Taxiopleiding De ZuidHollandse Woonkreek GT Spijkenisse Mob: Antwoorden Ex 1 1. A.

Transcriptie

1 Antwoorden Ex 1 1. A. Gebruik, bij vervanging, altijd dezelfde zekeringen als die erin zaten. Dan neem je geen enkel risico. Een zekering met een lagere stroomsterkte zal meestal direct weer doorbranden. Een sterkere zekering zal teveel stroom doorlaten waardoor de bedrading erg heet kan worden en er brand kan ontstaan. 2. C. Zwolle is de hoofdstad van Overijssel. 3. B. Het taxibewijs (c) bestaat niet. De polisvoorwaarden van uw WA verzekering hoeft u niet bij u te hebben. 4. C. U bent servicegericht en klantvriendelijk. Als u dus weet of vermoedt dat een klant veel bagage bij zich heeft, houdt u hier rekening mee. 5. A. Een klant die alcohol op heeft kan eerder voor problemen zorgen. Als u opgemerkt hebt dat een klant alcohol heeft gedronken, kunt u daar rekening mee houden en proberen conflictsituaties te voorkomen. 6. Schoppen of slaan tegen dingen is een teken dat iemand agressief wordt. 7. A. Soms moet u het stadslicht aandoen. Dit moet als u in het donker buiten de bebouwde kom op de weg of vlak naast de weg stilstaat. Dit moet ook als u overdag niet goed kunt zien en u gaat buiten de bebouwde kom op de weg of vlak naast de weg stilstaan. Buiten de bebouwde kom zijn vaak minder lampen dan binnen de bebouwde kom. 8. A. Kinderen mogen alleen instappen of uitstappen aan de rijbaankant als uzelf of iemand anders goed op hen let. Dit is heel belangrijk voor hun veiligheid, want kinderen letten vaak niet goed op het verkeer En denken niet aan veiligheid. Als er iets met hen gebeurt, bent u verantwoordelijk. 9. C. Onder verkeer wordt in feite verstaan alle deelnemers aan het verkeer Dat zijn alle bestuurders alsmede alle voetgangers, dus alle weggebruikers. 10. A. Een taxiondernemer kan nog wel in beroep bij de rechter. Als hij dat niet doet, is hij wettelijk verplicht de uitspraak van de geschillencommissie uit te voeren. 11. B. De passagier heeft een vrije keuze welke taxi hij/zij neemt. Meestal wordt gekeken naar kwaliteit. Daar hoort ook bij het netjes en representatief uitzien van de chauffeur en een schone taxi, zowel van binnen als van buiten. 12. A. Als u 112 belt om hulpdiensten te waarschuwen, dient u, naast uw naam en de locatie van het ongeval, ook door te geven of er gewonden zijn. Aan de hand van deze informatie wordende betrokken hulpdiensten ingeschakeld, zoals de politie en de ambulance. 13. C. Conflicten met medeweggebruikers moet u vermijden. Conflicten tussen u en passagiers zullen relatief vaak voorkomen. Conflicten tussen passagiers onderling komen minder voor 14. C. De verkeersknooppunten Ketheiplein en Vaanplein liggen in de omgeving van Rotterdam in Zuid-Holland. 15. B. Bij de huidige, vereenvoudigde tarief structuur wordt de wachttijd, bijvoorbeeld voor een brug, niet meer in rekening gebracht. 16. A. De A12 loopt van Den Haag via Utrecht naar Arnhem en daarna naar de Duitse grens. 17. B. Vooral uw klanten verwachten een net taalgebruik. Niet alleen in uw communicatie naar de klant maar ook met de centrale via de mobilofoon. 18. A. Iedere taxiondernemer moet voor alle taxi s een vergunningsbewijs bezitten. Men kan taxiondernemer zijn zonder zelf een chautfeurspas te hebben. Alleen de bestuurder van een taxi heeft een chauffeurspas nodig. 19. A. De A7 loopt van Amsterdam naar de Duitse grens via Hoorn, de Afsluitdijk, Heerenveen en Groningen. 20. C. Een taxiondernemer kan deze voorwaarden van toepassing verklaren. Voor veel situaties staat dan zwart op wit waaraan de klant en het taxibedrijf zich dienen te houden. 21. B. Het volledige rijtje van handelingen in de juiste volgorde is: persoonlijke veiligheid, veiligheid van passagiers en anderen, markeren ongevalplaats, alarmeren hulpdiensten en verrichten noodhulp. 22. B. Door van tevoren duidelijkheid te scheppen over de kosten en die niet te laag te schatten, kunt u veel problemen voorkomen. 23. B. U kunt met uw dimlicht tegenliggers verblinden. Dit kan als uw dimlicht te veel naar boven schijnt. Of als uw auto zwaar is. Dan schijnt het licht van uw koplampen omhoog..

2 24. A.U rijdt van Rotterdam over de A13 naar Den Haag en daarna over de A4 naar Schiphol. 25. B. In de werkmap noteert u rij- en rusttijden. Als taxichauffeur heeft u een eigen werkmap die u altijd bij u moet hebben. Als uw werkmap vol is of na één jaar, heeft u eer nieuwe nodig. Het model voor de werkmap is wettelijk vastgelegd. 26. B. Bij een ongeval dient actie te worden ondernomen. PAMAN is daarin een goed ezelsbruggetje. Hierin wordt de volgorde aangegeven hoe het beste te handelen. P staat voor persoonlijke veiligheid A staat voor andermans veiligheid M staatvoor markeren A staat voor alarmeren N staat voor noodzakelijke hulp verlenen 27. B. Passagiers die korter zijn dan 1,35 meter mogen alleen voorin een taxi zitten als gebruik wordt gemaakt van een geschikt beveiligingsmiddel. Voor een kind van 10 jaar is dat vaak een zittingverhogen die in combinatie met de aanwezige gordel wordt gebruikt. 28. A. Van Eindhoven naar Utrecht rijdt u over de A2 en komt u langs Den Bosch. 29. A. De kans dat u een aanrijding veroorzaakt, is groter als u tijdens het rijden belt, uw spiegels afstelt of iets zoekt in het dashboardkastje. 30. B. De A67 loopt vanaf de Belgische grens via Eindhoven naar Venlo. 31. C. Klanten die liever niet bij de taxiondernemer klagen kunnen hun klacht indienen bij het Landelijk Klachtenmeldpunt Taxi. Het Landelijk Klachtenmeldpunt Taxi stuurt de klacht vervolgens door naar de taxiondernemer. 32. B. De kortste route loopt over de A2 en A27 via de verkeersknooppunten Everdingen, Gorinchem en Hooipolder. 33. B. De rechter zal vrijwel altijd de uitspraak van de geschillencommissie zwaar laten meewegen en meestal ook overnemen. 34. A. De A50 loopt van Den Bosch langs Nijmegen, Arnhem en Apeldoorn naar Zwolle. 35. C. Uw taxi moet worden gekeurd door de RDW. Als het voertuig goedgekeurd wordt voor gebruik als taxi krijgt het voertuig blauwe kentekenplaten en een aantekening taxi in het kentekenbewijs. 36. C. Wilt u een passagier laten uitstappen aan de rijbaankant? Kijk dan eerst of er geen bestuurders aankomen. Laat de passagier pas uitstappen als de rijbaan helemaal vrij is. 37. A. Als u erin slaagt de klant het gevoel te geven dat u daadwerkelijk iets wilt doen met zijn verhaal kan de noodzaak tot agressie vervallen. 38. C. De Groene Kaart hoeft niet zichtbaar te zijn. Het origineel van de chauffeurspas moet wél Zichtbaar zijn. Een kopie is onvoldoende. 39. B. Het is belangrijk dat u goed geïnformeerd bent over de verkeerssituatie. De Verkeersinformatie is vooral van belang als u van een autosnelweg gebruik maakt. Lokale en regionale informatie zal vooral bij uw centrale bekend zijn. 40. A. Elk taxibedrijf moet in het bezit zijn van een taxivergunning. Als dat niet het geval is, mag dat bedrijf geen taxivervoer verzorgen. Doet hij dat toch, dan is hij illegaal bezig en wordt hij een snorder genoemd..

3

4

5

6