mg/kg ds 0,0032 < 0,0010 PCB (7) (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0,0140 0,0049 / OVERIG Heptachloorepoxide (som, 0.7 factor 2,4-DDD (ortho, para-ddd) 2,4-DDE (ortho, para-dde) 2,4-DDT (ortho, para-ddt) 4,4-DDD (para, para-ddd) 4,4-DDE (para, para-dde) 4,4-DDT (para, para-ddt) Aldrin Aldrin/dieldrin/endrin (som, 0.7 fa mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds < : concentratie kleiner dan de detectielimiet * : gemeten in het laboratorium + : concentratie groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de # : geschatte waarde door middelen van lagen geschatte waarde uit laagbeschrijving ++ : concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde & : handmatig ingevoerd +++ : concentratie groter dan de interventiewaarde $ : standaard bodem / : detectielimiet groter dan de toetsingswaarde : geen achtergrond- en interventiewaarde bekend voor deze stof D<=I : detectielimiet kleiner of gelijk aan de interventiewaarde, er is geen achtergrondwaarde D>AW : detectielimiet groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde GAG : groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde (trigger) Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de achtergrondwaarde blad 1 van 12 Milieu & Veiligheid

189 projectnr Gemeente Lansingerland Meerpolder locatie 59 en 60 Te Berkel en Rodenrijs Bijlage 2: Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Eenheid 36-1 BM1 Boringnummer 36 1A,28,8 Diepte (cm-mv) Chloordaan (som, 0.7 factor) DDD (som, 0.7 factor) DDE (som, 0.7 factor) DDT (som, 0.7 factor) DDT,DDE,DDD (som, 0.7 factor) Dieldrin Endrin HCH (som, 0.7 factor) Heptachloor Hexachloorbutadieen Isodrin OCB (0,7 som, grond) Telodrin alfa-endosulfan alfa-hch beta-hch cis-chloordaan cis-heptachloorepoxide delta-hch gamma-hch trans-chloordaan trans-heptachloorepoxide mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds 8,0 < 5,0 Minerale olie C12 - C22 mg/kg ds 14,0 < 5,0 Minerale olie C22 - C30 mg/kg ds 26,0 < 5,0 Minerale olie C30 - C40 mg/kg ds 29,0 < 5,0 Minerale olie (totaal) mg/kg ds 80,0 < 20,0 OVERIG Artefacten g < 1,0 < 1,0 < : concentratie kleiner dan de detectielimiet * : gemeten in het laboratorium + : concentratie groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de # : geschatte waarde door middelen van lagen geschatte waarde uit laagbeschrijving ++ : concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde & : handmatig ingevoerd +++ : concentratie groter dan de interventiewaarde $ : standaard bodem / : detectielimiet groter dan de toetsingswaarde : geen achtergrond- en interventiewaarde bekend voor deze stof D<=I : detectielimiet kleiner of gelijk aan de interventiewaarde, er is geen achtergrondwaarde D>AW : detectielimiet groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde GAG : groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde (trigger) Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de achtergrondwaarde blad 2 van 12 Milieu & Veiligheid

190 projectnr Gemeente Lansingerland Meerpolder locatie 59 en 60 Te Berkel en Rodenrijs Bijlage 2: Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Eenheid BM2 BM3 Boringnummer 10,14,19,2,7 11,15,16,6,9 Diepte (cm-mv) ALGEMEEN Analysedatum 11/9/ /9/2010 Droge stof (%) 68,7 70,4 Lutumgehalte (% ds) * 25 * 21 Org. stofgehalte (% ds) * 5.9 * 4.8 METALEN Barium [Ba] mg/kg ds 110,0 28,0 Cadmium [Cd] mg/kg ds < 0,35 < 0,35 Kobalt [Co] mg/kg ds 6,6 5,1 Koper [Cu] mg/kg ds 15,0 10,0 Kwik [Hg] mg/kg ds < 0,1 < 0,1 Lood [Pb] mg/kg ds 29,0 19,0 Molybdeen [Mo] mg/kg ds < 1,5 < 1,5 Nikkel [Ni] mg/kg ds 16,0 13,0 Zink [Zn] mg/kg ds 77,0 47,0 PAK Naftaleen mg/kg ds < 0,01 0,01 Fenanthreen mg/kg ds 0,04 0,06 Anthraceen mg/kg ds 0,02 0,02 Fluorantheen mg/kg ds 0,1 0,09 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,07 0,08 Chryseen mg/kg ds 0,06 0,06 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,04 0,05 Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,06 0,08 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds 0,05 0,06 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds 0,05 0,06 Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto mg/kg ds 0,51 0,59 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN Hexachloorbenzeen (HCB) mg/kg ds PCB 28 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB 52 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB 101 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB 118 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB 138 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB 153 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB 180 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB (7) (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0,0049 0,0049 OVERIG Heptachloorepoxide (som, 0.7 factor 2,4-DDD (ortho, para-ddd) 2,4-DDE (ortho, para-dde) 2,4-DDT (ortho, para-ddt) 4,4-DDD (para, para-ddd) 4,4-DDE (para, para-dde) 4,4-DDT (para, para-ddt) Aldrin Aldrin/dieldrin/endrin (som, 0.7 fa mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds < : concentratie kleiner dan de detectielimiet * : gemeten in het laboratorium + : concentratie groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de # : geschatte waarde door middelen van lagen geschatte waarde uit laagbeschrijving ++ : concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde & : handmatig ingevoerd +++ : concentratie groter dan de interventiewaarde $ : standaard bodem / : detectielimiet groter dan de toetsingswaarde : geen achtergrond- en interventiewaarde bekend voor deze stof D<=I : detectielimiet kleiner of gelijk aan de interventiewaarde, er is geen achtergrondwaarde D>AW : detectielimiet groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde GAG : groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde (trigger) Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de achtergrondwaarde blad 3 van 12 Milieu & Veiligheid

191 projectnr Gemeente Lansingerland Meerpolder locatie 59 en 60 Te Berkel en Rodenrijs Bijlage 2: Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Eenheid BM2 BM3 Boringnummer 10,14,19,2,7 11,15,16,6,9 Diepte (cm-mv) Chloordaan (som, 0.7 factor) DDD (som, 0.7 factor) DDE (som, 0.7 factor) DDT (som, 0.7 factor) DDT,DDE,DDD (som, 0.7 factor) Dieldrin Endrin HCH (som, 0.7 factor) Heptachloor Hexachloorbutadieen Isodrin OCB (0,7 som, grond) Telodrin alfa-endosulfan alfa-hch beta-hch cis-chloordaan cis-heptachloorepoxide delta-hch gamma-hch trans-chloordaan trans-heptachloorepoxide mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds < 5,0 < 5,0 Minerale olie C12 - C22 mg/kg ds < 5,0 < 5,0 Minerale olie C22 - C30 mg/kg ds < 5,0 < 5,0 Minerale olie C30 - C40 mg/kg ds < 5,0 < 5,0 Minerale olie (totaal) mg/kg ds < 20,0 < 20,0 OVERIG Artefacten g < 1,0 < 1,0 < : concentratie kleiner dan de detectielimiet * : gemeten in het laboratorium + : concentratie groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de # : geschatte waarde door middelen van lagen geschatte waarde uit laagbeschrijving ++ : concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde & : handmatig ingevoerd +++ : concentratie groter dan de interventiewaarde $ : standaard bodem / : detectielimiet groter dan de toetsingswaarde : geen achtergrond- en interventiewaarde bekend voor deze stof D<=I : detectielimiet kleiner of gelijk aan de interventiewaarde, er is geen achtergrondwaarde D>AW : detectielimiet groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde GAG : groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde (trigger) Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de achtergrondwaarde blad 4 van 12 Milieu & Veiligheid

192 projectnr Gemeente Lansingerland Meerpolder locatie 59 en 60 Te Berkel en Rodenrijs Bijlage 2: Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Eenheid BM4 DP1-1 Boringnummer 23,25,29,35 Diepte (cm-mv) ALGEMEEN Analysedatum 11/9/ /9/2010 Droge stof (%) 64,9 76,8 Lutumgehalte (% ds) * 22 * 13 Org. stofgehalte (% ds) * 9.2 * 1.9 METALEN Barium [Ba] mg/kg ds 35,0 31,0 Cadmium [Cd] mg/kg ds < 0,35 < 0,35 Kobalt [Co] mg/kg ds 7,5 5,6 Koper [Cu] mg/kg ds 14,0 11,0 Kwik [Hg] mg/kg ds < 0,1 < 0,1 Lood [Pb] mg/kg ds 21,0 29,0 Molybdeen [Mo] mg/kg ds < 1,5 < 1,5 Nikkel [Ni] mg/kg ds 20,0 15,0 Zink [Zn] mg/kg ds 59,0 70,0 PAK Naftaleen mg/kg ds < 0,01 < 0,01 Fenanthreen mg/kg ds 0,02 0,08 Anthraceen mg/kg ds < 0,01 0,02 Fluorantheen mg/kg ds 0,05 0,15 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,05 0,08 Chryseen mg/kg ds 0,04 0,07 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,03 0,05 Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,04 0,07 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds 0,03 0,06 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds 0,03 0,05 Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto mg/kg ds 0,31 0,64 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN Hexachloorbenzeen (HCB) mg/kg ds 0,0012 PCB 28 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB 52 mg/kg ds < 0,0010 0,0017 PCB 101 mg/kg ds < 0,0010 0,0032 PCB 118 mg/kg ds < 0,0010 0,0013 PCB 138 mg/kg ds < 0,0010 0,0026 PCB 153 mg/kg ds < 0,0010 0,0027 PCB 180 mg/kg ds < 0,0010 0,0014 PCB (7) (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0,0049 0, OVERIG Heptachloorepoxide (som, 0.7 factor mg/kg ds 0,0014 / 2,4-DDD (ortho, para-ddd) mg/kg ds 0,0018 2,4-DDE (ortho, para-dde) mg/kg ds < 0,0010 2,4-DDT (ortho, para-ddt) mg/kg ds < 0,0010 4,4-DDD (para, para-ddd) mg/kg ds 0,0025 4,4-DDE (para, para-dde) mg/kg ds 0,0032 4,4-DDT (para, para-ddt) mg/kg ds < 0,0030 Aldrin mg/kg ds < 0,0010 D<=I Aldrin/dieldrin/endrin (som, 0.7 fa mg/kg ds 0, < : concentratie kleiner dan de detectielimiet * : gemeten in het laboratorium + : concentratie groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de # : geschatte waarde door middelen van lagen geschatte waarde uit laagbeschrijving ++ : concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde & : handmatig ingevoerd +++ : concentratie groter dan de interventiewaarde $ : standaard bodem / : detectielimiet groter dan de toetsingswaarde : geen achtergrond- en interventiewaarde bekend voor deze stof D<=I : detectielimiet kleiner of gelijk aan de interventiewaarde, er is geen achtergrondwaarde D>AW : detectielimiet groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde GAG : groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde (trigger) Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de achtergrondwaarde blad 5 van 12 Milieu & Veiligheid

193 projectnr Gemeente Lansingerland Meerpolder locatie 59 en 60 Te Berkel en Rodenrijs Bijlage 2: Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Eenheid BM4 DP1-1 Boringnummer 23,25,29,35 Diepte (cm-mv) Chloordaan (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0,0014 / DDD (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0, DDE (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0,0039 DDT (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0,0028 DDT,DDE,DDD (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0,0110 Dieldrin mg/kg ds 0,0084 Endrin mg/kg ds < 0,0010 HCH (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0,0028 Heptachloor mg/kg ds < 0,0010 / Hexachloorbutadieen mg/kg ds < 0,0010 D>AW Isodrin mg/kg ds < 0,0010 OCB (0,7 som, grond) mg/kg ds 0,0300 Telodrin mg/kg ds < 0,0010 alfa-endosulfan mg/kg ds < 0,0010 / alfa-hch mg/kg ds < 0,0010 / beta-hch mg/kg ds < 0,0010 / cis-chloordaan mg/kg ds < 0,0010 cis-heptachloorepoxide mg/kg ds < 0,0010 delta-hch mg/kg ds < 0,0010 gamma-hch mg/kg ds < 0,0010 / trans-chloordaan mg/kg ds < 0,0010 trans-heptachloorepoxide mg/kg ds < 0,0010 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds < 5,0 < 5,0 Minerale olie C12 - C22 mg/kg ds < 5,0 < 5,0 Minerale olie C22 - C30 mg/kg ds < 5,0 < 5,0 Minerale olie C30 - C40 mg/kg ds < 5,0 < 5,0 Minerale olie (totaal) mg/kg ds < 20,0 < 20,0 OVERIG Artefacten g < 1,0 < 1,0 < : concentratie kleiner dan de detectielimiet * : gemeten in het laboratorium + : concentratie groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de # : geschatte waarde door middelen van lagen geschatte waarde uit laagbeschrijving ++ : concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde & : handmatig ingevoerd +++ : concentratie groter dan de interventiewaarde $ : standaard bodem / : detectielimiet groter dan de toetsingswaarde : geen achtergrond- en interventiewaarde bekend voor deze stof D<=I : detectielimiet kleiner of gelijk aan de interventiewaarde, er is geen achtergrondwaarde D>AW : detectielimiet groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde GAG : groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde (trigger) Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de achtergrondwaarde blad 6 van 12 Milieu & Veiligheid

194 projectnr Gemeente Lansingerland Meerpolder locatie 59 en 60 Te Berkel en Rodenrijs Bijlage 2: Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Eenheid OM5 OM6 Boringnummer 13,1A,20,5 16,1A,5,9 Diepte (cm-mv) ALGEMEEN Analysedatum 11/9/ /9/2010 Droge stof (%) 54,9 64,6 Lutumgehalte (% ds) * 31 * 8.6 Org. stofgehalte (% ds) * 5.4 * 2.5 METALEN Barium [Ba] mg/kg ds 34,0 < 20,0 Cadmium [Cd] mg/kg ds < 0,35 < 0,35 Kobalt [Co] mg/kg ds 9,0 5,6 Koper [Cu] mg/kg ds 12,0 < 10,0 Kwik [Hg] mg/kg ds < 0,1 < 0,1 Lood [Pb] mg/kg ds 21,0 < 13,0 Molybdeen [Mo] mg/kg ds 1,8 + < 1,5 Nikkel [Ni] mg/kg ds 23,0 14,0 Zink [Zn] mg/kg ds 71,0 35,0 PAK Naftaleen mg/kg ds < 0,01 < 0,01 Fenanthreen mg/kg ds 0,52 0,01 Anthraceen mg/kg ds 0,14 < 0,01 Fluorantheen mg/kg ds 0,93 0,03 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,48 0,02 Chryseen mg/kg ds 0,36 0,02 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,25 0,01 Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,43 0,02 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds 0,29 0,02 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds 0,31 0,02 Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto mg/kg ds 3,7 + 0,16 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN Hexachloorbenzeen (HCB) mg/kg ds PCB 28 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB 52 mg/kg ds 0,0028 < 0,0010 PCB 101 mg/kg ds 0,0088 < 0,0010 PCB 118 mg/kg ds 0,0036 < 0,0010 PCB 138 mg/kg ds 0,0036 < 0,0010 PCB 153 mg/kg ds 0,0045 < 0,0010 PCB 180 mg/kg ds 0,0011 < 0,0010 PCB (7) (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0, ,0049 OVERIG Heptachloorepoxide (som, 0.7 factor 2,4-DDD (ortho, para-ddd) 2,4-DDE (ortho, para-dde) 2,4-DDT (ortho, para-ddt) 4,4-DDD (para, para-ddd) 4,4-DDE (para, para-dde) 4,4-DDT (para, para-ddt) Aldrin Aldrin/dieldrin/endrin (som, 0.7 fa mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds < : concentratie kleiner dan de detectielimiet * : gemeten in het laboratorium + : concentratie groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de # : geschatte waarde door middelen van lagen geschatte waarde uit laagbeschrijving ++ : concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde & : handmatig ingevoerd +++ : concentratie groter dan de interventiewaarde $ : standaard bodem / : detectielimiet groter dan de toetsingswaarde : geen achtergrond- en interventiewaarde bekend voor deze stof D<=I : detectielimiet kleiner of gelijk aan de interventiewaarde, er is geen achtergrondwaarde D>AW : detectielimiet groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde GAG : groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde (trigger) Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de achtergrondwaarde blad 7 van 12 Milieu & Veiligheid

195 projectnr Gemeente Lansingerland Meerpolder locatie 59 en 60 Te Berkel en Rodenrijs Bijlage 2: Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Eenheid OM5 OM6 Boringnummer 13,1A,20,5 16,1A,5,9 Diepte (cm-mv) Chloordaan (som, 0.7 factor) DDD (som, 0.7 factor) DDE (som, 0.7 factor) DDT (som, 0.7 factor) DDT,DDE,DDD (som, 0.7 factor) Dieldrin Endrin HCH (som, 0.7 factor) Heptachloor Hexachloorbutadieen Isodrin OCB (0,7 som, grond) Telodrin alfa-endosulfan alfa-hch beta-hch cis-chloordaan cis-heptachloorepoxide delta-hch gamma-hch trans-chloordaan trans-heptachloorepoxide mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds < 5,0 < 5,0 Minerale olie C12 - C22 mg/kg ds < 5,0 < 5,0 Minerale olie C22 - C30 mg/kg ds < 5,0 < 5,0 Minerale olie C30 - C40 mg/kg ds < 5,0 < 5,0 Minerale olie (totaal) mg/kg ds < 20,0 < 20,0 OVERIG Artefacten g < 1,0 < 1,0 < : concentratie kleiner dan de detectielimiet * : gemeten in het laboratorium + : concentratie groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de # : geschatte waarde door middelen van lagen geschatte waarde uit laagbeschrijving ++ : concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde & : handmatig ingevoerd +++ : concentratie groter dan de interventiewaarde $ : standaard bodem / : detectielimiet groter dan de toetsingswaarde : geen achtergrond- en interventiewaarde bekend voor deze stof D<=I : detectielimiet kleiner of gelijk aan de interventiewaarde, er is geen achtergrondwaarde D>AW : detectielimiet groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde GAG : groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde (trigger) Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de achtergrondwaarde blad 8 van 12 Milieu & Veiligheid

196 projectnr Gemeente Lansingerland Meerpolder locatie 59 en 60 Te Berkel en Rodenrijs Bijlage 2: Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Eenheid OM7 OM8 Boringnummer 16,33 22,25,29,33 Diepte (cm-mv) ALGEMEEN Analysedatum 11/9/ /9/2010 Droge stof (%) 56,6 56,0 Lutumgehalte (% ds) * 19 * 17 Org. stofgehalte (% ds) * 16.2 * 3.2 METALEN Barium [Ba] mg/kg ds 38,0 21,0 Cadmium [Cd] mg/kg ds < 0,35 < 0,35 Kobalt [Co] mg/kg ds 6,6 6,4 Koper [Cu] mg/kg ds 17,0 < 10,0 Kwik [Hg] mg/kg ds < 0,1 < 0,1 Lood [Pb] mg/kg ds 30,0 < 13,0 Molybdeen [Mo] mg/kg ds < 1,5 < 1,5 Nikkel [Ni] mg/kg ds 19,0 15,0 Zink [Zn] mg/kg ds 60,0 39,0 PAK Naftaleen mg/kg ds < 0,01 < 0,01 Fenanthreen mg/kg ds 0,02 0,01 Anthraceen mg/kg ds < 0,01 < 0,01 Fluorantheen mg/kg ds 0,04 < 0,01 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,02 0,01 Chryseen mg/kg ds 0,02 < 0,01 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,02 < 0,01 Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,02 < 0,01 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds 0,02 < 0,01 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds 0,02 < 0,01 Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto mg/kg ds 0,18 0,08 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN Hexachloorbenzeen (HCB) mg/kg ds PCB 28 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB 52 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB 101 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB 118 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB 138 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB 153 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB 180 mg/kg ds < 0,0010 < 0,0010 PCB (7) (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0,0049 0,0049 OVERIG Heptachloorepoxide (som, 0.7 factor 2,4-DDD (ortho, para-ddd) 2,4-DDE (ortho, para-dde) 2,4-DDT (ortho, para-ddt) 4,4-DDD (para, para-ddd) 4,4-DDE (para, para-dde) 4,4-DDT (para, para-ddt) Aldrin Aldrin/dieldrin/endrin (som, 0.7 fa mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds < : concentratie kleiner dan de detectielimiet * : gemeten in het laboratorium + : concentratie groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de # : geschatte waarde door middelen van lagen geschatte waarde uit laagbeschrijving ++ : concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde & : handmatig ingevoerd +++ : concentratie groter dan de interventiewaarde $ : standaard bodem / : detectielimiet groter dan de toetsingswaarde : geen achtergrond- en interventiewaarde bekend voor deze stof D<=I : detectielimiet kleiner of gelijk aan de interventiewaarde, er is geen achtergrondwaarde D>AW : detectielimiet groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde GAG : groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde (trigger) Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de achtergrondwaarde blad 9 van 12 Milieu & Veiligheid

197 projectnr Gemeente Lansingerland Meerpolder locatie 59 en 60 Te Berkel en Rodenrijs Bijlage 2: Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Eenheid OM7 OM8 Boringnummer 16,33 22,25,29,33 Diepte (cm-mv) Chloordaan (som, 0.7 factor) DDD (som, 0.7 factor) DDE (som, 0.7 factor) DDT (som, 0.7 factor) DDT,DDE,DDD (som, 0.7 factor) Dieldrin Endrin HCH (som, 0.7 factor) Heptachloor Hexachloorbutadieen Isodrin OCB (0,7 som, grond) Telodrin alfa-endosulfan alfa-hch beta-hch cis-chloordaan cis-heptachloorepoxide delta-hch gamma-hch trans-chloordaan trans-heptachloorepoxide mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds < 5,0 < 5,0 Minerale olie C12 - C22 mg/kg ds < 5,0 < 5,0 Minerale olie C22 - C30 mg/kg ds < 5,0 < 5,0 Minerale olie C30 - C40 mg/kg ds < 5,0 < 5,0 Minerale olie (totaal) mg/kg ds < 20,0 < 20,0 OVERIG Artefacten g < 1,0 < 1,0 < : concentratie kleiner dan de detectielimiet * : gemeten in het laboratorium + : concentratie groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de # : geschatte waarde door middelen van lagen geschatte waarde uit laagbeschrijving ++ : concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde & : handmatig ingevoerd +++ : concentratie groter dan de interventiewaarde $ : standaard bodem / : detectielimiet groter dan de toetsingswaarde : geen achtergrond- en interventiewaarde bekend voor deze stof D<=I : detectielimiet kleiner of gelijk aan de interventiewaarde, er is geen achtergrondwaarde D>AW : detectielimiet groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde GAG : groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde (trigger) Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de achtergrondwaarde blad 10 van 12 Milieu & Veiligheid

198 projectnr Gemeente Lansingerland Meerpolder locatie 59 en 60 Te Berkel en Rodenrijs Bijlage 2: Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Eenheid 13-1 Boringnummer 13 Diepte (cm-mv) 0-50 ALGEMEEN Analysedatum 11/9/2010 Droge stof (%) 77,6 Lutumgehalte (% ds) * 22 Org. stofgehalte (% ds) * 1.8 METALEN Barium [Ba] mg/kg ds 26,0 Cadmium [Cd] mg/kg ds < 0,35 Kobalt [Co] mg/kg ds 5,8 Koper [Cu] mg/kg ds < 10,0 Kwik [Hg] mg/kg ds < 0,1 Lood [Pb] mg/kg ds 18,0 Molybdeen [Mo] mg/kg ds < 1,5 Nikkel [Ni] mg/kg ds 15,0 Zink [Zn] mg/kg ds 49,0 PAK Naftaleen mg/kg ds < 0,01 Fenanthreen mg/kg ds 0,01 Anthraceen mg/kg ds < 0,01 Fluorantheen mg/kg ds 0,03 Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,02 Chryseen mg/kg ds 0,02 Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,01 Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,02 Benzo(g,h,i)peryleen mg/kg ds 0,02 Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen mg/kg ds 0,02 Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto mg/kg ds 0,17 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN Hexachloorbenzeen (HCB) mg/kg ds PCB 28 mg/kg ds < 0,0010 PCB 52 mg/kg ds < 0,0010 PCB 101 mg/kg ds < 0,0010 PCB 118 mg/kg ds < 0,0010 PCB 138 mg/kg ds < 0,0010 PCB 153 mg/kg ds < 0,0010 PCB 180 mg/kg ds < 0,0010 PCB (7) (som, 0.7 factor) mg/kg ds 0,0049 / OVERIG Heptachloorepoxide (som, 0.7 factor 2,4-DDD (ortho, para-ddd) 2,4-DDE (ortho, para-dde) 2,4-DDT (ortho, para-ddt) 4,4-DDD (para, para-ddd) 4,4-DDE (para, para-dde) 4,4-DDT (para, para-ddt) Aldrin Aldrin/dieldrin/endrin (som, 0.7 fa mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds < : concentratie kleiner dan de detectielimiet * : gemeten in het laboratorium + : concentratie groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de # : geschatte waarde door middelen van lagen geschatte waarde uit laagbeschrijving ++ : concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde & : handmatig ingevoerd +++ : concentratie groter dan de interventiewaarde $ : standaard bodem / : detectielimiet groter dan de toetsingswaarde : geen achtergrond- en interventiewaarde bekend voor deze stof D<=I : detectielimiet kleiner of gelijk aan de interventiewaarde, er is geen achtergrondwaarde D>AW : detectielimiet groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde GAG : groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde (trigger) Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de achtergrondwaarde blad 11 van 12 Milieu & Veiligheid

199 projectnr Gemeente Lansingerland Meerpolder locatie 59 en 60 Te Berkel en Rodenrijs Bijlage 2: Analyseresultaten grondmonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Boringnummer Diepte (cm-mv) Chloordaan (som, 0.7 factor) DDD (som, 0.7 factor) DDE (som, 0.7 factor) DDT (som, 0.7 factor) DDT,DDE,DDD (som, 0.7 factor) Dieldrin Endrin HCH (som, 0.7 factor) Heptachloor Hexachloorbutadieen Isodrin OCB (0,7 som, grond) Telodrin alfa-endosulfan alfa-hch beta-hch cis-chloordaan cis-heptachloorepoxide delta-hch gamma-hch trans-chloordaan trans-heptachloorepoxide Eenheid mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds < 5,0 Minerale olie C12 - C22 mg/kg ds < 5,0 Minerale olie C22 - C30 mg/kg ds < 5,0 Minerale olie C30 - C40 mg/kg ds < 5,0 Minerale olie (totaal) mg/kg ds < 20,0 OVERIG Artefacten g < : concentratie kleiner dan de detectielimiet * : gemeten in het laboratorium + : concentratie groter dan de achtergrondwaarde en kleiner dan of gelijk aan de # : geschatte waarde door middelen van lagen geschatte waarde uit laagbeschrijving ++ : concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde & : handmatig ingevoerd +++ : concentratie groter dan de interventiewaarde $ : standaard bodem / : detectielimiet groter dan de toetsingswaarde : geen achtergrond- en interventiewaarde bekend voor deze stof D<=I : detectielimiet kleiner of gelijk aan de interventiewaarde, er is geen achtergrondwaarde D>AW : detectielimiet groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde GAG : groter dan de achtergrondwaarde, er is geen interventiewaarde (trigger) Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de achtergrondwaarde blad 12 van 12 Milieu & Veiligheid

200 Bijlage 3: Analyseresultaten grondwatermonsters met overschrijding toetsingswaarden

201 projectnr W Gemeente Lansingerland Meerpolder locatie 59 en 60 te Berkel en rodenrijs Bijlage 3: Analyseresultaten grondwatermonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Eenheid Diepte (cm-mv) - - ALGEMEEN Analysedatum 11/18/ /18/2010 GWS (cm mv) ph EC (μs/cm) METALEN Barium [Ba] μg/l Cadmium [Cd] μg/l < 0,8 < 0,8 Kobalt [Co] μg/l 18 < 5,0 Koper [Cu] μg/l < 15 < 15 Kwik [Hg] μg/l < 0,05 < 0,05 Lood [Pb] μg/l < 15 < 15 Molybdeen [Mo] μg/l 5,6 + 7,9 + Nikkel [Ni] μg/l Zink [Zn] μg/l < 60 < 60 AROMATISCHE VERBINDINGEN Benzeen μg/l < 0,2 < 0,2 Tolueen μg/l < 0,2 0,41 Ethylbenzeen μg/l < 0,2 < 0,2 ortho-xyleen μg/l < 0,1 < 0,1 meta-/para-xyleen (som) μg/l < 0,2 < 0,2 Xylenen (som, 0.7 factor) μg/l 0,21 0,21 Naftaleen (BTEXN) μg/l < 0,05 < 0,05 Styreen (Vinylbenzeen) μg/l < 0,2 < 0,2 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-Dichloorethaan μg/l < 0,6 < 0,6 1,2-Dichloorethaan μg/l < 0,6 < 0,6 1,1-Dichlooretheen μg/l < 0,1 < 0,1 cis-1,2-dichlooretheen μg/l < 0,1 < 0,1 trans-1,2-dichlooretheen μg/l < 0,1 < 0,1 1.2-Dichloorethenen (som, 0.7 facto μg/l 0,14 0,14 Dichloormethaan μg/l < 0,2 < 0,2 1,1-Dichloorpropaan μg/l < 0,25 < 0,25 1,2-Dichloorpropaan μg/l < 0,25 < 0,25 1,3-Dichloorpropaan μg/l < 0,25 < 0,25 Dichloorpropanen (0,7 som, 1,1+1,2+ μg/l 0,53 0,53 Tetrachlooretheen (Per) μg/l < 0,1 < 0,1 Tetrachloormethaan (Tetra) μg/l < 0,1 < 0,1 1,1,1-Trichloorethaan μg/l < 0,1 < 0,1 1,1,2-Trichloorethaan μg/l < 0,1 < 0,1 Trichlooretheen (Tri) μg/l < 0,6 < 0,6 Trichloormethaan (Chloroform) μg/l < 0,6 < 0,6 Vinylchloride μg/l < 0,1 < 0,1 Tribroommethaan (bromoform) μg/l < 0,2 < 0,2 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 μg/l < 25 < 25 Minerale olie C12 - C22 μg/l < 25 < 25 Minerale olie C22 - C30 μg/l < 25 < 25 < : concentratie kleiner dan de detectielimiet + : concentratie groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde ++ : concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde +++ : concentratie groter dan de interventiewaarde /: detectielimiet groter dan de toetsingswaarde : geen streef- en interventiewaarde bekend voor deze stof Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de streefwaarde blad 1 van 4 Milieu & Veiligheid

202 projectnr W Gemeente Lansingerland Meerpolder locatie 59 en 60 te Berkel en rodenrijs Bijlage 3: Analyseresultaten grondwatermonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Eenheid Diepte (cm-mv) - - Minerale olie C30 - C40 μg/l < 25 < 25 Minerale olie (totaal) μg/l < 100 < 100 < : concentratie kleiner dan de detectielimiet + : concentratie groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde ++ : concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde +++ : concentratie groter dan de interventiewaarde /: detectielimiet groter dan de toetsingswaarde : geen streef- en interventiewaarde bekend voor deze stof Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de streefwaarde blad 2 van 4 Milieu & Veiligheid

203 projectnr W Gemeente Lansingerland Meerpolder locatie 59 en 60 te Berkel en rodenrijs Bijlage 3: Analyseresultaten grondwatermonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Eenheid Diepte (cm-mv) - - ALGEMEEN Analysedatum 11/18/ /18/2010 GWS (cm mv) ph EC (μs/cm) METALEN Barium [Ba] μg/l < Cadmium [Cd] μg/l < 0,8 < 0,8 Kobalt [Co] μg/l < 5,0 6,4 Koper [Cu] μg/l < 15 < 15 Kwik [Hg] μg/l < 0,05 < 0,05 Lood [Pb] μg/l < 15 < 15 Molybdeen [Mo] μg/l < 3,6 3,8 Nikkel [Ni] μg/l < 15 < 15 Zink [Zn] μg/l < AROMATISCHE VERBINDINGEN Benzeen μg/l < 0,2 < 0,2 Tolueen μg/l 0,22 0,22 Ethylbenzeen μg/l < 0,2 < 0,2 ortho-xyleen μg/l 0,13 < 0,1 meta-/para-xyleen (som) μg/l < 0,2 < 0,2 Xylenen (som, 0.7 factor) μg/l 0,27 + 0,21 Naftaleen (BTEXN) μg/l < 0,05 < 0,05 Styreen (Vinylbenzeen) μg/l < 0,2 < 0,2 GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-Dichloorethaan μg/l < 0,6 < 0,6 1,2-Dichloorethaan μg/l < 0,6 < 0,6 1,1-Dichlooretheen μg/l < 0,1 < 0,1 cis-1,2-dichlooretheen μg/l < 0,1 < 0,1 trans-1,2-dichlooretheen μg/l < 0,1 < 0,1 1.2-Dichloorethenen (som, 0.7 facto μg/l 0,14 0,14 Dichloormethaan μg/l < 0,2 < 0,2 1,1-Dichloorpropaan μg/l < 0,25 < 0,25 1,2-Dichloorpropaan μg/l < 0,25 < 0,25 1,3-Dichloorpropaan μg/l < 0,25 < 0,25 Dichloorpropanen (0,7 som, 1,1+1,2+ μg/l 0,53 0,53 Tetrachlooretheen (Per) μg/l < 0,1 < 0,1 Tetrachloormethaan (Tetra) μg/l < 0,1 < 0,1 1,1,1-Trichloorethaan μg/l < 0,1 < 0,1 1,1,2-Trichloorethaan μg/l < 0,1 < 0,1 Trichlooretheen (Tri) μg/l < 0,6 < 0,6 Trichloormethaan (Chloroform) μg/l < 0,6 < 0,6 Vinylchloride μg/l < 0,1 < 0,1 Tribroommethaan (bromoform) μg/l < 0,2 < 0,2 OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 μg/l < 25 < 25 Minerale olie C12 - C22 μg/l < 25 < 25 Minerale olie C22 - C30 μg/l < 25 < 25 < : concentratie kleiner dan de detectielimiet + : concentratie groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde ++ : concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde +++ : concentratie groter dan de interventiewaarde /: detectielimiet groter dan de toetsingswaarde : geen streef- en interventiewaarde bekend voor deze stof Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de streefwaarde blad 3 van 4 Milieu & Veiligheid

204 projectnr W Gemeente Lansingerland Meerpolder locatie 59 en 60 te Berkel en rodenrijs Bijlage 3: Analyseresultaten grondwatermonsters met overschrijding toetsingswaarden Monsternummer Eenheid Diepte (cm-mv) - - Minerale olie C30 - C40 μg/l < 25 < 25 Minerale olie (totaal) μg/l < 100 < 100 < : concentratie kleiner dan de detectielimiet + : concentratie groter dan de streefwaarde en kleiner dan of gelijk aan de tussenwaarde ++ : concentratie groter dan de tussenwaarde en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde +++ : concentratie groter dan de interventiewaarde /: detectielimiet groter dan de toetsingswaarde : geen streef- en interventiewaarde bekend voor deze stof Indien geen van bovenstaande symbolen, dan is concentratie kleiner dan de streefwaarde blad 4 van 4 Milieu & Veiligheid

205 Bijlage 4: Achtergrond-, tussen- en interventiewaarden grond en streef-, tussen- en interventiewaarden grondwater

206

207

208

209 Bijlage 5: Toelichting op achtergrond-, streef-, tussen- en interventiewaarden

210 Toelichting op achtergrond-, streef-, tussen- en interventiewaarden Hieronder wordt uitgebreider op de begrippen achtergrond-, streef-, tussen- en interventiewaarden en hun betekenis ingegaan. De achtergrondwaarden (AW2000) zijn landelijk geldende waarden voor een multifunctionele bodemkwaliteit en geven de bovengrens aan voor wat in de dagelijkse praktijk 'schone grond' wordt genoemd. Deze achtergrondwaarden (bekend als AW2000) zijn vastgesteld op basis van gehalten zoals deze voorkomen in de bodem van natuur- en landbouwgronden. Dit omdat in dergelijke gronden geen belasting door lokale verontreinigingsbronnen aanwezig wordt geacht. De streefwaarde (S) geeft het concentratieniveau in grondwater aan waarboven wèl en waaronder géén sprake is van een aantoonbare verontreiniging. De interventiewaarde (I) geeft het concentratieniveau in de grond, waterbodem of grondwater aan waarboven de functionele eigenschappen die de bodem voor mens, plant en dier heeft, in ernstige mate kunnen zijn verminderd. In het overheidsbeleid wordt gesproken van een geval van ernstige bodemverontreiniging, indien de gemiddelde concentratie aan één stof de interventiewaarde overschrijdt in tenminste 25 m 3 grond/slib of voor het grondwater in tenminste 100 m 3 bodemvolume. Over de hoeveelheid grond/slib of grondwater waarop een eventuele overschrijding van de interventiewaarde zich voordoet kan in een eerste onderzoek meestal nog geen betrouwbare uitspraak worden gedaan. Daarom kunnen op basis van de resultaten van dit eerste onderzoek dan ook geen conclusies worden getrokken ten aanzien van het wel of niet ernstig zijn van het verontreinigingsgeval. Een geval van ernstige bodemverontreiniging kan zich ook voordoen zonder dat de interventiewaarden worden overschreden. Als een verontreiniging zich zodanig in een ander milieucompartiment (bijv. het grondwater) of objecten (bijv. consumptiegewassen) verspreidt dat daar schadelijke effecten kunnen optreden, is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Ook als het bij puntbronnen van verontreinigingen (bijv. op grond van berekeningen) waarschijnlijk is dat zonder maatregelen op korte termijn (binnen maximaal enkele maanden) een verontreiniging van genoemde 25 of 100 m 3 bodemvolume kan optreden, is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. De ernst en spoedeisendheid van het geval wordt vastgesteld in een nader onderzoek. Een nader onderzoek kan worden uitgevoerd als er een duidelijke indicatie bestaat dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. In het overheidsbeleid wordt als criterium voor het uitvoeren van een nader onderzoek, afhankelijk van de omstandigheden, uitgegaan van een concentratie, voor respectievelijk grond en grondwater, die ligt boven het gemiddelde van respectievelijk de interventie- en achtergrondwaarde (T-waarde = (AW2000+I)/2) voor grond en de interventie- en streefwaarde (T-waarde = (S+I)/2) voor grondwater. De achtergrond- en interventiewaarden van de stoffen in de grond zijn om uiteenlopende redenen gedeeltelijk afhankelijk gesteld van de samenstelling van de grond, nl. het gehalte lutum (bodemdeeltjes < 2 μm) en/of het gehalte organisch stof (humus). In bijlage 4 zijn deze achtergrond- en interventiewaarden berekend aan de hand van geanalyseerde of geschatte gehalten organisch stof en lutum.

211 Bijlage 6: Analysecertificaten

212 ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat AG Rotterdam Tel.: +31 (0) Fax: +31 (0) Analyserapport Oranjewoud Capelle K. Renders Postbus AN ROTTERDAM Blad 1 van 15 Uw projectnaam : Meerpolder locatie 59 en 60 berkel en rodenrijs Uw projectnummer : ALcontrol rapportnummer : , versie nummer: 1 Rapport verificatie nummer : RDDDN4XZ Rotterdam, Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 15 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Uitgebreide informatie over de door ons gehanteerde analysemethoden kunt u terugvinden in onze informatiegids. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend, R. van Duin Laboratory Manager ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

213 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 2 van 15 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Meerpolder locatie 59 en 60 berkel en rodenrijs Orderdatum Startdatum Rapportagedatum Analyse Eenheid Q droge stof gew.-% S gewicht artefacten g S <1 <1 <1 <1 <1 aard van de artefacten g S geen geen geen geen geen organische stof (gloeiverlies) % vd DS S KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS S METALEN barium mg/kgds S cadmium mg/kgds S <0.35 <0.35 <0.35 <0.35 <0.35 kobalt mg/kgds S koper mg/kgds S 11 < kwik mg/kgds S <0.10 <0.10 <0.10 <0.10 <0.10 lood mg/kgds S molybdeen mg/kgds S <1.5 <1.5 <1.5 <1.5 <1.5 nikkel mg/kgds S zink mg/kgds S POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kgds S <0.01 <0.01 <0.01 < fenantreen mg/kgds S antraceen mg/kgds S 0.01 < fluoranteen mg/kgds S benzo(a)antraceen mg/kgds S chryseen mg/kgds S benzo(k)fluoranteen mg/kgds S benzo(a)pyreen mg/kgds S benzo(ghi)peryleen mg/kgds S indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S ) ) ) ) ) (0.7 factor) CHLOORBENZENEN hexachloorbenzeen µg/kgds S 1.2 POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds S <1 <1 <1 <1 <1 De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q. Nummer Monstersoort Monsterspecificatie Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) BM1 1A (0-50) 28 (0-50) 8 (0-50) (0-50) DP1-1 DP1 (-) BM2 10 (0-50) 14 (0-50) 19 (0-50) 2 (0-50) 7 (0-50) BM3 11 (0-50) 15 (0-50) 16 (0-50) 6 (0-50) 9 (0-50) ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 Paraaf : AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

214 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 3 van 15 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Meerpolder locatie 59 en 60 berkel en rodenrijs Orderdatum Startdatum Rapportagedatum Analyse Eenheid Q PCB 52 µg/kgds S <1 <1 1.7 <1 <1 PCB 101 µg/kgds S <1 <1 3.2 <1 <1 PCB 118 µg/kgds S <1 <1 1.3 <1 <1 PCB 138 µg/kgds S <1 <1 2.6 <1 <1 PCB 153 µg/kgds S <1 <1 2.7 <1 <1 PCB 180 µg/kgds S <1 <1 1.4 <1 <1 som PCB (7) (0.7 factor) µg/kgds S 4.9 1) 4.9 1) 14 1) 4.9 1) 4.9 1) CHLOORBESTRIJDINGSMIDDELEN o,p-ddt µg/kgds S <1 p,p-ddt µg/kgds S <3 som DDT (0.7 factor) µg/kgds S 2.8 1) o,p-ddd µg/kgds S 1.8 p,p-ddd µg/kgds S 2.5 som DDD (0.7 factor) µg/kgds S 4.3 1) o,p-dde µg/kgds S <1 p,p-dde µg/kgds S 3.2 som DDE (0.7 factor) µg/kgds S 3.9 1) som DDT,DDE,DDD (0.7 factor) De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q. Nummer Monstersoort Monsterspecificatie µg/kgds 11 1) aldrin µg/kgds S <1 dieldrin µg/kgds S 8.4 endrin µg/kgds S <1 som aldrin/dieldrin/endrin µg/kgds S 9.8 1) (0.7 factor) isodrin µg/kgds S <1 telodrin µg/kgds S <1 alpha-hch µg/kgds S <1 beta-hch µg/kgds S <1 gamma-hch µg/kgds S <1 delta-hch µg/kgds Q <1 som a-b-c-d HCH (0.7 factor) µg/kgds 2.8 1) heptachloor µg/kgds S <1 cis-heptachloorepoxide µg/kgds S <1 trans-heptachloorepoxide µg/kgds S <1 som heptachloorepoxide (0.7 µg/kgds S 1.4 1) factor) alpha-endosulfan µg/kgds S <1 hexachloorbutadieen µg/kgds S <1 trans-chloordaan µg/kgds S <1 cis-chloordaan µg/kgds S < Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) BM1 1A (0-50) 28 (0-50) 8 (0-50) (0-50) DP1-1 DP1 (-) BM2 10 (0-50) 14 (0-50) 19 (0-50) 2 (0-50) 7 (0-50) BM3 11 (0-50) 15 (0-50) 16 (0-50) 6 (0-50) 9 (0-50) ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 Paraaf : AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

215 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 4 van 15 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Meerpolder locatie 59 en 60 berkel en rodenrijs Orderdatum Startdatum Rapportagedatum Analyse Eenheid Q som chloordaan (0.7 factor) µg/kgds S 1.4 1) som organochloorbestrijdingsmidd elen (0.7 factor) landbodem µg/kgds S 30 MINERALE OLIE fractie C10 - C12 mg/kgds <5 <5 <5 <5 <5 fractie C12 - C22 mg/kgds <5 <5 <5 <5 <5 fractie C22 - C30 mg/kgds <5 <5 <5 <5 <5 fractie C30 - C40 mg/kgds <5 <5 <5 <5 <5 totaal olie C10 - C40 mg/kgds S <20 <20 <20 <20 <20 De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q. Nummer Monstersoort Monsterspecificatie Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) BM1 1A (0-50) 28 (0-50) 8 (0-50) (0-50) DP1-1 DP1 (-) BM2 10 (0-50) 14 (0-50) 19 (0-50) 2 (0-50) 7 (0-50) BM3 11 (0-50) 15 (0-50) 16 (0-50) 6 (0-50) 9 (0-50) ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 Paraaf : AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

216 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 5 van 15 Projectnaam Meerpolder locatie 59 en 60 berkel en rodenrijs Orderdatum Projectnummer Startdatum Rapportnummer Rapportagedatum Monster beschrijvingen 001 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. 002 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. 003 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. 004 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. 005 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. Voetnoten 1 De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000 Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

217 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 6 van 15 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Meerpolder locatie 59 en 60 berkel en rodenrijs Orderdatum Startdatum Rapportagedatum Analyse Eenheid Q droge stof gew.-% S gewicht artefacten g S <1 <1 <1 <1 <1 aard van de artefacten g S geen geen geen geen geen organische stof (gloeiverlies) % vd DS S KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS S METALEN barium mg/kgds S < cadmium mg/kgds S <0.35 <0.35 <0.35 <0.35 <0.35 kobalt mg/kgds S koper mg/kgds S <10 17 <10 kwik mg/kgds S <0.10 <0.10 <0.10 <0.10 <0.10 lood mg/kgds S <13 30 <13 molybdeen mg/kgds S < <1.5 <1.5 <1.5 nikkel mg/kgds S zink mg/kgds S POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kgds S <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 fenantreen mg/kgds S antraceen mg/kgds S < <0.01 <0.01 <0.01 fluoranteen mg/kgds S <0.01 benzo(a)antraceen mg/kgds S chryseen mg/kgds S <0.01 benzo(k)fluoranteen mg/kgds S <0.01 benzo(a)pyreen mg/kgds S <0.01 benzo(ghi)peryleen mg/kgds S <0.01 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S <0.01 pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S ) 3.7 1) ) ) ) (0.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds S <1 <1 <1 <1 <1 PCB 52 µg/kgds S <1 2.8 <1 <1 <1 PCB 101 µg/kgds S <1 8.8 <1 <1 <1 PCB 118 µg/kgds S <1 3.6 <1 <1 <1 De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q. Nummer Monstersoort Monsterspecificatie Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) BM4 23 (0-50) 25 (0-50) 29 (0-50) 35 (0-50) OM5 13 (50-100) 1A (50-100) 20 (50-100) 5 (50-100) OM6 16 ( ) 1A ( ) 5 ( ) 9 ( ) OM7 16 (50-100) 33 (50-100) OM8 22 ( ) 25 ( ) 29 ( ) 33 ( ) ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 Paraaf : AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

218 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 7 van 15 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Meerpolder locatie 59 en 60 berkel en rodenrijs Orderdatum Startdatum Rapportagedatum Analyse Eenheid Q PCB 138 µg/kgds S <1 3.6 <1 <1 <1 PCB 153 µg/kgds S <1 4.5 <1 <1 <1 PCB 180 µg/kgds S <1 1.1 <1 <1 <1 som PCB (7) (0.7 factor) µg/kgds S 4.9 1) 25 1) 4.9 1) 4.9 1) 4.9 1) MINERALE OLIE fractie C10 - C12 mg/kgds <5 <5 <5 <5 <5 fractie C12 - C22 mg/kgds <5 <5 <5 <5 <5 fractie C22 - C30 mg/kgds <5 <5 <5 <5 <5 fractie C30 - C40 mg/kgds <5 <5 <5 <5 <5 totaal olie C10 - C40 mg/kgds S <20 <20 <20 <20 <20 De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q. Nummer Monstersoort Monsterspecificatie Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) BM4 23 (0-50) 25 (0-50) 29 (0-50) 35 (0-50) OM5 13 (50-100) 1A (50-100) 20 (50-100) 5 (50-100) OM6 16 ( ) 1A ( ) 5 ( ) 9 ( ) OM7 16 (50-100) 33 (50-100) OM8 22 ( ) 25 ( ) 29 ( ) 33 ( ) ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 Paraaf : AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

219 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 8 van 15 Projectnaam Meerpolder locatie 59 en 60 berkel en rodenrijs Orderdatum Projectnummer Startdatum Rapportnummer Rapportagedatum Monster beschrijvingen 006 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. 007 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. 008 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. 009 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. 010 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. Voetnoten 1 De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000 Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

220 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 9 van 15 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Meerpolder locatie 59 en 60 berkel en rodenrijs Orderdatum Startdatum Rapportagedatum Analyse Eenheid Q 011 droge stof gew.-% S 52.3 gewicht artefacten g S <1 aard van de artefacten g S geen organische stof (gloeiverlies) % vd DS S 28.7 KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS S 37 METALEN barium mg/kgds S 60 cadmium mg/kgds S <0.35 kobalt mg/kgds S 6.9 koper mg/kgds S 34 kwik mg/kgds S 0.18 lood mg/kgds S 58 molybdeen mg/kgds S 2.0 nikkel mg/kgds S 24 zink mg/kgds S 81 POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN naftaleen mg/kgds S <0.01 fenantreen mg/kgds S 0.03 antraceen mg/kgds S <0.01 fluoranteen mg/kgds S 0.09 benzo(a)antraceen mg/kgds S 0.05 chryseen mg/kgds S 0.05 benzo(k)fluoranteen mg/kgds S 0.04 benzo(a)pyreen mg/kgds S 0.04 benzo(ghi)peryleen mg/kgds S 0.05 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S 0.05 pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S ) (0.7 factor) POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds S <1 PCB 52 µg/kgds S <1 PCB 101 µg/kgds S 2.2 PCB 118 µg/kgds S 1.6 De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q. Nummer Monstersoort Monsterspecificatie 011 Grond (AS3000) (0-50) ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 Paraaf : AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

221 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 10 van 15 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Meerpolder locatie 59 en 60 berkel en rodenrijs Orderdatum Startdatum Rapportagedatum Analyse Eenheid Q 011 PCB 138 µg/kgds S 2.6 PCB 153 µg/kgds S 3.3 PCB 180 µg/kgds S 3.2 som PCB (7) (0.7 factor) µg/kgds S 14 1) MINERALE OLIE fractie C10 - C12 mg/kgds 8 fractie C12 - C22 mg/kgds 14 fractie C22 - C30 mg/kgds 26 fractie C30 - C40 mg/kgds 29 totaal olie C10 - C40 mg/kgds S 80 De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q. Nummer Monstersoort Monsterspecificatie 011 Grond (AS3000) (0-50) ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 Paraaf : AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

222 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 11 van 15 Projectnaam Meerpolder locatie 59 en 60 berkel en rodenrijs Orderdatum Projectnummer Startdatum Rapportnummer Rapportagedatum Monster beschrijvingen 011 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. Voetnoten 1 De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000 Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

223 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 12 van 15 Projectnaam Meerpolder locatie 59 en 60 berkel en rodenrijs Orderdatum Projectnummer Startdatum Rapportnummer Rapportagedatum Analyse Monstersoort Relatie tot norm droge stof Grond (AS3000) Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, conform CMA/2/II/A.1 Grond (AS3000): conform AS gewicht artefacten Grond (AS3000) Conform AS3000, NEN 5709 aard van de artefacten Grond (AS3000) Idem organische stof (gloeiverlies) Grond (AS3000) Grond/Puin: gelijkwaardig aan NEN Grond (AS3000): conform AS3010 lutum (bodem) Grond (AS3000) Grond: eigen methode. Grond (AS3000): conform AS barium Grond (AS3000) Conform AS3010-5, NEN 6961 (ontsluiting) en NEN 6966 (meting) cadmium Grond (AS3000) Idem kobalt Grond (AS3000) Idem koper Grond (AS3000) Idem kwik Grond (AS3000) Conform AS3010-5, NEN 6961 (ontsluiting) en NEN-ISO (meting) lood Grond (AS3000) Conform AS3010-5, NEN 6961 (ontsluiting) en NEN 6966 (meting) molybdeen Grond (AS3000) Idem nikkel Grond (AS3000) Idem zink Grond (AS3000) Idem naftaleen Grond (AS3000) Conform AS fenantreen Grond (AS3000) Idem antraceen Grond (AS3000) Idem fluoranteen Grond (AS3000) Idem benzo(a)antraceen Grond (AS3000) Idem chryseen Grond (AS3000) Idem benzo(k)fluoranteen Grond (AS3000) Idem benzo(a)pyreen Grond (AS3000) Idem benzo(ghi)peryleen Grond (AS3000) Idem indeno(1,2,3-cd)pyreen Grond (AS3000) Idem pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) Grond (AS3000) PCB 28 Grond (AS3000) Conform AS Idem PCB 52 Grond (AS3000) Idem PCB 101 Grond (AS3000) Idem PCB 118 Grond (AS3000) Idem PCB 138 Grond (AS3000) Idem PCB 153 Grond (AS3000) Idem PCB 180 Grond (AS3000) Idem som PCB (7) (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem totaal olie C10 - C40 Grond (AS3000) Conform AS hexachloorbenzeen Grond (AS3000) Conform AS o,p-ddt Grond (AS3000) Conform AS p,p-ddt Grond (AS3000) Idem som DDT (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem o,p-ddd Grond (AS3000) Idem p,p-ddd Grond (AS3000) Idem som DDD (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem o,p-dde Grond (AS3000) Idem p,p-dde Grond (AS3000) Idem som DDE (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem som DDT,DDE,DDD (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem aldrin Grond (AS3000) Idem dieldrin Grond (AS3000) Idem endrin Grond (AS3000) Idem som aldrin/dieldrin/endrin (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

224 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 13 van 15 Projectnaam Meerpolder locatie 59 en 60 berkel en rodenrijs Orderdatum Projectnummer Startdatum Rapportnummer Rapportagedatum Analyse Monstersoort Relatie tot norm isodrin Grond (AS3000) Idem telodrin Grond (AS3000) Idem alpha-hch Grond (AS3000) Idem beta-hch Grond (AS3000) Idem gamma-hch Grond (AS3000) Idem delta-hch Grond (AS3000) Eigen methode, aceton/pentaan-extractie, clean-up, analyse m.b.v. GCMSMS som a-b-c-d HCH (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem heptachloor Grond (AS3000) Conform AS cis-heptachloorepoxide Grond (AS3000) Idem trans-heptachloorepoxide Grond (AS3000) Idem som heptachloorepoxide (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem alpha-endosulfan Grond (AS3000) Idem hexachloorbutadieen Grond (AS3000) Idem trans-chloordaan Grond (AS3000) Idem cis-chloordaan Grond (AS3000) Idem som chloordaan (0.7 factor) Grond (AS3000) Idem som organochloorbestrijdingsmiddelen (0.7 factor) landbodem Grond (AS3000) Conform AS3020 Monster Barcode Aanlevering Monstername Verpakking 001 A ALC A ALC A ALC A ALC E ALC291 Theoretische monsternamedatum 004 A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC201 Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

225 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 14 van 15 Projectnaam Meerpolder locatie 59 en 60 berkel en rodenrijs Orderdatum Projectnummer Startdatum Rapportnummer Rapportagedatum Monster Barcode Aanlevering Monstername Verpakking 008 A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC A ALC201 Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

226 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 15 van 15 Projectnaam Meerpolder locatie 59 en 60 berkel en rodenrijs Orderdatum Projectnummer Startdatum Rapportnummer Rapportagedatum Monsternummer: 011 Monster beschrijvingen (0-50) Karakterisering naar alkaantraject benzine kerosine en petroleum diesel en gasolie motorolie stookolie C9-C14 C10-C16 C10-C28 C20-C36 C10-C36 De C10 en C40 pieken zijn toegevoegd door het laboratorium en worden gebruikt als interne standaard. Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

227 ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat AG Rotterdam Tel.: +31 (0) Fax: +31 (0) Analyserapport Oranjewoud Capelle K. Renders Postbus AN ROTTERDAM Blad 1 van 6 Uw projectnaam : Meerpolder locatie 59 en 60 Uw projectnummer : W ALcontrol rapportnummer : , versie nummer: 1 Rapport verificatie nummer : 53TFL5FZ Rotterdam, Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project W. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De gerapporteerde resultaten hebben uitsluitend betrekking op de geteste monsters. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel door derden uitgevoerd onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Rotterdam (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 6 pagina's. In geval van een versienummer van '2' of hoger vervallen de voorgaande versies. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Uitgebreide informatie over de door ons gehanteerde analysemethoden kunt u terugvinden in onze informatiegids. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend, R. van Duin Laboratory Manager ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

228 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 2 van 6 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Meerpolder locatie 59 en W Orderdatum Startdatum Rapportagedatum Analyse Eenheid Q METALEN barium µg/l S <45 cadmium µg/l S <0.8 <0.8 <0.8 <0.8 kobalt µg/l S <5 <5 koper µg/l S <15 <15 <15 <15 kwik µg/l S <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 lood µg/l S <15 <15 <15 <15 molybdeen µg/l S <3.6 nikkel µg/l S < <15 zink µg/l S 72 <60 <60 <60 VLUCHTIGE AROMATEN benzeen µg/l S <0.2 <0.2 <0.2 <0.2 tolueen µg/l S 0.22 < ethylbenzeen µg/l S <0.2 <0.2 <0.2 <0.2 o-xyleen µg/l S <0.1 <0.1 < p- en m-xyleen µg/l S <0.2 <0.2 <0.2 <0.2 xylenen (0.7 factor) µg/l S styreen µg/l S <0.2 <0.2 <0.2 <0.2 naftaleen µg/l S <0.05 <0.05 <0.05 <0.05 GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan µg/l S <0.6 <0.6 <0.6 <0.6 1,2-dichloorethaan µg/l S <0.6 <0.6 <0.6 <0.6 1,1-dichlooretheen µg/l S <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 cis-1,2-dichlooretheen µg/l S <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 trans-1,2-dichlooretheen µg/l S <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 som (cis,trans) 1,2- dichloorethenen (0.7 factor) De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q. Nummer Monstersoort Monsterspecificatie µg/l S dichloormethaan µg/l S <0.2 <0.2 <0.2 <0.2 1,1-dichloorpropaan µg/l S <0.25 <0.25 <0.25 <0.25 1,2-dichloorpropaan µg/l S <0.25 <0.25 <0.25 <0.25 1,3-dichloorpropaan µg/l S <0.25 <0.25 <0.25 <0.25 som dichloorpropanen (0.7 factor) µg/l S tetrachlooretheen µg/l S <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 tetrachloormethaan µg/l S <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 1,1,1-trichloorethaan µg/l S <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 1,1,2-trichloorethaan µg/l S <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 trichlooretheen µg/l S <0.6 <0.6 <0.6 < Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) (-) (-) (-) (-) ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 Paraaf : AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

229 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 3 van 6 Projectnaam Projectnummer Rapportnummer Meerpolder locatie 59 en W Orderdatum Startdatum Rapportagedatum Analyse Eenheid Q chloroform µg/l S <0.6 <0.6 <0.6 <0.6 vinylchloride µg/l S <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 tribroommethaan µg/l S <0.2 <0.2 <0.2 <0.2 MINERALE OLIE fractie C10 - C12 µg/l <25 <25 <25 <25 fractie C12 - C22 µg/l <25 <25 <25 <25 fractie C22 - C30 µg/l <25 <25 <25 <25 fractie C30 - C40 µg/l <25 <25 <25 <25 totaal olie C10 - C40 µg/l S <100 <100 <100 <100 De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q. Nummer Monstersoort Monsterspecificatie Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) (-) (-) (-) (-) ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 Paraaf : AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

230 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 4 van 6 Projectnaam Meerpolder locatie 59 en 60 Orderdatum Projectnummer W Startdatum Rapportnummer Rapportagedatum Monster beschrijvingen 001 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. 002 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. 003 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. 004 * De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000, dit geldt alleen voor de analyses die worden gerapporteerd met het "S" kenmerk. Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

231 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 5 van 6 Projectnaam Meerpolder locatie 59 en 60 Orderdatum Projectnummer W Startdatum Rapportnummer Rapportagedatum Analyse Monstersoort Relatie tot norm barium Grondwater (AS3000) Conform AS en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) cadmium Grondwater (AS3000) Idem kobalt Grondwater (AS3000) Idem koper Grondwater (AS3000) Idem kwik Grondwater (AS3000) Conform AS en conform NEN-EN-ISO lood Grondwater (AS3000) Conform AS en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) molybdeen Grondwater (AS3000) Idem nikkel Grondwater (AS3000) Idem zink Grondwater (AS3000) Idem benzeen Grondwater (AS3000) Conform AS tolueen Grondwater (AS3000) Idem ethylbenzeen Grondwater (AS3000) Idem o-xyleen Grondwater (AS3000) Idem p- en m-xyleen Grondwater (AS3000) Idem xylenen (0.7 factor) Grondwater (AS3000) Conform AS styreen Grondwater (AS3000) Conform AS naftaleen Grondwater (AS3000) Idem 1,1-dichloorethaan Grondwater (AS3000) Idem 1,2-dichloorethaan Grondwater (AS3000) Idem 1,1-dichlooretheen Grondwater (AS3000) Idem cis-1,2-dichlooretheen Grondwater (AS3000) Idem trans-1,2-dichlooretheen Grondwater (AS3000) Idem som (cis,trans) 1,2- dichloorethenen (0.7 factor) Grondwater (AS3000) Idem dichloormethaan Grondwater (AS3000) Idem 1,1-dichloorpropaan Grondwater (AS3000) Idem 1,2-dichloorpropaan Grondwater (AS3000) Idem 1,3-dichloorpropaan Grondwater (AS3000) Idem som dichloorpropanen (0.7 factor) Grondwater (AS3000) Idem tetrachlooretheen Grondwater (AS3000) Idem tetrachloormethaan Grondwater (AS3000) Idem 1,1,1-trichloorethaan Grondwater (AS3000) Idem 1,1,2-trichloorethaan Grondwater (AS3000) Idem trichlooretheen Grondwater (AS3000) Idem chloroform Grondwater (AS3000) Idem vinylchloride Grondwater (AS3000) Idem tribroommethaan Grondwater (AS3000) Idem totaal olie C10 - C40 Grondwater (AS3000) Conform AS Monster Barcode Aanlevering Monstername Verpakking 001 B ALC G ALC G ALC B ALC G ALC G ALC B ALC G ALC236 Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

232 Oranjewoud Capelle K. Renders Analyserapport Blad 6 van 6 Projectnaam Meerpolder locatie 59 en 60 Orderdatum Projectnummer W Startdatum Rapportnummer Rapportagedatum Monster Barcode Aanlevering Monstername Verpakking 003 G ALC B ALC G ALC G ALC236 Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM

233 Bijlage 7: Kwaliteitsaspecten van het onderzoek, de toegepaste methoden en strategieën en betrouwbaarheid/garanties

234 Kwaliteitsaspecten van het onderzoek, de toegepaste methoden en strategieën en betrouwbaarheid/garanties Betrouwbaarheid/garanties Bodemonderzoek wordt in zijn algemeenheid uitgevoerd door het steekproefsgewijs bemonsteren van al dan niet verdachte bodemlagen. Hoewel Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. conform de toepasselijke en van kracht zijnde regelgeving handelt, is het juist deze steekproefsgewijze benadering die het onmogelijk maakt garanties ten aanzien van de verontreinigingssituatie af te geven op basis van de resultaten van een bodemonderzoek. Het vorenstaande betekent dat Oranjewoud op voorhand geen aansprakelijkheid accepteert ten aanzien van mogelijke beslissingen die de opdrachtgever naar aanleiding van het door Oranjewoud uitgevoerde bodemonderzoek neemt. In een voorkomend geval adviseren wij u altijd contact op te nemen met uw aanspreekpunt binnen Oranjewoud. In dit kader kan ook worden opgemerkt dat de voor het historisch onderzoek geraadpleegde bronnen niet altijd zonder fouten en volledig zijn. Voor het verkrijgen van historische informatie is Oranjewoud wel afhankelijk van deze bronnen, waardoor Oranjewoud niet kan instaan voor de juistheid en volledigheid van de verzamelde historische informatie. Certificatie/accreditatie Ingenieursbureau Oranjewoud is gecertificeerd volgens NEN-ISO Ons bureau is lid van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodemonderzoek (VKB). Het veldwerk is uitgevoerd conform de BRL SIKB 2000 (Beoordelingsrichtlijn voor het SIKB-procescertificaat voor veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek). Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. is volgens dit SIKB-procescertificaat gecertificeerd en erkend. Eventuele afwijkingen van de beoordelingsrichtlijn zijn in onderhavig rapport vermeld. In het colofon staan de namen en parafen van de veldmedewerkers die de kritische functies binnen het veldwerk hebben uitgevoerd. De naleving van de kwaliteitseisen en -procedures wordt periodiek getoetst door interne auditors en externe auditors, onder toezicht van de Raad voor Accreditatie. De onderzochte locatie is niet in eigendom van Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. of gerelateerde zusterbedrijven. De in het bodemonderzoek benodigde analyses van grond en grondwater laat Oranjewoud verrichten door een door de RvA geaccrediteerd laboratorium. Deze accreditatie garandeert dat bij de analyses consequent de juiste en vastgelegde procedures worden gehanteerd zodat de analyseresultaten een hoge betrouwbaarheid hebben. Voor de analyses geldt dat deze conform het Accreditatieschema(AS)3000 zijn uitgevoerd.

235 Toepassing grond en asbest Het bodemonderzoek geeft inzicht in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem in het kader van het gebruik en/of de bestemming van de onderzochte locatie. Indien echter grond van de locatie wordt afgevoerd voor toepassing elders, volstaan de resultaten van het verrichte bodemonderzoek mogelijk niet. Afhankelijk van de omvang van de af te voeren partij(en) grond en de eisen die door de acceptant of het bevoegd gezag ter plaatse van de nieuwe toepassingslocatie worden gesteld (bijvoorbeeld aanwezigheid van een bodemkwaliteitskaart met bijbehorend bodembeheerplan), dient de grond eventueel nog conform de richtlijnen van het Besluit bodemkwaliteit te worden onderzocht. Met nadruk wordt vermeld dat onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in de bodem geen onderdeel uitmaakt van onderzoek dat door Oranjewoud volgens de NEN 5740 is uitgevoerd. Het voorliggende onderzoek doet derhalve geen bindende uitspraak over de aan- of afwezigheid van asbest in de bodem op de onderzochte locatie. Als tijdens het veldwerk in de bodem asbestverdachte materialen zijn opgemerkt, dan komt dit in de profielbeschrijvingen en de conclusies naar voren. Overigens wordt opgemerkt dat in de bodem aanwezig puin enig asbest kan bevatten. Specifiek onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in de bodem dient volgens de NEN 5707 Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in de bodem (NNI, april 2003) te worden uitgevoerd.

236 Bijlage 8: Besluit Bodemkwaliteit

237 projectnr.: Gemeente Lansingerland 18 november 2010, revisie 00 Verkennend onderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 bijlage 4 Berkel en Rodenrijs BBK-v02-05 Bijlage 4: Toetsing samenstelling Besluit bodemkwaliteit voor grond Soort materiaal: grond Partijomvang: ton Parameter Eenheid Analyseresultaten Spreiding rapportagegrens AS3000 Samenstelling (1) grond, versie Normen (2) Toetsing (3) 4, DP1-1 Xh/Xl Y Toets Xgem AW2000 Wonen Industrie Droge-stofgehalte % 76,8 76,8 0,3 Organische stof % (m/m) 1,9 1,9 0,6 Korrelgroottefractie < 2 μm (Lutum) % (m/m) 13 13,0 0,6 Emissie toetswaarde Kwaliteitstklasse Metalen (4) Barium (Ba) mg/kg ds 31 1,0 2,5-31, ,9 563,9 563,9 - AW Cadmium (Cd) mg/kg ds <0,35 1,0 2,5-0,25 0,35 0,4 0,8 2,9 2,9 AW** Kobalt (Co) mg/kg ds 5,6 1,0 2,5-5,60 4,3 9,4 21,9 119,1 81,5 AW Koper (Cu) mg/kg ds 11 1,0 2,5-11,0 19,3 26,7 36,0 126,7 75,3 AW Kwik (Hg) mg/kg ds <0,1 1,0 2,5-0,07 0,1 0,12 0,68 3,94 3,94 AW** Lood (Pb) mg/kg ds 29 1,0 2,5-29, ,2 160,6 405,3 235,5 AW Molybdeen (Mo) mg/kg ds <1,5 1,0 2,5-1,05 1,5 1,5 88,0 190,0 105,0 AW** Nikkel (Ni) mg/kg ds 15 1,0 2,5-15, ,0 25,6 65,7 65,7 AW Zink (Zn) mg/kg ds 70 1,0 2,5-70, ,0 131,4 473,1 282,6 AW Polycyclische aromaten (PAK) Naftaleen mg/kg ds <0,01 1,0 2,5-0,007 0, Fenanthreen mg/kg ds 0,08 1,0 2,5-0,080 0, Anthraceen mg/kg ds 0,02 1,0 2,5-0,020 0, Fluorantheen mg/kg ds 0,15 1,0 2,5-0,150 0, Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,08 1,0 2,5-0,080 0, Chryseen mg/kg ds 0,07 1,0 2,5-0,070 0, Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,05 1,0 2,5-0,050 0, Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,07 1,0 2,5-0,070 0, Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds 0,06 1,0 2,5-0,060 0, Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds 0,05 1,0 2,5-0,050 0, PAK's Totaal VROM (10) mg/kg ds --- 1,0 2,5-0,637 1,5 1,500 6,800 40,000 - AW Gechloreerde koolwaterstoffen Chloorbenzenen hexachloorbenzeen mg/kg ds 0,0012 1,0 2,5-0,0012 0,0017 0,0017 0,0054 0, AW PCB's PCB- 28 mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, PCB- 52 mg/kg ds 0,0017 1,0 2,5-0,0017 0, PCB-101 mg/kg ds 0,0032 1,0 2,5-0,0032 0, PCB-118 mg/kg ds 0,0013 1,0 2,5-0,0013 0, PCB-138 mg/kg ds 0,0026 1,0 2,5-0,0026 0, PCB-153 mg/kg ds 0,0027 1,0 2,5-0,0027 0, PCB-180 mg/kg ds 0,0014 1,0 2,5-0,0014 0, Som PCB-7 mg/kg ds --- 1,0 2,5-0,014 0,014 0,0040 0,0040 0, I (3,4 x W) Bestrijdingmiddelen Organochloorbestrijdingsmiddelen cis-chloordaan mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, trans-chloordaan mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, Chloordaan mg/kg ds --- 1,0 2,5-0,0014 0,002 0,0004 0,0004 0, AW** DDT-o,p-isomeer mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, DDT-p,p-isomeer mg/kg ds <0,003 1,0 2,5-0,0021 0, som DDT mg/kg ds --- 1,0 2,5-0,0028 0,04 0,0400 0,0400 0, AW** DDE-o,p-isomeer mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, DDE-p,p-isomeer mg/kg ds 0,0032 1,0 2,5-0,0032 0, som DDE mg/kg ds --- 1,0 2,5-0,0039 0,02 0,0200 0,0260 0, AW DDD-o,p-isomeer mg/kg ds 0,0018 1,0 2,5-0,0018 0, DDD-p,p-isomeer mg/kg ds 0,0025 1,0 2,5-0,0025 0, som DDD mg/kg ds --- 1,0 2,5-0,0043 0,004 0,0040 0,1680 6, W (1,08 x AW) Som DDT/DDD/DDE mg/kg ds --- 1,0 2,5-0,0110 0, Aldrin mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, Dieldrin mg/kg ds 0,0084 1,0 2,5-0,0084 0, Endrin mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, Isodrin mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007 0,001 0,0900 0,0900 0, AW** Telodrin mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007 0,001 0,0900 0,0900 0, AW** Som Drins (3 stuks) mg/kg ds --- 1,0 2,5-0,0098 0,0036 0,0030 0,0080 0, I (1,23 x W) a-endosulfan mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007 0,001 0,0002 0,0002 0, AW** a-hch mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007 0,001 0,0002 0,0002 0, AW** ß-HCH mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007 0,001 0,0004 0,0004 0, AW** y-hch mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007 0,001 0,0006 0,0080 0, AW** d-hch mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007-0,0900 0,0900 0, AW Som HCH (a,b,c) mg/kg ds --- 1,0 2,5-0,0021 0, Heptachloor mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007 0,001 0,0001 0,0001 0, AW** cis-heptachloorepoxide mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, trans-heptachloorepoxide mg/kg ds <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, Heptachloorepoxide mg/kg ds --- 1,0 2,5-0,0014 0,002 0,0004 0,0004 0, AW** Som OCB's (landbodem) mg/kg ds --- 1,0 2,5-0,0297 0,0803 0, AW Overig stoffen Minerale olie (GC) C10-C12 mg/kg ds <5 1,0 2,5-3, Minerale olie (GC) C12-C22 mg/kg ds <5 1,0 2,5-3, Minerale olie (GC) C22-C30 mg/kg ds <5 1,0 2,5-3, Minerale olie (GC) C30-C40 mg/kg ds <5 1,0 2,5-3, Minerale olie (GC) totaal mg/kg ds <20 1,0 2,5-14, ,0 38,0 100,0 - AW** blad 1 van 2 Milieu & Veiligheid

238 projectnr.: Gemeente Lansingerland 18 november 2010, revisie 00 Verkennend onderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 bijlage 4 Berkel en Rodenrijs BBK-v02-05 Bijlage 4: Toetsing samenstelling Besluit bodemkwaliteit voor grond Aantal onderzochte getoetste stoffen: 28 Conclusie: De partij grond is indicatief onderzocht en getoetst volgens het generieke kader en voldoet op basis van de samenstellingswaarden aan de kwaliteitsklasse Industrie. Verklaring Aannames Xh hoogste meetwaarde voor stof x Onderzocht materiaal: grond Xl laagste meetwaarde voor stof x Protocol: indicatieve toetsing Y maximaal toegestane verhouding tussen Xh en Xl Toetsingskader: generieke toetsing Xgem gemiddeld gemeten gehalte voor stof x Aantal monsters: 1 (1) indien het analyseresultaat kleiner is dan de rapportagegrens, wordt voor Xgem een gehalte Speciale toepassing: aangehouden van 0,7 x rapportagegrens - in contact met zout/brak water? nvt (2) normen gecorrigeerd op basis van gehalten aan organische stof en lutum - in grote wateren? nvt (3) indeling in kwaliteitsklasse en mate van overschrijding van de norm - betreft het zeezand? nvt (4) het tijdelijk intrekken van de normen voor barium (zie verklaring AW***) geldt formeel ook wanneer is vastgesteld dat het gehalte aan barium het gevolg is van een antropogene bron; in Rapportagegrenzen conform: rapportage-grens AS3000 grond, dat geval zal het bevoegd gezag het gemiddeld gemeten gehalte echter beoordelen op basis van versie 4, de voormalige interventiewaarde voor landbodem (is gelijk aan de maximale waarde voor de klasse 'industrie') Kwaliteitsklasse AW achtergrondwaarde (AW2000) Datum laboratoriumonderzoek: AW** achtergrondwaarde (AW2000), vanwege het niet overschrijden van de voorgeschreven rapportagegrenzen (AS3000 grond), e.e.a. conform artikel 1, onderdeel S, lid 5 van de Wijziging Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 122) AW*** met het wijzigen van de Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 67, 7 april 2009) zijn de normen voor barium tijdelijk buiten werking gesteld voor die situaties waarbij sprake is van een van nature verhoogd achtergrondgehalte W I NT (i) wonen industrie niet toepasbaar verhoogde rapportagegrens voor waterbodemmonster ten opzichte van de AS3000, analyse uitgevoerd voor 1 juli 2009 blad 2 van 2 Milieu & Veiligheid

239 projectnr.: Gemeente Lansingerland 18 november 2010, revisie 00 Verkennend onderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 bijlage 4 Berkel en Rodenrijs BBK-v02-05 Bijlage 4: Toetsing samenstelling Besluit bodemkwaliteit voor grond Soort materiaal: grond Partijomvang: ton Parameter Eenheid Analyseresultaten Spreiding rapportagegrens AS3000 Samenstelling (1) grond, versie Normen (2) Toetsing (3) 4, BM1 BM2 BM3 BM4 Xh/Xl Y Toets Xgem AW2000 Wonen Industrie Droge-stofgehalte % 74 68,7 70,4 64,9 69,5 0,3 Organische stof % (m/m) 2,4 5,9 4,8 9,2 5,6 0,6 Korrelgroottefractie < 2 μm (Lutum) % (m/m) ,8 0,6 Emissie toetswaarde Kwaliteitstklasse Metalen (4) Barium (Ba) mg/kg ds ,9 2,5 + 51, ,2 764,2 764,2 - AW Cadmium (Cd) mg/kg ds <0,35 <0,35 <0,35 <0,35 1,0 2,5-0,25 0,35 0,5 1,0 3,6 3,6 AW** Kobalt (Co) mg/kg ds 6,1 6,6 5,1 7,5 1,5 2,5-6,33 4,3 12,6 29,3 159,0 108,8 AW Koper (Cu) mg/kg ds ,5 2,5-12,5 19,3 33,6 45,3 159,4 94,8 AW Kwik (Hg) mg/kg ds <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 1,0 2,5-0,07 0,1 0,14 0,76 4,40 4,40 AW** Lood (Pb) mg/kg ds ,5 2,5-23, ,3 186,1 469,7 272,9 AW Molybdeen (Mo) mg/kg ds <1,5 <1,5 <1,5 <1,5 1,0 2,5-1,05 1,5 1,5 88,0 190,0 105,0 AW** Nikkel (Ni) mg/kg ds ,5 2,5-15, ,8 33,2 85,0 85,0 AW Zink (Zn) mg/kg ds ,6 2,5-60, ,6 168,0 604,9 361,2 AW Polycyclische aromaten (PAK) Naftaleen mg/kg ds <0,01 <0,01 0,01 <0,01 1,4 2,5-0,008 0, Fenanthreen mg/kg ds 0,04 0,04 0,06 0,02 3,0 2,5 + 0,040 0, Anthraceen mg/kg ds 0,01 0,02 0,02 <0,01 2,9 2,5 + 0,014 0, Fluorantheen mg/kg ds 0,11 0,1 0,09 0,05 2,2 2,5-0,088 0, Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,06 0,07 0,08 0,05 1,6 2,5-0,065 0, Chryseen mg/kg ds 0,06 0,06 0,06 0,04 1,5 2,5-0,055 0, Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,04 0,04 0,05 0,03 1,7 2,5-0,040 0, Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,05 0,06 0,08 0,04 2,0 2,5-0,058 0, Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds 0,05 0,05 0,06 0,03 2,0 2,5-0,048 0, Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds 0,05 0,05 0,06 0,03 2,0 2,5-0,048 0, PAK's Totaal VROM (10) mg/kg ds ,9 2,5-0,462 1,5 1,500 6,800 40,000 - AW Gechloreerde koolwaterstoffen PCB's PCB- 28 mg/kg ds <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, PCB- 52 mg/kg ds <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, PCB-101 mg/kg ds <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, PCB-118 mg/kg ds <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, PCB-138 mg/kg ds <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, PCB-153 mg/kg ds <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, PCB-180 mg/kg ds <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, Som PCB-7 mg/kg ds ,0 2,5-0,005 0,014 0,0112 0,0112 0, AW** Overig stoffen Minerale olie (GC) C10-C12 mg/kg ds <5 <5 <5 <5 1,0 2,5-3, Minerale olie (GC) C12-C22 mg/kg ds <5 <5 <5 <5 1,0 2,5-3, Minerale olie (GC) C22-C30 mg/kg ds <5 <5 <5 <5 1,0 2,5-3, Minerale olie (GC) C30-C40 mg/kg ds <5 <5 <5 <5 1,0 2,5-3, Minerale olie (GC) totaal mg/kg ds <20 <20 <20 <20 1,0 2,5-14, ,9 105,9 278,8 - AW** Aantal onderzochte getoetste stoffen: 12 Conclusie: De partij grond is indicatief onderzocht en getoetst volgens het generieke kader en voldoet op basis van de samenstellingswaarden aan de AW2000. Verklaring Aannames Xh hoogste meetwaarde voor stof x Onderzocht materiaal: grond Xl laagste meetwaarde voor stof x Protocol: indicatieve toetsing Y maximaal toegestane verhouding tussen Xh en Xl Toetsingskader: generieke toetsing Xgem gemiddeld gemeten gehalte voor stof x Aantal monsters: 4 (1) indien het analyseresultaat kleiner is dan de rapportagegrens, wordt voor Xgem een gehalte aangehouden Speciale toepassing: van 0,7 x rapportagegrens - in contact met zout/brak water? nvt (2) normen gecorrigeerd op basis van gehalten aan organische stof en lutum - in grote wateren? nvt (3) indeling in kwaliteitsklasse en mate van overschrijding van de norm - betreft het zeezand? nvt (4) het tijdelijk intrekken van de normen voor barium (zie verklaring AW***) geldt formeel ook wanneer is vastgesteld dat het gehalte aan barium het gevolg is van een antropogene bron; in dat geval zal het bevoegd Rapportagegrenzen conform: rapportage-grens AS3000 grond, gezag het gemiddeld gemeten gehalte echter beoordelen op basis van de voormalige interventiewaarde voor versie 4, landbodem (is gelijk aan de maximale waarde voor de klasse 'industrie') Kwaliteitsklasse AW achtergrondwaarde (AW2000) Datum laboratoriumonderzoek: AW** achtergrondwaarde (AW2000), vanwege het niet overschrijden van de voorgeschreven rapportagegrenzen (AS3000 grond), e.e.a. conform artikel 1, onderdeel S, lid 5 van de Wijziging Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 122) AW*** met het wijzigen van de Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 67, 7 april 2009) zijn de normen voor barium tijdelijk buiten werking gesteld voor die situaties waarbij sprake is van een van nature verhoogd achtergrondgehalte W I NT (i) wonen industrie niet toepasbaar verhoogde rapportagegrens voor waterbodemmonster ten opzichte van de AS3000, analyse uitgevoerd voor 1 juli 2009 blad 1 van 1 Milieu & Veiligheid

240 projectnr.: Gemeente Lansingerland 18 november 2010, revisie 00 Verkennend onderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 bijlage 4 Berkel en Rodenrijs BBK-v02-05 Bijlage 4: Toetsing samenstelling Besluit bodemkwaliteit voor grond Soort materiaal: grond Partijomvang: ton Parameter Eenheid Analyseresultaten Spreiding rapportagegrens AS3000 Samenstelling (1) grond, versie Normen (2) Toetsing (3) 4, OM5 OM6 OM7 OM8 Xh/Xl Y Toets Xgem AW2000 Wonen Industrie Droge-stofgehalte % 54,9 64,6 56, ,025 0,3 Organische stof % (m/m) 5,4 2,5 16,2 3,2 6,8 0,6 Korrelgroottefractie < 2 μm (Lutum) % (m/m) 31 8, ,9 0,6 Emissie toetswaarde Kwaliteitstklasse Metalen (4) Barium (Ba) mg/kg ds 34 < ,7 2,5 + 26, ,0 739,0 739,0 - AW Cadmium (Cd) mg/kg ds <0,35 <0,35 <0,35 <0,35 1,0 2,5-0,25 0,35 0,5 1,0 3,7 3,7 AW** Kobalt (Co) mg/kg ds 9 5,6 6,6 6,4 1,6 2,5-6,90 4,3 12,2 28,4 153,9 105,3 AW Koper (Cu) mg/kg ds 12 <10 17 <10 2,4 2,5-10,8 19,3 33,8 45,7 160,6 95,5 AW Kwik (Hg) mg/kg ds <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 1,0 2,5-0,07 0,1 0,14 0,76 4,38 4,38 AW** Lood (Pb) mg/kg ds 21 <13 30 <13 3,3 2,5 + 17, ,5 187,1 472,2 274,4 AW Molybdeen (Mo) mg/kg ds 1,8 <1,5 <1,5 <1,5 1,7 2,5-1,24 1,5 1,5 88,0 190,0 105,0 AW Nikkel (Ni) mg/kg ds ,6 2,5-17, ,9 32,2 82,6 82,6 AW Zink (Zn) mg/kg ds ,0 2,5-51, ,9 167,1 601,4 359,2 AW Polycyclische aromaten (PAK) Naftaleen mg/kg ds <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 1,0 2,5-0,007 0, Fenanthreen mg/kg ds 0,52 0,01 0,02 0,01 52,0 2,5 + 0,140 0, Anthraceen mg/kg ds 0,14 <0,01 <0,01 <0,01 20,0 2,5 + 0,040 0, Fluorantheen mg/kg ds 0,93 0,03 0,04 <0,01 132,9 2,5 + 0,252 0, Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,48 0,02 0,02 0,01 48,0 2,5 + 0,133 0, Chryseen mg/kg ds 0,36 0,02 0,02 <0,01 51,4 2,5 + 0,102 0, Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,25 0,01 0,02 <0,01 35,7 2,5 + 0,072 0, Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,43 0,02 0,02 <0,01 61,4 2,5 + 0,119 0, Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds 0,29 0,02 0,02 <0,01 41,4 2,5 + 0,084 0, Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds 0,31 0,02 0,02 <0,01 44,3 2,5 + 0,089 0, PAK's Totaal VROM (10) mg/kg ds ,9 2,5 + 1,038 1,5 1,500 6,800 40,000 - AW Gechloreerde koolwaterstoffen PCB's PCB- 28 mg/kg ds <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, PCB- 52 mg/kg ds 0,0028 <0,001 <0,001 <0,001 4,0 2,5 + 0,0012 0, PCB-101 mg/kg ds 0,0088 <0,001 <0,001 <0,001 12,6 2,5 + 0,0027 0, PCB-118 mg/kg ds 0,0036 <0,001 <0,001 <0,001 5,1 2,5 + 0,0014 0, PCB-138 mg/kg ds 0,0036 <0,001 <0,001 <0,001 5,1 2,5 + 0,0014 0, PCB-153 mg/kg ds 0,0045 <0,001 <0,001 <0,001 6,4 2,5 + 0,0017 0, PCB-180 mg/kg ds 0,0011 <0,001 <0,001 <0,001 1,6 2,5-0,0008 0, Som PCB-7 mg/kg ds ,1 2,5 + 0,010 0,014 0,0137 0,0137 0, AW Overig stoffen Minerale olie (GC) C10-C12 mg/kg ds <5 <5 <5 <5 1,0 2,5-3, Minerale olie (GC) C12-C22 mg/kg ds <5 <5 <5 <5 1,0 2,5-3, Minerale olie (GC) C22-C30 mg/kg ds <5 <5 <5 <5 1,0 2,5-3, Minerale olie (GC) C30-C40 mg/kg ds <5 <5 <5 <5 1,0 2,5-3, Minerale olie (GC) totaal mg/kg ds <20 <20 <20 <20 1,0 2,5-14, ,7 129,7 341,3 - AW** Aantal onderzochte getoetste stoffen: 12 Conclusie: De partij grond is indicatief onderzocht en getoetst volgens het generieke kader en voldoet op basis van de samenstellingswaarden aan de AW2000. Verklaring Aannames Xh hoogste meetwaarde voor stof x Onderzocht materiaal: grond Xl laagste meetwaarde voor stof x Protocol: indicatieve toetsing Y maximaal toegestane verhouding tussen Xh en Xl Toetsingskader: generieke toetsing Xgem gemiddeld gemeten gehalte voor stof x Aantal monsters: 4 (1) indien het analyseresultaat kleiner is dan de rapportagegrens, wordt voor Xgem een gehalte aangehouden Speciale toepassing: van 0,7 x rapportagegrens - in contact met zout/brak water? nvt (2) normen gecorrigeerd op basis van gehalten aan organische stof en lutum - in grote wateren? nvt (3) indeling in kwaliteitsklasse en mate van overschrijding van de norm - betreft het zeezand? nvt (4) het tijdelijk intrekken van de normen voor barium (zie verklaring AW***) geldt formeel ook wanneer is vastgesteld dat het gehalte aan barium het gevolg is van een antropogene bron; in dat geval zal het bevoegd Rapportagegrenzen conform: rapportage-grens AS3000 grond, gezag het gemiddeld gemeten gehalte echter beoordelen op basis van de voormalige interventiewaarde voor versie 4, landbodem (is gelijk aan de maximale waarde voor de klasse 'industrie') Kwaliteitsklasse AW achtergrondwaarde (AW2000) Datum laboratoriumonderzoek: AW** achtergrondwaarde (AW2000), vanwege het niet overschrijden van de voorgeschreven rapportagegrenzen (AS3000 grond), e.e.a. conform artikel 1, onderdeel S, lid 5 van de Wijziging Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 122) AW*** met het wijzigen van de Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 67, 7 april 2009) zijn de normen voor barium tijdelijk buiten werking gesteld voor die situaties waarbij sprake is van een van nature verhoogd achtergrondgehalte W I NT (i) wonen industrie niet toepasbaar verhoogde rapportagegrens voor waterbodemmonster ten opzichte van de AS3000, analyse uitgevoerd voor 1 juli 2009 blad 1 van 1 Milieu & Veiligheid

241 projectnr.: Gemeente Lansingerland 18 november 2010, revisie 00 Verkennend onderzoek Meerpolder locatie 59 en 60 bijlage 4 Berkel en Rodenrijs BBK-v02-05 Bijlage 4: Toetsing samenstelling Besluit bodemkwaliteit voor grond Soort materiaal: grond Partijomvang: ton Parameter Eenheid Analyseresultaten Spreiding rapportagegrens AS3000 Samenstelling (1) grond, versie Normen (2) Toetsing (3) 4, OM7 OM Xh/Xl Y Toets Xgem AW2000 Wonen Industrie Droge-stofgehalte % 56, ,3 77,6 60,625 0,3 Organische stof % (m/m) 16,2 3,2 28,7 1,8 12,5 0,6 Korrelgroottefractie < 2 μm (Lutum) % (m/m) ,8 0,6 Emissie toetswaarde Kwaliteitstklasse Metalen (4) Barium (Ba) mg/kg ds ,9 2,5 + 36, ,9 882,9 882,9 - AW Cadmium (Cd) mg/kg ds <0,35 <0,35 <0,35 <0,35 1,0 2,5-0,25 0,35 0,6 1,3 4,5 4,5 AW** Kobalt (Co) mg/kg ds 6,6 6,4 6,9 5,8 1,2 2,5-6,43 4,3 14,4 33,6 182,6 124,9 AW Koper (Cu) mg/kg ds 17 <10 34 <10 4,9 2,5 + 16,3 19,3 40,8 55,1 193,9 115,3 AW Kwik (Hg) mg/kg ds <0,1 <0,1 0,18 <0,1 2,6 2,5 + 0,10 0,1 0,15 0,83 4,80 4,80 AW Lood (Pb) mg/kg ds 30 < ,4 2,5 + 28, ,7 213,0 537,6 312,4 AW Molybdeen (Mo) mg/kg ds <1,5 <1,5 2 <1,5 1,9 2,5-1,29 1,5 1,5 88,0 190,0 105,0 AW Nikkel (Ni) mg/kg ds ,6 2,5-18, ,8 37,6 96,4 96,4 AW Zink (Zn) mg/kg ds ,1 2,5-57, ,0 199,9 719,8 429,9 AW Polycyclische aromaten (PAK) Naftaleen mg/kg ds <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 1,0 2,5-0,007 0, Fenanthreen mg/kg ds 0,02 0,01 0,03 0,01 3,0 2,5 + 0,018 0, Anthraceen mg/kg ds <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 1,0 2,5-0,007 0, Fluorantheen mg/kg ds 0,04 <0,01 0,09 0,03 12,9 2,5 + 0,042 0, Benzo(a)anthraceen mg/kg ds 0,02 0,01 0,05 0,02 5,0 2,5 + 0,025 0, Chryseen mg/kg ds 0,02 <0,01 0,05 0,02 7,1 2,5 + 0,024 0, Benzo(k)fluorantheen mg/kg ds 0,02 <0,01 0,04 0,01 5,7 2,5 + 0,019 0, Benzo(a)pyreen mg/kg ds 0,02 <0,01 0,04 0,02 5,7 2,5 + 0,022 0, Benzo(ghi)peryleen mg/kg ds 0,02 <0,01 0,05 0,02 7,1 2,5 + 0,024 0, Indeno(123-cd)pyreen mg/kg ds 0,02 <0,01 0,05 0,02 7,1 2,5 + 0,024 0, PAK's Totaal VROM (10) mg/kg ds ,4 2,5 + 0,212 1,5 1,871 8,483 49,900 - AW Gechloreerde koolwaterstoffen PCB's PCB- 28 mg/kg ds <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, PCB- 52 mg/kg ds <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 1,0 2,5-0,0007 0, PCB-101 mg/kg ds <0,001 <0,001 0,0022 <0,001 3,1 2,5 + 0,0011 0, PCB-118 mg/kg ds <0,001 <0,001 0,0016 <0,001 2,3 2,5-0,0009 0, PCB-138 mg/kg ds <0,001 <0,001 0,0026 <0,001 3,7 2,5 + 0,0012 0, PCB-153 mg/kg ds <0,001 <0,001 0,0033 <0,001 4,7 2,5 + 0,0014 0, PCB-180 mg/kg ds <0,001 <0,001 0,0032 <0,001 4,6 2,5 + 0,0013 0, Som PCB-7 mg/kg ds ,9 2,5 + 0,007 0,014 0,0250 0,0250 0, AW Overig stoffen Minerale olie (GC) C10-C12 mg/kg ds <5 <5 8 <5 2,3 2,5-4, Minerale olie (GC) C12-C22 mg/kg ds <5 <5 14 <5 4,0 2,5 + 6, Minerale olie (GC) C22-C30 mg/kg ds <5 <5 26 <5 7,4 2,5 + 9, Minerale olie (GC) C30-C40 mg/kg ds <5 <5 29 <5 8,3 2,5 + 9, Minerale olie (GC) totaal mg/kg ds <20 <20 80 <20 5,7 2,5 + 30, ,0 237,0 623,8 - AW Aantal onderzochte getoetste stoffen: 12 Conclusie: De partij grond is indicatief onderzocht en getoetst volgens het generieke kader en voldoet op basis van de samenstellingswaarden aan de AW2000. Verklaring Aannames Xh hoogste meetwaarde voor stof x Onderzocht materiaal: grond Xl laagste meetwaarde voor stof x Protocol: indicatieve toetsing Y maximaal toegestane verhouding tussen Xh en Xl Toetsingskader: generieke toetsing Xgem gemiddeld gemeten gehalte voor stof x Aantal monsters: 4 (1) indien het analyseresultaat kleiner is dan de rapportagegrens, wordt voor Xgem een gehalte aangehouden Speciale toepassing: van 0,7 x rapportagegrens - in contact met zout/brak water? nvt (2) normen gecorrigeerd op basis van gehalten aan organische stof en lutum - in grote wateren? nvt (3) indeling in kwaliteitsklasse en mate van overschrijding van de norm - betreft het zeezand? nvt (4) het tijdelijk intrekken van de normen voor barium (zie verklaring AW***) geldt formeel ook wanneer is vastgesteld dat het gehalte aan barium het gevolg is van een antropogene bron; in dat geval zal het bevoegd Rapportagegrenzen conform: rapportage-grens AS3000 grond, gezag het gemiddeld gemeten gehalte echter beoordelen op basis van de voormalige interventiewaarde voor versie 4, landbodem (is gelijk aan de maximale waarde voor de klasse 'industrie') Kwaliteitsklasse AW achtergrondwaarde (AW2000) Datum laboratoriumonderzoek: AW** achtergrondwaarde (AW2000), vanwege het niet overschrijden van de voorgeschreven rapportagegrenzen (AS3000 grond), e.e.a. conform artikel 1, onderdeel S, lid 5 van de Wijziging Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 122) AW*** met het wijzigen van de Regeling bodemkwaliteit (Staatscourant nr. 67, 7 april 2009) zijn de normen voor barium tijdelijk buiten werking gesteld voor die situaties waarbij sprake is van een van nature verhoogd achtergrondgehalte W I NT (i) wonen industrie niet toepasbaar verhoogde rapportagegrens voor waterbodemmonster ten opzichte van de AS3000, analyse uitgevoerd voor 1 juli 2009 blad 1 van 1 Milieu & Veiligheid

242 TEKENINGEN

243

244

245

246

247 BIJLAGE 6: NWC, Flora- en faunaonderzoek in het kader van een nieuwbouwproject aan de Oostmeerlaan in Berkel en Rodenrijs, W1-12/P15-051, d.d. juli 2015

248

249 Flora- en faunaonderzoek in het kader van een nieuwbouwproject aan de Oostmeerlaan in Berkel en Rodenrijs Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Noorderelsweg 4A, 3329 KH Dordrecht

250

251 Flora- en faunaonderzoek in het kader van een nieuwbouwproject aan de Oostmeerlaan in Berkel en Rodenrijs Natuur-Wetenschappelijk Centrum, Noorderelsweg 4A, 3329 KH Dordrecht

252 Flora- en faunaonderzoek in het kader van een nieuwbouwproject aan de Oostmeerlaan in Berkel en Rodenrijs Opdrachtgever: KuiperCompagnons Uitvoering: Natuur-Wetenschappelijk Centrum Veldwerk: Jeroen Dekker, Rob Haan, Mariëlle Oomen Samenstelling: Sanne Westbroek Foto s: Mariëlle Oomen Flora- en faunaonderzoek in het kader van een nieuwbouwproject aan de Oostmeerlaan in Berkel en Rodenrijs [Samenst.: Westbroek, S.] [Foto s: Oomen, M.]. Met lit. opg., Dordrecht: Strix/NWC. Trefw.: Flora- en faunawet, Oostmeerlaan, Berkel en Rodenrijs W1012/ P Niets uit deze uitgave mag openbaar worden gemaakt of verveelvoudigd, door middel van; druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze, zonder toestemming van de uitgever of de opdrachtgever. Dordrecht, juli 2015

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to- Cradle, Comfort en Co-design)

Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to- Cradle, Comfort en Co-design) Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to- Cradle, Comfort en Co-design) 24 november 2015 Vastgesteld Gemeente Lansingerland Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, 4C (Cradle-to- Cradle, Comfort en Co-design)

Nadere informatie

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november 2009 Soortenbescherming De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze

Nadere informatie

Uitwerkingsplan NogMeerPolder (bestemmingsplan Meerpolder 2012 )

Uitwerkingsplan NogMeerPolder (bestemmingsplan Meerpolder 2012 ) Uitwerkingsplan NogMeerPolder (bestemmingsplan Meerpolder 2012 ) 15 juli 2014 Vastgesteld Gemeente Lansingerland Uitwerkingsplan NogMeerPolder (bestemmingsplan Meerpolder 2012 ) Vastgesteld INHOUD: -

Nadere informatie

Uitwerkingsplan NogMeerPolder (bestemmingsplan Meerpolder 2012 )

Uitwerkingsplan NogMeerPolder (bestemmingsplan Meerpolder 2012 ) Uitwerkingsplan NogMeerPolder (bestemmingsplan Meerpolder 2012 ) 6 mei 2014 Ontwerp Gemeente Lansingerland Uitwerkingsplan NogMeerPolder (bestemmingsplan Meerpolder 2012 ) Ontwerp INHOUD: - TOELICHTING

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, NogMeerPolder, 2 e fase. Datum 15 oktober 2015

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, NogMeerPolder, 2 e fase. Datum 15 oktober 2015 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Uitwerkingsplan Meerpolder 2012, NogMeerPolder, 2 e fase Datum 15 oktober 2015 Projectgegevens Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Uitwerkingsplan Meerpolder 2012,

Nadere informatie

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren TOELICHTING op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren Inleiding Door de raad van de toenmalige gemeente Nederhorst den Berg, welke tegenwoordig

Nadere informatie

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG 1 Algemeen De uitbreiding van het plangebied met de locatie Boomsweg omvat deels een nieuwe ontwikkelingslocatie, Boomsweg 12, en deels het overnemen van

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 2 september 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd door de provincie Fryslân voor de aanleg

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Zorghotel Schipholweg. Haarlem

Ruimtelijke onderbouwing. Zorghotel Schipholweg. Haarlem Ruimtelijke onderbouwing Zorghotel Schipholweg Haarlem 1 1. Welke vrijstellingsbevoegdheid en waarom Het project betreft de bouw van een gebouw met gezondheidszorgfunctie ( zorghotel ) met bijbehorende

Nadere informatie

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Wijzigingsplan Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Gemeente Gorinchem Datum: 10 april 2013 Projectnummer: 120675 ID: NL.IMRO.0512.BP2012133-4001 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Oostmere, Meerpolder project 72/73, 2 e fase

Ruimtelijke onderbouwing Oostmere, Meerpolder project 72/73, 2 e fase Ruimtelijke onderbouwing Oostmere, Meerpolder project 72/73, 2 e fase 17 juni 2015 Vastgesteld Ruimtelijke onderbouwing Oostmere, Meerpolder project 72/73, 2 e fase Vastgesteld Werknummer: 841.303.00

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld GEMEENTE HOOGEVEEN Wijzigingsplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord Vastgesteld 18 Mei 2010 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 Toelichting

Nadere informatie

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling Toelichting Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Buitengebied Sanjesreed 8c Oentsjerk (dagbesteding Bûtenút) 1 Inleiding Werk- en dagbesteding Bûtenút is gevestigd op een deel van de voormalige PTC+ locatie

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: Oostkanaalweg 44, te Ter Aar Gemeente Nieuwkoop Opdrachtgever : Keijzer Dakbedekking b.v. Projectnummer : PS.2017.714 Datum : 21 augustus 2017 Niets uit

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning voor het plaatsen van een gedeelte van een woonwagen en voor een meterkast buiten de aangelegde woonwagenlocatie aan de Heelalstraat.

Nadere informatie

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Inleiding Praktisch overal in Nederland komen beschermde soorten flora en fauna voor. Bekende voorbeelden zijn de aanwezigheid van rugstreeppadden op

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Datum: 7 april 2014 Projectgegevens: ROB01-0252620-01B TEK01-0252620-01A Identificatienummer:

Nadere informatie

Toelichting 'Wijzigingsplan Eerste Weg 4' te Nieuw- en Sint Joosland

Toelichting 'Wijzigingsplan Eerste Weg 4' te Nieuw- en Sint Joosland Toelichting 'Wijzigingsplan Eerste Weg 4' te Nieuw- en Sint Joosland Identificatie Planstatus identificatiecode datum: status: NL.IMRO.0687.BPWBGMEERST-VG98 19 augustus 2011 vastgesteld HOOFDSTUK 1 Doel

Nadere informatie

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20

Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20 Inhoudsopgave ruimtelijke onderbouwing Olympus 20 Hoofdstuk 1 Inleiding Hoofdstuk 2 Planbeschrijving Hoofdstuk 3 Beleidskader Hoofdstuk 4 Landschappelijke inpasbaarheid Hoofdstuk 5 Omgevingsaspecten Hoofdstuk

Nadere informatie

od205sl wijzigingsplan De Volgerlanden-Oost, 2e wijzigingsplan gebied B1 Toelichting Wijzigingsprocedure Opzet van het wijzigingsplan Milieuaspecten

od205sl wijzigingsplan De Volgerlanden-Oost, 2e wijzigingsplan gebied B1 Toelichting Wijzigingsprocedure Opzet van het wijzigingsplan Milieuaspecten GEMEENTE HENDRIK-IDO-AMBACHT ONTWERP WIJZIGINGSPLAN DE VOLGERLANDEN-OOST, 2E WIJZIGINGSPLAN GEBIED B1 Toelichting 16 juni 2017 projectnummer: 002-WP-01 status: ontwerp datum: 16 juni 2017 IMRO-IDN: NL.IMRO.0531.VolgerlOst2eWPB1-2001

Nadere informatie

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45 2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex Houtensewetering naast 45 2 Toelichting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Vigerend bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplan 2 Gebieds- en projectbeschrijving

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak Het Zuid 34 te Drachten 1 Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Ruimtelijke onderbouwing Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5

Nadere informatie

Uitwerkingsplan Westpolder/Bolwerk 2012, P+R Berkel Westpolder

Uitwerkingsplan Westpolder/Bolwerk 2012, P+R Berkel Westpolder Uitwerkingsplan Westpolder/Bolwerk 2012, P+R Berkel Westpolder 3 februari 2014 Ontwerp Gemeente Lansingerland Uitwerkingsplan Westpolder/Bolwerk 2012, P+R Berkel Westpolder Ontwerp INHOUD: - TOELICHTING

Nadere informatie

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland Bijlage 3. Ecologie B3.1. Beleidskader Aanleiding en doel De beoogde ontwikkeling betreft de bouw van 31 woningen op een deels braakliggende kavel en delen van zeer diepe achtertuinen (zie ook paragraaf

Nadere informatie

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis 1 QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis Opdrachtgever: A.C. Dingemans Heilleweg 21 4524 KL Sluis Opgesteld door: ZLTO Advies Cereshof 4 4463 XH

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep projectnummer 17008 Opdrachtgever: Gemeente Haarlemmermeer Versienummer:

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Bouw van een vrijstaande woning, Folgeralaan 1a te Drachten Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een vrijstaande woning, Folgeralaan 1a te Drachten 1 Ruimtelijke onderbouwing

Nadere informatie

Ontwerp besluit hogere waarden wegverkeerslawaai voor woningbouwproject Duinvallei fase 10, Katwijk aan Zee (v /K2V 11765)

Ontwerp besluit hogere waarden wegverkeerslawaai voor woningbouwproject Duinvallei fase 10, Katwijk aan Zee (v /K2V 11765) Duinvallei fase 10, Katwijk aan Zee (v 1204415/K2V 11765) Aanleiding In de woonwijk Zanderij te Katwijk aan Zee heeft de gemeente Katwijk het plan om het bouwproject Duinvallei fase 10 te realiseren. Het

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld GEMEENTE HOOGEVEEN WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld Vastgesteld 1 maart 2011 Voorschriften 3 e Zandwijkje 8 Hollandscheveld 1 maart 20111 Pagina

Nadere informatie

Bijlage 1 Wettelijk kader

Bijlage 1 Wettelijk kader Bijlage 1 Wettelijk kader Inleiding In deze bijlage worden de wettelijke kaders voor ecologische beoordelingen van ruimtelijke ingrepen en andere handelingen beschreven. In de natuurbeschermingswetgeving

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 29 maart M. Souren

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 29 maart M. Souren Notitie 20122367-09 Wijzigingsbevoegdheid voor de bestemming spoorwegdoeleinden Beoordeling bedrijven & milieuzonering, luchtkwaliteit en externe veiligheid Datum Referentie Uw referentie Behandeld door

Nadere informatie

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013 20130319B.R01 IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein datum: 10 oktober 2013 milieu geluid bouwadvies brandveiligheid ruimtelijke ordening beleidsadvies 20130319B.R01

Nadere informatie

Notitie. 1 Inleiding. Figuur 1 Weergave voornemen 1 / 7

Notitie. 1 Inleiding. Figuur 1 Weergave voornemen 1 / 7 Notitie Project: Bestemmingsplan Valkenweg 9 te Holten Onderwerp: Milieukundige onderzoeken Referentie: 15J102.R003 Datum: 15 april 2015 Auteur: Mevrouw ing. N.J.W. Pirovano LLB Bestemd voor: De heer Hofman

Nadere informatie

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, Bureauonderzoek ecologie, wijzigingsplan IJsseldijk-West Ecologie Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het

Nadere informatie

Bestemmingsplan Meerpolder uitwerkingsplan Stadswoningen

Bestemmingsplan Meerpolder uitwerkingsplan Stadswoningen Bestemmingsplan Meerpolder 2012 - uitwerkingsplan Stadswoningen 25 juni 2013 Ontwerp Gemeente Lansingerland Bestemmingsplan Meerpolder 2012 - uitwerkingsplan Stadswoningen Ontwerp INHOUD: - TOELICHTING

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Notitie Contactpersoon ing. M.M. (Margaret) Konings Datum 18 juli 2012 Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Algemeen In opdracht van Monarch heeft Tauw in 2011 en 2012 onderzoek

Nadere informatie

Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo

Een goede ruimtelijke ordening. Henry de Roo Een goede ruimtelijke ordening Henry de Roo Afwijken bestemmingsplan (1) artikel 2.12, lid 1, a, sub 1 Wabo binnenplans afwijken artikel 2.12, lid 1, a, sub 2 Wabo de gevallen genoemd in artikel 4, Bijlage

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Quickscan flora en fauna Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen

Nadere informatie

Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland

Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland Bodem Op 21 mei 2008 heeft er door Wareco Ingenieurs een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden. Bij het uitgevoerde bodemonderzoek

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status: Terneuzen Quickscan Flora en fauna Wulpenbek 16 te Hoek identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: 16-09-2016 concept projectnummer: auteur I. Dekker MSc. Inhoud van

Nadere informatie

ZOETERMEER Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

ZOETERMEER Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING ZOETERMEER Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING RBOI - Rotterdam bv Delftseplein 27b Postbus 150 3000 AD Rotterdam telefoon (010) 201 85 55 E-mail: info@rboi.nl Zoetermeer Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE

Nadere informatie

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Page 1 of 5 Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Plan: Hoofdwinkelcentrum Status: vastgesteld Plantype: bestemmingsplan IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHWC2011-VG01 In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit

Nadere informatie

: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk

: De heer H. Draaisma : Postbus 126 : 2200 AC Noordwijk RAPPORT betreffende een quickscan externe veiligheid Zuiddijk (ong.) te Graft-De Rijp Datum : 5 juli 2011 Kenmerk : 1105D234/DBI/rap5 Contactpersoon : De heer D.D.C.A. Bijl Auteur : Ing. J.P. Goossen Vrijgave

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Besluit Hogere waarde

Besluit Hogere waarde Pagina 1 van 7 Opsteller : Omgevingsdienst regio Utrecht Datum : 17 april 2019 Telefoonnr. : 088-022 50 00 Onderwerp : n procedure ex art 110a Wet geluidhinder; Bestemmingsplan WeidZegveld Procedurekader

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Wijzigingsplan Nabij Anthony Lionweg juni 2015

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Wijzigingsplan Nabij Anthony Lionweg juni 2015 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Wijzigingsplan Nabij Anthony Lionweg 19 2 juni 2015 Projectgegevens Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Wijzigingsplan Nabij Anthony Lionweg 19 Bergschenhoek,

Nadere informatie

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing. 101502.17477.00 31-10-2012 definitief

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing. 101502.17477.00 31-10-2012 definitief Westvoorne Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte Ruimtelijke onderbouwing identificatie planstatus projectnummer: datum: status: 101502.17477.00 31-10-2012 definitief projectleider: opdrachtgever:

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna

Quickscan flora en fauna Quickscan flora en fauna Hofjeswoningen Wijk bij Duurstede Projectnummer: 7323 Datum: 9-7-2015 Projectleider: Rob van Dijk Opgesteld: Tatiana Lodder De gemeente Wijk bij Duurstede is van plan om 29 hofwoningen

Nadere informatie

Nr Casenr Harderwijkerweg 138. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Harderwijkerweg 138

Nr Casenr Harderwijkerweg 138. Ruimtelijke onderbouwing. gemeente Ermelo Harderwijkerweg 138 Nr. 14032525 Casenr. 2014-07033 Harderwijkerweg 138 Ruimtelijke onderbouwing pagina 2 van 6 Inleiding Achter op het perceel aan de Harderwijkerweg 138 is een verzoek ingediend om een bedrijfshal en een

Nadere informatie

Uitwerkingsplan Westpolder/Bolwerk 2012, deelplan 10

Uitwerkingsplan Westpolder/Bolwerk 2012, deelplan 10 Uitwerkingsplan Westpolder/Bolwerk 2012, deelplan 10 18 augustus 2015 Vastgesteld Gemeente Lansingerland Uitwerkingsplan Westpolder/Bolwerk 2012, deelplan 10 Vastgesteld INHOUD: - TOELICHTING - REGELS

Nadere informatie

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Quick scan flora en fauna Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Gemeente Castricum 0 INHOUD 1. Aanleiding... 2 2. Gebiedsomschrijving en beoogde ingrepen... 3 3. Wettelijk kader... 4 4. Voorkomen van beschermde

Nadere informatie

Nota van beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Project O1 - Eerste Oosterparkstraat Gemeente Amsterdam

Nota van beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Project O1 - Eerste Oosterparkstraat Gemeente Amsterdam Nota van beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Project O1 - Eerste Oosterparkstraat 88-126 Gemeente Amsterdam 4 augustus 2015 A. Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Project O1 - Eerste Oosterparkstraat

Nadere informatie

Memo externe veiligheid

Memo externe veiligheid Memo externe veiligheid Aan : Tiny van Hoek Organisatie : Gemeente Midden Drenthe Van : Henk Zwiers Team : Advies Betreft : Omgevingsvergunning in strijd handelen met bestemmingsplan Datum : 27 juli 2016

Nadere informatie

Uitwerkingsplan Westpolder/Bolwerk 2012, deelplan 7, fase 2

Uitwerkingsplan Westpolder/Bolwerk 2012, deelplan 7, fase 2 Uitwerkingsplan Westpolder/Bolwerk 2012, deelplan 7, fase 2 14 februari 2017 Gemeente Lansingerland Uitwerkingsplan Westpolder/Bolwerk 2012, deelplan 7, fase 2 INHOUD: - TOELICHTING - REGELS - VERBEELDING

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10 TOELICHTING 1. Inleiding 4 2. Bestaande situatie 4 2.1 Plangebied 4 2.2 Vigerende bestemmingsplan 4 2.3 bestaande situatie 5 3. Gewenste ontwikkeling 5 4. Milieu 5 5. Planbeschrijving 8 6. Inspraak 8 7.

Nadere informatie

Besluit hogere waarden Wet geluidhinder

Besluit hogere waarden Wet geluidhinder Besluit hogere waarden Wet geluidhinder Inzake het uitwerkingsplan NogMeerPolder te Berkel en Rodenrijs Besluit van het college van burgemeester en wethouders van Lansingerland. Bouwplan Het bouwplan bestaat

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord, deelplan Beilerstraat 21 en 23 2011, te Pesse.

GEMEENTE HOOGEVEEN. WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord, deelplan Beilerstraat 21 en 23 2011, te Pesse. Vo GEMEENTE HOOGEVEEN WIJZIGINGSPLAN Beilerstraat 21 en 23 2011, te Pesse. Onherroepelijk 31 augustus 2011 In Werking 31 augustus 2011 Vaststelling 12 juli 2011 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...3 2. Bestaande

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Bestemmingsplan Twee woningen Tulpstraat. 22 juni 2015

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Bestemmingsplan Twee woningen Tulpstraat. 22 juni 2015 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Bestemmingsplan Twee woningen Tulpstraat 22 juni 2015 Projectgegevens Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Bestemmingsplan Twee woningen Tulpstraat Moordrecht,

Nadere informatie

Akoestisch onderzoek Burgemeester Sloblaan 15a. Gemeente Zederik

Akoestisch onderzoek Burgemeester Sloblaan 15a. Gemeente Zederik Akoestisch onderzoek Burgemeester Sloblaan 15a Gemeente Zederik Opdrachtgever: Aannemersbedrijf P. van Leeuwen Contactpersoon opdrachtgever: P. van Leeuwen Projectleider Buro SRO: M. Geerts Projectnummer

Nadere informatie

Wijzigingsplan Oentsjerk, De Pleats 3 (wijziging bouwvlak)

Wijzigingsplan Oentsjerk, De Pleats 3 (wijziging bouwvlak) Wijzigingsplan Oentsjerk, De Pleats 3 (wijziging bouwvlak) 2013 IMRO.NL.0737.11BPIII-ow01 Toelichting Wijzigingsplan Oentsjerk, De Pleats 3 (wijziging bouwvlak) 1 Inleiding Er is medewerking gevraagd aan

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt

Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt Dordrecht, 10 september 2012 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding Op het perceel aan de Rijksstraatweg

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat 21 3811 WD AMERSFOORT Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Onderzoek flora en fauna 1. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde functieveranderingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden

Nadere informatie

Ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden Wet geluidhinder ten behoeve van het bestemmingsplan Noordeinde in Wormerveer

Ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden Wet geluidhinder ten behoeve van het bestemmingsplan Noordeinde in Wormerveer Ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden Wet geluidhinder ten behoeve van het bestemmingsplan Noordeinde in Wormerveer Besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad voor het bestemmingsplan

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 6 6.

Nadere informatie

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering Notitie Project: Oude Tempel Soesterberg Onderwerp: Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering Referentie: 16M8024 Datum: 18 juli 2016 Auteur: Mevrouw ing. N.J.W. Pirovano

Nadere informatie

B&W-voorstel. Onderwerp: (concept) ruimtelijke onderbouwing Eindhovenlaan 1. 1) Status

B&W-voorstel. Onderwerp: (concept) ruimtelijke onderbouwing Eindhovenlaan 1. 1) Status B&W-voorstel Onderwerp: (concept) ruimtelijke onderbouwing Eindhovenlaan 1 1) Status Het voorstel heeft betrekking op het uitoefenen van de collegebevoegdheden ter voorbereiding van een omgevingsvergunning,

Nadere informatie

Tabel 1: Inventarisatieschema onderzoek Waterspitsmuis.

Tabel 1: Inventarisatieschema onderzoek Waterspitsmuis. Notitie Aanvullend onderzoek Waterspitsmuis Assenrade Hattem Auteurs: ing. M. van der Sluis (Eindredactie drs. I. Veeman) Project: 06093A Datum: 20 december 2007 Status: definitief ecogroen advies bv Postbus

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22 2 10 COLOFON TITEL: Ruimtelijke Onderbouwing Schalkwijkseweg 22 STATUS: Definitief PROJECTNUMMER: NL.IMRO.0321.0012PBSCHLKWSWG22 DATUM: 11 februari 2010 AUTEUR:

Nadere informatie

2015/28766 Besluit hogere waarden voor Uitwerkingsplan Poort Saendelft woningen west

2015/28766 Besluit hogere waarden voor Uitwerkingsplan Poort Saendelft woningen west 1 Besluit hogere waarden voor Uitwerkingsplan Poort Saendelft woningen west Besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad voor het uitwerkingsplan Poort Saendelft woningen west op

Nadere informatie

Gemeente Smallingerland. Bestemmingsplan Maartenswouden, 3e herziening

Gemeente Smallingerland. Bestemmingsplan Maartenswouden, 3e herziening Gemeente Smallingerland Bestemmingsplan Maartenswouden, 3e herziening Gemeente Smallingerland Bestemmingsplan Maartenswouden 3e herziening Werknummer: 899.301.00 Datum: 10 december 2013 KuiperCompagnons,

Nadere informatie

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet. Aan Rob Knijn Van C. van den Tempel CC M. Witteveldt Datum 12 januari 2017 Betreft Flora- en faunagegevens Middenweg Zuid Project Herontwikkeling Middenweg Zuid Geachte heer Knijn, Beste Rob, In 2014 en

Nadere informatie

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST november 2009 In opdracht van: GEM Westeraam Elst CV Postbus 83 6660 AB ELST

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema"

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema" 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor de omgevingsvergunning met afwijking Op 18 december

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN KOM NOORD WIJZIGING ARTIKEL 3.6 WET RUIMTELIJKE ORDENING BEUKENLAAN 3

BESTEMMINGSPLAN KOM NOORD WIJZIGING ARTIKEL 3.6 WET RUIMTELIJKE ORDENING BEUKENLAAN 3 Productnummer: ** BESTEMMINGSPLAN KOM NOORD WIJZIGING ARTIKEL 3.6 WET RUIMTELIJKE ORDENING BEUKENLAAN 3 Gemeente Putte Afdeling Bouwen, Ruimtelijke ordening en Milieu Vastgesteld 16 februari 2010 2 TOELICHTING

Nadere informatie

GEMEENTE EEMSMOND BESTEMMINGSPLAN UITHUIZERMEEDEN TORENSTRAAT 4

GEMEENTE EEMSMOND BESTEMMINGSPLAN UITHUIZERMEEDEN TORENSTRAAT 4 GEMEENTE EEMSMOND BESTEMMINGSPLAN UITHUIZERMEEDEN TORENSTRAAT 4 GEMEENTE EEMSMOND 1311601.01 / 18 12 2014 BESTEMMINGSPLAN UITHUIZERMEEDEN TORENSTRAAT 4 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE blz 1. INLEIDING 1 1. 1.

Nadere informatie

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat 98 6438 JX OIRSBEEK Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Boekels Ven

Risico-inventarisatie Boekels Ven Risico-inventarisatie Boekels Ven Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 februari 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe

Nadere informatie

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet BEM1605644 gemeente Steenbergen Behoort bij beschikking d.d. nr.(s) 28-11-2016 ZK16004958 Beleidsmedewerker Publiekszaken / vergunningen Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora-

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord

Bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord Bestemmingsplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord Pagina 3 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 5 2. Bestaande situatie 5 2.1 Plangebied 5 2.2 Vigerende bestemmingsplan 5 2.3 bestaande situatie 6 3. Gewenste ontwikkeling

Nadere informatie

Notitie 20101628-03 Herziening bestemmingsplan Zuiderpoort fase 2 te Apeldoorn; luchtkwaliteitsaspecten

Notitie 20101628-03 Herziening bestemmingsplan Zuiderpoort fase 2 te Apeldoorn; luchtkwaliteitsaspecten Notitie 20101628-03 Herziening bestemmingsplan Zuiderpoort fase 2 te Apeldoorn; luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Behandeld door 5 oktober 2010 20101628-03 ir. P. van der Wal/MVD 1 Inleiding In

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Witpaard BV Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. J. Drenth 15-182 concept 13 mei 2015 Betreft Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Omschrijving Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord 28 februari 2013 INHOUD 1 Beschrijving project en locatie...3 2 Planologisch kader...4 2.1 Vigerend

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse memo aan: van: OG ZAND/ZON/130372 c.c.: datum: 22 augustus 2013 betreft: Achterweg 48, Lisse INLEIDING Bij alle ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden in en om

Nadere informatie