Praktijk en Loopbaan Dienstverlening

Transcriptie

1 PrOmotie Praktijk en Loopbaan Dienstverlening Werkboek 1

2 Colofon Auteurs: Onder redactie van: Tekstredactie: Vormgeving: Illustraties: Drukwerk: Hanneke Molenaar Els Smulders, IVIO Y-Publicaties Adato design, Ugchelen Hans Meijer en Edu Actief Giethoorn ten Brink, Meppel Met medewerking van APS, Atlas Onderwijs Adviesgroep, CED/PI, CPS, DGS, OSO/Fontys, IVIO, KPC Groep en SLO. De uitgave is ontwikkeld door KPC Groep in samenwerking met Edu Actief, opdracht van het ministerie van OC&W. De totstandkoming is gerealiseerd op initiatief van de Vereniging Landelijk Werkverband en de Referentiegroep Praktijkonderwijs in de Steigers. 2 Titel: PrOmotie, Praktijk en Loopbaan, Werkboek Dienstverlening ISBN / ISBN (13) Copyright 2002 Uitgeverij Edu Actief b.v. Postbus KB Meppel telefoon: fax: info@edu-actief.nl internet: Eerste druk / vierde oplage 2002 Uitgeverij Edu Actief b.v. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor alle kwesties inzake het kopiëren van één of meer pagina s uit deze uitgave: Stichting Reprorecht, Hoofddorp.

3 PrOmotie / Loopbaan en Praktijk - werkboek dienstverlening Inhoudsopgave Pictogrammen / 5 1. Kopiëren / 7 2. Post versturen / Telefoneren / 30 Uitdagingen / 42 3

4 4

5 Pictogrammen In dit boek zie je bij sommige opdrachten een pictogram. Een pictogram geeft je informatie over de opdracht. Hieronder lees je wat de verschillende pictogrammen betekenen. Denken Bij dit pictogram moet je nadenken over een opdracht. Je denkt na over wat je straks gaat doen. Doen Bij dit pictogram moet je de opdracht uitvoeren. Je moet bijvoorbeeld iets maken. Of je moet iets doen. 5 Nakijken Bij dit pictogram ga je de opdracht controleren. Je controleert of je de opdracht goed hebt gedaan. Je denkt ook na over wat je de volgende keer anders moet doen. Samenwerken Sommige opdrachten maak je samen. Bij dit pictogram werk je samen met een klasgenoot. Portfolio Soms staat dit pictogram bij een opdracht. Je mag dan een bewijs voor je portfolio maken. Je docent kan je meer vertellen over de portfolio.

6 6

7 Kopiëren Vandaag ga je kopiëren met het kopieerapparaat. Denken Kopiëren is ergens een kopie van maken. Kopiëren doe je op een kopieerapparaat. Je kunt kopieën maken van teksten en van plaatjes. Tip Zoek het woord Kopiëren op in je Beeldwoordenboek. Je maakt bijvoorbeeld een mooie uitnodiging. Daarna kopieer je de uitnodiging 25 keer. Al je klasgenoten, vrienden en familieleden krijgen een uitnodiging. 7 Dat is handig. Want je hoeft dan niet 25 keer dezelfde uitnodiging te maken. Opdracht 1 Bedenk samen met je klasgenoot nog meer dingen waarvoor kopieën handig zijn. Het maken van kopieën is handig voor:

8 Dienstverlening Opdracht 2 Heb jij wel eens wat gekopieerd? Zet een kruisje bij jouw antwoord. Ik heb nog nooit iets gekopieerd. Ik heb wel eens iets gekopieerd. Ik heb al vaak iets gekopieerd. Opdracht 3 Bekijk de plaatjes van de kopieerapparaten. Met welke knop zet je het kopieerapparaat aan? Zet een dikke pijl bij die knoppen. 8 Even wachten Heb je wel eens een kopieerapparaat aangezet? Dan weet je dat het apparaat even tijd nodig heeft om op te warmen. Het origineel Het origineel is het papier dat je gaat kopiëren. Op het papier staat de tekst of de plaatjes.

9 Kopiëren Glasplaat 9 Het origineel leg je op de glasplaat. Met de tekst of de plaatjes naar beneden. Tip Zoek de volgende woorden eens op in je Beeldwoordenboek: Dubbelzijdig Instellen Enkelzijdig Origineel Formaat Reproductieafdeling

10 Dienstverlening Opdracht 4 Bekijk de 4 plaatjes. Welk origineel ligt goed? Zet een kruisje bij het goede plaatje. 10

11 Kopiëren Maten A4 = 29,7 cm x 21 cm Velletjes papier zijn niet allemaal even groot. Ze hebben verschillende maten. 11 De maat van papier geef je aan met de hoofdletter A en een cijfer. Een vel papier heeft bijvoorbeeld de maat A3, A4 of A5. Meestal gebruik je A4-papier bij het kopiëren. Een velletje A4-papier noem je ook wel: A-viertje. Op het kopieerapparaat staan de verschillende maten van papier. De maten staan op de glasplaat. Opdracht 5 Je gaat een A-viertje kopiëren. Waar leg je het origineel neer? Geef die plek een kleurtje.

12 Dienstverlening Hoeveel kopieën? Je kunt zelf aangeven hoeveel kopieën je wilt hebben. Maak altijd eerst 1 kopie. Bekijk die kopie. Is de kopie goed? Maak dan zo veel kopieën als je nodig hebt. Opdracht 6 Kijk naar het plaatje van het kopieerapparaat. Met welke knop stel je het aantal kopieën in? Kleur die knop rood. 12 Opdracht 7 Kijk nog een keer goed naar het plaatje. Met welke knop maak je een kopie lichter of donkerder? Kleur die knop blauw. Licht of donker? Soms blijft een kopie toch licht. Ook als je de kleur donkerder instelt. Waarschijnlijk is de inkt van het apparaat dan bijna op.

13 Kopiëren Je kunt dan de inkt van het apparaat bijvullen. Of je moet een ander kopieerapparaat opzoeken. Let op je houding 13 Soms moet je veel kopieën maken. Het is dan belangrijk om op je houding te letten. Werk zo dicht mogelijk bij het apparaat. En werk met een rechte rug. Anders krijg je pijn in je rug. Papier op Het papier is op. Er gaat een lampje branden op het kopieerapparaat

14 Dienstverlening Zo vul je de papierbak 1. Trek de papierbak uit het kopieerapparaat. Of doe het deurtje of de klep open. 2. Pak een stapel papier. 3. Waaier het papier los Leg het papier in de bak of in de la. 5. Schuif de papierbak voorzichtig terug in het apparaat. Of doe de klep of het deurtje weer dicht. Afspraken Bij jou op school staat vast een kopieerapparaat. Veel mensen gebruiken het apparaat. Bijvoorbeeld klasgenoten, docenten en mensen van de administratie. Het is handig om afspraken met elkaar te maken. Anders sta je allemaal tegelijk bij het kopieerapparaat. En dan moet je lang wachten voordat je kunt kopiëren.

15 Kopiëren Opdracht 8 Welke afspraken over het kopieerapparaat zijn er bij jou op school? Bespreek deze afspraken met de docent. Bekijk de volgende zinnen. Zet een kruisje voor de zinnen die voor jouw school gelden. Het kopieerapparaat wordt na het kopiëren steeds uitgezet. Het kopieerapparaat wordt aan het einde van de les uitgezet. Het kopieerapparaat wordt aan het einde van de dag uitgezet. Als het papier op is, doe je er meteen nieuw papier in. Als het papier op is, zeg je dit tegen de docent. Als er een storing is, vertel je dit meteen aan de docent. Je schrijft altijd op hoeveel kopieën je hebt gemaakt. Wij hebben andere afspraken gemaakt. 15 Zijn er op jouw school andere afspraken gemaakt? Schrijf deze afspraken op. Bij ons op school: Hou je aan de afspraken!