Etniciteit en Conflict in Macedonië

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Etniciteit en Conflict in Macedonië"

Transcriptie

1 Etniciteit en Conflict in Macedonië Jelmer Kamstra Opleiding Ontwikkelingsstudies Faculteit der Sociale Wetenschappen K.U. Nijmegen Juli 2004

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Theoretisch kader Inleiding Etniciteit Etniciteit en conflict Een theorie over etnopolitiek conflict Onderzoeksopzet en werkwijze Een korte geschiedenis van Macedonië Vroege geschiedenis van Macedonië Recente geschiedenis van Macedonië Het belang van etnoculturele identiteit in Macedonië De verschillen tussen Albanezen en Macedoniërs Benadeling op basis van etniciteit Open conflict met de staat Conclusie: groot belang van etnoculturele identiteit Prikkels voor etnopolitieke actie Materiële, culturele en politieke benadeling Onderdrukking Conclusie: verscheidene prikkels voor etnopolitieke actie Capaciteit voor etnopolitieke actie Territoriale concentratie Mate van organisatie Coalities en leiderschap Conclusie: geen eenduidig beeld

3 7 Kansen en keuzes in de politieke omgeving De nationale politieke omgeving De internationale politieke omgeving Conclusie: kansen voor conflict aanwezig in de omgeving Conclusie De oorzaken van het conflict in Macedonië De theorie van Gurr: een kritische beschouwing Validiteit van de getrokken conclusies Geraadpleegde literatuur

4 1 Inleiding Op 13 augustus 2001 werd in Skopje het vredesakkoord van Ohrid getekend waarmee er officieel een einde kwam aan de oorlog tussen de Albanezen en Macedoniërs. Het was een lang verwachte en veel voorspelde oorlog die uiteindelijk toch niet voorkomen heeft kunnen worden. Enerzijds kan dit gezien worden als een falen van zowel intern als extern beleid om de vrede in Macedonië te waarborgen. Een andere visie is dat het uitzonderlijk lang goed is gegaan in Macedonië. Deze laatste visie wordt ondersteund door een artikel in de Volkskrant van 1 September 2003 waar wordt gekopt met: Macedonië, het vredeswonder van de Balkan. Het artikel bevat een interview met de heer Niek Biegman die als ambassadeur voor de NAVO aanwezig is in Skopje. Hij schetst een redelijk positief beeld van de situatie in Macedonië, vooral doelend op de goede samenwerking van de internationale organisaties die daar actief zijn om de vrede te bewaren (NAVO, EU, OVSE). Dat de aanwezigheid van deze organisaties nog steeds noodzakelijk is om de vrede te bewaren is er echter ook weer een teken van dat de situatie in het land, twee jaar na het einde van het conflict, nog steeds verre van stabiel is. Voor beide visies valt wel iets te zeggen. Het is in ieder geval een feit dat Macedonië de enige staat is die zich zonder geweld heeft weten los te maken van het voormalige Joegoslavië en tien jaar lang een periode van relatieve rust heeft gekend in een zeer turbulente en soms erg bedreigende omgeving. De voornaamste bedreigingen voor de interne stabiliteit werden gevormd door de oorlogen die in de nabije omgeving werden gevoerd. Ten eerste was er de oorlog in Bosnië die in 1992 volgde op het uiteenvallen van Joegoslavië. Deze oorlog werd in 1995 beëindigd middels het akkoord van Dayton. Ten tweede was er de Kosovo oorlog uit 1998 die in hetzelfde jaar nog beëindigd werd onder druk van de NAVO. Vooral de Kosovo oorlog was een gevaar voor de stabiliteit in Macedonië. Door de gevechten vluchtten veel etnisch Albanezen de grens over naar het aangrenzende Macedonië. Zo nam Macedonië in korte tijd Albanese vluchtelingen uit Kosovo op. Veel Macedoniërs voelden zich bedreigd door deze grote toestroom van Albanezen (Ministerie van Buitenlandse Zaken, September 2003). Dit gevoel is makkelijk te verklaren. Macedonië heeft namelijk slechts 2 miljoen inwoners en hiervan is ongeveer 25% Albanees. De toestroom van vluchtelingen uit Kosovo deed het percentage Albanezen dus fors stijgen in zeer korte tijd. Door onenigheden over hoe om te gaan met deze groep mensen werd de toch al slechte relatie tussen Albanezen en Macedoniërs nog slechter. Ondanks oplopende spanningen kwam het niet tot een openlijk conflict hetgeen mede te danken was aan de aanwezigheid van de zogenaamde UNPREDEP-force (United Nations Preventive Deployment). Deze preventieve plaatsing van een internationale troepenmacht in Macedonië, ter voorkoming van een conflict, was een primeur voor de VN. Het mandaat van deze troepenmacht liep echter af op 28 februari 1999 en werd niet verlengd (United Nations, September 2003). Twee jaar na het opdoeken van de UNPREDEP missie is het alsnog tot gevechten gekomen tussen Albanezen en Macedoniërs. Hiermee was de oorlog in Macedonië het derde conflict binnen tien jaar op de Balkan na het uiteenvallen Joegoslavië. In alledrie de oorlogen speelde etniciteit een grote rol. Er stonden elke keer etnische groepen tegenover elkaar. In Bosnië waren er Kroaten, Bosnische moslims en Serviërs betrokken bij het conflict. In Kosovo waren het Serviërs en Albanezen en in Macedonië waren het 4

5 Albanezen en Macedoniërs. In de berichtgeving over deze conflicten dook vaak de term etniciteit op. Etnische groepen deden aan etnische zuiveringen en er was zodoende sprake van een etnisch conflict. De oorlogen in de regio van de afgelopen tien jaar worden dan ook vaak bestempeld als etnische conflicten. Vaak is niet duidelijk wat er nu precies onder etniciteit verstaan dient te worden en wat de relatie is tussen etniciteit en conflict. Dit onderzoek moet hier verbetering in brengen. Eén van de wetenschappers die zich bezighoudt met onderzoek op het terrein van etniciteit en conflict is Ted Robert Gurr. Na uitgebreid onderzoek te hebben gedaan naar conflicten rondom minderheden wereldwijd, is hij uiteindelijk gekomen tot het formuleren van een theorie betreffende de oorzaken van etnopolitieke conflicten. Deze theorie biedt een goed uitgangspunt om de situatie in Macedonië mee te beschrijven en te verklaren. Dat dit actueel en relevant is om te doen blijkt voldoende uit de huidige nog steeds instabiele situatie. Een goed begrip van de oorzaken van het conflict is de eerste noodzakelijke stap op weg naar het oplossen van de huidige problemen en het voorkomen van een nieuw conflict dat zeker niet geheel ondenkbaar is in het licht van een eventuele toekomstige onafhankelijke status voor Kosovo. Als op het moment dat Kosovo onafhankelijk wordt de situatie van de Albanezen in Macedonië niet significant is verbeterd zou afscheiding alsnog een optie kunnen worden voor de Albanezen. Dit zal dan vrijwel zeker tot een nieuw conflict leiden. Hoe de informatie die dit onderzoek oplevert eventueel toegepast kan worden om toekomstige conflicten te voorkomen is echter niet mijn focus. De nadruk zal hier liggen op het beschrijven en verklaren van het conflict in Macedonië met behulp van de theorie van Gurr. Deze theorie zorgt voor de afbakening van het onderzoek wat terug te zien is in de centrale probleemstelling en de bijbehorende centrale doel- en vraagstelling. Probleemstelling Het centrale probleem in dit onderzoek is het gebrek aan inzicht in de relatie tussen etniciteit en conflict in Macedonië. Het gaat hier op zich niet om een nieuw of onontgonnen onderzoeksgebied. Over etniciteit en conflict in het algemeen is al veel gepubliceerd. Ook met betrekking tot Macedonië zijn er publicaties verschenen over etniciteit en conflict. Vaak wordt echter niet duidelijk hoe het één in verband staat met het ander. Er wordt gesproken over etnisch conflict, maar niet over op welke manier etniciteit bij kan dragen aan het ontstaan van een conflict. Het gebrek aan inzicht in de relatie tussen etniciteit en conflict vormt de kennislacune die dit onderzoek tracht te verkleinen. Wat mij voor ogen staat is om aan de discussie over hoe etniciteit en conflict met elkaar in verband staan een zinnige bijdrage te leveren door het conflict in Macedonië vanuit een bepaald oogpunt te verklaren. Dit oogpunt is de theorie van Gurr (2000) waarin de relatie tussen etniciteit en conflict wordt geëxpliciteerd. Aan de hand van deze theorie zal een beschrijving worden gegeven van de situatie in Macedonië. Het onderzoek zal zodoende vooral verklarend van aard zijn. Impliciet is er echter ook sprake van theorietoetsing hoewel dit niet het uitgangspunt van het onderzoek is. Door vanuit een bepaald raamwerk te gaan onderzoeken kan namelijk blijken dat dit raamwerk niet geheel van toepassing is op de lokale situatie, dit kan bijvoorbeeld worden aangetoond met reacties van respondenten of door informatie uit de literatuur. Het gaat hier 5

6 uitdrukkelijk niet om het vergelijken van verschillende theorieën. De waarde van de theorie van Gurr zal dus niet worden bepaald door hem af te zetten tegen andere theorieën. De waarde zal worden bepaald door hem te confronteren met de praktijk. Op basis van de bovenstaande probleemstelling kunnen nu de volgende centrale doel- en vraagstelling worden geformuleerd. De doelstelling van het onderzoek luidt als volgt: De doelstelling van dit onderzoek is het leveren van een bijdrage aan het inzicht in de relatie tussen etniciteit en conflict in Macedonië. Het doel is zodoende het opvullen van een kennislacune middels een verklarende case study. Vanuit deze doelstelling is de volgende centrale vraagstelling geformuleerd: Wat zijn de oorzaken van het conflict in Macedonië in 2001 gezien vanuit de theorie van Gurr (2000) over etnopolitieke conflicten en in hoeverre biedt deze theorie een goede verklaring? Om een antwoord op deze vraag te kunnen formuleren moeten er eerst een set deelvragen beantwoord worden. 1) Hoe ziet de geschiedenis van Macedonië er uit? 2) Hoe groot is het belang van etnoculturele identiteit in Macedonië? 3) Wat zijn de collectieve prikkels voor etnopolitieke actie? 4) Hoe groot is de capaciteit voor etnopolitieke actie? 5) Wat zijn de kansen en keuzes in de politieke omgeving? Deze set deelvragen vraagt nog om enige toelichting. De eerste vraag wordt gesteld omdat de huidige situatie en het recente conflict naar mijn mening niet goed te begrijpen zijn zonder dit te bezien vanuit een breder historisch perspectief. De gebeurtenissen in het heden vloeien deels voort uit gebeurtenissen in het verleden. Zeker op de Balkan gaat het collectieve geheugen vaak honderden jaren terug waardoor zelfs de verre geschiedenis nog steeds een bepaalde rol speelt in het heden. In de deelvragen twee tot en met vijf is de theorie van Gurr opgenomen. Bij de beantwoording van deze deelvragen zal er gebruik gemaakt worden van de operationalisering zoals die heeft plaatsgevonden binnen het theoretische kader. Aangezien de theorie is gericht op etnopolitieke actie van minderheden zal er hier vooral geschreven worden vanuit het Albanese perspectief. Deze vier deelvragen moeten samen een algemeen beeld scheppen van waarom het tot een conflict is gekomen in Macedonië. Het gaat hier om het macro (lands-) niveau. Ook hier zal het historische perspectief van belang zijn, de verre geschiedenis zal echter grotendeels buiten beschouwing worden gelaten omdat die al onder deelvraag één behandeld wordt. Het historische perspectief zal vooral de tijd van het Joegoslavië onder Tito tot het heden omvatten. Enkele overlappen zullen echter nooit geheel te vermijden zijn. 6

7 De opbouw van het verslag volgt de volgorde van de deelvragen. Alvorens over te gaan tot het beantwoorden van de deelvragen zal er eerst een hoofdstuk volgen waarin achtereenvolgens het theoretische kader en de opzet en werkwijze van dit onderzoek uiteen worden gezet en toegelicht. Het theoretische kader vormt de basis van het onderzoek, ook wel het analytische kader. Vanuit dit kader zijn de deelvragen geformuleerd. Vervolgens wordt er een deel gewijd aan het aan het verantwoorden en uitleggen van de gebruikte onderzoeksstrategie en de methoden van dataverzameling. Aan de hand van de beantwoording van de deelvragen kan er uiteindelijk een antwoord worden geformuleerd op de centrale vraagstelling. Bij de beantwoording van de centrale vraagstelling zal ook worden gekeken naar de validiteit en geldigheid van de getrokken conclusies. 7

8 2 Theoretisch kader 2.1 Inleiding De jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw laten een explosieve groei zien van het aantal wetenschappelijke publicaties waarin de term etniciteit centraal staat, vooral op het gebied van de politicologie, geschiedenis, sociologie en de culturele antropologie (Eriksen 2002: 1). Een vakgebied dat hier naar mijn mening onterecht buiten beschouwing wordt gelaten is de polemologie. De polemologie staat ook wel bekend onder de naam van vredeswetenschap, wetenschap van oorlog en vrede, vredes- en conflictonderzoek. Het houdt zich bezig met de volgende vragen: - Wat zijn de factoren die oorlog kunnen verklaren? - Wat is er nodig voor vrede? - Wat is er mogelijk? - Kan het nodige ook mogelijk gemaakt worden? (Everts 1989: 6) Een belangrijk kenmerk van dit wetenschapsgebied is dat het interdisciplinair te werk gaat. De genoemde vragen worden dus vanuit verschillende wetenschappelijk disciplines bekeken, hierbij is in principe geen enkel wetenschapsgebied uitgesloten. Al de hiervoor genoemde wetenschapsgebieden die zich bezighouden met etniciteit maken zodoende ook deel uit van de polemologie. Binnen de polemologie wordt etniciteit vooral in relatie tot conflict onderzocht. Over deze relatie bestaat nog wel onenigheid. Het is een de kip en het ei verhaal. Is etniciteit een oorzaak van conflict? Of zorgt conflict ervoor dat groepen nadruk gaan leggen op hun eigen etniciteit en op etnische verschillen met de tegenstander? Deze discussie is niet goed te volgen als niet eerst duidelijk is wat er onder etniciteit verstaan dient te worden. Over etniciteit bestaan veel verschillende ideeën en het is een onderzoeksterrein op zich. Het doel is niet om deel te nemen aan het debat over wat er nu wel en niet onder etniciteit verstaan dient te worden, daarom zal er hierna slechts een kort overzicht worden gegeven van wat er in de wetenschappelijke literatuur zoal onder etniciteit wordt verstaan. Vervolgens zal er gekeken worden naar de relatie tussen etniciteit en conflict om een kader te scheppen waarbinnen de opvattingen van Gurr over etniciteit en conflict zijn te plaatsen. Tenslotte zal de theorie van Gurr over de oorzaken van etnopolitieke conflicten worden uitgewerkt. Deze uitwerking vormt het analytische kader van dit onderzoek waar de belangrijkste begrippen worden geoperationaliseerd en met elkaar in verband worden gebracht als afhankelijke en onafhankelijke variabelen. 2.2 Etniciteit Een korte geschiedenis van de term Dat etniciteit een relatief jong begrip is binnen de wetenschappelijke literatuur staat vast. Dit blijkt alleen al uit het feit dat het woord pas in 1972 voor het eerst werd opgenomen in het Oxford English dictionary waar het the character or quality of an ethnic group 8

9 betekent. Een uitgebreidere definitie wordt het jaar daarop gegeven in de American Heritage Dictionary. Etniciteit wordt hier omschreven als: 1. The condition of belonging to a particular ethnic group; 2. Ethnic pride. (Shenton, Oktober 2003) Het woord etnisch zelf is veel ouder en stamt af van het Griekse woord ethnos wat heiden betekent. In de engelse taal is het lang in deze betekenis van het woord gebruikt. Halverwege de negentiende eeuw treedt hier echter geleidelijk aan verandering in op. De term werd steeds meer in verband gebracht met raciale eigenschappen. In de wetenschap krijgt de term rond die tijd nog nauwelijks aandacht. De eerste grote wetenschapper die er enigszins aandacht aan schenkt is Max Weber (Eriksen 1993: 4). In zijn boek Wirtschaft und Gesellschaft (1922) geeft hij de volgende definitie van etnische groepen (in: Turton 1997: 218): We shall call ethnic groups those human groups that entertain a subjective belief in their common descent because of similarities of physical type or of customs or both or because of memories of colonization and migration. Weber legt met deze definitie de nadruk op het subjectieve aspect van etniciteit, iets wat loodrecht staat op de trend in die tijd waarin de term steeds meer in verband werd gebracht met raciale eigenschappen. De periode van het interbellum kende een wereldwijde groei van het aantal raciale theorieën waardoor Weber s notie van etniciteit ondergesneeuwd raakte. Pas in de jaren 50 en 60 pikken antropologen en sociologen de draad weer op. Langzaam aan kwam het begrip in zwang tot er in de jaren 70 gesproken kon worden van een echte boom. Etniciteit behoorde tot één van de snelst groeiende studieobjecten binnen de sociale wetenschappen (Turton 1997: 219). Dit stond recht tegenover de Liberal expectancy uit het begin van de twintigste eeuw. Veel sociale wetenschappers van toen geloofden er namelijk in dat etniciteit en nationalisme aan belang zouden inboeten en uiteindelijk zouden verdwijnen onder invloed van modernisering, industrialisatie en individualisering (Eriksen 1993: 2; Glazer 1981: 7). Nu kan worden vastgesteld dat precies het tegenovergestelde heeft plaatsgevonden Definitie van etniciteit: onenigheid en overeenstemming. De populariteit van het begrip heeft een groot aantal verhandelingen opgeleverd. Een rondgang door de literatuur levert echter geen eenduidig antwoord op de vraag wat etniciteit nu eigenlijk is. Er bestaan honderden verschillende definities die in meerdere of mindere mate met elkaar overeenstemmen. Zo zijn er bijvoorbeeld wetenschappers die beweren dat etniciteit niets nieuws is. Volgens hen is het gewoon een modieuze term om iets wat er altijd al was op een andere manier te beschrijven. Ze duiden op het vervangen van de term stam door de term etniciteit. Dit gebeurde vooral in antropologische studies omdat het spreken over stammen uit de tijd begon te raken. Er is ook een groep wetenschappers die het tegenovergestelde standpunt innemen en verkondigen dat er weldegelijk iets nieuws wordt omschreven met de term etniciteit. Zij zien etniciteit als een modern fenomeen (Turton 1997: 4). Ondanks deze en nog vele andere verschillende opvattingen over etniciteit zijn er echter ook aspecten waarover opvallend veel overeenstemming bestaat. Eriksen (1993: 4) 9

10 wijst er op dat elke benadering erkent dat etniciteit iets van doen heeft met de classificatie van mensen en met groepsrelaties. Etniciteit wordt namelijk altijd gebruikt om mensen in groepen in te delen. Etniciteit wordt zo een mechanisme van insluiting dan wel uitsluiting waarmee het de perfecte basis vormt voor stereotyperingen, voor het afzetten van wij tegen zij. De relaties tussen groepen zijn van belang omdat er pas sprake kan zijn van etniciteit bij twee of meer groepen die regelmatig met elkaar interacteren. Dit is een logisch gevolg van het in- en uitsluitingprincipe van etniciteit. De verschillende benaderingen onderscheiden zich door verschillende opvattingen over welke relaties er tussen de verschillende groepen bestaan en op basis van welke criteria mensen worden ingedeeld in een bepaalde groep. Een tweede punt waar veel overeenstemming over bestaat is dat etniciteit bestaat uit zowel objectieve als subjectieve componenten. De bovengenoemde definitie van etniciteit uit de American Heritage Dictionary is hier een duidelijk voorbeeld van. De eerste omschrijving is een objectieve categorisering: The condition of belonging to a particular ethnic group. De tweede omschrijving duidt op een subjectief aspect, namelijk: Ethnic pride (Ramezanzadeh 1993: 9). Niet in elke definitie zijn het subjectieve en objectieve aspect gelijk vertegenwoordigd. Sommige auteurs benadrukken het objectieve aspect van etniciteit door bijvoorbeeld te wijzen op lichamelijke kenmerken die verschillen van groep tot groep. Anderzijds zijn er auteurs die niet of nauwelijks geloven in een dergelijke raciale of biologische vorm van etniciteit en etniciteit meer beschouwen als iets dat alleen in de hoofden van mensen bestaat. Een goed voorbeeld hiervan is de bovengenoemde definitie van Max Weber. Volgens hem gaat het bij etniciteit om een subjectief geloof in gedeelde afkomst. Hij noemt hier ook het geloof in fysieke overeenkomsten wat in eerste instantie op een objectief aspect van etniciteit wijst, volgens Weber zijn deze overeenkomsten echter eerder subjectief dan dat ze objectief zijn aan te tonen Etniciteit: drie theoretische stromingen In grote lijnen zijn er drie theoretische stromingen te onderscheiden op het gebied van etniciteit die allemaal hun eigen invulling geven aan het begrip. Onderscheiden worden het Primordialisme het Instrumentalisme en het Constructivisme. Voor het Primordialisme wordt een afgeleide van de engelse term primordialism gebruikt omdat die het beste het verwoordt waar deze stroming voor staat. De drie stromingen zullen nu verder toegelicht worden. Primordialisme De naam van de stroming duidt er op dat het hier om oer gevoelens gaat. Dit is dan ook precies de essentie van deze stroming. Primordialisten zien etniciteit als iets dat altijd al was en altijd zal zijn. Tekenend hiervoor is de typering van Glazer (1981: 19) die de kern van het primordialisme als volgt samenvat: Men are divided thus and so, the reasons for their division are deep in history and experience, and they must in some way be taken into account by those who govern societies 10

11 Etniciteit wordt hier vooral in de objectieve zin van het begrip gebruikt. Het is nu eenmaal zo dat de mensheid in verschillende etnische groepen is opgedeeld, de oorsprong hiervan ligt ver verborgen in de geschiedenis en we kunnen er weinig aan veranderen. Etniciteit is een gegeven, vaststaand iets en we hebben er maar rekening mee te houden. Een andere definitie die goed weergeeft wat primordialisten onder etniciteit verstaan is die van Tishkov (1997: 1): For Primordialists there exist objective entities with inherent features such as territory, language, recognizable membership and even a common mentality. Ook in deze definitie wordt de nadruk gelegd op de objectiviteit van het bestaan van etnische groepen. Daarnaast worden er nog enkele eigenschappen opgesomd die inherent zijn aan etnische groepen. Een gevolg van deze visie op etniciteit is dat primordialisten etnische identiteit zien als een vorm van identiteit die belangrijker is dan en transcendent is aan alle andere vormen van identiteit (Gurr 2000: 4). Het is ook wel een oer identiteit. De assumptie die hieraan verbonden werd was dat de meest natuurlijke samenlevingsvorm die van primitieve stammen was. Dit werd gezien als meest natuurlijk omdat hier mensen samenleven die een hechte groep vormen op basis van verwantschap en gedeelde afkomst (Thompson 1989: 49). In zijn meest extreme vorm verbindt het primordialisme etniciteit aan een universele biologische theorie van de menselijke aard. Oftewel, leden van een etnische groep vertonen biologisch gezien overeenkomsten en verschillen biologisch gezien van andere etnische groepen. Deze vorm van primordialisme is moeilijk te verdedigen en kent dan ook maar weinig aanhangers. Over het algemeen genomen is er tegenwoordig in de westerse wetenschap nog maar weinig aandacht voor het primordialisme. Deze stroming wordt afgedaan als te universalistisch en zodoende te weinig realistisch. Onder wetenschappers uit de voormalige Sovjet-Unie wordt er nog wel veel gebruik van gemaakt hetgeen voortkomt uit romantische theorieën over het Slavische volk ten tijde van het communisme. In het Westen krijgt de constructivistische benadering tegenwoordig de meeste aandacht. Er is echter nog een andere benadering die meer sociaal economisch van aard is, te weten het instrumentalisme. Deze zal nu eerst behandeld worden. Instrumentalisme In tegenstelling tot het primordialisme ziet het instrumentalisme de etnische identiteit niet als belangrijker dan en transcendent aan andere vormen van identiteit. Etniciteit is volgens hen slechts één van de vele mogelijke vormen van identiteit. Volgens instrumentalisten heeft etnische identiteit wel een heel sterk mobiliseringpotentieel. Dit is dan ook de kerngedachte van het instrumentalisme. Etniciteit wordt als middel gezien voor het behalen van materiële dan wel politieke voordelen in de sociaal-politieke arena (Tishkov 1997: 12) juist vanwege dit grote mobiliseringpotentieel. Andere groepen en identiteiten zoals bijvoorbeeld de arbeidersklasse of de sociaal-democraten zijn minder duidelijk en minder hecht dan etnische identiteiten Serviër of Kroaat. In een democratische staat, waar de bronnen eindig zijn is etniciteit een effectief middel om als groep een claim te leggen op een deel van deze bronnen. Etnische groepen hebben een competitief voordeel ten opzichte van andersoortige groepen vanwege hun hechtere banden (Turton 1997: 11). Bij het mobiliseren van deze groepen wordt vaak gebruik en 11

12 misbruik gemaakt van etnische symbolen. Etniciteit wordt dan gebaseerd op academische en politieke mythen die de elites creëren, manipuleren en propageren in hun zoektocht naar macht en erkenning (Tishkov 1997: 12). Het politieke spel voorafgaand aan het uiteenvallen van Joegoslavië is hier een uitstekend voorbeeld van. De leiders van de twee grootste volken, Milosevic (Serviër) en Tudjman (Kroaat), gebruikten nationalistische retoriek om het volk achter zich te krijgen om zo sterker te staan in de politieke arena. Joegoslavië is er meteen ook een duidelijk voorbeeld van dat het oprakelen van etnische sentimenten niet alleen heel effectief kan zijn maar ook hele desastreuze gevolgen kan hebben. Constructivisme Tenslotte is er de stroming van het constructivisme die zoals gezegd tegenwoordig de boventoon voert in de Westerse wetenschap. Binnen deze stroming wordt etniciteit als een modern fenomeen gezien en wordt de nadruk vooral gelegd op het subjectieve aspect van etniciteit. Dit is ook het geval bij het instrumentalisme, het verschil tussen beide is dat het instrumentalisme etniciteit slechts als een middel ziet. Binnen het constructivisme is het meer een doel op zich. Etniciteit wordt beschouwd als een voortdurende sociale constructie (Gurr 2000: 4). Deze constructie wordt gebaseerd op zaken als gedeelde ervaringen, een collectief geheugen, een gedeelde cultuur, gedeelde mythen, gemeenschappelijke taal en gelijke mentaliteiten. Bij de vorming van etnische identiteit spelen ook hier de elites een grote rol. Zij vormen een belangrijke factor in het socialisatie proces waardoor leden in de groep worden opgenomen en zich ook daadwerkelijk lid gaan voelen, oftewel hun etnische identiteit internaliseren. Het is vaak zo dat etnische sentimenten toenemen in een situatie van onderdrukking of discriminatie. Bij veranderende machtsverhoudingen kunnen etnische gevoelens ook veranderen (Tishkov 1997: 12). Etniciteit is dus niet per definitie een statisch iets, maar kan veranderen door de tijd heen. Meestal gebeurt dit onder invloed van veranderingen in de sociale en politieke omgeving van de groep. De inhoud en relevantie van groepsidentiteit kan zo van tijd tot tijd veranderen. Ook de grenzen van de groep liggen niet geheel vast. De criteria die worden gebruikt om te bepalen of je wel of niet tot de groep behoort zijn ook aan verandering onderhevig, hoewel meestal slechts in de marges (Gurr 2000: 4). Dat etniciteit als veranderend wordt gezien staat direct in verband met de nadruk op subjectiviteit. Als het een objectief, gegeven iets zou zijn zoals de primordialisten betogen dan zou er weinig aan te veranderen zijn. Bij het constructivisme gaat het vooral om het gevoel te behoren tot een bepaalde etniciteit. Op dit gevoel kan worden ingespeeld en het kan worden gecreëerd. De Macedonische etnische identiteit is hier een uitstekend voorbeeld van. Zoals uit de korte beschrijving van de geschiedenis van Macedonië nog zal blijken is het helemaal niet zeker of er (objectief gezien) wel zoiets als een Macedonische etniciteit of identiteit bestaat. Edoch volgens het constructivisme is die er zeker. Ook al is het een imagined community om met de woorden van Anderson (1983) te spreken en is er sprake van Hobsbawm s (1990) invention of tradition, hij wordt er niet minder echt om. Op het moment dat mensen geloven dat iets echt is zullen ze vanuit dit geloof gaan handelen, waardoor hun geloof dus weer wordt bevestigd. Op deze manier krijgt een verbeelde gemeenschap een plaats in de werkelijkheid omdat de consequenties ervan voor iedereen merkbaar zijn. Er moet dus bijvoorbeeld wel zoiets als 12

13 een Macedonische etniciteit bestaan omdat het al dan niet beschouwd worden als Macedoniër danig invloed uitoefent op de kans dat je een baan bij de overheid zult vinden. De theorie van Gurr omtrent etnopolitieke conflicten gaat uit van de constructivistische visie op etniciteit. Gurr brengt etniciteit in verband met conflict. Net zoals dat er op verschillende wijzen over etniciteit wordt gedacht wordt er ook verschillend gedacht over de relatie tussen etniciteit en conflict. Hierna volgt een korte typering van dit debat waarin de theorie van Gurr geplaatst zal worden. 2.3 Etniciteit en conflict Zoals in de inleiding al is aangestipt is het debat over de relatie tussen etniciteit en conflict een de kip en het ei debat. Centraal staat de causaliteitsvraag. Er bestaan veel verschillende meningen over. Sommigen zien etniciteit als de oorzaak van een conflict terwijl anderen dit idee totaal verwerpen. Een duidelijk voorbeeld hiervan is Turton (1997. p.3) die stelt dat: Ethnicity will not serve as a causal explanation of war. Gurr (2000) neemt in deze discussie een middenpositie in door te wijzen op twee factoren. Ten eerste wijst hij er op dat er nooit één verklaring is voor een conflict. Er ligt altijd een complex van meerdere factoren ten grondslag aan het uitbreken van een etnopolitiek conflict. Etniciteit kan dus nooit worden gezien als de enige verklarende factor. Een tweede punt waar Gurr op wijst is het dynamische karakter van conflicten waar oorzaken en gevolgen elkaar opvolgen door de tijd heen en elkaar versterken. Conflicten kennen vaak sterke positieve feedbackloops. Een onderdrukte groep gaat zich bijvoorbeeld organiseren en verzetten tegen discriminerend beleid van de staat. De staat kan zich hierdoor bedreigd voelen en hard tegen het verzet ingaan waardoor het verzet zich alleen maar meer gelegitimeerd ziet om geweld te gebruiken. Zodoende volgen verschillende oorzaak en gevolg ketens elkaar op door de tijd. Om de bron van het conflict te kunnen ontdekken moeten deze sequenties met behulp van een historische analyse in kaart worden gebracht. In het geval van open conflict is er vaak sprake van een constante positieve feedbackloop waardoor oorzaken en gevolgen van het conflict moeilijk meer van elkaar te scheiden zijn en waardoor het conflict zichzelf in stand houdt. Op de vraag wat de oorzaken van een conflict zijn is geen eenvoudig antwoord te geven. Het antwoord zal per geval verschillen. Bij etnopolitieke conflicten, het object van studie, speelt etniciteit zeker een rol. De mate waarin etniciteit van belang is en de manier waarop het wordt aangewend om tot etnopolitieke actie over te gaan kunnen afhankelijk van de context echter sterk verschillen. Gurr probeert hier middels zijn theorie over de oorzaken van etnopolitiek conflict meer inzicht in te geven. In deze theorie worden er naast etniciteit ook andere factoren betrokken om zo een eenzijdige en simplistische verklaring te voorkomen. In het vervolg van dit hoofdstuk zal de theorie van Gurr worden uitgewerkt tot het analytische kader van dit onderzoek. 13

14 2.4 Een theorie over etnopolitiek conflict Het Minorities at Risk project Alvorens een beschrijving van de theorie van Gurr te geven is het belangrijk om aan te geven vanuit welke optiek deze theorie is opgesteld. Zoals de titel van dit hoofdstuk al aangeeft heeft de theorie specifiek betrekking op etnopolitieke conflicten. Dit concept vloeit voort uit het Minorities at Risk (MAR) project dat in 1986 door Gurr werd geïnitieerd. Binnen dit project wordt het gedrag van 285 politiek actieve etnische groepen gevolgd. MAR focust zich specifiek op etnopolitieke groepen, ook wel: non-state communal groups that have "political significance" in the contemporary world because of their status and political actions (University of Maryland (1), September 2003). Politieke significantie van een groep wordt bepaald aan de hand van twee criteria: The group collectively suffers, or benefits from, systematic discriminatory treatment vis-a-vis other groups in a society; and, The group is the basis for political mobilization and collective action in defense or promotion of its self-defined interests. Mogelijke factoren om gemeenschappelijke identiteit op te baseren zijn gemeenschappelijke taal, religie, nationale of raciale oorsprong, gemeenschappelijke culturele praktijken en verbondenheid met een bepaald territorium. Vaak delen etnopolitieke groepen een gemeenschappelijke geschiedenis of gemeenschappelijke mythen van gedeelde ervaringen. Het slachtoffer zijn van onderdrukking door andere groepen maakt hier meestal deel van uit. Dat Gurr een aanhanger is van de sociaal constructivistische benadering van etniciteit blijkt duidelijk uit de uitspraak dat geen van deze bovengenoemde factoren essentieel is voor groepsidentiteit. Uiteindelijk gaat het volgens hem om het geloof van de mensen in hun verbondenheid: No one of these is essential to group identity. Fundamentally what matters is the belief--by people who share some such traits and by those with whom they interact--that the traits set them apart from others in ways that justify their separate treatment and status (University of Maryland (1), September 2003) De theorie van Gurr die centraal staat in dit onderzoek is afkomstig uit zijn boek Peoples Versus States: Minorities at risk in the new century (2000). Dit boek moet worden gezien als een vervolg op het MAR project. Er wordt ondermeer een theorie in gepresenteerd voor het verklaren van etnopolitiek conflict die voortvloeit uit de bevindingen van het MAR project. De theorie heeft betrekking op etnopolitieke groepen die worden gedefinieerd als: identity groups whose ethnicity has political consequences, resulting either in differential treatment of group members or in political action on behalf of group interests. (Gurr 2000: 5) Een etnische groep wordt gedefinieerd als: 14

15 people who share a distinctive and enduring collective identity based on a belief in common descent and on shared experiences and cultural traits. They are also referred to here as communal and identity groups. (Gurr 2000: 5) Uit deze definities blijkt duidelijk dat het hier om een vervolg op het MAR project gaat. Nu duidelijk is waar de theorie van Gurr zijn oorsprong vindt kan er worden overgegaan tot het beschrijven van deze theorie De oorzaken van etnopolitiek conflict: theoretisch perspectief deel I Met het opstellen van zijn theoretische model wilde Gurr (2000: 65-95) een antwoord geven op twee vragen: In what circumstances do groups that define themselves using ethnic or national criteria mobilize to defend and promote their collective interests in the political arena? What factors determine the shape, intensity and the persistence of their actions? Allereerst wordt er een definitie gegeven van etnopolitiek conflict: Conflicts in which claims are made by a national or minority group against the state or other political actors. Vervolgens worden er vier variabelen geïdentificeerd die een antwoord moeten verschaffen op de gestelde vragen. Deze variabelen zijn afgeleid uit bestaande theorieën over collectieve actie, en zijn: 1. Het belang van etnoculturele identiteit voor leden en leiders van de groep; 2. de mate waarin de groep collectieve prikkels heeft om over te gaan tot politieke actie; 3. de mate waarin de groep over de capaciteit beschikt om over te gaan tot collectieve actie; 4. en het al dan niet voorhanden zijn van kansen in de politieke omgeving van de groep die ervoor zorgen dat een er een grotere kans is dat de groep haar doelen kan behalen met behulp van politieke actie. Ad 1) Het belang van etnoculturele identiteit Het algemene idee van deze variabele is dat hoe groter het belang dat mensen met een gemeenschappelijke afkomst, culturele gewoonten en historische ervaringen hechten aan hun etnoculturele identiteit, hoe waarschijnlijker het is dat zij hun belangen definiëren in etnoculturele termen en hoe gemakkelijker het is voor leiders om de groep te mobiliseren voor collectieve actie. Hierbij wordt er van uitgegaan dat gedeelde etnoculturele 15

16 identiteiten die zijn gebaseerd op gemeenschappelijke afkomst, ervaring, godsdienst en taal sterker zijn dan de meeste burgerlijke identiteiten of andere verbanden. De vraag is nu: wat bepaalt het belang dat mensen aan hun etnoculturele identiteit hechten? Gurr noemt hier drie punten: - Hoe groter het verschil van een groep ten opzichte van andere groepen waarmee ze regelmatig in contact staat, hoe groter de kans is dat de groep veel belang hecht aan haar etnoculturele identiteit. - Etnoculturele identiteit is van belang wanneer het bijdraagt aan het (gevoel van) relatieve bevoordeling dan wel benadeling. - Open conflict met de staat en rivaliserende groepen versterkt het gevoel van etnoculturele identiteit. Ad 2) Collectieve prikkels voor etnopolitieke actie Indien er tussen de leden van een etnoculturele identiteitsgroep meer gedeelde belangen en prikkels zijn dan is er een grotere kans dat zij etnopolitieke actie zullen steunen en er zelf aan zullen deelnemen. Etnopolitieke actie omvat elke georganiseerde activiteit die erop gericht is de doelen van de groep te verwezenlijken. Etnopolitieke actie begint met het mobiliseren van de groep. Voordat het zover is moeten er echter wel redenen zijn om hiertoe over te gaan. Op abstract niveau zijn er drie soorten prikkels om over te gaan tot actie. Ten eerste kan er wrevel zijn over verliezen die in het verleden geleden zijn. Ten tweede kan er angst zijn om in de toekomst verliezen te lijden. Ten slotte kan men actie ondernemen vanwege de hoop om erop vooruit te gaan. Meer concreet kunnen voor etnopolitieke groepen de volgende prikkels worden onderscheiden. Het collectief benadeeld worden op materieel, cultureel en politiek gebied kan een goede reden tot actie zijn. Hoe groter het verschil ten opzichte van andere groepen is hoe groter de reden tot actie is. Een tweede reden is het verlies van politieke autonomie. Hoe groter en hoe recenter dit verlies des te groter de reden berijdwilligheid tot actie zal zijn. Een laatstgenoemde reden om over te gaan tot actie is het bieden van weerstand tegen onderdrukking. Naast dat er drie categorieën zijn met prikkels om over te gaan op etnopolitieke actie zijn er ook grofweg drie manieren om deze etnopolitieke actie te framen. Etnoculturele groepen kunnen hun acties op verschillende manieren uitleggen. De strijd kan worden gevoerd in de naam van nationale zelfbeschikking, inheemse rechten of om minderheidsrechten. Voorbeelden van alledrie de soorten frames zijn respectievelijk de strijd in Kosovo, Maori en Macedonië. Ad 3) Capaciteit voor etnopolitieke actie De aanname is dat hoe groter de cohesie en mobiliseringgraad binnen een etnoculturele identiteitsgroep hoe frequenter en constanter deze groep zal deelnemen aan politieke actie en hoe groter de kans is dat ze concessies en toegang tot politieke macht kunnen 16

17 bewerkstelligen. De capaciteit van een etnoculturele identiteitsgroep voor etnopolitieke actie hangt af van voornamelijk vier factoren. Indien er sprake is van een hoge geografische concentratie van de groep dan is de kans op rebellie aanzienlijk groter. Uit onderzoek is gebleken dat dit vooral het geval is in gebieden waar de etnoculturele identiteitsgroep meer dan 70% van de plaatselijke bevolking uitmaakt. Tevens is bekend dat deze regel niet opgaat indien het gaat om een concentratie in urbaan gebied. Een hoge mate van geografische concentratie verlaagt de mobiliseringkosten aanzienlijk en verhoogt het gevoel van verbondenheid. Hierdoor neemt de capaciteit van de groep om over te gaan tot politieke actie of rebellie toe. Een andere factor die invloed uitoefent op de capaciteit is de van te voren al bestaande organisatiegraad. Groepen die al een lange tijd een hoge mate van organisatie kennen op economisch, religieus, politiek of cultureel gebied zijn gemakkelijker te mobiliseren dan groepen die dit niet kennen. Naarmate de interactie tussen groepsleden frequenter en meer routine van aard is dalen de mobiliseringkosten. De laatste twee factoren hangen nauw met elkaar samen. De capaciteit van een groep hangt voor een groot deel af van de mate waarin de groep in staat is om zich over onderlinge verschillen heen te zetten en om coalities te smeden. Etnoculturele identiteitsgroepen zijn namelijk geen homogene groepen. Elke groep kent wel enige vorm van heterogeniteit. Wil men over gaan tot etnopolitieke actie dan moeten eerst onderlinge verschillen overkomen worden. Zo kan de loyaliteit van groepsleden in eerste plaats bij hun clan, klasse of gemeenschap liggen waardoor er onderlinge afstemming noodzakelijk is voordat er een gezamenlijk optreden mogelijk is. De grenzen van de groep zijn dan ook geen harde grenzen, ze zijn vloeibaar en afhankelijk van het proces van coalitievorming. De laatste factor die invloed uitoefent op de capaciteit van de groep hangt hier nauw mee samen. Authentiek, legitiem en charismatisch leiderschap dragen bij aan de eenheid, en zo aan de capaciteit van de groep in het geheel. Leiders moeten de groep helpen zich over de onderlinge verschillen heen te zetten en zich te richten op het gemeenschappelijke doel. Zodoende staan leiders centraal in het mobiliseringproces. Leiderschap wordt als authentiek ervaren indien ze de meest essentiële waarden en aspiraties van de groep vertegenwoordigen en indien hun acties worden gezien als het algemeen belang bevorderend. Er is een onderscheid te maken tussen gevestigde leiders en entrepreneurs die gebruik maken van een gunstig moment om aan de macht te komen. In tegenstelling tot gevestigde leiders moeten entrepreneurs zich nog wel bewijzen. Tenslotte moet er hier nog vermeld worden dat slechte leiders de cohesie en zo ook de capaciteit van de groep sterk kunnen verkleinen. Ad 4) Kansen en Keuzes in de politieke omgeving Dit laatste punt richt zich op de vraag hoe identiteit, prikkels en capaciteit vertaald kunnen worden naar etnopolitieke actie. Dit is een erg complex proces dat afhangt van de politieke context, de zogenaamde political opportunity structure. Deze opportunity structure is extern aan de groep maar oefent wel invloed uit op de keuzes van de groep over de manier waarop zij hun doelen zullen nastreven. Bij het concept opportunity structure zijn twee analytische onderscheiden bruikbaar. 17

18 Ten eerste is er een onderscheid te maken tussen duurzame en vluchtige opportunity structures. Duurzaam zijn het politieke karakter van de staat, de hoeveelheid bronnen die de staat ter beschikking heeft en lange termijn allianties met andere binnenlandse groepen. Van vluchtige opportunity structures is sprake indien er veranderingen optreden in de bestaande structuren. Het gaat dan bijvoorbeeld om veranderingen in politieke instituties, wisselende elites of het verkrijgen van nieuwe bondgenoten. Een tweede onderscheid is dat tussen de binnenlandse en de internationale opportunity structure. Het internationale domein maakt zeker een groot deel uit van de opportunity structure van etnoculturele identiteitsgroepen. In dit domein bevinden zich namelijk bondgenoten, tegenstanders, groepsgenoten en regionale en internationale organisaties die van belang zijn omdat ze invloed uitoefenen op de strategiekeuze van de groep. Het onderscheid dat hier gemaakt wordt leidt tot een nieuwe set factoren die bijdragen aan het formuleren van een antwoord op de twee gestelde hoofdvragen. De voorgaande factoren hebben vooral betrekking op kenmerken van etnoculturele identiteitsgroepen zelf. Het nu volgende deel zal zich richten op de omgeving waarin deze groepen handelen en hoe deze omgeving invloed uitoefent op dit handelen en kan worden gezien als een uitwerking van punt De oorzaken van etnopolitiek conflict: theoretisch perspectief deel II De politieke omgeving van etnoculturele identiteitsgroepen valt uiteen volgens de hiervoor beschreven analytische onderscheiden en zal als zodanig ook behandeld worden. Allereerst is er het onderscheid tussen het nationale en internationale domein. Binnen het nationale domein wordt dan nog het onderscheid gemaakt tussen stabiele democratieën en landen die zich bevinden in het transitie proces van democratisering oftewel het onderscheid tussen duurzame en vluchtige structuren De context van de staat: de effecten van staatsmacht en democratie Het hangt van de politieke context af wat voor een strategie een etnoculturele identiteitsgroep zal hanteren. Er is een continuüm van zwakke naar sterke staten. De strategie van afscheiding of autonomie is de meest voor de hand liggende handelingswijze voor etnoculturele identiteitsgroepen in zowel relatief zwakke als relatief sterke staten. In sterke staten wordt hierbij meestal de weg van politieke actie bewandeld. De staten die in het midden liggen van dit continuüm hebben de grootste kans op het ontstaan van een gewapend conflict. Dit zijn het soort staten die voldoende middelen ter beschikking hebben om tegen rebellen te vechten maar onvoldoende om hen te verslaan of uit te kopen. Voor een etnoculturele identiteitsgroep is de strategie van rebellie in een dergelijk land aanvaardbaar indien er hoge doelen op het spel staan, indien de groep over voldoende capaciteiten beschikt om over te gaan tot rebellie, indien men verwacht dat er veel te winnen is en indien men verwacht dat de staat uiteindelijk zo verzwakt zal raken dat afscheiding een optie wordt. 18

19 Geïnstitutionaliseerde democratieën In landen die een relatief lange democratische traditie kennen en gekenmerkt kunnen worden als sterke democratieën is politiek protest een betere strategie dan rebellie. Dit heeft te maken met de principes die inherent zijn aan democratieën. Sterke democratieën gaan namelijk uit van het principe van universele rechten en gelijke kansen voor elke burger. Tevens streven ze pluralistische accommodatie na van de verschillende belangen en behoeften van verschillende groepen. Een ander kenmerk van sterke democratieën is dat ze over voldoende middelen beschikken om aan de wensen van minderheden te kunnen voldoen via de politieke weg. Voor etnoculturele identiteitsgroepen is het in deze omstandigheden onverstandig om de strategie van rebellie te hanteren. Hiermee zullen zij slechts hun publieke steun verspelen. Transitie naar democratie Landen die zich bevinden in de transitiefase in de richting van democratie zijn over het algemeen vrij gevoelig voor het ontstaan van conflicten, zeker in heterogene maatschappijen. In deze staten zijn nog veel zaken onzeker, bijvoorbeeld hoe de meerderheid zal omgaan met rechten van minderheden. Sommige groepen kunnen zich bedreigd voelen door deze onzekerheden hetgeen kans biedt aan entrepreneurs om deze angst om te zetten in politieke winst. Dit is duidelijk het geval geweest in de postcommunistische regimes. Daar werden de beperkingen op het uiten van etnische sentimenten opgeheven in een tijd dat er nog geen of nauwelijks institutionele middelen aanwezig waren om de uiting van deze sentimenten in goede banen te leiden. De postcommunistische regimes zijn een duidelijk voorbeeld van staten die zich in het grijsgebied bevinden tussen sterke en zwakke staten De internationale context van etnopolitieke actie In de internationale context worden in hoofdzaak drie factoren genoemd die van belang zijn voor het verklaren van etnopolitiek conflict. Dit zijn buitenlandse steun voor strijders, spillover effecten van etnopolitiek conflict elders en de globale en historische context van etnopolitieke actie. Buitenlandse steun voor strijders Het krijgen van politieke, materiële en of morele steun van buitenlandse partijen kan een grote bijdrage leveren aan de cohesie en mobilisering van etnoculturele identiteitsgroepen. Hiermee vergroot de capaciteit van de groep om tot actie over te gaan. Buitenlandse steun is er vaak de oorzaak van waardoor conflicten langer doorgaan, dodelijker van aard zijn en moeilijker op te lossen zijn. Het effect van buitenlandse steun aan rebellerende groepen is vaak dat de staat zelf ook op zoek gaat naar partners om sterker te staan. De ergste conflicten zijn vaak die waar beide partijen buitenlandse steun genieten. Het verlies van die steun kan een opening bieden naar een oplossing van het conflict. 19

20 Internationale spillover van etnopolitiek conflict Er zijn twee manieren waarop spillover processen plaats kunnen vinden. Acties van groepen kunnen zowel direct als indirect acties van andere groepen inspireren of richting geven. Bij indirecte spillover wordt er gesproken van besmetting. Uit onderzoek is gebleken dat het besmettingseffect het grootste is binnen netwerken van gelijke groepen of groepen die in de gelijke omstandigheden verkeren. Besmetting gaat niet vanzelf, er moet wel sprake zijn van een bepaalde mate van organisatie, een gevoel van verbondenheid en van communicatie en leiderschap binnen de groep. Het ondernemen van politieke actie door groepen wordt vergroot door succesvolle mobilisering van gelijke groepen. Bij directe spillover effecten wordt er gesproken van verspreiding van het conflict. Van directe spillover is sprake indien een conflict zich verspreidt van de ene naar de andere regio. De meest complexe vormen van directe spillover vinden plaats waar groepen zijn verspreid over meerdere landen. De kans dat een groep over zal gaan tot rebellie is groter indien segmenten van de groep elders in conflict zijn of op het punt staan om dit te zijn. De globale en historische context van etnopolitieke actie Tot nu toe is er op twee niveaus geanalyseerd. Het eerste niveau is het groepsniveau waarbij de volgende vraag centraal stond: waarom en hoe mobiliseren etnische groepen zich om hun belangen te verdedigen in de politieke arena? Het tweede niveau behandelt de directe omgeving van groepen. De vraag die hier centraal stond is: wat bepaalt de timing, strategie en uitkomsten van etnopolitieke actie? Er is nog een abstracter derde niveau, het niveau van wereld systemen. De vraag is hier op welke manier abstracte entiteiten als wereldsystemen hun invloed uitoefenen op de aard en positie van etnoculturele identiteitsgroepen. In het algemeen heeft de constructie van het moderne staatssysteem en het bijbehorende globale economische systeem de betekenis en consequentie van etnische identiteit van groepen zonder staat over de hele wereld veranderd, zowel in positieve als in negatieve zin. In ieder geval hebben etnoculturele identiteitsgroepen meer mogelijkheden gekregen voor het voeren van actie. Zij worden hierbij mede gelegitimeerd door de wereldwijde doctrines van het nationalisme, de inheemse rechten en de rechten van minderheden. Daar tegenover staat dat de staten ook sterker zijn geworden in het wereldsysteem waardoor de speelruimte van etnoculturele identiteitsgroepen weer wordt beperkt. Tot slot Gurr vat zijn hele redenatie samen in één figuur. Deze figuur geeft een duidelijk overzicht van al de factoren die bijdragen aan het overgaan tot etnopolitieke actie en laat zien hoe deze factoren met elkaar samenhangen. Daarom is deze figuur hier met enige aanpassingen gereproduceerd (Gurr 2000: 70): 20

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) onderhoudt middels de organisaties Kerk in Actie (KiA) en ICCO Alliantie contacten met partners in Brazilië. Deze studie verkent de onderhandelingen

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Is een klas een veilige omgeving?

Is een klas een veilige omgeving? Is een klas een veilige omgeving? De klas als een vreemde sociale structuur Binnen de discussie dat een school een sociaal veilige omgeving en klimaat voor leerlingen moet bieden, zouden we eerst de vraag

Nadere informatie

Voorwoord 9. Inleiding 11

Voorwoord 9. Inleiding 11 inhoud Voorwoord 9 Inleiding 11 deel 1 theorie en geschiedenis 15 1. Een omstreden begrip 1.1 Inleiding 17 1.2 Het probleem van de definitie 18 1.3 Kenmerken van de representatieve democratie 20 1.4 Dilemma

Nadere informatie

Maagdenhuisbezetting 2015

Maagdenhuisbezetting 2015 Maagdenhuisbezetting 2015 Genoeg van de marktwerking en bureaucratisering in de publieke sector Tegen het universitaire rendementsdenken, dwz. eenzijdige focus op kwantiteit (veel publicaties, veel studenten,

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2015 tijdvak 2 dinsdag 16 juni 13.30-16.30 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 56 punten

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum 6 maximumscore 4 twee redenen om gevoel niet te volgen met betrekking tot ethiek voor Kant: a) rationaliteit van de categorische imperatief en b) afzien

Nadere informatie

12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU

12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU 12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU DE LOKALE RELIGIEUZE SITUATIE IN KAART BRENGEN EN BEGRIJPEN 01 Lokale overheden wordt verzocht zich bewust te zijn van het toenemende belang

Nadere informatie

Verslag college 1: Democratische waarden onder druk?

Verslag college 1: Democratische waarden onder druk? Verslag college 1: Democratische waarden onder druk? In de collegereeks Democratie en burgerschap, georganiseerd door ProDemos en de Universiteit van Amsterdam, kijken we naar de huidige stand van zaken

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?

Samenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in? Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting In de 21 ste eeuw is de invloed van ruimtevaartactiviteiten op de wereldgemeenschap, economie, cultuur, milieu, etcetera steeds groter geworden. Ieder land dient

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo I

Eindexamen filosofie vwo I Opgave 3 Ramadan in de post-seculiere samenleving 12 maximumscore 4 verlichtingsfundamentalisme: laïciteit: verbannen van religie uit openbaar onderwijs en politiek 1 verlichtingsvijandig multiculturalisme:

Nadere informatie

Morele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012

Morele Ontwikkeling van Jongeren. Hanze Jeugdlezing 2012 Morele Ontwikkeling van Jongeren Hanze Jeugdlezing 2012 Wiel Veugelers Universiteit voor Humanistiek Universiteit van Amsterdam Opbouw verhaal Wat is morele ontwikkeling? Wat leert onderzoek over morele

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

De dood van Joegoslavië ( )

De dood van Joegoslavië ( ) Geschiedenis van de laatste 50 jaar De dood van Joegoslavië (1990-1995) Bas Levinsohn 1 Inleiding Overzicht colleges Titel college Thema college Tijdsperiode 1 De Cubaanse rakketencrisis Beslissingen tijdens

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10683 20 april 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 9 april 2015, nr. VO/741555,

Nadere informatie

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? 1 maximumscore 2 maatschappelijk belang van vrijwilligerswerk beargumenteerd met behulp van kernconcept sociale cohesie 1 maatschappelijk belang van vrijwilligerswerk

Nadere informatie

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie:

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie: Respect voor staatssoevereiniteit versus bescherming van mensenrechten? PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in

Nadere informatie

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans LEADERSHIP IN PROJECT-BASED ORGANIZATIONS Dealing with complex and paradoxical demands Leiderschap

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/90117

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 5. Inleiding 11

Inhoudsopgave. Voorwoord 5. Inleiding 11 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Inleiding 11 1 Eerste verkenning 15 1.1 Waarom is kennis van religie belangrijk voor journalisten? 16 1.2 Wat is religie eigenlijk? 18 1.2.1 Substantieel en functioneel 18 1.2.2

Nadere informatie

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie Bijeenkomst afstudeerbegeleiders 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie Doel deel II bijeenkomst vandaag Afstudeerbegeleiders zijn geinformeerd over inhoud Medmec jaar vier (scriptievaardigheden) Afstudeerbegeleiders

Nadere informatie

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS Q1. Denkt u dat het voor de toekomst van Nederland het beste is als wij actief deelnemen in de wereldpolitiek of moeten wij ons niet in de wereldpolitiek mengen? 1

Nadere informatie

Wonderen, Werk & Geld

Wonderen, Werk & Geld Wonderen, Werk & Geld Marianne WilliaMson UitGeverij de Zaak oorspronkelijke titel: the law of divine Compensation, On Work, Money and Miracles Copyright 2012 Marianne Williamson Published by arrangement

Nadere informatie

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt: I. Kennis Basiskennis en inzicht: 1. kennis van en inzicht in het

Nadere informatie

Maken transities de wereld duurzamer?

Maken transities de wereld duurzamer? Maken transities de wereld duurzamer? Erik Paredis Centrum voor Duurzame Ontwikkeling Universiteit Gent www.cdo.ugent.be Benelux conferentie 2014 Leren in Transitie 18 november 2014 Gent 1. Denken over

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 1184 woorden 8 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 1 De staat kan wetten maken, regels die voor alle

Nadere informatie

Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en

Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en Samenvatting Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en gewelddadig radicalisme en terrorisme anderzijds. In aanvulling op de bestaande literatuur over mogelijke

Nadere informatie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Wat is meertaligheid. Wat is meertaligheid. Enkele begrippen. Meertaligheid in cijfers

Wat is meertaligheid. Wat is meertaligheid. Enkele begrippen. Meertaligheid in cijfers Kinderen en hun ouders ondersteunen in het proces van meertalige taalontwikkeling Focus op de thuistaal Hilde De Smedt Wat is meertaligheid Individuen worden MEERTALIG genoemd als ze de competentie hebben

Nadere informatie

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie

Resultaten en conclusies Israël onderzoek (uitgebreid)

Resultaten en conclusies Israël onderzoek (uitgebreid) Resultaten en conclusies Israël onderzoek (uitgebreid) Hieronder volgen de resultaten van het Israël onderzoek wat de EO in de afgelopen weken heeft laten uitvoeren. Veel stellingen zijn in een 5- puntsschaal

Nadere informatie

Maatschappijwetenschappen

Maatschappijwetenschappen Maatschappijwetenschappen Wat is MAW? Verschil Maatschappijleer en MAW Maatschappijleer Verplicht 1 jaar Combinatiecijfer Maatschappijwetenschappen Keuzevak vwo 4, 5 en 6 SE en CE Doel: burgerschapsvorming

Nadere informatie

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling...

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling... Meetinstrumenten De meetinstrumenten zijn ondersteunend aan de projecten van De Sportbank en ontwikkeld met de Erasmus Universiteit. Deze instrumenten helpen om op een gefundeerde manier te kijken naar

Nadere informatie

Dagelijkse activiteiten van ouder wordende echtparen: veranderingen bij achteruitgang van de gezondheid

Dagelijkse activiteiten van ouder wordende echtparen: veranderingen bij achteruitgang van de gezondheid Samenvatting Samenvatting Dagelijkse activiteiten van ouder wordende echtparen: veranderingen bij achteruitgang van de gezondheid In de komende jaren zullen meer echtgenoten samen oud worden en zelfstandig

Nadere informatie

Thinking War in the 21st Century. Introducing Non-State Actors in Just War Theory H.A. Noorda

Thinking War in the 21st Century. Introducing Non-State Actors in Just War Theory H.A. Noorda Thinking War in the 21st Century. Introducing Non-State Actors in Just War Theory H.A. Noorda Thinking War in the 21 st Century Introducing Non-State Actors in Just War Theory Hadassa Noorda Samenvatting

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28740 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Kadrouch-Outmany, Khadija Title: Islamic burials in the Netherlands and Belgium.

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan

Nadere informatie

afgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR)

afgelopen jaren beweren vele professionele organisaties specifieke human resource (HR) Nederlandse Samenvatting Welke mensen bekleden de top posities van professionele organisaties? In Nederland, net zoals in veel andere westerse landen, klinkt waarschijnlijk het antwoord op deze vraag ongeveer

Nadere informatie

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Bij deze opgave horen tekst 1 en 2 en de tabellen 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje. Inleiding In Nederland zijn ruim 4 miljoen mensen actief in het vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg een populair recept een maatschappelijk probleem add some learning opgelost! deze bijdrage een perspectief

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Werk van iedereen. Democratisering en vredesopbouw

Werk van iedereen. Democratisering en vredesopbouw Werk van iedereen Democratisering en vredesopbouw Foto: Rebke Klokke Werk van Gladys Haar man werd vermoord. Haar broer ontvoerd. En zelf raakte Gladys getraumatiseerd door wat ze meemaakte tijdens de

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20488 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20488 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20488 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haar, Beryl Philine ter Title: Open method of coordination. An analysis of its

Nadere informatie

Doel. Spel. www.ihots.nl. Duur: - Groep - Individueel. Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief.

Doel. Spel. www.ihots.nl. Duur: - Groep - Individueel. Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief. www.ihots.nl Doel Laat je inspireren door de voorbeeld vragen in deze spiekbrief Spel Alle spellen Gebruik deze spiekbrief telkens wanneer je een spel start in de ihots app. Laat je inspireren door de

Nadere informatie

Examen VWO maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 tijdvak woensdag 22 mei woensdag 22 mei uur uur

Examen VWO maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 tijdvak woensdag 22 mei woensdag 22 mei uur uur Examen VWO 2019 tijdvak 1 tijdvak woensdag 22 mei woensdag 22 mei 9.00-12.00 uur 9.00 12.00 uur maatschappijwetenschappen (pilot) Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor

Nadere informatie

Kwaliteitsmanagement theoretisch kader

Kwaliteitsmanagement theoretisch kader 1 Kwaliteitsmanagement theoretisch kader Versie 1.0 2000-2009, Biloxi Business Professionals BV 1 1. Kwaliteitsmanagement Kwaliteitsmanagement richt zich op de kwaliteit organisaties. Eerst wordt het begrip

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Religieuze ervaring 1 maximumscore 5 een bruikbare definitie van religie 1 drie problemen die zich kunnen voordoen bij het definiëren van religie 3 meerdere religieuze tradities;

Nadere informatie

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier 2015-5 5

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier 2015-5 5 Samenvatting De Algemene Rekenkamer (AR) heeft aanbevolen dat de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie beter inzicht verschaft in niet-gebruik van gesubsidieerde rechtsbijstand. Onder niet-gebruikers

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

SOCIOLOGIE FACULTEIT DER SOCIALE WETENSCHAPPEN

SOCIOLOGIE FACULTEIT DER SOCIALE WETENSCHAPPEN SOCIOLOGIE FACULTEIT DER SOCIALE WETENSCHAPPEN PROGRAMMA WAT GA IK DE KOMENDE 45 MINUTEN VERTELLEN? 1. Waarom sociologie studeren (wat is sociologie?) 2. Waarom sociologie studeren aan de VU? 3. Hoe ziet

Nadere informatie

I n l e i d i n g. 1 He t b e g r i p a r m o e d e

I n l e i d i n g. 1 He t b e g r i p a r m o e d e DEEL C ARMOEDE 1 Het b e g r i p a r m o e d e I n l e i d i n g Dit deel is enigszins afwijkend van de voorgaande twee, in die zin dat het intellectuele debat over armoede en de oorzaken daarvan niet

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Leiderschap in Turbulente Tijden

Leiderschap in Turbulente Tijden De Mindset van de Business Leader Leiderschap in Turbulente Tijden Onderzoek onder 175 strategische leiders Maart 2012 Inleiding.. 3 Respondenten 4 De toekomst 5 De managementagenda 7 Leiderschap en Ondernemerschap

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Rechtsstaat

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER

BEOORDELINGSFORMULIER Faculteit Geesteswetenschappen Versie maart 2015 BEOORDELINGSFORMULIER MASTER SCRIPTIES Eerste en tweede beoordelaar vullen het beoordelingsformulier onafhankelijk van elkaar in. Het eindcijfer wordt in

Nadere informatie

1. De uitdagingen waarvoor we staan

1. De uitdagingen waarvoor we staan Opbouw 1. De uitdagingen waarvoor we staan en / in transitie 2. Denken over transities Erik Paredis Centrum voor Duurzame Ontwikkeling Universiteit Gent 3. En wat met cultuur? 4. Bestaande transitienetwerken

Nadere informatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management Extern MVO-management MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie Inhoudsopgave Inleiding... 3 1 Duurzame ontwikkeling... 4 1.1 Duurzame

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-I

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-I LET OP: De cursieve regel achter de vraagzin kan afhankelijk van de feitelijke vraag bijvoorbeeld vermelden: dat een verklaring een situatiebeschrijving en een algemene regel (= verklarend principe) moet

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-II

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-II Opgave 1 Goud Bij deze opgave horen de teksten 1 en 2. Inleiding (1) Goud wordt al duizenden jaren als waardevol metaal gezien en kent in al die tijd uiteenlopende toepassingen. Al in het oude Egypte was

Nadere informatie

Workshop discoursanalyse. Sarah Scheepers Genderdag 26 januari 2016

Workshop discoursanalyse. Sarah Scheepers Genderdag 26 januari 2016 Workshop discoursanalyse Sarah Scheepers Genderdag 26 januari 2016 (Heel korte) Inleiding tot discoursanalyse Uitgangspunt: De relatie TAAL WERKELIJKHEID - Geen strikt onderscheid - Taal is niet (enkel)

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28

Nadere informatie

Mediatheorie deel 2: de amateur aan de macht

Mediatheorie deel 2: de amateur aan de macht Mediatheorie deel 2: de amateur aan de macht adbusters 1 2 3 Wat ga ik behandelen? 3 Wat ga ik behandelen? de trendpiramide en mediatheorie 3 Wat ga ik behandelen? de trendpiramide en mediatheorie voorbeeld:

Nadere informatie

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I Opgave 1 Kroatië toegetreden tot de EU 1 maximumscore 2 beschrijving van het eerste kenmerk van staatsvorming (interne soevereiniteit) ondersteund door een gegeven uit de inleiding 1 beschrijving van het

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht j.j.m.vandelden@umcutrecht.nl Inleiding Medisch-wetenschappelijk

Nadere informatie

Gelijke kansen met cultuur(onderwijs) Barend van Heusden Kunsten, Cultuur en Media Rotterdam, 2 november 2017

Gelijke kansen met cultuur(onderwijs) Barend van Heusden Kunsten, Cultuur en Media Rotterdam, 2 november 2017 Gelijke kansen met cultuur(onderwijs) Barend van Heusden Kunsten, Cultuur en Media Rotterdam, 2 november 2017 11/6/2017 2 1. Cultuur 2. Cultuuronderwijs 3. Gelijke kansen 4. Doorlopende leerlijn 6-11-2017

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Je doel behalen met NLP.

Je doel behalen met NLP. Je doel behalen met NLP. NLP werkt het beste als al je neurologische niveaus congruent zijn. Met andere woorden: congruent zijn betekent wanneer je acties en woorden op 1 lijn zijn met je doelen, overtuigingen,

Nadere informatie

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen pilot 2014-II

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen pilot 2014-II Aanwijzing voor de kandidaat Als in een vraag staat dat je een hoofd- of kernconcept moet gebruiken, dan gebruik je in het antwoord die elementen uit de omschrijving van het hoofd- of kernconcept die nodig

Nadere informatie

SLACHTOFFERSCHAP EN AGENCY IN DE PROSTITUTIE

SLACHTOFFERSCHAP EN AGENCY IN DE PROSTITUTIE Samenvatting SLACHTOFFERSCHAP EN AGENCY IN DE PROSTITUTIE Ervaringen en gezichtspunten van tienermeisjes van het platteland op West-Java Dit proefschrift gaat over tienermeisjes die afkomstig zijn van

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Het GROW-model. Deze onderdelen worden hieronder toegelicht. Per onderdeel worden er voorbeeldvragen aangegeven.

Het GROW-model. Deze onderdelen worden hieronder toegelicht. Per onderdeel worden er voorbeeldvragen aangegeven. Het GROW-model Een ontwikkelingsgesprek is het meest effectief als je de vragen in een bepaalde structuur stelt. Het GROW-model biedt deze structuur. (Whitmore, 1995) Het GROW model bestaat uit de volgende

Nadere informatie

MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015

MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015 MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN Ruysdael onderzoek 2015 Succes maak je samen Ruysdael is gespecialiseerd in innovatie van mens en organisatie. Vanuit de overtuiging dat je samen duurzame meerwaarde creëert.

Nadere informatie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën Opslaan en ophalen van informatie (herkennen) Kennis van data, gebeurtenissen, plaatsen Kennis van belangrijkste

Nadere informatie

NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING: DE PARADOX VAN SPEELSHEID

NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING: DE PARADOX VAN SPEELSHEID NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING: DE PARADOX VAN SPEELSHEID Redefining its ambiguity 373 374 The paradox of playfulness De vraag die in het onderzoek centraal staat is wat bevorderende en beperkende factoren

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

Een verkenning van de relatie tussen taal en identiteit in Brussel en de Vlaamse Rand. Rudi Janssens

Een verkenning van de relatie tussen taal en identiteit in Brussel en de Vlaamse Rand. Rudi Janssens Een verkenning van de relatie tussen taal en identiteit in Brussel en de Vlaamse Rand Rudi Janssens Inhoud Identiteit: een actueel debat Taal en identiteit: een referentiekader De groei van een meertalige

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Stettina, Christoph Johann Title: Governance of innovation project management

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 3 Vreemder dan alles wat vreemd is 12 maximumscore 3 de twee manieren waarop je vanuit zingevingsvragen religies kunt analyseren: als waarden en als ervaring 2 een uitleg van de analyse van religie

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer vwo I

Eindexamen maatschappijleer vwo I Opgave 1 De media en de positie van Wilders 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste journalistieke regels zijn (één van de volgende): 1 scheiding aanbrengen tussen nieuws en commentaar / scheiden van mening

Nadere informatie