4. Rampbestrijdingsplan Argos Terminal Zwolle (bijlage opvraagbaar bij secretariaat)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "4. Rampbestrijdingsplan Argos Terminal Zwolle (bijlage opvraagbaar bij secretariaat)"

Transcriptie

1 Agenda betreft Vergadering Veiligheidsoverleg IJsselland datum 13 mei 2015 tijd plaats Mooirivier Hotel, Dalfsen Algemeen Bestuur Veiligheidsregio ( uur) 1. Opening 2. Verslag vergadering 25 maart 2015 (bijlage) 3. Mededelingen/ingekomen stukken (bijlage) besluitvormend 4. Rampbestrijdingsplan Argos Terminal Zwolle (bijlage opvraagbaar bij secretariaat) 5. Rampbestrijdingsplan Salland Olie Kampen (bijlage opvraagbaar bij secretariaat) Informerend 6. Aanbesteding accountant 7. Reactie Projectplannen Strategische Agenda Veiligheidsberaad 8. DB verslag 21 januari DB verslag 5 maart DB verslag 25 maart Rondvraag 12. Sluiting Aansluitend Bestuurdersdag Veiligheidsregio IJsselland, Politie District IJsselland en RCIV

2

3 Notulen van Algemeen Bestuur Veiligheidsregio IJsselland datum 25 maart 2015 aanwezig afwezig Namens de gemeenten: de heren H.J. Meijer (Zwolle, voorzitter), A.P. Heidema (Deventer), B. Koelewijn (Kampen), A.G.J. Strien (Olst-Wijhe), E.J. Bilder (Zwartewaterland), M. Dadema (Raalte), P.H. Snijders (Hardenberg) en mevrouw M.A.J. van der Tas (Steenwijkerland). Verder de heren P. Miltenburg (politie Oost Nederland), V.G. Smink (officier van justitie), H.A.F.W. de Haan (namens regionaal militair commando Noord), en A.H. Schreuders (secretaris, veiligheidsregio), mevrouw L.J. Sievers (commandant regionale brandweer), en M. Fransen (notulist). De heren H.C.P. Noten (Dalfsen), M.J. Ahne (Ommen), J.D. Alssema (Staphorst), H. Dijk (namens waterschappen), S. Dekker (Politie) H. Zwart (coördinerend functionaris gemeenten) en mevrouw N.A.M. Rigter (directeur publieke gezondheid). 1. Opening De heer Meijer opent de vergadering om 9 uur. Bericht van verhindering is ontvangen van de heren Noten, Ahne, Alssema, Dijk, Dekker en mevrouw Rigter 2. Verslag vergadering 18 februari 2015 Er zijn geen opmerkingen op het verslag. Naar aanleiding van het verslag: - Mevrouw Van der Tas vraagt om gezamenlijke verantwoordelijkheid en urgentie omtrent het op 17 december 2014 vastgestelde dekkingsplan van de brandweer. Met name Hardenberg en Steenwijkerland hebben te maken met lange opkomsttijden. De heer Heidema geeft aan dat er maatregelen worden getroffen daar waar de opkomsttijden niet gehaald worden. Aan welke maatregelen denkt de veiligheidsregio? Mevrouw Sievers vertelt dat de het met name maatregelen aan de voorkant zijn, op brandpreventief gebied, betreft. Dit is in lijn met het meerjarenbeleidsplan. - De heer Koelewijn vraagt of de inzetbrief van de Brandweerkamer nog toegelicht moet worden. Men geeft aan dat dit niet nodig is. Het bestuur stelt het verslag vast. 3. Mededelingen / ingekomen stukken Ingekomen stukken - Eindrapport evaluatie veiligheid NSS 2014 (ministerie van V&J/NCTV) - Begrotingsbrief 2016 (Provincie Overijssel) - Adviseren in proces van ruimtelijke ordening (provincie Overijssel) - Monitoring aanbevelingen Staat Rampenbestrijding 2013 (ministerie van V&J-Inspectie V&J) Het algemeen bestuur neemt kennis van de ingekomen stukken.

4 kenmerk vervolgblad 2 van 3 INFORMEREND 4. Evaluatie GRIP3 brand Regelink Schroothandel Kampen Voorstel Voorgesteld wordt kennis te nemen van het multidisciplinaire evaluatierapport H. Regelink Schroothandel B.V. te Kampen van 22 oktober Bespreking Dit rapport beschrijft de uitkomsten van de multidisciplinaire inzet bij de GRIP3- brand in Kampen op 22 oktober Voorafgaand aan het AB heeft de gemeente Kampen gevraagd enkele punten in het rapport explicieter/concreter uit te werken. Het betreft onder ander punten op het gebied van communicatie. De heer Meijer doet daarom het procesvoorstel om na het AB, in overleg met de gemeente Kampen, het rapport op de betreffende punten aan te vullen. Het rapport komt aansluitend in het DB van 16 april aanstaande nog een keer terug voor definitieve besluitvorming. Besluit Het algemeen bestuur besluit om, in overleg met de gemeente Kampen, het rapport op de betreffende punten aan te vullen. Het rapport komt aansluitend in het DB van 16 april aanstaande nog een keer terug voor definitieve besluitvorming. 5. Regionale beschrijving piketfunctie Algemeen Commandant Brandweer Voorstel Kennis te nemen van het DB-besluit om de waardering van de regionale piketfunctie Algemeen Commandant Brandweer, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2014 te hanteren. Bespreking Dit betreft de formalisering van een bestaande situatie. Deze piketfunctie bestaat al enige jaren, maar een passende functiebeschrijving conform HR21 was tot op heden niet voorhanden. Dit besluit leidt niet tot meer piketten of hogere kosten. Besluit Het algemeen bestuur neemt kennis van het voorstel. 6. Wijzigingen in arbeidsvoorwaardenregeling Voorstel Kennis te nemen van het DB-besluit om:

5 kenmerk vervolgblad 3 van 3 - de bijgevoegde wijzigingen van de CAR-UWO, behorende bij bijlage 1 (wijziging CAR-UWO), met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2015 vast te stellen; - artikel 6:2:1:2 van de arbeidsvoorwaardenregeling te herstellen naar de oorspronkelijke tekst met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2014; - bijgevoegde wijziging van bijlage IId, met betrekking tot de faciliteiten voor OR- en GO-leden, met terugwerkende kracht vanaf 1 april 2014 vast te stellen. Bespreking In september 2014 is de arbeidsvoorwaardenregeling bestuurlijk vastgesteld. Hierbij is toen het voorbehoud gemaakt bij artikel 6:2:1:2 waar het GO nog mee moest instemmen. Inmiddels vraagt de regeling ook op twee andere punten om een wijziging (wijzigingen voortvloeiende uit CAR-UWO en de faciliteitenregeling voor OR/GO-leden). Besluit Het algemeen bestuur neemt kennis van het voorstel. 7. Stand van zaken herhuisvesting De verhuizing vanuit de Zeven Alleetjes in Zwolle naar de brandweerkazernes vindt deze week plaats. Mevrouw Sievers licht de laatste stand van zaken mondeling toe. De heer Heidema vraagt of er een openingshandeling is. Mevrouw Sievers vertelt dat de vier kazernes op zaterdag 16 mei open huis hebben. 10. Rondvraag Niemand heeft punten voor de rondvraag. 11. Sluiting Om 9.25 uur sluit de voorzitter de vergadering. Vastgesteld op 13 mei 2015 De heer drs. H.J. Meijer De heer drs. A.H. Schreuders Voorzitter Secretaris

6 Agendapunt - informatie aan Algemeen Bestuur datum 13 mei 2015 agendapunt 03. onderwerp proceseigenaar portefeuillehouder Ingekomen stukken/mededelingen L.J. Sievers H.J. Meijer 1. Lijst van ingekomen stukken *NB de bijlagen bij de brieven zijn op te vragen bij het secretariaat Nummer Datum Onderwerp Afdoening Vervoer gevaarlijke stoffen per spoor aan Prorail (B&W t.k.n. gemeente Deventer, mede namens gemeente Apeldoorn, Arnhem, Brummen, Rheden en Voorst) Monitoring vervoer gevaarlijke stoffen per spoor aan de t.k.n. staatssecretaris I&M (B&W gemeente Deventer, mede namens gemeente Almelo, Amersfoort, Apeldoorn, Arnhem, Borne, Brummen, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Rheden, Voorst, Wierden, Zutphen, de regio s Twente en Stedendriehoek, Veiligheidsregio s Noord- en Oost-Gelderland, IJsselland en Veiligheids-en Gezondheidsregio Gelderland- Midden) Consultatie beleidsplan Veiligheidsregio Flevoland DB (Veiligheidsregio Flevoland).* Herijking BDUR (Ministerie van Veiligheid en Justitie DB namens Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid) Rappelbrief aanbevelingen slachtofferregistratie DB (Inspectie Veiligheid en Justitie mede namens Inspecteur-generaal van de Inspectie voor de Gezondheidszorg) Wijziging regeling rijden met optische en geluidssignalen VD 2009 (Ministerie van Veiligheid en Justitie) Verantwoording BDuR 2013 veiligheidsregio IJsselland DB (Ministerie van Veiligheid en Justitie) Nucleair transport Poppenburg- De Lutte naar Borssele DB (Ministerie van Veiligheid en Justitie namens hoofd Nationaal Crisiscentrum). Brief opvraagbaar bij secretariaat) Informatievraag na.v. Kamervragen SP Brandweervrijwilligers en onveilige situaties (Ministerie V&J/NCTV) MT

7 kenmerk ingekomen stukken/mededelingen vervolgblad 2 van 2 2. Mededelingen

8

9

10

11

12

13

14

15

16 Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus EH Den Haag De voorzitter van het Veiligheidsberaad, mw. mr. G. Faber Postbus 7010 Directie Weerbaarheidsverhoging Veilig heidsregios Turfmarkt DP Den Haag 6801 HA Arnhem Postbus EH Den Haag Contactpersoon Nmb Manzoli Beleidscoördinator T n c. manzoli@nctv.minvenj.nl Datum 27 maart 2015 Ons kenmerk Onderwerp Herijking BDUR Hierbij verzoek ik u te reageren op de voorgenomen nieuwe verdeling van de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR). In opdracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en mij heeft bureau Cebeon onderzoek verricht naar respectievelijk het subcluster Brandweer en Rampenbestrijding van het gemeentefonds en de BDUR. Het betreft een kostengeoriënteerd onderzoek met behulp van de onderzoeksmethode die gebruikelijk is voor herijking van het gemeentefonds en de BDUR. Bijgaand treft u het onderzoeksrapport aan (zie bijlage 1). Uitgangspunt bij het onderzoek naar de BDUR is dat het totaal beschikbare bedrag voor deze doeluitkering niet wijzigt. Uit het onderzoek is gebleken dat veiligheidsregio s meer uitgaven hebben gedaan in het kader van het Besluit risico s zware ongevallen (BRZO) en externe veiligheid. Daarom is in de verdeelformule van de BDUR het gewicht van de maatstaf BRZO verhoogd en is tevens de verdeelmaatstaf onroerend zaak belasting niet-woningen toegevoegd. Een aantal jaren geleden is het BDUR-budget opgehoogd met een zogenoemd BTW-compensatiebudget in verband met het vervallen van de mogelijkheid tot het afzonderlijk claimen van BTW-betalingen. Dat budget wordt tot op heden met een aparte formule verdeeld over de regio s. In de nieuwe verdeelformule van de BDUR is de verdeling van die BTW-component integraal verwerkt. De bijgevoegde tabel (zie bijlage 2) toont, op basis van de voorstellen uit het onderzoek, de herverdeeleffecten van de afzonderlijke geldstromen BDUR en het subcluster Brandweer en Rampenbestrijding van het gemeentefonds per veiligheidsregio, alsmede het gezamenlijke herverdeeleffect. De minister van BZK is voornemens de wijzigingen ten aanzien van het subcluster Brandweer en Rampenbestrijding te verwerken in de komende meicirculaire en vanaf het uitkeringsjaar 2016 toe te passen op de verdeling. Hij heeft hierover en over de andere wijzigingen vanuit de tweede fase van het groot onderhoud gemeentefonds, mede namens medefondsbeheerder Financiën, advies gevraagd aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Raad voor de financiële verhoudingen. Bij lagen 3 Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. Pagina 1 van 2

17 Ik ben voornemens de in het rapport van Cebeon opgenomen nieuwe verdeling van de BDUR over te nemen en de bijlage 2 bij het Besluit veiligheidsregio s per 1 januari 2016 aan te passen (zie bijlage 3). Ik vraag u uiterlijk 1 mei 2015 te reageren, in verband met de tijd die benodigd is voor de voorgenomen aanpassing en met het oog op een tijdige communicatie in de junicirculaire BDUR aan de veiligheidsregio s over de voorgenomen wijziging. De uitkomsten van het onderzoek zijn in de begeleidingscommissie met uw medewerkers gedeeld. Mijn collega van BZK heeft namens mij de Raad voor de financiële verhoudingen ook gevraagd te adviseren over de herverdeling van de BDUR. Hoogachtend, namens Nationaal en Veiligheid Pagina 2 van 2

18 Inspectie Veiligheid en Justitie Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus EH Den Haag IVenJ Aan de voorzitter van de Veiligheidsregio IJsselland De heer HJ. Meijer Postbus BL ZWOLLE V Turfmarkt DP Den Haag Postbus EH Den Haag Contactpersoon S.M.W. van Rossenberg coördinerend inspecteur senior T s.m.w.van.rossenberg inspectievenj.nl Datum 30 maart 2015 Onderwerp Rappelbrief aanbevelingen slachtofferregistratie Projectnaam Slachtofferregistratie Ons kenmerk Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. Geachte heer Meijer, De Inspectie Veiligheid en Justitie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg hebben u op 18 juni 2014 het rapport 'Stand van zaken van terugkerende knelpunten bij slachtofferregistratie' aangeboden. In dit rapport constateren de inspecties dat er op het gebied van slachtofferregistratie een aantal stappen tot verbetering is gezet, zoals de Slachtoffer Informatie Systematiek (SIS) en gemaakte afspraken tussen veiligheidsregio's en ziekenhuizen over de uitwisseling van slachtoffergegevens. Echter, een aantal knelpunten is volgens de inspecties nog niet of onvoldoende opgepakt. Dit betreft het niet of nauwelijks gebruiken van de gewondenkaart, het uitgebreide takenpakket en de taakuitvoering van de coördinator gewondenvervoer, de voorwaarschuwing aan ziekenhuizen en het informeren van bestuurders voor andere taken dan verwanteninformatie, zoals crisiscommunicatie en nazorg. Voor deze knelpunten hebben de inspecties aanbevelingen geformuleerd. Gezien het belang van een adequate oplossing van de gesignaleerde knelpunten, hebben de inspecties u in het rapport gevraagd om hen uiterlijk 1 januari 2015 te informeren over de opvolging van de aanbevelingen en de gemaakte afspraken. Tot op heden hebben wij echter geen reactie van u ontvangen. Bij deze verzoek ik u nogmaals om informatie over de opvolging van bovenstaande aanbevelingen en gemaakte afspraken. U kunt deze informatie uiterlijk tot 1 mei 2015 sturen naar mevrouw M. Verhoef via het mailadres Pagina 1 van 2

19 m.e.verhoef inspectievenj.nl. Na deze termijn zullen de inspecties de informatie analyseren en hierover een brief naar de minister van Veiligheid en Justitie en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport sturen. Datum 30 maart 2015 Ons kenmerk Hoogachtend, Mede namens de Inspecteur-generaal van de Inspectie voor de Gezondheidszorg mevrouw dr. J.A.A.M. (Ronnie) van Diemen-Steenvoorde J.G. Bos Hoofd Inspectie Veiligheid en Justitie

20 Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en justitie > Retouradres Postbus 2Ū EH Den Haag Veiligheidsregio Ijsselland Aan de Voorzitter Postbus BL ZWOLLE V Directie Weerbaarheidsverhoging NCTV/DW/AV Turfmarkt DP Den Haag Postbus EH Den Haag Contactpersoon E. de Hamer senior T beleidsmedewerker Datum 2 april 2015 Onderwerp Wijziging regeling rijden met optische en geluidssignalen 2009 Geachte voorzitter, De Regeling optische en geluidssignalen 2009 bepaalt wie en onder welke omstandigheden met zwaailicht en sirene mag rijden. In eerste instantie is dat voorbehouden aan de 'klassieke hulpdiensten' als brandweer, politie en ambulancezorg. Daarnaast is een aantal andere diensten aangewezen die gerechtigd zijn om te rijden met optische en geluidssignalen (OGS). Ons kenmerk Bijlagen 1 Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. Deze regeling is met ingang van 1 april 2015 aangepast en maakt het mogelijk dat het bestuur van de veiligheidsregio functionarissen aanwijst die gerechtigd zijn om te rijden met OGS. Dat kan van belang zijn als u functionarissen heeft, die deel uitmaken van een piketorganisatie, maar niet behoren tot de aangewezen hulpdiensten. De precieze formulering en voorwaarden kunt u teruglezen in de bijlage. Voor verdere vragen verwijs ik u naar mijn medewerker de heer De Hamer. Hoogachtend, De minister van Veiligheid en Justitie, namens deze, Ir. P.Th. Geltdrf" directeur Weerbaarneidsverhoging

21 STAATSCOURANT Nr maart 2015 Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 26 maart 2015, nr. IENM/BSK-2015/56402, tot wijziging van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 in verband met aanwijzing van hulpverleningsdiensten en technische verbeteringen De Minister van Infrastructuur en Milieu, Handelende na overleg met de Ministers van Defensie, van Veiligheid en Justitie, en van Volksgezondheid en Sport; Gelet op de artikelen 29, eerste en derde lid, en 30, tweede lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990; BESLUIT: ARTIKEL I De Regeling optische en geluidssignalen 2009 wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel d komt te luiden: d de veiligheidsregio's, 2 0. de operationele onderdelen van het Instituut Fysieke Veiligheid, 3 0. Het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum van het Ministerie van Veiligheid en Justitie;. 2. In onderdeel i wordt 'minister van Justitie' vervangen door: Minister van Veiligheid en Justitie. 3. In onderdeel j wordt 'de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport' vervangen door: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 4. In onderdeel I wordt 'het wapen der Koninklijke Marechaussee' vervangen door: de Koninklijke Marechaussee. 5. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel n door een puntkomma worden drie onderdelen toegevoegd, luidende: B o. 1". de hoofdofficier van het landelijk parket van het Openbaar Ministerie, 2". het Nederlands Forensisch Instituut; p. van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu: 1 0. de milieuongevallendienst, 2 C. de radiologische dienst straling, 3". de incidentcoördinator; q. 1 D. de explosieven opruimingsdiensten van het Ministerie van Defensie 2". de brandweerdiensten van het Ministerie van Defensie, 3 C. het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid, ten behoeve van het verrichten van metingen bij stralingsincidenten, 4 C. het Advies en Assistentieteam en de Detectie, Identificatie en Monitoring groep van de Chemische, Radiologische en Nucleaire (CBRN) Responscapaciteit. In artikel 5, eerste lid, wordt 'Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties' vervangen door: Minister van Veiligheid en Justitie. 30 maart 2015

22 c Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd: a. De aanduiding '1.' voor het eerste lid vervalt. b. Het tweede lid vervalt. Artikel 7 komt te luiden: Artikel 7 De signalen op motorvoertuigen die op 1 maart 2009 waren voorzien van blauw zwaai- of knipperlicht en een twee- of drietonige hoorn of van geel zwaai- of knipperlicht, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling optische en geluidssignalen, zoals die regeling luidde op 28 februari 2009, zijn in afwijking van artikel 5, eerste, tweede en vijfde lid, als volgt uitgevoerd: a. het blauwe zwaai-, flits- of knipperlicht is rondom zichtbaar; b. het geel zwaai-, flits- of knipperlicht is rondom zichtbaar; c. de hoorn is tweetonig en geeft achtereenvolgens de tonen b en e aan, waarbij de geluidssterkte van elke toon bij dag ten minste 110 db(a) en 's nachts ten minste 100 db(a) is, met een maximale geluidssterkte van 125 db(a); de meting van de geluidssterkte van de hoorn vindt plaats overeenkomstig hoofdstuk 11 van de Regeling toelatingseisen, zoals die regeling luidde op 30 april 2009, waarbij de geluidssterkte vanaf het wegdek wordt gemeten. ARTIKEL II De hieronder genoemde besluiten worden ingetrokken: a. het Aanwijzingsbesluit hulpverleningsdiensten ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; b. het Aanwijzingsbesluit hulpverleningsdiensten ministerie van Defensie; c. het besluit van de Minister van Justitie van 20 april 2010, kenmerk /10, houdende aanwijzing van het Nederlands Forensisch Instituut als hulpverleningsdienst van het Ministerie van Justitie (Stcrt. 2010, 6461); d. het besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 februari 2014, kenmerk PG, houdende aanwijzing van de hulpverleningsdiensten van het RIVM op grond van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 (Stcrt. 2014, 5357); e. het besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 14 maart 2014, kenmerk , houdende aanwijzing van de Hoofdofficier van Justitie van het Landelijk Parket als hulpverleningsdienst in de zin van de Regeling optische en geluidssignalen ARTIKEL III Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus Staatscourant 2015 nr maart 2015

23 TOELICHTING Op grond van artikel 29, eerste lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 kan de Minister van Infrastructuur en Milieu hulpverleningsdiensten aanwijzen die blauw zwaai,-, flits- of knipperlicht en een tweetonige hoorn mogen voeren. In de Regeling optische en geluidssignalen 2009 is een aantal hulpverleningsdiensten aangewezen. Daarnaast was op grond van artikel 1, tweede lid, onderdeel d, van die regeling door de Ministers van Binnenlandse Zaken, van Defensie, van Veiligheid en Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een aantal hulpverleningsdiensten aangewezen. Met deze regeling zijn alle hulpverleningsdiensten aangewezen in de Regeling optische en geluidssignalen Dit is meer in overeenstemming met het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en komt de kenbaarheid van die aanwijzingen ten goede. Deze regeling is afgestemd met de betrokken ministeries. Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten of inhoudelijke nalevingskosten. Artikel I Onderdeel A De wijzigingen van artikel 1 betreffen enkele verbeterde aanduidingen en het opnemen in de Regeling optische en geluidssignalen 2009 van de hulpverleningsdiensten die waren opgenomen in afzonderlijke aanwijzingsbesluiten. Daarnaast is besloten om de veiligheidsregio's aan te wijzen als hulpverleningsdiensten (artikel 1, tweede lid, onderdeel d, onder 1 0, van de Regeling optische en geluidssignalen 2009). De reden van deze aanwijzing is dat operationele functionarissen van de veiligheidsregio's op grond van het Besluit veiligheidsregio's onder omstandigheden binnen korte tijd met hun werkzaamheden moeten kunnen beginnen. Omdat deze functionarissen niet altijd werkzaam zijn bij politie, brandweer of dienst voor geneeskundige hulpverlening kunnen ze niet altijd uit dien hoofde blauw zwaai-, flits- of knipperlicht en een tweetonige hoorn voeren. Met deze aanwijzing is voorzien in die mogelijkheid. Op grond van artikel 4, eerste lid, van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 worden door het bestuur van de veiligheidsregio de functionarissen aangewezen die daadwerkelijk gebruik mogen maken van deze mogelijkheid. Onderdeel B Dit betreft een verbetering van een verwijzing. Onderdeel C Artikel 6, tweede lid, van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 bevatte een overgangsrechtelijke bepaling. Omdat die bepaling nu is uitgewerkt is deze geschrapt. Daardoor kan er geen verwarring meer ontstaan over de vraag of artikel 5, tweede lid, van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 nu wel of niet van toepassing is op de voertuigen, bedoeld in artikel 6 van die regeling. Onderdeel D De tekst van artikel 7 van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 is nagenoeg gelijk aan de tekst van het oude artikel 7, tweede lid. Om de inzichtelijkheid van deze uitzondering te vergroten is deze opnieuw geformuleerd. De uitzondering betreft voertuigen die reeds voor 1 maart 2009 waren voorzien van blauw of geel zwaai- flits- of knipperlicht en tweetonige of drietonige hoorn. Om een overbodige en kostbare vervangingsoperatie van de signalen voor al die voertuigen te voorkomen is bepaald dat de blauwe en gele zwaai-, flits of knipperlichten op die voertuigen moeten voldoen aan de eisen zoals die golden voor 1 maart Indien een dergelijk voertuig wordt vervangen door een nieuw voertuig moet dat nieuwe voertuig uiteraard volledig voldoen aan de eisen van artikel 5, eerste, tweede en vijfde lid, van de Regeling optische en geluidssignalen Staatscourant 2015 nr maart 2015

24 Artikel II De genoemde aanwijzingsbesluiten zijn alle opgegaan in artikel 1, tweede lid, van de Regeling optische en geluidssignalen De Minister van Infrastructuur M.H. Schultz van Haegen-Maas en Milieu, Geesteranus Staatscourant 2015 nr maart 2015

25 Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus EH Den Haag Aan het bestuur van de veiligheidsregio IJsselland Postbus BL Zwolle V Directie Weerbaarheidsverhoging afdeling Veiligheidsregio's Turfmarkt DP Den Haag Postbus EH Den Haag Contactpersoon Anton van Ruijven Datum 2 april 2015 Onderwerp verantwoording BDuR 2013 veiligheidsregio IJsselland Geacht bestuur, In 2013 zijn aan uw regio bijdragen verstrekt op grond van het Besluit veiligheidsregio's. Met deze brief informeer ik u over de afwikkeling van de verantwoording van de in 2013 voor de BDuR (Brede Doeluitkering Rampenbestrijding) aan u verstrekte bijdragen. M a.l.m.van.ruijvenia nctv.minvenj.nl Ons kenmerk Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. Voor de BDuR is de algemene richtlijn van SiSa (Single information, Single audit) van kracht. SiSa is de manier waarop medeoverheden (provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen) aan het Rijk verantwoorden hoe ze de specifieke uitkeringen hebben besteed. De verantwoording voor de BDuR is geheel gestoeld op het oordeel van de accountant; in algemene zin over het totale financieel beheer van de veiligheidsregio in zijn verklaring, en meer in het bijzonder ten aanzien van de BDuR-bijdrage in zijn rapport van bevindingen. U heeft over 2013 conform de methode van SiSa verantwoording afgelegd. Ik ga akkoord met uw verantwoording over 2013 en ik stel de in dat jaar in het kader van de BDuR aan uw regio verstrekte bijdragen hierbij vast. Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande vragen hebben dan kunt u contact opnemen met: de heer Anton van Ruijven ( ), adres: a.l.m.van.ruiiven(anctv.minveni.nl. of de heer Henk Emmerzaal ( ), adres: h.emmerzaal(ô)nctv.minveni.nl van de afdeling Veiligheidsregio's van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Hoogachtend, De Minister van Veiligheid en Justitie, E.M. Meekes hoofd afdeling Veiligheidsregio 's Pagina 1 van 1

26 Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en justitie > Retouradres Postbus EH Den Haag De voorzitters van de besturen van de veiligheidsregio's V Directie Weerbaarheidsverhoging Veiligheidsregio's Turfmarkt DP Den Haag Postbus ĒH Den Haag Contactpersoon Nino Manzoli Beleidscoördinator T n.c.manzoli@minvenj.nl Datum 14 april 2015 Onderwerp Informatievraag naar aanleiding van Kamervragen lid Kooiman over brandweervrijwilligers en onveilige situaties Hierbij vraag ik uw medewerking voor het volgende. Op 7 april 2015 heeft lid Kooiman (SP) schriftelijke Kamervragen gesteld aan de Minister van VenJ over het bericht van BNR dat het tekort aan brandweervrijwilligers leidt tot onveilige situaties 1. Bijgaand treft u deze vragen aan. Ten behoeve van de beantwoording verzoek ik u mij uiterlijk 24 april 2015 informatie te verstrekken met betrekking tot uw veiligheidsregio op onderstaande vragen: Ons kenmerk Bijlagen 1 Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. 1) Is er in uw veiligheidsregio sprake van een tekort aan brandweervrijwilligers en zo ja, leidt dit tot onveilige situaties? Indien er sprake is van een onveilige situatie, welke maatregelen heeft u genomen om deze situatie te verbeteren? 2) Zijn in uw regio door de regionalisering van de brandweer de lijnen lang geworden en is de bureaucratie toegenomen? 3) Op welke wijze is in uw veiligheidsregio inspraak geregeld van onder andere de brandweervrijwilligers? 4) Welke brandweerposten zijn de afgelopen twee jaar in uw veiligheidsregio gesloten? 5) Is het waar dat door het sluiten van brandweerposten brandweervrijwilligers in sommige gevallen de post bij een melding niet meer op tijd kunnen bereiken? Waar doet zich dit voor in uw regio? 6) Hoeveel brandweervrijwilligers zijn de afgelopen twee jaar in uw regio ingestroomd? 7) Hoeveel brandweervrijwilligers zijn de afgelopen twee jaar in uw regio uitgestroomd? 1 Tekort bij vrijwillige brandweer leidt tot onveilige situaties, BNR 2 april 2015 (

27 8) Welke ontwikkeling heeft zicht de afgelopen vijfjaar voorgedaan ten aanzien van het aantal brandweervrijwilligers? 9) Is er in uw regio's vanwege bezuinigingen sprake van een ledenstop? Zo ja, wat het effect is van die ledenstop op het aantal brandweervrijwilligers? 10) Wordt er in uw regio in bepaalde gevallen uitgerukt met een kleinere brandweerauto dan noodzakelijk vanwege een tekort aan brandweervrijwilligers? Zo ja, ontstaan hierdoor onveilige situaties? Indien er sprake is van een onveilige situatie, welke maatregelen heeft u genomen om deze situatie te verbeteren? 11) Worden in uw regio auto's voor dienst afgemeld vanwege een tekort aan brandweervrijwilligers? Zo ja, ontstaan hierdoor onveilige situaties? Indien er sprake is van een onveilige situatie, welke maatregelen heeft u genomen om deze situatie te verbeteren? 12) Wordt in uw regio bezuinigd en zo ja, hoeveel? Indien er in uw regio sprake is van een tekort aan brandweervrijwilligers, houdt dit verband met deze bezuinigingen? Hoogachtend, Pagina 2 van 2

28 Agendapunt - besluitvormend aan Algemeen Bestuur datum 13 mei 2015 agendapunt 04. onderwerp proceseigenaar portefeuillehouder Rampbestrijdingsplan Argos Terminal Zwolle L. Sievers H.J. Meijer Te besluiten om Het rampbestrijdingsplan voor het op- en overslagdepot voor vloeibare brandstoffen Argos Terminal Zwolle vast te stellen. Inleiding Voor het object Argos Terminal Zwolle (op- en overslagdepot voor vloeibare brandstoffen) is een rampbestrijdingsplan vereist. Voor Argos Terminal Zwolle (verder te noemen Argos Zwolle) is een rampbestrijdingsplan verplicht op basis van het Besluit Veiligheidsregio s Art De rampbestrijdingsscenario s zijn afgeleid van scenario s uit de veiligheidsrapportage voor Argos Zwolle. Beoogd effect Met dit plan is voldaan aan de verplichting om voor Argos Zwolle een specifiek rampbestrijdingsplan op te stellen. Het plan vermeldt specifiek multidisciplinaire aandachtspunten voor de rampenbestrijding. Argumenten Het plan is opgezet voor en door de verschillende hulpverleningsdiensten inclusief bevolkingszorg, Rijkswaterstaat en Waterschap Groot Salland en in afstemming met het bedrijf. Het plan bevat zo weinig mogelijk generieke informatie en een operationele vertaalslag zoals in de visie op planstructuur is vastgesteld. De publieke ter inzage legging heeft geen aanvullende zienswijzen opgeleverd. Communicatie Veiligheidsregio IJsselland publiceert de vaststelling van het rampbestrijdingsplan. Vervolg Implementatie rampbestrijdingsplan (na 13 mei 2015) Het rampbestrijdingsplan wordt binnen 3 jaar ten minste 1 maal getoetst op volledigheid bruikbaarheid en betrouwbaarheid. Het rampbestrijdingsplan wordt uiterlijk 3 jaar na vaststelling herzien.

29 Agendapunt - besluitvormend aan Algemeen Bestuur datum 13 mei 2015 agendapunt 05. onderwerp proceseigenaar portefeuillehouder Rampbestrijdingsplan Salland Olie Kampen L. Sievers H.J. Meijer Te besluiten om het rampbestrijdingsplan Salland Olie vast te stellen. Inleiding Het Dagelijks Bestuur heeft op 6 juli 2012 besloten Salland Olie Kampen aan te wijzen als bedrijfsbrandweerplichtige inrichting. Daarmee komt deze inrichting ook in aanmerking voor een rampbestrijdingsplan. Beoogd effect Met dit plan is voldaan aan de verplichting om voor Salland Olie Kampen een specifiek rampbestrijdingsplan op te stellen. Het plan vermeldt specifiek multidisciplinaire aandachtspunten voor de rampenbestrijding. Argumenten Het plan is opgezet voor en door de verschillende hulpverleningsdiensten inclusief bevolkingszorg, Rijkswaterstaat en Waterschap Groot Salland en in afstemming met het bedrijf. Het plan bevat zo weinig mogelijk generieke informatie en een operationele vertaalslag zoals in de visie op planstructuur is vastgesteld. De publieke ter inzage legging heeft geen aanvullende zienswijzen opgeleverd. Communicatie Veiligheidsregio IJsselland publiceert de vaststelling van het plan. Vervolg Implementatie rampbestrijdingsplan (na 13 mei 2015) Het rampbestrijdingsplan wordt binnen 3 jaar ten minste 1 maal getoetst op volledigheid bruikbaarheid en betrouwbaarheid. Het rampbestrijdingsplan wordt uiterlijk 3 jaar na vaststelling herzien

30 Agendapunt - Informerend aan Algemeen Bestuur datum 13 mei 2015 agendapunt 06. onderwerp proceseigenaar portefeuillehouder Aandachtspunten aanbesteding accountant L.J. Sievers H.J. Meijer Kennis te nemen van het DB-besluit 1. de verantwoordelijkheid van de nieuwe accountant voor de opdracht tot de controle van de jaarrekening van Veiligheidsregio IJsselland vast te leggen in de overeenkomst. 2. de opdracht aan de huidige accountant te verlengen met één controlejaar. Inleiding Reeds geruime tijd verricht Deloitte Accountants B.V. de controle van de jaarrekening van Veiligheidsregio IJsselland. Het is in dat kader wenselijk om tot aanbesteding van de accountantsfunctie over te gaan. In de voorbereidingen hiertoe is het verstandig om een tweetal aandachtspunten te benoemen en hierover te besluiten. Argumenten Het eerste aandachtspunt handelt over het vormgeven van de verantwoordelijkheid van de accountant voor de opdracht. Het is soms raadzaam deze verantwoordelijkheid aan de voorkant van de aanbestedingsprocedure te formaliseren door het stellen van specifieke eisen inzake de (hoofdelijke) aansprakelijkheid. Deze handelswijze wordt toegepast bij de meer complexe aanbestedingsprocedures, waarbij tevens meerdere opdrachtnemers in beeld kunnen zijn. Gelet op het feit dat het niet erg aannemelijk is dat de aanbestedingsprocedure voor een nieuwe accountant een dergelijke extra zekerheid noodzaakt, wordt voorgesteld de verantwoordelijkheid van de accountant voor de opdracht tot de controle van de jaarrekening in de te onderteken overeenkomst als resultante van deze aanbestedingsprocedure vorm te geven. Het tweede aandachtspunt volgt uit de bijgevoegde concept-planning van de aanbestedingsprocedure voor de accountantsfunctie. Deze geeft aan dat indien de meest efficiënte planning wordt gerealiseerd het sluiten van eerdergenoemde overeenkomst niet eerder dan medio januari 2016 zal kunnen geschieden. Het jaarrekeningproces 2015 komt hiermee fors onder druk te staan, omdat ten tijde van het formele moment van sluiting van het contract de voorbereidingen op de jaarrekeningcontrole 2015 ver gevorderd zijn en het maken van werkafspraken met de nieuwe accountant dan niet meer mogelijk is. Tevens is er geen ruimte om de nieuwe accountant in te werken, omdat deze direct met de voorbereidingen van de jaarrekeningcontrole 2015 moet starten.

31 kenmerk <corsanummer> vervolgblad 2 van 3 Dit is een ongewenste situatie en kan zelfs gevolgen hebben voor de inhoud en aard van de accountantsverklaring. Derhalve wordt voorgesteld om de voorbereidingen te treffen om de opdracht aan Deloitte Accountants B.V. tot controle van de jaarrekening met één controlejaar te verlengen om de nieuwe accountant de gelegenheid te geven zich eerst goed in te werken alvorens de daadwerkelijke controle te verrichten. Vervolg 1. De verdere voorbereidingen voor de aanbestedingsprocedure van een nieuwe accountant te treffen; 2. In overleg te treden met Deloitte Accountants B.V. om deze te informeren over de gewenste verlenging met één controlejaar; 3. Te zijner tijd het algemeen bestuur voor te stellen om de opdracht te verstrekken tot controle van de jaarrekening 2015 van Veiligheidsregio IJsselland door Deloitte Accountants B.V. Bijlagen 1. Concept-planning aanbesteding accountantsfunctie.

32 kenmerk <corsanummer> vervolgblad 3 van 3 Bijlage: concept-planning aanbesteding accountantsfunctie mrt apr Programma van Eisen 4 15 mei 2015 Brieven en alle informatie beschikbaar 19 mei 2015 Publicatie 11 juni 2015 Vragen over bestek per vóór uur 25 juni 2015 Verspreiden Nota van Inlichtingen 2 juli 2015 Bestek definitief 18 augustus 2015 Uiterste datum en tijd inschrijving vóór uur 27 augustus 2015 Uitnodigen geselecteerden voor presentatie 9 september 2015 Presentatie geselecteerden van tot uur 14 sept. 5 okt Beoordeling offertes, presentaties en keuze accountant 20 oktober 2015 Aanlevering stukken voor MT VR & GGD 27 oktober 2015 MT VR 27 oktober 2015 MT GGD 28 oktober 2015 Aanlevering DB GGD 29 oktober 2015 Verzending DB GGD 12 november 2015 DB GGD 12 november 2015 Aanlevering DB VR 19 november 2015 Aanlevering AB GGD 19 november 2015 Verzending DB VR 25 november 2015 Aanlevering AB VR 26 november 2015 DB VR 26 november 2015 Verzending AB GGD 2 december 2015 Verzending AB VR 3 december 2015 Verzenden voorgenomen gunning aan inschrijvers 10 december 2015 Veiligheidskring 16 december 2015 AB VR 17 december 2015 AB GGD 7 januari 2016 Kenbaar maken gunningsbesluit en afwijzingen 14 januari 2016 Sluiten contract

33 Agendapunt - Informerend aan Algemeen Bestuur datum 13 mei 2015 agendapunt 07. onderwerp proceseigenaar portefeuillehouder Consultatie Projectplannen Strategische Agenda Veiligheidsberaad L.J. Sievers H.J. Meijer Kennis te nemen van - de definitieve bestuurlijke reactie op de projectplannen strategische agenda van het veiligheidsberaad Inleiding Op 16 mei 2014 heeft het Veiligheidsberaad ingestemd met de Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio s en met zes prioritaire thema s. De Strategische Agenda is erop gericht maatschappelijke ontwrichting te voorkomen door het versterken van de risico- en crisisbeheersing en het verstevigen van de samenwerking tussen alle betrokken partijen. Na een periode van consultatie van betrokken actoren uit veiligheidsregio s, van departementen en van overige partners, zijn de samenvattingen van de projectplannen van de zes thema s aan de besturen van de veiligheidsregio s voorgelegd. Beoogd effect/relatie met het meerjarenbeleidsplan of bestuursopdrachten In het meerjarenbeleidsplan is rekening gehouden met de ontwikkelingen van de strategische agenda. Argumenten De bestuurlijke reactie is als volgt geformuleerd: In algemene zin heeft u het proces aan de voorkant, bij de totstandkoming van de projecten, stevig neergezet. Dit heeft bijgedragen aan het draagvlak binnen onze veiligheidsregio. Tot voor kort waren de kosten per project niet inzichtelijk. In de factsheets zijn de kosten per project weergegeven, waarbij ook is aangegeven welke bijdrage per veiligheidsregio wordt gevraagd. Niet bij elk project is helder wat het eindresultaat is voor de veiligheidsregio s. Bijvoorbeeld van het project Kwaliteit & Vergelijkbaarheid blijft dit erg algemeen. Een splitsing tussen verantwoording/ systeemverantwoordelijkheid richting bijvoorbeeld de inspectie enerzijds en het verhogen van het lerend vermogen binnen en tussen de regio's anderzijds is wenselijk om het kwaliteitsdenken te kunnen concretiseren. Hoewel het hebben van een kwaliteitszorgsysteem voor de veiligheidsregio s een verplichting is, hebben de veiligheidsregio s zelf de keuze om als dan niet gebruik te maken van het landelijke model.

34 kenmerk <corsanummer> vervolgblad 2 van 2 In de projecten Continuïteit van de samenleving en Water en Evacuatie participeren wij als Veiligheidsregio IJsselland actief. Op 1 juni vindt een netwerkbijeenkomst voor het project Continuïteit van de samenleving plaats bij onze veiligheidsregio. Het project Versterking bevolkingszorg vraagt ons inziens om een praktische aanpak: wat zijn best practises? Hoe kunnen we van elkaar leren? Hoe kunnen we als veiligheidsregio s met elkaar samenwerken? Een realistische planning is wat dit betreft van belang. Bij dit project zien we graag dat, in aansluiting op hetgeen in het LOCGS is opgemerkt, de inspanningen aansluiten op de regionale activiteiten die al in uitvoering zijn. Wat voor de slagingskans van belang is, is dat de veiligheidsregio s uiteindelijk genoeg capaciteit ter beschikking hebben voor de implementatie van de plannen. Ik vertrouw erop dat de uiteindelijke resultaten, voor zover deze gevolgen hebben voor de capaciteit en financiële middelen van de veiligheidsregio s, vooraf met ons afgestemd worden. Risico s Geen Middelen Veiligheidsregio IJsselland levert in een aantal projecten (Continuïteit van de samenleving, water en evacuatie, kwaliteit en vergelijkbaarheid) een actieve bijdrage. De ambtelijke inzet gebeurt binnen de bestaande personele en financiële kaders. Eerder is richting het Veiligheidsberaad aangegeven of bij de betreffende projecten waar we een substantiële bijdrage aan leveren de inzet van medewerkers om niet kan in plaats van daarnaast ook nog een financiële bijdrage te vragen. Communicatie De Veiligheidsregio s hebben tot 30 april 2015 de tijd gekregen bestuurlijk te reageren. Het is de bedoeling de projectplannen op 12 juni 2015 in het Veiligheidsberaad te accorderen op basis van de integrale reacties uit de veiligheidsregio s. Vervolg Het Veiligheidsberaad wordt door middel van bijgevoegde brief geinformeerd over ons standpunt Bijlagen: - Aanbiedingsbrief Projectplannen Veiligheidsberaad - bestuurlijke reactiebrief Veiligheidsregio IJsselland De samenvatting per project is opvraagbaar via het secretariaat

35 Veiligheidsberaad Postbus HA Arnhem Kemperbergerweg 783, Arnhem Leden van het Veiligheidsberaad Doorkiesnummer Inlichtingen bij BDO Ons kenmerk V011 Bijlage(n) 6 Datum 23 maart 2015 Onderwerp Consultatie Strategische Agenda Geachte leden van het Veiligheidsberaad, Op 16 mei 2014 heeft het Veiligheidsberaad ingestemd met de Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio s en met zes prioritaire thema s. Drie hiervan zijn gezamenlijk met de minister van VenJ opgepakt. De Strategische Agenda is erop gericht maatschappelijke ontwrichting te voorkomen door het versterken van de risico- en crisisbeheersing en het verstevigen van de samenwerking tussen alle betrokken partijen. Na een periode van consultatie van betrokken actoren uit veiligheidsregio s, van departementen en van overige partners, bied ik u hierbij de samenvattingen van de projectplannen van de zes thema s aan om deze met het bestuur van uw eigen veiligheidsregio te bespreken. De integrale projectplannen zijn opvraagbaar. Totstandkoming concept-projectplannen via intensieve consultatie Per thema is een projectteam ingericht die samen met medewerkers uit uw veiligheidsregio s, van ministeries en van crisispartners gewerkt heeft aan voorliggende concept-projectplannen. Hierin worden de doelstellingen, resultaten en voorgenomen acties verwoord. Deze plannen zijn tot stand gekomen door input op te halen bij veiligheidsregio s en deskundigen via onder andere regiobijeenkomsten, de bestaande overlegstructuren en de werkconferentie op 4 februari Tijdens de werkconferentie hebben ruim 200 professionals van veiligheidsregio s, het Rijk en publieke en private partners hun input geleverd op de plannen en deze verrijkt. Vanzelfsprekend zijn ook de directeuren van de veiligheidsregio s bij de totstandkoming van deze concept-projectplannen betrokken geweest. Gezamenlijk complexe veiligheidsvraagstukken slagvaardig oppakken De Strategische Agenda helpt om complexe veiligheidsvraagstukken slagvaardig op te pakken. We zetten zowel in op risicobeheersing als op crisisbeheersing zodat inspanningen aan de voorkant ook daadwerkelijk leiden tot andere of verminderde inspanningen aan de achterkant van de veiligheidsketen. De Strategische Agenda haakt zoveel mogelijk aan op lopende trajecten, zowel op regionaal als landelijk niveau. Via de zes inhoudelijke projecten intensiveert de samenwerking tussen het Rijk, veiligheidsregio s en publieke en private partijen. We versterken elkaar door het delen van kennis en ervaring. Alle betrokkenen vormen tenslotte een onderdeel van de oplossing om maatschappelijke ontwrichting als gevolg van rampen of crises te voorkomen.

36 Pagina 2/3 De uitvoering van de zes projecten gaat op een vernieuwende manier, want als we blijven doen wat we al deden, krijgen we wat we al hadden. Hetzelfde geldt voor de borging van de opgedane kennis. Bundelen en door ontwikkelen van beschikbare kennis en krachten is een belangrijk vertrekpunt en geldt als leidraad voor alle projecten. Door het benutten van bestaande netwerken en het zo nodig ontwikkelen van nieuwe netwerken zullen de gezamenlijke inspanningen een duurzaam karakter krijgen Bovenregionaal samenwerken op zes projecten De Strategische Agenda sluit aan op de actualiteit van steeds veranderende dreigingen en crises. Afhankelijk van het specifieke risicobeeld kunnen de accenten per veiligheidsregio uiteraard verschillen. Toch biedt de Strategische Agenda een gezamenlijk kader voor versterking van alle veiligheidsregio s. Via de zes projecten willen we zo slim mogelijk - over de grenzen van organisaties heen - maatschappelijke fysieke veiligheidsdoelen realiseren. Stralingsincidenten zijn een niche die om een nationale aanpak vragen. Continuïteit van de samenleving gaat over samenwerken met vele private en vitale sectoren. Overstroming en dijkdoorbraak is een bij uitstek Nederlands onderwerp waar veel centrale en decentrale actoren bemoeienis mee hebben en waar we weliswaar al veel hebben gerealiseerd, maar waar ook nog samenhang moet worden aangebracht. Kwaliteit en vergelijkbaarheid krijgen al goede aandacht door regio s die in elkaars keuken kijken maar behoeft wel verankering. Doorontwikkeling van bevolkingszorg als volwaardige kolom binnen de rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie is onlosmakelijk verbonden met alle projecten en kent bovendien een eigen opgave die begon met de commissie Bevolkingszorg in De versterking van de samenwerking met Defensie biedt kansen om meer nog dan tot dusver gebruik te maken van de unieke expertise en mogelijkheden van de krijgsmacht. De gezamenlijke uitvoering van deze projecten helpt ons om ook andere veiligheidsvraagstukken slagvaardig samen op te pakken. Het is een investering die zich in meerdere domeinen van veiligheid terugverdient. Wat betekent de Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio s voor uw veiligheidsregio Voor de uitvoering van de projectplannen van de Strategische Agenda Veiligheidsregio s zal een beroep worden gedaan op de inbreng van de medewerkers van uw veiligheidsregio. Ook zullen de projectresultaten na besluitvorming door het Veiligheidsberaad in uw veiligheidsregio geïmplementeerd moeten worden. Aan de uitvoering van de zes projecten zijn onderstaande financiële componenten verbonden:

37 Pagina 3/3 Begroot projectbudget (voor uitvoering na 1 juli 2015) Restant startbudget voor ontwerpfase Financiering uit budget Strategische Agenda Financiering door betrokken partijen Nog te financieren projectbudget Bijdrage per regio Water en evacuatie Continuïteit van de samenleving Versterking stralingsincidenten Kwaliteit en vergelijkbaarheid Versterken Bevolkingszorg Bovenregionale Operationele Besluitvorming Totaal Dit komt neer op een bijdrage van ,- per regio. Hiervoor worden zes projecten gedurende anderhalf jaar uitgevoerd. Vervolgproces: integrale reactie per veiligheidsregio Graag ontvang ik uiterlijk 30 april 2015 de integrale reactie van het bestuur van uw veiligheidsregio op het samenstel van de concept projectplannen. Indien gewenst, kan vanuit het Dagelijks Bestuur van het Veiligheidsberaad in uw bestuur een toelichting worden gegeven op de plannen. Wij zien uw reactie graag tegemoet en verwerken deze in de projectplannen die voor finale vaststelling aan het Veiligheidsberaad van 12 juni worden voorgelegd. In een gecombineerde vergadering van alle bestuurlijk adviescommissies op 20 mei 2015 wordt uitgebreid stilgestaan bij de zes projecten. We hopen dat we daarmee op 12 juni 2015 een gezamenlijk akkoord kunnen geven op de projectplannen en daadwerkelijk van start kunnen gaan met het realiseren van de projectresultaten. Alvast hartelijk dank voor uw reactie. Met vriendelijke groet, Mr. G.H. (Geke) Faber Voorzitter Veiligheidsberaad

38 datum 29 april 2015 Veiligheidsberaad Mr. G.H. Faber Postbus HA ARNHEM kenmerk onderdeel informant Bestuur, Beleid en Communicatie Marjolein Fransen doorkiesnummer onderwerp Consultatie Strategische Agenda. Geachte mevrouw Faber, Hierbij reageren wij op uw brief van 23 maart In deze brief legt u de projectplannen, die zijn opgesteld omtrent de zes thema s die in de Strategische Agenda benoemd zijn, ter consultatie aan ons voor. U vraagt om een reactie van onze veiligheidsregio. Wij hebben uw vraag afgestemd binnen ons bestuur. In algemene zin heeft u het proces aan de voorkant, bij de totstandkoming van de projecten, stevig neergezet. Dit heeft bijgedragen aan het draagvlak binnen onze veiligheidsregio. Tot voor kort waren de kosten per project niet inzichtelijk. In de factsheets zijn de kosten per project weergegeven, waarbij ook is aangegeven welke bijdrage per veiligheidsregio wordt gevraagd. Niet bij elk project is helder wat het eindresultaat is voor de veiligheidsregio s. Bijvoorbeeld van het project Kwaliteit & Vergelijkbaarheid blijft dit erg algemeen. Een splitsing tussen verantwoording/ systeemverantwoordelijkheid richting bijvoorbeeld de inspectie enerzijds en het verhogen van het lerend vermogen binnen en tussen de regio's anderzijds is wenselijk om het kwaliteitsdenken te kunnen concretiseren. In de projecten Continuïteit van de samenleving en Water en Evacuatie participeren wij als Veiligheidsregio IJsselland actief. Op 1 juni vindt een netwerkbijeenkomst voor het project Continuïteit van de samenleving plaats bij onze veiligheidsregio. Het project Versterking bevolkingszorg vraagt ons inziens om een praktische aanpak: wat zijn best practises? Hoe kunnen we van elkaar leren? Hoe kunnen we als veiligheidsregio s met elkaar samenwerken? Een realistische planning is wat dit betreft van belang. Bij dit project zien we graag dat, in aansluiting op hetgeen in het LOCGS is opgemerkt, de inspanningen aansluiten op de regionale activiteiten die al in uitvoering zijn. Wat voor de slagingskans van belang is, is dat de veiligheidsregio s uiteindelijk genoeg capaciteit ter beschikking hebben voor de implementatie van de plannen. Ik vertrouw erop dat de uiteindelijke resultaten, voor zover deze gevolgen hebben voor de capaciteit en financiële middelen van de veiligheidsregio s, vooraf met ons afgestemd worden. Wij vragen u om bovengenoemde aandachtpunten mee te nemen in de projectopdrachten. Adresgegevens Contactgegevens Veiligheid: voor elkaar Postbus 1453, 8001 BL Zwolle T E info@vrijsselland.nl I