Studies en documenten: nr. 47 Maart 2019

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Studies en documenten: nr. 47 Maart 2019"

Transcriptie

1 Studies en documenten: nr. 47 Maart 2019 Naleving door de Belgische genoteerde vennootschappen van hun verplichtingen inzake openbaarmaking van een verklaring van niet-financiële informatie 1

2 SAMENVATTING Voorwerp en doel van de studie Deze studie handelt over de verklaringen van niet-financiële informatie die opgenomen waren in de jaarlijkse financiële verslagen 2017 van de Belgische genoteerde vennootschappen. Sinds boekjaar 2017 zijn bepaalde genoteerde vennootschappen inderdaad verplicht om nietfinanciële informatie openbaar te maken die minstens betrekking heeft op de sociale, de personeels- en milieuaangelegenheden, de eerbiediging van mensenrechten en de bestrijding van corruptie en omkoping. Deze studie heeft tot doel een stand van zaken op te maken van dit onderwerp, voorbeelden van goede praktijken onder de aandacht te brengen en een aantal aanbevelingen te formuleren die ertoe strekken de presentatie en de kwaliteit van de verklaringen van nietfinanciële informatie te verbeteren. Aldus heeft de FSMA de verklaringen van niet-financiële informatie 2017 van 56 Belgische genoteerde vennootschappen onderzocht. Belangrijkste vaststellingen De FSMA onderstreept allereerst dat alle vennootschappen waarop deze studie betrekking heeft, niet-financiële informatie over het boekjaar 2017 hebben gepubliceerd, terwijl de Belgische wet tot omzetting van de Europese Richtlijn 2014/95/EU op 11 september 2017 is gepubliceerd 1. De FSMA heeft onderzocht in hoeverre de vennootschappen aandacht besteden aan de diverse aspecten van onderstaande thema s: Beschrijving van de activiteiten: Weinig vennootschappen beschrijven hun activiteiten in hun verklaring van niet-financiële informatie zelf. Van de vennootschappen die hun activiteiten niet in hun verklaring van niet-financiële informatie beschrijven, verwijst slechts een beperkt aantal naar het deel van het jaarlijks financieel verslag waar die beschrijving te vinden is. Bovendien blijkt in vele gevallen niet of amper aandacht te worden besteed aan de verbanden tussen de beschrijving van de activiteiten van de vennootschappen en hun niet-financiële informatie. Beleid: De meeste vennootschappen beschrijven het beleid dat zij toepassen, hoewel geregeld informatie blijkt te ontbreken; die ontbrekende informatie betreft meer specifiek de sociale aangelegenheden, de eerbiediging van mensenrechten en de bestrijding van corruptie. Als het beleid wordt beschreven, blijkt die beschrijving in bepaalde gevallen niet echt te focussen op de activiteiten van de emittent en de impact ervan op niet-financiële kwesties. Toegepaste zorgvuldigheidsprocedures: Deze procedures worden veel minder vaak beschreven dan het toegepaste beleid. Resultaten van het beleid, voornaamste risico s, manier waarop de vennootschappen die risico s beheren, en essentiële prestatie-indicatoren: Wat deze punten betreft, blijken de 1 Wet van 3 september 2017 betreffende de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote vennootschappen en groepen. 2

3 verklaringen van niet-financiële informatie vele lacunes te vertonen. Bij de informatie die wordt verstrekt over, enerzijds, milieu- en personeelsaangelegenheden en, anderzijds, sociale aangelegenheden, de eerbiediging van mensenrechten en de bestrijding van corruptie, zijn de verschillen in termen van kwantiteit en kwaliteit nog opvallender dan bij de informatie die in de beschrijving van het toegepaste beleid wordt verstrekt. Deze vaststellingen sluiten aan bij de vaststellingen in een studie die de AFM in december 2018 heeft gepubliceerd 2. Er wordt echter opgemerkt dat voor zowat de helft van de bestudeerde vennootschappen de verklaring over 2017 een eerste publicatie van dergelijke niet-financiële informatie betekende. Verschillende vennootschappen erkennen trouwens dat hun verklaringen van niet-financiële informatie lacunes bevatten, maar zijn voornemens om de thans nog ontbrekende informatie wel in hun volgende verklaringen van niet-financiële informatie op te nemen. Ook heeft de FSMA onderzocht of de emittenten zich, bij de opstelling van hun verklaring van niet-financiële informatie, op één of meer erkende Europese of internationale referentiemodellen hebben gebaseerd, en, zo ja, op welk(e) model(len): Verschillende emittenten vermelden niet of zij zich bij de opstelling van hun verklaring van niet-financiële informatie op een erkend referentiemodel hebben gebaseerd. Een meerderheid van de verklaringen van niet-financiële informatie van vennootschappen die minstens één referentiemodel vermelden, is gebaseerd op het referentiemodel van het Global Reporting Initiative (GRI). Het tweede meest gebruikte referentiemodel is het model van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties (UN Sustainable Development Goals of SDGs), en het derde meest gebruikte is het Global Compact-model van de Verenigde Naties. Meer dan de helft van de emittenten die zich op het GRI-referentiemodel baseren, nemen enkel een verwijzing op naar dat referentiemodel, terwijl minder dan de helft aangeeft gebruik te maken van de Core -optie. De emittenten vermelden in hun verklaring van niet-financiële informatie niet steeds expliciet of zij zich aan het GRI-referentiemodel conformeren, dan wel of zij zich er enkel laten door inspireren. Zo n 60% van de emittenten die zich op het GRI-referentiemodel baseren, geeft een inhoudsopgave van de GRI-inhoud in hun verklaring van niet-financiële informatie. De geanalyseerde verklaringen van niet-financiële informatie die de SDGs als referentiemodel vermelden, bevatten een beschrijving van de impact van de betrokken vennootschappen op een beperkt aantal duurzame ontwikkelingsdoelstellingen en niet op alle 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen. Opdat de verstrekte informatie nuttig zou zijn en bovendien onderling vergelijkbaar tussen de vennootschappen van bijvoorbeeld eenzelfde sector, moet die aan een aantal criteria voldoen. De FSMA heeft bestudeerd in hoeverre de verklaringen van niet-financiële informatie effectief aan die criteria voldoen: Materieel: talrijke BEL 20-vennootschappen vermelden en beschrijven de resultaten van een materialiteitsanalyse; van de andere vennootschappen doet minder dan de helft dat. 2 Autoriteit Financiële Markten, In Balans 2018 deel A, Themaonderzoek niet-financiële informatie in bestuursverslagen 2017, 13 december

4 Evenwichtig: - De in de verklaringen van niet-financiële informatie verstrekte informatie is inhoudelijk vaak weinig evenwichtig. - In de meeste verklaringen van niet-financiële informatie worden uitsluitend elementen vermeld die gunstig zijn voor de vennootschappen, met name wanneer zij de genomen risicobeheermaatregelen beschrijven, of wanneer zij verslag uitbrengen over de bereikte positieve resultaten bij de toepassing van hun beleid. - Vaak is ook het evenwicht zoek tussen de tekstuele beschrijving en de kwantitatieve informatie. Strategisch en prospectief: Minder dan de helft van de bestudeerde verklaringen van nietfinanciële informatie bevat een beschrijving van de strategie op korte, middellange en lange termijn, en koppelt die aan kwantitatieve doelstellingen voor niet-financiële kwesties. Gericht op stakeholders: Amper één derde van de emittenten geeft een beschrijving van hun interactie met de verschillende types van stakeholders, bv. via een lijst van/tabel met die interacties. Consistent en coherent: - Bepaalde vennootschappen vermelden verbanden tussen de informatie in hun verklaring van niet-financiële informatie en de informatie in andere delen van hun jaarlijks financieel verslag, waardoor dat jaarlijks financieel verslag coherenter en logischer wordt. - Tot op heden worden echter te weinig verbanden gelegd tussen de financiële en de niet-financiële informatie. De FSMA heeft ook de informatie over de verklaringen van niet-financiële informatie onderzocht in de verslagen van de commissarissen in het kader van de wettelijke controle van de jaarrekeningen van de genoteerde vennootschappen, en in de eventuele verificatieverslagen. Een beperkt aantal vennootschappen heeft vrijwillig een beroep gedaan op een onafhankelijk deskundige en hem belast met de opdracht om de niet-financiële informatie te verifiëren (onafhankelijk limited assurance rapport). AANBEVELINGEN VOOR TOEKOMSTIGE VERKLARINGEN VAN NIET-FINANCIELE INFORMATIE De studie doet een aantal aanbevelingen om genoteerde vennootschappen te ondersteunen bij de opstelling van hun toekomstige verklaringen van niet-financiële informatie, om de inhoud en de presentatie ervan te verbeteren. Hierna volgen de belangrijkste aanbevelingen: Volledige informatie verstrekken De activiteiten van de vennootschap beschrijven in de verklaring van niet-financiële informatie of een koppeling weergeven naar het deel van het jaarlijks financieel verslag waarin deze beschrijving is opgenomen. De verbanden tussen de activiteiten van de vennootschap en de specifieke impact ervan op de niet-financiële thema's toelichten. Het beleid met betrekking tot elke niet-financiële aangelegenheid beschrijven op een manier die specifiek is voor de activiteiten, in plaats van op een algemene manier. De uitgevoerde zorgvuldigheidsprocedures vermelden en een beschrijving geven van de organisatie met betrekking tot het beheer van niet-financiële aangelegenheden en de rapportage aan de bestuursorganen. 4

5 De structuur van de in de artikelen 96, 4 en 119, 2 W.Venn. uiteengezette elementen volgen om ervoor te zorgen dat elk van de thema's en hun elementen goed uitgewerkt zijn in de verklaringen van niet-financiële informatie. Bijzondere aandacht besteden aan de sociale aangelegenheden, de eerbiediging van mensenrechten en de bestrijding van corruptie, die in de verklaringen tot nu toe minder ontwikkeld zijn. Verbeteren van de beschrijving van de niet-financiële risico's, van de vertaling van het beleid op het vlak van risicobeheer, van prestatie-indicatoren en van resultaten. Indien bepaalde aspecten niet van toepassing of niet relevant zijn voor een bepaalde aangelegenheid, dit dan duidelijk aangeven in de verklaring van niet-financiële informatie en de redenen daarvoor toelichten. Zich baseren op een referentiemodel Duidelijk aangeven welk(e) referentiemodel(len) wordt/worden gebruikt om de verklaring van niet-financiële informatie op te stellen en deze keuze(s) toelichten. Vermelden in hoeverre de vennootschap aan het referentiemodel (de referentiemodellen) heeft voldaan. Ervoor zorgen dat elk jaar hetzelfde referentiemodel wordt gebruikt. Indien gebruik wordt gemaakt van een bijkomend referentiemodel of van referentiemodel wordt veranderd, de redenen voor de nieuwe keuze of verandering uitleggen. In het geval van het referentiemodel van het Global Reporting Initiative: - Het gebruik van de huidige versie van de GRI Sustainability Reporting Standards bevestigen. - De gekozen optie, d.w.z. Core of Comprehensive, specificeren. - Een voor de geselecteerde optie volledige GRI-inhoudsopgave opnemen. - Indien deze opgave is opgenomen in een document buiten de verklaring van nietfinanciële informatie of op de website van de emittent, wordt in de verklaring van nietfinanciële informatie een expliciete koppeling naar dit document opgenomen. - Vermelden of een beroep is gedaan op een externe verificatie. In het geval van het referentiemodel van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties: - Beschrijven hoe de prestaties worden gemeten, hoe de doelstellingen tekstueel en ook zoveel mogelijk kwantitatief worden gemeten en welke vooruitgang er van jaar tot jaar is geboekt. - Een verklarende tabel of lijst met een korte beschrijving opnemen van elke geselecteerde duurzame ontwikkelingsdoelstelling, evenals een toelichting van de geplande of uitgevoerde acties met betrekking tot die doelstelling. Indien er verschillende referentiemodellen worden vermeld, uitleggen of en in welke mate elk referentiemodel wordt gebruikt om de verklaring van niet-financiële informatie op te stellen. Nuttige en vergelijkbare informatie verstrekken Een beknopte verklaring opstellen, waarbij niet-significante informatie wordt vermeden: - De processen beschrijven waarmee de significante onderwerpen konden worden geïdentificeerd en waaraan prioriteit is gegeven, en deze in hun context plaatsen, in plaats van een oppervlakkige beschrijving op te nemen. - De analyse van de materialiteit in de verklaring van niet-financiële informatie illustreren met een grafiek, bijvoorbeeld met twee assen, waarvan de ene het effect van het belang 5

6 op de activiteiten/de prestatie van de emittent en de andere het effect op de stakeholders weergeeft. - De beoordelingen van het significant belang met regelmatige tussenpozen herzien om ervoor te zorgen dat het gepubliceerde materiaal altijd significant is. Zoveel mogelijk verklaringen van niet-financiële informatie op een evenwichtige manier opstellen: - Zowel de positieve aspecten van de impact van de vennootschap als de negatieve punten ontwikkelen. - Zo objectief mogelijk verslag uitbrengen, niet alleen over de in het afgelopen jaar geboekte vooruitgang, maar ook over de ondervonden moeilijkheden. - De tekstuele beschrijving van niet-financiële informatie aanvullen met kwantitatieve en grafische informatie. De strategie met betrekking tot de verschillende niet-financiële aangelegenheden op korte, middellange en lange termijn beschrijven: - Streefcijfers verstrekken en een referentiebasis specificeren. - De beschrijving van de doelstellingen koppelen aan de beschrijving van de te nemen maatregelen en te ondernemen stappen. - Om de vooruitgang in hun prestaties te meten, moeten de doelstellingen op korte, middellange en lange termijn worden vergeleken met de prestaties van de voorgaande jaren en met die van het jaar waarop het jaarlijks financieel verslag betrekking heeft. Bijzondere aandacht besteden aan de informatiebehoeften van de stakeholders, bijvoorbeeld in het kader van een materialiteitsanalyse. De informatie in het jaarverslag en de andere onderdelen van het jaarlijks financieel verslag als een consistent en coherent geheel beschouwen: - Verwijzingen tussen deze verschillende onderdelen opnemen, bijvoorbeeld over de activiteiten, de risicobeschrijving en de corporate governance van de onderneming. - Verbanden leggen tussen de financiële en niet-financiële informatie. - Alle wijzigingen in het beleid of de methodiek van verslaggeving, de redenen voor deze wijzigingen en de gevolgen ervan toelichten. 6

7 INHOUDSTAFEL Samenvatting... 2 Inhoudstafel... 7 Deel 1: Algemeen Context van de studie Regelgevend kader Toepassingsgebied Minimuminhoud van de verklaring van niet-financiële informatie Referentiemodellen Verwijzingen naar de jaarrekeningen en aanvullende uitleg over de financiële bedragen in de jaarrekeningen Plaats van de verklaring van niet-financiële informatie Gereglementeerde informatie Reikwijdte van de studie Deel 2: Analyse en aanbevelingen Aanwezigheid, benaming en plaats van de verklaring van niet-financiële informatie Aanwezigheid van de verklaring van niet-financiële informatie Benaming van de verklaring van niet-financiële informatie Plaats Volledige informatie Beschrijving van de activiteiten van de vennootschap Beschrijving van de elementen aangaande elke niet-financiële aangelegenheid Steun op een referentiemodel Inleiding Aantal referentiemodellen en frequentie Type steun in het kader van het Global Reporting Initiative Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN Combinatie van referentiemodellen Kenmerken van een verklaring van niet-financiële informatie Materialiteit Eerlijk, evenwichtig en begrijpelijk Strategisch en prospectief Gericht op stakeholders

8 4.5. Consistent en coherent Opinie van de commissaris en certificering Principe Vaststellingen Deel 3: Conclusie GEPUBLICEERDE STUDIES

9 DEEL 1: ALGEMEEN 1. CONTEXT VAN DE STUDIE 1.1. Regelgevend kader In het kader van de omzetting van de Europese richtlijn 2014/95/EU 3 werd zowel in artikel 96 als in artikel 119 van het Wetboek van vennootschappen 4 een nieuwe paragraaf ingevoegd. Deze verplicht bepaalde genoteerde vennootschappen om niet-financiële informatie openbaar te maken. De nieuwe verplichtingen dienden voor het eerst nageleefd te worden door de vennootschappen op wie zij van toepassing zijn (zie sectie 1.2) tijdens het boekjaar beginnend op 1 januari 2017 of gedurende het kalenderjaar In het kader van haar toezicht op de door de genoteerde vennootschappen verstrekte informatie heeft de FSMA onderzocht in welke mate die vennootschappen de nieuwe bepalingen naleven. Voor de FSMA gaat het om de eerste studie over de door de genoteerde vennootschappen verstrekte niet-financiële informatie. In juli 2017 heeft de Europese Commissie een Mededeling gepubliceerd met Richtsnoeren inzake niet-financiële rapportage (methodologie voor het rapporteren van niet-financiële informatie) 5 die tot doel hebben de vennootschappen te helpen bij het bekendmaken van kwalitatief hoogstaande, relevante, nuttige consistente en meer vergelijkbare niet-financiële informatie op een wijze die veerkrachige en duurzame groei en werkgelegenheid bevordert en voor transparantie voor stakeholders zorgt 6. De studie houdt rekening met deze nietbindende richtsnoeren Toepassingsgebied De verplichting om een verklaring van niet-financiële informatie openbaar te maken is, overeenkomstig artikelen 96, 4, en 119, 2 W.Venn., van toepassing op : - (1 ) organisaties van openbaar belang, als bedoeld in artikel 4/1 W.Venn., die, op de balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar, de volgende criteria overschrijden: - (2 ) de drempel van een gemiddeld personeelsbestand van 500 werknemers 7 gedurende het boekjaar en 3 Europese richtlijn 2014/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober tot wijziging van richtlijn 2013/34/EU met betrekking tot de bekendmaking van niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote ondernemingen en groepen. 4 Zie artikel 3, 4 en artikel 5 van de wet van 3 september 2017 betreffende de bekendmaking van nietfinanciële informatie en informatie inzake diversiteit door bepaalde grote vennootschappen en groepen, B.S., 11 september PB C. 215 van 5 juli Cf. richtsnoeren, p Jaargemiddelde in voltijdse equivalenten. 9

10 - (3 ) minstens één van de twee volgende criteria: a) balanstotaal van EUR 17 miljoen of b) jaaromzet van EUR 34 miljoen exclusief BTW. De laatste twee vermelde criteria (3 ) worden berekend op enkelvoudige basis, tenzij de vennootschap een moedervennootschap is Minimuminhoud van de verklaring van niet-financiële informatie De verklaring van niet-financiële informatie moet informatie bevatten die minstens betrekking heeft op sociale, personeels- en milieuaangelegenheden, eerbiediging van mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping, in de mate waarin zulks noodzakelijk is voor een goed begrip van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van de vennootschap alsmede van de effecten van zijn activiteiten. De informatie moet het volgende omvatten: a) een korte beschrijving van de activiteiten van de vennootschap; b) een beschrijving van het door de vennootschap gevoerde beleid met betrekking tot deze aangelegenheden, waaronder de toegepaste zorgvuldigheidsprocedures; c) de resultaten van dit beleid; d) de voornaamste risico s die verbonden zijn aan deze aangelegenheden in verband met de activiteiten van de vennootschap, waaronder, waar relevant en evenredig, de zakelijke betrekkingen, producten of diensten van de vennootschap die deze gebieden mogelijk negatief kunnen beïnvloeden, en hoe de vennootschap deze risico s beheert; alsook e) de niet-financiële essentiële prestatie-indicatoren die relevant zijn voor de specifieke bedrijfsactiviteiten Referentiemodellen Voor het opmaken van de verklaring van niet-financiële informatie moeten de vennootschappen zich op Europese of internationale erkende referentiemodellen baseren. Zij moeten vermelden op welk(e) model(len) zij zich hebben gebaseerd Verwijzingen naar de jaarrekeningen en aanvullende uitleg over de financiële bedragen in de jaarrekeningen De verklaring van niet-financiële informatie moet, waar dit passend wordt geacht, tevens de relevante verwijzingen naar en aanvullende uitleg over de financiële bedragen in de jaarrekeningen, bevatten Plaats van de verklaring van niet-financiële informatie De verklaring van niet-financiële informatie wordt hetzij in het jaarverslag bij de (enkelvoudige of geconsolideerde) jaarrekeningen dan wel in een afzonderlijk verslag opgenomen. De vennootschap die de verklaring van niet-financiële informatie in een afzonderlijk verslag heeft opgemaakt, wordt vrijgesteld van de verplichting om de niet-financiële informatie in het 10

11 jaarverslag op te nemen. Het jaarverslag maakt in dit geval melding dat de verklaring van nietfinanciële informatie in een afzonderlijk verslag is opgenomen Gereglementeerde informatie Overeenkomstig artikel 2, 1, 9, van het koninklijk besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, wordt zowel de verklaring van niet-financiële informatie opgenomen in het jaarverslag als het afzonderlijke verslag als gereglementeerde informatie beschouwd. 2. REIKWIJDTE VAN DE STUDIE De studie heeft betrekking op de Belgische emittenten van aandelen en van obligaties die, op 1 november 2018, genoteerd waren op een gereglementeerde markt, onderworpen waren aan toezicht door de FSMA voor wat hun jaarlijks financieel verslag betreft, verplicht waren een verklaring van niet-financiële informatie in hun jaarlijks financieel verslag over boekjaar 2017 of op te nemen. De onderzochte populatie bestaat aldus uit 57 emittenten. Eén van deze emittenten is een onderneming die beroep heeft gedaan op de vrijstelling van de verplichting om een verklaring van niet-financiële informatie op te stellen en te publiceren die geldt voor dochterondernemingen. Deze vennootschap heeft aangegeven dat haar moedervennootschap een geconsolideerd jaarverslag had opgesteld, met inbegrip van de vereiste niet-financiële informatie. Dat brengt het aantal onderzochte verklaringen op 56. De FSMA heeft enkel emittenten in aanmerking genomen die onderworpen zijn aan de wettelijke verplichting om een verklaring van niet-financiële informatie te publiceren. Er is dus geen rekening gehouden met verklaringen van niet-financiële informatie die vrijwillig zijn gepubliceerd door emittenten die wettelijk niet verplicht zijn een verklaring van nietfinanciële informatie te publiceren. Van deze 56 emittenten behoren er 14 tot de BEL 20-index, 8 36 vennootschappen zijn genoteerd op het continusegment en 4 op de fixingmarkt van Euronext. Twee vennootschappen zijn genoteerd op een buitenlandse gereglementeerde markt, namelijk Euronext Parijs. In de commentaren in de volgende hoofdstukken zijn deze twee vennootschappen opgenomen in de groep van ondernemingen die op het continusegment zijn genoteerd. In de onderzoekspopulatie is slechts één onderneming enkel emittent van genoteerde obligaties. De verklaring van niet-financiële informatie 2017 werd slechts in één taal onderzocht. Eventuele verschillen tussen de verschillende taalversies werden aldus niet gedetecteerd. 8 De overige zes vennootschappen die deel uitmaken van de BEL 20 zijn niet opgenomen in de scope van de studie aangezien zij niet Belgisch zijn (drie emittenten) of niet onderworpen zijn aan de verplichting om een verklaring van niet-financiële informatie te publiceren, omdat zij niet aan het criterium van het gemiddelde aantal van 500 werknemers kwamen (drie emittenten). 11

12 Gezien enkel publiek beschikbare informatie werd onderzocht, heeft de studie zich noodzakelijkerwijze beperkt tot de naleving van formele aspecten van de verklaring van nietfinanciële informatie. Ook wordt opgemerkt dat de analyse, in het kader van deze studie, van de niet-financiële informatie die door emittenten wordt verstrekt, subjectief van aard is. In vergelijking met de analyse van de jaarrekening bestaan de verklaringen van niet-financiële informatie proportioneel gezien uit meer tekstuele, minder feitelijke en gekwantificeerde informatie. Deze informatie is dus vaker voor interpretatie vatbaar. Alleen de verklaringen van niet-financiële informatie maken het voorwerp uit van deze studie. De informatie met betrekking tot de diversiteit van de raad van bestuur werd niet onderzocht. Deel 2 van deze studie geeft een analyse van de verklaringen van niet-financiële informatie met betrekking tot het boekjaar Het bevat ook voorbeelden van goede praktijken en aanbevelingen om de presentatie en kwaliteit van toekomstige verklaringen van nietfinanciële informatie te verbeteren. Hoofdstuk 1 handelt over de aanwezigheid, de naam en de plaats van de verklaring van nietfinanciële informatie, hoofdstuk 2 over de mate waarin de vennootschappen de elementen met betrekking tot de vragen van niet-financiële informatie opnemen, hoofdstuk 3 over het gebruik van referentiemodellen, hoofdstuk 4 over de kenmerken van de verklaring van nietfinanciële informatie en hoofdstuk 5 over de opinie van de commissaris en de certificering. 12

13 DEEL 2: ANALYSE EN AANBEVELINGEN 1. AANWEZIGHEID, BENAMING EN PLAATS VAN DE VERKLARING VAN NIET-FINANCIËLE INFORMATIE 1.1. Aanwezigheid van de verklaring van niet-financiële informatie Van de 56 bestudeerde vennootschappen hadden er twee op het moment van publicatie van hun jaarlijks financieel verslag over 2017 nog geen verklaring van niet-financiële informatie bijgevoegd. Een van deze twee vennootschappen gaf echter aan dat deze verklaring van nietfinanciële informatie deel zou uitmaken van een verslag over duurzame ontwikkeling dat daarna werd gepubliceerd. De andere vennootschap heeft ook een verklaring van nietfinanciële informatie gepubliceerd na de publicatie van haar jaarlijks financieel verslag Benaming van de verklaring van niet-financiële informatie Vaststellingen Er dient te worden opgemerkt dat er verschillende titels worden gebruikt om de verklaringen van niet-financiële informatie aan te duiden. In de helft van de verklaringen gaat het om een titel zoals Verklaring van niet-financiële informatie / Niet-financiële informatie / Nietfinanciële prestatie-indicatoren, in iets meer dan 20% van de gevallen, om een titel zoals Duurzaamheid/Duurzaamheidsverslag/Duurzaamheidsmodel, in 20% van de verklaringen om een titel zoals Maatschappelijk verantwoord ondernemen / Ecologische, sociale en governance-gerelateerde verantwoordelijkheid, en in andere gevallen om een andere benaming. Een uitsplitsing per marktsegment waarop de betrokken vennootschap genoteerd staat, geeft het volgende resultaat: BEL 20 Continumarkt en fixingmarkt Totaal Verklaring van niet-financiële informatie / Niet-financiële informatie / Nietfinanciële prestatie-indicatoren Duurzaamheid / Duurzaamheidsverslag / Duurzaamheidsmodel Maatschappelijk verantwoord ondernemen / Ecologische, sociale en governancegerelateerde verantwoordelijkheid 9% 41% 50% 3,5% 19,5% 23% 5,5% 14,5% 20% Andere titel 7% 0% 7% Totaal 25 % 75 % 100 % Tabel 1 : Benaming van de verklaring van niet-financiële informatie 13

14 Ongeveer 10% van de vennootschappen gebruikt een andere titel dan verklaring van nietfinanciële informatie of niet-financiële informatie, maar vermeldt in de inhoud geen verwijzing naar het wettelijk kader of de benaming van niet-financiële informatie. Dit draagt niet bij aan de duidelijkheid van de informatie Aanbeveling Het is zinvol dat de emittenten in de titel van de passage of in de inleiding duidelijk aangeven dat dit de verklaring van niet-financiële informatie is die in overeenstemming met het wettelijk kader is opgesteld Plaats Plaats van de verklaring van niet-financiële informatie De verklaring van niet-financiële informatie is opgenomen in het jaarverslag bij de (statutaire of geconsolideerde) jaarrekening of kan worden opgenomen in een afzonderlijk verslag Jaarverslag Er wordt opgemerkt dat van de bedrijven die hun verklaring van niet-financiële informatie niet in een afzonderlijk verslag opnemen, ongeveer 65% hun verklaring van niet-financiële informatie opneemt in het jaarverslag stricto sensu en dat ongeveer 35% het in een ander deel van het jaarlijks financieel verslag heeft opgenomen 9. 80% van de BEL 20-vennootschappen namen hun verklaring van niet-financiële informatie op in het jaarverslag stricto sensu, terwijl dit percentage voor bedrijven van het continusegment en de fixingmarkt daalde tot minder dan 60%. Ook is vastgesteld dat sommige emittenten in hun jaarlijks financieel verslag, bijvoorbeeld in hun inhoudsopgave, nog steeds niet expliciet aangeven welke hoofdstukken hun jaarverslag vormen en de informatie bevatten die vereist is op grond van artikel 96, respectievelijk 119 W.Venn. Er wordt aan herinnerd dat de FSMA de emittenten al sinds jaren vraagt om in hun jaarlijks financieel verslag duidelijk aan te geven welke informatie deel uitmaakt van het jaarverslag Afzonderlijk verslag Er wordt opgemerkt dat de verklaring van niet-financiële informatie voor iets minder dan 30% van de bedrijven in deze studie in een afzonderlijk verslag werd opgenomen, namelijk voor drie BEL 20-bedrijven en voor twaalf andere die genoteerd staan op het continusegment en de fixingmarkt. Het jaarverslag moet een vermelding bevatten dat de verklaring van niet-financiële informatie in een afzonderlijk verslag is opgesteld en dit verslag moet bij het jaarlijks financieel verslag worden gevoegd. 9 In deze studie worden de verklaringen van niet-financiële informatie die in andere delen van het jaarlijks financieel verslag zijn opgenomen dan in het jaarverslag wel in beschouwing genomen. 10 Cf. punt van circulaire FSMA_2012_01. 14

15 Eén vennootschap heeft in haar jaarlijks financieel verslag echter niet expliciet verwezen naar haar verklaring van niet-financiële informatie in een afzonderlijk verslag. Eén emittent van de BEL 20 en één emittent van het continusegment hebben in hun jaarlijks financieel verslag een expliciete verwijzing opgenomen naar een afzonderlijk verslag, maar hierbij geven zij niet duidelijk aan dat dit laatste hun verklaring van niet-financiële informatie vormt. Ook wordt opgemerkt dat de overgrote meerderheid van deze afzonderlijke verslagen niet in één document bij het jaarlijks financieel verslag is gevoegd. Deze afzonderlijke verslagen zijn evenwel beschikbaar op de websites van de ondernemingen 11. Uit de studie blijkt dat veel afzonderlijke verslagen niet zijn geüpload op het ecorporate-platform. Ook werd opgemerkt dat sommige bedrijven een duurzaamheidsverslag hebben naast een verklaring van niet-financiële informatie in hun jaarlijks financieel verslag. Zo hebben twee BEL 20-bedrijven en drie bedrijven van het continusegment een verklaring van niet-financiële informatie opgenomen in hun jaarverslag of in een ander deel van hun jaarlijks financieel verslag en hebben zij voor meer informatie verwezen naar hun afzonderlijk verslag over duurzame ontwikkeling. Een andere onderneming van het continusegment heeft in haar verklaring van niet-financiële informatie echter geen verwijzing opgenomen naar haar verslag over maatschappelijk verantwoord ondernemen, hoewel het nuttige informatie bevat, zoals een materialiteitsanalyse en de resultaten hiervan, een tabel met kruisverwijzingen naar het gebruikte referentiemodel, een beschrijving van de interactie met de stakeholders Aanbevelingen Er wordt aan herinnerd dat de FSMA de emittenten vraagt om in hun jaarlijks financieel verslag duidelijk aan te geven welke informatie deel uitmaakt van het jaarverslag. Voor vennootschappen die hun verklaring van niet-financiële informatie opnemen in hun jaarverslag (of, tot nu toe, in een ander deel van het jaarlijks financieel verslag) en een andere titel gebruiken dan verklaring van niet-financiële informatie / niet-financiële informatie, is het nuttig om aan te geven dat de verstrekte informatie overeenstemt met de verklaring van niet-financiële informatie zoals vereist door artikel 96, 4 of 119, 2 W.Venn. Vennootschappen die hun verklaring van niet-financiële informatie in een afzonderlijk verslag opstellen, worden eraan herinnerd dat zij in hun jaarlijks financieel verslag hiernaar ook moeten verwijzen. Voor emittenten die hun afzonderlijk verslag anders noemen dan een verklaring van niet-financiële informatie, zoals een duurzaamheidsverslag, wordt aanbevolen om in hun jaarlijks financieel verslag aan te geven dat dit afzonderlijke verslag hun verklaring van niet-financiële informatie bevat. Emittenten worden er ook aan herinnerd dat hun afzonderlijke verslagen moeten worden geüpload op het ecorporate-platform onder de rubriek duurzaamheidsverslag. 11 In deze studie zijn de afzonderlijke verklaringen van niet-financiële informatie die beschikbaar zijn op de websites van de bedrijven maar die niet bij het jaarlijks financieel verslag waren gevoegd echter wel in beschouwing genomen. 12 Gelet op het ontbreken van een verwijzing in de verklaring van niet-financiële informatie naar het verslag over maatschappelijk verantwoord ondernemen van deze onderneming, is de informatie uit dit verslag niet in deze studie meegenomen. 15

16 Wanneer emittenten naast hun verklaring van niet-financiële informatie in het jaarverslag ook een duurzaamheidsverslag hebben, kan het nuttig zijn om een koppeling tussen de documenten op te nemen, in het bijzonder als het duurzaamheidsverslag belangrijke informatie bevat die niet in de verklaring van niet-financiële informatie is opgenomen Plaats van andere informatie met betrekking tot de verklaring van niet-financiële informatie Er wordt opgemerkt dat een aantal emittenten voor bepaalde gegevens in hun verklaringen van niet-financiële informatie verwijzen naar: enerzijds andere hoofdstukken van het jaarlijks financieel verslag, bijvoorbeeld voor de beschrijving van de activiteiten en de strategie, of voor de beschrijving van de voornaamste risico's die de emittenten lopen, en anderzijds naar documenten die op hun website worden gepubliceerd, zoals het corporate governance charter of de interne ethische code. Deze aanpak is aanvaardbaar. De richtsnoeren van de Europese Commissie erkennen expliciet het belang van de koppelingen en interacties tussen de informatie (connectiviteit), of het nu gaat om verschillende aspecten van niet-financiële informatie of tussen financiële en nietfinanciële informatie 13. In deze studie is in gevallen waarin in de verklaring van niet-financiële informatie verwijzingen waren opgenomen, rekening gehouden met de informatie uit andere delen van het jaarlijks financieel verslag, uit de toelichtingen bij de jaarrekening of uit andere documenten die op de websites van de emittenten zijn gepubliceerd, zoals een ethische code, een gedragscode voor leveranciers, de informatie over duurzame ontwikkeling of de GRI-inhoudsopgave (zie sectie 3.3.2). Bij gebrek aan dergelijke verwijzingen is de eventueel nuttige informatie die elders dan in de verklaring van niet-financiële informatie zelf zou kunnen zijn opgenomen, buiten beschouwing gelaten. 2. VOLLEDIGE INFORMATIE Vennootschappen moeten voldoen aan een minimuminhoud van niet-financiële informatie overeenkomstig de artikelen 96, 4 en 119, 2 W.Venn., met betrekking tot sociale, milieuen personeelsaangelegenheden, eerbiediging van de mensenrechten en de bestrijding van corruptie (zie sectie 1.3) Beschrijving van de activiteiten van de vennootschap Vaststellingen In de studie is geanalyseerd in hoeverre de vennootschappen een beschrijving van hun activiteiten opnemen. Er wordt aan herinnerd dat artikel 96, 1 W.Venn. vereist dat de vennootschappen in hun jaarverslag ten minste een getrouw overzicht geven van de ontwikkeling, de resultaten en de positie van de vennootschap, alsook een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden. Als gevolg 13 Richtsnoeren, p

17 hiervan leggen veel vennootschappen hun activiteiten al uit in een ander deel van het jaarverslag of jaarlijks financieel verslag dan in de verklaring van niet-financiële informatie. Er wordt opgemerkt dat slechts ongeveer 30% van de vennootschappen een beschrijving van hun activiteiten heeft opgenomen in hun verklaring van niet-financiële informatie zelf. De overgrote meerderheid van de vennootschappen neemt deze beschrijving op in een ander deel van hun jaarlijks financieel verslag. Er wordt evenwel opgemerkt dat emittenten toch lijken te vergeten in hun verklaring van niet-financiële informatie een verwijzing op te nemen naar de plaats in het jaarlijks financieel verslag waar de beschrijving van hun activiteiten is opgenomen. Ongeveer 80% van de vennootschappen die hun activiteiten niet beschrijven in hun verklaring van niet-financiële informatie zelf, hebben geen verwijzing opgenomen naar het deel van het jaarlijks financieel verslag waar die beschrijving is opgenomen. Ook is vastgesteld dat de koppelingen tussen de activiteiten van de vennootschappen en de niet-financiële informatie ontbreken of in veel gevallen niet erg duidelijk zijn Aanbevelingen Er wordt aanbevolen dat alle emittenten hun activiteiten beschrijven in de verklaring van nietfinanciële informatie dan wel een koppeling opgeven naar het deel van het jaarlijks financieel verslag waarin een dergelijke beschrijving is opgenomen. Het zou overigens nuttig zijn dat de vennootschappen de verbanden tussen hun activiteiten en de specifieke impact ervan op niet-financiële thema's toelichten Beschrijving van de elementen aangaande elke niet-financiële aangelegenheid Overzicht In de studie is ook geanalyseerd in hoeverre de vennootschappen per niet-financiële aangelegenheid rapporteren over elementen zoals het gevoerde beleid, de toegepaste zorgvuldigheidsprocedures, de voornaamste risico's en de wijze waarop de vennootschappen deze risico's beheren, de beleidsresultaten en de niet-financiële essentiële prestatieindicatoren (KPI's). De resultaten van deze analyse worden hieronder grafisch weergegeven. 17

18 beleid zorgvuldigheidsprocedures risico's resultaten KPI bestrijding van corruptie en omkoping sociaal 100% 80% 60% 40% 20% 0% milieu eerbiediging van mensenrechten personeel Grafiek 1 : Opname van de niet-financiële aangelegenheden en hun elementen in de verklaringen van niet-financiële informatie Gevoerd beleid Zoals uit bovenstaande grafiek blijkt, beschrijft de overgrote meerderheid van de bedrijven het beleid dat zij toepassen. In sommige gevallen is deze beschrijving echter niet specifiek voor de activiteiten van de emittent en het effect ervan op de niet-financiële aangelegenheden. De meeste vennootschappen beschrijven hoofdzakelijk hun milieu- en personeelsbeleid. Maar er kan ook meer aandacht worden besteed aan het sociaal beleid, evenals aan het beleid op het gebied van de eerbiediging van de mensenrechten en de bestrijding van corruptie Toegepaste zorgvuldigheidsprocedures Overeenkomstig de artikelen 96, 4 en 119, 2 W.Venn. gaat de beschrijving van het door de vennootschap toegepaste beleid op het vlak van niet-financiële aangelegenheden vergezeld van een beschrijving van de uitgevoerde zorgvuldigheidsprocedures. Er werd echter vastgesteld dat de zorgvuldigheidsprocedures veel minder vaak worden beschreven in de verklaringen van niet-financiële informatie dan het toegepaste beleid. Daarom werd het nuttig geacht om bij de beoordeling een onderscheid te maken tussen de beschrijving van het beleid en de beschrijving van de toegepaste zorgvuldigheidsprocedures. Op het vlak van goede praktijken kunnen deze zorgvuldigheidsmaatregelen en -procedures bijvoorbeeld gericht zijn op het identificeren van risico's, het volgen van hun evolutie en hun impact op de activiteiten en de omgeving van de vennootschap, alsook op de doeltreffendheid van de genomen maatregelen om de risico's te beheren. Deze zorgvuldigheidsmaatregelen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de veiligheid van de werknemers, de kwaliteit en de veiligheid van de producten en diensten die aan de klanten of gebruikers worden aangeboden, de beoordeling van de toeleveringsketen op het vlak van sociale aangelegenheden, milieu, mensenrechten en de bestrijding van corruptie. 18

19 Er kunnen ook verbanden worden gemaakt met corporate governance, bijvoorbeeld in de manier waarop de directie en de raad van bestuur betrokken zijn bij de niet-financiële aangelegenheden en de manier waarop zij het belang van de elementen en hun risico's beoordelen, of in de oprichting van een team dat zich met deze aangelegenheden bezighoudt en rapporteert aan het management van de vennootschap. Uit de studie blijkt dat bijna 40% van de verklaringen van niet-financiële informatie een beschrijving van deze verbanden bevat. Bij de BEL 20-vennootschappen loopt dit percentage op tot meer dan 70%. Bij de voorbeelden van goed gedrag vermelden we het creëren van een managersfunctie en een team waarin de verschillende afdelingen of activiteiten van een emittent zijn vertegenwoordigd, die bepalen op welke manier de emittent de niet-financiële aangelegenheden op het gebied van strategie, programma en opvolging aanpakt en die deze aangelegenheden aan het directiecomité en/of de raad van bestuur rapporteren Resultaten, risico s en niet-financiële essentiële prestatie-indicatoren In de verklaringen van niet-financiële informatie zijn veel lacunes vastgesteld met betrekking tot de beschrijving van de resultaten van het gevoerde beleid, de voornaamste risico's in verband met de niet-financiële aangelegenheden en de wijze waarop de vennootschappen deze risico's beheren, alsook met betrekking tot de opname van essentiële prestatieindicatoren van niet-financiële aard. Verschillende vennootschappen hebben echter al erkend dat zij in hun verklaringen van nietfinanciële informatie deze elementen niet hebben opgenomen (zie sectie 2.2.8). Ook wordt opgemerkt dat het onderscheid op het vlak van kwantiteit en kwaliteit van de verstrekte informatie over milieu- en personeelsaangelegenheden enerzijds, en sociale aangelegenheden, de eerbiediging van mensenrechten en de bestrijding van corruptie anderzijds, in het geval van deze elementen nog duidelijker naar voren komt dan in de beschrijving van het toegepaste beleid Vastgestelde lacunes op het vlak van de sociale aangelegenheden Er wordt opgemerkt dat sociale en personeelsaangelegenheden vaak in hetzelfde deel van de verklaring van niet-financiële informatie zijn gegroepeerd. De richtsnoeren van de Europese Commissie behandelen overigens ook de thematische aspecten van deze twee aangelegenheden in één en hetzelfde hoofdstuk (hoofdstuk 4.6, b). Ze lijken dus op het eerste gezicht met elkaar verbonden te zijn. In de loop van deze studie werd echter vastgesteld dat sommige verklaringen deze twee thema's combineerden. Hoewel elk van deze twee aangelegenheden in een gemeenschappelijke titel van bepaalde verklaringen van nietfinanciële informatie wordt vermeld, bleek in de praktijk dat de inhoud van de informatie alleen betrekking had op personeelsgerelateerde aspecten (bv. diversiteit, opleiding, beloning, welzijn, veiligheid en gezondheid van het personeel), maar niet op de sociale aangelegenheden die niet rechtstreeks verband houden met het personeel. Op het vlak van goede praktijken hebben de vennootschappen, die in hun verklaringen van niet-financiële informatie sociale aangelegenheden hebben behandeld, bijvoorbeeld de impact van hun activiteiten, producten of diensten op de gezondheid, de veiligheid, het onderwijs, de opleiding of het welzijn van de consumenten, klanten en lokale gemeenschappen beschreven. Sommige vennootschappen beschrijven ook 19

20 sponsoractiviteiten of maatregelen die zijn genomen om de bescherming en ontwikkeling van lokale gemeenschappen te waarborgen Vastgestelde lacunes op het vlak van de eerbiediging van de mensenrechten en de bestrijding van corruptie Uit de analyse blijkt ook dat veel vennootschappen, die een beschrijving hebben opgenomen van het beleid op het gebied van de eerbiediging van de mensenrechten en de bestrijding van corruptie, doorgaans geen beschrijving opnemen van de risico's die specifiek zijn voor hun activiteiten in verband met deze aangelegenheden. Er zijn maar weinig vennootschappen die de maatregelen beschrijven die zij hebben genomen om deze risico's tegen te gaan, essentiële prestatie-indicatoren identificeren die relevant zijn voor deze aangelegenheden en de resultaten van het gevoerde beleid beschrijven. Op het vlak van risicobeheer is het een goede praktijk om te beschrijven of de onderneming een ethische code oplegt, of de werknemers zich ertoe verbinden deze na te leven en welke maatregelen worden genomen om eventuele niet-naleving op te sporen en te verhelpen. Sommige aspecten van de eerbiediging van de mensenrechten en corruptiebestrijding worden inderdaad over t algemeen beschreven in de ethische codes voor de medewerkers en het management. Ook met betrekking tot de leveranciers is het nuttig om uit te leggen wat de selectieprocedures zijn en hoe een bedrijf zijn leveranciers aanmoedigt of verplicht om hun prestaties te verbeteren op het gebied van niet-financiële aangelegenheden, met inbegrip van die met betrekking tot de eerbiediging van de mensenrechten en de bestrijding van corruptie. Wat de essentiële prestatie-indicatoren betreft, omvatten de bestudeerde verklaringen van niet-financiële informatie die over deze aangelegenheden rapporteren, bijvoorbeeld het aantal werknemers die een opleiding over een ethische code hebben gevolgd en zich ertoe hebben verbonden deze na te leven, het aantal productielocaties dat voldoende reageert op een controle die deze aangelegenheden omvat, of het aantal leveranciers dat door het bedrijf of door een onafhankelijke erkende instantie aan een dergelijke controle is onderworpen. Er kon worden vastgesteld dat meer dan 90% van de vennootschappen melding maakt van een ethische of gedragscode voor hun activiteiten en dat ongeveer 60% van de vennootschappen aangeeft dat zij hun leveranciers onderwerpen aan selectiecriteria voor duurzame ontwikkeling of een controle inzake deze aangelegenheden, uitgevoerd door de emittenten zelf of door externe organisaties. Ook lijkt het erop dat veel bedrijven de neiging hebben om een beschrijving van de resultaten van hun beleid op het gebied van de eerbiediging van de mensenrechten en de bestrijding van corruptie te vergeten. Deze resultaten kunnen meer bepaald voortvloeien uit de toepassing van relevante essentiële prestatie-indicatoren. Op het vlak van goede praktijken vermelden sommige vennootschappen ook of ze het afgelopen jaar klachten hebben ontvangen over onethisch gedrag, mensenrechtenschendingen of fraude, of ze bepaalde zakelijke relaties hebben moeten beëindigen als gevolg van corruptie of andere ethische schendingen, of dat er juridische procedures lopen Eerste publicatie Deze studie toont aan dat de verklaring van niet-financiële informatie over 2017 in bijna de helft van de onderzochte gevallen een eerste publicatie van dit type blijkt te zijn. 20

21 Wat de BEL 20-bedrijven betreft, lijkt dit soort informatie slechts in ongeveer 20% van de gevallen nieuw te zijn. Met betrekking tot de vennootschappen die op het continusegment en de fixingmarkt genoteerd staan, lijkt de verklaring van niet-financiële informatie in ongeveer 55% van de gevallen een eerste publicatie van dit type te zijn. De andere vennootschappen die in deze studie zijn opgenomen, hebben eerder al meer of minder gedetailleerde niet-financiële informatie gerapporteerd, hetzij in het kader van een geïntegreerd verslag, hetzij als onderdeel van een hoofdstuk van het jaarlijks financieel verslag met betrekking tot duurzame ontwikkeling of maatschappelijk verantwoord ondernemen van het bedrijf, hetzij in een afzonderlijk verslag Erkenning van lacunes Verschillende vennootschappen hebben in hun verklaring van niet-financiële informatie aangegeven dat zij de analyse van de niet-financiële informatie onder deze verschillende thema's en aspecten nog niet volledig hebben afgerond. Voor sommige bedrijven waren bepaalde stappen, zoals de invoering van het beleid inzake duurzame ontwikkeling, de consistente verzameling van alle gegevens en de analyse van significante gegevens, de vaststelling van concrete doelstellingen naar aanleiding van deze analyse, alsook de implementatie van relevante essentiële prestatie-indicatoren voor de hele groep en toeleveringsketen, zich binnen hun organisatie nog in de beginfase. Vijftien vennootschappen gaven toe dat de informatie in hun verklaring van niet-financiële informatie lacunes vertoonde, waaronder twee van de BEL 20, elf van het continusegment en twee van de fixingmarkt. Ook wordt opgemerkt dat het de bedoeling van de meerderheid van deze vennootschappen is om de ontbrekende informatie zoveel mogelijk te verstrekken in hun volgende verklaringen van niet-financiële informatie: Voor zes vennootschappen buiten de BEL 20 hebben deze lacunes te maken met beleid en andere elementen die specifiek betrekking hebben op sociale aangelegenheden, mensenrechten en de bestrijding van corruptie. Een ervan vermeldt ook de personeelsaangelegenheden. De twee BEL 20-vennootschappen leggen uit dat zij hun analyse van de significante uitdagingen en risico's zullen blijven uitdiepen, in overleg met hun respectieve stakeholders. Zes vennootschappen van het continusegment en één van de fixingmarkt voorzien om essentiële prestatie-indicatoren vast te stellen voor alle of voor sommige hangende aangelegenheden Het begrip comply or explain Voorschriften in de wetgeving en het Wetboek van Vennootschappen De artikelen 96, 4 en 119, 2 W.Venn. bepalen dat wanneer de vennootschap geen beleid voert met betrekking tot één of meerdere aangelegenheden (sociaal, personeel, milieu, eerbiediging van mensenrechten, bestrijding van corruptie en omkoping), dat dan de verklaring van niet-financiële informatie een duidelijke en gemotiveerde toelichting moet bevatten waarom zij dit niet doet. De richtsnoeren van de Europese Commissie bepalen in 21

22 hoofdstuk 4.2 dat de overige vereisten inzake de opstelling van verslagen van toepassing blijven (bijvoorbeeld het bedrijfsmodel, de voornaamste risico's, enz.) Vaststellingen Behalve de erkenning van lacunes bij sommige emittenten (zie sectie2.2.7), die verband houden met de nieuwigheid van de uit te voeren rapportage, bestaat de enige verklaring die in het kader van deze studie kon worden gevonden om de niet-toepassing van een beleid met betrekking tot een thematische aangelegenheid toe te lichten, in de afwijzing van dergelijk beleid na een materialiteitsanalyse. Veel vennootschappen voeren een materialiteitsanalyse uit om de thema's en elementen te identificeren die zowel voor hun activiteiten als voor hun stakeholders van belang zijn (zie sectie 4.1). Bij de conclusies van de materialiteitsanalyse, rekening houdend met de impact van de nietfinanciële aangelegenheden, heeft één vennootschap bijvoorbeeld de redenen toegelicht waarom mensenrechtenaangelegenheden niet nader worden uitgewerkt in haar verklaring van niet-financiële informatie. Hoewel een beschrijving van elk beleid niet in elke verklaring van niet-financiële informatie is opgenomen, kon de studie, afgezien van bovenvermeld geval, geen andere duidelijke en gemotiveerde verklaringen aanwijzen waarom men dit niet had gedaan Conclusie en aanbevelingen Aangezien de verklaring van niet-financiële informatie voor 2017 voor veel emittenten een eerste publicatie van dit soort informatie was en verschillende emittenten reeds de noodzaak hebben erkend om de voor de volgende verklaringen verstrekte informatie te vervolledigen, lijkt het dan ook logisch om te verwachten dat de inhoud van de verklaringen van nietfinanciële informatie aanzienlijk zal verbeteren en dat zij bijgevolg beter aan de wettelijke verplichtingen zullen voldoen. Het is voor de vennootschappen nuttig om te proberen het beleid dat zij toepassen met betrekking tot elke niet-financiële aangelegenheid te beschrijven op een manier die specifiek is voor hun activiteiten, in plaats van in het algemeen, zodat de verstrekte informatie een reële toegevoegde waarde heeft. De vennootschappen moeten ervoor zorgen dat zij niet vergeten een beschrijving van de uitgevoerde zorgvuldigheidsprocedures op te nemen. Vennootschappen bieden ook interessante informatie wanneer zij hun specifieke organisatie beschrijven op het vlak van het beheer van niet-financiële aangelegenheden en de rapportage aan bestuursorganen. Om ervoor te zorgen dat elk van de thema's en hun elementen goed uitgewerkt zijn in de verklaringen van niet-financiële informatie, wordt aanbevolen om de structuur van de elementen vermeld in de artikelen 96, 4 en 119, 2 W.Venn. te volgen, voor zover noodzakelijk voor een goed begrip van de ontwikkeling van de zaken, de prestaties, de positie van de vennootschap en de impact van haar activiteiten. Er zouden verbeteringen kunnen worden aangebracht in de beschrijving van de niet-financiële risico's, de vertaling van het beleid in termen van risicobeheer, prestatie-indicatoren en resultaten. 22

23 Er zou bijzondere aandacht kunnen worden besteed aan de sociale aangelegenheden, de eerbiediging van de mensenrechten en de bestrijding van corruptie, die in de verklaringen tot nu toe minder uitgewerkt zijn. Indien bepaalde aspecten niet van toepassing of relevant zijn voor de vennootschap met betrekking tot een bepaalde aangelegenheid, of het nu gaat om de sociale, milieu- en personeelsaspecten, de eerbiediging van de mensenrechten of de bestrijding van corruptie, wordt aanbevolen dit duidelijk te vermelden in de verklaring van niet-financiële informatie en de redenen daarvoor toe te lichten. 3. STEUN OP EEN REFERENTIEMODEL 3.1. Inleiding In het kader van deze studie werd geanalyseerd af de emittenten zich voor de opstelling van hun verklaring van niet-financiële informatie gesteund hebben op erkende Europese of internationale referentiemodellen. De artikelen 96, 4 en 119, 2 C.Soc. bepalen dat de Koning een lijst kan opmaken met de Europese en internationale erkende referentiemodellen en de zorgvuldigheidsprocedures waarop de vennootschap zich mag baseren. De FSMA stelt vast dat er nog geen dergelijk besluit bestond op het ogenblik van de openbaarmaking van de verklaringen van niet-financiële informatie met betrekking tot 2017 en evenmin op het ogenblik van de openbaarmaking van deze studie. Er bestaat wel een advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven over referentiemodellen voor de verklaring van niet-financiële informatie waarin naar een ontwerp van koninklijk besluit wordt verwezen (CRB ) 14. In de memorie van toelichting bij de wet van 3 september 2017 worden op niet-exhaustieve wijze een aantal internationaal erkende richtlijnen en standaarden opgesomd 15. De richtsnoeren van de Europese Commissie bevatten in hun inleiding eveneens een lijst van kaders waarop de Commissie zich gebaseerd heeft om de beginselen en de inhoud van de richtsnoeren uit te werken Aantal referentiemodellen en frequentie Afwezigheid van referentiemodel Er wordt opgemerkt dat iets minder dan 20% van de emittenten in deze studie niet meldt dat zij een erkend referentiemodel hebben gebruikt om hun verklaring van niet-financiële informatie op te stellen 17. Slechts één van hen maakt deel uit van de BEL Het advies CRB is beschikbaar op de website van de CRB. 15 Parl. St., kamer, , 2564/1, Richtsnoeren, p Eén emittent van het continusegment heeft in zijn verklaring slechts aangegeven dat hij lid is van het CDP. Hij werd daarom niet meegeteld in het aantal emittenten die verklaarden dat zij zich op een erkend referentiemodel hadden gesteund. 23

24 2 1 BEL 20 Continumarkt Fixingmarkt 8 Grafiek 2 : Aantal vennootschappen per marktsegment, die niet hebben vermeld dat ze zich op een erkend referentiemodel hebben gebaseerd Vier van deze emittenten zijn van plan om zich op een erkend referentiemodel te baseren bij hun volgende verklaring van niet-financiële informatie: - De emittent van de BEL 20 heeft aangegeven dat hij in de toekomst wil uitgaan van twee referentiemodellen, waaronder de Sustainability Reporting Standards van het Global Reporting Initiative. - Twee emittenten van het continusegment zijn eveneens van plan zich te baseren op het referentiekader van het Global Reporting Initiative en een derde heeft nog geen referentiemodel opgegeven voor zijn volgende verklaring. Er werden ook enkele discrepanties vastgesteld tussen de inhoud van de verklaring van nietfinanciële informatie en de opinie van de commissaris. Bij één emittent heeft de commissaris aangegeven dat de verklaring van niet-financiële informatie gebaseerd is op een erkend referentiemodel, maar zonder te vermelden welk. In de verklaring van niet-financiële informatie van de emittent wordt echter geen melding gemaakt van een referentiemodel. In een ander geval gaf de commissaris aan dat de emittent zich niet had gebaseerd op een erkend Europees of internationaal referentiemodel, terwijl de emittent in zijn verklaring twee referentiemodellen vermeldt Aantal referentiemodellen Behalve de emittenten die geen referentiemodel opgaven, vermeldden de andere 45 ten minste één referentiemodel in hun verklaring van niet-financiële informatie. Iets meer dan 40% van deze emittenten noemde slechts één referentiemodel, iets meer dan 30% twee referentiemodellen en ongeveer een kwart van deze emittenten noemde er zelfs meer dan twee. 24

25 Geen Een Twee Meer dan twee Grafiek 3 : Aantal verklaringen van niet-financiële informatie waarin geen, één, twee of meer dan twee referentiemodellen worden vermeld Van de emittenten die slechts één referentiemodel vermeldden, maakt bijna 90% deel uit van het continusegment. De meerderheid van de verklaring van niet-financiële informatie van de emittenten van de BEL 20 (meer dan 60%) vermeldt meer dan twee referentiemodellen, terwijl dit het geval is voor slechts een kleine minderheid (minder dan 10%) van de emittenten van het continusegment. Geen enkele emittent op de fixingmarkt vermeldde meer dan twee referentiemodellen. BEL Continumarkt Fixingmarkt Geen Twee Een Meer dan twee Geen Twee Een Meer dan twee Geen Twee Een Meer dan twee Grafiek 4 : Verdeling, per marktsegment, van het aantal verklaringen waarin geen, één, twee of meer dan twee referentiemodellen worden vermeld Door de vennootschappen vermelde referentiemodellen De 45 emittenten die in hun verklaring van niet-financiële informatie minstens één referentiemodel vermeldden, verwezen naar één van de volgende referentiemodellen : het CDP (voorheen the Carbon Disclosure Project), het OESO-richtsnoer inzake de zorgvuldigheidseisen voor verantwoorde bevoorradingsketens van bodemschatten uit door conflicten getroffen gebieden en risicogebieden, en de toevoegingen, het Global Reporting Initiative (GRI), 25

26 de richtlijnen voor multinationale ondernemingen van de OESO, ISO van de Internationale Organisatie voor normalisatie, het International Integrated Reporting Framework (Framework van de IIRC), het Natural Capital Protocol, de Sustainability Accounting Standards Board (SASB), de Tripartiete beginselverklaring betreffende multinationale ondernemingen en sociaal beleid van de Internationale Arbeidsorganisatie, het Global Compact van de Verenigde Naties ( Global Compact ), de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties (UN Sustainable Development Goals of SDGs), Resolution of 25 September 2015 transforming our world: the 2030 Agenda for Sustainable Development. De grote meerderheid van de 45 emittenten heeft zich gebaseerd op het model van het Global Reporting Initiative 18. Dit werd in meer dan 75% van de gevallen opgegeven. Het op één na meest genoemde referentiemodel in meer dan 40% van de gevallen is dat van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties 19. Het referentiemodel van het Global Compact van de Verenigde Naties 20 werd dan weer in bijna 30% van de gevallen opgegeven. 18 In zijn advies CRB wijst de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) erop dat het Global Reporting Initiative (GRI) op dit ogenblik wereldwijd en in België het meest gebruikte systeem voor duurzaamheidsverslaggeving is. De CRB geeft ook aan dat GRI gebaseerd is op verschillende duurzaamheidsconcepten (OESO, UN) en principes en indicatoren omvat die organisaties kunnen gebruiken om op een uniforme en transparante manier te communiceren over hun economische, ecologische en sociale prestaties, aan interne en externe stakeholders (CRB , p. 6). 19 In zijn voornoemd advies maakt de CRB een onderscheid tussen de zuivere rapporteringssystemen en wat eerder concepten zijn die als basis dienen voor een rapporteringssysteem. Voor de CRB is het kader van GRI een zuiver rapporteringssysteem terwijl de UN Sustainable Development Goals en het Global Compact van de VN eerder concepten zijn (CRB , p. 5). 20 In zijn voornoemd advies merkt de CRB op dat het Global Compact van de VN eerder een concept is met een lijst van principes en aldus minder rapporteringsgericht (CRB , p. 5). 20 In zijn voornoemd advies merkt de CRB op dat het Global Compact van de VN eerder een concept is met een lijst van principes en aldus minder rapporteringsgericht (CRB , p. 5). 26

27 Grafiek 5 : Namen van de referentiemodellen en aantal verklaringen van niet-financiële informatie waarin deze worden vermeld De verdeling van het gebruik van de referentiemodellen volgens de marktcategorieën is als volgt: Referentiemodellen BEL 20 Continusegment Fixingmarkt Totaal GRI SDGs Global Compact CDP ISO SASB OESO richtlijnen OESO-richstnoer inzake de zorgvuldigheidseisen Natural Capital Protocol Tripartiete beginselverklaring IIRC Tabel 2 : Aantal verklaringen van niet-financiële informatie waarin de referentiemodellen vermeld worden, per marktsegment 27

28 De emittenten van de BEL 20 steunen zich voornamelijk op het Global Reporting Initiative. Bijna 80% van de geanalyseerde verklaringen van niet-financiële informatie van deze emittenten verwijzen ernaar. Dit percentage daalt tot ongeveer 60% van de bestudeerde verklaringen van de emittenten van het continusegment, terwijl slechts een kwart van de emittenten op de fixingmarkt ernaar verwijst. Er wordt opgemerkt dat twee emittenten van het continusegment naar het Global Reporting Initiative hadden verwezen in de informatie die zij rapporteerden over hun duurzame ontwikkeling voor het boekjaar Zij hebben echter niet uitgelegd waarom zij in hun verklaring van niet-financiële informatie voor 2017 zich niet langer op dit referentiemodel hebben gebaseerd. Wat de Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties betreft, verwijst iets meer dan 70% van de onderzochte verklaringen van niet-financiële informatie van de emittenten uit de BEL 20 ernaar. Dit is slechts het geval voor iets meer dan 15% van de onderzochte verklaringen van de emittenten van het continusegment. Anderzijds verwezen de twee emittenten op de fixingmarkt, die zich baseerden op ten minste één referentiemodel, naar de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Wat het Global Compact van de Verenigde Naties betreft, heeft de helft van de emittenten van de BEL 20 een verwijzing ernaar opgenomen, terwijl de vermelding ervan slechts in iets meer dan 10% van de verklaringen van de emittenten van het continusegment voorkwam. Geen enkele emittent van de fixingmarkt verwijst naar het Global Compact van de Verenigde Naties. In meer dan een derde van de onderzochte verklaringen vermeldden de emittenten van de BEL 20 ook het CDP-referentiemodel. Dit percentage daalt tot minder dan 10% van de bestudeerde verklaringen van de emittenten van het continusegment. Geen enkele emittent van de fixingmarkt verwijst naar het CDP. In een kleiner aantal verklaringen werden andere referentiemodellen vermeld: In respectievelijk vijf en drie op de 56 onderzochte verklaringen werden verwijzingen gevonden naar de referentiemodellen van de ISO norm van de Internationale Organisatie voor Standaardisatie en de Sustainability Accounting Standards Board (SASB). De OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen zijn alleen door emittenten van het continusegment vermeld. Daarnaast heeft één emittent van het continusegment gebruik gemaakt van de OESOrichtlijn inzake de zorgvuldigheidsplicht voor verantwoorde bevoorradingsketens van mineralen uit conflictgebieden of gebieden met een hoog risico, om rekening te houden met de specifieke kenmerken van zijn sector en van zijn activiteiten in het bijzonder. Ook de volgende referentiemodellen lijken slechts eenmaal genoemd te zijn in de onderzochte verklaringen van niet-financiële informatie, namelijk het Natural Capital Protocol, het referentiemodel van het IIRC en de Tripartiete beginselverklaring betreffende multinationale ondernemingen. 28

29 Aanbevelingen De vennootschappen worden verzocht duidelijk aan te geven op welk(e) referentiemodel(len) zij zich hebben gebaseerd bij het opstellen van hun verklaring van niet-financiële informatie. Het is nuttig om meer uitleg te geven bij de keuze voor dit (deze) referentiemodel(len). Om de transparantie van de verstrekte informatie te vergroten, wordt aanbevolen dat de emittenten aangeven in hoeverre zij inspanningen hebben geleverd om de referentiemodellen na te leven. Zijn deze modellen slechts een bron van inspiratie of hebben de emittenten bepaalde beginselen in het bijzonder of in het algemeen toegepast? Er wordt aanbevolen om elk jaar consistent dezelfde referentiemodellen te gebruiken om de informatie te kunnen vergelijken. Indien de emittenten besluiten om een bijkomend referentiemodel te gebruiken of tussen twee verklaringen van niet-financiële informatie van referentiemodel te veranderen, wordt aanbevolen om uit te leggen op basis waarvan de keuze voor een ander referentiemodel werd gemaakt en waarom van het eerdere referentiemodel werd afgestapt Type steun in het kader van het Global Reporting Initiative De huidige versie van het referentiemodel van het Global Reporting Initiative, de GRI Sustainability Reporting Standards, is in oktober 2016 gepubliceerd. De vennootschappen konden ervoor kiezen om de vorige versie, GRI G4, te blijven toepassen tot eind juli Vanaf dat moment was de nieuwe versie verplicht. Zij konden het dus nog gebruiken in het kader van hun verklaring van niet-financiële informatie over Er wordt opgemerkt dat de rapportage volgens het Global Reporting Initiative referentiemodel kan worden opgesteld volgens twee opties: de Core -optie of de Comprehensive -optie. In het kader van de studie wordt opgemerkt dat de emittenten in hun verklaring van nietfinanciële informatie niet altijd aangeven of zij de Core - of de Comprehensive -optie van de GRI Sustainability Reporting Standards hebben nageleefd, ofwel of ze zich er alleen door hebben laten inspireren om deze verklaring op te stellen. Hoewel het mogelijk is dat bepaalde emittenten een bepaalde optie van dit referentiemodel hebben nageleefd, werd hiermee in deze studie alleen rekening gehouden wanneer dit in de verklaringen van niet-financiële informatie uitdrukkelijk werd vermeld. In de andere gevallen werd ervan uitgegaan dat de emittenten zich hebben laten inspireren door de GRI Sustainability Reporting Standards, zonder dat zij zich specifiek aan de Core - of Comprehensive -optie hebben gehouden GRI Sustainability Reporting Standards versus vorige versies Van de 34 emittenten die zich op het referentiemodel van het Global Reporting Initiative hebben gebaseerd, verwijst meer dan de helft er gewoon naar, terwijl iets minder dan 40% aangeeft dat zij zich hebben gebaseerd op de Core -optie van de GRI Sustainability Reporting Standards. Geen enkele vennootschap in deze studie heeft aangegeven gebruik te maken van de Comprehensive -optie van de GRI Sustainability Reporting Standards. 29

30 Verwijzing Core G4 G3.1 Totaal BEL 20 Continumarkt Fixingmarkt Grafiek 6 : Aantal verklaringen van niet-financiële informatie, per marksegment, die op het referentiemodel van het Global Reporting Initiative gebaseerd zijn Twee vennootschappen, waaronder één van de BEL 20, verwezen nog naar de vorige versie van de GRI's, de GRI G4. Een andere vennootschap van het continusegment verwees ook in een verslag over maatschappelijk verantwoord ondernemen op haar website naar de GRI G4's. Deze vennootschap had ook een GRI-inhoudsopgave opgenomen (zie sectie 3.3.2). Er werd echter geen vermelding van dit referentiemodel opgenomen in de verklaring van nietfinanciële informatie in het jaarlijks financieel verslag en er werd geen verband gelegd met het afzonderlijke verslag dat enkele maanden eerder werd gepubliceerd. Deze vennootschap werd daarom niet meegeteld in het aantal emittenten die verklaarden dat zij zich op het referentiemodel van het Global Reporting Initiative hadden gesteund. Een vennootschap van het continusegment verwees ook naar een oudere versie van de GRI-richtlijnen, versie Verdeling Core -optie, GRI-inhoudsopgave en externe verificatie Het aandeel emittenten die de Core -optie van de GRI Sustainability Reporting Standards vermelden, is veel hoger bij de BEL 20-emittenten dan bij de andere emittenten. Van de 11 BEL 20-emittenten die zich in de bestudeerde verklaringen baseerden op de GRI Sustainability Reporting Standards, gaf meer dan 60% aan dat ze de Core -optie hadden nageleefd, in vergelijking met slechts 25% voor alle emittenten van het continusegment en de fixingmarkt. Wanneer een emittent zich wil baseren op het Global Reporting Initiative, moet hij een GRIinhoudsopgave opnemen, waarin alle gebruikte normen worden gespecificeerd en alle informatie-elementen in zijn verslag worden opgesomd. Voor elk informatie-element moet de inhoudsopgave het volgende bevatten: het nummer van het informatie-element (voor informatie-elementen die onder de GRInormen vallen), het (de) paginanummer(s) en de URL('s) voor raadpleging van de informatie in het verslag of andere gepubliceerde documenten, eventueel, indien toegestaan, de reden(en) waarom een vereist informatie-element niet kan worden meegedeeld 21. Niet alle 34 emittenten die aangeven dat zij zich op het Global Reporting Initiative hebben gebaseerd, nemen deze GRI-inhoudsopgave echter op in hun verklaring van niet-financiële informatie. Slechts ongeveer 60% heeft dat gedaan. Van deze 21 emittenten gaf ongeveer 21 GRI

31 70% aan dat zij de Core -optie hadden nageleefd 22. Hoewel deze studie de GRIinhoudsopgaven niet heeft gecontroleerd, werd duidelijk dat ten minste vijf emittenten niet alle indicatoren van de Core -optie in hun GRI-inhoudsopgave hebben opgenomen. Emittenten die zich baseren op het referentiemodel van het Global Reporting Initiative moeten een beschrijving opnemen van hun beleid en huidige praktijk in verband met het zoeken naar externe verificatie ( assurance ) van hun verslaggeving. Indien een emittent gebruik heeft gemaakt van een externe verificatie om de overeenstemming van zijn verklaring van niet-financiële informatie met de GRI Sustainability Reporting Standards te verbeteren en er de geloofwaardigheid van te vergroten, moet hij een verwijzing naar het verslag van externe verificatie opnemen. Uit de studie blijkt dat slechts ongeveer de helft van de vennootschappen die verklaren dat zij zich gebaseerd hebben op het referentiemodel van het Global Reporting Initiative, aangeeft of hun verklaring van niet-financiële informatie al dan niet aan een externe verificatie werd onderworpen. Dit percentage stijgt tot ongeveer 60% voor vennootschappen die een GRIinhoudsopgave hebben opgenomen. De overgrote meerderheid van deze vennootschappen heeft geen gebruik gemaakt van een externe verificatie of heeft een verificatie laten doen van een beperkt aantal indicatoren (zie ook hoofdstuk 5). Een emittent van de BEL 20, die aangaf de Core -optie te hebben nageleefd, meldde dat hij zijn vorige jaarverslag over 2016 had onderworpen aan een externe verificatie van de GRI Review (in overeenstemming met het informatie-element van de GRI Sustainability Reporting Standards) en dat hij de opmerkingen van deze laatste had gebruikt om de inhoud en vorm van zijn geïntegreerd verslag over 2017 (en dus zijn verklaring van niet-financiële informatie) te verbeteren. Verder kon ook worden vastgesteld dat twee auditkantoren, buiten hun mandaat als commissaris, een onafhankelijk limited assurance rapport hebben afgeleverd, elk voor een BEL 20-vennootschap, met betrekking tot bepaalde in de verklaring van niet-financiële informatie beschreven prestatie-indicatoren en de bevestiging van de emittenten dat hun verklaring/duurzaamheidsverslag voldoet aan de vereisten van de Core - optie Aanbevelingen Voor de emittenten die vermelden dat zij zich gebaseerd hebben op het kader van het Global Reporting Initiative lijkt het zinvol om te bevestigen dat zij gebruik hebben gemaakt van de huidige versie van de GRI Sustainability Reporting Standards en om aan te geven voor welke optie zij hebben gekozen, namelijk Core of Comprehensive. Het lijkt logisch dat als emittenten niet proberen een verklaring van niet-financiële informatie op te stellen in overeenstemming met de Core - of Comprehensive -optie van de GRI Sustainability Reporting Standards, zij ofwel het referentiemodel van het Global Reporting Initiative niet vermelden, ofwel duidelijk aangeven dat zij het als bron van inspiratie gebruiken maar niet hebben getracht de Core - of Comprehensive -optie na te leven. Indien de emittenten voor dit referentiemodel kiezen, moeten zij zich ook aan één van deze opties houden. 22 Er wordt opgemerkt dat één emittent heeft aangegeven dat hij zich op de Core -optie van de GRI G4 heeft gebaseerd. 31

32 Er wordt opgemerkt dat de emittenten die zich baseren op het referentiemodel van het Global Reporting Initiative een GRI-inhoudsopgave moeten opnemen, die volledig is in vergelijking met de gekozen optie, Core of Comprehensive. Indien een emittent de GRI-inhoudsopgave in een verslag opneemt in aanvulling op een verklaring van niet-financiële informatie opgenomen in het jaarverslag, wordt aanbevolen dat de emittent in zijn verklaring van niet-financiële informatie uitdrukkelijk verwijst naar dat aanvullend verslag. Emittenten die zich baseren op het referentiemodel van het Global Reporting Initiative moeten ervoor zorgen dat zij aangeven of zij al dan niet gebruik hebben gemaakt van een externe verificatie Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN Vaststellingen Iets meer dan 30% van alle onderzochte verklaringen van niet-financiële informatie verwijzen naar de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN BEL 20 Continumarkt Fixingmarkt Grafiek 7 : Aantal verklaringen van niet-financiële informatie, per marktsegment, die op het referentiemodel van de UN Sustainable Development Goals gebaseerd zijn Het gaat om tien van de veertien BEL 20-emittenten, d.w.z. iets meer dan 70%, zeven van de 38 emittenten van het continusegment, d.w.z. minder dan 20% en de helft van de vennootschappen van de fixingmarkt, die in deze studie zijn opgenomen. De duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN bestaan uit 17 doelstellingen. Zij zijn verzameld in de Agenda 2030, die door de VN in september 2015 werd aangenomen. Deze agenda bevat 169 specifieke en gemeenschappelijke streefdoelen voor alle betrokken landen, die tegen 2030 moeten zijn bereikt, opgesplitst per duurzame ontwikkelingsdoelstelling. Deze streefdoelen beantwoorden aan de volgende algemene doelstellingen: de armoede uitroeien, de planeet beschermen en de welvaart voor iedereen waarborgen. Elk streefdoel is gekoppeld aan doelstellingen die voor 2030 zijn berekend. Ze kunnen worden onderverdeeld in vijf gebieden: mensen, welvaart, planeet, vrede, partnerschappen. Een gids voor bedrijven, de SDG Compass 23, illustreert de verschillende fasen van het nemen van verantwoordelijkheid voor de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen

33 Er wordt opgemerkt dat de geanalyseerde verklaringen van niet-financiële informatie, waarin de SDGs worden genoemd, een beschrijving bevatten van de impact van de vennootschappen op een beperkt aantal doelstellingen en niet op alle 17 doelstellingen. Eén vennootschap van het continusegment gaf overigens aan dat ze zich bij de analyse van haar interactie met haar stakeholders had laten inspireren door de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, maar noemde in haar verklaring van niet-financiële informatie geen specifieke doelstellingen. Met uitzondering van deze laatste vennootschap hebben de emittenten tussen de vier en veertien doelstellingen geselecteerd met een meerderheid van verklaringen die tussen de vijf en tien duurzame ontwikkelingsdoelstellingen bevatten minder dan 5 Van 5 tot en met 7 Van 8 tot en met 10 Van 11 tot en met 13 Meer dan 13 Grafiek 8 : BEL 20 Continumarkt Fixingmarkt Aantal geselecteerde duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, per marktsegment Onderstaande tabel geeft elke duurzame ontwikkelingsdoelstelling weer, evenals het aantal verklaringen van niet-financiële informatie waarin deze wordt vermeld. Aantal verklaringen Aantal verklaringen Aantal verklaringen Tabel 3 : Aantal verklaringen van niet-financiële informatie waarin elke duurzame ontwikkelingsdoelstelling vermeld wordt 33

34 De doelstelling die het meest in de verklaringen van niet-financiële informatie geselecteerd werd is die met betrekking tot klimaatactie (doelstelling 13). Op de tweede plaats staat de doelstelling inzake waardig werk en economische groei (doelstelling 8). Op de derde plaats komt de doelstelling betreffende verantwoorde consumptie en productie (doelstelling 12) en op de vierde plaats de doelstelling aangaande goede gezondheid en welzijn (doelstelling 3). Deze doelstellingen zijn algemeen en kunnen dus door veel vennootschappen toegepast worden. De doelstellingen 1, 2, 6 en 11 worden in vijf verklaringen van niet-financiële informatie of minder vermeld. Eén doelstelling komt helemaal niet in de bestudeerde verklaringen aan bod, met name doelstelling 14 over het leven in het water. Ongeveer de helft van de vennootschappen die zich baseren op de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties, nemen in hun verklaring van nietfinanciële informatie een verklarende tabel of lijst op met een korte beschrijving van elke geselecteerde duurzame ontwikkelingsdoelstelling en een uitleg over de wijze waarop de vennootschap in overeenstemming met die doelstelling handelt Aanbevelingen Wanneer de SDGs als referentiemodel worden gebruikt, zou het nuttig zijn dat de emittent beschrijft hoe hij zijn prestaties meet, hoe hij zijn doelstellingen tekstueel en ook zoveel mogelijk kwantitatief definieert en welke vooruitgang er jaar na jaar is geboekt. Het verdient ook aanbeveling dat de emittent uitlegt waarom hij de andere duurzame ontwikkelingsdoelstellingen niet heeft gekozen, bijvoorbeeld aan de hand van de resultaten van zijn materialiteitsanalyse (zie sectie 4.1 materialiteit). Het zou interessant zijn voor de emittenten om een verklarende tabel of lijst op te nemen met een korte beschrijving van elke geselecteerde duurzame ontwikkelingsdoelstelling en een uitleg over de wijze waarop de vennootschap in overeenstemming met die doelstelling handelt. Indien de vennootschappen besluiten om niet langer een doelstelling te kiezen of er juist meer toe te voegen, is het aan te bevelen dat zij de redenen voor deze verandering beschrijven met betrekking tot de ontwikkeling van hun activiteiten Combinatie van referentiemodellen Principe Overeenkomstig de artikelen 96, 4 en 119, 2 W.Venn. moeten de vennootschappen in principe alle onderwerpen behandelen, namelijk milieu-, sociale, personeelsaangelegenheden, eerbiediging van de mensenrechten en bestrijding van corruptie. Indien de vennootschappen zich wensen te baseren op een referentiemodel dat een of meer specifieke gebieden bestrijkt, zullen zij echter ook de gevraagde informatie voor de andere thema's moeten verstrekken. Zo kunnen de emittenten zich op verschillende referentiemodellen baseren om hun verklaring niet-financiële informatie op te stellen. 34

35 Vaststellingen Het is interessant om op te merken dat 26 emittenten in hun verklaring van niet-financiële informatie twee of meer referentiemodellen hebben vermeld en dat bepaalde combinaties van referentiemodellen vaker worden vermeld dan andere. De meest voorkomende combinaties zijn die van het referentiemodel van het Global Reporting Initiative met een ander referentiemodel. De combinatie met de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties is terug te vinden in iets meer dan 25% van alle verklaringen van niet-financiële informatie die in deze studie zijn opgenomen. De combinatie met het Global Compact van de Verenigde Naties vertegenwoordigt iets minder dan 20% van de verklaringen en de combinatie met het CDP vertegenwoordigt iets meer dan 10%. De combinatie van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen met het Global Compact van de Verenigde Naties vertegenwoordigt ook iets meer dan 10% van de gevallen. De meest voorkomende combinatie van drie referentiemodellen is die van het Global Reporting Initiative, de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen en het Global Compact van de Verenigde Naties, die iets meer dan 10% van de gevallen vertegenwoordigt. Dit wordt gevolgd door de combinatie van het referentiemodel van het Global Reporting Initiative, de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN en de ISO norm, in iets minder dan 5% van de verklaringen van niet-financiële informatie. 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% GRI en SDGs GRI en Global Compact GRI en CDP SDGs en Global Compact GRI en SDGs en Global Compact GRI en ISO GRI en SDGs en ISO Grafiek 9 : Frequentie van de combinaties van referentiemodellen, die in de verklaringen van niet-financiële informatie vermeld worden Er wordt echter opgemerkt dat de vennootschappen niet specificeren of zij zich op elk van deze referentiemodellen hebben gebaseerd voor hun verklaring van niet-financiële informatie in hun geheel of voor welke onderdelen in het bijzonder Aanbeveling Als een vennootschap in haar verklaring van niet-financiële informatie meerdere referentiemodellen vermeldt, zou het nuttig zijn om uit te leggen of en in welke mate zij zich voor haar verklaring op elk van deze referentiemodellen heeft gebaseerd. 35

36 4. KENMERKEN VAN EEN VERKLARING VAN NIET-FINANCIËLE INFORMATIE 4.1. Materialiteit Principe Zoals vermeld in de richtsnoeren van de Europese Commissie worden de vennootschappen verplicht om relevante en nuttige informatie bekend te maken die noodzakelijk is om inzicht te verwerven in hun ontwikkeling, prestaties, positie en de impact van hun activiteiten, in plaats van een volledig, gedetailleerd verslag 24. Overweging 8 van de Europese richtlijn 2015/95/EU voorziet op zijn beurt dat de ondernemingen afdoende informatie moeten verstrekken over aangelegenheden die zeer waarschijnlijk tot de verwerkelijking van belangrijke risico s op ernstige effecten zullen leiden, evenals over ernstige effecten die zich reeds hebben voorgedaan 25. Gelet op de diversiteit aan sociale en milieuaspecten en aspecten met betrekking tot het personeel en governance, is een eerste stap, die voor de bedrijven essentieel lijkt om hun verklaring van niet-financiële informatie op te stellen, de materialiteitsanalyse van de verschillende aangelegenheden, zowel vanuit het interne standpunt van de vennootschap als vanuit het externe standpunt van de stakeholders (zie ook sectie 4.4. over de informatie gericht op stakeholders). Bij deze analyse zal dus rekening worden gehouden met de contextuele situatie van de emittent, de impact van zijn activiteiten, de verwachtingen van de stakeholders en de bijzondere kenmerken van de sector waarin de emittent actief is 26. Dit maakt het mogelijk om relevante en belangrijke onderwerpen voor de vennootschap en haar stakeholders te identificeren. De emittenten kunnen dan de risico's en kansen die daaruit voortvloeien beter identificeren en zo hun actieplan en doelstellingen definiëren. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het beginsel van de materialiteitsanalyse door verschillende referentiemodellen wordt toegepast, bijvoorbeeld het referentiemodel van het Global Reporting Initiative, alsook dat van de SASB en de IIRC Vaststellingen Hoewel de materialiteitsanalyse nu deel uitmaakt van de standaardpraktijk bij het bepalen van thema's en doelstellingen met betrekking tot niet-financiële informatie, passen nog niet alle vennootschappen die onderworpen zijn aan de verplichting om een verklaring van nietfinanciële informatie op te nemen, deze toe ofwel voeren zij dit nog niet gedetailleerd uit. Meer dan 70% van de verklaringen van niet-financiële informatie van de vennootschappen van de BEL 20 die in deze studie zijn opgenomen, nemen de resultaten van een materialiteitsanalyse op in hun verklaring van niet-financiële informatie, terwijl slechts ongeveer 45% van de andere vennootschappen ze beschrijven. Bepaalde emittenten illustreren de materialiteitsanalyse in hun verklaring van niet-financiële informatie met een grafiek, bijvoorbeeld met twee assen, waarvan de ene het effect van het 24 Richtsnoeren, p PB L. 330 van 15 november 2014, p Cf. Richtsnoeren, p

37 belang op de activiteiten/de prestatie van de vennootschap en de andere het effect op de stakeholders weergeeft. Een dergelijke grafiek bevordert de leesbaarheid en focust de aandacht. Bron: GRI Er wordt opgemerkt dat meer dan 35% van de BEL 20-vennootschappen een grafiek heeft gebruikt om de resultaten van de materialiteitsanalyse in hun verklaring van niet-financiële informatie te illustreren, terwijl slechts ongeveer 20% van de andere op de gereglementeerde markt genoteerde vennootschappen zo n grafiek heeft gebruikt Aanbevelingen Er wordt aanbevolen dat de informatie die in de verklaring van niet-financiële informatie verstrekt wordt, beknopt is en geen onbeduidende informatie bevat. De verklaringen van nietfinanciële informatie moeten worden ontdaan van generieke, voor de emittent niet-specifieke en irrelevante informatie, minder belangrijke details en informatie. Ook herhalingen moeten zoveel mogelijk worden vermeden, zodat de materiële informatie duidelijk naar voren komt en niet wordt overspoeld door de gegevensstroom. Het is interessant om de processen te beschrijven waarmee materiële onderwerpen konden worden geïdentificeerd en waaraan prioriteit is gegeven, en deze in hun context te plaatsen, in plaats van een oppervlakkige beschrijving op te nemen. Bij de beschrijving van trends is het dan ook nuttig om zich niet te beperken tot een algemene beschrijving, buiten de vennootschap om, maar om de trends vanuit het standpunt van de vennootschap te beschrijven door de manier waarop de activiteiten van de vennootschap door deze trends worden beïnvloed of eraan deelnemen, verder uit te diepen. Het is ook informatief om de materialiteitsanalyse in de verklaring van niet-financiële informatie te illustreren met een grafiek, bijvoorbeeld met twee assen, waarvan de ene het effect van het belang op de activiteiten/de prestatie van de emittent en de andere het effect op de stakeholders weergeeft. Verder is het nuttig dat de beoordelingen van het significant belang met regelmatige tussenpozen worden herzien om ervoor zorgen dat het gepubliceerde materiaal nog steeds significant is. 37

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i Aan: de aandeelhouders en de raad van commissarissen van... (naam entiteit(en)) A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 201X

Nadere informatie

Oproepingen tot algemene vergaderingen van Belgische genoteerde vennootschappen : modaliteiten van publicatie

Oproepingen tot algemene vergaderingen van Belgische genoteerde vennootschappen : modaliteiten van publicatie COMMISSIE VOOR HET BANK-, FINANCIE- EN ASSURANTIEWEZEN Toezicht op de financiële informatie en markten Studies en documenten : nr. 29 December 2005 Oproepingen tot algemene vergaderingen van Belgische

Nadere informatie

Deelnameprotocol Transparantiebenchmark 2015

Deelnameprotocol Transparantiebenchmark 2015 Deelnameprotocol Transparantiebenchmark 2015 Maart 2015 De Transparantiebenchmark is een jaarlijks onderzoek van het Ministerie van Economische Zaken naar de inhoud en kwaliteit van externe verslaggeving

Nadere informatie

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken RJ-Uiting 2017-15 Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken Inleiding In hoofdstuk 430 Kerncijfers, kengetallen en meerjarenoverzichten

Nadere informatie

Deze 3 verslagen dienen in onderlinge samenhang te worden gelezen en kunnen niet afzonderlijk van elkaar worden gezien of gebruikt.

Deze 3 verslagen dienen in onderlinge samenhang te worden gelezen en kunnen niet afzonderlijk van elkaar worden gezien of gebruikt. Hoofding van het kantoor XYZ Verslagen van de bedrijfsrevisor (1) aan de raad van bestuur (2) van de Vlaamse rechtspersoon in uitvoering van artikel 9 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september

Nadere informatie

Nieuwe boekhoudwetgeving op komst

Nieuwe boekhoudwetgeving op komst Nieuwe boekhoudwetgeving op komst Prof. dr. Stijn Goeminne, Universiteit Gent, Vakgroep Publieke Governance, Management en Financiën In het werkveld zijn de bepalingen van W.Venn. en haar uitvoeringsbesluit

Nadere informatie

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd.

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd. Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. De Passage 150 Postbus 71003 1008 BA Amsterdam T 088-676 90 00 F 088-676 90 10

Nadere informatie

TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN

TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN 1. Inleiding Op 9 april 2014 maakte de Europese Commissie aan het Europees Parlement een voorstel van richtlijn over

Nadere informatie

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken RJ-Uiting 2017-15 Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken Inleiding In hoofdstuk 430 Kerncijfers, kengetallen en meerjarenoverzichten

Nadere informatie

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V.

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. De Passage 150 Postbus 71003 1008 BA Amsterdam T 088-676 90 00 F 088-676 90 10

Nadere informatie

Instituut der Bedrijfsrevisoren Institut des Reviseurs d'entreprises

Instituut der Bedrijfsrevisoren Institut des Reviseurs d'entreprises MEDEDELING AAN DE LEDEN De Voorzitter Correspondent sg@ibr-ire_be Onze referte DS/AK/svds Uw referte Datum 27 april 2007 Geachte Confrater, Betreft: Omzetting van de Europese Richtlijn van 17 mei 2006

Nadere informatie

Meer aandacht voor het bestuursverslag in de controleverklaring

Meer aandacht voor het bestuursverslag in de controleverklaring Januari 2017 Meer aandacht voor het bestuursverslag in de controleverklaring De accountant rapporteert over materiële onjuistheden De leden van de Koninklijke NBA vormen een brede, pluriforme beroepsgroep

Nadere informatie

Instituut van de Bedrijfsrevisoren Institut des Réviseu rs d'entreprises

Instituut van de Bedrijfsrevisoren Institut des Réviseu rs d'entreprises Institut des Réviseu rs d'entreprises Koni nklijk Instituut Institut royal OMZENDBRIEF' 2011110 VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN De Voorzitter Correspondent sg@ibr-ire.be Onze referte DKlDS!lVB/cs

Nadere informatie

FSMA_2015_18 dd. 10/12/2015 Aanbevelingen met betrekking tot persberichten over transparantiekennisgevingen

FSMA_2015_18 dd. 10/12/2015 Aanbevelingen met betrekking tot persberichten over transparantiekennisgevingen Mededeling FSMA_2015_18 dd. 10/12/2015 Aanbevelingen met betrekking tot persberichten over transparantiekennisgevingen (artikel 14, eerste lid, van de wet van 2 mei 2007) Toepassingsgebied: Het toepassingsgebied

Nadere informatie

In Balans deel A. Verkenning Besluit bekendmaking niet-financiële informatie en geïntegreerde verslaggeving

In Balans deel A. Verkenning Besluit bekendmaking niet-financiële informatie en geïntegreerde verslaggeving In Balans 2017- deel A Verkenning Besluit bekendmaking niet-financiële informatie en geïntegreerde verslaggeving Publicatiedatum: 12 december 2017 Autoriteit Financiële Markten De AFM maakt zich sterk

Nadere informatie

het commissarisverslag 2013 ERRATUM

het commissarisverslag 2013 ERRATUM VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE NV OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 20 Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen 30) en de toelichting. Verslag over Oordeel met

Nadere informatie

advies CRB Omzetting richtlijn niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit

advies CRB Omzetting richtlijn niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit advies CRB 2016-2140 Omzetting richtlijn niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit CRB 2016-2140 Advies Omzetting richtlijn niet-financiële informatie en informatie inzake diversiteit

Nadere informatie

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN 15.11.2014 L 330/1 I (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2014/95/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 22 oktober 2014 tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU met betrekking tot de bekendmaking

Nadere informatie

Samenstelling en takenpakket van het auditcomité. Het nieuw commissarisverslag en het verslag aan het auditcomité

Samenstelling en takenpakket van het auditcomité. Het nieuw commissarisverslag en het verslag aan het auditcomité Samenstelling en takenpakket van het auditcomité. Het nieuw commissarisverslag en het verslag aan het auditcomité Tom MEULEMAN Vice-President IBR-IRE 1 De rol van het auditcomité 2 Evolutie Auditcomités

Nadere informatie

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN Motivering bij het uitwerken van de vuistregels Door het K.B. van 6 juni 2010 is de Belgische Corporate Governance Code 2009 dè referentiecode geworden voor

Nadere informatie

Internetconsultatie Besluit Bekendmaking niet-financiële informatie door organisaties van openbaar belang

Internetconsultatie Besluit Bekendmaking niet-financiële informatie door organisaties van openbaar belang Ministerie van Veiligheid en Justitie Internetconsultatie Besluit Bekendmaking niet-financiële informatie door organisaties van openbaar belang Reactie van: VERENIGING VAN EFFECTENBEZITTERS Contactpersoon:

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 september 2011 (OR. en) 10765/1/11 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 september 2011 (OR. en) 10765/1/11 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 september 2011 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0035 (COD) 10765/1/11 REV 1 DRS 87 COMPET 217 ECOFIN 294 CODEC 917 PARLNAT 203 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE

Nadere informatie

Circulaire CBFA_2009_26 dd. 24 juni 2009

Circulaire CBFA_2009_26 dd. 24 juni 2009 Circulaire _2009_26 dd. 24 juni 2009 Verslaggeving van de effectieve leiding over de beoordeling van het internecontrolesysteem en verklaring van de effectieve leiding over de periodieke prudentiële rapportering

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling FSMA www.fsma.be Onderwerp De eerste verklaringen inzake deugdelijk bestuur: opvolgingsstudie van Studie nr. 38 Datum September 2011 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

Instituut van de Bedrijfsrevisoren Institut des Réviseurs d'entreprises

Instituut van de Bedrijfsrevisoren Institut des Réviseurs d'entreprises Koninklijk Instituut Institut royal MEDEDELING AAN DE BEDRIJFSREVISOREN De Voorzitter Correspondent sg@ibr-ire.be Onze referte NHJcs Uw referte Datum 19 juli 2010 Geachte confrater, Betreft: Wet van 6

Nadere informatie

Gezien de commentaren ontvangen op deze openbare raadpleging;

Gezien de commentaren ontvangen op deze openbare raadpleging; Ontwerp van norm inzake de toepassing van de nieuwe en herziene Internationale controlestandaarden (ISA s) in België en tot vervanging van de norm van 10 november 2009 inzake de toepassing van de ISA s

Nadere informatie

Meer duidelijkheid over samenstellingsopdrachten met komst Standaard 4410

Meer duidelijkheid over samenstellingsopdrachten met komst Standaard 4410 Spotlight Meer duidelijkheid over samenstellingsopdrachten met komst Standaard 4410 Robert van der Glas - Statutaire compliance, Tax Reporting & Strategy De NBA heeft onlangs de herziene standaard uitgebracht

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-4 Relevant orgaan... 5-10 Te communiceren controle-aangelegenheden

Nadere informatie

ISA 720 : DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE AUDITOR MET BETREKKING TOT ANDERE INFORMATIE IN

ISA 720 : DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE AUDITOR MET BETREKKING TOT ANDERE INFORMATIE IN ISA 720 : DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE AUDITOR MET BETREKKING TOT ANDERE INFORMATIE IN Title Subtitle DOCUMENTEN WAARIN GECONTROLEERDE FINANCIELE OVERZICHTEN ZIJN OPGENOMEN ( Other information in documents

Nadere informatie

* * * * * * Overwegende dat het onderzoek tot de volgende vaststellingen heeft geleid:

* * * * * * Overwegende dat het onderzoek tot de volgende vaststellingen heeft geleid: MINNELIJKE SCHIKKING AANVAARD DOOR HET DIRECTIECOMITÉ VAN DE FSMA EN WAARMEE ECOPOWER CVBA HEEFT INGESTEMD Deze minnelijke schikking, waarmee de CVBA Ecopower op 14 december 2012 voorafgaandelijk heeft

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening I. Inleiding Advies van 4 maart 2013 1. Zowel het volledig

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA)

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 706, PARAGRAFEN TER BENADRUKKING VAN BEPAALDE AANGELEGENHEDEN EN PARAGRAFEN INZAKE OVERIGE AANGELEGENHEDEN IN DE CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE AUDITOR

Nadere informatie

FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011

FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011 Mededeling FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011 Mededeling inzake de wet van 20 december 2010 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders van genoteerde vennootschappen Toepassingsveld:

Nadere informatie

RNCI sessie 26 oktober 2009. Beknopt overzicht van Het wetsontwerp over het remuneratiecomité en het remuneratieverslag

RNCI sessie 26 oktober 2009. Beknopt overzicht van Het wetsontwerp over het remuneratiecomité en het remuneratieverslag RNCI sessie 26 oktober 2009 Beknopt overzicht van Het wetsontwerp over het remuneratiecomité en het remuneratieverslag 1 Inhoudsopgave bespreking wetsontwerp Bron: Wetsontwerp tot versterking van het deugdelijk

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008

Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controleen overige standaarden Vastgesteld 18 december 2008 1 Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden Vastgesteld

Nadere informatie

RJ-Uiting : Bijlage bij hoofdstuk 400 Bestuursverslag schematische weergave van diverse besluiten voor de inhoud van het bestuursverslag

RJ-Uiting : Bijlage bij hoofdstuk 400 Bestuursverslag schematische weergave van diverse besluiten voor de inhoud van het bestuursverslag RJ-Uiting 2017-10: Bijlage bij hoofdstuk 400 Bestuursverslag schematische weergave van diverse besluiten voor de inhoud van het bestuursverslag Inleiding In diverse thans van toepassing zijnde wettelijke

Nadere informatie

Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants t.a.v. Adviescollege voor Beroepsreglementeting Postbus 7984 1008 AD AMSTERDAM

Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants t.a.v. Adviescollege voor Beroepsreglementeting Postbus 7984 1008 AD AMSTERDAM E Ernst & Young Accountants LLP Telt +31 88 407 1000 Boompjes 258 Faxt +31 88407 8970 3011 XZ Rotterdam, Netherlands ey.corn Postbus 2295 3000 CG Rotterdam, Netherlands Nederlandse Beroepsorganisatie van

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen EIOPA-BoS-14/170 NL Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20; Fax. +

Nadere informatie

Het jaarverslag, verklaring inzake Corporate Governance en het remuneratieverslag

Het jaarverslag, verklaring inzake Corporate Governance en het remuneratieverslag Studiedag- Journée d études Maatschappelijke verantwoordelijkheid en deugdelijk bestuur Hoe transparantie en kwaliteit van niet-financiële informatie verbeteren? 1 7.12.2009 Studiedag - Journée d études

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

RAAD advies van 7 januari De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen

RAAD advies van 7 januari De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen RAAD advies van 7 januari 2000 De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen Het koninklijk besluit van 3 juli 1996 betreffende de

Nadere informatie

Bijlage 1 1. INLEIDING EN VERLOOP VAN DE OPDRACHT. Beknopte beschrijving van het verloop van de opdracht 2. DE WAARDERINGS- EN TOEREKENINGSREGELS

Bijlage 1 1. INLEIDING EN VERLOOP VAN DE OPDRACHT. Beknopte beschrijving van het verloop van de opdracht 2. DE WAARDERINGS- EN TOEREKENINGSREGELS Bijlage 1 SCHEMA VAN TYPEVERSLAG OP TE STELLEN INZAKE DE FINANCIELE TOESTAND VAN DE AANVULLENDE VERZEKERING VAN DE LANDSBONDEN, DE ZIEKENFONDSEN EN DE MAATSCHAPPIJEN VAN ONDERLINGE BIJSTAND DIE GEEN VERZEKERINGEN

Nadere informatie

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier. Ref: Accom AFWIJKING 2004/1

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier. Ref: Accom AFWIJKING 2004/1 ADVIES- EN CONTROLECOMITE OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS Ref: Accom AFWIJKING 2004/1 Samenvatting van het advies met betrekking tot een vraag om afwijking van de regel die het bedrag beperkt

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

GRI Tabel Duurzaamheidsverslag 2015

GRI Tabel Duurzaamheidsverslag 2015 GRI Tabel Duurzaamheidsverslag 2015 BMA Ergonomics b.v. rapporteert volgens de core variant van versie G4 van de richtlijnen van het Global Reporting Initiative. Op de indicatoren en de informatie in het

Nadere informatie

HOEBERT HULSHOF & ROEST

HOEBERT HULSHOF & ROEST Inleiding Artikel 1 Deze standaard voor aan assurance verwante opdrachten heeft ten doel grondslagen en werkzaamheden vast te stellen en aanwijzingen te geven omtrent de vaktechnische verantwoordelijkheid

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN advies 2017/15 Transacties onder gemeenschappelijke leiding (Common control transactions)

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN advies 2017/15 Transacties onder gemeenschappelijke leiding (Common control transactions) COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2017/15 Transacties onder gemeenschappelijke leiding (Common control transactions) Advies van 13 september 2017 1 I. Inleiding 1. Een bedrijfscombinatie

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur en raad van commissarissen van Stichting FC Eindhoven A. Verklaring over de in he

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur en raad van commissarissen van Stichting FC Eindhoven A. Verklaring over de in he CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het bestuur en raad van commissarissen van Stichting FC Eindhoven A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017/2018 Ons

Nadere informatie

Praktische nota bij artikel 618 Wetboek van vennootschappen (interimdividend)

Praktische nota bij artikel 618 Wetboek van vennootschappen (interimdividend) Praktische nota bij artikel 618 Wetboek van vennootschappen (interimdividend) Het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) heeft met de norm van 10 november 2009 de internationale controlestandaarden (International

Nadere informatie

De accountant en het bestuursverslag Visie NBA Young Profs

De accountant en het bestuursverslag Visie NBA Young Profs De accountant en het bestuursverslag Visie NBA Young Profs Aanleiding Op 13 november 2015 publiceerde de NBA haar consultatiedocument De accountant en het bestuursverslag: Verder kijken dan de jaarrekening.

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 19.12.2015 L 333/97 VERORDENING (EU) 2015/2406 VAN DE COMMISSIE van 18 december 2015 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33)

Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33) Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33) Toezicht Financiële Verslaggeving 27 oktober 2011 Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn de

Nadere informatie

Studies en documenten: nr. 38 December 2010 VOORWERP EN DOEL VAN HET ONDERZOEK

Studies en documenten: nr. 38 December 2010 VOORWERP EN DOEL VAN HET ONDERZOEK Studies en documenten: nr. 38 December 2010 Naleving door de Belgische genoteerde vennootschappen van nieuwe openbaarmakingsverplichtingen opgelegd door de Belgische Corporate Governance Code 2009 VOORWERP

Nadere informatie

Modelverslagen met betrekking tot de statistieken

Modelverslagen met betrekking tot de statistieken Bijlage 6 Circulaire _2011_06-6 dd. 14 februari 2011 Modelverslagen met betrekking tot de statistieken Toepassingsveld: Openbare instellingen voor collectieve belegging naar Belgisch recht met een veranderlijk

Nadere informatie

NUMMER OMSCHRIJVING Pagina( s) in verslag JV = Jaarverslag 2015 TV = Transparantieverslag 2015

NUMMER OMSCHRIJVING Pagina( s) in verslag JV = Jaarverslag 2015 TV = Transparantieverslag 2015 GRI-TABEL 4.0 BDO De afgelopen jaren hebben wij de eerste stappen gezet om duurzame economische, ecologische, sociale en bestuurlijke resultaten te integreren in onze verslaggeving. Wij hebben daarbij

Nadere informatie

III Overige gegevens staedion overige gegevens 2018

III Overige gegevens staedion overige gegevens 2018 III Overige gegevens staedion overige gegevens 2018 181 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Commissarissen en het bestuur van Stichting Staedion Verklaring over de in het

Nadere informatie

Richtsnoeren inzake de methoden voor de bepaling van de marktaandelen met het oog op rapportage

Richtsnoeren inzake de methoden voor de bepaling van de marktaandelen met het oog op rapportage EIOPA-BoS-15/106 NL Richtsnoeren inzake de methoden voor de bepaling van de marktaandelen met het oog op rapportage EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20;

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening Advies van 4 maart 2013 I. Inleiding II. Kennisgevingsplicht

Nadere informatie

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier ADVIES- EN CONTROLECOMITÉ OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS

Inleiding / Doel van de vraag om advies. Belangrijkste gegevens van het dossier ADVIES- EN CONTROLECOMITÉ OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS ADVIES- EN CONTROLECOMITÉ OP DE ONAFHANKELIJKHEID VAN DE COMMISSARIS Ref : Accom AFWIJKING 2005/1 Samenvatting van het advies dd. 17 mei 2005 met betrekking tot een vraag om afwijking van de regel die

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 22 oktober 2014 (OR. en) 2013/0110 (COD) LEX 1572 PE-CONS 47/1/14 REV 1 DRS 31 COMPET 143 ECOFIN 201 SOC 162 CODEC 593 RICHTLIJN VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Politiedienst betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van de Dienst

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Politiedienst betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van de Dienst 6.12.2017 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 417/223 VERSLAG over de jaarrekening van de Europese Politiedienst betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van de Dienst (2017/C

Nadere informatie

A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017

A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan de Raad van Beheer van de Stichting voor Protestants Christelijk Onderwijs voor Meppel e.o. A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2017 Ons

Nadere informatie

Deelnameprotocol Transparantiebenchmark 2019 Februari 2019

Deelnameprotocol Transparantiebenchmark 2019 Februari 2019 Deelnameprotocol Transparantiebenchmark 2019 Februari 2019 Pagina 1 van 10 De Transparantiebenchmark is een jaarlijks onderzoek van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat naar de inhoud en kwaliteit

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen EIOPA(BoS(13/164 NL Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door verzekeringstussenpersonen EIOPA WesthafenTower Westhafenplatz 1 60327 Frankfurt Germany Phone: +49 69 951119(20 Fax: +49 69 951119(19

Nadere informatie

MINNELIJKE SCHIKKING GEFORMULEERD DOOR DE AUDITEUR VAN DE FSMA EN WAARMEE GROENKRACHT CVBA IN VEREFFENING HEEFT INGESTEMD

MINNELIJKE SCHIKKING GEFORMULEERD DOOR DE AUDITEUR VAN DE FSMA EN WAARMEE GROENKRACHT CVBA IN VEREFFENING HEEFT INGESTEMD MINNELIJKE SCHIKKING GEFORMULEERD DOOR DE AUDITEUR VAN DE FSMA EN WAARMEE GROENKRACHT CVBA IN VEREFFENING HEEFT INGESTEMD Deze minnelijke schikking, waarmee Groenkracht CVBA in vereffening op 18 juni 2015

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/XX Onbeperkt aansprakelijk vennoot: vermeldingen in de jaarrekening Ontwerpadvies van 31 mei 2017 I. Inleiding 1. Wanneer een vennootschap onbeperkt

Nadere informatie

RICHTLIJN 2003/51/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RICHTLIJN 2003/51/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD L 178/16 RICHTLIJN 2003/51/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 18 juni 2003 tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG, 83/349/EEG, 86/635/EEG en 91/674/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening

Nadere informatie

Studie over de halfjaarlijkse financiële verslagen opgesteld met toepassing van IAS 34. Belangrijkste bevindingen

Studie over de halfjaarlijkse financiële verslagen opgesteld met toepassing van IAS 34. Belangrijkste bevindingen Studies en documenten: nr. 37 Juni 2010 Studie over de halfjaarlijkse financiële verslagen opgesteld met toepassing van IAS 34 Belangrijkste bevindingen Algemene bevindingen 97 % van de vennootschappen

Nadere informatie

GEDRAGSCODE. voor de leveranciers en aannemers van Infrabel // 1

GEDRAGSCODE. voor de leveranciers en aannemers van Infrabel // 1 GEDRAGSCODE voor de leveranciers en aannemers van Infrabel // 1 VOORWOORD Als één van de belangrijkste spelers op het gebied van duurzame mobiliteit in België wil Infrabel een verantwoord aankoopbeleid

Nadere informatie

De informatie over corporate governance verstrekt door de Belgische op de eerste markt van Euronext Brussels genoteerde vennootschappen capita selecta

De informatie over corporate governance verstrekt door de Belgische op de eerste markt van Euronext Brussels genoteerde vennootschappen capita selecta COMMISSIE VOOR HET BANK-, FINANCIE- EN ASSURANTIEWEZEN Toezicht op de financiële informatie en markten Studies en documenten : nr. 27 December 2004 De informatie over corporate governance verstrekt door

Nadere informatie

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd

Nadere informatie

Aanbevelingen in verband met de oproepingen tot de algemene vergadering

Aanbevelingen in verband met de oproepingen tot de algemene vergadering Mededeling FSMA_2013_06 dd. 27 februari 2013 Aanbevelingen in verband met de oproepingen tot de algemene vergadering Toepassingsveld: De Belgische emittenten waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de

Nadere informatie

De eerste wettelijke remuneratieverslagen: tweede opvolgingsstudie van Studie nr. 38

De eerste wettelijke remuneratieverslagen: tweede opvolgingsstudie van Studie nr. 38 Studies en documenten: nr. 42 December 2012 De eerste wettelijke remuneratieverslagen: tweede opvolgingsstudie van Studie nr. 38 De FSMA heeft voor het derde jaar op rij een onderzoek gewijd aan de naleving

Nadere informatie

Mededeling CBFA_2010_28 dd. 20 december 2010

Mededeling CBFA_2010_28 dd. 20 december 2010 Mededeling _2010_28 dd. 20 december 2010 Openbare aanbieding van obligaties en toelating van obligaties tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en invoering van een versnelde procedure voor de

Nadere informatie

In België geldt er voortaan een nieuwe beroepsnorm Wat en waarom? Frequently Asked Questions

In België geldt er voortaan een nieuwe beroepsnorm Wat en waarom? Frequently Asked Questions Norm met betrekking tot de contractuele controle van KMO s en kleine (i)vzw s en stichtingen en de gedeelde wettelijk voorbehouden opdrachten bij KMO s en kleine (i)vzw s en stichtingen In België geldt

Nadere informatie

JAN CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT *136076* Aan: de aandeelhouder van Scotch Whisky International B.V. A. Verklaring over de in het jaarrapport opgenomen jaarrekening 2017 Ons oordeel

Nadere informatie

KEY ISSUES - Corporate Governance COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN

KEY ISSUES - Corporate Governance COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN KEY ISSUES - Corporate Governance COMMISSIE VOOR HET BANK- EN FINANCIEWEZEN Rapportering corporate governance Brussel, 18 november 1999 Mevrouw, Mijnheer, De Commissie voor het Bank en Financiewezen en

Nadere informatie

Gezien het ontwerp van norm van het IBR voorgelegd aan openbare raadpleging die plaatsvond van

Gezien het ontwerp van norm van het IBR voorgelegd aan openbare raadpleging die plaatsvond van Ontwerp van norm tot wijziging van de bijkomende norm bij de in België van toepassing zijnde internationale auditstandaarden (ISA s) - Het commissarisverslag in het kader van een controle van financiële

Nadere informatie

Norm (herzien in 2018) inzake de toepassing in Belgie van de Internationale controlestandaarden (ISA s)

Norm (herzien in 2018) inzake de toepassing in Belgie van de Internationale controlestandaarden (ISA s) Norm (herzien in 2018) inzake de toepassing in Belgie van de Internationale controlestandaarden (ISA s) Ontwerp van gecoördineerde versie - 2018 1 DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN, Gezien

Nadere informatie

FSMA_2019_05 dd. 19/02/2019. Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschappen (OGVV)

FSMA_2019_05 dd. 19/02/2019. Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschappen (OGVV) FSMA_2019_05 dd. 19/02/2019 Openbare gereglementeerde vastgoedvennootschappen (OGVV) Deze circulaire verduidelijkt de inhoud van het verslag over de beoordeling van de interne controle dat de personen

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: de Aandeelhouder, de Bestuurder en de Raad van Commissarissen van Patijnenburg B.V. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening

Nadere informatie

COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/13 - Het gebruik van de verbindingsrekening tussen een buitenlandse vennootschap en haar Belgisch bijkantoor Advies van 4 september 2013 1 I. Inleiding

Nadere informatie

Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandelindustrie september 2015

Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandelindustrie september 2015 Maatschappelijk verantwoord beleggen Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandelindustrie september 2015 Beleid ten aanzien van Maatschappelijk verantwoord beleggen Inleiding BPF Houthandel draagt

Nadere informatie

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ BIJLAGE 2. INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ Dit intern reglement maakt integraal deel uit van het Corporate Governance Charter van de Vennootschap. Deze bijlage is een aanvulling op de toepasselijke

Nadere informatie

NIET-NOMINATIEVE VERSIE NA AFLOOP VAN DE TERMIJN VAN NOMINATIEVE BEKENDMAKING VAN ÉÉN JAAR

NIET-NOMINATIEVE VERSIE NA AFLOOP VAN DE TERMIJN VAN NOMINATIEVE BEKENDMAKING VAN ÉÉN JAAR NIET-NOMINATIEVE VERSIE NA AFLOOP VAN DE TERMIJN VAN NOMINATIEVE BEKENDMAKING VAN ÉÉN JAAR MINNELIJKE SCHIKKING AANVAARD DOOR HET DIRECTIECOMITÉ VAN DE FSMA EN WAARMEE A NV EN DE HEER Z HEBBEN INGESTEMD

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Toezicht van De Nederlandse Hartstichting Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening Wij vinden dat

Nadere informatie

VERSLAG (2017/C 417/33)

VERSLAG (2017/C 417/33) 6.12.2017 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 417/207 VERSLAG over de jaarrekening van het Voorzieningsagentschap van Euratom betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van het

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie juridische zaken 2009 2008/0084(COD) 8.10.2008 AMENDEMENTEN 7-24 Ontwerpverslag Ieke van den Burg (PE412.044v01-00) over het voorstel voor een richtlijn van het Europees

Nadere informatie

Nieuwe controlenorm Bevestigingen van de leiding van de entiteit

Nieuwe controlenorm Bevestigingen van de leiding van de entiteit Nieuwe controlenorm Bevestigingen van de leiding van de entiteit Op 6 juni 1997 heeft de Raad van het IBR een controleaanbeveling goedgekeurd Bevestigingen door de leiding. Deze aanbeveling heeft het voorwerp

Nadere informatie

COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Het gebruik van de verbindingsrekening tussen een buitenlandse vennootschap en haar Belgisch bijkantoor

COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Het gebruik van de verbindingsrekening tussen een buitenlandse vennootschap en haar Belgisch bijkantoor COMMISIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Het gebruik van de verbindingsrekening tussen een buitenlandse vennootschap en haar Belgisch bijkantoor Ontwerpadvies I. Inleiding 1. Wat betreft de boekhoudkundige

Nadere informatie

Instituut van de Bedrijfsrevisoren Institut des Réviseurs d'entreprises. Koninklijk Instituut - Institut royal. Onze referte IVB/hm/cs/gvw

Instituut van de Bedrijfsrevisoren Institut des Réviseurs d'entreprises. Koninklijk Instituut - Institut royal. Onze referte IVB/hm/cs/gvw Koninklijk Instituut - Institut royal ADVIES (I) 2012/03 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN De Voorzitter Correspondent sg@ibr-ire.be Onze referte IVB/hm/cs/gvw Uw referte Datum 20-09

Nadere informatie

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of EUROPEAN COMMISSION Brussels, 4.6.2014 C(2014) 3656 final COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of 4.6.2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische

Nadere informatie

Samenvatting van de voornaamste nieuwigheden als gevolg van de nieuwe en herziene ISA s

Samenvatting van de voornaamste nieuwigheden als gevolg van de nieuwe en herziene ISA s Samenvatting van de voornaamste nieuwigheden als gevolg van de nieuwe en herziene ISA s Publicatie in het kader van de openbare raadpleging betreffende het ontwerp van norm inzake de toepassing van de

Nadere informatie

Beursgenoteerde ondernemingen en geïntegreerde verslaggeving. Toezicht Financiële Verslaggeving

Beursgenoteerde ondernemingen en geïntegreerde verslaggeving. Toezicht Financiële Verslaggeving Beursgenoteerde ondernemingen en geïntegreerde verslaggeving Toezicht Financiële Verslaggeving Oktober 2013 Inhoudsopgave 1 Managementsamenvatting 4 2 Aanleiding, doelstellingen en populatie 7 3 Belangrijkste

Nadere informatie

Accountantsverslag 2012

Accountantsverslag 2012 pwc I Accountantsverslag 2012 Permar Energiek B.V. 24 mei 2013 pwc Permar Energiek B.V. T.a.v. de Raad van Commissarissen en de Directie Horaplantsoen 2 6717LT Ede 24 mei 2013 Referentie: 31024B74/DvB/e0291532/zm

Nadere informatie

Wetsvoorstel Titel 9 handhaaft. bepalingen die strijdig zijn. met EG-richtlijn G.-P. den Hollander RA

Wetsvoorstel Titel 9 handhaaft. bepalingen die strijdig zijn. met EG-richtlijn G.-P. den Hollander RA Wetsvoorstel Titel 9 handhaaft bepalingen die strijdig zijn met EG-richtlijn 2013-34 G.-P. den Hollander RA Inleiding Het wetsvoorstel heeft bestaande verschillen tussen Titel 9 en de 4 e en 7 e EG-richtlijn

Nadere informatie

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit )

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit ) 12.4.2014 L 109/43 AANBEVELINGEN AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit ) (Voor de EER relevante tekst) (2014/208/EU)

Nadere informatie

Enkelvoudige jaarrekening 2011. WestlandUtrecht Bank N.V.

Enkelvoudige jaarrekening 2011. WestlandUtrecht Bank N.V. Enkelvoudige jaarrekening 2011 WestlandUtrecht Bank N.V. Inhoud Verslag Raad van Bestuur 2 Enkelvoudige balans 4 Enkelvoudige winst- en verliesrekening voor de periode eindigend op 31 december 5 Overige

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie