2 Van diagnostiek naar behandeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2 Van diagnostiek naar behandeling"

Transcriptie

1 2 Van diagnostiek naar behandeling Pim Steerneman Inleiding Dit hoofdstuk gaat over diagnostiek bij autismespectrumstoornissen (ASS). Vaak wordt in het kader van diagnostiek bij ASS de vierde editie van het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM), de DSM-IV (APA, 1994), gebruikt. Inmiddels is er ook een DSM-IV-TR (APA, 2000). De DSM-IV-TR (TR = text revised ) is een herziene versie waarin de uitleg van de criteria is aangepast maar de criteria zelf onveranderd zijn gebleven. De DSM is een classificatiesysteem met als belangrijkste doel een goede communicatie tussen hulpverleners over de gehele wereld, en, daaraan gekoppeld, het verwerven van wetenschappelijke kennis. In de praktijk van de professionele hulpverlening wordt vaak geclassificeerd en wordt gekeken of een bepaalde casus in een bepaalde classificatie past. De classificatie geeft een beschrijving op hoofdlijnen van het spectrum van autisme aan de hand van criteria waar internationaal consensus over is. De DSM-IV beschrijft een breed spectrum van autistische stoornissen. In de praktijk zijn de meest voorkomende beelden: autisme, het syndroom van Asperger en de aan autisme verwante contactstoornis. Hieronder volgt een korte inleidende en voor de diagnostiek relevante algemene beschrijving van de meest voorkomende varianten van autismespectrumstoornissen (ASS), bestaande uit drie vormen van autisme, het syndroom van Asperger en aan autisme verwante contactstoornissen (zie ook Steerneman, 2001, 2005). Wing (2000) beschrijft de volgende drie vormen van autisme: het teruggetrokken autistische kind het passieve autistische kind het actieve maar vreemde autistische kind. BSL - ALG_BK_1KZM _

2 52 Begeleiding van kinderen en jongeren met autisme Het teruggetrokken autistische kind is in zichzelf gekeerd en leeft als het ware in een schelp. Er is geen sprake van wederkerigheid in het contact en de cognitieve mogelijkheden zijn gering. Passieve autistische kinderen zoeken niet actief contact, maar ondergaan wel contact. Ook zij hebben een gebrek aan wederkerigheid en hebben duidelijke communicatieve problemen. De derde groep, actief maar vreemd, heeft de beste cognitieve mogelijkheden, de hoogste intelligentie, van normaal tot soms hoger dan gemiddeld. De autistische kinderen uit deze groep kunnen heel claimend zijn in het aandacht vragen. Ook bij deze groep kinderen bestaan er problemen in de wederkerigheid. De autist bestaat niet, er zijn grote verschillen in problematiek en in intelligentie. Daarnaast heeft ieder kind een eigen karakter en groeit ieder kind op in een unieke opvoedingssituatie. Nog moeilijker om het beeld autisme scherp te herkennen is het doordat er vaak meerdere problemen zijn dan alleen autisme, bijvoorbeeld een combinatie met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder), met hyperactiviteit, met concentratiestoornissen en/of met een verstandelijke handicap. Kinderen met het syndroom van Asperger zijn vaak eenzijdig zeer intelligent. Zo weten sommigen bijvoorbeeld alles van rekenkundige bewerkingen of van prehistorische dieren. Maar hun sociale intelligentie is zeer zwak, met alle gevolgen van dien: ze willen wel contact met anderen, maar dat lukt niet. Ze spreken niet dezelfde taal, ze gedragen zich anders, ze begrijpen andere mensen vaak niet. Meestal hebben ze een eenzijdige en beperkte belangstellingssfeer en kunnen ze zich niet in het perspectief van de ander verplaatsen. Hierdoor ontstaat vaak een sociaal isolement. De aan autisme verwante contactstoornissen vormen een vaag omschreven groep stoornissen, waarbij de hoofdkenmerken van autisme wel aanwezig zijn, maar in mindere mate. Deze kinderen hebben vaak een redelijke intelligentie, maar in sociaal opzicht vallen ze net als het autistische kind uit. Deze kinderen zijn dikwijls (sociaal) angstig, hebben moeite met het onderscheid tussen fantasie en realiteit, met het begrijpen van humor en hebben, net als het autistische kind en het kind met het syndroom van Asperger, weinig invoelend vermogen. Het verschil tussen autisme en het syndroom van Asperger is de aanvang van de stoornis: bij autisme voor het derde levensjaar, bij het syndroom van Asperger vaak veel later. Daarnaast zijn zowel de taal als de intelligentie bij kinderen met het syndroom van Asperger goed ontwikkeld, in tegenstelling tot het beeld bij autisme. Er zijn veel publicaties aan gewijd en eigenlijk bestaat er nog steeds geen consensus over de vraag of het syndroom van Asperger wel of niet een specifieke variant is binnen het autismespectrum. Internationaal vin- BSL - ALG_BK_1KZM _

3 2 Van diagnostiek naar behandeling 53 den er interessante discussies plaats of het syndroom van Asperger (AS) niet hetzelfde beeld is als dat van de zogenoemde hoogfunctionerende autisten (HFA), vergelijkbaar met de hiervoor beschreven groep actief maar vreemd. In de praktijk blijken verbale (talige) en performale (ruimtelijk analytische of doe- )intelligentie en theory of mind, afgekort als ToM (of invoelend vermogen), ook belangrijke aspecten die meegenomen dienen te worden in het differentieren tussen AS en autisme. De auteur is dan ook van mening dat AS een duidelijk ander beeld is dan (hoog-functionerend) autisme. Dit blijkt uit verschillen die ze laten zien in intelligentie en ToM (zie ook Steerneman, 2005). Hierop wordt in de volgende paragrafen verder ingegaan. De verschillen tussen AS en hoogfunctionerende autisten (HFA) op het gebied van de (sociale) cognitie zijn in de tabel weergegeven. Onderscheid tussen AS en HFA op het (sociaal-)cognitieve domein. syndroom van Asperger moeite met ruimtelijk analytische taken eenvoudige ToM-taken worden beheerst (inzicht is er vaak wel, toepassen is moeilijk) problemen met rechterhersenhelft verbale intelligentie ligt significant hoger dan performale intelligentie hoogfunctionerende autisten ruimtelijk analytische opdrachten worden beter gemaakt en begrepen dan verbale opdrachten problemen met ToM op meerdere niveaus (inzicht is vaak zwak ontwikkeld, toepassen dus ook) problemen met linkerhersenhelft performale intelligentie ligt significant hoger dan verbale intelligentie Wellicht ten overvloede dient opgemerkt te worden dat (handelingsgerichte) diagnostiek aansluit bij de vraag van de client: de client heeft een hulpvraag en deze vraag vormt de start van het diagnostisch proces. De meeste ouders/opvoeders willen weten: Wat is er met mijn kind aan de hand? Is mijn kind autistisch? Maar ze willen tegelijkertijd ook weten: Hoe moet ik met hem of haar omgaan en wat zijn de behandelmogelijkheden? In de volgende paragrafen zal de relatie tussen classificatie en (handelingsgerichte) diagnostiek en het bijbehorende diagnostisch proces geconcretiseerd worden aan de hand van de casus Ben. Eerst wordt kort ingegaan op de DSM-IV(-TR)-classificatie van ASS, ter beschrijving van het beeld. Als vervolg hierop wordt een aantal instrumenten beschreven die in de praktijk vaak gebruikt worden. BSL - ALG_BK_1KZM _

4 54 Begeleiding van kinderen en jongeren met autisme Casus Ben In de praktijk wordt, zoals hiervoor beschreven, de DSM-IV(-TR) gebruikt om vast te stellen of er bij iemand sprake is van ASS. Er wordt gekeken of de geformuleerde criteria van toepassing zijn op de betrokken client. Wat het moeilijk maakt is dat er variaties en gradaties van ASS kunnen bestaan, zodat er meerdere aspecten gevonden kunnen worden die niet van toepassing zijn op een enkel beeld maar op meerdere beelden. De volgende beelden komen frequent voor in combinatie met ASS: verstandelijke handicap, aandachtstekortstoornissen, taalontwikkelingsstoornissen, dwangstoornissen, ticstoornissen en angststoornissen. Dit betekent dat de diagnostiek bij ASS altijd een samenwerking vereist van verschillende deskundigen. Diagnostiek bij ASS dient dan ook multidisciplinair te zijn en deze disciplines/deskundigen gebruiken hun eigen specialistische methoden. Behalve van verschillende deskundigen dient ook gebruik te worden gemaakt van verschillende mensen die als informant kunnen dienen: behalve het kind of de jongere zelf, zijn ook ouders, verzorgers, leerkrachten en groepsleiding deelnemers in het diagnostisch proces. Ben wordt op 9-jarige leeftijd aangemeld bij een poli kinder- en jeugdpsychiatrie. Ben en zijn ouders hebben kortdurend begeleiding gehad van het Bureau Jeugdzorg nadat ze daar waren aangemeld door de basisschool en de jeugdarts. Er is door de jeugdarts van de GGD op basis van de gegevens die op dat moment bekend zijn een DSM-IV gescoord. Het betreft de volgende DSM-IV-kenmerken: A Sociale interactie: 1 moeite met oogcontact; 2 tekortschieten in leeftijdsadequaat vriendschapsgedrag; 3 gebrek aan het spontaan willen delen met anderen van vreugde, ervaringen of prestaties; 4 gebrek aan sociale of emotionele wederkerigheid. B Verbale en non-verbale communicatie: 1 late ontwikkeling van verbale communicatie; 2 moeite met het verschil tussen fantasie en realiteit. C Repetitieve en stereotiepe gedragingen, activiteiten en interesses: 1 preoccupatie met een of meer stereotiepe gedragingen; 2 het sterk vasthouden aan specifieke rituelen of routines. BSL - ALG_BK_1KZM _

5 2 Van diagnostiek naar behandeling 55 Om autisme te classificeren moeten er in ieder geval twee kenmerken onder A vallen, een onder B en een onder C. Ben valt dus in het autistisch spectrum en dit is de reden voor de aanmelding bij de poli, in combinatie met het gegeven dat de ouders en de leerkracht ten einde raad zijn. Men weet niet goed hoe om te gaan met de sociale en gedragsproblemen van Ben. De DSM-IV(-TR) is hier een instrument dat dient als uitgangspunt voor de diagnostiek. Hierna wordt de casus Ben verder gevolgd en beschreven en leidt de casus ons door het diagnostisch proces tot en met het opstellen van een gericht behandelplan. Diagnostiek bij autismespectrumstoornissen Zoals hiervoor werd beschreven, dient diagnostiek bij ASS multidisciplinair plaats te vinden, dat wil zeggen dat er meerdere disciplines bij de diagnostiek betrokken worden. In de praktijk zijn dit vaak eerst en vooral de psychodiagnosticus en de kinder- en jeugdpsychiater. In sommige situaties, zoals in een kinder- en jeugdpsychiatrisch ziekenhuis, zijn dit ook de discipline maatschappelijk werk, psychomotorisch therapeut en orthopedagoog. In weer andere situaties spelen de logopedie en kinderpediatrie een meer toonaangevende rol, bijvoorbeeld in een medisch kleuterdagverblijf. In het kader van de genoemde differentiele diagnostiek spelen met name de kinder- en jeugdpsychiater, de kinderarts en de kinderneuroloog een belangrijke rol. Hierna volgt een korte beschrijving van onderzoeksmethoden en -middelen die in de dagelijkse diagnostische praktijk veel worden toegepast. Ieder instrument geeft een bepaald soort informatie en de bundeling van deze verschillende soorten informatie (hierna onderverdeeld in screening, anamnese-afname en handelingsgericht onderzoek) leidt tot een zogenoemde klinische diagnose. screening ASS zijn ontwikkelingsstoornissen, dus stoornissen die zich in de loop van de ontwikkeling van kinderen openbaren. Om zo vroeg mogelijk met hulp te starten, is vroegtijdige onderkenning erg belangrijk (zie ook Swinkels, dit boek). De ouders van Ben signaleerden eigenlijk pas toen hij 5 was dat hij zich in sociaal opzicht anders ontwikkelde dan zijn twee jaar oudere broer. In die tijd trok ook de school aan de bel en zijn de ouders voor opvoedingsondersteuning bij het Bureau Jeugdzorg terechtgekomen. In het kader van een algemene screening van gedrag kan de Child Behavior Checklist (CBCL) gebruikt worden (Verhulst, Van der Ende & BSL - ALG_BK_1KZM _

6 56 Begeleiding van kinderen en jongeren met autisme Koot, 1996). Deze lijst bestaat uit een groot aantal vragen die door ouders/verzorgers/leerkrachten beantwoord moeten worden over probleemgedrag en sociale competentie bij kinderen van 4 tot en met 18 jaar. Deze vragen zijn na scoring samengevat in acht gebieden: teruggetrokken gedrag, lichamelijke klachten, angstig-depressief gedrag, sociale problemen, denkstoornissen, aandachtsproblemen, delinquent gedrag en agressief gedrag. De score op de CBCL kan worden vergeleken met een normgroep en is dan ook een aanwijzing voor de ernst van de problematiek. De CBCL wordt vaak gebruikt, maar is vooral nuttig in de intakefase. Bij Ben resulteerde dit bij het Bureau Jeugdzorg in een totaalscore die in de klinische range viel. Dit betekent dat zijn probleemgedrag in vergelijking met leeftijdgenoten ernstiger was. Ben had met name problemen in sociaal opzicht, maar er waren ook gedragsproblemen: ruzie met zijn broer en ongevoeligheid voor acties van zijn ouders en leerkracht om zijn gedrag positief bij te sturen. Tijdens de intake bij de poli zijn de volgende schalen bij Ben afgenomen. De Vineland Adaptive Behavior Scales (VABS) (Sparrow, Balla & Cicchetti, 1984). Deze schaal bestaat uit een vragenlijst die aan de hand van een vrij interview ingevuld wordt. Het instrument richt zich op communicatie, zelfredzaamheid, socialisatie, sociale ontwikkeling en motoriek. Bij Ben bevestigde de uitkomst van de VABS zijn sociaal onrijpe gedrag en zijn primitieve wijze van communiceren. De SCQ of Social Communication Questionnaire (Roeyers, Warreyn & Raymaekers, 2002) is een instrument voor kinderen met ASS. De lijst is te gebruiken vanaf de leeftijd van 4 jaar (mentale leeftijd minstens 2 jaar). De vragenlijst bestaat uit 40 vragen die door ouders worden ingevuld (zonder supervisie) in ongeveer 10 minuten. De SCQ is dus een snel en eenvoudig af te nemen instrument om kinderen te screenen voor ASS. Er zijn twee versies van de SCQ beschikbaar: Levensloop en Huidige toestand. De versie Levensloop wordt het meest gebruikt en gaat over de volledige ontwikkelingsgeschiedenis van het kind. De resultaten geven aan of een kind moet worden doorverwezen voor een volledig diagnostisch onderzoek. De SCQ liet zien dat vervolgonderzoek zeker nodig was. Ook werd de noodzaak bevestigd van verdere hulp voor zowel Ben als zijn ouders. De VISK of Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen inventariseert (sociaal) probleemgedrag bij kinderen met milde varianten van ASS. De lijst is geschikt voor kinderen vanaf 4 jaar. De 49 vragen worden ingevuld door de ouders. De afnameduur is minuten. De volgende ontwikkelingsdomeinen worden gemeten: BSL - ALG_BK_1KZM _

7 2 Van diagnostiek naar behandeling 57 1 niet goed afgestemd zijn op de sociale situatie (bijv.: weet van geen ophouden, blijft doordrammen); 2 verminderde neiging tot sociale interactie (bijv.: zoekt geen troost als hij/zij pijn of verdriet heeft);3 orientatieproblemen in tijd, ruimte en plaats (bijv.: heeft geen tijdsbesef, geen benul van tijd); 4 niet snappen van sociale informatie (bijv.: begrijpt in een gesprek niet goed waar het om gaat, mist de kern); 5 stereotiep gedrag (bijv.: maakt vreemde, snelle bewegingen met de vingers of handen); 6 angst voor en weerstand tegen veranderingen (bijv.: blokkeert in nieuwe situaties of bij veranderingen). De vragen worden gescoord op een 3-puntsschaal (Luteijn, Minderaa & Jackson, 2002) en Ben viel met name uit op de aspecten 1, 2, 3 en 6. De ADOS (Autism Diagnostic Observation Schedule) is een semigestructureerd, gestandaardiseerd observatie-instrument voor kinderen, adolescenten en volwassenen met ASS. De ADOS bestaat uit een aantal situaties waarin sociaal, communicatief, spel- of stereotiep gedrag wordt uitgelokt. Er zijn vier verschillende modules beschikbaar: a preverbaal, b voor kinderen die beschikken over enige taal, maar niet spontaan vloeiend spreken, c voor kinderen en adolescenten die zich verbaal goed kunnen uiten en d voor hoogfunctionerende adolescenten en volwassenen. Het instrument moet worden afgenomen door een getrainde onderzoeker in ongeveer 30 tot 45 minuten. Er moet altijd een video-opname van de observatie worden gemaakt die achteraf wordt gescoord. De scores op de ADOS worden verdeeld in: autisme, PDD-NOS en niet-ass (Lord et al., 2000). Module c is bij Ben afgenomen en ook hier werd het vermoeden van autisme bevestigd. Een schaal die in de klinische praktijk veel gebruikt wordt is de CARS (Child Autism Rating Scale). De CARS is een goed uitgewerkte en bruikbare schaal. De schaal bestaat uit vijftien criteria die gescoord dienen te worden door beroepskrachten. De CARS is door Schopler en collega s ontwikkeld binnen het TEACCH-programma (Treatment and education of autistic and communication handicapped children), een Amerikaans staatsprogramma (North-Carolina). BSL - ALG_BK_1KZM _

8 58 Begeleiding van kinderen en jongeren met autisme Ben viel bij de CARS, die is gescoord tijdens een observatie in een gestructureerde en ongestructureerde situatie, in de categorie autisme, mild. anamnese-afname De basis van de diagnostiek wordt gevormd door een zogenoemde klachtenanamnese af te nemen met de ouders: de voorgeschiedenis van het kind met alle ontwikkelingsdomeinen wordt in kaart gebracht. De ouders zijn hierbij de belangrijkste bronnen van informatie. De ouders kennen hun kind en weten hoe hun kind zich ontwikkeld heeft. Hulpmiddelen hierbij zijn het groene boekje (van het consultatiebureau), fotoalbums en video-opnamen van het kind en zijn omgeving. In de klachtenanamnese wordt de hele ontwikkeling van het kind doorlopen en moet de ontwikkeling geplaatst worden in het perspectief van gezin en opvoeding (inclusief school). Onderwerpen die aan de orde moeten komen, zijn de contactmogelijkheden van het kind (de wijze waarop, de mate waarin, de behoefte, enz.), de kwaliteit van de interactie, de ontwikkeling van de spraak, taal en communicatie, de ontwikkeling van de motoriek en de verstandelijke vermogens. Het is belangrijk om bij de inventarisatie van de problemen ook de gezinscontext goed in kaart te brengen. Het gaat daarbij om de invloed die de problematiek van het kind heeft op het functioneren van het gezin (draagkracht/draaglast) en op de relaties tussen de gezinsleden, maar ook om de invloed van het gezinsfunctioneren op het kind. Ook informatie van de school, kinderdagverblijf of dagvoorziening is belangrijk om een compleet beeld te krijgen van het functioneren van het kind. Vaak worden in het kader van een anamnese-afname twee instrumenten gebruikt. Allereerst de Diagnostic Checklist for Behavior-Disturbed Children (Rimland, 1964). Deze vragenlijst is een semigestructureerd interview waarin de algemene ontwikkelingsdomeinen, zoals sociaalemotionele ontwikkeling, spelontwikkeling en (senso)motorische ontwikkeling, aan bod komen. Daarnaast worden vragen over gezin en stamgezin gesteld en worden bijzondere aspecten nagevraagd, zoals specifieke interesses, angsten en zintuiglijke ontwikkeling. De lijst kan gescoord worden, maar in de praktijk vindt een kwalitatieve analyse plaats: zijn er duidelijke zogenoemde ASS-indicatoren in de anamnese aanwezig of niet? BSL - ALG_BK_1KZM _

9 2 Van diagnostiek naar behandeling 59 Een ander goed bruikbaar instrument voor de anamnese is het Diagnostic Interview for Social and Communicative Disorders ( de DISCO ) die is ontwikkeld door Wing (1996). Ook dit instrument screent de anamnese op ASS-indicatoren. De DISCO is een goed instrument om informatie te krijgen over de ontwikkelingsgeschiedenis. Er worden vragen gesteld over de sociaal-emotionele ontwikkeling, over de (senso)motorische ontwikkeling, spelontwikkeling, taal en communicatie, en over specifieke vaardigheden. De DISCO wordt vaak in combinatie met de hiervoor besproken VABS gebruikt. Bij Ben was de Rimland-vragenlijst al afgenomen en deze informatie is gecombineerd met de informatie uit de DISCO en de VABS. Ook hieruit bleek dat er meerdere kenmerken van autisme aanwezig waren in de voorgeschiedenis van Ben. Tot slot dient de medische voorgeschiedenis goed in kaart gebracht te worden, met aandacht voor eventuele (erfelijke) ziekten in de familie dan wel epilepsie en/of neurologische afwijkingen en syndromen. Verder dient te worden nagevraagd of er visuele of auditieve problemen zijn of zijn geweest. Hieruit bleek bij Ben niets bijzonders, op wat vage sociale problemen bij vader en psychiatrische problematiek bij de moeder van vader na. Handelingsgericht onderzoek Na de screening wordt de anamnese afgenomen en wordt ook informatie verzameld bij derden, vaak de school. Deze informatie van derden kan verkregen worden aan de hand van vragenlijsten, zoals een leerkrachtenversie van de beschreven CBCL, de TRF (Teacher Report Form). Ook vindt vaak observatie plaats, zowel in de thuis- als in de schoolsituatie. Er wordt geobserveerd in gestructureerde en vrije situaties, omdat het gedrag van kinderen en jeugdigen met ASS sterk verschilt per situatie. Nadat deze informatie is verzameld wordt besloten welk toegespitst onderzoek zal plaatsvinden. In de praktijk is dit psychodiagnostisch en kinder- en jeugdpsychiatrisch onderzoek. Het kinder- en jeugd- BSL - ALG_BK_1KZM _

10 60 Begeleiding van kinderen en jongeren met autisme psychiatrisch onderzoek vindt in nauwe samenwerking met de psychodiagnosticus plaats. De nadruk ligt op de zogenoemde differentiele diagnostiek: van welk (meng)beeld is er sprake (aard) en wat is de ernst van de problematiek? Op basis van het kinder- en jeugdpsychiatrisch onderzoek bij Ben wordt de waarschijnlijkheidsdiagnose autisme geformuleerd en wordt besloten tot psychodiagnostisch onderzoek, met name om de (sociale) intelligentie uitgebreid in kaart te brengen. Er zijn vragen naar de sociale ontwikkeling en op welke wijze deze het best gestimuleerd kan worden. Om hier een antwoord op te kunnen geven is ook intelligentieonderzoek nodig. Wat in elk onderzoek aan de orde komt is cognitie- of intelligentieonderzoek, omdat het richting geeft aan de mogelijkheden op het gebied van leren. Dit vond ook bij Ben plaats. In de praktijk worden allerlei intelligentietests gebruikt, soms alleen onderdelen van tests. Dit gebeurt omdat veel kinderen en jeugdigen met ASS moeilijk te testen zijn. Hier worden de WISC-RN en de RAVEN-PM kort beschreven: de WISC als verbale en de RAVEN als zogenoemde nonverbale test. De WISC-RN (Wechsler Intelligence Scale for Children Revised, Nederlandse editie) (zie ook Wechsler, 1991) is een intelligentietest voor kinderen van 6 tot 16 jaar. De test wordt regelmatig gereviseerd en op dit moment wordt de WISC-III-NL gebruikt (editie 2004). De WISC-IIIversie 2002 heeft een revisie ondergaan in Er werd een nieuwe normering vastgesteld, items werden aangescherpt en tevens is er een extra subschaal ontwikkeld: symbolen vergelijken. De test resulteert in een verbaal IQ (VIQ), een performaal IQ (PIQ) en een totaal IQ. In de meeste gevallen is er bij ASS sprake van een disharmonisch profiel (sommige subtests worden redelijk tot goed gemaakt en sommige opvallend slecht). Ook is er een significant verschil tussen het verbale en het performale IQ: het verbale is meestal lager dan het performale IQ. Zoals hiervoor beschreven (in de tabel) is dit bij het syndroom van Asperger net omgekeerd. Het profiel is gebaseerd op 13 subtests: 1 Informatie met vragen over algemene kennis. Dit fluctueert bij kinderen met ASS; vaak is er uitval, omdat er uitval in schoolse vaardigheden bestaat. Dit was ook bij Ben het geval. 2 Onvolledige tekeningen. Gezien de alertheid op details bij kinderen en jeugdigen met ASS worden hier vaak goede resultaten geboekt. Bij BSL - ALG_BK_1KZM _

11 2 Van diagnostiek naar behandeling 61 de jeugdigen met minder goede cognitieve mogelijkheden bestaat echter ook hier uitval, omdat de Gestalt (het geheel) niet wordt waargenomen. Ben had hier geen uitval. 3 Overeenkomsten: doet een beroep op abstraheren en categoriseren; dit is erg moeilijk voor de meeste kinderen en jeugdigen met ASS. Ben viel hier duidelijk op uit. 4 Plaatjes ordenen: plaatjes op volgorde leggen tot een zinvol geheel. Dit is moeilijk voor de meeste jongeren met ASS, gezien het beroep dat gedaan wordt op het interpreteren van sociale situaties. Ook hier had Ben moeite mee. 5 Rekenen: technische rekenopgaven die, afhankelijk van het cognitieve niveau en schoolse vaardigheden, redelijk doorlopen worden. Ook hier geldt dat er vaak uitval in schoolse vaardigheden optreedt, waardoor kinderen met ASS hier wisselend op scoren. Ben had en heeft moeite met (begrijpend) rekenen. 6 Blokpatronen: doet een beroep op visuomotoriek en ruimtelijk inzicht. Gezien de meestal hoge(re) performale mogelijkheden wordt deze subtest vaak goed gemaakt. Ben haalde hier een hoge score. 7 Woordenschat: verbaal de betekenis van woorden aangeven. Gezien de meestal lage(re) verbale mogelijkheden wordt deze subtest vaak slecht gemaakt. Ben had moeite met deze subtest. 8 Figuur leggen: puzzelen, deels op basis van vorminzicht, deels op basis van de Gestalt (de afbeelding). Kinderen en jeugdigen met ASS maken bij het puzzelen veelal gebruik van vorminzicht en niet van de Gestalt. Vandaar dat hier wisselende resultaten worden behaald. Ben had op deze subtest een gemiddelde score. 9 Begrijpen: vragen over sociale situaties. Vaak vallen kinderen en jeugdigen met ASS hier uit. Ook Ben viel hier uit. 10 Substitutie: oog-handcoordinatie en concentratie. Voor de meeste kinderen en jeugdigen met ASS is deze subtest geen probleem, omdat ze gebruik maken van een goed ontwikkelde rechterhersenhelft. Ben had hier een hoge score. 11 Cijferreeksen: een toenemend aantal cijfers moet worden nagezegd, eerst in dezelfde, daarna in omgekeerde volgorde. De subtest doet een beroep op het auditieve kortetermijngeheugen en dus ook op concentratie. Kinderen en jeugdigen met ASS hebben hier vaak moeite mee, omdat ze niet gericht luisteren en omdat ze snel afgeleid zijn. Ben had hier een laaggemiddelde score. 12 Doolhoven: doet een beroep op de oog-handcoordinatie en ruimtelijk inzicht. Ook deze subtest wordt meestal goed gemaakt door kinderen en jeugdigen met ASS. Ben had een hoge score op deze subtest. BSL - ALG_BK_1KZM _

12 62 Begeleiding van kinderen en jongeren met autisme 13 Symbolen vergelijken (in WISC III NL, subtest 11): de subtest doet met name een beroep op de verwerkingssnelheid, meer concreet de snelheid waarmee visuele informatie wordt verwerkt, maar heeft ook betrekking op concentratie. De meeste jongeren met ASS hebben hier moeite mee. Ook Ben had een laaggemiddelde score op deze subtest. Ben had een verbaal IQ van 89 en een performaal IQ van 104. Het profiel is grillig en een nadere analyse (zoals uitval bij de subtests 3-5 en een opvallend goede score bij de subtests 2, 6, 10 en 12) laat veel scores op subtests zien die typerend zijn voor een ASS. De RAVEN PM (Progressive Matrices) (Raven, 1938) is een non-verbale test die veel gebruikt wordt in het kader van toegespitste en differentiele diagnostiek. Kinderen en jeugdigen met ASS doen het meestal goed op deze performale test. In het kader van de differentiele diagnostiek wordt deze test vaak gebruikt bij taalontwikkelings- en rechterhemisfeerstoornissen. Er bestaat ook een zogenoemde gekleurde versie die gebruikt wordt bij jongere kinderen (5-11 jaar) en bij personen van wie al vaststaat dat zij over relatief zwakke cognitieve mogelijkheden beschikken. De opgaven van de RAVEN bestaan uit een rechthoek met een patroon of reeks matrix genoemd waaraan een gedeelte ontbreekt ( alsof er een stukje uit het behang geknipt is luidt de instructie in de praktijk). De vraag is welk van de keuzestukjes logischerwijze op de open plaats hoort. Bij Ben is de gekleurde versie afgenomen en Ben deed het opvallend goed op deze subtest, hetgeen wel te verklaren valt als we zijn performale WISC IQ bekijken. Belangrijk in de diagnostiek bij ASS is taalonderzoek en onderzoek naar de sociaal-emotionele ontwikkeling. Bij Ben was er weinig uitval in taal, zo bleek uit eerder onderzoek op school en bij de GGD, en daarom is met name de sociale ontwikkeling verder onderzocht. BSL - ALG_BK_1KZM _

13 2 Van diagnostiek naar behandeling 63 Twee tests worden in dit kader kort besproken: de Rosenzweig PF study (Rosenzweig, 1978) en de ToM-test (Steerneman, Meesters & Muris, 2000, 2003). De Rosenzweig is een test die frustratietolerantie meet, maar aan de hand van een kwalitatieve analyse kan bekeken worden of een kind de sociale situatie die is afgebeeld begrijpt. Schat het kind de situatie goed in? Begrijpt het wat er gebeurt? De Rosenzweig bestaat namelijk uit 24 situaties, waarin de ene afgebeelde persoon iets zegt en het antwoord van de andere afgebeelde persoon weergegeven moet worden door het kind. De situaties zijn allemaal licht frustrerend en er kan ook een uitspraak worden gedaan over de frustratietolerantie en over de wijze waarop het kind een probleem aanpakt: het legt het probleem bij zichzelf, het legt het probleem bij de ander of het gaat het probleem uit de weg. Een vierde mogelijkheid, die vaak in de kwalitatieve analyse bij antwoorden van kinderen en jeugdigen met ASS gezien wordt, is dat het kind de sociale situatie niet goed inschat. Dit laatste was zeker het geval bij Ben. Ook bleek de frustratietolerantie bij hem laag te zijn: er hoefde maar iets kleins te gebeuren en Ben reageerde impulsief en aanvallend. Dit bleek ook in een spelobservatie en tijdens een observatie op school in een vrije situatie. Een veelgebruikte test om het invoelend vermogen te meten is de ToMtest (Steerneman et al., 2000, 2003). De ToM-test is handelingsgericht en maakt een analyse van de sterke en zwakke kanten van het kind. Deze vormt de basis voor een specifiek programma voor hulpverlening. Concreet worden hiaten in kaart gebracht, zodat deze gericht behandeld kunnen worden met een specifieke socialecognitietraining (Steerneman, 2004). De ToM-test onderzoekt de mate waarin kinderen met een kalender- en ontwikkelingsleeftijd van 5 tot en met 12 jaar zich kunnen verplaatsen in het perspectief van de ander. ToM staat voor Theory of Mind en heeft betrekking op de (sociaal-)cognitieve vaardigheid om gedachten, gevoelens, ideeen en intenties toe te schrijven aan jezelf en aan anderen en op basis daarvan te anticiperen op het gedrag van anderen. ToM is een theorie die iedereen toepast over hoe andere mensen denken en voelen. Het verwerven van deze vaardigheid lijkt een basisvoorwaarde voor de ontwikkeling van sociaal vaardig gedrag bij kinderen. De test meet de drie stadia waarlangs ToM zich ontwikkelt: BSL - ALG_BK_1KZM _

14 64 Begeleiding van kinderen en jongeren met autisme 1 voorlopers van ToM (perceptie, imitatie, emotieherkenning, doen alsof en het onderkennen van verschil tussen de tastbare werkelijkheid en de gedachte daarover); 2 eerste manifestaties van ToM ( first order belief en false belief, respectievelijk causaal denken en begrip van misleiding); 3 het hoogste niveau van ToM ( second order belief of metacognitief denken i.c. denken over denken, en begrip van complexe humor). Met behulp van een interview met het kind, bestaande uit 20 items, wordt informatie verzameld over de mate waarin het beschikt over sociaal begrip, sociaal inzicht en sociale sensitiviteit. De drie hierboven beschreven stadia bestaan dus uit 8 bouwstenen: de bouwstenen van de ToM. De ToM-test kan per stadium, maar ook per bouwsteen afgenomen worden en aan de hand van percentielscores kan men vaststellen met welke ToM-onderdelen het kind moeite heeft. Er wordt op dit moment gewerkt aan een revisie van de ToM-test, de ToM-test- R. Uit een kwalitatieve analyse kan blijken met welke onderdelen van de bouwsteen een kind moeite heeft. Zo bestaat de bouwsteen first order belief onder andere uit items die een beroep doen op meer complexe vormen van emotieherkenning. Een dergelijke analyse vormt de basis voor een toegespitst individueel behandelplan, gebruikmakend van de oefeningen uit het programma leren denken over denken en leren begrijpen van emoties (Steerneman, 1997, 2004). Het definitieve programma wordt samengesteld op basis van de resultaten van de ToM-test en op deze wijze is het mogelijk om een toegespitst behandelprogramma aan te bieden. Zo vormt de toegespitste diagnostiek de basis voor een toegespitste behandeling binnen het domein van de sociaal-cognitieve ontwikkeling. Ben viel uit bij de ToM-test, en met name bij emotieherkenning, begrip van misleiding en bedrog en denken over denken. Typisch voor kinderen met ASS is het grillige profiel en dit was ook bij Ben het geval. Op basis van de bovenbeschreven testgegevens, inclusief de uitslag van de ToM-test, is de diagnose Autisme gesteld (type actief maar vreemd ). Er is samen met de ouders een plan opgesteld waarin de ouders opvoedingsondersteuning kregen met specifieke aandacht voor wat autisme precies is. Bij dit laatste werden ook de broer en de leerkracht van Ben betrokken. Verder kreeg Ben een socialecognitietraining als voorberei- BSL - ALG_BK_1KZM _

15 2 Van diagnostiek naar behandeling 65 ding op een socialevaardigheidstraining. Bij Ben is een programma samengesteld waarbij met name emotieherkenning centraal stond: niet alleen oefenen hoe iemand zich voelt en hoe je dat ziet of merkt, maar ook ingaan op waarom die ander zich zo voelt en hoe je daarmee om kan gaan. Verder werd gebruik gemaakt van ToM-bouwstenen die zo bleek uit de ToM-test Ben relatief goed beheerste: doen alsof en perspectief nemen. Na een periode van een half jaar vond een evaluatie plaats en op basis van vragen van de ouders over erfelijkheid, vragen die met name de vader had overgehouden uit de fase van de anamneseafname, en op basis van informatie die de ouders verzameld hadden over erfelijkheid bij ASS, heeft medisch/genetisch onderzoek plaatsgevonden; daarbij werden geen bijzonderheden geconstateerd. Op school ging het steeds slechter en na een half jaar werd Ben geplaatst in een zogenoemde auti-klas van een school voor speciaal onderwijs. Vanuit deze school vond nadien ook ambulante begeleiding plaats in de thuissituatie. De ambulante begeleiding gaf ook gerichte ondersteuning thuis en op school ten aanzien van de gesignaleerde hiaten in de sociale cognitie en er werd rekening gehouden met de mogelijkheden van Ben. Dit sloeg aan en na ruim een jaar ging het stukken beter met Ben, zowel thuis als op school; hij had minder gedragsproblemen en het ging ook in sociaal opzicht beter. Besluit In dit hoofdstuk is aan de hand van de casus Ben de link beschreven tussen diagnostiek en behandeling bij ASS, waarbij duidelijk geworden is dat (handelingsgerichte) diagnostiek enerzijds een uitspraak doet over wat is het?, anderzijds ook leidt tot een toegespitst behandelplan, wat moet ik doen?, dat aansluit bij de hulpvraag van de client. Er zijn enkele (lang niet alle) voor de praktijk bruikbare en in de praktijk veelgebruikte instrumenten beschreven. Wat duidelijk moet zijn is dat diagnostiek behoort te leiden tot zorg op maat: rekening houdend met dit unieke individu wordt op basis van toegespitst onderzoek een individueel behandelplan samengesteld, een behandelplan dat is gebaseerd op de uitkomsten van (handelingsgericht) onderzoek. BSL - ALG_BK_1KZM _

16 66 Begeleiding van kinderen en jongeren met autisme Literatuur American Psychiatric Association (APA) (1994). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (4th ed.). Washington DC: APA. Baron-Cohen, S., Allen, J. & Gillberg, C. (1992). Can autism be detected at 18 months? The needle, the haystack and the CHAT. British Journal of Psychiatry, 161, Buitelaar, J.K. & Gaag, R.J. van der (1998). Diagnostic rules for children with PDD-NOS and Multiple Complex Developmental Disorder. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 39, Lord, C., Risi, S., Lambrecht, L., Cook, E., Leventhal, T., DiLavore, P., Pickles, A. & Rutter, M. (2000). The Autism Diagnostic Observation Schedule-Generic: a standard measure of social and communication deficits associated with the spectrum of autism. Journal of Autism and Developmental Disorders, 30, Lowe, M. & Costello, A. (1988). Symbolic Play Test. Windsor: Nelson. Luteijn, E., Minderaa, R. & Jackson, S. (2002). VISK: Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen. Amsterdam: Harcourt test publishers. Manschot, W. & Bonnema, J. (1974). Peabody Picture Vocabulary Test. Lisse: Swets & Zeitlinger. Pameijer, N. (2000). Richtlijnen voor handelingsgerichte diagnostiek. In: P. Prins & N. Pameijer (red.), Protocollen in de Jeugdzorg; richtlijnen voor diagnostiek, indicatiestelling en interventie (p ). Lisse: Swets & Zeitlinger. Pilowsky, T., Yirmiya, N., Shulman, C. & Dover, R. (1998). The Autism Diagnostic Interview-Revisedevised and the Childhood Autism Rating Scale: Differences between diagnostic systems and comparison between genders. Journal of Autism and Developmental Disorders, 28, Raven, J. (1938). The Standard Progressive Matrices. London: Lewis. Rimland, B. (1964). Infantile Autism. New-York: Appleton Century Crofts. Roeyers, H., Warreyn, P. & Raymakers, R. (2002). Vragenlijst Sociale Communicatie (SCQ). Destelbergen: uitgave SIG. Rosenzweig, S. (1978). An investigation of the Rosenzweig picture-frustration Form. Journal of Personality Assessment, 42, Schopler, E., Reichler, R. & Renner, B. (1986). The Childhood Autism Rating Scale (CARS) for diagnostic screening and classification of autism. New York: Irvington Publishers. Sparrow, S., Balla, D. & Cicchetti, D. (1984). Vineland Adaptive Behavior Scales. Circle Pines, MN: American Guidance Service. Steerneman, P. (1997, 2004). Leren denken over denken en leren begrijpen van emoties. Leuven/ Apeldoorn: Garant. Steerneman, P. (2001). Sociaal onhandig: aangeboren of (niet) geleerd. In: M. Delfos & N. Visscher (red.), (Pleeg)kinderen en vreemd gedrag!? (p ). Amsterdam: SWP. Steerneman, P. (2005). Sociaal cognitieve ontwikkeling bij kinderen en jeugdigen met het syndroom van Asperger. In: M. Delfos (red.), Asperger in Meervoud. Amsterdam: SWP. Steerneman, P., Meesters, C. & Muris, P. (2000, 2003). ToM-test. Leuven/Apeldoorn: Garant. Verhulst, F., Ende, J. van der & Koot, H. (1996). Handleiding voor de CBCL/4-18. Rotterdam: Sophia Kinderziekenhuis, Afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Wechsler, D. (1991). Wechsler Intelligence Scale for Children third edition. New York: Psychological corporation. Wing, L. (1996). The Autistic Spectrum. London: Constance. Wing, L. (2000). Leven met uw autistisch kind. Een gids voor ouders en begeleiders. Lisse: Swets & Zeitlinger. BSL - ALG_BK_1KZM _

Sociaal onhandig: aangeboren of (niet) geleerd

Sociaal onhandig: aangeboren of (niet) geleerd artikel uit Mobiel 6, december 2000/januari 2001 Sociaal onhandig: aangeboren of (niet) geleerd rubriek: Vreemd gedrag!? Door: Pim Steerneman, hoofd Centraal Coördinatiepunt Autisme Zuid-Limburg MENNO

Nadere informatie

Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK)

Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK) Instrument Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK) De VISK is ontwikkeld om sociaal probleemgedrag van kinderen met (mildere) varianten van pervasieve ontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme Deel VI Inleiding Wat zijn de mogelijkheden van EMDR voor cliënten met een verstandelijke beperking en voor cliënten met een autismespectrumstoornis (ASS)? De combinatie van deze twee in een en hetzelfde

Nadere informatie

JGZ-richtlijn Autismespectrumstoornissen Januari 2015

JGZ-richtlijn Autismespectrumstoornissen Januari 2015 JGZrichtlijn Autismespectrumstoornissen Bijlage Kenmerken van ASS specifieke instrumenten CBCL Gedrags Vragenlijst voor Kinderen / Child Behavior Checklist. Nieuwste versie 2003 De CBCL biedt geen diagnose,

Nadere informatie

HBO Toegepaste psychologie Contactdag GGZ Kinderen en Jeugd. Drs. Yèrma van Egeraat Registerpsycholoog NIP

HBO Toegepaste psychologie Contactdag GGZ Kinderen en Jeugd. Drs. Yèrma van Egeraat Registerpsycholoog NIP HBO Toegepaste psychologie Contactdag GGZ Kinderen en Jeugd Drs. Yèrma van Egeraat Registerpsycholoog NIP Programma Kennismaking Competenties Gespreksvaardigheden Anamnesegesprek: o Uitvoeren o Observeren

Nadere informatie

Autisme spectrum conditie

Autisme spectrum conditie (potentiële) belangenverstrengeling Geen Autisme spectrum conditie Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Triversum W. Veenboer Kinder- en jeugdpsychiater Dag van eerste lijn Januari

Nadere informatie

GEWOON ANDERS ASS BIJ JONGE KINDEREN. AutismeTeam Noord-Nederland, Jonx Lentis

GEWOON ANDERS ASS BIJ JONGE KINDEREN. AutismeTeam Noord-Nederland, Jonx Lentis GEWOON ANDERS ASS BIJ JONGE KINDEREN AutismeTeam Noord-Nederland, Jonx Lentis Programma Even voorstellen Wat is autisme? Vroege signalen bij autismespectrumstoornissen De eerste stap richting onderzoek

Nadere informatie

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis.

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. DSM IV interview Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. A.A. Spek Klinisch psycholoog Centrum Autisme Volwassenen GGZ Eindhoven Wanneer

Nadere informatie

Het enige middel dat je in het werken met mensen hebt, is jezelf.

Het enige middel dat je in het werken met mensen hebt, is jezelf. Het enige middel dat je in het werken met mensen hebt, is jezelf. I. Autisme en verstandelijke beperking Het verschil Peter Vermeulen zei ooit in een vorming (1999) dat een verstandelijke beperking gelijk

Nadere informatie

Training in het gebruik, de scoring en interpretatie van de ADOS

Training in het gebruik, de scoring en interpretatie van de ADOS Training in het gebruik, de scoring en interpretatie van de ADOS ADOS-training Karakter organiseert een training in het gebruik, de scoring en interpretatie van de ADOS. Wat is ADOS? Het Autisme Diagnostisch

Nadere informatie

Ines Volders 3 de licentie orthopedagogiek 1

Ines Volders 3 de licentie orthopedagogiek 1 AUTISME Autisme is een ontwikkelingsstoornis die gekenmerkt wordt door problemen op het gebied van communicatie, sociale omgang, verbeelding en repetitief gedrag. Ongeveer 70% van de mensen met autisme

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Autisme spectrum stoornissen en delinquentie

Autisme spectrum stoornissen en delinquentie Autisme spectrum stoornissen en delinquentie Lucres Nauta-Jansen onderzoeker kinder- en jeugdpsychiatrie VUmc Casus Ronnie jongen van 14, goed en wel in de puberteit onzedelijke handelingen bij 5-jarig

Nadere informatie

The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys

The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys Een reactie door Hilde M. Geurts Lezing Begeer, Keysar et al., 2010: Advanced ToM 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Autisme (n=34) Controle

Nadere informatie

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H.

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Leloux-Opmeer Voorwoord Inhoudsopgave Een tijd geleden hebben Stichting Horizon

Nadere informatie

Lezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence

Lezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence Lezing voor de NVA Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog Ontwikkelingsstoornissen Dimence Waarom diagnostiek? Hoe doen we eigenlijk diagnostiek? De DSM 5 Wijzigingen in de DSM 5 voor de autisme

Nadere informatie

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum HTS Report SRS-A Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Informantenversie Informant: Liesbeth Bakker Vriendin INLEIDING SRS-A 2/6 Inleiding De SRS-A

Nadere informatie

Wat betekent autisme voor een persoon met een verstandelijke beperking?

Wat betekent autisme voor een persoon met een verstandelijke beperking? Wat betekent autisme voor een persoon met een verstandelijke beperking? (Héle korte introductie) Gerlie Willemsen, orthopedagoog-generalist Gerianne Smeets, psycholoog Eva Braune, coördinerend begeleider

Nadere informatie

Vroege Signalen en Herkenning van Autisme Spectrum Stoornissen

Vroege Signalen en Herkenning van Autisme Spectrum Stoornissen Vroege Signalen en Herkenning van Autisme Spectrum Stoornissen Rutger Jan van der Gaag & Iris Oosterling, gz-psycholoog 2006 Karakter pagina 1 Inhoud Autisme Vroege herkenning van autisme DIANE-project,

Nadere informatie

ADHD en ASS. Bij normaal begaafde volwassen. Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG

ADHD en ASS. Bij normaal begaafde volwassen. Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG ADHD en ASS Bij normaal begaafde volwassen Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG Disclosure belangen spreker (potentiële) Belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

SRS-2. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

SRS-2. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum SRS-2 Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Informantenrapportage over 4- tot 18-jarigen Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING SRS-2 2/7 Inleiding

Nadere informatie

geschilderd staat. Joep rent overstuur naar huis en zegt: De muur kwam naar me toe!

geschilderd staat. Joep rent overstuur naar huis en zegt: De muur kwam naar me toe! 1 Wat is autisme? Joep van drie rijdt op zijn driewieler op het paadje achter zijn huis. Het paadje eindigt in een muur waar een voetbalgoal op geschilderd staat. Joep rent overstuur naar huis en zegt:

Nadere informatie

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Moet voldoen aan de criteria A, B, C en D A. Aanhoudende tekorten in sociale communicatie en sociale interactie in meerdere

Nadere informatie

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA 7-12-2018 Inhoud Vroegdetectie in een relationeel perspectief Infant and Early Childhood

Nadere informatie

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Cecile Blansjaar: orthopedagoog/autisme specialist Gedragskundige Stichting de Waerden Mede oprichter De Sociale Bron Wat is Autisme? In Nederland

Nadere informatie

Experts in diagnostiek

Experts in diagnostiek Experts in diagnostiek Het beste in een kind naar boven halen Elk kind heeft zijn eigen talenten. Dit betekent niet dat alle kinderen even goed mee kunnen komen op school. Sommige kinderen hebben onvoldoende

Nadere informatie

Het psychologisch onderzoek

Het psychologisch onderzoek GGzE centrum ouderenpsychiatrie Het psychologisch onderzoek Voor inzicht in uw capaciteiten, vaardigheden, mogelijkheden en beperkingen informatie voor cliënten >> 1 Psychologisch onderzoek kan bijdragen

Nadere informatie

Overschatting en overvraging van patiënten in de psychiatrie. Maartje Brink Verpleegkundige in opleiding tot specialist GGZ Parnassia Groep

Overschatting en overvraging van patiënten in de psychiatrie. Maartje Brink Verpleegkundige in opleiding tot specialist GGZ Parnassia Groep Overschatting en overvraging van patiënten in de psychiatrie Maartje Brink Verpleegkundige in opleiding tot specialist GGZ Parnassia Groep Inhoud Casusbeschrijving Disharmonisch intelligentieprofiel Emotionele

Nadere informatie

ASS in de verzekeringsgeneeskundige praktijk

ASS in de verzekeringsgeneeskundige praktijk ASS in de verzekeringsgeneeskundige praktijk Dr. P. Remijnse, psychiater UWV Breda, 4-7-2017 Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling Voor deze bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Hersenstichting Nederland. Autismespectrumstoornissen

Hersenstichting Nederland. Autismespectrumstoornissen Hersenstichting Nederland Autismespectrumstoornissen 1 Autismespectrumstoornissen Een autismespectrumstoornis (ASS) is een ontwikkelingsstoornis waarbij de informatieverwerking in de hersenen verstoord

Nadere informatie

Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis

Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Herbert Roeyers Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen VVL Congres, Berchem, 14 maart 2014 Pervasieve

Nadere informatie

Oolgaardt lezing 28 November 2006 Ze kunnen het wel, maar ze

Oolgaardt lezing 28 November 2006 Ze kunnen het wel, maar ze Oolgaardt lezing 28 November 2006 Ze kunnen het wel, maar ze doen het niet Sociaal emotionele vermogens van normaal intelligente kinderen met autisme spectrum stoornissen (ASS) Sander Begeer (Vrije Universiteit,

Nadere informatie

Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis. J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog

Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis. J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog Autisme DSM IV: Stoornissen die meestal voor het eerst op zuigelingenleeftijd, kinderleeftijd of in

Nadere informatie

Asperger en werk. Een dynamisch duo

Asperger en werk. Een dynamisch duo Asperger en werk Een dynamisch duo Natalie van Berkel Module Onderzoeksvaardigheden Stoornis van Asperger Kwalitatieve beperkingen in de sociale interactie, zoals blijkt uit ten minste 2 van de volgende:

Nadere informatie

Kwaliteiten en beperkingen van (jong)volwassenen met ASS. Een reflectie Linda Cuppen

Kwaliteiten en beperkingen van (jong)volwassenen met ASS. Een reflectie Linda Cuppen Kwaliteiten en beperkingen van (jong)volwassenen met ASS Een reflectie Linda Cuppen Reflectie - Asperger/autistische stoornis en DSM-V - DSM-V: diagnostische niveaus - Diagnostische niveaus: neuropsychologische

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu MCDD

Kinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu MCDD MCDD Wat is MCDD? MCDD is een ontwikkelingsstoornis waarbij kinderen moeite hebben om met hun gevoelens om te gaan en moeite hebben met het onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid. Hoe wordt MCDD

Nadere informatie

Autisme, wat weten we?

Autisme, wat weten we? Autisme, wat weten we? Matt van der Reijden, kinder- en jeugdpsychiater & geneesheer directeur Dr Leo Kannerhuis, Oosterbeek 1 autisme agenda autisme autisme en het brein: wat weten we? een beeld van autisme:

Nadere informatie

7 Nederlandstalige Samenvatting

7 Nederlandstalige Samenvatting 7 Nederlandstalige Samenvatting Autisme is een ontwikkelingsstoornis, waarvan de symptomen zich in de kindertijd voor het eerst manifesteren en gedurende het gehele leven in verschillende vormen aanwezig

Nadere informatie

Kortdurende hulpverleningstrajecten Maasland

Kortdurende hulpverleningstrajecten Maasland Kortdurende hulpverleningstrajecten Maasland 1. Individuele sociale vaardigheidstraining 2. Sociale vaardigheidstraining groep 12-/12+ 3. Gezinsbegeleiding (6+) 4. Gezinsbegeleiding (0-6 jaar) 5. Individuele

Nadere informatie

Zorgprogramma. Emergis, kinder- en jeugdpsychiatrie. Amares

Zorgprogramma. Emergis, kinder- en jeugdpsychiatrie. Amares Zorgprogramma Amares Emergis, kinder- en jeugdpsychiatrie Deze folder is bedoeld voor kinderen en jongeren die behandeling krijgen bij Amares. De folder is ook bedoeld voor ouder(s)/verzorger(s) die binnenkort

Nadere informatie

Sociale Interpretatie Test en Lees de Ogen Test bij hoog functionerende volwassenen met ASS

Sociale Interpretatie Test en Lees de Ogen Test bij hoog functionerende volwassenen met ASS Sociale Interpretatie Test en Lees de Ogen Test bij hoog functionerende volwassenen met ASS C.C. Kan, B. Hochstenbach, C. Tesink, J. Pijnacker, J.K. Buitelaar SIT en LdO bij hoog functionerende volwassenen

Nadere informatie

Publications. Publications

Publications. Publications Publications Publications Publications De Bildt, A., Mulder, E.J., Scheers, T., Minderaa, R.B., Tobi, H. (2006) PDD, behavior problems and psychotropic drug use in children and adolescents with MR, Pediatrics

Nadere informatie

Inzicht in Autisme. Lezing

Inzicht in Autisme. Lezing Inzicht in Autisme Lezing 18-09-2014 FRANS COOLEN ASS Trainer NVA ASS Trainer/coach bij In to Autisme frans.coolen@intoautisme.nl ASS Autisme Spectrum Stoornis Per persoon Per leeftijd In ernst In verschijningsvorm

Nadere informatie

training van basis naar brug

training van basis naar brug training van basis naar brug een extra steuntje in de rug voor kinderen met autisme bij de overstap van de basisschool naar de brugklas een aanbod van de Polikliniek in Doorwerth informatie voor cliënten,

Nadere informatie

Diagnostiek voor kinderen en jeugdigen met (vermoeden van) autisme spectrum stoornissen

Diagnostiek voor kinderen en jeugdigen met (vermoeden van) autisme spectrum stoornissen Diagnostiek voor kinderen en jeugdigen met (vermoeden van) autisme spectrum stoornissen Intersectorale werkgroep diagnostiek kinderen en jeugdigen met ASS Samenwerkingsverband Autisme Overijssel April

Nadere informatie

ABC - Ambulant Behandelcentrum

ABC - Ambulant Behandelcentrum ABC - Ambulant Behandelcentrum Als het thuis en/of op school dreigt vast te lopen Informatie voor verwijzers Kom verder! www.ln5.nl Vergroten van sociale competenties. Vergroten zelfbeeld/zelfvertrouwen.

Nadere informatie

Vorming AUTISMESPECTRUM- STOORNIS

Vorming AUTISMESPECTRUM- STOORNIS Vorming AUTISMESPECTRUM- STOORNIS Bart Lenaerts Jorinde Dewaelheyns 6 december 2010 Wat mag je verwachten? Wat is autisme? Het stellen van de diagnose Wie? Hoe? Triade van stoornissen Autisme = anders

Nadere informatie

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE GOOD PRACTICES De onderbouwing van de beperking van de onderwijsparticipatie blijkt uit het VO Aanmeldformulier Amsterdam 2009-2010, niet ouder dan een half jaar, plus diagnostische

Nadere informatie

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking

Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Doelgroep s Heeren Loo, Almere: Alle leeftijden: kinderen, jongeren & volwassenen (0 100 jaar) Alle niveaus van verstandelijke

Nadere informatie

Autisme, zonder verstandelijke beperking Dr. Martine F. Delfos Cursus voor ouders (en hun begeleiders)

Autisme, zonder verstandelijke beperking Dr. Martine F. Delfos Cursus voor ouders (en hun begeleiders) Autisme, zonder verstandelijke beperking Dr. Martine F. Delfos Cursus voor ouders (en hun begeleiders) Cursus op 13 en 27 maart en 10 april en 8 mei 2009 Autisme zonder verstandelijke handicap Cursus voor

Nadere informatie

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM 7--3 Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen met een auditieve/ communicatieve beperking Emotieherkenning bij kinderen en kinderen met Rosanne van der Zee Meinou de Vries Lizet Ketelaar Rosanne van

Nadere informatie

Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose. Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG

Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose. Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG 1 Autisme spectrum stoornissen Waarom dit onderwerp? Diagnostiek

Nadere informatie

EACD recommendations DCD. EACD recommendations. EACD recommendations DCD. EACD recommendations DCD. What s new? EACD recommendations DCD 3-12-2013

EACD recommendations DCD. EACD recommendations. EACD recommendations DCD. EACD recommendations DCD. What s new? EACD recommendations DCD 3-12-2013 EACD recommendations NL vertaling en aanpassing H. Reinders namens DCD Stuurgroep Internationaal: Juli 2011 Vertaling: zomer 2012 Bespreken in werkgroepen najaar 2012 Stuurgroep voorstel: maart 2013 Reactie

Nadere informatie

Verstandelijke beperkingen

Verstandelijke beperkingen 11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking

Nadere informatie

Werkgeversvereniging Oost - Regio IJssel/Vecht

Werkgeversvereniging Oost - Regio IJssel/Vecht Werkgeversvereniging Oost - Regio IJssel/Vecht 1. Welke associaties heeft u bij het begrip Autisme? Contactgestoord, nemen geen initiatief. Beperkt in het sociaal wenselijk gedrag, grotere behoefte aan

Nadere informatie

Autismespectrumstoornis. SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND Mandy Bekkers

Autismespectrumstoornis. SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND Mandy Bekkers Autismespectrumstoornis SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND 19-10-2016 Mandy Bekkers (mandybekkers@hotmail.com) Waarschuwing vooraf! 2 Geschiedenis Autos (Grieks: zelf) 1937-1940: Term autisme 1943 &

Nadere informatie

Emotionele ontwikkeling van jonge dove kinderen met een Cochleair Implantaat (CI)

Emotionele ontwikkeling van jonge dove kinderen met een Cochleair Implantaat (CI) Emotionele ontwikkeling van jonge dove kinderen met een Cochleair Implantaat (CI) Drs. Lizet Ketelaar Leiden Universiteit Ontwikkelingspsychologie www.emoties1tot5.nl Deze presentatie Kinderen met een

Nadere informatie

Zorgboekje. Kindgegevens

Zorgboekje. Kindgegevens Zorgboekje De pedagogisch medewerker vult dit boekje behorende bij het overdrachtdocument peuter kleuter in als er een zorgbehoefte bij het kind is gesignaleerd. Zij/ hij vult in wat van toepassing is

Nadere informatie

Van Hé, hier ben ik tot Ha, daar ben jij

Van Hé, hier ben ik tot Ha, daar ben jij Van Hé, hier ben ik tot Ha, daar ben jij Floortime: ontwikkelingsgerichte therapie, met ouders en het jonge kind aan het werk Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater & Ilse Vansant, psycholoog afdeling

Nadere informatie

BRIEF-P. Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

BRIEF-P. Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum BRIEF-P Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader BRIEF-P Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF-P is een

Nadere informatie

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis.

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. DSM IV interview Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. A.A. Spek Klinisch psycholoog Centrum Autisme Volwassenen GGZ Eindhoven Wanneer

Nadere informatie

University of Groningen. The Friesland study Bildt, Alida Anna de

University of Groningen. The Friesland study Bildt, Alida Anna de University of Groningen The Friesland study Bildt, Alida Anna de IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document

Nadere informatie

Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27

Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27 Handycard Zorgmonitor 1 SDQ en KIDSCREEN-27 SDQ (Strenghts and Difficulties Questionnaire) Meet de psychosociale aanpassing van de jeugdige. De SDQ wordt ingevuld door jeugdigen zelf (11-17 jaar) en ouders

Nadere informatie

HET LAGERE SCHOOLKIND DEEL 2: SCREENING VAN GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN

HET LAGERE SCHOOLKIND DEEL 2: SCREENING VAN GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN HET LAGERE SCHOOLKIND DEEL 2: SCREENING VAN GEDRAGS- EN EMOTIONELE PROBLEMEN Opleiding Jeugdgezondheiszorg Eline Van Hoecke Medische Psychologie Kinderen en Jongeren UZ Gent 30 maart 2012 1 OVERZICHT 1.

Nadere informatie

Ontwikkelingsrisico s bij het opgroeien met triple X

Ontwikkelingsrisico s bij het opgroeien met triple X Ontwikkelingsrisico s bij het opgroeien met triple X Hanna Swaab Sophie van Rijn Suus van Rijn Hanna, Sophie en Suus werken op de afdeling orthopedagogiek van de universiteit Leiden en op het Ambulatorium.

Nadere informatie

Spieren en het brein Multidisciplinaire expertise over leren, ontwikkeling en gedrag van kinderen, jongeren en jongvolwassenen met een spierziekte

Spieren en het brein Multidisciplinaire expertise over leren, ontwikkeling en gedrag van kinderen, jongeren en jongvolwassenen met een spierziekte NEUROLOGISCHE LEER- EN ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN Spieren en het brein Multidisciplinaire expertise over leren, ontwikkeling en gedrag van kinderen, jongeren en jongvolwassenen met een spierziekte Het centrum

Nadere informatie

Ontwikkelingsdiagnostiek Noodzakelijk maar niet altijd eenvoudig bij volwassen

Ontwikkelingsdiagnostiek Noodzakelijk maar niet altijd eenvoudig bij volwassen Ontwikkelingsdiagnostiek Noodzakelijk maar niet altijd eenvoudig bij volwassen Werkgroep: C.Kan, A. in t Veld, M. Altena, M.Oosterhoff, M.van Oosten 11 december 2008 Indeling Ontwikkelingsanamnese; wat,

Nadere informatie

Psychisch functioneren bij het syndroom van Noonan

Psychisch functioneren bij het syndroom van Noonan Psychisch functioneren bij het syndroom van Noonan drs. Ellen Wingbermühle GZ psycholoog / neuropsycholoog GGZ Noord- en Midden-Limburg Contactdag 29 september 2007 Stichting Noonan Syndroom 1 Inhoud Introductie

Nadere informatie

Beoordeling Sociaal Aanpassingsvermogen (BSA)

Beoordeling Sociaal Aanpassingsvermogen (BSA) Instrument Beoordeling Sociaal Aanpassingsvermogen (BSA) De BSA is een screeningsinstrument waarmee het sociaal aanpassingsvermogen bij jeugdigen (4 t/m 23 jaar) in kaart kan worden gebracht. Met het instrument

Nadere informatie

ADHD. Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. Hoe wordt de diagnose bij kinderen gesteld? ADHD poli

ADHD. Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. Hoe wordt de diagnose bij kinderen gesteld? ADHD poli 00 ADHD Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit Hoe wordt de diagnose bij kinderen gesteld? ADHD poli U bent met uw kind verwezen naar de ADHD poli. De ADHD poli is een samenwerkingsverband tussen

Nadere informatie

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Sylvie Verté INLEIDING Reeds geruime tijd worden pogingen ondernomen om te bepalen welke aspecten van diverse ontwikkelings-

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Overleg van tevoren altijd met de ouders over de aanpak voor het kind en tips voor de omgang.

Overleg van tevoren altijd met de ouders over de aanpak voor het kind en tips voor de omgang. Overleg van tevoren altijd met de ouders over de aanpak voor het kind en tips voor de omgang. Aandacht stoornissen ADD Attention Deficit Disorder (letterlijk: aandacht tekort stoornis) - Een vorm van ADHD

Nadere informatie

Richtlijnen Commissie Leerling Ondersteuning (CLO) Samenwerkingsverband De Liemers po

Richtlijnen Commissie Leerling Ondersteuning (CLO) Samenwerkingsverband De Liemers po Richtlijnen Commissie Leerling Ondersteuning (CLO) Samenwerkingsverband De Liemers po Minimaal noodzakelijk bij aanmelding voor alle leerlingen: Ondertekend aanmeldingsformulier Handelingsgericht Zorgformulier

Nadere informatie

Stoornissen in het autistisch spectrum

Stoornissen in het autistisch spectrum DC 14 Stoornissen in het autistisch spectrum 1 Inleiding Dit thema gaat over stoornissen in het autistisch spectrum, kortweg autisme Beroepscontext: als onderwijsassistent kun je ingezet worden in het

Nadere informatie

Diagnostisch centrum

Diagnostisch centrum REINAERDE Diagnostisch Centrum Als uw kind zich anders ontwikkelt De ontwikkeling van kinderen verloopt niet altijd vanzelfsprekend. Bijvoorbeeld als uw kind een ontwikkelingsachterstand of beperking heeft

Nadere informatie

Ontwikkeling van een arbeidsidentiteit bij mensen met een autisme spectrum stoornis

Ontwikkeling van een arbeidsidentiteit bij mensen met een autisme spectrum stoornis Ontwikkeling van een arbeidsidentiteit bij mensen met een autisme spectrum stoornis Diana Rodenburg d.rodenburg@leokannerhuis.nl Copyright Dr. Leo Kannerhuis Visie en missie Het Dr. Leo Kannerhuis is een

Nadere informatie

Theoretische verantwoording

Theoretische verantwoording Goed gedaan Theoretische verantwoording Malmberg Goed gedaan! Theoretische verantwoording Een preventief programma Goed gedaan! is een praktisch sociaal-emotioneel programma voor de basisschool. Het geeft

Nadere informatie

Het psychosociaal kinderteam (PST)

Het psychosociaal kinderteam (PST) Het psychosociaal kinderteam (PST) Het bezoek van u en uw kind aan de kinderarts is aanleiding voor de kinderarts om de zorgen en vragen rondom uw kind te bespreken in het psychosociaal kinderteam. Deze

Nadere informatie

De plaats van neuropsychologisch onderzoek binnen het diagnostisch proces

De plaats van neuropsychologisch onderzoek binnen het diagnostisch proces De plaats van neuropsychologisch onderzoek binnen het diagnostisch proces Werkgroep: Audrey Mol, Ilse Noens, Annelies Spek, Cathelijne Tesink, Jan-Pieter Teunisse Inhoud NPO en differentiaal diagnostiek

Nadere informatie

www.hildedeclercq.be hilde_de_clercq@telenet.be

www.hildedeclercq.be hilde_de_clercq@telenet.be 1 Pervasieve Ontwikkelingsstoornis Spel en Verbeelding Taal en Communicatie Emoties Seksualiteit en Relatievorming Eten Slapen Zindelijk worden Zelfredzaamheid of Algemene Dagelijkse leefvaardigheden 2

Nadere informatie

Autisme, zonder verstandelijke beperking Dr. Martine F. Delfos Cursus voor professionals

Autisme, zonder verstandelijke beperking Dr. Martine F. Delfos Cursus voor professionals Autisme, zonder verstandelijke beperking Dr. Martine F. Delfos Cursus voor professionals Cursus op 6 en 20 maart en 3 en 24 april 2009 Autisme zonder verstandelijke handicap Cursus voor professionals PICOWO

Nadere informatie

Genetische invloeden op gedragsproblemen tijdens de kindertijd

Genetische invloeden op gedragsproblemen tijdens de kindertijd Genetische invloeden op gedragsproblemen tijdens de kindertijd Meike Bartels en Thérèse M. Stroet Inleiding Vijf tot vijftien procent van de Nederlandse kinderen in de leeftijd van drie tot twaalf jaar

Nadere informatie

Intakevragenlijst voor ouders/verzorgers

Intakevragenlijst voor ouders/verzorgers Praktijk Dekker & Dooyeweerd Intakevragenlijst voor ouders/verzorgers (Met dank voor het invullen) 1. Informatie over uw kind en gezin Graag aankruisen wat van toepassing is 0. Indien een vraag niet van

Nadere informatie

Informatie voor patiënten van Ziekenhuis Rijnstate/Zevenaar. Het ADHD-team

Informatie voor patiënten van Ziekenhuis Rijnstate/Zevenaar. Het ADHD-team Informatie voor patiënten van Ziekenhuis Rijnstate/Zevenaar Het ADHD-team Uw kind heeft AD(H)D of er bestaat het vermoeden dat uw kind deze aandachtsstoornis heeft. Op het ADHD-spreekuur van de polikliniek

Nadere informatie

PO-70: Autisme; recente wetenschappelijke ontwikkelingen

PO-70: Autisme; recente wetenschappelijke ontwikkelingen PO-70: Autisme; recente wetenschappelijke ontwikkelingen VAN FUNDAMENTEEL NAAR PRAKTISCH Autisme; recente wetenschappelijke ontwikkelingen T. de Wit: Oogbewegingen bij mensen met een ASS W. Groen: De neurale

Nadere informatie

Het syndroom van Down en autisme duel of dual? Yvette Dijkxhoorn

Het syndroom van Down en autisme duel of dual? Yvette Dijkxhoorn Het syndroom van Down en autisme duel of dual? Yvette Dijkxhoorn Diagnostiek 1. Screening 2. Individueel descriptieve diagnostiek 3. Begeleiding en Behandeling Autismespectrumstoornissen VROEGE ONTWIKKELING

Nadere informatie

KINDKENMERKEN INSTRUMENT BESCHRIJVING DOELGROEP INFORMATIEBRON. Dimensionale vragenlijst 5-factorenmodel persoonlijkheid

KINDKENMERKEN INSTRUMENT BESCHRIJVING DOELGROEP INFORMATIEBRON. Dimensionale vragenlijst 5-factorenmodel persoonlijkheid 1 SDP GEDRAG EN EMOTIE OVERZICHT DIAGNOSTISCH MATERIAAL december 2016 Meetinstrumenten bruikbaar bij indicerende onderzoeksvragen KINDKENMERKEN BIJ ONDERZOEKSVRAGEN ONAFHANKELIJK VAN EEN DIAGNOSE BRIEF,

Nadere informatie

VERSLAG CHC- INTELLIGENTIEONDERZOEK 6 16 jaar

VERSLAG CHC- INTELLIGENTIEONDERZOEK 6 16 jaar VCLB De Wissel - Antwerpen Vrij Centrum voor Leerlingenbegeleiding Naam: School: Klas: Geboortedatum: Onderzoeksdatum: Kalenderleeftijd: VERSLAG CHC- INTELLIGENTIEONDERZOEK 6 16 jaar 1. Probleemstelling

Nadere informatie

KATHO IPSCOC 1BaTPa. Werkdocument. Van diagnose naar Behandeling. Vanity Jacobs

KATHO IPSCOC 1BaTPa. Werkdocument. Van diagnose naar Behandeling. Vanity Jacobs KATHO IPSCOC 1BaTPa Werkdocument Van diagnose naar Behandeling Vanity Jacobs 2011-2012 Inhoudsopgave 1. Algemene informatie... 2 1.1 Wie ben ik?... 2 1.2 Het artikel... 2 1.2.1 Referentie... 2 1.2.2 Link

Nadere informatie

Het schoolondersteuningsprofiel. BS De Wegwijzer Adres Galileistraat 1 Telefoon

Het schoolondersteuningsprofiel. BS De Wegwijzer Adres Galileistraat 1 Telefoon Het schoolondersteuningsprofiel School BS De Wegwijzer Adres Galileistraat 1 Telefoon 0493311213 Bevoegd Gezag Stichting Prodas Samenwerkingsverband Passend Onderwijs 3008 Helmond-Peelland Inleiding In

Nadere informatie

RID, daar kom je verder mee. Jelle wil net als zijn vriendjes naar de havo. Dyscalculie houdt hem niet tegen. Dyscalculiebehandeling

RID, daar kom je verder mee. Jelle wil net als zijn vriendjes naar de havo. Dyscalculie houdt hem niet tegen. Dyscalculiebehandeling RID, daar kom je verder mee Jelle wil net als zijn vriendjes naar de havo. Dyscalculie houdt hem niet tegen. Dyscalculiebehandeling Waarom het RID? Wat is dyscalculie? Een gestructureerde aanpak Ruim 25

Nadere informatie

Jantine Spilt, Conferentie SBOwerkverband 2012

Jantine Spilt, Conferentie SBOwerkverband 2012 Jantine Spilt, Conferentie SBOwerkverband 2012 Gedragsproblemen in context Gedragsproblemen in context Gedragsproblemen in context Gedragsproblemen in context PROBLEEM Probleemgedrag 5 Faculteit der Psychologie

Nadere informatie

Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek

Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek Woensdag 2 april 2014 Ad van der Sijde, Yulius Autisme Paul Reijnen, BOBA Inhoud Presentatie Vragen Veranderingen DSM-5 autisme

Nadere informatie

Criteria voor de toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs cluster 3 en 4 1

Criteria voor de toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs cluster 3 en 4 1 Criteria voor de toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs cluster 3 en 4 1 Inleiding De scholen in een samenwerkingsverband stellen minstens eenmaal in de vier jaar een

Nadere informatie

WPPSI-III-nl analyse Versie: 1.0.0

WPPSI-III-nl analyse Versie: 1.0.0 Persoonsgegevens Naam Geslacht Man Nationaliteit Nederlandse Voorkeurshand Rechtshandig School/Instituut Basisonderwijs Groep/Leerjaar 2 Onderzoeker Paul Vraagstelling (1) ADHD jjjj mm dd Onderzoeks datum

Nadere informatie

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Elizabeth Smit ID Datum Zelfrapportageversie

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Elizabeth Smit ID Datum Zelfrapportageversie HTS Report SRS-A Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen ID 255-2 Datum 15.01.2016 Zelfrapportageversie SRS-A Profielformulier 3 / 9 PROFIELFORMULIER Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen

Nadere informatie

Maashorst helpt kinderen verder!

Maashorst helpt kinderen verder! Maashorst helpt kinderen verder! Inhoud Met goede hulp van buitenaf kunnen problemen worden opgelost. Maashorst is een betrouwbare partner met veel ervaring die u die hulp kan bieden. 5 Maashorst helpt

Nadere informatie

3. Een psychodiagnostisch onderzoek gericht op de onderwijsbelemmeringen als gevolg van de

3. Een psychodiagnostisch onderzoek gericht op de onderwijsbelemmeringen als gevolg van de Richtlijnen voor de dossiervorming van aanvragen voor extra ondersteuning en plaatsing in speciaal (basis)onderwijs van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Zeer moeilijk leren Syndroom van Down

Nadere informatie