HET AUTOBIOGRAFISCH GEHEUGEN BIJ PATIËNTEN MET TEMPORALE KWAB EPILEPSIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HET AUTOBIOGRAFISCH GEHEUGEN BIJ PATIËNTEN MET TEMPORALE KWAB EPILEPSIE"

Transcriptie

1 FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Academiejaar HET AUTOBIOGRAFISCH GEHEUGEN BIJ PATIËNTEN MET TEMPORALE KWAB EPILEPSIE Jannie VERCRUYSSEN Promotor: Dr. Marijke Miatton Scriptie voorgedragen in de 2de Master in het kader van de opleiding tot MASTER IN DE GENEESKUNDE

2

3 FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Academiejaar HET AUTOBIOGRAFISCH GEHEUGEN BIJ PATIËNTEN MET TEMPORALE KWAB EPILEPSIE Jannie VERCRUYSSEN Promotor: Dr. Marijke Miatton Scriptie voorgedragen in de 2de Master in het kader van de opleiding tot MASTER IN DE GENEESKUNDE

4 De auteur en de promotor geven de toelating dit afstudeerwerk voor consultatie beschikbaar te stellen en delen ervan te kopiëren voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting uitdrukkelijk de bron te vermelden bij het aanhalen van resultaten uit dit afstudeerwerk. Datum Jannie Vercruyssen Dr. Marijke Miatton

5 Voorwoord Ik zou graag enkele mensen willen bedanken die me geholpen hebben bij het verwezenlijken van deze masterproef. Eerst en vooral mijn promotor, Dr. Marijke Miatton, voor de begeleiding gedurende gans het proces en het bijsturen wanneer nodig. De vlotte samenwerking maakte het realiseren van deze masterproef er enkel aangenamer op. Mijn vrienden, waar ik steeds terecht kon voor advies en raad, maar vooral ook voor de nodige ontspanning, wanneer het ganse thesisgebeuren even teveel werd. Ik zou voornamelijk Elke Roosens en Veronique Goossens willen bedanken voor het nalezen van deze masterproef en de steun tijdens de vele gemeenschappelijke thesisuren. Ook Bavo Flamand en Edward De Wolf ben ik zeer dankbaar voor de hulp met de lay-out. Als laatste zou ik mijn ouders willen bedanken, voor al de kansen die zij mij reeds gegeven hebben en voor de onvoorwaardelijke steun.

6 Inhoudstafel Abstract...1 Inleiding Definities Het autobiografisch geheugen Temporale kwab epilepsie Anatomie hippocampus Temporale kwab epilepsie en het autobiografisch geheugen...6 Methodologie...8 Resultaten Onderzoeksmethoden om het autobiografisch geheugen te evalueren Tabel Het autobiografisch geheugen bij patiënten met temorale kwab epilepsie Aanvalsvariabelen en prestatie op geheugentesten Transiënte epileptische amnesie Inleiding Resultaten Chirurgische technieken Inleiding Epilepsiechirugie Wie komt in aanmerking voor epilepsiechirurgie Types van ingrepen Diepe Hersenstimulatie Nervus Vagus Stimulatie (NVS) Het autobiografisch geheugen na chirurgie Prognostische factoren voor het postoperatieve geheugenfunctioneren Structuren van de temporale kwab en hun rol binnen het geheugen Episodische en semantische informatie Anatomische organisatie van het mediale temporale kwab-geheugensysteem De linker en rechter temporale kwab structuren De laterale en mediale temporale kwab...40

7 9.5 De anteromediale kwab en emotionele autobiografische herinneringen...41 Discussie...42 Referenties...48

8 Abstract Het is bekend dat patiënten met epilepsie frequent geheugenmoeilijkheden ondervinden. In het bijzonder patiënten met temporale kwab epilepsie (TLE), aangezien in dit type epilepsie de hersenstructuren die betrokken zijn bij de epileptische aanvallen, ook structuren zijn die direct betrokken zijn bij geheugenprocessen. De relatie tussen temporale kwab epilepsie en het anterograde geheugen en leerprocessen is reeds uitgebreid bestudeerd. Minder goed gekend zijn echter de effecten van TLE op het retrograde geheugen. In deze literatuurstudie wordt er dieper ingegaan op de relatie tussen temporale kwab epilepsie en het remote geheugen; meer specifiek het autobiografisch geheugen.verschillende studies die deze relatie bestudeerden, worden vergeleken. Ook studies die het remote geheugen onderzochten bij patiënten die een temporale lobectomie ondergingen, ter behandeling van hun refractaire temporale kwab epilepsie, werden bestudeerd en vergeleken. De aandacht ging vooral naar de gebruikte onderzoeksmethoden om het autobiografisch geheugen te evalueren en de resultaten, zowel pre- als postchirurgisch. Het uiteindelijke doel was tot een beter inzicht te komen van de functie van de hippocampus in het autobiografisch geheugen. Er werd hiervoor beroep gedaan op artikels verkregen via de databanken PubMed en Web of Science. Er zijn verschillende testen die toelaten het autobiografisch geheugen te evalueren. Het Autobiographical Memory Interview is een frequent gebruikte en gestandaardiseerde test. Doch, deze test blijkt niet altijd geschikt om een autobiografisch deficiet aan te tonen. Ook andere testen die dienen tot onderzoek van het remote geheugen, bleken gepaard te gaan met enkele beperkingen. Uit deze literatuurstudie is gebleken dat de resultaten van de vergeleken studies aansluiten bij de Multiple Trace Theory van Nadel en Moscovitch. Deze theorie impliceert dat de hippocampus steeds betrokken is bij het ophalen van episodische herinneringen, maar voor het ophalen van semantische feiten en herinneringen slechts een tijdsafhankelijke rol heeft. Het bleek echter moeilijk om deze verschillende onderzoeken te vergelijken, omdat door de verschillende auteurs niet steeds dezelfde onderzoeksmethoden gebruikt werden. Hierdoor kunnen mogelijks verschillende, tegenstrijdige resultaten gevonden zijn. Ook moet er opgemerkt worden dat bepaalde niet-significante resultaten mogelijks te wijten zijn aan te kleine patiëntengroepen. 1

9 Inleiding 1. Definities 1.1 Het autobiografisch geheugen Het menselijke geheugen kan men algemeen onderverdelen in het kortetermijngeheugen of het werkgeheugen, het langetermijngeheugen en het autobiografisch geheugen. Het langetermijngeheugen kan verder onderverdeeld worden in het niet-declaratief of impliciet geheugen en het declaratief of expliciet geheugen dat het episodisch en semantisch geheugen omvat.(1) Deze onderverdeling is echter zeer algemeen, het geheugen kan verder in vele verschillende soorten onderverdeeld worden. Herinneren is een dynamisch proces.(2) Herinneringen aan een ver verleden zijn meestal verbonden aan de persoonlijke levensgeschiedenis van de persoon waartoe de herinneringen behoren. Zo wordt herinneren beïnvloed door verschillende variabelen, waarbij voornamelijk stemming en arousal of de interactie tussen beiden van belang zijn.(3) Het proces waardoor iemand zich welbepaalde informatie kan herinneren omvat in het algemeen drie stappen. De initiële verwerking van nieuwe informatie wordt de encoderingsfase genoemd, nadien wordt de informatie opgeslagen en uiteindelijk moet een persoon in staat zijn om zich de opgeslagen informatie te herinneren of terug te vinden.(1) Wanneer iemand ernstige geheugenproblemen ondervindt, ondanks een perfect normale intelligentie, spreekt men van amnesie. Men onderscheidt twee vormen van amnesie: enerzijds anterograde amnesie, hierbij is de patiënt niet in staat om nieuwe informatie te leren, anderzijds spreekt men van retrograde amnesie, wanneer de patiënt niet in staat is om zich informatie te herinneren die hij of zij reeds vroeger had opgeslagen.(1) In deze masterproef wordt er gefocust op geheugenverlies voor het remote geheugen; meer specifiek het autobiografisch geheugen. Er is discussie over wat remote geheugen precies inhoudt. Het remote geheugen maakt deel uit van het langetermijngeheugen; in het algemeen beschouwt men remote als herinneringen die langer dan 1 jaar tot het verleden behoren.(4) Er is tevens consensus dat het een verzamelbegrip is, aangezien het zowel procedurele, impliciete kennis, maar ook episodische, autobiografische herinneringen en semantische kennis omvat.(5) Het autobiografisch geheugen is het geheugensysteem dat ons in staat stelt om gebeurtenissen uit 2

10 ons vroege leven te herinneren. Het bestaat uit twee componenten: persoonlijke semantische en persoonlijke episodische informatie. Er wordt aangenomen dat abstracte kennis onderverdeeld wordt in verschillende thema s en levensperioden om het terugvinden van geassocieerde informatie te vergemakkelijken.(6) 1.2 Temporale kwab epilepsie Epilepsie komt frequent voor: 0,5% tot 1% van de wereldpopulatie lijdt aan epilepsie. Er bestaan verschillende vormen van epilepsieën waarvan temporale kwab epilepsie de meest voorkomende vorm is.(7) Temporale kwab epilepsie (TLE) wordt gekenmerkt door partiële epileptische aanvallen die ontstaan in de temporale kwab(ben). Men spreekt pas van epilepsie wanneer er sprake is van minstens twee niet-geprovoceerde epileptische aanvallen of één symptomatische epileptische aanval.(8) Epileptische aanvallen zijn het gevolg van een plotse, onverwachte abnormale elektrische ontlading ter hoogte van de hersencortex, waardoor een verandering van gedrag en/of bewustzijn optreedt.(9) Meer specifiek zijn deze het gevolg van een abnormale functie van ionenkanalen, waardoor neuronen overprikkelbaar kunnen worden. Voornamelijk de Ca2+ en Na+ kanalen zijn hier van belang.(8) Wanneer de elektrische veranderingen beperkt blijven tot een bepaald hersengebied, ontstaan er verschijnselen die met de functie van dat gebied samenhangen; dit is een focale of partiële epileptische aanval.(9) Deze kunnen zich echter verder verspreiden. Men spreekt dan van een secundair veralgemeende aanval.(8) De verschijnselen die optreden tijdens een epileptische aanval hangen dus af van de lokalisatie, de verspreiding en de intensiteit van de elektrische veranderingen.(8) Recent heeft men een nieuwe vorm van epilepsie herkend. Het betreft een subtype van TLE, namelijk: Transiënte Epileptische Amnesie (TEA). Bij deze vorm zijn terugkerende amnestische episodes de voornaamste presentatie van de epileptische aanvallen.(10) Patiënten die lijden aan epilepsie ondervinden vaak psychologische problemen geassocieerd aan de epileptische aanvallen. Deze geassocieerde psychologische problemen kunnen door de patiënt als minstens even storend ervaren worden dan de epileptische aanvallen. De soort en de ernst van deze psychologische stoornissen verschillen enorm tussen de individuele epilepsiepatiënten.(11) Frequent zijn er klachten over geheugenmoeilijkheden, in het bijzonder bij patiënten met temporale kwab epilepsie, aangezien in dit type epilepsie de hersenstructuren die betrokken zijn bij de epileptische aanvallen, ook structuren zijn die direct betrokken zijn bij geheugenprocessen.(12) 3

11 Temporale kwab epilepsie maakt meer dan de helft uit van alle medicamenteus-refractaire epilepsie bij volwassenen. (13) Bij deze patiënten kan er epilepsiechirurgie overwogen worden. Andere behandelmogelijkheden zijn diepe hersenstimulatie of nervus vagus stimulatie. De laatste decaden heeft onderzoek van TLE-patiënten bijgedragen tot de vorming van hypothesen over de hersengebieden die betrokken zijn bij cognitieve processen zoals leren en het geheugen. Het bestuderen van temporale kwab epilepsie heeft ook bijgedragen tot het onderzoek naar hersenstructuren die betrokken zijn bij het remote geheugen.(11) Daarnaast is het ook belangrijk om het remote geheugen te onderzoeken bij temporale lobectomie (TL) patiënten, zodat clinici in de toekomst epilepsiepatiënten waarbij epilepsiechirurgie overwogen wordt, beter kunnen inlichten over de risico s van chirurgische ingrepen op het remote geheugen.(14) 2. Anatomie hippocampus De hippocampus ligt mediaal en in de diepte in de temporale kwab. Hij wordt grotendeels bedekt door de gyrus parahippocampalis. Hij behoort tot de archicortex en anatomisch gezien maakt hij deel uit van het limbische systeem. Aan beide kanten lopen twee dunne vezelbundels: de striae longitudinalis lateralis en medialis. Dorsaal ligt er een stevige vezelband: de fimbria hippocampi. Het bovenste, gekromde deel wordt de cornu ammonis (CA) of de ammonshoorn genoemd. De schors van de cornu ammonis wordt in vier delen onderverdeeld (15): Veld CA1 bevat kleine piramidecellen Veld CA2 bestaat uit een smalle, dichte laag van grote piramidecellen Veld CA3 bestaat uit een brede, losse laag grote piramidecellen Veld CA4 vormt de afsluiting; dit deel bestaat uit losser materiaal. Het onderste deel van de hippocampus is de gyrus dentatus. Deze is praktisch volledig met het oppervlak van het onderste deel van de ammonshoorn versmolten. De gyrus dentatus bevat voornamelijk korrelvormige cellen en wordt gescheiden van de gyrus parahippocampalis door de sulcus hippocampi en van de fimbria hippocampi door de sulcus fimbriodentatus. Het overgangsgebied tussen de cornu ammonis en de aangrenzende delen van de entorhinale cortex wordt het subiculum genoemd. (15) Vezelverbindingen: Afferente banen: Het belangrijkste afferente systeem wordt gevormd door de vezelbundels uit de regio entorhinalis. Hier eindigen banen uit het corpus amygdaloideum, de primaire reukcentra en uit 4

12 verschillende gebieden van de neocortex. De vezels uit de gyrus cinguli komen samen in het cingulum, waarna deze vezels voornamelijk naar het subiculum verlopen. De fornix bevat vezelbundels afkomstig van de septumkernen, maar voornamelijk ook vezels uit de hippocampus en de regio entorhinalis van de andere hemisfeer. Deze vezels verlopen via de commisura fornicis. Efferente banen: De meeste van deze efferente banen verlaten de hippocampus via de fornix, hoewel er ook enkele efferente banen vertrekken vanuit de striae longitudinales. De fornix is een baan van witte stof die de hippocampus met andere hersengebieden verbindt. Hij wordt onderverdeeld in een precommissuraal en een postcommissuraal deel. De vezels van de precommissurale fornix eindigen in de hypothalamus en het septum. Die van de postcommisurale fornix eindigen in de hypothalamus, het corpus mamillare en in de nucleus anterior thalami. (15) Figuur 1: Schematische voorstelling: anatomie van de hippocampus.(64) Er zijn twee hippocampus complexen aanwezig in de menselijke hersenen: één in elke hemisfeer. Anatomisch gezien gelijken deze sterk op elkaar, doch hebben zij een sterk verschillende functie. Bij de meeste individuen is de linker hemisfeer de taaldominante hemisfeer en dus verantwoordelijk voor de taalkundige functies, terwijl de rechter hemisfeer gespecialiseerd is in ruimtelijke en niet-taalkundige taken. Zo blijkt ook de linker hippocampus belangrijker te zijn 5

13 voor verbale informatie, terwijl de rechter hippocampus belangrijker is voor non-verbale informatie, zoals bijvoorbeeld het herkennen van gezichten en ruimtelijke organisatie.(1) 3. Temporale kwab epilepsie en het autobiografisch geheugen Epilepsie is een complexe aandoening die de cognitieve prestatie, het leren en het langetermijngeheugen op verschillende manieren kan aantasten. De neuropsychologische prestatie hangt samen met een aantal klinische factoren, zoals de zijde en de plaats van de structurele lesie ter hoogte van de hersenen. Ook meer dynamische variabelen, zoals de aanvalsfrequentie, interictale piekontladingen en neveneffecten van farmacologische of chirurgische behandelingen kunnen invloed hebben op de neuropsychologische evaluatie.(16) Tot op heden behoren enkel anterograde geheugentesten tot deze standaard neuropsychologische testen. De associatie tussen epilepsie en de anterograde geheugenfunctie is reeds uitgebreid bestudeerd. Er geldt een algemene consensus dat epilepsie, in het bijzonder temporale kwab epilepsie, een risicofactor is voor achteruitgang in het leren van nieuwe informatie. Patiënten die chirurgie ondergaan als behandeling voor hun epilepsie, ondergaan routineus gedetailleerde testen om het anterograde geheugen te evalueren en dit zowel pre- als postchirurgisch. Het testen van de neuropsychologische prestatie is belangrijk bij epilepsiepatiënten, ze voorspelt namelijk het academische succes en het alledaagse functioneren.(16) In tegenstelling tot de anterograde geheugenfunctie is er minder bekend over de effecten van epilepsie of over het effect van chirurgie als behandeling van epilepsie op het remote geheugen. Chronische epilepsie kan aanleiding geven tot lesies in de frontale en temporale kwabben en voornamelijk in die regio s die geïdentificeerd werden door Conway en Fthenaki (17) én die betrokken blijken bij het autobiografisch geheugen. Deze regio s zijn de temporale kwab en limbische structuren: de mediale temorale kwab, de diencephalische regio s, de thalamus en de amygdala. Er is bewijs dat zowel TLE als een temporale lobectomie het remote geheugen kunnen aantasten. Toch behoren retrograde geheugentesten nog steeds niet tot de routine neuropsychologische evaluatie van preoperatieve patiënten met epilepsie.(14) Een duidelijk beeld van het geheugenfunctioneren in patiënten met TLE en na temporale lobectomie zou nochtans een sleutelrol kunnen spelen in het begrijpen van de rol van de hippocampus in het remote geheugen. Tot recent dacht men dat de rol van de mesiale temporale structuren verwaarloosbaar was, zoals de Classic Consolidation Theory (CCT) voorstelt: de 6

14 mediale temporale regio s hebben een tijdsafhankelijke betrekking in de vorming en het terugvinden van herinneringen. Volgens de CCT is de hippocampus cruciaal voor de opslag en het terugvinden van herinneringen in de initiële stadia van de vorming van de herinnering. Vervolgens, door het consolidatieproces dat de interactie inhoudt tussen de hippocampus en de neocortex en dat jaren kan duren om te vervolledigen, vervaagt stilaan de rol van de hippocampus. Uiteindelijk wordt enkel de neocortex verantwoordelijk wordt voor de opslag en het terugvinden van herinneringen.(18) Volgens de CCT zou schade aan de hippocampus dus leiden tot een tijdsafhankelijke retrograde amnesie die verschillende onderdelen van het retrograde geheugen kan aantasten.(18) Nadel en Moscovitch (19) hebben echter een alternatief model ontwikkeld: de Multiple Trace Theory (MTT) Deze theorie veronderstelt dat de hippocampus steeds, met andere woorden zolang de herinnering bestaat, betrokken is bij het terugvinden van contextuele, gedetailleerde en unieke gebeurtenissen, zoals onder andere autobiografische gebeurtenissen. De hippocampus zou essentieel zijn voor de mentale herbeleving van gebeurtenissen uit het verleden. Het oorspronkelijk spoor zou eens dat het gereactiveerd wordt, resulteren in meerdere sporen en zo opgeslagen worden in het geheugen, namelijk in structuren van de hippocampus en de neocortex.(18) Volgens de MTT zou schade aan de hippocampus dus leiden tot een niet-tijdsafhankelijk verlies van episodische autobiografische herinneringen.(18) In beide theorieën blijkt er dus een belangrijke rol weggelegd voor de temporale neocortex in het opslaan van herinneringen. Vandaar dat men na een temporale lobectomie, die meestal zowel de hippocampus als de cortex van het voorste deel van de temporale kwab omvat, een achteruitgang van het remote geheugen verwacht..(18) In deze masterproef worden verschillende onderzoeken die het autobiografisch geheugen bij patiënten met temporale kwab epilepsie onderzoeken, vergeleken. Dit om een overzicht te creëren over de resultaten van enkele recente onderzoeken die zich hierop toegelegd hebben en de gebruikte onderzoeksmethoden om het remote, maar voornamelijk het autobiografisch geheugen te evalueren. Het uiteindelijke doel is om tot een beter inzicht te komen welke de specifieke functie is van de mediale temporale kwab structuren in het remote geheugen. De focus zal hier vooral gevestigd worden op de rol van de hippocampus. 7

15 Methodologie Een literatuurstudie werd opgezet, gebruik makend van databanken als PubMed en Web of Science. Na het intypen van de sleutelwoorden: autobiographic memory and temporal lobe epilepsy leverde dit bij de databank PubMed 4 zoekresultaten op. Ik heb deze artikels gelezen en heb vervolgens nuttige artikels waarnaar gerefereerd werd ook opgezocht. Nadien heb ik verder gezocht met de sleutelwoorden temporal lobe epilepsy and memory. Dit leverde 1481 zoekresultaten op. Aangezien dit wat zoeken was naar een speld in een hooiberg heb ik gebruikt gemaakt van enkele limieten. Er werd enkel gezocht naar artikels geschreven in het Engels, gepubliceerd in de laatste 10 jaar en met een link naar een volledige tekst die gratis beschikbaar is. Dit gaf 129 zoekresultaten. Ik heb vervolgens de titels en abstracts gelezen en diegene die voor mij interessant leken verder bestudeerd. Nadien raadde mijn promotor ook aan om eens in de databank van Web of Science te zoeken. Hier vond ik echter veel artikels terug die ik reeds in PubMed gevonden had. Verder heb ik ook gebruik gemaakt van de SESAM- atlas deel 3: Zenuwstelsel en zintuigen (2001) om de anatomie van de geheugensystemen, voornamelijk de hippocampus, terug op te frissen. Nadien, nadat ik de masterproef onderverdeeld had in verschillende subonderwerpen, heb ik voor het onderdeel chirurgische technieken nog extra artikels moeten opzoeken. Ook hier maakte ik gebruik van de PubMed databank. Als zoektermen gebruikte ik: temporal lobe epilepsy and surgery outcome. De limieten (zie boven) liet ik staan. Dit leverde 107 zoekresultaten op. Ook hier paste ik dezelfde methode toe: namelijk titels en abstracts die voor mij nuttig waren heb ik gelezen en bewaard. Verder heb ik ook gebruik gemaakt van de gerefereerde studies in deze artikels. Voor het schrijven van de inleiding heb ik gebruikt gemaakt van het handboek Klinische neurologie (2003) door dr. J.B.M. Kuks en dr. J.W. Snoek en de cursus Neurologie, 2 de Master. Ik heb tevens gebruik gemaakt van de handboeken: Handbook of Memory Disorders (1995) door A.D. Baddeley, B.A. Wilson en F.N. Watts en Psychological Disturbances in Epilepsy (1996) door J. Chris Sackellares en Stanley Berent. Beide boeken heb ik ontleend uit de bibliotheek van de dienst neuropsychologie. Ook het artikel Retrograde amnesie following unilateral temporal lobectomy (1990) door W.B. Barr, E. Goldberg, J. Wasserstein en R. A. Novelly heb ik ontleend uit deze bibliotheek aangezien dit artikel online niet beschikbaar was. 8

16 Resultaten 1. Onderzoeksmethoden om het autobiografisch geheugen te evalueren De geheugenprestatie is moeilijk te meten in het alledaagse leven, aangezien er hoge gestandaardiseerde procedures vereist zijn om objectiviteit, betrouwbaarheid en validiteit te garanderen.(16) De ontwikkeling van een gestandaardiseerde test, het Autobiographical Memory Interview (AMI), door Kopelman et al. heeft het gemakkelijker gemaakt om het persoonlijke remote geheugen te evalueren.(20) In het algemeen wordt het retrograde geheugen getest aan de hand van een aantal experimentele testprocedures. Er wordt vaak gebruik gemaakt van het autobiografische interview (AMI) of een aangepaste versie hiervan. Hiermee wil men herinneringen voor specifieke levensgebeurtenissen en persoonlijke semantische informatie uit het recente en verre verleden van een patiënt evalueren. De AMI van Kopelman, Wilson en Baddeley bestaat uit twee subtesten. Het eerste deel is het Persoonlijke Semantische Geheugenschema Dit deel test het geheugen voor persoonlijke feiten en dit voor drie tijdsperioden: de kindertijd (0-18 jaar), de jong volwassenheid (18-30 jaar) en het recente (laatste 5 jaar) verleden. Er wordt onder andere gevraagd naar adressen, scholen en vrienden uit de drie verschillende tijdsperioden, evenals naar de plaats en het tijdstip van het huwelijk en informatie over reizen die het laatste jaar gemaakt zijn. De antwoorden worden gecontroleerd aan de hand van informatie die men van een naaste van de patiënt verkregen heeft. Voor elke tijdsperiode kan een maximale score van 21 behaald worden. Vervolgens is er het Autobiografische Gebeurtenissen Geheugenschema. Hierbij wordt er gezocht naar gebeurtenissen aan de hand van de autobiografische cueing techniek. Bij deze techniek wordt er aan de patiënten gevraagd te vertellen over gebeurtenissen in hun leven die zij associëren met hun kindertijd, jong volwassenheid en recente verleden. Er wordt gevraagd om zowel ruimtelijke als temporele details voor elke herinnering te beschrijven. Aan elke gebeurtenis wordt een score toegekend op 3, gebaseerd op de geproduceerde details en de specificiteit in tijd en ruimte van het antwoord.(1) Bijkomend wordt er vaak een gemodificeerde versie van de Crovitz-test afgenomen.(21) Bij deze test moet de patiënt herinneringen produceren die hij linkt aan verbale sleutelwoorden. Aan elke geproduceerde herinnering wordt vervolgens een score toegekend op een schaal van 0 tot 2; antwoorden die rijk zijn aan specifieke details krijgen de hoogste score toegekend. 9

17 Als derde manier om het retrograde geheugen te testen, kan men gebruik maken van enkele testen die het geheugen voor publieke gebeurtenissen onderzoeken. Één hiervan is de Famous Faces Test waarbij er aan de patiënt foto's worden getoond van bekende individuen uit de jaren 1920 tot Een andere test is de Famous Events Test waarbij de patiënt zich bekende gebeurtenissen uit de jaren '50 tot '90 moet herinneren.(1) Deze laatste twee testen onderzoeken niet specifiek het autobiografisch geheugen, maar het is soms interessant om de resultaten van de autobiografische testen met deze laatste 2 testen te vergelijken. Zo komt men soms tot een beter inzicht welke hersenstructuren verantwoordelijk zijn voor welke soort geheugenstoornis.(1) Het aanbod aan retrograde geheugentesten is veel beperkter dan het aantal testen die huidig beschikbaar zijn om het anterograde geheugen te testen. Bovendien heeft men ondervonden dat de huidig beschikbare retrograde geheugentesten gepaard gaan met enkele beperkingen. Er werd geconstateerd dat er ook testen zouden moeten ontwikkeld worden die niet alleen gebaseerd zijn op herkenning, maar ook op vrije ophaling en eventueel zelfs op gecuede ophaling. Het kan namelijk dat bij bepaalde patiënten selectief verslechtering optreedt van de vrije ophaling. Wanneer men het retrograde geheugen enkel test via herkenning, kan men dit type van geheugenprobleem dus missen. Twee van dergelijke testen zijn reeds ontwikkeld, namelijk de reeds hoger beschreven: Famous People en Famous Events Testen. Bij deze testen moet de patiënt een bekend item (persoon of gebeurtenis) kunnen herkennen uit vier opgegeven keuzes. De drie andere mogelijkheden zijn niet bekend. Vervolgens moet de patiënt zich details proberen te herinneren over dit bekende item o.a. over de tijdsperiode voor de Famous People Test en over het jaar van optreden voor de Famous Events Test. De ideale test zou een test zijn die doelt op hetzelfde antwoord, onafhankelijk of dit nu wordt nagevraagd via vrije ophaling of via herkenning.(1) Een ander nadeel is dat voor het onderzoeken van het anterograde geheugen er zowel verbale als non-verbale testen beschikbaar zijn, maar dit is niet het geval voor retrograde geheugentesten. Deze laatste zijn praktisch allen verbale testen. Het non-verbaal onderzoeken van het retrograde geheugen zou vrij eenvoudig opgelost kunnen worden aan de hand van foto's en de keuze uit vier mogelijkheden. Op deze manier kan men op een eenvoudige wijze via herkenning en op een non- verbale manier het retrograde geheugen testen. Om op een non-verbale manier het geheugen te testen via vrije ophaling is echter moeilijker. Men zou kunnen vragen aan patiënten om een tekening te maken van een bekende persoon of gebeurtenis of om een beschrijving hierover neer te schrijven.(1) Het is vanzelfsprekend dat dit niet altijd even eenvoudig is. Een derde probleem is het feit dat retrograde geheugentesten moeilijk kunnen gestandaardiseerd 10

18 worden. Een test is namelijk specifiek voor een bepaalde geografische regio, maar bovendien ook voor een bepaalde tijdsperiode. Zo kunnen bepaalde bekende personen of gebeurtenissen goed gekend zijn in een bepaalde geografische regio, maar daarbuiten helemaal niet of zelfs in eenzelfde geografische regio bekend zijn bij de oudere generatie maar onbekend voor de jongere individuen. Wanneer men deze testen wil standaardiseren moet er aldus rekening gehouden worden met regionale en culturele verschillen, variaties in opleiding en intelligentie en leeftijdsverschillen.(1) Al deze factoren kunnen namelijk naast de geheugenachteruitgang- de prestatie op de Famous Faces en Famous Events Testen beïnvloeden. Eén van de eerste studies die gefocust heeft op het remote geheugen bij TLE-patiënten was die van Barr et al.(22) Zij wilden het heroproepen van vier verschillende soorten domeinen van het remote geheugen onderzoeken. De deelnemers ondergingen een hele reeks van neuropsychologische testen die zowel het remote als recente geheugen onderzocken. Deze reeks van testen wordt ook wel eens de Extensive Questioning genoemd. Onder andere de Famous Faces Test en de Goldberg-Barnett Remote Memory Battery werden afgenomen. Deze test bestaat uit 224 vragen verdeeld over vier subtesten om zo verschillende domeinen van het remote geheugen te onderzoeken. De eerste subtest onderzocht de generieke feitelijke kennis. Deze vragen waren gebaseerd op Wat? Waar? Wanneer? Hoeveel? En gingen over algemene feiten. Bijvoorbeeld: Wat is de kleur van sneeuw? De tweede subtest onderzocht de specifieke feitelijke kennis. Deze vragen waren eveneens gebaseerd op Wie? Wat? Waar? en refereerden naar specifieke feiten waarvan verondersteld werd dat deze gekend waren. Bijvoorbeeld: Wat is de Sahara?. De publieke chronologische kennis werd getest aan de hand van vragen over specifieke gebeurtenissen waarvan men denkt dat die gekend zijn door individuen uit een welbepaalde periode en van een specifieke cultuur. De autobiografische kennis werd getest aan de hand van een uitgebreide vragenlijst over mogelijke levensgebeurtenissen en omstandigheden. Elke deelnemer kreeg wel enkel die vragen die relevant waren voor hem en die refereerden naar preoperatieve gebeurtenissen. Een persoon die geen rijbewijs heeft, kreeg bijvoorbeeld niet de vraag: Welke kleur had uw eerste auto?.(22) Viskontas et al (20) maakten gebruik van het reeds hoger beschreven AMI. Butler et al.(10) maakten voor het evalueren van het autobiografisch geheugen gebruik van een semigestructureerd interview, namelijk: the Modified Autobiographical Memory Interview (MAMI). Bij deze aangepaste versie van het AMI werd het leven van de patiënt niet in drie tijdsperioden onderverdeeld, maar werden herinneringen voor persoonlijke feiten en persoonlijke 11

19 ervaringen uit elke decade van het leven van de patiënt geëvalueerd. Voor twee topics uit elke decade werd er gevraagd om vijf vragen- opgesteld om het semantische of het feitelijke geheugen te onderzoeken- te beantwoorden. Er werd tevens aan de patiënten gevraagd om een gedetailleerde episodische herinnering te produceren voor elke topic. Aan deze episodische herinneringen werden scores op 5 gegeven. Deze scores waren afhankelijk van de specificiteit en de gedetailleerdheid van de herinneringen gebaseerd op het schema van Graham en Hodges.(10, 23) Steeds was er een getuige bij om de geproduceerde herinneringen te bevestigen. Vervolgens werden er gemiddelde scores berekend voor alle decaden samen voor zowel de semantische als de episodische componenten (MAMI-s en MAMI-e). Graham en Hodges (24) onderzochten het autobiografisch geheugen bij amnestische patiënten die verondersteld werden Alzheimer te hebben en bij patiënten met semantische dementie. Bij al de patiënten en eveneens aan de controlegroep werd er een aangepaste versie van het Autobiographical Memory Interview afgenomen. De test onderzocht het semantisch en het autobiografisch geheugen voor drie levensperioden, namelijk de kindertijd, de vroeg volwassenheid en het huidige leven. De antwoorden werden gescoord op specificiteit.(24) De AMI bleek niet geschikt te zijn om de tijdslimiet van de hippocampus in de opslag van herinneringen te bepalen, omdat de recente tijdsperiode nogal slecht afgebakend was en omdat autobiografische herinneringen die meer dan dertig jaar geleden waren, namelijk de herinneringen uit de periode tussen de vroege volwassenheid en het huidige leven, niet onderzocht werden. Daarom besloten Graham en Hodges om aan de hand van een single case studie de integriteit van herinneringen uit de gehele levensperiode van een patiënt met semantische dementie te onderzoeken. Zij vonden voor deze patiënt dat de tijdsrol van de hippocampus voor autobiografische herinneringen ongeveer 2 jaar bedroeg. Deze bevinding ondersteunt de modellen die veronderstellen dat de hippocampus een belangrijke rol speelt in het terugvinden van recent meegemaakte gebeurtenissen. De gebeurtenissen uit deze periode waren namelijk veel gedetailleerder dan de gebeurtenissen uit eender welke andere periode uit het leven van de patiënt.(24) Addis et al. (25) maakten eveneens gebruik van een aangepaste versie van het Autobiographical Interview. Zij vroegen echter aan de patiënten om 4 autobiografische herinneringen (AM) te produceren. Namelijk 2 recente herinneringen daterend van de laatste 5 jaar (maar niet uit de laatste 6 maanden) en 2 van meer dan 10 jaar geleden. Er werd een tijdslimiet gebruikt van 5 minuten per herinnering zodat de afname maximaal 20 minuten duurde. Nadien werd elke AM gedateerd en werd er een score op 6 gegeven voor de herhalingsfrequentie (dit kan zowel mentaal 12

20 als verbaal : 1= één keer per week, 2= één keer per maand, 3= één keer om de paar maanden, 4= één keer om de 6 maanden, 5= één keer per jaar; 6= één keer om de paar jaar) Alle herinneringen werden opgenomen en neergeschreven. Er werd gebruik gemaakt van de gestandaardiseerde score procedure: aan de neergeschreven AM s werd een titel gegeven die overeen komt met de centrale gebeurtenis in de omschreven herinnering. Vervolgens werden deze AM s door twee andere onderzoekers onafhankelijk geëvalueerd. Één onderzoeker scoorde alle AM s, terwijl de tweede onderzoeker slechts de helft van de AM s scoorde. De helft van de AM s die door beide onderzoekers werden gescoord, bleken consistent geëvalueerd te zijn. Dus werden de AM scores van de eerste onderzoeker als betrouwbaar geacht en gebruikt voor verdere analyses. De scores werden als volgt toegediend: eerst werden alle AM s in verschillende details onderverdeeld, vervolgens werden deze details gecategoriseerd als zijnde episodisch of semantisch. Het aantal details voor elke categorie werd uiteindelijk opgeteld. Zo bekwam men een episodische detail score en een semantische detail score. Uiteindelijk werden deze twee scores gebruikt om de prestatie van het autobiografisch geheugen te evalueren.(25) Voltzenlogel et al (26) onderzochten het autobiografisch geheugen via het Autobiographical Memory Interview én de verkorte versie van de gemodificeerde of modified Crovitz test. Het Autobiographical Memory Interview (AMI 25) kwam reeds ter sprake. De verkorte versie van de modified Crovitz test heet de verkorte versie omdat er in deze test gebruik wordt gemaakt van zes in plaats van tien sleutelwoorden. Zes sleutelwoorden worden gegeven aan de patiënt met de instructie om persoonlijke herinneringen die in verband worden gebracht met deze sleutelwoorden te produceren en dit telkens voor een verschillende leeftijdsperiode (0-9j, 10-19j en 20j tot huidige leeftijd). De patiënten worden aangemoedigd om zoveel mogelijk details te vertellen. Er werden scores gegeven van 0 tot 5 (gaande van o= ik weet het niet tot 5= een gedetailleerde specifieke gebeurtenis). In 2007 gebruikten Voltzenlogel et al (27) wederom de verkorte versie van de gemodificeerde Crovitz test, maar ditmaal werden de patiënten zowel preals postchirurgisch getest. Preoperatieve herinneringen uit de eerste 3 levensperioden werden als één geheel aanschouwd, aangezien deze niet veranderd bleken na het uitvoeren van een TL. Dus voor de statistische analyses maakte men een onderscheid in oude herinneringen, zijnde herinneringen van de geboorte tot aan het voorlaatste jaar preoperatief en recente herinneringen, uit het laatste jaar voor de operatie. Zowel Manes et al (28) en Kemp et al. (14) onderzochten slechts één patiënt. In het eerste geval was dit R.G., een 68-jarige man die leed aan transiënte epileptische amnesie.(28) Bij deze patiënt van Manes et al. werd er een heel arsenaal van geheugentesten afgenomen, o.a. ook voor het 13

21 testen van het autobiografisch geheugen. Hiervoor maakte men eveneens gebruik van het Autobiographical Memory Interview.(14) De resultaten van deze test waren echter normaal in vergelijking met de controles. Aangezien de patiënt echter bleef klagen over het gevoel van subjectief verlies van vooral het autobiografisch geheugen werden er andere methodes ingeschakeld om deze subjectieve rapportering van autobiografische amnesie te onderzoeken. Deze dissociatie tussen subjectieve geheugenklachten en objectieve data afkomstig van geheugentesten blijkt consistent te zijn met heel wat andere literatuur.(29-30) Manes et al. deden vervolgens beroep op een interview steunend op vrije ophaling: tijdens een 90-minuten durend interview werd aan R.G. gevraagd om de sleutelevenementen in zijn leven te schetsen. Er werd ook gevraagd om een familieboom te schetsen met de namen van zijn kinderen en kleinkinderen. Men vroeg achteraf aan de vrouw van R.G. om dit te bevestigen. Aan de hand van familiefoto s, verkregen via zijn vrouw, moest R.G. beschrijven wat en wie hij zag en waar en wanneer de foto was genomen. Deze test voerde men uit in april 1995 en herhaalde men in oktober 1995, als follow-up. Het voordeel van deze testen was dat men de specifieke tijdsperiodes kon aantonen waarvoor er verslechtering van het autobiografisch geheugen aanwezig was. Het grote nadeel was dat deze testen erg tijdrovend waren en dat men beroep moest kunnen doen op een objectieve getuige, in dit geval de vrouw van R.G.(28) Het geheugen voor persoonlijke gebeurtenissen werd verder geëvalueerd aan de hand van 12 persoonlijke gebeurtenissen die niet aan bod kwamen in de foto s en met de hulp van de vrouw van R.G. verkregen waren. De antwoorden werden als correct ( = score 1) aanvaard als R.G. zich de gebeurtenis kon herinneren en hierover ook details kon vertellen. Zoniet kreeg hij score 0. Tenslotte maakte men eveneens gebruik van de gemodificeerde Crovitz test (21, 31) gebaseerd op de techniek beschreven door Hodges en Ward.(32) Er werden tien frequent gebruikte zelfstandige naamwoorden gegeven aan R.G.. Vervolgens werd er hem gevraagd om een gedetailleerde en specifieke autobiografische herinnering uit gelijk welke periode van zijn leven te produceren als antwoord op elk woord. Nadat hij de herinnering verteld had, werd er hem gevraagd om het tijdstip van de herinnering te schatten.(28) De studie van Kemp et al. was een gedetailleerde longitudinale case studie over de vrouw A.Z.(14) Deze patiënte was ongerust geworden over potentiële geheugenachteruitgang nadat ze een rechter temporale lobectomie ondergaan had ter behandeling van haar temporale kwab epilepsie. Kemp et al. ontwikkelden een klinische techniek waarbij men de herinneringen van de patiënte vergeleek met die van een familielid van de patiënt (dubbel gecontroleerd). Voor het oproepen van de herinneringen maakte men gebruik van 20 verschillende thema s. Er werd gevraagd aan 14

22 A.Z. en haar partner om zoveel mogelijk herinneringen te produceren en aan elke herinnering een score toe te kennen van 1 tot 9 voor de levendigheid van de herinnering.(14) De scoreschaal staat vermeld in tabel 1. 1= geen herinnering, maar de patiënt gelooft dat het gebeurd is, aangezien hij erover verteld heeft 2 3= onduidelijke herinnering / de patiënt herinnert zich geïsoleerde fragmenten 4 5=vage herinnering/ in stukken 6 7=tamelijk heldere herinnering/ redelijk gedetailleerd 8 9=Zeer duidelijke herinnering/ zeer gedetailleerd Tabel 1: Scoreschaal die gehanteerd werd door Kemp et al.(14) Er werd viermaal gevraagd aan A.Z. om scores toe te kennen aan haar herinneringen: op 10, 8 en 2 maanden prechirurgisch en tenslotte ook op 6 maanden postchirurgisch. Zij moest ook scores toekennen aan de geproduceerde herinneringen van haar partner op 8 en 2 maanden prechirurgisch en 6 maanden postchirurgisch. Het voordeel van deze techniek, ontwikkeld door Kemp et al., is dat de gebruikte testen eenvoudig toe te passen waren en tevens de klinische zorgen van de patiënt omvatten. Ook het gebruik van haar partner als gepaarde controle werkte goed. De auteurs presenteren deze methodologie als een eenvoudige manier om routineus data over het geheugen te verzamelen in de klinische praktijk.(14) Een andere mogelijkheid om het autobiografisch geheugen te onderzoeken is via het evalueren van de vlotheid van het terugvinden van autobiografische herinneringen. Dit gebeurt aan de hand van de Autobiographical Fluency Test (AFT) of de autobiografische vlotheidstest. Deze test werd ontwikkeld in 1992 door Dritschel, Williams, Baddeley en Nimmo Smith om het terugvinden van autobiografische episodes en persoonlijke feiten uit verschillende levensperioden te kunnen evalueren.(33) De AFT bestaat uit 2 delen: enerzijds het opsommen van namen van vrienden (AFT-Names) anderzijds het opsommen van persoonlijke gebeurtenissen (AFT-Events). Het voordeel van deze autobiografische vlotheidstest is dat, in tegenstelling tot het AMI, het niveau van presteren in deze test niet beperkt is tot een plafondeffect in normale deelnemers en dat de prestatie kan vergeleken worden met de prestatie op andere testen.(6) 15

23 Het nadeel is dat men omwille van de moeilijkheid om al de antwoorden van de AFT te valideren men alle antwoorden heeft moeten accepteren.(6) Lah et al.(18, 34-35) testten het autobiografisch geheugen met behulp van de AFT bij patiënten met temporale kwab epilepsie. In deze versie van de AFT-Names, werden er 90 seconden gegeven om namen van vrienden of kennissen op te sommen uit verschillende levensperioden. Hier werd de onderverdeling als volgt gemaakt: voorschoolse periode, lagere school, middelbare school, 5 jaar na middelbare school en de meest recente 5 jaar. Er werd een gemiddelde score gegeven voor elke periode en deze werd vergeleken met de score voor de laatste 5 jaar. Er moesten voor de verschillende perioden verschillende namen gegeven worden. Enkel de voornaam of familienaam was voldoende. In de AFT-Events werd er gevraagd om persoonlijke gebeurtenissen te produceren uit dezelfde perioden die gebruikt werden voor de AFT-Names. Er moesten geen details gegeven worden en de deelnemers werden aangespoord om een gebeurtenis toch te rapporteren, ook al bleef er maar een vage herinnering over. Weer werd er een gemiddelde score gegeven voor elke periode. Ook hier werd de accuraatheid voor de autobiografische recollecties niet geverifieerd, enerzijds omdat dit een groepstudie was en dus moeilijk na te gaan voor elke patiënt, anderzijds omdat er toch geen valse autobiografische herinneringen gerapporteerd worden bij TLE- patiënten.(34) Lah et al (18,34,35) maakten eveneens gebruik van The Australian Remote Memory Battery (ARMB) een recent ontwikkelde test die een Famous Faces en Public Events Test omvat waarbij de bekende personen voornamelijk Australisch zijn en de gebeurtenissen voornamelijk plaatsvonden in Australië. Ze ondervroegen de patiënten voor elk item op 2 manieren, eerst via free recall, vervolgens direct erna via een driekeuzemogelijkheid. Buchanan et al (36) onderzochten het geheugen voor emotionele autobiografische gebeurtenissen bji patiënten waarbij een TL was uitgevoerd. Dit deden ze aan de hand van een Top 5 Emotionele Herinneringen Interview. Er werd gevraagd aan de patiënten om te vertellen over hun top 5 van emotionele herinneringen. Deze mochten uit eender welke levensperiode komen en moesten zo nauwkeurig mogelijk gedateerd worden. Vervolgens moesten ze aan elke herinnering scores toedienen op gebied van verschillende schalen zijnde: het als aangenaam ervaren van de herinnering, de intensiteit, de significantie, de recentheid, de levendigheid en de herhalingsfrequentie. Ook het Word-cued memory interview werd gebruikt: hierbij werden er aan de patiënten woorden voorgelezen met een positieve, neutrale of negatieve klank. De patiënten moesten voor elk woord een herinnering produceren en deze dateren. Er moesten ook 16

24 scores toegediend worden op dezelfde schalen als hierboven reeds beschreven.(36) Een mogelijk probleem bij dit soort test zou confabulatie kunnen zijn, maar zoals reeds hoger vermeld blijkt uit andere studies dat TLE-patiënten in het algemeen geen verzinsels vertellen in dit soort van geheugentesten en eerder opteren voor ik weet het niet dan dat ze leugens zouden verzinnen.(37,39) Belangrijk is wel dat in vergelijking met andere studies die het autobiografisch geheugen onderzoeken de tijdschaal van de herinnering hier minder belangrijk is. Men wilde met dit onderzoek niet het verlies van het oude tegenover het meer recente geheugen onderzoeken, maar men focuste hier op emotionele herinneringen uit de gehele levensperiode. Aan de hand van de scores die de deelnemers gaven aan het aangenaam zijn van de herinnering deelde men de herinneringen op in 3 categorieën: aangenaam, neutraal en onaangenaam. Hetzelfde score systeem paste men toe voor de intensiteit van de herinnering. Men liet dit score systeem valideren door twee onafhankelijke personen die tevens aan elke herinnering scores gaven voor het aangenaam zijn en voor de intensiteit van de herinnering. De scores van de patiënten en de onafhankelijke personen stemden zeer goed overeen.(36) 2. Tabel In onderstaande tabel worden enkele onderzoeken waarop in deze masterproef dieper wordt ingegaan schematisch en alfabetisch weergegeven om een duidelijk overzicht te creëren. Al deze onderzoeken handelen over het autobiografisch geheugen bij patiënten met temporale kwab epilepsie. Het aantal onderzochte patiënten, het tijdstip van testafname, de gebruikte testen om het autobiografisch geheugen te evalueren en de resultaten staan in onderstaande tabel opgesomd. 17

25 Naam en Aantal onderzochte Tijdstip van Gebruikte Testen Resultaten wat betreft het autobiografisch Jaartal patiënten testafname geheugen. Studie en controles (n) Addis et Patiënten: n = 11 Geen van de Aangepaste versie Linker TLE: milde achteruitgang van episodisch, al.(25) 11 linker TLE patiënten van het AMI. maar niet van het semantische AM onderging reeds chirurgie voor TLE. Kemp et Patiënt: n = 1 10, 8, 2 maanden Nieuwe methode: De graad van vergeten was uniform voor A.Z. en de al.(14) 1 rechter TLE prechirurgisch. scores toedienen controle, zowel voor als na de chirurgie van A.Z Controle (partner): n = 1 4 maanden voor de Dit geldt ook voor de cross-ratings. postchirurgisch. levendigheid aan Rechter TL: Het autobiografisch geheugen blijkt uitgekozen gespaard autobiografische herinneringen. De partner dient als controle. En cross ratings voor autobiografische herinneringen van de partner. 18

26 Lah et al.(34) 2004 Lah et al.(35) 2006 Lah et al.(18) 2008 Viskontas et al.(20) 2000 Patiënten: n = rechter TL 15 linker TL Controles: n = 15 Patiënten: n = linker TLE 14 rechter TLE Controles: n = 15 Patiënten: n = 15 8 rechter TL 7 linker TL Patiënten: n = rechter TLE; waarvan 6 reeds rechter TL ondergaan hadden. Postoperatief AFT De TL-patiënten als groep scoorden significant slechter op de AFT-Names dan de controlegroep. En ook de temporele context bleek van belang: Er werd beter gepresteerd op zowel de AFT-N en E naarmate de herinneringen meer recent werden. Kandidaten voor AFT Linker TLE: retrograde geheugenproblemen op TL verschillende domeinen. Rechter TLE: enkel autobiografische geheugenproblemen. Opmerking:Patiënten onder polytherapie konden significant minder autobiografische evenementen produceren dan patiënten die monotherapie kregen. 1 sessie AFT Patiënten die TL ondergingen bleken een materiaalspecifieke prechirurgisch en achteruitgang te vertonen. 1 sessie Linker TL: significante vermindering van famous postchirurgisch people s names. Rechter TL: gaf een significante daling voor autobiografische gebeurtenissen. AMI TLE-patiënten blijken verslechterd persoonlijk episodische geheugen te hebben, maar intact persoonlijk semantisch geheugen. Deze verslechtering reikt zelfs terug tot de vroege 19

27 14 linker TLE; waarvan kindertijd, vaak lang voor het begin van de 6 reeds linker TL epilepsie. ondergaan hadden. Controles: n = 22 Voltzenlogel Patiënten n = 22 In afwachting van AMI Zowel de rechter als de linker TLE-groep et al. (26) Controles n= 35 TL. gemodificeerde vertoonden achteruitgang voor autobiografische 2006 Crovitz Test episoden. Het persoonlijke semantische geheugen bleef bewaard. Opmerking: Rechter TLE patiënten scoorden significant beter dan linker TLE patiënten op elke test. Voltzenlogel Patiënten n=22 3 maanden verkorte versie van Rechter TL: et al. (27) 11 rechter TL preoperatief en 5 de gemodificeerde 1.konden significant meer herinneren het jaar na linker TL maanden en 1 jaar Crovitz test chirurgie dan het jaar voor TL. postoperatief 2. Deze postoperatieve verbetering bleek positief gecorreleerd te zijn met een verbetering van de delayed story recall scores jaar na TL bleek de prestatie van het recente persoonlijke geheugen genormaliseerd in enkel de rechter TL patiënten. Linker TL: Er werd geen positief effect gevonden van chirurgie op het autobiografisch geheugen voor 20

28 de linker TL-groep. TEA Butler et al.(10) 2007 Patiënten n= 55 TEA- patiënten Controles n= 24 Aangepast AMI Deze patiënten toonden verlies voor autobiografische gebeurtenissen die meer dan 40 jaar geleden waren. Manes et al.(28) 2001 Patiënt n=1 TEA- patiënt Free recall Familie Tree Family Photographs (+ follow-up) Free Recall en Family Photographs (+follow-up): R.G. toonde problemen voor het terugvinden van autobiografische herinneringen vanaf de jaren 70 en minder voor de jaren Family Tree: deze test gaf geen problemen, wat suggereert dat de persoonlijke semantische feiten beter bewaard zijn dan de episodische herinneringen uit de laatste 25 jaar Tabel 2: Bevindingen in verband met temporale kwab epilepsie, temporale lobectomie en hun effect op het autobiografisch geheugen. Legende: TLE= Temporal lobe epilepsy, AM= Autobiographical Memory, AMI= Autobiographical Memory Interview, Linker/ Rechter TL= Linker/ Rechter Temporale Lobectomie, AFT= Autobiographical Fluency Test, TEA= Transiënte Epileptische Amnesie 21

29 3. Het autobiografisch geheugen bij patiënten met temorale kwab epilepsie Studies die zich toespitsen op het autobiografisch geheugen bij patiënten met temporale kwab epilepsie zijn belangrijk. Enerzijds omdat achteruitgang van het remote geheugen- en dus ook het autobiografisch geheugen- een belangrijk probleem kan zijn bij patiënten met TLE. Anderzijds omdat deze studies bijdragen tot een beter begrip van de rol van het hippocampus complex in het consolidatieproces. Viskontas et al. (20) vonden bij hun TLE-patiënten drie belangrijke kenmerken met betrekking tot de achteruitgang van het geheugen: er werd een gebrekkig geheugen vastgesteld voor episodische herinneringen, terwijl persoonlijke semantische herinneringen vrijwel onaangetast bleken. En dit zowel voor de linker als de rechter TLE-groep. Er dient wel opgemerkt te worden dat de linkergroep slechter presteerde dan de rechter. Er werd geen temporele gradiënt gevonden voor dit episodisch geheugendeficiet. Hiermee bedoelt men dat zowel de TLE-patiënten als ook de controlegroep gemakkelijker recente herinneringen bleken te produceren dan langer geleden herinneringen en de duur van het deficiet ging tot de vroege kindertijd terug. Deze resultaten zijn consistent met de MTT van Nadel en Moscovitch, maar zijn moeilijker in overeenstemming te brengen met de CCT. Viskontas et al toonden namelijk aan dat de bijdrage van de hippocampus, zelfs in het langetermijn consolidatieproces, niet verdween. Dit stemt overeen met de MTT.(26) Opmerkelijk is wel dat patiënten waarvoor men radiologisch duidelijk bewijs vond voor hippocampale sclerose niet significant slechter presteerden dan de patiënten zonder duidelijke sclerose. Ook Conway & Fthenaki (17) vonden dat het episodisch geheugen meer gevoelig is voor de effecten van hersenschade dan de persoonlijke feitelijke kennis. Ook zij suggereerden aldus een theoretisch onderscheid tussen autobiografische kennis die abstract is (bv de naam van leerkracht 4 e leerjaar) en autobiografische kennis voor specifieke evenementen (bv.eerste kus).(17) Viskontas et al. suggereerden dat episodische persoonlijke gebeurtenissen gevoeliger zijn voor achteruitgang omdat persoonlijke semantische herinneringen overtollig aanwezig zijn in beide hemisferen. Er is dus bilaterale schade noodzakelijk om achteruitgang van het autobiografisch semantisch geheugen teweeg te brengen. Terwijl verschillende aspecten van autobiografische episodische herinneringen aanwezig zijn in beide hemisferen. Dus schade aan de hippocampus, welke zijde ook, kan een deficiet veroorzaken.(26) Bovendien blijkt dat primaire verslechtering van het episodisch geheugen nadien vaak resulteert in een verminderd semantisch geheugen.(16) 22

30 Een recente studie van Voltzenlogel et al. (26) die het remote geheugen onderzocht bij 38 patiënten met TLE bracht gelijkaardige resultaten op: zowel de rechter TLE als de linker TLEgroep vertoonden een verslechterd geheugen voor autobiografische episodes in vergelijking met de controlegroep. Het persoonlijk semantisch geheugen bleek bewaard. Zij vonden echter ook een lateraliteitseffect: namelijk de rechter TLE-patiënten haalden significant betere scores dan de linker TLE-patiënten en dit op elke afgenomen test (Autobiographical Memory Interview en modified Crovitz test). Hier presteerde de rechter TLE-groep dus ook beter dan de linker TLEgroep. De bevindingen van Voltzenlogel et al. zijn eveneens consistent met de MTT die stelt dat persoonlijke semantische feiten meer resistent zijn aan schade aan de hippocampus omdat deze feiten verschillende sporen induceren door vele terugroeppogingen van deze feiten. Autobiografische herinneringen daarentegenover zijn multimodaal en verdeeld over verschillende hersenregio s en worden slechts zelden volledig in detail gereactiveerd.(26) Voltzenlogel et al. veronderstellen dat de mediale temporale kwab tussenkomt in het terugvinden van autobiografische herinneringen die episodische details bevatten, maar niet in het terugvinden van oude semantische informatie. In 2006 wilden Lah et al (35) onderzoeken of de autobiografische geheugenproblemen die zij hadden vastgesteld in een vorig onderzoek bij TL-patiënten reeds aanwezig waren voor het uitvoeren van de chirurgie of juist tot stand gekomen waren door de temporale lobectomie. De patiënten met linker TLE toonden deficieten op verschillende domeinen van het retrograde geheugen, de patiënten met rechter TLE toonden echter enkel een verslechterde ophaling voor autobiografische herinneringen. Bovendien presteerden de patiënten die polytherapie kregen, significant slechter op het terugroepen van autobiografische evenementen dan de patiënten die monotherapie kregen. Lah et al. (35) concludeerden dat de deficieten voor het retrograde geheugen bij TLE-patiënten gelijkaardig waren aan de deficieten gevonden na het uitvoeren van een TL. Addis et al. (25) vonden eveneens resultaten in dezelfde lijn. Zij onderzochten de gevolgen van hippocampale schade op het autobiografisch geheugennetwerk in patiënten met linker temporale kwab epilepsie. Ze onderzochten dit onder andere aan de hand van een aangepaste versie van het Autobiographical Interview. Vanuit dit AI werden twee scores afgeleid: de episodic detail score en de semantic detail score. Er werden significant minder episodische dan semantische details geproduceerd en men vond een mild deficiet voor het episodisch autobiografisch geheugen in de linker TLE-patiënten gaande in de richting van significantie tegenover de controlegroep. Daartegenover was er geen bewijs voor een verschil van het het semantisch autobiografisch 23

31 geheugen. Deze bevindingen zijn dus consistent met de bevindingen van Voltzenlogel et al (26) en Viskontas et al. (20). Als opmerking geldt wel dat bij die onderzoeken hetzelfde resultaat ook geconstateerd was bij de rechter TLE-patiënten, terwijl aan deze studie enkel linker TLEpatiënten mochten deelnemen. Addis et al. (25) maakten in hun onderzoek ook gebruik van metingen van de breedte van de mediale temporale kwab om eventuele hippocampale atrofie te beoordelen en van fmri om de invloed van schade aan de linker hippocampus op het autobiografisch geheugennetwerk te evalueren. Ze vonden een significante atrofie van de linker, maar niet van de rechter hippocampus bij hun linkszijdige TLE-patiënten in vergelijking met de controlegroep. Aan de hand van fmri konden ze aantonen dat voor het terugvinden van autobiografische herinneringen bij de controlegroep beroep werd gedaan op het standaard autobiografisch netwerk. Dit netwerk bevat de linker mediale prefrontale cortex (LMPFC), anterieure cingulaire en de laterale temporale cortex, de temporopariëtale junctie (TPJ) en bilaterale thalami, de posterieure cingulaire cortex, hippocampus (HC) en de parahippocampale gyrus (PHG). Mediale temporale kwab (MTL) activiteit was bilateraal zichtbaar, maar was meer uitgebreid en krachtiger in de linker MTL dan in de rechter. Bij de linker TLE-patiënten werd het residuele HC weefsel niet significant geactiveerd tijdens het terugroepen van autobiografische herinneringen. Er werd wel een zekere activiteit gevonden die meer uitgebreid was in de onaangetaste rechter HC, maar deze bleek niet significant te zijn. Ondanks de geringe betrekking van de HC, toonden andere regio s van het autobiografisch geheugen (AM) terugvindingsnetwerk wel een significante activatie van voornamelijk de bilaterale retrospleniale/posterieure cingulaire cortex, de linker precuneus en rechter temporale kwab (tpole). In het algemeen was de uitgebreidheid en de intensiteit van alle activaties bij de patiënten gereduceerd in vergelijking met de controlegroep. Dit suggereert dat bij deze linker TLE-patiënten de mogelijkheid om andere gebieden van het AM netwerk te activeren aangetast was. Er kon aangetoond worden dat verschillende verbindingen die de linker HC omvatten duidelijk verschilden bij de linker TLE-patiënten met schade aan de linker HC. Er werd een mindere invloed van de LMPFC op de linker HC gevonden. De mediale pariëtale regio s ondersteunen het visuospatiële aspect van episodische autobiografische herinneringen. Aangezien visuospatiële informatie belangrijk is bij het terugroepen van autobiografische herinneringen, kan deze verzwakte verbinding mogelijks voor een deel de verminderde episodische details van autobiografische herinneringen bij linker TLE patiënten verklaren. Er werd eveneens een verminderde invloed van de linker HC op de LMPFC gevonden bij de linker TLE patiënten. Deze patiënten vertoonden echter ook een versterking van de directe 24

32 verbinding tussen de linker MPC en LMPFC. Op deze manier wordt de HC aldus omzeild. Met andere woorden de MPC had bij de controlegroep een indirecte invloed op de LMPFC, via de linker HC. Bij linker TLE- patiënten bleek de MPC echter een directe invloed op de LMPFC te hebben en werd zo de linker aangetaste HC omzeild. (Fig. 2) Ook verbindingen die de linker PHG omvatten, bleken veranderd te zijn bij de patiëntengroep. Bij gezonde controles beïnvloedt de PHG de linker HC en de tpole op een positieve manier en de LMPFC op een negatieve manier. Bij de linker TLE patiënten veranderde het teken van de verbindingen tussen deze drie structuren: de linker PHG beïnvloedde de HC en de tpole op een negatieve manier en de LMPFC op een positieve manier. (Fig. 2) Dit zou kunnen betekenen dat bij schade aan de linker HC de PHG een dominante rol speelt en het overblijvende HC weefsel onderdrukt. Bovendien, aangezien bij linker TLE patiënten de PHG, in plaats van de HC, de LMPFC positief beïnvloedt, denkt men dat deze patiënten verschillende soorten van episodische details terugvinden. Het is namelijk aangetoond dat de PHG regio voldoende is om zich enkelvoudige informatie te herinneren, terwijl de HC noodzakelijk is om verschillende geheugenelementen de combineren.(25) Dit onderzoek impliceert dus dat de HC een belangrijke rol speelt bij het terugvinden van autobiografische herinneringen. Wanneer deze structuur beschadigd is gebeurt er een cascade van effecten op verschillende niveaus. De kwaliteit van de episodische autobiografische herinneringen vermindert en op neuronaal niveau is niet alleen de activiteit verminderd in de beschadigde HC, maar het gehele AM netwerk is verstoord en werkt ondermaats. Het succesvol terugvinden van autobiografische herinneringen bij deze patiënten zou tot stand gebracht worden door een aangepast netwerk dat de beschadigde HC omzeilt en meer steunt op andere pijlers van het AMnetwerk. Zo ontstaat er bij schade aan de linker HC een directe verbinding tussen de MPC en de LMPFC en krijgt de linker PHG een belangrijkere rol. (25) (Fig. 2) 25

33 Figuur 2: Schematische voorstelling van de verbindingen in het neurale netwerk dat instaat voor het ophalen van autobiografische herinneringen in A. controle en B. linker TLE patiënten. De verbindingen die significant verschilden tussen beide groepen staan aangeduid in kleur. (Rood = positieve invloed die de activiteit ter hoogte van het eindpunt verhoogt, blauw = negatieve invloed die de activiteit ter hoogte van het eindpunt verlaagt) De dikte van de pijl duidt op de sterkte van de verbinding. De verbindingen die niet significant verschilden staan in het zwart.(25) 4. Aanvalsvariabelen en prestatie op geheugentesten De mogelijke invloed van aanvalsvariabelen op het remote geheugen blijkt zelden bestudeerd.(16) Lah et al (34) waren de eersten om de impact van chirurgische en aanvalsvariabelen bij epileptische patiënten die een TL ondergaan hadden op het remote geheugen te onderzoeken. Zij vonden geen significante correlatie tussen de ziekteduur, de leeftijd op het moment van de operatie of de tijd die sinds de lobectomie verstreken was en de testen afgenomen om het retrograde geheugen te evalueren. Het was vooral interessant dat de scores op de retrograde geheugentesten, zelfs voor het zeer verre verleden, niet gecorreleerd waren met de leeftijd op het moment van aanvang van de epilepsieaanvallen. Evenmin kon er een significante relatie 26

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting HET BEGRIJPEN VAN COGNITIEVE ACHTERUITGANG BIJ MULTIPLE SCLEROSE Met focus op de thalamus, de hippocampus en de dorsolaterale prefrontale cortex Wereldwijd lijden ongeveer 2.3

Nadere informatie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het bestuderen van de aard en de mate van veranderingen op meerdere domeinen van het neurocognitief

Nadere informatie

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting a p p e n d i x B Nederlandstalige samenvatting 110 De hippocampus en de aangrenzende parahippocampale hersenschors zijn hersengebieden die intensief worden onderzocht, met name voor hun rol bij het geheugen.

Nadere informatie

Werkgeheugen bij kinderen met SLI. Indeling presentatie. 1. Inleiding. Brigitte Vugs, 19 maart 2009. 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond

Werkgeheugen bij kinderen met SLI. Indeling presentatie. 1. Inleiding. Brigitte Vugs, 19 maart 2009. 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond Werkgeheugen bij kinderen met SLI Brigitte Vugs, 19 maart 2009 Indeling presentatie 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond SLI, Geheugen, Werkgeheugen 3. Ontwikkeling werkgeheugen 4. Relatie werkgeheugen

Nadere informatie

Rol in leren en geheugen en veranderingen die optreden bij de ziekte van Alzheimer

Rol in leren en geheugen en veranderingen die optreden bij de ziekte van Alzheimer NEDERLANDSE SAMENVATTING CINGULAIRE NETWERKEN Rol in leren en geheugen en veranderingen die optreden bij de ziekte van Alzheimer 157 Achtergrond Dementie is een aandoening die gepaard gaat met een achteruitgang

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Hoeveel soorten geheugen? De kracht van grijze cellen: hersenen en herinneringen. HersenletselCongres 2014 3 november.

Hoeveel soorten geheugen? De kracht van grijze cellen: hersenen en herinneringen. HersenletselCongres 2014 3 november. HersenletselCongres 2014 3 november Disclosure belangen sprekers De kracht van grijze cellen: hersenen en herinneringen (potentiële) belangenverstrengeling De betrokken relaties bij dit project zijn: Sponsoring

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Nederlandse samenvatting proefschrift Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Cerebral changes in Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5 september 2017, UMC Utrecht Inleiding Amyotrofische

Nadere informatie

SAMENVATTING Hoofdstuk 1 Introductie.

SAMENVATTING Hoofdstuk 1 Introductie. SAMENVATTING Hoofdstuk 1 Introductie. Bij mensen met medicamenteus onbehandelbare temporaalkwab epilepsie is epilepsie chirurgie een zeer goede behandelmogelijkheid. Het besluit om iemand wel of niet te

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 137 138 Het ontrafelen van de klinische fenotypen van dementie op jonge leeftijd In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, komt dementie ook op jonge leeftijd voor. De diagnose

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20126 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dumas, Eve Marie Title: Huntington s disease : functional and structural biomarkers

Nadere informatie

De ziekte van Alzheimer. Diagnose

De ziekte van Alzheimer. Diagnose De ziekte van Alzheimer Bij dementie is er sprake van een globale achteruitgang van de cognitieve functies, zoals het geheugen of de taalfuncties. Deze achteruitgang leidt tot functionele beperkingen in

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

EEG tijdens geheugenactivatie een onderzoek naar vroege hersenveranderingen bij de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Huntington

EEG tijdens geheugenactivatie een onderzoek naar vroege hersenveranderingen bij de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Huntington EEG tijdens geheugenactivatie een onderzoek naar vroege hersenveranderingen bij de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Huntington In Nederland wordt het aantal patiënten met dementie geschat op meer

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Depressie op latere leeftijd, kenmerken van de hersenen en ECT respons.

Depressie op latere leeftijd, kenmerken van de hersenen en ECT respons. NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING Nederlandstalige samenvatting Depressie op latere leeftijd, kenmerken van de hersenen en ECT respons. Inleiding Wereldwijd neemt het aantal mensen met een leeftijd ouder dan

Nadere informatie

Inhoud 1 Functionele anatomie 13 2 Mentale basisfuncties 33

Inhoud 1 Functionele anatomie 13 2 Mentale basisfuncties 33 Inhoud 1 Functionele anatomie 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Zenuwweefsel 13 1.2.1 Neuronen 13 1.2.2 Actiepotentialen en neurotransmitters 14 1.2.3 Grijze en witte stof 15 1.3 Globale bouw van het zenuwstelsel

Nadere informatie

Bij epilepsiechirurgie streeft men naar complete verwijdering of disconnectie van de epileptogene zone met behoud van eloquente hersengebieden. Het do

Bij epilepsiechirurgie streeft men naar complete verwijdering of disconnectie van de epileptogene zone met behoud van eloquente hersengebieden. Het do Samenvatting Bij epilepsiechirurgie streeft men naar complete verwijdering of disconnectie van de epileptogene zone met behoud van eloquente hersengebieden. Het doel is immers om de aanvallen te stoppen

Nadere informatie

het lerende puberbrein

het lerende puberbrein het lerende puberbrein MRI / fmri onbalans hersenstam of reptielenbrein automatische processen, reflexen, autonoom het limbisch systeem of zoogdierenbrein cortex emotie, gevoel, instinct, primaire behoeften

Nadere informatie

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten

Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Engelse Verpleegster Gebruikt HeartMath met Multiple Sclerose patiënten Een verpleegkundige in Engeland die is gespecialiseerd in patiënten met multiple sclerose / MS voerde een informele studie uit waarbij

Nadere informatie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie Wetenschappelijke Samenvatting 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie In dit proefschrift wordt onderzocht wat spaak loopt in de hersenen van iemand met een depressie. Er wordt ook onderzocht

Nadere informatie

Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie

Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie Anatomische correlaties van neuropsychiatrische symptomen bij dementie K.J. Kaland, AIOS klinische geriatrie, Parnassia Groot Haags Geriatrie Referaat 6 februari 2017 Gedragsproblemen bij dementie Behavioral

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord. Chapter 7

Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord. Chapter 7 Nederlandse samenvatting List of publications Curriculum Vitae Dankwoord Cognitieve dysfunctie bij glioompatiënten Onderliggende mechanismen en consequenties Jaarlijks wordt bij 800 mensen in Nederland

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

De ziekte van Alzheimer is een neurodegeneratieve aandoening en de meest voorkomende

De ziekte van Alzheimer is een neurodegeneratieve aandoening en de meest voorkomende Nederlandse samenvatting Ontsteking bij de ziekte van Alzheimer in vivo kwantificatie Achtergrond De ziekte van Alzheimer is een neurodegeneratieve aandoening en de meest voorkomende vorm van dementie.

Nadere informatie

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06 In veel strafzaken wordt de verdachte uitsluitend of vrijwel uitsluitend veroordeeld op grond van getuigenverklaringen. Objectieve middelen voor het toetsen van de juistheid van de getuigenverklaringen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nelleke tolboom binnenwerk aangepast.indd 161 28-12-2009 09:42:54 nelleke tolboom binnenwerk aangepast.indd 162 28-12-2009 09:42:54 Beeldvorming van Alzheimerpathologie in vivo:

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Samenvatting, implicaties en aanwijzingen voor verder onderzoek Dit laatste hoofdstuk geeft een samenvatting van de bevindingen uit dit proefschrift,

Samenvatting, implicaties en aanwijzingen voor verder onderzoek Dit laatste hoofdstuk geeft een samenvatting van de bevindingen uit dit proefschrift, Samenvatting, implicaties en aanwijzingen voor verder onderzoek Dit laatste hoofdstuk geeft een samenvatting van de bevindingen uit dit proefschrift, bespreekt de implicaties van deze bevindingen en doet

Nadere informatie

Het lerend vermogen van mensen met een dementie dr. Danielle Boelen

Het lerend vermogen van mensen met een dementie dr. Danielle Boelen Het lerend vermogen van mensen met een dementie dr. Danielle Boelen UMC St Radboud, Medische Psychologie Revalidatiecentrum St. Maartenskliniek Mevrouw Jansen: 83 jaar, sinds 1 jaar ziekte van Alzheimer

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Dit hoofdstuk vat de in dit proefschrift beschreven onderzoeken samen. Na de samenvatting van de studies volgen de methodologische overwegingen en klinische implicaties. De ziekte

Nadere informatie

PLS is een broertje van ALS

PLS is een broertje van ALS PLS is een broertje van ALS Juni 2018 Wetenschappelijk onderzoek specifiek naar primaire laterale sclerose (PLS) gebeurt slechts op zeer kleine schaal. Deze motorneuronziekte is zo zeldzaam, dat het moeilijk

Nadere informatie

Bijlage 3. Symptomen van de eerste orde

Bijlage 3. Symptomen van de eerste orde Bijlage 3 Symptomen van de eerste orde Stoornissen in het kortetermijngeheugen* De persoon met dementie onthoudt de recente gebeurtenissen niet meer, of beter: slaat de nieuwe indrukken steeds moeilijker

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in hoeverre de psychosociale ontwikkeling gerelateerd is aan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Klinisch redeneren. José Harmsen Goossens Docent verpleegkunde Hogeschool van Amsterdam Verpleegkundig consulent geriatrie AMC Amsterdam

Klinisch redeneren. José Harmsen Goossens Docent verpleegkunde Hogeschool van Amsterdam Verpleegkundig consulent geriatrie AMC Amsterdam Klinisch redeneren José Harmsen Goossens Docent verpleegkunde Hogeschool van Amsterdam Verpleegkundig consulent geriatrie AMC Amsterdam DISCLOSURE BELANGEN SPREKER (potentiële) belangenverstrengeling Geen

Nadere informatie

Gating Neuronal Activity in the Brain Cellular and Network Processing of Activity in the Perirhinal-entorhinal Cortex J.G.P.

Gating Neuronal Activity in the Brain Cellular and Network Processing of Activity in the Perirhinal-entorhinal Cortex J.G.P. Gating Neuronal Activity in the Brain Cellular and Network Processing of Activity in the Perirhinal-entorhinal Cortex J.G.P. Willems Regulatie van neuronale activiteit in het brein Verwerking van verspreidende

Nadere informatie

Growing into a different brain

Growing into a different brain 221 Nederlandse samenvatting 221 Nederlandse samenvatting Groeiend in een ander brein: de uitkomsten van vroeggeboorte op schoolleeftijd De doelen van dit proefschrift waren om 1) het inzicht te vergroten

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35771 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Palm, Walter Miguel Title: Ventricular dilatation in aging and dementia Issue

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39720 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hafkemeijer, Anne Title: Brain networks in aging and dementia Issue Date: 2016-05-26

Nadere informatie

De MMSE bij geriatrische patiënten

De MMSE bij geriatrische patiënten De MMSE bij geriatrische patiënten Een kritische blik en guidelines bij een der meest gekende, maar mogelijks ook een der meest verkeerd gebruikte screeningstesten Drs. Michael Portzky UZ Gent/ PC St Jan

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

De Hersenen. Historisch Overzicht. Inhoud college de Hersenen WAT IS DE BIJDRAGE VAN 'ONDERWERP X' AAN KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE?

De Hersenen. Historisch Overzicht. Inhoud college de Hersenen WAT IS DE BIJDRAGE VAN 'ONDERWERP X' AAN KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE? De Hersenen Oriëntatie, september 2002 Esther Wiersinga-Post Inhoud college de Hersenen historisch overzicht (ideeën vanaf 1800) van de video PAUZE neurofysiologie - opbouw van neuronen - actie potentialen

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 Het is al weer lang geleden dat jullie iets van ons hebben gehoord en dat komt omdat er veel is gebeurd. We hebben namelijk heel veel analyses kunnen doen op

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Breincentraal leren: van hersenonderzoek naar klaslokaal. Lucia M. Talamini UvA

Breincentraal leren: van hersenonderzoek naar klaslokaal. Lucia M. Talamini UvA Breincentraal leren: van hersenonderzoek naar klaslokaal Lucia M. Talamini UvA Onderwerpen 1. Intro Geheugen en het brein 2. Factoren die leren en geheugen bevorderen 3. Multimodaal leren 4. Aansluiten

Nadere informatie

Inhoud. Woord vooraf 11. 1. Inleiding Kennismaking met de psychologie 13. 2. Biologie en gedrag De hardware van het psychisch functioneren 51

Inhoud. Woord vooraf 11. 1. Inleiding Kennismaking met de psychologie 13. 2. Biologie en gedrag De hardware van het psychisch functioneren 51 Inhoud Woord vooraf 11 1. Inleiding Kennismaking met de psychologie 13 1.1 Een definitie van de psychologie 14 1.2 Wetenschappelijke psychologie en intuïtieve mensenkennis 16 1.2.1 Verschillen in het verzamelen

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

1 Geheugenstoornissen

1 Geheugenstoornissen 1 Geheugenstoornissen Prof. dr. M. Vermeulen 1.1 Zijn er geheugenstoornissen? Over het geheugen wordt veel geklaagd. Bij mensen onder de 65 jaar berusten deze klachten zelden op een hersenziekte. Veelal

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Epilepsie: een aanval op het geheugen?

Epilepsie: een aanval op het geheugen? Neuropraxis (maart 1999) 3:122 126 DOI 10.1007/BF03070965 ARTIKELEN Epilepsie: een aanval op het geheugen? Marc Hendriks Karin van Bronswijk Bert Aldenkamp Harry van der Vlugt Epilepsie is een verzamelnaam

Nadere informatie

2

2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Vergelijkende studie om de effectiviteit van natuurlijke enzymen oraal versus injectiepreparaat en valproïnezuur te vergelijken in tonisch clonische aanvallen bij primaire systemische

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Geheugen

Hoofdstuk 4: Geheugen Geheugen bestaat uit geheugenstelsels, elk met hun eigen neuro-anatomisch substraat. Casus patiënt H.M.: Op 9-jarige leeftijd hoofdtrauma met posttraumatische epilepsie Therapieresistent en functioneel

Nadere informatie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie

Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Hersenontwikkeling tijdens adolescentie Een longitudinale tweelingstudie naar de ontwikkeling van hersenstructuur en de relatie met hormoonspiegels en intelligentie ALGEMENE INTRODUCTIE Adolescentie is

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Sinds enkele decennia is de acute zorg voor brandwondenpatiënten verbeterd, hetgeen heeft geresulteerd in een reductie van de mortaliteit na verbranding, met name van patiënten

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting In het promotieonderzoek dat wordt beschreven in dit proefschrift staat schade aan de bloedvaten bij dementie centraal. Voordat ik een samenvatting van de resultaten geef zal ik

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Sam envatting en conclusies T E N

Sam envatting en conclusies T E N Sam envatting en conclusies T E N Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Sinds de zeventigerjaren van de vorige eeuw zijn families beschreven met dominant overervende herseninfarcten,dementie

Nadere informatie

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Grootouders kunnen een belangrijke rol spelen in het leven van

Nadere informatie

Cognitieve functiestoornissen bij schizofrenie

Cognitieve functiestoornissen bij schizofrenie Hallucinaties zijn een merkwaardig psychologisch verschijnsel. Het betreft een vorm van sensorisch bedrog, die bij patiënten met schizofrenie het dagelijks functioneren belemmert en de kwaliteit van leven

Nadere informatie

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de Rick Helmich Cerebral Reorganization in Parkinson s disease (proefschrift) Nederlandse Samenvatting De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

Nadere informatie

Inhoud. HOOFDSTUK 1 Logisch denken 9. HOOFDSTUK 2 Geheugen 59. HOOFDSTUK 3 Vaardigheid met getallen 109. HOOFDSTUK 4 Persoonlijke vaardigheden 159

Inhoud. HOOFDSTUK 1 Logisch denken 9. HOOFDSTUK 2 Geheugen 59. HOOFDSTUK 3 Vaardigheid met getallen 109. HOOFDSTUK 4 Persoonlijke vaardigheden 159 Inhoud Inleiding 4 Hoe is dit boek met tests opgebouwd? 5 Gebruiksaanwijzing 6 HOOFDSTUK 1 Logisch denken 9 DOSSIER 1 Ruimtelijk inzicht en oriëntatievermogen 11 DOSSIER 2 Logische reeksen 27 DOSSIER 3

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Plotseling voorbijgaand geheugenverlies

Plotseling voorbijgaand geheugenverlies NEUROLOGIE Plotseling voorbijgaand geheugenverlies Transient Global Amnesia Inleiding U bent in het ziekenhuis bij de neuroloog geweest. De neuroloog heeft met u besproken dat u plotseling geheugenverlies

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Wat verandert er in het zenuwstelsel als een dier iets leert? Hoe worden herinneringen opgeslagen in de hersenen? Hieraan ten grondslag ligt het vermogen van het zenuwstelsel om

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 203 Nederlandse samenvatting Wittere grijstinten Klinische relevantie van afwijkingen in de grijze stof in multipele sclerose, zoals afgebeeld met MRI Multipele sclerose (MS) is

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 188 Type 1 Diabetes and the Brain Het is bekend dat diabetes mellitus type 1 als gevolg van hyperglykemie (hoge bloedsuikers) kan leiden tot microangiopathie (schade aan de kleine

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

NAH bij kinderen en jongeren: plasticiteit en herstel Caroline van Heugten

NAH bij kinderen en jongeren: plasticiteit en herstel Caroline van Heugten NAH bij kinderen en jongeren: plasticiteit en herstel Caroline van Heugten Universiteit Maastricht c.vanheugten@np.unimaas.nl Inhoud presentatie Plasticiteit van het brein Hersenletsel Schade en herstel

Nadere informatie

De COGnitieve Training In Parkinson Studie

De COGnitieve Training In Parkinson Studie De COGnitieve Training In Parkinson Studie Een onderzoek naar een online training voor het denkvermogen Voor meer informatie of aanmelden gaat u naar www.cogtips.nl Dr. Chris Vriend, neurowetenschapper

Nadere informatie

Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007

Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007 Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Analyse van het Wereldkampioenschap Jeugd Jongens Volleybal 2007 Evaluatie van de spelonderdelen AUTEUR(S) VANMEDEGAEL STEVEN,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Samenvatting Klinische uitkomstmaten in progressieve multiple sclerose

Samenvatting Klinische uitkomstmaten in progressieve multiple sclerose Klinische uitkomstmaten in progressieve multiple sclerose SV Achtergrond Multiple Sclerose (MS) is een chronische neurologische ziekte, waarbij er sprake is van demyelinisatie (verlies van het myeline

Nadere informatie

Klinisch redeneren. José Harmsen Goossens Docent verpleegkunde Hogeschool van Amsterdam Verpleegkundig consulent geriatrie AMC Amsterdam

Klinisch redeneren. José Harmsen Goossens Docent verpleegkunde Hogeschool van Amsterdam Verpleegkundig consulent geriatrie AMC Amsterdam Klinisch redeneren José Harmsen Goossens Docent verpleegkunde Hogeschool van Amsterdam Verpleegkundig consulent geriatrie AMC Amsterdam WAT IS KLINISCH REDENEREN? Redeneren staat in dienst van het nemen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 SAMENVATTING Chronische nek pijn is vaak het gevolg van een verkeersongeval, en dan met name van een kop-staart aanrijding. Na zo een ongeval ontwikkelen mensen vaak een zeer specifiek klachtenpatroon.

Nadere informatie

Walking with Knee Osteoarthritis 2012

Walking with Knee Osteoarthritis 2012 Walking with Knee Osteoarthritis 2012 Hoofdstuk 1: Inleiding Veel mensen van boven de 40 jaar lijden aan artrose ( osteoarthritis ) van de knie. Osteoarthritis van de knie is een degeneratieve ziekte van

Nadere informatie

Samenvatting Werk, Pensioen en Gezondheid

Samenvatting Werk, Pensioen en Gezondheid Samenvatting Werk, Pensioen en Gezondheid Potentiële bedreigingen voor de arbeidsparticipatie van oudere werknemers: werkbelasting, geheugen, sociale timing van pensioneren en gezondheid Een aantal bedreigingen

Nadere informatie

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:

Cover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/46445 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for

Nadere informatie

Help, mijn geheugen is bijna vol. Dr. Harriët Smeding Klinisch Neuropsycholoog SEIN 31 maart 2016

Help, mijn geheugen is bijna vol. Dr. Harriët Smeding Klinisch Neuropsycholoog SEIN 31 maart 2016 Help, mijn geheugen is bijna vol. Dr. Harriët Smeding Klinisch Neuropsycholoog SEIN 31 maart 2016 Ons geweldige geheugen Gigantisch visueel geheugen Nickerson 1965 600 plaatjes herkenning 98% goed Standing

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Soorten vragen, vraagwoorden, signaal- en sleutelwoorden Schema 1 Soorten vragen Open vraag

Nadere informatie

Onderzoek naar de beste behandeling van epilepsie-achtige hersenactiviteit na reanimatie

Onderzoek naar de beste behandeling van epilepsie-achtige hersenactiviteit na reanimatie TELSTAR: Treatment of ELectroencephalographic STatus epilepticus After cardiopulmonary Resuscitation (ABR 46296) Onderzoek naar de beste behandeling van epilepsie-achtige hersenactiviteit na reanimatie

Nadere informatie

Dutch summary 1. Dutch summary. Dutch summary

Dutch summary 1. Dutch summary.   Dutch summary http://hdl.handle.net/1765/105797 Dutch summary Dutch summary 1 Dutch summary 2 Erasmus Medical Center Rotterdam Dutch summary 3 Introductie Kinderen die in de neonatale periode zeer ernstig ziek zijn

Nadere informatie

Neuro-imaging bij bipolaire stoornissen: een overzicht

Neuro-imaging bij bipolaire stoornissen: een overzicht Neuro-imaging bij bipolaire stoornissen: een overzicht Max de Leeuw, psychiater en senior onderzoeker GGZ Rivierduinen/LUMC KenBiS, 17 juni 2016 Leiden Inhoud Emotieverwerking Werkgeheugen Beloning Eerstegraads

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

The Only Way is Up - Risk Factors, Protective Factors and Compensation in Dyslexia. S. van Viersen

The Only Way is Up - Risk Factors, Protective Factors and Compensation in Dyslexia. S. van Viersen The Only Way is Up - Risk Factors, Protective Factors and Compensation in Dyslexia. S. van Viersen SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Dyslexie is een specifieke leerstoornis waarbij sprake is van ernstige

Nadere informatie

Aanleiding. Opbouw proefschrift

Aanleiding. Opbouw proefschrift Nederlandse samenvatting Aanleiding Recent onderzoek heeft uitgewezen dat problemen met navigeren (d.w.z. moeite met het vinden van de weg, moeite met oriënteren en angst om te verdwalen) na een beroerte

Nadere informatie