Mooi en lelijk. Hoe de tijd mooi en lelijk verandert.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Mooi en lelijk. Hoe de tijd mooi en lelijk verandert."

Transcriptie

1 Mooi en lelijk Toen ik 53 jaar geleden in Wageningen aankwam op het knusse busstationnetje op het plein tussen Hotel De Wereld en de Aula vonden de meeste Wageningers dat benepen ding maar niks. Men was blij toen er een mooi nieuw busstation op de kale Stadsbrink kwam met een restaurant en een terras. Albert Heijn ging er naar toe vanuit de Hoogstraat, uit de Heerenstraat kwam studentensociëteit Cantil en onder de fusienaam van de ABN kwam de Twentse Bank van de Generaal Foulkesweg. Jammer was alleen dat het houten patatpaleisje van de familie Roelofsen moest verdwijnen. Verder was iedereen dolenthousiast. Maar een paar jaar later vond men, inclusief het café-restaurant met terras van uitbater Korzelius, ook dat weer benepen en kleinsteeds. Er moest een Brinkresidance komen en aan de andere kant een eveneens imponerend bolwerk met daar tussen een soort zwevend kunstwerk. In de estafette van de Stad Wageningen werd dit fantastische busstation vaak als één van de lelijkste plekjes van Wageningen genoemd. Een schande om zo je gasten te ontvangen. Dus ging de boel weer op de schop. Hoe de tijd mooi en lelijk verandert. Toen ik 53 jaar geleden voor het eerst door de Hoogstraat naar de markt liep was ik geïmponeerd door de Amsterdamse - en natuurlijk de Delftse School.

2 Later schrok half Wageningen zich het apezuur omdat de Hema toestemming had gekregen van de gemeentelijke schoonheidscommissie om daar, eufemistisch gezegd, een nogal afwijkend gebouw tussen te proppen. Met een blinde zijmuur die de ooit pittoreske Beuningstraat genadeloos om zeep hielp. Anderen vonden de bouwstijl van de Hema juist een spannende tegenstelling met de andere stijlen. Mooi en lelijk: discutabele begrippen. Dat zien we niet alleen in de architectuur maar ook in alle andere vormen van kunst. Toen in de 19 de eeuw jonge schilders de sombere ateliers verlieten, naar buiten trokken om de natuur in het volle daglicht te gaan schilderen in bijvoorbeeld Barbizon, toen Manet in 1863 een schandaal teweeg bracht onder de academisten met zijn blote picknick in het gras, was de gevestigde orde gechoqueerd. De letterlijke- en figuurlijke nieuwlichters werden geweigerd in de officiële tentoonstelling van Le Salon Carré van het Louvre. De geweigerden richtten toen Le Salon des Réfusées op. Wat de avant-gardisten bloedmooi vonden, vond de gevestigde orde bloedlelijk. Hoe de tijd de begrippen mooi en lelijk verandert Terug naar Wageningen. Vijftig jaar geleden was als een soort verlate uitloper van de Haagse School Ben van Londen

3 immens populair in Wageningen en omstreken. Vanuit zijn atelierboot De Tamelone schilderde hij honderden gezichten op de Rijn en de uiterwaarden. Dat velen zijn werk nog altijd prachtig vinden blijkt uit de grote belangstelling voor zijn postume expositie van het vorig najaar in museum De Casteelse Poort. Anderen vinden het nu maar niks en zweren bij het werk van Twan de Vos. In het programma Sterren op het Doek koos Paul de Leeuw het kleurrijke en dartele portret dat Twan de Vos, als één van de drie uitgenodigde schilders, van hem had gemaakt. Zijn vrolijke muzikanten en zijn Wageningse Knappe Koppen vinden velen prachtig. Anderen vinden het maar jolige stripverhalen. Mooi en lelijk, discutabele begrippen. Tijden veranderen en mensen veranderen. Mooi wordt lelijk en lelijk wordt mooi. Toen ik 53 jaar geleden naar Wageningen kwam stond op de hoek van de Stationsstraat en de Bergstraat een prachtig winkeltje dat Au Bon Marché heette. Het gemeentebestuur vond dat goedkope winkeltje maar lelijk en brak het af om er een mooie bibliotheek neer te zetten. Wie de huidige gemeentebegroting kent weet dat voor het gemeentebestuur van vandaag het mooie van die bibliotheek er blijkbaar een beetje af is want hun begroting ziet er voor die mooie bibliotheek lelijk uit.

4 Toen ik 53 jaar geleden naar Wageningen kwam wilde het gemeentebestuur hotel De Wereld afbreken. Wat voor mooie gedachten men daarbij had ben ik gelukkig vergeten maar nu vindt men, alleen het idee al, afschuwelijk. Hoe de tijd mooi en lelijk verandert. Vroeger hadden universiteitsgebouwen nostalgische namen als Hinkeloord. Onlangs, op 2 september, opende koningin Maxima het Orion-gebouw op de campus. Orion was in de Griekse mythologie een beroemde jager maar ook een beruchte rokkenjager, stalker en zelfs vrouwenverkrachter. Zeven jaar lang stalkte hij de Pleiaden: zeven mooie dochters van Atlas en Pleione. Omdat papa Atlas de hele dag als straf met de wereld op z n nek moest lopen hielp oppergod Zeus die woest aantrekkelijke meiden door ze aan de hemel te zetten als het Zevengesternte. Als je op een heldere avond naar de hemel kijkt zie je de Pleiaden meestal als een stofwolk. Omdat Orion ze nog altijd opjaagt, zegt men. Want ook hij staat aan de hemel omdat de godin van de jacht, Artemis, waarschijnlijk naar aanleiding van een verkrachtingszaak, hem doodde en daar in vol ornaat neerzette. Wie zijn er nu zo cultureel onwetend of, zoals u wilt, wie zijn er nu zo dom, om hun gebouw naar een verkrachter te noemen en hem dan ook nog eens gevoelloos en smakeloos

5 naast de vader van zeven van zijn slachtoffers, het Atlasgebouw, te plaatsen? Zijn dat, om met Twan de Vos te spreken, de Wageningse knappe koppen? Geen wonder dat het Atlas-gebouw zich met een soort gevlochten hekwerk heeft gepantserd om zich te beschermen tegen de bruut Orion. Mooi en lelijk: over smaak valt niet te twisten. Toch gaan we dat nu wel doen. Niet als de Hoeken en de Kabeljauwen. Niet als de Schieringen en de Vetkopers. Niet als de Arminianen en de Gomaristen. Nee, wij gaan redetwisten. Met een borrel na afloop.