GEZAG EN OMGANG SPREKER 7 OKTOBER :00-11:15 MR. H. A. GERRITSE, SENIOR RECHTER RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEZAG EN OMGANG SPREKER 7 OKTOBER 2015 09:00-11:15 WWW.AVDR.NL MR. H. A. GERRITSE, SENIOR RECHTER RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND"

Transcriptie

1 GEZAG EN OMGANG SPREKER MR. H. A. GERRITSE, SENIOR RECHTER RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND 7 OKTOBER :00-11:15

2 Inhoudsopgave Mr. H. A. Gerritse Jurisprudentie Rechtbank Utrecht, 07 mei 2008, ECLI:NL:RBUTR:2008:BD1068 p. 3 Hof Arnhem, 25 november 2008, ECLI:NL:GHAMS:2008:BG5157 p. 10 Hoge Raad, 21 mei 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL7407 p. 19 Hof Amsterdam, 17 juni 2014, ECLI:NL:GHAMS 2014:3692 p. 24 Rechtbank Utrecht, 30 oktober 2009, ECLI:NL:RBUTR:2009:BK1598 p. 31 Hof Amsterdam, 04 mei 2010, ECLI:NL:GHAMS:2010:BM2916 p. 38! 2!

3 ECLI:NL:RBUTR:2008:BD1068 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer / FA RK , / JE RK , / FA RK Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie Verzoek tot ontzetting uit de tijdelijke voogdij van de pleegmoeder van een driejarig Belgisch meisje. De rechtbank is van oordeel dat aan de in de wet genoemde gronden die kunnen leiden tot een ontzetting niet is voldaan. De uitspraak betekent dat het meisje vooralsnog bij haar pleegmoeder en haar partner blijft wonen. De rechtbank stelt het kind onder toezicht van de Stichting Bureau Jeugdzorg in Utrecht en verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in het verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling. Wetsverwijzingen Burgerlijk Wetboek Boek 1 Burgerlijk Wetboek Boek Burgerlijk Wetboek Boek Burgerlijk Wetboek Boek Burgerlijk Wetboek Boek Burgerlijk Wetboek Boek Burgerlijk Wetboek Boek Burgerlijk Wetboek Boek Vindplaatsen Rechtspraak.nl JPF 2008/130 met annotatie door C. Mak onder JPF 2008/130 Uitspraak beschikking RECHTBANK UTRECHT Sector handels- en familierecht zaaknummers/rekestnummers: / FA RK (ontzetting voogdij) / JE RK (ondertoezichtstelling) / FA RK (omgang) Beschikking van 7 mei 2008! 3!

4 in de zaak op het verzoek tot ontzetting uit de voogdij en tot vaststelling van een omgangsregeling van: [verzoeker] en [verzoekster], beiden wonende te [woonplaats], België, hierna te noemen: verzoekers, procureur mr. C.A. Jonkers, en op het verzoek tot ondertoezichtstelling van: de Raad voor de Kinderbescherming, vestiging Utrecht, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen: de Raad, waarin belanghebbenden zijn: [pleegmoeder], wonende te [woonplaats], hierna te noemen: de pleegmoeder, [pleegvader], wonende te [woonplaats], hierna te noemen: de pleegvader, procureur voorheen mr. M.I. van Meel, nu mr. F.S. van Nierop, [draagmoeder], wonende te [woonplaats], België, hierna te noemen: de draagmoeder, [juridische vader], wonende te [woonplaats], België, hierna te noemen: de juridische vader, samen ook te noemen: de ouders, procureur: mr. M.C. Franken-Schoemaker. 1. Verloop van de procedure 1.1. In de procedure met nummer / FA RK heeft de rechtbank op 1 augustus 2007 en 24 oktober 2007 eerdere beschikkingen gegeven. Daarbij is de behandeling van het verzoek tot ontzetting van de pleegmoeder uit de tijdelijke voogdij aangehouden, met verzoek aan de Raad voor de Kinderbescherming om een onderzoek in te stellen. Bovendien is in de beschikking van 24 oktober 2007 een eindbeslissing gegeven op het verzoek van verzoekers om een omgangsregeling vast te stellen (zaaknummer / FA RK ) en op het verzoek om de tijdelijke voogdij op te heffen; verzoekers zijn in die twee verzoeken niet-ontvankelijk verklaard De Raad heeft op 29 februari 2008 gerapporteerd en geadviseerd over het verzoek tot ontzetting en daarbij zelf een verzoek tot ondertoezichtstelling ingediend (zaaknummer / JE RK ) Verzoekers hebben tenslotte aanvullend een nieuw verzoek ingediend tot vaststelling van een omgangsregeling (zaaknummer / FA RK (omgang).! 4!

5 1.4. De zaak is behandeld ter terechtzitting met gesloten deuren van 31 maart De Raad heeft op de zitting zijn standpunt gewijzigd en primair zelf de ontzetting van de pleegmoeder gevraagd, met subsidiair ondertoezichtstelling. 2. Vaststaande feiten 2.1. Voor de vaststaande feiten wordt verwezen naar de beschikking van 1 augustus 2007, die kort weergegeven op het volgende neerkomen: Uit het huwelijk van de draagmoeder en de juridische vader is geboren: [D.], op [ 2005] te [geboorteplaats], België [D.] is verwekt op basis van afspraken tussen verzoekers en de ouders over draagmoederschap, die inhielden dat de ouders het kind zouden afstaan aan verzoekers om door hen te worden geadopteerd. Tijdens de zwangerschap zijn de verhoudingen tussen verzoekers en de ouders verstoord geraakt en is uiteindelijk het contact verbroken. De ouders hebben vervolgens afspraken gemaakt met de pleegouders om het kind aan hen af te staan [D.] verblijft sinds enkele dagen na haar geboorte bij de pleegouders in [woonplaats]. Zij wordt sindsdien door hen verzorgd en opgevoed De pleegmoeder is bij beschikking van de kantonrechter in deze rechtbank (locatie Amersfoort) van 13 februari 2006 belast met de tijdelijke voogdij Verzoekers, de ouders en [D.] hebben de Belgische nationaliteit. De pleegouders hebben de Nederlandse nationaliteit. 3. Beoordeling 3.1. Bij de beoordeling van het verzoek tot ontzetting bouwt de rechtbank voort op hetgeen al is overwogen in de beschikking van 24 oktober Voor die overwegingen wordt verwezen naar die beschikking De ouders hebben opnieuw de bevoegdheid van deze rechtbank aan de orde gesteld om te oordelen over het ontzettingsverzoek. De rechtbank heeft daarover al beslist in de beschikking van 24 oktober 2007, en ziet geen aanleiding om daarop nu terug te komen. De nieuwe argumenten hebben overigens alle betrekking op een procedure over de (juridische) afstamming van [D.]. Aangezien een dergelijk verzoek hier niet voorligt, hoeft de rechtbank ook daarom niet opnieuw in te gaan op de bevoegdheidskwestie De ouders stellen voorts dat niet als vaststaand kan worden aangenomen dat verzoeker de biologische vader van [D.] is, nu dit vaderschap nimmer op een rechtens juiste wijze is vastgesteld. Bij de stukken bevindt zich echter een mededeling van de Belgische onderzoeksrechter Anne François van 30 mei Deze bevestigt dat het in België uitgevoerde DNA-onderzoek verzoeker aanduidt als de biologische vader. Dat dit onderzoek is uitgevoerd als onderdeel van een strafrechtelijk onderzoek doet niet ter zake, evenmin als het feit dat het DNA-onderzoek niet geleid heeft tot ontkenning van het wettelijk vaderschap of tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap (daargelaten overigens of een dergelijk verzoek toewijsbaar zou kunnen zijn). De ouders hebben weliswaar formele bezwaren tegen de gevolgde procedure naar voren gebracht, maar zij hebben de juistheid van het DNA-onderzoek en het biologische vaderschap van verzoeker feitelijk niet betwist. De rechtbank zal er daarom als vaststaand van (blijven) uitgaan dat verzoeker de biologische vader van [D.] is.! 5!

6 3.4. Op dit moment zijn aan de orde het verzoek tot ontzetting van de pleegmoeder uit de tijdelijke voogdij, het verzoek tot ondertoezichtstelling van [D.] en een nieuw verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling tussen [D.] en verzoekers Grond voor ondertoezichtstelling bestaat wanneer een kind zodanig opgroeit, dat zijn of haar zedelijke of geestelijke belangen of gezondheid ernstig worden bedreigd, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of, naar is te voorzien, zullen falen (artikel 1:254 van het Burgerlijk Wetboek) De rechtbank heeft in de beschikking van 24 oktober 2007 al een aantal factoren genoemd die een bedreiging kunnen vormen voor de ontwikkeling van [D.]. Kort samengevat zijn dat de volgende. [D.] is geboren uit een draagmoeder, die aanvankelijk zwanger was geworden voor andere wensouders. Biologisch gezien stamt [D.] af van deze oorspronkelijke wensvader. Zij is vervolgens afgestaan aan de pleegouders, die biologisch niet met haar verwant zijn. Alle contacten zijn tot stand gekomen via internet. Van deze ontstaansgeschiedenis weet [D.] zelf nog niets. De biologische vader en zijn vrouw (verzoekers) voeren nog steeds een verbitterde strijd met de pleegouders om de toewijzing van [D.]. In deze strijd spelen ook de ouders inmiddels een rol. Bij deze strijd (zijn en) worden ook de media betrokken. Hoewel de ouders ontkennen dat er voor [D.] betaald zou zijn, en hoewel zowel de pleegouders als verzoekers ontkennen dat zij voor [D.] betaald hebben, komt de suggestie van commercieel draagmoederschap in veel van die publicaties terug. Tenslotte bestaat nog steeds de mogelijkheid van strafvervolging (als gevolg van de verdenking van commercieel draagmoederschap) van de juridische ouders en/of van de pleegouders De Raad heeft over het verzoek geadviseerd en daarbij ook verzocht [D.] onder toezicht te stellen. Op dit rapport hebben de betrokkenen veel kritiek. In een deel van die bezwaren kan de rechtbank zich vinden. Het valt inderdaad te betreuren dat de ouders pas in een laat stadium bij het onderzoek betrokken zouden worden en dat dit uiteindelijk door praktische problemen zelfs helemaal niet gebeurd is. Een tweede bezwaar betreft de consultatie van deskundigen. In het rapport wordt onvoldoende inzichtelijk gemaakt op basis van welke gegevens deze deskundigen tot hun advies gekomen zijn. Tenslotte worden de twijfels over de opvoedkundige mogelijkheden van de pleegouders onvoldoende concreet onderbouwd. Aan sommige van de aangehaalde waarnemingen lijkt meer gewicht te worden gehecht dan op basis van de beschrijving daarvan begrijpelijk is. Met dit alles wil overigens niet gezegd zijn dat de conclusies niet juist zouden zijn. De onderbouwing daarvan in het rapport is echter niet op alle punten overtuigend De rechtbank ziet echter onvoldoende reden voor nader onderzoek, zoals ter zitting gevraagd. Dat zou namelijk leiden tot een langer voortbestaan van de spanningen rond [D.] die een gevolg zijn van deze procedure, met het gevaar dat zij daarvan meer merkt dan goed voor haar is. Aangezien het rapport van de Raad (bij behoedzaam gebruik) in samenhang met de overige informatie en de behandeling op de zitting van 31 maart 2008 voldoende aanknopingspunten biedt voor een beslissing, zal de rechtbank de behandeling niet nogmaals aanhouden maar nu een eindbeslissing geven Ook bij behoedzame lezing, rekening houdend met de onder 3.7 genoemde bezwaren, bevestigt het rapport van de Raad dat de onder 3.6 genoemde omstandigheden reden tot zorg zijn. Hoewel de rechtbank uit het rapport niet de conclusie kan trekken dat de pleegouders blijvend niet in staat zullen zijn dit alles te hanteren, maakt de rechtbank zich daarover wel ernstige zorgen. In de eerste plaats is de druk op dit gezin vanuit verzoekers, maar zeker ook vanwege de media-aandacht zo groot, dat geen enkel gezin die zonder hulp aan zou kunnen. Ook de verklaringen van de pleegouders in het rapport roepen op dit punt twijfel op, die wordt bevestigd door hun standpunt zoals hun advocaat dat op de zitting verwoord heeft. Zij zeggen de problemen te onderkennen, maar dat blijkt verder uit niets. Volgens het rapport hebben zij bij het! 6!

7 onderzoek gezegd dat zij als een gewoon gezin willen leven, dat zij alleen behoefte hebben aan rust en niet aan hulp. Zij zijn echter geen gewoon gezin. Zij voeden een kind op dat zowel juridisch als biologisch andere ouders heeft en dat een zeer ongebruikelijke ontstaansgeschiedenis heeft. Rust valt bovendien hoe dan ook niet te verwachten, gezien de voortdurende strijd van de biologische vader en de belangstelling van de media, waardoor [D.] naam zowel in Nederland als in België breed bekend is. In de tweede plaats bestaat op grond van het rapport en het verhandelde ter terechtzitting de indruk dat de pleegouders zich onvoldoende bewust zijn van de eisen die de bijzondere ontstaansgeschiedenis van [D.] aan hen als opvoeders stelt. Hoewel het begrijpelijk is dat zij de problemen die met die geschiedenis samenhangen liever uit de weg gaan, is de rechtbank er voldoende van overtuigd dat die houding uiteindelijk niet in het belang van [D.] is. Alle betrokkenen rondom [D.] hebben een rol gespeeld in het ontstaan van de huidige problemen; op hen allen, en op de opvoeders van [D.] in het bijzonder, rust dan ook de verantwoordelijkheid om op een goede manier met die problemen om te gaan. Gedwongen hulpverlening van een onafhankelijke instantie die zelf geen rol speelt in de strijd rondom [D.] en daarom uitsluitend haar belang in het oog kan houden acht de rechtbank daarbij noodzakelijk Op de zitting is verder gebleken dat de genoemde zorgen alleen maar dringender geworden zijn. De standpunten zijn verhard en de strijd is verbitterd. Onder de druk van hun eigen wensen en verlangens lijken de betrokkenen het belang van [D.] uit het oog te verliezen. Door alle voornoemde omstandigheden is naar het oordeel van de rechtbank een situatie ontstaan die een zo reële bedreiging vormt voor de ontwikkeling van [D.], dat het nu noodzakelijk is nadere maatregelen te nemen ter bescherming van [D.] s belangen en haar ontwikkeling. Er is daarom in ieder geval voldoende grond voor een ondertoezichtstelling Van de gronden voor de verdergaande maatregel van ontzetting uit de tijdelijke voogdij is er nog slechts één aan de orde: misbruik van zijn bevoegdheid, verwaarlozing van zijn verplichtingen, of de omstandigheid dat hij niet in staat is tot een behoorlijke uitoefening van zijn voogdij (artikel 1:327 lid 1 sub b BW). Over de andere gronden heeft de rechtbank al beslist in de beschikking van 24 oktober De Raad ziet op deze grond reden voor ontzetting wanneer blijkt dat de pleegouders niet meewerken aan de hulpverlening en therapie die de Raad voor [D.] noodzakelijk acht. Bovendien ziet de Raad de weigering (in het verleden) van de pleegouders om mee te werken aan DNA-onderzoek om vast te stellen wie [D.] s biologische vader is als verwaarlozing van hun verplichtingen. Verzoekers zien ook het weigeren van contact met hen, althans met verzoeker, als zodanig. Bij ontzetting acht de Raad plaatsing van [D.] in een neutraal pleeggezin wenselijk. Verzoekers wensen dat [D.] op korte termijn bij hen geplaatst wordt Ook bij deze beoordeling moet het belang van [D.] voorop staan. Hiervoor dient niet het gezichtspunt van de volwassen betrokkenen bij de zaak centraal te staan, maar dat van het kind. [D.] is een klein kind, dat voor een goede ontwikkeling bescherming nodig heeft. Voor [D.] is de belangrijkste relatie in haar leven die met haar opvoeders, de pleegouders. Zij heeft nooit andere ouders gekend dan hen, en zij heeft zich (zoals ook blijkt uit het rapport) aan hen veilig gehecht. Zij heeft recht op bescherming van haar gezinsleven met de mensen die zij als haar ouders beleeft. Ook als het voor [D.] mogelijk zou zijn om zich opnieuw te hechten aan andere opvoeders (zoals verzoekers aanvoeren), dan neemt dat niet weg dat het juist door die hechtingsrelatie voor haar traumatisch zou zijn om haar weg te halen bij de pleegouders. Een dergelijke maatregel is soms noodzakelijk, wanneer de situatie in het gezin onaanvaardbaar is, maar in dit geval is dat nog onvoldoende gebleken. De Raad stelt zelf al vast dat aan de pleegouders nooit eerder structurele hulp geboden is, en de opstelling van de pleegouders in deze procedure kan ingegeven zijn door de grote spanningen die met de procedure gepaard gaan.! 7!

8 3.13. De rechtbank ziet daarom op dit moment bij de afweging van het belang van [D.] onvoldoende reden om de pleegmoeder uit de tijdelijke voogdij te ontzetten. Er is echter ruim voldoende reden om [D.] onder toezicht van Bureau Jeugdzorg te stellen. De ondertoezichtstelling zal worden uitgesproken voor de gebruikelijke termijn, een jaar. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering berust bij Bureau Jeugdzorg. Wanneer tussentijds aanleiding bestaat voor een evaluatie of voor het inzetten van ander beleid, gaat de rechtbank ervan uit dat de gezinsvoogd daarvoor de noodzakelijke initiatieven zal nemen De rechtbank gaat er verder van uit dat de pleegouders in het belang van [D.] loyaal zullen meewerken aan de aangeboden hulpverlening. Zij zullen ruimte moeten creëren voor [D.] om binnen hun gezin te leren omgaan met haar afkomst en achtergrond, die een andere is dan die van de pleegouders. De rechtbank begrijpt dat dit voor hen moeilijk zal zijn, omdat zij [D.] zo graag als eigen kind gehad hadden. Juist daarom zullen zij in het belang van [D.] hulp moeten aanvaarden om goed met de situatie om te gaan Verzoekers hebben verder een nieuw verzoek gedaan tot vaststelling van een omgangsregeling. Zij wijzen daarvoor op een recente beschikking van de Hoge Raad (30 november 2007, LJN BB9094, RvdW 2007, 1023), waarin een ruime uitleg is gegeven aan het begrip nauwe persoonlijke betrekking. Zij voeren aan dat met die uitleg ook tussen verzoeker en [D.] een nauwe persoonlijke betrekking bestaat, waardoor hij ontvangen zou kunnen worden in het verzoek om een omgangsregeling vast te stellen. De pleegouders en de juridische ouders hebben deze visie bestreden In de beschikking van 24 oktober 2007 heeft de rechtbank verzoekers in een dergelijk verzoek al niet-ontvankelijk verklaard. De overwegingen daarvoor kwamen (voor wat betreft verzoeker) kort gezegd neer op het volgende. Tussen verzoeker en [D.] bestaat wel een biologische maar geen enkele feitelijke band: er is nooit enig contact tussen hen geweest. Dat tijdens de zwangerschap een intensief en langdurig contact bestaan heeft tussen verzoekers en de draagmoeder staat niet vast. De ouders betwisten dit, en verzoekers hebben het onvoldoende aannemelijk gemaakt. Aan de draagmoederovereenkomst tenslotte kan verzoeker geen rechten ontlenen, omdat deze nietig is. Aan deze omstandigheden is sinds de beschikking van 24 oktober 2007 niets veranderd. In de casus van de Hoge Raad stond bovendien vast dat tussen de moeder en de donor een hechte vriendschap bestaan had, hetgeen een wezenlijk verschil vormt met deze situatie. De rechtbank ziet daarom nog steeds geen grond om verzoeker(s) in dit verzoek te ontvangen Dat neemt niet weg dat het in beginsel in [D.] s belang zou zijn om kennis te kunnen maken met haar biologische vader. In het kader van de ondertoezichtstelling zou de gezinsvoogd daarom kunnen besluiten dat zij enig contact met hem moet hebben. Dat verzoekers niet ontvankelijk zijn verklaard in hun verzoek een omgangsregeling vast te stellen staat aan dit contact niet in de weg. De rechtbank gaat ervan uit dat de pleegouders daaraan zullen meewerken. Zonodig kan de gezinsvoogd hun een aanwijzing geven. Voorwaarde daarvoor is wel dat de biologische vader de bestaanswerkelijkheid van [D.] erkent, haar plaats in het pleeggezin en haar banden met degenen die haar tot nu hebben opgevoed. Daarover bestaan op dit moment grote zorgen. In het rapport heeft hij zelfs verklaard haar een andere naam te zullen geven wanneer zij bij hem zou mogen wonen. Daarmee ontkent hij [D.] s identiteit en de eerste drie jaren van haar leven. Ook de Raad stelt als voorwaarde voor contact tussen [D.] en de biologische vader dat de strijd stopt De pleegouders vragen tenslotte om verzoekers in de proceskosten te veroordelen. De rechtbank ziet daarvoor onvoldoende reden. Gelet op het familierechtelijke karakter van de zaak is voor een proceskostenveroordeling alleen aanleiding bij, kort gezegd,! 8!

9 misbruik van procesrecht. Daarvoor zijn onvoldoende argumenten aangevoerd. Door de gevoegde behandeling hebben de andere betrokkenen verder geen extra kosten hoeven maken en is de procedure niet vertraagd. De kosten zullen daarom op de gebruikelijke manier gecompenseerd worden. 4. Beslissing De rechtbank stelt [D.] onder toezicht van de Stichting Bureau Jeugdzorg Utrecht met ingang van heden voor de duur van een jaar; verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in het verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling; verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het anders of meer verzochte; bepaalt dat partijen elk de eigen proceskosten moeten betalen. Deze beschikking is gegeven door mr. H.A. Gerritse, mr. R.P.P. Hoekstra en mr. M.C. Oostendorp, allen kinderrechter, in aanwezigheid van mr. N.I. Ganzevoort, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 mei 2008.! 9!

10 ECLI:NL:GHAMS:2008:BG5157 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Het hof heeft de biologische vader ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot een omgangsregeling met Donna. Het verzoek van de biologische vader om een concrete omgangsregeling tussen hem en Donna vast te stellen is afgewezen. In de overige verzoeken zijn verzoekers (de biologische vader en zijn echtgenote) niet-ontvankelijk verklaard dan wel zijn de verzoeken afgewezen en is de beschikking van de rechtbank bekrachtigd. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM Nevenzittingsplaats Arnhem Sector civiel recht zaaknummer beschikking van de familiekamer van 25 november 2008 inzake [verzoeker], wonende te [woonplaats], België, hierna te noemen verzoeker, [verzoekster], wonende te [woonplaats], België, hierna te noemen verzoekster, samen te noemen verzoekers, advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, tegen: [verweerster], wonende te [woonplaats],! 10!

11 verweerster, hierna te noemen de pleegmoeder, [verweerder], wonende te [woonplaats], verweerder, hierna te noemen de pleegvader, samen te noemen de pleegouders, advocaat: mr. J. van Koesveld, en [verweerster], wonende te [woonplaats], België, verweerster, hierna te noemen de draagmoeder, [verweerder], wonende te [woonplaats], België, verweerder, hierna te noemen de juridische vader, samen te noemen de ouders, advocaat: mr. C. van der Stichelen, te Sint-Lievens-Houtem, België en de Raad voor de Kinderbescherming, gevestigd te Utrecht, verweerder, hierna te noemen de raad, waarin als belanghebbende is aangemerkt: stichting Bureau Jeugdzorg Utrecht, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen de stichting. 1. Het geding in eerste aanleg Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikkingen van de rechtbank Utrecht van 1 augustus 2007 en 24 oktober 2007 uitgesproken onder zaak/rekestnummer / FA RK (voogdij) en / FA RK (omgang) en 7 mei 2008 uitgesproken onder zaak/rekestnummer / FA RK (ontzetting voogdij), / JE RK (ondertoezichtstelling) en / FA RK (omgang). 2. Het geding in hoger beroep 2.1 Bij beroepschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 4 augustus 2008, zijn verzoekers in hoger beroep gekomen van voormelde beschikkingen. Zij verzoeken het hof die beschikkingen te vernietigen en, opnieuw beschikkende, verzoekers alsnog ontvankelijk te verklaren in hun verzoek tot een omgangsregeling en een concrete omgangsregeling vast te stellen, de pleegouders te ontzetten uit de tijdelijke voogdij over [Donna] (hierna te noemen Donna ) en Donna uit huis te plaatsen en de ondertoezichtstelling van Donna op te heffen, kosten rechtens. 2.2 Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 16 september 2008, hebben de pleegouders het verzoek in hoger beroep van verzoekers bestreden. De pleegouders verzoeken het hof de bestreden beschikking van 7 mei 2008 te bekrachtigen en verzoekers te veroordelen in de kosten van de procedure. 2.3 Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 18 september 2008, hebben de ouders het verzoek in hoger beroep van verzoekers bestreden. De ouders verzoeken het hof de bestreden beschikking van 7 mei 2008 te bekrachtigen en verzoekers te veroordelen in de kosten van de procedure.! 11!

12 2.4 Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 19 september 2008, heeft de raad het verzoek in hoger beroep van verzoekers ten dele bestreden. De raad verzoekt het hof de bestreden beschikking van 7 mei 2008 inzake de afwijzing van het verzoek tot ontzetting van de pleegmoeder uit de tijdelijke voogdij en de toekenning van het verzoek tot ondertoezichtstelling te bekrachtigen. De raad verzoekt om verzoeker ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek tot omgang met Donna alsmede een recht op omgang met Donna vast te leggen in een beschikking. 2.5 Bij verweerschrift, ingekomen ter griffie van het hof op 19 september 2008, heeft de stichting het verzoek in hoger beroep van verzoekers bestreden. De stichting verzoekt het hof de bestreden beschikking van 7 mei 2008 inzake de afwijzing van het verzoek tot ontzetting van de pleegmoeder uit de tijdelijke voogdij en de toekenning van het verzoek tot ondertoezichtstelling te bekrachtigen. Ten aanzien van de ontvankelijkheid van verzoeker in het verzoek om vaststelling van een omgangsregeling refereert de stichting zich aan het oordeel van het hof. 2.6 Het hof heeft kennis genomen van de overige stukken, waaronder een brief van de advocaat van de ouders van 18 september 2008 waarin zij aangeeft alleen schriftelijk verweer te voeren en een brief van 8 oktober 2008 van de advocaat van verzoekers met bijlagen. 2.7 De mondelinge behandeling heeft op 21 oktober 2008 plaatsgevonden. Verzoekers zijn in persoon verschenen, bijgestaan door mr. A. Moszkowicz, advocaat te Amsterdam, en mr. J. Vermassen, advocaat te Dendermonde (België). De pleegouders zijn niet in persoon verschenen, maar hebben zich doen vertegenwoordigen door mr. J. van Koesveld, advocaat te Amsterdam. Namens de raad zijn verschenen [...], [...] en [...] en namens de stichting [...], [...], [...] en [...]. 2.8 Het hof heeft bij de mondelinge behandeling geconstateerd dat de raad niet op de hoogte was van de brief van 8 oktober 2008 met bijlagen van de advocaat van verzoekers. Het hof heeft daarop de raad de gelegenheid geboden behoorlijk van die brief kennis te nemen en zich deugdelijk voor te bereiden op een verweer daartegen en daartoe de mondelinge behandeling voor de tijd die daarvoor nodig was geschorst. 3. De vaststaande feiten 3.1 Uit de draagmoeder is op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats], België, Donna geboren. Donna heeft de Belgische nationaliteit. 3.2 De conceptie van Donna heeft plaatsgevonden op basis van afspraken tussen verzoekers en de ouders over een draagmoederschap, die onder meer inhielden dat de ouders het kind zouden afstaan aan verzoekers. De draagmoeder heeft zich geïnsemineerd met het sperma van verzoeker. Tijdens de zwangerschap zijn de verhoudingen tussen verzoekers en de ouders verstoord geraakt en is uiteindelijk het contact verbroken. De ouders hebben met de pleegouders een draagmoederovereenkomst gesloten, waarbij zij zich onder meer verbinden om het kind aan hen af te staan. 3.3 Donna verblijft sinds enkele dagen na de geboorte bij de pleegouders in [woonplaats]. 3.4 Bij de -uitvoerbaar bij voorraad verklaarde- beschikking van 25 mei 2005 heeft de kinderrechter in de rechtbank Utrecht de ouders geschorst in de uitoefening van het ouderlijk gezag over Donna en Donna met ingang van 25 mei 2005 onder voorlopige voogdij geplaatst van de stichting en aan de stichting ten aanzien van de persoon en het vermogen van Donna alle bevoegdheden verleend die een gezaghebbende ouder heeft.! 12!

13 3.5 De Jeugdrechter te Oudenaarde (België) heeft op vordering van de Procureur des Konings Donna bij beschikking van 29 juni 2005 met ingang van die datum -kort gezegdvoorlopig onder toezicht gesteld van de Sociale Dienst van de Vlaamse Gemeenschap bij de Jeugdrechtbank te Oudenaarde. Deze beschikking is bij arrest van 5 september 2005 vernietigd door het Hof van Beroep te Gent, België. Dat hof heeft zich territoriaal onbevoegd verklaard om van de vordering kennis te nemen en heeft partijen verwezen naar de rechtbank Utrecht. 3.6 Bij beschikking van 26 oktober 2005 heeft de rechtbank Utrecht de verzoeken van de pleegouders om de pleegmoeder tot voogd over Donna te benoemen en de pleegouders de gezamenlijke voogdij over Donna te laten uitoefenen, om de ouders te ontzetten van het ouderlijk gezag over Donna en om een onafhankelijke deskundige te benoemen om te onderzoeken welke beslissing in het belang van Donna het beste moet worden geacht, afgewezen. De rechtbank heeft wel voor recht verklaard dat er family life is tussen de pleegouders en Donna. 3.7 Bij de -uitvoerbaar bij voorraad verklaarde- beschikking van 13 februari 2006 heeft de kantonrechter (rechtbank Utrecht, locatie Amersfoort) op verzoek van de stichting de pleegmoeder tot tijdelijke voogdes over Donna benoemd. 3.8 In het kader van een strafrechtelijk onderzoek is op vordering van de onderzoeksrechter van het gerechtelijke arrondissement Oudenaarde (België) een DNAonderzoek uitgevoerd. Bij faxbericht van 30 mei 2007 heeft de onderzoeksrechter aan de voormalige advocaat van verzoekers medegedeeld dat het DNA-onderzoek verzoeker als biologische vader (van Donna) aanduidt. 3.9 Bij verzoekschrift, ingekomen bij de rechtbank Utrecht op 31 mei 2007, heeft verzoeker een verzoek ingediend strekkende tot opheffing/ontzetting van de pleegmoeder uit de voogdij, tot benoeming van verzoeker tot voogd en tot vaststelling van een omgangsregeling tussen hem en Donna Bij beschikking van 1 augustus 2007 heeft de rechtbank Utrecht de behandeling van de zaak met betrekking tot de voogdij en omgang aangehouden tot 20 september 2007 teneinde de ouders op het verzoek te horen Bij beschikking van 24 oktober 2007 heeft de rechtbank Utrecht verzoekers nietontvankelijk verklaard in hun verzoek tot ontheffing van de pleegmoeder uit de tijdelijke voogdij en in hun verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling. Ten aanzien van het verzoek tot ontzetting van de pleegmoeder uit de tijdelijke voogdij zijn verzoekers ontvankelijk verklaard en is de zaak aangehouden voor onderzoek door de raad. De rechtbank heeft iedere verdere beslissing aangehouden en heeft hoger beroep van deze tussenbeschikking opengesteld Op 26 februari 2008 heeft de stichting een indicatiebesluit genomen De raad heeft op 28 februari 2008 gerapporteerd en geadviseerd over het verzoek tot ontzetting en heeft daarbij een verzoek tot ondertoezichtstelling van Donna ingediend Bij aanvullend verzoekschrift van 20 maart 2008 heeft verzoeker bij de rechtbank Utrecht een nieuw verzoek ingediend tot vaststelling van een omgangsregeling tussen hem en Donna Bij de bestreden -uitvoerbaar bij voorraad verklaarde- beschikking van 7 mei 2008 heeft de rechtbank Utrecht Donna met ingang van 7 mei 2008 onder toezicht van de stichting gesteld voor de duur van een jaar, verzoekers niet-ontvankelijk verklaard in het! 13!

14 verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling, het anders of meer verzochte afgewezen en bepaald dat partijen elk de eigen proceskosten moeten betalen In augustus 2008 is binnen het gezin van de pleegouders intensieve ambulante hulp vanuit De Rading (jeugdhulpverleningsinstantie) van start gegaan. De hulpverleenster heeft met de pleegouders een plan van aanpak opgesteld om Donna op de hoogte te brengen van haar ontstaansgeschiedenis Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep is gebleken dat Donna op de hoogte is gesteld dat niet de pleegmoeder maar de draagmoeder ( tante An ) haar biologische moeder is en dat er met enige regelmaat contact is tussen Donna en tante An. 4. De motivering van de beslissing Bevoegdheid en toepasselijk recht 4.1 Op grond van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 2201/2003 van de Raad van de Europese unie van 27 november 2003 komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe ten aanzien van het verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling, het verzoek tot ontzetting uit de tijdelijke voogdij en het verzoek tot de ondertoezichtstelling nu Donna zich in Nederland bevindt. Op grond van artikel 2 van het Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen van 1961 (Haags Kinderbeschermingsverdrag) dienen de verzoeken te worden beoordeeld aan de hand van Nederlands recht. 4.2 In het beroepschrift van verzoekers zijn geen grieven gericht tegen de onder 1.1 vermelde beschikkingen van 1 augustus 2007 en 24 oktober Het hof zal verzoekers niet-ontvankelijk verklaren in hun hoger beroep tegen deze beschikkingen. Ontzetting van de pleegmoeder van de tijdelijke voogdij over Donna 4.3 Het hof ziet aanleiding om eerst grief II te behandelen. Op grond van artikel 1:327 lid 1 Burgerlijk Wetboek (verder te noemen BW ) kan de rechtbank in het belang van de minderjarige een voogd ten aanzien van een of meer tot een zelfde voogdij behorende minderjarigen ontzetten op grond van onder meer misbruik van zijn bevoegdheid, verwaarlozing van zijn verplichtingen, de omstandigheid dat hij niet in staat is tot een behoorlijke uitoefening van zijn voogdij of een onherroepelijke veroordeling tot een vrijheidsstraf van twee jaar of langer. Ontzetting kan blijkens artikel 1:329 BW slechts worden uitgesproken op verzoek van een voogd, een der bloed- of aanverwanten van de minderjarige tot en met de vierde graad, de raad voor de kinderbescherming of van het openbaar ministerie. 4.4 Volgens de ouders staat de biologische relatie tussen verzoeker en Donna niet vast. Dit verweer gaat niet op. Op grond van de -door de ouders niet betwiste- uitslag van het DNA-onderzoek acht het hof aangetoond dat verzoeker de biologische vader van Donna is. Evenals de rechtbank is het hof van oordeel dat verzoeker de biologische vader van Donna is en dat hij daarom moet worden aangemerkt als bloedverwant van Donna in de zin van het hiervoor bedoelde artikel. De omstandigheid dat verzoeker in België heeft nagelaten binnen de daar geldende wettelijke termijn een procedure tot erkenning door hem van Donna te starten, doet hieraan niet af. Dit betekent dat verzoeker als bloedverwant en verzoekster als aanverwant ontvangen kunnen worden in hun verzoek tot ontzetting van de pleegmoeder van de tijdelijke voogdij. 4.5 Verzoekers stellen dat de pleegouders steeds hebben nagelaten Donna te informeren over haar ontstaansgeschiedenis. Zij achten deze opstelling zeer bedreigend voor Donna. Daarnaast hebben verzoekers twijfels over de pedagogische kwaliteiten van de pleegouders en wijzen zij op het in België aangevangen strafrechtelijk onderzoek, waarin de pleegouders als verdachten zijn aangemerkt.! 14!

15 4.6 Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft de stichting aangegeven dat het goed gaat met Donna. Donna is een vrolijk en spontaan meisje. Tussen de pleegouders, de stichting en De Rading vindt overleg plaats over de wijze waarop Donna op de hoogte moet worden gesteld van haar ontstaansgeschiedenis. Donna weet inmiddels, zoals onder 3.17 vermeld, dat niet de pleegmoeder maar de draagmoeder haar biologische moeder is. De stichting streeft ernaar Donna, voordat zij in februari 2009 naar school gaat, te vertellen dat verzoeker haar biologische vader is. Hierbij zal deskundige hulp worden geboden door De Rading en een nog in te schakelen adoptiedeskundige. Het tempo waarin de voorlichting geschiedt wordt bepaald door het vermogen van Donna om de gegeven informatie te bevatten. Het is in haar belang dit proces niet te versnellen. De pleegouders werken volledig mee met de stichting en accepteren de geboden hulp, aldus de stichting. Zowel de raad als de stichting geven aan dat Donna zich geestelijk en fysiek goed ontwikkelt en dat bij haar sprake is van een veilige hechting in het pleeggezin. Het hof is op grond van deze informatie, die door verzoekers onvoldoende gemotiveerd is betwist, van oordeel dat niet gezegd kan worden dat de pleegouders geen oog hebben voor het belang van Donna om te worden ingelicht over haar ontstaansgeschiedenis. Dat de kinderen van de pleegvader ernstige gedragsproblemen zouden vertonen zoals verzoekers naar voren hebben gebracht, wordt door de pleegouders uitdrukkelijk betwist. Naar het oordeel van het hof kan echter, ook als daarvan wel sprake zou zijn, daaruit niet de conclusie worden getrokken dat de pleegmoeder haar verplichtingen ten opzichte van Donna verwaarloost of anderszins niet in staat zou zijn tot een behoorlijke uitoefening van de voogdij over Donna. Feiten of omstandigheden die de conclusie rechtvaardigen dat de pleegmoeder misbruik maakt van haar bevoegdheid, zijn niet gesteld of gebleken. 4.7 Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft mr. Vermassen uiteengezet dat er in België een strafrechtelijke onderzoek tegen onder meer de pleegouders is gestart. Van een onherroepelijke veroordeling is evenwel geen sprake. Van andere gronden die een ontzetting rechtvaardigen is evenmin gebleken. Dit betekent dat grief II faalt. 4.8 Verzoekers hebben nog aangegeven dat zij niet geïnformeerd worden door de gezinsvoogd waardoor zij geen zicht hebben op de hulpverlening. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft de stichting verklaard aan verzoeker geen informatie te kunnen verstrekken aangezien de pleegmoeder daarvoor geen toestemming heeft verleend. Mr. Van Koesveld en mr. Moszkowicz hebben afgesproken in overleg te zullen treden over de voorwaarden waaronder deze toestemming alsnog zou kunnen worden gegeven. Het hof vertrouwt erop dat hierover overeenstemming zal worden bereikt. Machtiging tot uithuisplaatsing van Donna 4.9 Tijdens de mondelinge behandeling heeft mr. Moszkowicz het verzoek om (bedoeld zal zijn: een machtiging te verlenen) Donna uit huis te plaatsen aangevuld in die zin dat het geacht moet worden te zijn gedaan voor zover het hof het verzoek tot opheffing van de ondertoezichtstelling zou afwijzen. Wat daarvan ook zij, verzoekers kunnen in dit verzoek niet worden ontvangen, nu blijkens het bepaalde in artikel 1:261 lid 1 BW slechts de stichting, de raad en het openbaar ministerie bevoegd zijn een verzoek tot het verlenen van een machtiging tot uithuisplaatsing in te dienen. Ondertoezichtstelling van Donna 4.10 Een minderjarige kan ingevolge artikel 1:254 lid 1 BW onder toezicht worden gesteld van de stichting indien hij zodanig opgroeit dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of, naar is te voorzien, zullen falen.! 15!

16 4.11 Het hof is met de rechtbank van oordeel dat er goede gronden zijn om Donna onder toezicht te stellen. Het hof kan zich geheel verenigen met hetgeen de rechtbank in rechtsoverweging 3.9 van de bestreden beschikking heeft overwogen. Dit betekent dat grief III vergeefs is voorgedragen. Omgang tussen verzoeker en Donna 4.12 Ingevolge artikel 1:377f BW kan de rechter op verzoek een omgangsregeling vaststellen tussen een kind en degene die in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot dat kind, tenzij het belang van het kind zich tegen toewijzing verzet of het kind, dat twaalf jaar of ouder is, bezwaar maakt De ouders hebben in eerste aanleg aangevoerd dat verzoeker in zijn tweede verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling tussen hem en Donna (ingekomen ter griffie van de rechtbank op 20 maart 2008) zich ten onrechte heeft beroepen op gewijzigde omstandigheden. Het hof begrijpt dit verweer zo dat de ouders menen dat aan het in de beschikking van 24 oktober 2007 gegeven oordeel dat tussen verzoeker en Donna geen sprake is van family life, gezag van gewijsde tussen alle partijen toekomt en dat er geen sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden, die een nieuwe beoordeling rechtvaardigen. Dit - in hoger beroep niet prijsgegeven - verweer faalt. Verzoeker heeft in hoger beroep een aantal nieuwe stukken overgelegd, waaronder afschriften van e- mailverkeer tussen hem en de ouders. Verzoeker heeft naar voren gebracht dat hij eerst kort geleden hierover kon beschikken, toen hem de mogelijkheid werd geboden om het zich onder de onderzoeksrechter te Oudenaarde bevindende strafdossier te raadplegen en daaruit de desbetreffende stukken te kopiëren. Het hof beschouwt het beschikbaar komen van die nieuwe stukken als een wijziging van omstandigheden in vorenbedoelde zin. Verzoeker is daarom ontvankelijk in zijn verzoek. Naar het oordeel van het hof staat de beslissing van 24 oktober 2007 dus niet in de weg aan een hernieuwde beoordeling van de vraag of verzoeker in een nauwe persoonlijke betrekking tot Donna staat Dat verzoeker de biologische vader is van Donna is op zichzelf onvoldoende om tot een nauwe persoonlijke betrekking tussen hen te concluderen. In de beschikking van 30 november 2007, NJ 2008, 310 heeft de Hoge Raad overwogen dat om zo n betrekking te kunnen aannemen bijkomende omstandigheden nodig zijn. Er is evenwel, aldus de Hoge Raad, geen grond om (vrij) strikte eisen te stellen aan de voor het aannemen van een nauwe persoonlijke betrekking vereiste bijkomende omstandigheden. Op grond van eerdere jurisprudentie, onder meer HR 19 mei 2000, 545 en HR 29 september 2000, NJ 654, blijkt dat zowel de aard van de relatie tussen de biologische vader en de moeder voor de geboorte van het kind als omstandigheden die zijn ontstaan na de geboorte van het kind kunnen gelden als bijkomende omstandigheden die de conclusie kunnen rechtvaardigen dat er sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking tussen de biologische vader en het kind. Ook een combinatie van omstandigheden die deels betrekking hebben op de periode voor de geboorte van het kind en deels op de periode na de geboorte van het kind, kan gelden als bijkomende omstandigheden Het hof beantwoordt de vraag of er tussen verzoeker en Donna een nauwe persoonlijke betrekking bestaat, anders dan de rechtbank, bevestigend. Uit de thans beschikbare stukken blijkt onder meer: - de draagmoeder heeft er bewust voor gekozen om specifiek voor verzoekers als draagmoeder te fungeren. Daarna hebben gesprekken tussen haar en verzoekers plaatsgevonden, waarbij gedetailleerd afspraken zijn gemaakt over het te volgen traject en de aanwezigheid van verzoekers bij de bevalling; - tot tweemaal toe heeft de draagmoeder zich geïnsemineerd met sperma van verzoeker en na de tweede inseminatie is zij zwanger geworden; - tussen de ouders en verzoekers is zowel voor als na de inseminaties regelmatig contact geweest, zowel persoonlijk als via , waarbij de draagmoeder verzoeker informatie heeft gegeven over de ontwikkeling van de ongeboren vrucht;! 16!

17 - het verkeer tussen de draagmoeder en verzoeker heeft plaatsgevonden tot 15 december 2004; de toonzetting daarvan wijst op meer dan een puur zakelijke verhouding tussen de draagmoeder en verzoeker; - verzoeker heeft tenminste twee maal een bezoek van de draagmoeder aan haar gynaecoloog, waarbij een echografie is gemaakt, bijgewoond; - het was in die periode de uitdrukkelijke bedoeling van zowel de ouders als verzoekers dat het kind, waarvan de draagmoeder zwanger was, door verzoekers in hun gezin als eigen kind zou worden opgevoed. Al deze omstandigheden, in onderling verband en samenhang beschouwd, maken naar het oordeel van het hof dat reeds voor de geboorte van Donna tussen haar en verzoeker een nauwe persoonlijke band is ontstaan, die maakt dat verzoeker in zijn verzoek om een omgangsregeling te treffen kan worden ontvangen. Dat het contact tussen verzoeker en de ouders op enig moment voor de bevalling verstoord is geraakt, doet niet af aan het ontstaan van de nauwe persoonlijke betrekking tussen verzoeker en Donna. In zoverre slaagt grief I. De bestreden beschikking dient op dit punt dan ook te worden vernietigd In zijn beschikking van 11 april 2008 (LJN BC 3927) heeft de Hoge Raad overwogen dat het, in het licht van de uit artikel 8 EVRM voortvloeiende verplichtingen, in beginsel niet langer gerechtvaardigd is om met het oog op de beoordelingen van een verzoek tot het treffen van een omgangsregeling onderscheid te maken tussen de juridische vader en de biologische vader, die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat. Dit brengt mee dat naar huidig recht een verzoek van de in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staande biologische vader toewijsbaar is, tenzij sprake is van een van de in artikel 1:377a lid 3 BW vermelde ontzeggingsgronden Het verzoek zal worden afgewezen, omdat naar het oordeel van het hof omgang tussen verzoeker en Donna op dit moment in strijd is met de zwaarwegende belangen van Donna. Donna is (nog) niet op de hoogte van het feit dat verzoeker haar biologische vader is. Er is een traject opgezet, waarbij zij op zorgvuldige wijze en met deskundige hulp op de hoogte zal worden gebracht van haar ontstaansgeschiedenis. Het is in het belang van Donna dit traject af te ronden alvorens van een omgangsregeling sprake kan zijn. Daarnaast heeft verzoeker, ook tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep, aangegeven dat de omgangsregeling (uitsluitend) tot doel moet hebben Donna voor te bereiden op een blijvende opneming van Donna in het gezin van verzoekers. Verzoeker toont hiermee aan zich niet te realiseren dat Donna gehecht is in het gezin van de pleegouders. Het hof is, met de stichting, van oordeel dat alvorens omgang mogelijk is in ieder geval nodig is dat Donna omgang aankan en dat verzoeker oog heeft voor de bestaanswerkelijkheid en de identiteit van Donna binnen het gezin waarin zij opgroeit Het voorgaande betekent dat de bestreden beschikking van 7 mei 2008 zal worden vernietigd, voor zover verzoekers daarin niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling tussen verzoeker en Donna, maar dat dit verzoek zal worden afgewezen. Voor het overige zal deze beschikking worden bekrachtigd. Het hof ziet in het familierechtelijk karakter van de zaak aanleiding om de kosten van de procedure ook in hoger beroep te compenseren. Dit betekent dat de verzoeken van de pleegouders en de ouders om verzoekers in de kosten te veroordelen, zullen worden afgewezen. 5. De beslissing Het hof, beschikkende in hoger beroep: verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in hun hoger beroep tegen de beschikkingen van de rechtbank Utrecht van 1 augustus 2007 en 24 oktober 2007;! 17!

18 vernietigt de beschikking van de rechtbank Utrecht van 7 mei 2008 voor zover verzoekers daarin niet-ontvankelijk zijn verklaard in het verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling, en in zoverre opnieuw beschikkende: verklaart verzoeker ontvankelijk in zijn verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling tussen hem en Donna; wijst het verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling tussen verzoeker en Donna af; bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Utrecht van 7 mei 2008 voor het overige; verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in hun verzoek tot het verlenen van een machtiging tot uithuisplaatsing van Donna; compenseert de kosten van het geding in hoger beroep in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt; wijst het meer of anders verzochte af. Deze beschikking is gegeven door mrs. P.L.R. Wefers Bettink, G.P.M. van den Dungen en M.J. van Zutphen, bijgestaan door mr. I.T.M.W. Smulders-Jacobs als griffier, en is op 25 november 2008 uitgesproken ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.! 18!

19 ECLI:NL:HR:2010:BL7407 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 09/03564 Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BL7407 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Cassatie Inhoudsindicatie Familierecht. Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. Omgangsregeling ouder met kind. Hoofdverblijfplaats kind. Overgangsrecht. Beëindiging samenleving ongehuwde ouders van wie het gezag op de voet van art. 1:252 lid 1 BW is aangetekend in het in art. 1:244 BW bedoelde gezagsregister. Op verzoeken die zijn ingediend vóór datum inwerkingtreding wet zijn nieuwe processuele vereisten niet van toepassing. De in art. 1:253a lid 3 BW voorziene aanhouding is een nieuw processueel vereiste. Rechter hoeft niet in verband met de inwerkingtreding van deze wet steeds uit te gaan van een gelijke verdeling van de hoofdverblijfplaats van het kind en van een gelijke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen beide ouders. Door wetgever tot uitgangspunt genomen gelijkwaardigheid tussen beide ouders brengt niet mee dat bij beslissing over hoofdverblijfplaats van minderjarig kind en verdeling zorg- en opvoedingstaken het belang van het minderjarige kind niet het zwaarst zou mogen wegen. De in art. 1:247 BW neergelegde gelijkwaardigheid van de ouders verplicht niet tot een gelijke (50%-50%) verdeling van de tijd die het kind bij elke ouder doorbrengt. Vindplaatsen Rechtspraak.nl RvdW 2010, 633 NJ 2010/398 met annotatie door S.F.M. Wortmann NJB 2010, 1164 FJR 2010, 100 met annotatie door I.J. Pieters Ars Aequi AA met annotatie door A.J.M. Nuytinck Uitspraak 21 mei 2010 Eerste Kamer 09/03564 EE/AS Hoge Raad der Nederlanden Beschikking! 19!

20 in de zaak van: [De vader], wonende te [woonplaats], VERZOEKER tot cassatie, advocaat: mr. N.C. van Steijn, t e g e n [De moeder], wonende te [woonplaats], VERWEERSTER in cassatie, advocaten: mr. E.C.M. Hurkens en mr. I.C. Blomsma. Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de vader en de moeder. 1. Het geding in feitelijke instanties Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken: a. de beschikkingen in de zaak 81724/FA RK van de rechtbank Leeuwarden van 10 oktober 2007 en 25 juni 2008 (verbeterd bij beschikking van 22 oktober 2008), b. de beschikking in de zaak van het gerechtshof te Leeuwarden van 4 juni De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht. 2. Het geding in cassatie Tegen de beschikking van het hof heeft de vader beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De moeder heeft verzocht het beroep te verwerpen. De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep. De advocaat van de vader heeft bij brief van 17 maart 2010 op die conclusie gereageerd. 3. Beoordeling van het middel 3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan. (i) De vader en de moeder hebben sinds 1994 ongehuwd samengewoond, laatstelijk in [plaats A]. Uit hun relatie is op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats] [de zoon] geboren. [De zoon] is door de vader erkend. (ii) De vader en de moeder hebben gezamenlijk het gezag over hun zoon. Daarvan is op de voet van art. 1:252 lid 1 BW aantekening gedaan in het in art. 1:244 BW bedoelde gezagsregister. (iii) Begin 2007 is de samenwoning beëindigd. De moeder is daarop met [de zoon] in [plaats B] gaan wonen De moeder heeft de rechtbank verzocht te bepalen dat het hoofdverblijf van [de zoon] bij haar zal zijn en een omgangsregeling vast te stellen. De vader heeft verzocht de door de moeder gevraagde omgangsregeling af te wijzen en daarvoor in de plaats een andere omgangsregeling vast te stellen en zijnerzijds verzocht te bepalen dat het hoofdverblijf van [de zoon] bij hem zal zijn. Bij beschikking van 25 juni 2008 heeft de rechtbank bepaald dat de hoofdverblijfplaats van de zoon bij de moeder zal zijn en heeft zij een regeling voor de omgang van de vader met [de zoon] vastgesteld, te weten, kort gezegd, eenmaal per 14 dagen van vrijdag na schooltijd tot zondag uur, waarbij de moeder telkens de zoon naar [plaats A] brengt en de vader hem terugbrengt, en! 20!

ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474

ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474 ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-10-2012 Datum publicatie 28-11-2012 Zaaknummer 200.111.854 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2016:416 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 11-02-2016 Datum publicatie 12-02-2016 Zaaknummer 200 180 361_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 05-02-2013 Zaaknummer 200.113.026 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2014:4151 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 24-04-2014 Datum publicatie 27-05-2014 Zaaknummer 200.141.970-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BL7407

ECLI:NL:HR:2010:BL7407 ECLI:NL:HR:2010:BL7407 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-05-2010 Datum publicatie 21-05-2010 Zaaknummer 09/03564 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BL7407

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-11-2014 Datum publicatie 16-12-2014 Zaaknummer 200.148.742-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-08-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 0600575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3092

ECLI:NL:GHAMS:2014:3092 ECLI:NL:GHAMS:2014:3092 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-03-2014 Datum publicatie 04-08-2014 Zaaknummer 200.123.306/01 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBALK:2012:5380, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 Instantie Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 08-02-2013 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.109.671-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9770

ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9770 ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9770 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-01-2013 Datum publicatie 14-05-2013 Zaaknummer 200.114.823/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2017:6088 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 13-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer 200.215.386/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6154

ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6154 ECLI:NL:GHSGR:2011:BU6154 Instantie Datum uitspraak 26-10-2011 Datum publicatie 06-12-2011 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.086.890/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:10366 GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

ECLI:NL:GHARL:2013:10366 GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN ECLI:NL:GHARL:2013:10366 GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Zwolle afdeling civiel recht zaaknummer gerechtshof 200.128.246 (zaaknummer rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, 137888) beschikking

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:2594

ECLI:NL:RBGEL:2017:2594 ECLI:NL:RBGEL:2017:2594 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 11-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/05/290891 / FA RK 15-3197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-10-2015 Datum publicatie 13-06-2016 Zaaknummer C/13/592460 / JE RK 15-996 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:3052

ECLI:NL:GHARL:2015:3052 ECLI:NL:GHARL:2015:3052 Instantie Datum uitspraak 23-04-2015 Datum publicatie 07-05-2015 Zaaknummer 200.164.815-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Personen-

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2015:5019 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 03-12-2015 Datum publicatie 04-12-2015 Zaaknummer F 200 170 080_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer 200.199.846/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:6706

ECLI:NL:RBDHA:2015:6706 ECLI:NL:RBDHA:2015:6706 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 11062015 Datum publicatie 21072015 Zaaknummer C09488927 FA RK 153785 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:11422

ECLI:NL:RBDHA:2014:11422 ECLI:NL:RBDHA:2014:11422 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 12092014 Datum publicatie 23102014 Zaaknummer C09457216 FA RK 1310244 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590

ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590 ECLI:NL:RBHAA:2012:BY6590 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 18-12-2012 Zaaknummer 193036 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Arnhem afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Arnhem afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2016:7585 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 20-09-2016 Datum publicatie 28-11-2016 Zaaknummer 200.194.462 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:7682

ECLI:NL:RBAMS:2016:7682 ECLI:NL:RBAMS:2016:7682 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 28-11-2016 Zaaknummer C/13/614102 / FA RK 16-5813 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882

ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 ECLI:NL:GHARN:2004:AR8882 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 21-12-2004 Datum publicatie 13-01-2005 Zaaknummer B04/635 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Cassatie:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:935

ECLI:NL:GHDHA:2014:935 ECLI:NL:GHDHA:2014:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 19-03-2014 Datum publicatie 27-03-2014 Zaaknummer 200.138.697/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BR0277

ECLI:NL:GHARN:2011:BR0277 ECLI:NL:GHARN:2011:BR0277 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-06-2011 Datum publicatie 05-07-2011 Zaaknummer 200.083.967 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:3850

ECLI:NL:GHDHA:2013:3850 ECLI:NL:GHDHA:2013:3850 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-10-2013 Datum publicatie 25-11-2013 Zaaknummer 200.131.418-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2726

ECLI:NL:GHARL:2017:2726 ECLI:NL:GHARL:2017:2726 Instantie Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 09-05-2017 Zaaknummer 200.197.064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 Instantie Datum uitspraak 19-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant C/01/280880 / FA RK 14-3596_2

Nadere informatie

ECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15 WWW.AVDRWEBINARS.NL

ECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15 WWW.AVDRWEBINARS.NL ECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15 WWW.AVDRWEBINARS.NL Inhoudsopgave Mr. H.A. Gerritse Jurisprudentie Hoge Raad 4 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1402, met betrekking

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2015:1808 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 21-05-2015 Datum publicatie 22-05-2015 Zaaknummer F 200 157 010_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Gerechtshof 's-hertogenbosch , ECLI:NL:GHSHE:2018:4847

Gerechtshof 's-hertogenbosch , ECLI:NL:GHSHE:2018:4847 Gerechtshof 's-hertogenbosch 22-11-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:4847 Datum publicatie 23-11-2018 KI Zaaknummer 200.235.106_01 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBLIM:2017:12254 Rechtsgebieden Personen-

Nadere informatie

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK 12-7108; 96507/FA RK 12-71111; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) [Verzoekster] te [adres verzoekster], verzoekster, advocaat: mr. M. Huisman

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17072017 Datum publicatie 03082017 Zaaknummer C/09/522456 / FA RK 168986 Rechtsgebieden Personen en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057

ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057 ECLI:NL:GHSGR:2003:AL9057 Instantie Datum uitspraak 15-10-2003 Datum publicatie 20-01-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage 027-D-03 Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:591

ECLI:NL:GHDHA:2013:591 ECLI:NL:GHDHA:2013:591 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06022013 Datum publicatie 24022014 Zaaknummer 200.113.44001 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:146

ECLI:NL:GHSHE:2017:146 ECLI:NL:GHSHE:2017:146 Instantie Datum uitspraak 19012017 Datum publicatie 20012017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 'shertogenbosch 200.181.917_01 Personen en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 26-01-2011 Datum publicatie 07-02-2011 Zaaknummer 82435 FA RK 10-2820 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-06-2017 Datum publicatie 13-07-2017 Zaaknummer C/09/520036 / FA RK 16-7841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2014:8276

ECLI:NL:RBAMS:2014:8276 ECLI:NL:RBAMS:2014:8276 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 05-11-2014 Datum publicatie 09-12-2014 Zaaknummer FA RK 14-7711 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2014:3835 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 25-09-2014 Datum publicatie 30-09-2014 Zaaknummer F 200.150.793-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:8157

ECLI:NL:RBDHA:2014:8157 ECLI:NL:RBDHA:2014:8157 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 11-07-2014 Zaaknummer 458241 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2012:25290

ECLI:NL:RBSGR:2012:25290 ECLI:NL:RBSGR:2012:25290 Instantie Datum uitspraak 12-11-2012 Datum publicatie 19-11-2013 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 422786 FA RK 12-5036 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833 ECLI:NL:RBDHA:2016:11833 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 03-10-2016 Datum publicatie 04-10-2016 Zaaknummer C/09/503343 / FA RK 16-214 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:2366

ECLI:NL:RBMNE:2014:2366 ECLI:NL:RBMNE:2014:2366 Instantie Datum uitspraak 23-05-2014 Datum publicatie 20-08-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C-16-366100 - JE RK 14-841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BV6082 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2011 Datum publicatie 16-02-2012 Zaaknummer 200.089.788-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2017:172

ECLI:NL:OGEAA:2017:172 ECLI:NL:OGEAA:2017:172 Instantie Datum uitspraak 14-03-2017 Datum publicatie 17-03-2017 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer EJ nr. 1286 van 2017 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:2541 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2013:2541 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2013:2541 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-06-2013 Datum publicatie 19-08-2013 Zaaknummer 200.119.707/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:1855 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:1855 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:1855 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-05-2017 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer 200.198.666/01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ6021

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ6021 ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ6021 Instantie Datum uitspraak 28-11-2012 Datum publicatie 04-04-2013 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.111.882-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

ECLI:NL:RBMNE:2017:449 ECLI:NL:RBMNE:2017:449 Instantie Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 06-02-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/418623 / FA RK 16-4448 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2015:6066 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 27-07-2015 Datum publicatie 17-08-2015 Zaaknummer 200.172.365/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2009:BH5268

ECLI:NL:RBALK:2009:BH5268 ECLI:NL:RBALK:2009:BH5268 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 25-02-2009 Datum publicatie 09-03-2009 Zaaknummer 103747 / FA RK 08-654 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:171

ECLI:NL:GHSHE:2016:171 ECLI:NL:GHSHE:2016:171 Instantie Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 26-01-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 200.164.903/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183

ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183 ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7183 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 06-06-2012 Datum publicatie 12-09-2012 Zaaknummer 123542 FARK 11-1407 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2012:2572

ECLI:NL:RBHAA:2012:2572 ECLI:NL:RBHAA:2012:2572 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12062012 Datum publicatie 16072013 Zaaknummer 182928 FA RK 112236 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:1836

ECLI:NL:RBDHA:2016:1836 ECLI:NL:RBDHA:2016:1836 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29012016 Datum publicatie 01032016 Zaaknummer 490662 en 498112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen en familierecht

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2016:7795 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 20-09-2016 Datum publicatie 28-09-2016 Zaaknummer 200.197.691/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0816

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0816 ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0816 Instantie Datum uitspraak 04-05-2011 Datum publicatie 08-07-2011 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.083.271-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2016:1434 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 23-02-2016 Datum publicatie 24-02-2016 Zaaknummer 200.183.450/01 en 200.183.450/02 Rechtsgebieden Personen- en familierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AR2782

ECLI:NL:HR:2004:AR2782 ECLI:NL:HR:2004:AR2782 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-12-2004 Datum publicatie 03-12-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie R03/145HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AR2782

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:1404

ECLI:NL:GHSHE:2017:1404 ECLI:NL:GHSHE:2017:1404 Instantie Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 20-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.207.710_01 Burgerlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:1824

ECLI:NL:GHARL:2015:1824 ECLI:NL:GHARL:2015:1824 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Civiel recht (personen- en familierecht) Datum uitspraak: 3 maart 2015 zaaknummer 200.156.874/01 (zaaknummer rechtbank Overijssel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 19-04-2012 Datum publicatie 12-11-2012 Zaaknummer 152909 / FA RK 11-238 en 165071 / FA RK 11-1210 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:4982

ECLI:NL:GHAMS:2013:4982 ECLI:NL:GHAMS:2013:4982 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-05-2013 Datum publicatie 27-01-2014 Zaaknummer 200.114.540/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 17-01-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/245613 / FA RK 16-4085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2009:BK7549

ECLI:NL:GHARN:2009:BK7549 ECLI:NL:GHARN:2009:BK7549 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 03-11-2009 Datum publicatie 12-01-2010 Zaaknummer 200.033.077 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ1808

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ1808 ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ1808 Instantie Datum uitspraak 12-04-2011 Datum publicatie 19-04-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 200.068.520 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2012:BX6197 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2012:BX6197 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2012:BX6197 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 02-08-2012 Datum publicatie 31-08-2012 Zaaknummer 200.102.809 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2001:AD7176

ECLI:NL:RBHAA:2001:AD7176 ECLI:NL:RBHAA:2001:AD7176 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 18-12-2001 Datum publicatie 18-12-2001 Zaaknummer 78703/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend

Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend Regelingen en voorzieningen CODE 7.2.3.38 Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend jurisprudentie bronnen EB, Tijdschrift voor scheidingsrecht, afl. 10 - oktober 2010 Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2007:BB6006

ECLI:NL:GHSHE:2007:BB6006 ECLI:NL:GHSHE:2007:BB6006 Instantie Datum uitspraak 21-08-2007 Datum publicatie 18-10-2007 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:649

ECLI:NL:RBOVE:2016:649 ECLI:NL:RBOVE:2016:649 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 12-01-2016 Datum publicatie 26-02-2016 Zaaknummer C/08/171558 / FA RK 15-1110 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Uitspraak. Uithuisplaatsing. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. Uithuisplaatsing. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2017:1909 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 04-05-2017 Datum publicatie 05-05-2017 Zaaknummer 200.206.994_01 en 200.207.716_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537

ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537 ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 30-08-2012 Datum publicatie 27-09-2012 Zaaknummer 200.095.034 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:7717

ECLI:NL:RBDHA:2013:7717 ECLI:NL:RBDHA:2013:7717 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 11-06-2013 Datum publicatie 16-07-2013 Zaaknummer 443058 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2012:BX7336

ECLI:NL:GHSHE:2012:BX7336 ECLI:NL:GHSHE:2012:BX7336 Instantie Datum uitspraak 11-09-2012 Datum publicatie 14-09-2012 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer HV 200.099.711 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BP0682 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BP0682 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BP0682 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 23-12-2010 Datum publicatie 13-01-2011 Zaaknummer 200.075.792 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2012:BY1760 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHLEE:2012:BY1760 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHLEE:2012:BY1760 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 18-10-2012 Datum publicatie 31-10-2012 Zaaknummer 200.110.023/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:GHDHA:2017:647 ECLI:NL:GHDHA:2017:647 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.207.571/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4390

ECLI:NL:GHDHA:2013:4390 ECLI:NL:GHDHA:2013:4390 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 16102013 Datum publicatie 07022014 Zaaknummer 200.110.40401 Formele relaties Tussenuitspraak: ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ6677 Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:10520

ECLI:NL:RBNHO:2013:10520 ECLI:NL:RBNHO:2013:10520 Instantie Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 12-11-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 187067 / FA RK 11-3921 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:1077

ECLI:NL:RBOVE:2014:1077 ECLI:NL:RBOVE:2014:1077 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 03-03-2014 Datum publicatie 06-03-2014 Zaaknummer C/08/142520 / FA RK 13-1576 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:4103. Uitspraak. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: Datum publicatie: Zaaknummer:

ECLI:NL:GHARL:2016:4103. Uitspraak. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: Datum publicatie: Zaaknummer: ECLI:NL:GHARL:2016:4103 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 24-05-2016 Datum publicatie: 08-06-2016 Zaaknummer: 200.179.205/01 Rechtsgebieden: Personen- en familierecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2009:BL0577

ECLI:NL:RBSGR:2009:BL0577 ECLI:NL:RBSGR:2009:BL0577 Instantie Datum uitspraak 10-12-2009 Datum publicatie 26-01-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 09-3292 / 353683 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

[Appellant 1] en [Appellant 2], beiden wonende te [woonplaats], (hierna: appellanten)

[Appellant 1] en [Appellant 2], beiden wonende te [woonplaats], (hierna: appellanten) LJN: BI3542, Centrale Raad van Beroep, 08/3709 WJZ + 08/3713 WJZ Datum uitspraak: 15-04-2009 Datum publicatie: 12-05-2009 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2006:AV2657

ECLI:NL:GHSGR:2006:AV2657 ECLI:NL:GHSGR:2006:AV2657 Instantie Datum uitspraak 08-02-2006 Datum publicatie 09-03-2006 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage 1103-M-05 Personen-

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2015:2797 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 23-07-2015 Datum publicatie 27-07-2015 Zaaknummer F 200.160.279_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2014:8384 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 30-10-2014 Datum publicatie 10-11-2014 Zaaknummer 200.152.493-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0950

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0950 ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0950 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 08-04-2011 Datum publicatie 12-04-2011 Zaaknummer 303308 / FA RK 11-1694 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:2773

ECLI:NL:GHDHA:2014:2773 ECLI:NL:GHDHA:2014:2773 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 21-03-2014 Datum publicatie 18-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13/00269

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2015:272 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-01-2015 Datum publicatie 24-02-2015 Zaaknummer F 200.150.971-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:573 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:573 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:573 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2016 Datum publicatie 24-02-2016 Zaaknummer 200.179.961/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2008:BG4947

ECLI:NL:GHSHE:2008:BG4947 ECLI:NL:GHSHE:2008:BG4947 Instantie Datum uitspraak 24-09-2008 Datum publicatie 21-11-2008 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer HV 200.009.287/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703

ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703 ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-01-2005 Datum publicatie 14-03-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 184276/FA RK04-5055 Personen-

Nadere informatie

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd pagina 1 van 5 (http://stichtingpiv.nl/) Inloggen PIV-Kennisnet(http://stichtingpiv.nl/inloggen) JURISPRUDENTIE Bron: Hof Amsterdam 3 februari 2016 Publicatie nummer: (nog) niet gepubliceerd Zaaknummer:

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:2826

ECLI:NL:RBDHA:2015:2826 ECLI:NL:RBDHA:2015:2826 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 16-03-2015 Datum publicatie 17-03-2015 Zaaknummer C-09-468114 - FA RK 14-4655 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:3080 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:3080 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:3080 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 25-07-2017 Datum publicatie 08-08-2017 Zaaknummer 200.201.562/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 11-12-2012 Datum publicatie 28-12-2012 Zaaknummer 200.115.609/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie