AANTEKENINGEN HOORZITTING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AANTEKENINGEN HOORZITTING"

Transcriptie

1 Hoorzitting van 7 april 2014 inzake het bezwaar van de stichting foodwatch tegen het besluit van de NVWA aangaande openbaarmaking van gegevens over Vleeshandel Selten Referentie: TRCNVWA/2013/9251; AANTEKENINGEN HOORZITTING Namens Stichting foodwatch, gevestigd te Amsterdam Advocaten: mr. M.E. Kingma en mr. J.W.A. Meddens Achtergrond paardenvleesschandaal Selten 1. Begin 2013 wordt paardenvlees aangetroffen in rundvleesburgers in het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Onderzoek leidt naar een bedrijf in Oss; vleesgroothandel Willy Selten. De herkomst van het vlees dat door Selten was geleverd tussen 1 januari 2011 en 15 februari 2013 bleek niet te traceren. De NVWA heeft op 10 april 2013 een terugroepactie in gang gezet (het ging om ongeveer ton vlees). Uit de administratie van Selten bleek dat er 132 Nederlandse afnemers en 370 buitenlandse bedrijven dit vlees hebben afgenomen (informatie NVWA: 2. De betrokken lidstaten zijn door de NVWA via het zogenaamde RASFF-systeem op de hoogte gebracht, en hebben een lijst van de 370 buitenlandse bedrijven ontvangen. De NVWA heeft de 132 Nederlandse afnemers verzocht binnen twee weken duidelijk te maken aan wie het vlees van Selten geleverd is en in welke producten het vlees is verwerkt. De NVWA heeft blijkens het bestreden besluit 1800 GFL-meldingen ontvangen van afnemers van het vlees van Selten. 3. De NVWA heeft tevens het vlees dat Selten nog op voorraad had in bewaring genomen. Volgens de NVWA was de reden hiervoor dat de herkomst, traceerbaarheid en de identificatie van het vlees niet kon worden aangetoond. Bovendien bleek het vlees ongeschikt voor menselijke consumptie nu het voor de gezondheid van mensen gevaarlijke diergeneesmiddel fenylbutazon werd aangetroffen in het paardenvlees (aldus de NVWA zelf; zie uitspraak CBB in de zaak tegen de curator van Selten; r.o. 2). 1 PricewaterhouseCoopers (PwC) heeft in opdracht van de NVWA onderzoek gedaan naar het vlees dat nog bij Selten is opgeslagen en op 10 december 2013 een rapport uitgebracht. PwC constateerde dat het vlees niet voldoet aan de Europese normen. Ook constateerde PwC dat door Selten veel meer partijen vlees zijn verkocht dan ingekocht. (uitspraak CBB; r.o. 6). De curator van het inmiddels failliete Selten, heeft geprobeerd bij het CBB de inbeslagneming van het vlees te doen opheffen. Het CBB was echter van mening dat het vlees een duidelijk risico voor de voedselveiligheid oplevert (r.o. 9) en wees het verzoek van de curator af. 1 ECLI:NL:CBB:2013:280 Van Eeghenstraat 98, 1071 GL Amsterdam, Postbus 74654,1070 BR Amsterdam, t: +31(0) , f: +31(0) , mail@hocker.nl, KvK nummer: Op alle opdrachten die aan ons kantoor worden verstrekt zijn onze algemene voorwaarden v an toepassing. Deze voorwaarden, waarvan de tekst is opgenomen op de website bevatten een aansprakelijkheidsbeperking. Alle instructions accepted and carried out by our firm are subject to our General Terms and Conditions. These terms can be found on the website and contain a limitation of our professional liability.

2 Nadat de recall door de NVWA in gang was gezet, en het vlees in bewaring was genomen, kwam in de media naar voren dat er door Selten behalve vlees waarvan de herkomst niet bekend is, ook bedorven vlees op de markt is gebracht. Werknemers van het bedrijf lieten weten dat rot (groen uitgeslagen en stinkend) vlees werd gemengd met nieuw vlees, en vervolgens verkocht. Een van de werknemers van Selten verklaarde: we moesten een doek voor ons gezicht doen omdat we er misselijk van werden. Ik wist toen, dit mag nooit, dit is verkeerd. Sinds ik daar heb gewerkt, eet ik geen vlees meer." 2 Optreden NVWA 5. De NVWA heeft steeds geweigerd de namen van de afnemers van Selten en de producten waarin het onveilige vlees is verwerkt openbaar te maken. Op 17 april 2013 liet de NVWA aan foodwatch weten dat het niet mogelijk was om aan een verzoek van foodwatch hiertoe te voldoen. De NVWA stelde dat de privacywetgeving het niet toestaat om deze gegevens te publiceren. Hetzelfde argument gebruikte de NVWA in haar antwoorden op vragen van de vaste commissie voor economische vragen. Op de vraag wat zijn de juridische redenen voor het niet openbaar maken van de lijst met bedrijfsnamen van 132 afnemers? En hoe staat [dit] in relatie tot het stoplichtenmodel waar de NVWA momenteel aan werkt om in het kader van transparantie controlegegevens openbaar te maken? antwoordde de NVWA: Ingevolge de privacywetgeving mag de NVWA de namen van betrokken ondernemers niet openbaar maken zonder toestemming van deze ondernemers De NVWA riep derhalve ten onrechte privacyredenen in om geen gegevens te hoeven verstrekken. 4 Foodwatch heeft deze uitleg niet geaccepteerd en verzocht de NVWA op 28 mei 2013 nogmaals dit keer op grond van de WOB de gegevens openbaar te maken. Het bestreden besluit 7. Op 10 oktober 2013 weigerde de NVWA de op grond van de WOB opgevraagde informatie openbaar te maken. De NVWA gaf hiervoor twee redenen: - Het belang van de betrekking van Nederland met andere staten en met internationale organisaties - Het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling 8. Deze twee redenen zijn door de NVWA nauwelijks onderbouwd. Ook is het algemene belang bij openbaarmaking niet meegewogen in de belangenafweging die de NVWA op grond van artikel 10 lid 2 WOB had moeten maken. Het besluit voldoet derhalve niet aan artikel 3:4 Awb en moet worden vernietigd. Voorts had de NVWA moeten nagaan of de verzochte informatie milieu-informatie betreft als bedoeld in art a eerste lid sub f van de Wet Milieubeheer betreft, nu verontreiniging van de voedselketen aan de orde is. Op milieu-informatie is de weigeringsgrond van art. 10 lid 2 sub g van de WOB (onevenredige benadeling) niet van toepassing. Indien het verzoek van foodwatch derhalve (deels) milieuinformatie betreft, mag dit niet met een beroep op onevenredige benadeling van de betrokken bedrijven worden geweigerd. 2 Selten-mengde-bedorven-vlees-met-vers-vlees.dhtml 3 Antwoorden op aanvullende vragen paardenvleesaffaire 24 april 2014 ( /2013D16359), p. 1 4 Privacybelangen kunnen immers niet meewegen als het gaat om ondernemingen, ook niet als deze als handelsnaam de eigennaam van een natuurlijk persoon dragen (Rb Amsterdam, 26 juni 2012; ECLI:NL:RBAMS:2012:BX502)

3 - 3 - Belang van openbaarmaking 9. De NVWA heeft ten onrechte geen rekening gehouden met het algemene belang dat de consument heeft bij het openbaar maken van de gegevens. 10. foodwatch is een stichting met als doel het vertegenwoordigen van belangen van consumenten van de voedselindustrie. Toen in de openbaarheid kwam dat er door Selten onveilig en bedorven paardenvlees als rundvlees op de Nederlandse markt was gebracht, heeft foodwatch de NVWA onmiddellijk verzocht de consument te informeren welke bedrijven het onveilige vlees hadden verkocht en in welke producten het vlees was verwerkt. Als werknemers van een voedselverwerkingsbedrijf hun eigen vlees al niet willen eten, ligt het immers voor de hand dat de consument óók het recht heeft om ervoor te kunnen kiezen het vlees niet te eten. Zeker als: - er paardenvlees in het vlees is verwerkt, anders dan wat er op het etiket is vermeld (in strijd met de Warenwet); - het vlees niet traceerbaar is, en het dus niet duidelijk is of het vlees schadelijk is voor de gezondheid, bijvoorbeeld doordat er bacteriën in zitten of dat het vlees fenylbutazon bevat; - het vlees mogelijk gemengd is met bedorven, ongezond vlees. 11. Door de gegevens niet openbaar te maken is de NVWA voorbijgegaan aan haar plicht die voortvloeit uit artikel 10 van de Algemene Levensmiddelenverordening (EU 178/2002). 12. Daarbij komt dat het van belang is dat de consument het functioneren van de NVWA en het voedselveiligheidssysteem als zodanig kan controleren. De NVWA heeft in een recente zaak, waarin opnieuw aan het licht is gekomen dat een voedselverwerker onveilig paardenvlees op de markt bracht, weer geweigerd openbaar te maken wat er met het vlees is gebeurd. In deze zaak, rondom vleesverwerker Van Hattem, heeft foodwatch wederom een WOB-verzoek ingediend teneinde openheid van zaken te krijgen. Opnieuw werd het verzoek afgewezen door de NVWA, ditmaal met een andere zij het even summiere motivatie. 13. Dat de NVWA tot tweemaal toe heeft geweigerd om gegevens openbaar te maken waaruit de consument kan afleiden door welke leveranciers onveilig (paarden)vlees is geleverd, en om welke producten het gaat klemt temeer nu er onlangs een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid is gepubliceerd waaruit blijkt dat er structurele problemen zijn met de veiligheid van vlees, en waarin wordt gepleit voor meer transparantie. 5 Ook heeft een uitzending van het televisieprogramma Radar, waarin aandacht werd besteed aan de gruwelijke omstandigheden waarin paarden worden gehouden waarvan het vlees op de Nederlandse markt wordt verkocht, en de gezondheidsrisico s die verbonden kunnen zijn aan het consumeren van paardenvlees dat afkomstig is van voormalig renpaarden, voor veel ophef bij consumenten gezorgd. De directeur van de NVWA zelf zegt in een interview met het Financieel Dagblad 6 dat het de vleessector aan normbesef ontbreekt. Desalniettemin mag de consument van de NVWA niet weten waar de producten van deze sector terecht zijn gekomen, om onevenredige benadeling van betrokken bedrijven te voorkomen. 14. De vleesindustrie 7 is echter net als de consument helemaal niet gediend met (meer) geheimzinnigheid rondom de producten waarin paardenvlees is verwerkt. Indien duidelijk wordt vermeld om welke producten uit welke periode het gaat, welke maatregelen de leveranciers hebben genomen en in hoeverre zij aan hun wettelijke verplichtingen hebben voldaan, zal het openbaar maken van de GFL meldingen het vertrouwen in deze 5 Onderzoeksraad voor Veiligheid, Risico s in de Vleesketen, Den Haag, maart FD, 19 maart 2014, pag. 1, 2 en 3. 7 Zie ook de reactie van de FNLI:

4 - 4 - leveranciers individueel en in het systeem als geheel ten goede komen. Zou er al sprake zijn van benadeling, bijvoorbeeld van bedrijven die geen enkele maatregel hebben genomen naar aanleiding van de gebeurtenissen bij Selten, dan is dat niet onevenredig. En: zou die benadeling er al zijn, dan weegt ze niet op tegen het zeer zwaarwegende belang van de consument in deze: veilig voedsel en controle op de overheid. Gronden voor afwijzing 15. De redenen die de NVWA aanvoert om de gegevens niet openbaar te maken, wegen niet op tegen deze belangen. Het belang van buitenlandse staten 16. De NVWA heeft niet duidelijk gemaakt hoe de betrekkingen met andere staten kunnen worden geschaad door openbaar te maken dat ondernemingen uit andere staten afnemers zijn van het vlees van Selten. De NVWA heeft deze stelling niet nader gemotiveerd. De NVWA had per openbaar te maken document moeten motiveren welke relatie zou worden geschaad met openbaarmaking, hoe dat zou gebeuren en waarom dat belang zwaarder weegt dan de zwaarwegende consumentenbelangen die foodwatch in deze verdedigt. Het belang van onevenredige bevoordeling of benadeling 17. Wat betreft de gegevens van de 132 directe afnemers uit Nederland, en de 1871 geïdentificeerde bedrijven waar het vlees van Selten uiteindelijk bij terecht is gekomen, stelt de NVWA dat deze afnemers schade kunnen lijden door openbaarmaking van de gevraagde gegevens. Wat betreft de gegevens over de producten waar het vlees in is verwerkt, stelt de NVWA dat zij niet over een lijst van producten beschikt, maar wel over GFL meldingen. Het openbaar maken van deze meldingen kan volgens de NVWA echter leiden tot een verkeerd beeld van een product over producent, waardoor de ondernemer onevenredig zal worden benadeeld. Ook dit heeft de NVWA niet nader gemotiveerd. Zij had per bij de NVWA berustend document moeten aangeven welk belang zich verzet tegen openbaarmaking en waarom dat belang zwaarder zou moeten wegen dan de zwaarwegende belangen die de consument heeft bij openbaarheid. 18. foodwatch deelt voorts de mening van de NVWA dat de belangen van afnemers worden geschaad niet. Als alle informatie openbaar gemaakt wordt, zal juist duidelijk worden welke maatregelen de afnemers hebben genomen en in hoeverre zij aan hun wettelijke verplichtingen hebben voldaan. Ofwel: of en in hoeverre het systeem werkt. Als een afnemer alles volgens het boekje gedaan heeft zal hij geen reputatieschade lijden. Eerder andersom: wie de juiste maatregelen heeft getroffen en eerlijk is geweest, toont zich betrouwbaar met oog voor de belangen van de consument. 19. Mocht blijken dat een afnemer niet (voldoende) aan haar verplichtingen heeft voldaan, zou dat inderdaad kunnen leiden tot reputatieschade, maar is het in het belang van de consument om te weten dat een afnemer niet voldoet aan de regels. Uit een Kamerbrief van 21 juni 2013 blijkt dat acht afnemers niet tijdig traceringsgegevens hebben geleverd. 8 Vier van deze afnemers hebben een boete gekregen. Het ligt voor de hand dat de NVWA de namen van deze afnemers openbaar zou maken, en zij suggereerde eerder ook dat zij dit zou doen. 9 Zij heeft de namen van deze afnemers echter nooit openbaar gemaakt, zodat de consument in het ongewisse blijft. 8 Brief van staatssecretaris Dijksma (EZ) aan de Tweede Kamer over de stand van zaken van de lopende strafrechtelijke onderzoeken naar fraude met paardenvlees en de afronding van de terugroepactie van het vlees geleverd door de uitsnijderij in Oss. 9 Antwoorden op aanvullende vragen paardenvleesaffaire 24 april 2013 ( /2013D16359), p. 1.

5 - 5 - Conclusie 20. De NVWA heeft het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd en ten onrechte de belangen van de consument niet betrokken bij haar besluit. Voorts heeft zij het verzoek van 28 mei 2013 ten onrechte afgewezen. Het bestreden besluit dient derhalve te worden herroepen.