1 De voortplanting. 1.1 Geslachtsorganen
|
|
- Joanna Devos
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1 De voortplanting 1.1 Geslachtsorganen Algemene functies Geslachtskenmerken Vrouwelijke geslachtsorganen Baringskanaal Mannelijke geslachtsorganen Bevruchting en ontwikkeling van de vrucht Conceptie en innesteling Embryo en foetus Placenta, navelstreng, vliezen, vruchtwater en foetale circulatie Seksualiteit Levensfasen Geslachtsverkeer Anticonceptie Algemene principes Hormonale anticonceptie Intra-uteriene anticonceptiemiddelen Overige anticonceptionele methoden Sterilisatie Aangeboren afwijkingen en onderzoek Aangeboren afwijkingen Onderzoek Counseling Geslachtsorganen algemene functies De vijf algemene functies van de geslachtsorganen zijn: de productie van geslachtshormonen door de geslachtsklieren. De productie wordt gereguleerd vanuit de hypofyse, die op haar beurt wordt ge- BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
2 14 Verloskunde en gynaecologie niveau 5 stimuleerd vanuit de hypothalamus en de hogere zenuwcentra. De geslachtshormonen zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de geslachtskenmerken. Zij bepalen de levensfasen en zijn essentieel voor de ontwikkeling en het transport van voortplantingscellen; seksuele functie. Geslachtsdrift en de mogelijkheid tot geslachtsverkeer zijn functies van de geslachtsorganen; productie van voortplantingscellen. Voortplantingscellen, ook wel gameten genoemd, zijn de eicellen bij de vrouw en de zaadcellen bij de man. Zij worden geproduceerd in de geslachtsklieren, die ook wel gonaden worden genoemd. Zij bevatten de chromosomen (22 autosomen en 1 geslachtschromosoom); transport van voortplantingscellen. Opname en transport van de eicellen door de eileiders. Bij de man het transport van zaadcellen vanuit de testes en via epididymis, ductus deferens en urethra, vervolgens (na geslachtsgemeenschap) via vagina, cervix, uterus en tubae eventueel naar de buikholte van de vrouw; ontwikkeling van het voortplantingsproduct. De zwangerschap normaal laten ontwikkelen. (Na de conceptie zijn er 44 autosomen en 2 geslachtschromosomen.) Al deze functies zijn nauw met elkaar verbonden geslachtskenmerken Deze kenmerken worden bepaald door de ontwikkeling van de geslachtsklieren (tabel 1.1). Deze worden veroorzaakt door de geslachtschromosomen. De aanwezigheid van XY differentieert in de richting van testikels. De aanwezigheid van X bij afwezigheid van Y differentieert in de richting van ovaria. Intussen blijkt dat een gen van het Y-chromosoom een aantal genen activeert die zijn gelokaliseerd op het X-chromosoom en dat die een rol spelen bij de geslachtsdifferentiatie. XX: vormt een normaal ovarium. OX: ovarium afwezig, of rudimentair aanwezig (syndroom van Turner). XY: normale testes. OY: ontwikkelt zich niet, is niet verenigbaar met het leven. XXY: testes aanwezig, maar geen spermatogenese (syndroom van Klinefelter). Primaire geslachtskenmerken Dit zijn de kenmerken waarmee onderscheid wordt gemaakt tussen man en vrouw. BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
3 1 De voortplanting 15 Tabel 1.1 Verschillen tussen man en vrouw t.a.v. de geslachtskenmerken. vrouw man geslachtskenmerken ovaria (eierstokken) testes (zaadballen) primaire geslachtskenmerken tubae, salpingen (eileiders) epididymes (bijballen) uterus (baarmoeder) vagina (schede) prostaat (voorstanderklier) penis secundaire geslachtskenmerken groei van de baarmoeder en de schede ontwikkeling kleine schaamlippen ontwikkeling beharingspatroon van schaamheuvel en oksels ontwikkeling lichaamsbouw en vetverdeling groei van penis en testes ontwikkeling beharingspatroon van snor, baard, oksels en schaamstreek groei van het strottenhoofd, ontwikkeling van de stem spierontwikkeling Bij de primaire geslachtskenmerken gaat het om de aanleg van de geslachtsorganen. Bij de vrouw zijn dit de vagina (schede), uterus (baarmoeder) en tubae, ook salpingen (eileiders) genoemd. Bij de man de penis, prostaat en epididymes. De kenmerken worden gedeeltelijk chromosomaal en gedeeltelijk door geslachtshormonen bepaald. Beslissend voor de geslachtsdifferentiatie is de activiteit van androgene hormonen (testosteron en androsteendion). Secundaire geslachtskenmerken Deze kenmerken betreffen bij de vrouw de ontwikkeling van de geslachtsorganen, het kenmerkende beharingspatroon (okselbeharing en driehoekige pubisbeharing) en de specifieke lichaamsbouw en vetverdeling. Bij de man gaat het om de ontwikkeling van de geslachtsorganen, baardgroei en de typisch mannelijke haargroei, de ontwikkeling van het strottenhoofd (waardoor een lagere stem ontstaat) en de ontwikkeling van de spieren. Deze kenmerken worden volledig bepaald door hormonale activiteit. Bij ongevoeligheid voor of afwezigheid van androgene hormonen zal iemand met XY-chromosomen (dus genetisch man) zich verder ontwikkelen in vrouwelijke richting. De gonaden die niet indalen maar in de buikholte blijven, hebben echter het aspect van testikels en er zijn BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
4 16 Verloskunde en gynaecologie niveau 5 geen uterus, tubae en vagina aangelegd. Wel zullen de tertiaire kenmerken grotendeels vrouwelijk zijn. Er is geen mannelijke beharing, maar wel ontwikkeling van borsten en schaamlippen. Dit fenomeen heet testiculaire feminisatie (zie par ). Tertiaire geslachtskenmerken Dit zijn de verschillen in gedragskenmerken tussen mensen van het vrouwelijke en het mannelijke geslacht vrouwelijke geslachtsorganen Uitwendige geslachtsorganen Aan de uitwendige genitalia onderscheidt men: de vulva, de vaginaopening, de labia majora en minora (grote en de kleine schaamlippen), de clitoris (kittelaar), de pubisstreek en het perineum (afb. 1.1). labium major clitoris urethra hymenrest vagina labium minus commissura posterior anus Afbeelding 1.1 Uitwendig vrouwelijk geslachtsorgaan. BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
5 1 De voortplanting 17 Vulva De vulva is de algemene aanduiding van de uitwendige geslachtsorganen, met uitzondering van de schaamlippen. De vulva heeft een lymfeafvoer die naar de liesklieren draineert. Vagina-opening (introitus) De introitus wordt rondom begrensd door een epitheelplooi: het maagdenvlies of hymen, dat zowel soepel als zeer stug kan zijn. Bij de eerste coïtus wordt het veelal ingescheurd, waardoor soms bloedverlies ontstaat. Het verscheuren van het hymen heet defloratie; dit kan ook op een andere manier gebeuren (digitaal, door tampongebruik). Het weefsel dat na defloratie overblijft noemt men carunculae of hymenresten. Labia majora (grote schaamlippen) In plaats van grote schaamlippen is buitenste schaamlippen een betere benaming. Dit zijn behaarde huidplooien, die aan beide zijden de grens van de vulva vormen en zich naar achteren verenigen tot de commissura posterior. Ze bevatten vet, zweet- en talgklieren en zenuwen. In elk labium bevindt zich een klier van Bartholin die slijmerig vocht produceert. Dit vocht wordt uitgescheiden via een kleine opening die in de onderste binnenkant van het labium minus gelokaliseerd is. Bij verstopping van deze uitmonding stapelt het slijm zich op en wordt de klier van Bartholin zichtbaar en voelbaar. In dergelijke omstandigheden treedt gemakkelijk infectie op in de slijmophoping: bartholinitis. Labia minora (kleine schaamlippen) Een betere benaming is binnenste schaamlippen, omdat ze vaak groter zijn dan de buitenste schaamlippen. Dit zijn onbehaarde, dunne huidplooien die tussen de grote schaamlippen liggen. Vooraan komen ze samen en bedekken de clitoris. Ze bevatten talgklieren. In de basis is erectiel weefsel aanwezig, dat evenals de clitoris onder invloed van seksuele prikkels kan zwellen door een verhoogde bloedtoevoer. Clitoris De clitoris is de kegelvormige verhevenheid die onder de verbinding van de labia minora ligt. Zij is rijk voorzien van zenuwen en bloedvaten en uiterst gevoelig voor prikkelingen, die veelal een zwelling veroorzaken. Onder de clitoris ligt de uitwendige urethramonding (ostium urethrae externum) met links en rechts ernaast de klieren van Skene, die een BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
6 18 Verloskunde en gynaecologie niveau 5 slijmerig vocht kunnen produceren. Deze kliertjes monden uit in de plooitjes of kuiltjes van het ostium urethrae externum. Goed opletten bij katheteriseren: de middelste opening is het ostium urethrae. Mons pubis (pubisstreek, venusheuvel) De pubisstreek is de behaarde verhevenheid (onderhuids vetweefsel) die tussen clitoris en onderbuik ligt. Perineum Het perineum is de streek gelegen tussen de commissura posterior en de anus; het is opgebouwd uit vet- en spierweefsel. Genitalia interna (inwendige geslachtsorganen) De inwendige genitalia worden gevormd door de schede, de baarmoeder, de eileiders en de eierstokken. Vagina (schede) De vagina is de ruimte (een kanaal) tussen het hymen of de hymenresten en de cervix uteri (baarmoederhals), en is gemiddeld 10 cm lang. De wanden, roze van kleur, zijn dwars geplooid en worden gevormd door plaveiselepitheel, waaronder bind- en spierweefsel ligt. De voorwand ligt tegen de urethra en de blaas, de achterwand tegen het rectum. Rondom de cervix uteri vormt de schede een gewelf dat vooraan de fornix anterior en achteraan de fornix posterior wordt genoemd. Het gedeelte van de cervix dat uitsteekt in de vagina heet portio. Achter de fornix posterior ligt de holte van Douglas of cavum Douglasi. Het weefsel links en rechts naast de vagina, dat bindweefsel en bloedvaten bevat, noemt men paracolpium. Het vaginaslijmvlies, roze van kleur, bezit geen klieren, maar produceert het vocht door transsudatie, vooral tijdens de coïtus. Onder hormonale invloeden, die gebonden zijn aan het tijdstip van de menstruele cyclus, schilferen de cellen van de vaginale wand regelmatig af. In de vagina bevinden zich de zogenoemde lactobacillen of bacillen van Döderlein, die melkzuur produceren uit glycogeen dat afkomstig is van het vagina-epitheel. Dit melkzuur veroorzaakt een zuur milieu (een ph van minder dan 4) in de schede, wat bescherming tegen infecties biedt. Er is dus altijd een geringe afscheiding in de schede door transsudatie, door het afschilferen van de cellagen en door de aanwezigheid van lactobacillen (melkzuur). BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
7 1 De voortplanting 19 Uterus (baarmoeder) De uterus (afb. 1.2 en 1.3) is een hol, iets afgeplat, peervormig orgaan (gemiddeld 6-8 cm lang), dat bestaat uit het corpus uteri (baarmoederlichaam) en de cervix uteri (baarmoederhals). Het corpus uteri, gelegen in de buikholte tussen de blaas en het rectum, is een holle spier: het myometrium, dat aan de binnenkant bekleed is met een typische slijmvlieslaag: het endometrium. De holte heet cavum uteri. Het bovenste, koepelvormige deel van het corpus uteri heet fundus uteri. In de fundus monden links en rechts de tubae uit. Het onderste deel van het corpus uteri (de isthmus) gaat over in een smalle cervix uteri, die voor het grootste deel in de schede ligt. tuba ovarium uterus blaas portio symfyse rectum vagina Afbeelding 1.2 Zijaanzicht van het vrouwelijke bekken. Cervix uteri (baarmoederhals) Het deel dat in de schede ligt wordt portio genoemd en is bekleed met plaveiselepitheel. Aan de voorkant ligt de cervix tegen de blaas aan. De cervix uteri bevat een kanaal, het cervicale kanaal, waarvan men de overgang naar het cavum uteri ostium internum noemt en de uitgang naar de schede ostium externum. Bij een nullipara is het ostium externum gaaf, klein en rond; bij een multipara meestal minder gaaf en minder rond, soms spleetvormig. Het cervicale kanaal is bekleed met cilindrisch slijmvliesepitheel, waarin zich slijmvormende klieren bevinden. Op de overgang tussen de twee verschillende soorten epitheel (plaveisel- en cilinderepitheel): de SCJ, squamo-columnar junction). Deze SCJ verschuift onder hormonale invloed en dat gebied heet overgangszone. Dit is het gebied waar een cytologisch uitstrijkje (papsmear) wordt afgenomen (zie Cytologisch onderzoek van de cervix). BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
8 20 Verloskunde en gynaecologie niveau 5 fundus uteri tuba corpus uteri cavum uteri ostium internum van het cervix kanaal cervix uteri cervix kanaal portio vagina ostium externum van het cervix kanaal Afbeelding 1.3 Frontale lengtedoorsnede door de uterus. Het slijm dat wordt geproduceerd door de klieren van de cervix vormt een slijmprop die het cervixkanaal vult. Deze slijmprop vormt een tweede barrière voor vanuit de schede opstijgende infectiekiemen en speelt bovendien een belangrijke rol bij het transport van zaadcellen. Door hormonale invloeden verandert de consistentie van het cervixslijm. Oestrogenen, dit zijn hormonen met oestrogene werking, zorgen voor een overvloedige slijmproductie; rond de ovulatie wordt de slijmprop vloeibaar en hangt veelal als een soort tong uit de cervix tot in het achterste schedegewelf (de plaats waar sperma terechtkomt tijdens de coïtus). In de vloeibare slijmprop kunnen de zaadcellen gemakkelijk binnendringen en zich voortbewegen. Progesteron remt de slijmproductie; na de ovulatie wordt de slijmprop taai en troebel, zodat de zaadcellen niet meer kunnen binnendringen. De overgang tussen cervix en corpus uteri heet isthmus. Bij ontsteking van de cervicale klieren (cervicitis) wordt de slijmprop troebel. Het slijm lijkt op pus en bevat vele witte bloedcellen (leukocyten). Corpus uteri (baarmoederlichaam) Het corpus uteri is bekleed met peritoneum dat daar perimetrium heet. Links en rechts naast de uterus ligt het peritoneum over de tubae BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
9 1 De voortplanting 21 ligamentum ovarium proprium tuba ovarium ureter parametrium met ligamentum cardinale arteria uterina rectum ligamentum rotundum corpus uteri blaas urethra vagina Afbeelding 1.4 Positie van de uterus. heen en heet daar ligamentum latum, dat zich maar caudaal, lateraal van de cervix voortzet in het parametrium. Het corpus uteri is via verschillende banden en weefselplooien (ligamenta) in het bekken bevestigd. Dit zijn het ligamentum rotundum (de ronde band), die vanaf de fundus vlak bij de plaats waar de tubae met het corpus uteri verbonden zijn via het lieskanaal naar de labia majora lopen, het ligamentum latum (de brede band, een dubbelblad van het peritoneum die geen steunfunctie heeft) het ligamentum sacro-uterinum en het weefsel op de overgang van het corpus en de cervix uteri, waar links en rechts de arteria en vena uterina doorheen lopen. Dit wordt het ligamentum cardinale genoemd. De uterus heeft een dubbele circulatie via de arteria en vena ovarica en via de arteria en vena uterina, die in de uterus met elkaar verbonden zijn. De binnenkant van het cavum uteri is bekleed met het endometrium (mucosa), dat klieren bevat en opgebouwd is uit twee lagen: een oppervlakkige en een basale laag. De oppervlakkige laag wordt bij elke menstruatie afgestoten en daarna weer opgebouwd vanuit de basale laag, die kan worden beschouwd als de wortels van het endometrium. Door cyclische, hormonale invloeden verandert het endometrium, waarbij men drie fasen kan onderscheiden. Proliferatiefase (groei- of follikelfase). Dit is de fase na de menstruele bloeding tot aan de ovulatie, die gemiddeld veertien dagen duurt bij een cyclus van 28 dagen. Duurt de cyclus langer dan 28 BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
10 22 Verloskunde en gynaecologie niveau 5 dagen, dan is deze fase ook evenredig langer. Na afstoten bij de menstruatie beginnen vanuit de basale laag de klierbuizen opnieuw te groeien, onder invloed van oestrogenen afkomstig uit de rijpende follikel(s) in het ovarium. Aanvankelijk zijn de klierbuizen rechtlijnig, maar geleidelijk gaan ze meer en meer kronkelen. Door de ovulatie gaat de groeifase over in de secretiefase. Secretiefase (corpusluteumfase). De secretiefase loopt vanaf de ovulatie tot aan de menstruatie en duurt veertien dagen. De klierbuizen blijven groeien, kronkelen zich nog meer (zaagvormige klierbuizen) en vullen zich met slijm en voedingsstoffen (o.a. glycogeen). Na een bevruchting ontwikkelt het endometrium zich nog verder en wordt dan decidua genoemd. Dit weefsel is volledig geschikt voor de innesteling en voeding van een bevrucht eitje. De opbouw van het endometrium in de secretiefase vindt plaats onder invloed van progesteron dat afkomstig is uit het corpus luteum van het ovarium. Treedt er geen zwangerschap op, dan wordt de in de secretiefase ontwikkelde oppervlakkige laag ten hoogste veertien dagen na de ovulatie afgestoten bij de menstruatie. Menstruatiefase. Deze fase duurt gemiddeld vier tot vijf dagen en gaat gepaard met bloedverlies in wisselende hoeveelheden. De oppervlakkige slijmvlieslaag, het endometrium, wordt afgestoten doordat de oestrogeen- en progesteronspiegels in het bloed dalen, waardoor de oppervlakkige laag afsterft. Door het toedienen van kunstmatige oestrogenen en progestagenen kan men het endometrium ook in de proliferatie- en secretiefase brengen. Na het stoppen van de toediening treedt eveneens afstoting van de oppervlakkige laag op, gepaard gaand met bloedverlies, de zogenoemde onttrekkingsbloeding. NB. In het onderste deel van het cavum (de isthmus) eindigt het endometrium. De overgang van corpus naar cervix gaat via het ostium internum, dat ook anatomisch een ostium is, maar er is tevens histologisch een overgang. Hier liggen ostium internum anatomicum en histologicum dus bij elkaar. In de isthmus gaat het endometrium over in endocervicaal slijmvlies dat niet wordt afgestoten tijdens een menstruatie Ovaria (eierstokken) De ovaria zijn de gonaden (geslachtsklieren, afb. 1.5). Het zijn grijswitte, hobbelige, meestal wat langwerpige organen, gelegen onder de tubae, links en rechts naast en deels achter de uterus. De ovaria zijn gemiddeld 3-4 cm lang en 2-3 cm hoog. Zij zijn verbonden met de BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
11 1 De voortplanting 23 primaire follikels kiemcelepitheel bloedvat groeiende follikels graafse follikels eicel bekkenzijwand via het ligamentum infundibulopelvicum (een andere naam is ligamentum suspensorium ovarii) en aan de uterus via het ligamentum ovarium proprium, waar de arteria en vena ovaria doorheen lopen. De buitenste laag van het ovarium (de schorslaag of cortex) bevat follikels in alle stadia en de binnenste laag (merggedeelte) bindweefsel, hiluscellen, bloedvaten en zenuwen. Bij slanke vrouwen kunnen bij vaginaal onderzoek de ovaria worden gevoeld, de eileiders niet. In de schors van het ovarium bevinden zich de follikels. Bij de geboorte zijn eicellen in primaire follikels opgeslagen. Een aantal follikels ontwikkelt zich onder invloed van follikelstimulerend hormoon (FSH) uit de hypofyse tot primordiale follikels. Per cyclus ontwikkelt zich één follikel verder door groei en holtevorming. Een primordiale follikel bestaat uit een eicel, omgeven door een follikelwand die oestrogene hormonen gaat produceren. Tevens vormt zich in de wand een holte die gevuld is met follikelvocht. Deze holte, die aan de binnenkant bekleed is met epitheel (granuloverschrompeld geel lichaam jong geel lichaam ovulatie uitgegroeid geel lichaam Afbeelding 1.5 Overlangse doorsnede van een eierstok. Alle stadia, van het rijpen van de eicel tot het te gronde gaan van het gele lichaam, zijn in deze afbeelding samengevoegd. Ter wille van de duidelijkheid zijn de opeenvolgende stadia met de klok mee getekend. Normaal is echter dat overal in de eierstok eicellen kunnen rijpen en dus ook overal gele lichamen kunnen ontstaan. BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
12 24 Verloskunde en gynaecologie niveau 5 sacellen) en aan de buitenkant met twee cellagen (theca interna en theca externa), neemt in omvang toe. De follikel heet in dit stadium graafse follikel en is aan het oppervlak van het ovarium komen te liggen. De hoeveelheid follikelvocht neemt nog toe, totdat de graafse follikel een diameter van 2-3 cm heeft bereikt. Dan barst de follikel; dit is de eisprong of ovulatie (afb. 1.5). De graafse follikel barst onder invloed van luteïniserend hormoon (LH), dat wordt geproduceerd door de hypofysevoorkwab. De eicel spoelt naar buiten, terwijl de gebarsten follikel in de schors van het ovarium achterblijft. Tijdens het barsten treedt een bloeding op die kan variëren van zeer gering tot soms omvangrijk. De bloedende follikel, waarin zich een stolsel vormt, heet corpus rubrum. In het stolsel treden organisatie en ingroei van cellen uit het omgevende epitheel (granulosa en theca interna) op. De veranderde granulosa- en thecacellen produceren behalve oestrogenen nu ook progesteron. De kleur van de follikel wordt geel; deze heet nu corpus luteum. Indien geen zwangerschap ontstaat, gaat het corpus luteum na twaalf dagen schrompelen. Door ingroei van bindweefsel blijft in de ovariumschors een klein wit litteken achter dat enige maanden aanwezig blijft. Dit is het corpus albicans. Bij een zwangerschap blijft het corpus luteum nog gedurende drie maanden bestaan als het corpus luteum graviditatis. Tubae (salpingen of eileiders) De tubae of salpingen (enkelvoud: tuba of salpinx) zijn holle, dunwandige beweeglijke buisjes (gemiddeld 7-10 cm lang), die vanuit de hoeken van de fundus uteri geleidelijk trechtervormig verlopen. Aan het einde van de tubae bevinden zich franjeachtige uitlopers: de fimbriae. Het gedeelte van de tuba dat door de uteruswand loopt, noemt men pars uterina, het nauwe mediale deel heet isthmus, en het wijdere laterale tweederde deel noemt men de ampulla. De binnenkant van de tuba bestaat uit epitheelcellen die trilharen dragen en in de richting van de uterus bewegen. Het al of niet bevruchte eitje wordt, eenmaal in de fimbriae opgenomen, naar de baarmoederholte toe getrild. Het gladde spierweefsel in de wand van de tuba trekt eveneens samen in de richting van de uterus: tubaperistaltiek. Al bevat de tuba geen klieren, toch is de binnenkant altijd enigszins vochtig. Met adnex wordt bedoeld de tuba met ovarium samen. BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
13 1 De voortplanting 25 Mammae (borsten) De mammae (afb. 2.27) bestaan uit klierweefsel dat hoofdzakelijk wordt omgeven door vetweefsel; het volume van de mamma (borst) wordt grotendeels bepaald door de hoeveelheid vetweefsel. De mamma is vastgehecht op de peesbladen van de m. pectoralis (grote borstspier) tussen de derde en zevende rib. De bouw van de mamma is als volgt: huid; tepel (mamilla). In de tepel monden de melkgangen (ductuli lactiferi) uit. Rondom de tepel, in de tepelhof (areola), bevindt zich de kringspier van de tepel (glad spierweefsel). Ook de tepel zelf bevat spierweefsel dat zorgt voor de erectie (het oprichten) van de tepel; tepelhof. Dit is het gepigmenteerde deel (2-4 cm breed) rondom de tepel. Op de tepelhof zijn kleine verhevenheden aanwezig: de klieren van Montgomery, die meestal pas duidelijk zichtbaar worden tijdens zwangerschap en kraambed; klierweefsel. Het klierweefsel is verdeeld in kliergroepen, die elk een eigen uitvoergang hebben: de melkgang die uitmondt in de tepel. Alvorens de uitvoergangen de tepel bereiken, vormen ze verwijdingen: sinus lactiferi. Buiten de zwangerschap, het kraambed en de lactatieperiode scheiden borstklieren geen secreet af. Onder invloed van de hormonen van de menstruele cyclus kunnen de kliergroepen enigszins zwellen (stuwing) met het gevoel van verharding en volumetoename van de borsten, hetgeen bij de menstruatie verdwijnt. Dit verschijnsel is sterk individueel bepaald; bindweefsel en spierweefsel. De kliergroepen zijn omgeven door bindweefsel en door zeer dunmazig spierweefsel, waarvan de samentrekking helpt bij de ontlediging van de klieren (vergelijk het uitknijpen van spons); vetweefsel. Is diffuus verspreid over de borst baringskanaal Het baringskanaal (zie ook par. 3.2 Afwijkende baring) is het kanaal waardoor de foetus moet worden uitgedreven om geboren te worden. Het bestaat uit een benig en uit een week gedeelte, en heeft een gebogen vorm (afb. 1.6). Het benige deel van het baringskanaal (bekken, pelvis) (afb. 1.7) Het bekken wordt gevormd door twee heupbeenderen, het heiligbeen en het staartbeen. BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
14 26 Verloskunde en gynaecologie niveau 5 a b Afbeelding 1.6 Het benige baringskanaal, de vlakken van de bekkeningang (a) en bekkenuitgang (b) en de gebogen bekkenas (het midden van het baringskanaal). Os coxae, (heupbeen): wordt gevormd door drie met elkaar vergroeide afzonderlijke beenstukken: os ilium (darmbeen), os pubis (schaambeen) en os ischium (zitbeen). De heupbeenderen vormen de voorwand en de zijwanden van het bekken. Os ilium (darmbeen): vormt aan beide zijden het grote bekken. De bovenste bekkenkam heet crista iliaca en ventraal bevinden zich de spinae iliacae. De achterkant grenst aan het os sacrum en vormt daar het sacro-iliacale gewricht. Aan de voorkant gaat het darmbeen over in het schaambeen. Os pubis (schaambeen): ligt aan de voorkant van het baringskanaal. Waar de twee schaambeenderen samenkomen, vormen ze de symfyse. Onderaan vormen ze een boog, de arcus pubis. Os ischii (zitbeen): ligt onderaan en is voorzien van de ramus ossis ischii (zitbeenknobbel). BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
15 1 De voortplanting 27 Os sacrum (heiligbeen): bestaat uit vijf onderling vergroeide wervels en bevindt zich achteraan tussen beide os coxae (heupbeenderen), onder de laatste lumbale wervel. De bovenrand van de eerste sacrale wervel steekt naar voren uit en wordt promontorium genoemd. Os coccygis (staartbeen): bestaat uit vier onderling vergroeide, kleine wervels en is onderaan het sacrum bevestigd. Het staartbeen heeft enige beweeglijkheid ten opzichte van het sacrum. Sacrum en staartbeen vormen de achterwand van het bekken. conjugata vera (CV) os ileum (darmbeen) onderste lumbale wervel promontorium os sacrum (heiligbeen) linea terminalis os coccygis (staartbeen) diameter transversa (DT) bekkeningang tuber ischiadicum symfyse Afbeelding 1.7 Bekken van een vrouw. Aan het bekken onderscheidt men de bekkeningang en de bekkenuitgang. De bekkeningang is de toegang van het grote bekken naar het kleine bekken en is het vlak dat loopt over de bovenrand van de symfyse naar het promontorium, lateraal via de scherpe kam op het darmbeen, de linea terminalis, ook wel linea innominata genoemd. De afstand tussen de bovenrand van de symfyse en het promontorium heet de conjugata vera en deze bepaalt de ruimte van de bekkeningang in voor-achterwaartse richting. De dwarse diameter van de bekkeningang heet diameter transversa en deze bepaalt de ruimte van de bekkeningang in dwarse richting. Bij een normaal vrouwelijk bekken is de diameter transversa groter dan de conjugata vera en daardoor heeft de bekkeningang dus een ovale vorm in de dwarse richting. Het vlak dat loopt door de onderrand van de symfyse naar het onderste puntje van BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
16 28 Verloskunde en gynaecologie niveau 5 het staartbeen, lateraal via de zitbeenknobbels, noemt men de bekkenuitgang. Dit vlak heeft een ovale vorm in voor-achterwaartse richting Het vlak van de bekkeningang vormt de scheidingslijn tussen het grote en het kleine bekken. Het grote bekken ligt boven dit vlak en het kleine bekken eronder. In het kleine bekken liggen de inwendige geslachtsorganen. Het deel tussen bekkeningang en bekkenuitgang noemt men bekkenholte. De afmetingen van de bekkeningang kunnen radiologisch worden bepaald (radiopelvimetrie, bij voorkeur met behulp van MRI). De conjugata diagonalis is de afstand tussen de onderrand van de symfyse en het promontorium. Deze afstand kan bij vaginaal onderzoek worden vastgesteld indien het bekken in de voor-achterwaartse richting wat vernauwd is (afb. 1.8). conjugata diagonalis Afbeelding 1.8 Het meten van de conjugata diagonalis: de afstand tussen de onderkant van de symfyse en het promontorium. Voor-achterwaartse afmetingen: conjugata vera: gemiddeld 11 cm; de afstand tussen de bovenrand van de symfyse en het promontorium; conjugata diagonalis: gemiddeld 12,5-13 cm; de afstand tussen de onderrand van de symfyse en het promontorium. Deze afstand is bij BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
17 1 De voortplanting 29 vaginaal onderzoek alleen te meten indien het promotorium gevoeld kan worden. Dwarse afmeting: diameter transversa: de grootste dwarse afmeting bedraagt gemiddeld 13 cm. Het weke deel van het baringskanaal Het weke gedeelte van het baringskanaal (afb. 1.9) bestaat uit: uterus: vooral het onderste uterussegment, dat zich gedurende de baring vormt uit de isthmus en het bovenste deel van de cervix; vagina; bekkenbodem en perineum: een spiermassa die de achterwand en een deel van de zijwanden van het weke baringskanaal vormt. contractiering corpus uteri onderste uterussegment cervix uteri (met ontsluiting) blaas vagina Afbeelding 1.9 Het weke baringskanaal tijdens de baring. De werkelijke uitgang van het baringskanaal wordt gevormd door de weke delen. De as van de richting van de uitgang maakt een hoek van negentig graden met de as van de richting van de bekkeningang. De vulvaire ring vormt de opening en is excentrisch naar voren geplaatst. Door de combinatie van gebogen baringskanaal met een excentrisch gelegen opening als uitgang, waarbij de grootste afmeting van de BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
18 30 Verloskunde en gynaecologie niveau 5 bekkeningang (diameter transversa) dwars verloopt en de grootste afmeting van de bekkenuitgang in voor-achterwaartse richting, is meestal een draaiende beweging nodig om de kinderschedel geboren te laten worden. Dit noemt men de inwendige spildraai. vulva a commisura posterior b perineum Afbeelding 1.10 Excentrische vulva-opening en opgebold perineum, de bekkenas loopt door de commissura posterior mannelijke geslachtsorganen De mannelijke geslachtsorganen zijn: de testes, de epididymes (bijballen), de ductus deferentes (zaadleiders) en vesiculi seminales (zaadblaasjes), de prostaat, de penis en het scrotum (afb. 1.11). Testes (zaadballen) Beide testes, gelegen in het scrotum (balzak), hebben een ovale vorm en zijn gemiddeld 4-5 cm lang. De testes zijn omgeven door een kapsel, de tunica albuginea, en door de cremasterspier, die de testes omhoog kan trekken (retractiele testes). De testes worden bij de foetus in de buikholte aangelegd. Onder BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
19 1 De voortplanting 31 blaas ductus deferdns symfyse rectum vesicula seminalis prostaat urethra epididymis testis penis scrotum Afbeelding 1.11 Zijaanzicht van het mannelijke bekken. invloed van androgene hormonen dalen zij vanaf het begin van de achtste maand van de zwangerschap in het lieskanaal; in het begin van de negende maand dalen zij verder tot in het scrotum. Iedere testis bestaat uit lobjes (lobuli), van elkaar gescheiden door bindweefselschotten (septula). Septula en lobuli komen bij elkaar in de hilus van de testis en vormen daar een netwerk (rete testis) dat uitloopt in afvoerbuisjes (ductuli efferentes). De wanden van de tubuli seminiferi bevatten steuncellen (cellen van Sertoli) en kiemcellen (spermatogonia); uit deze kiemcellen ontwikkelen zich de zaadcellen (spermatozoa) (afb. 1.12). Tussen de tubuli ligt interstitieel bindweefsel, waarin zich de cellen van Leydig bevinden die testosteron produceren en waarschijnlijk ook geringe hoeveelheden oestrogenen onder invloed van LH. epididymis septum cellen van Leydig rete testis tubulus lobulus spermatozoa tubulus kiemcellen ductus deferens Afbeelding 1.12 Testis met epididymis (links) en dwarsdoorsnede van testisweefsel (rechts). BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
20 32 Verloskunde en gynaecologie niveau 5 Epididymis (bijbal) De epididymis ligt op en achter de testis. Hij bestaat uit een kluwen gekronkelde ductuli efferentes (die samen een zeven meter lange afvoerbuis vormen) die vanuit de rete testis komen en uitmonden in de ductus deferens. De epididymis heeft een depotfunctie; hier worden producten van de spermatogenese gedurende wel drie weken opgeslagen en kan verdere rijping optreden tot spermatozoa. Ductus deferens (zaadleider) De epididymis vormt aan de onderkant een kanaal: de zaadleider of ductus deferens. Deze loopt door het lieskanaal (in de funiculus spermaticus of zaadstreng) naar de buikholte en vervolgens in een scherpe bocht langs de blaas tot in de prostaat en mondt uit in de urethra. De ductus deferens is ongeveer 50 cm lang en heeft een dikke, gespierde wand. Door het lumen worden de spermatozoën (zaadcellen) vanuit de epididymis naar de urethra vervoerd. De funiculus spermaticus bevat behalve de ductus deferens ook de arteria spermatica en een zenuwtakje uit de nervus genitofemoralis. Vesiculae seminales (zaadblaasjes) De ductus deferens vormt vesiculae seminales (zaadblaasjes). Dit zijn buisvormige klieren die achter de blaas en voor het rectum liggen. Zij produceren een alkalisch vocht. Zij vormen 70% van het ejaculaat (zaadlozing). Prostaat De prostaat is gelokaliseerd onder de blaas, rondom de urethra-inplanting in de blaas, achter de symfyse en vóór het rectum. Via rectaal toucher kan de prostaat worden afgetast. De wand van de prostaat bevat veel glad spierweefsel. De prostaat heeft de grootte van een kastanje en bestaat uit drie kwabben. In de urethra bevinden zich ter hoogte van de prostaat ongeveer vijftien openingetjes waardoor prostaatvloeistof (zaadvloeistof) in de urethra kan komen. Rondom de urethra liggen de bulbo-urethrale klieren. De bijdrage van de prostaat aan het ejaculaat is 30%. Penis De penis (afb. 1.13) bestaat uit een penisbasis en een glans penis (eikel), met daartussen het grootste deel van de penis: het corpus penis. In de penis loopt de urethra, die met zijn ostium urethrae uitmondt in de top van de eikel. De glans is een verdikking op de top van de penis waarover een losse huidplooi loopt: het preputium BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
21 1 De voortplanting 33 (voorhuid), dat over de gehele glans kan worden teruggeschoven. Bij jonge kinderen is het preputium doorgaans verkleefd met de glans. De verkleving wordt geleidelijk minder. Bij een besnijdenis (circumcisie) wordt het preputium weggesneden. Dorsaal in de penis lopen de arteria en vena dorsalis penis. De penis dient als mictieorgaan (urineafvoer) en als copulatieorgaan. De vorm van de penis wordt bepaald door de corpora spongiosa (zwellichamen). Door prikkeling, vooral seksuele prikkeling, kan de penis komen tot: erectie. Dit is het zich oprichten en vergroten door toegenomen bloedtoevoer naar de zwellichamen en verminderde bloedafvoer uit de zwellichamen; immissio. Dit is het inbrengen van de penis in de vagina: de vaginale coïtus; ejaculatie. De verbinding met de blaas wordt afgesloten, zodat de zaadlozing kan plaatsvinden. Na de erectie verschijnt eerst wat voorvocht, gevolgd door prostaatvocht (ca. 1 ml) dat een lage ph heeft (< 7), onmiddellijk gevolgd door de zaadcellen afkomstig uit de ampulla van de zaadleider. Het grootste deel van het ejaculaat volgt hierna en is afkomstig van de zaadblaasjes (ca. 3 ml). Deze vloeistof is alkalisch (ph > 8,2) en bevat minder zaadcellen dan het eerste deel van het ejaculaat. De eerste ejaculaatfractie (met hoge spermatozoaconcentratie) kan afzonderlijk worden opgevangen (splitsperma) en worden benut bij kunstmatige inseminatie. Bij de ejaculatie contraheert de prostaat, zodat de zaadvloeistof met enige kracht naar buiten wordt gestoten. arteria en vena dorsalis penis corpus cavernosum (groot zwellichaam) urethra corpus spongiosum Afbeelding 1.13 Dwarsdoorsnede van de penis. BSL - ALG_BK_1KZM _pvdh
1 De voortplanting. BSL - ALG_BK_1KZM - 001_verlos 013
1 De voortplanting 1.1 Geslachtsorganen 1 4 1.1.1 Algemene functies 1 4 1.1.2 Geslachtskenmerken 1 4 1.1.3 Vrouwelijke geslachtsorganen 1 6 1.1.4 Baringskanaal 2 5 1.1.5 Mannelijke geslachtsorganen 2 9
Nadere informatieAnatomie en fysiologie 2
Anatomie en fysiologie 2 Voor de verloskunde is kennis van de bouw (anatomie) van de geslachtsorganen van zowel de vrouw als de man noodzakelijk. Daarmee begint dit hoofdstuk. Bovendien wordt de werking
Nadere informatieDe geslachtsontwikkeling, zoals het meestal gaat 1
De geslachtsontwikkeling, zoals het meestal gaat Je bent zo mooi anders dan ik, natuurlijk niet meer of minder maar zo mooi anders, ik zou je nooit Deze infobrochure heeft als doel om de ontwikkeling uit
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling
Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling Samenvatting door een scholier 1708 woorden 10 mei 2012 4,9 14 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Voorplanting en bevruchting
Nadere informatiePrimaire geslachtskenmerken
Puberteit Primaire geslachtskenmerken -Secundaire geslachtskenmerken -Puberteit -Hormonen -Hypofyse -Groeispurt Wat is het?: Geslachtskenmerken die je vanaf je geboorte hebt. Voorbeelden: Vagina en Penis
Nadere informatieSamenvatting Biologie voortplanting
Samenvatting Biologie voortplanting Samenvatting door een scholier 1162 woorden 6 november 2012 5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Voortplantingsstelsel man Thema 2 samenvatting
Nadere informatieSamenvatting Biologie hf 5 par 1t/m 5
Samenvatting Biologie hf 5 par 1t/m 5 Samenvatting door Carlijn 1162 woorden 15 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 5.1 Je veranderd. Geslachtskenmerken zijn kenmerken
Nadere informatieEnkele afspraken: We luisteren met respect naar elkaars verhaal. We lachen niet voortdurend met nieuwe woorden.
Enkele afspraken: We luisteren met respect naar elkaars verhaal. We lachen niet voortdurend met nieuwe woorden. We reageren volwassen op wat er verteld wordt. Heb je het moeilijk met dit onderwerp? Dan
Nadere informatieBiologie Voortplanting en ontwikkeling Havo
Biologie Voortplanting en ontwikkeling Havo D O C E N T : A. S E W S A H A I H E N R Y N. H A S S A N K H A N S C H O L E N G E M E E N S C H A P L E L Y D O R P ( HHS- S G L ) Boek: 4H Doelstellingen
Nadere informatieONVRUCHTBAARHEID BIJ MANNEN MET PRIMAIRE CILIAIRE DYSKINESIE Zijn er mogelijkheden?
ONVRUCHTBAARHEID BIJ MANNEN MET PRIMAIRE CILIAIRE DYSKINESIE Zijn er mogelijkheden? Dr R.F.A. Weber, internist-endocrinoloog/androloog Andrologie Erasmus MC Rotterdam INLEIDING Onvruchtbaarheid kan een
Nadere informatieNormale cyclus. Gynaecologie
Normale cyclus Gynaecologie Inhoudsopgave In het kort 4 Wat is een normale cyclus? 4 Wat gebeurt er in een cyclus? 5 De rol van hormonen 5 De fasen van een cyclus 6 De rijping van de eiblaas (folliculaire
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 4: Voortplanting
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4: Voortplanting Samenvatting door een scholier 445 woorden 14 maart 2015 7,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Doelstelling 1: Wat zijn geslachtskenmerken?
Nadere informatieVoortplanting en ontwikkeling
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Ivis Cambungo 11 June 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/61033 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Nadere informatieSamenvatting Biologie voor Jou VMBO 3 Thema 3 Voortplanting
Samenvatting Biologie voor Jou VMBO 3 Thema 3 Voortplanting 3.1 Bevruchting = kernen van twee geslachtscellen smelten samen Mitose = gewone celdeling beide dochtercellen evenveel chromosomen als moedercel
Nadere informatieVOORTPLANTING BIJ DE MENS
VOORTPLANTING BIJ DE MENS 1 Vruchtbaarheid Alle levende wezens planten zich voort om niet uit te sterven. Mensen ook. Dat is één van de redenen waarom we voortplantingsorganen en seksuele gevoelens hebben.
Nadere informatieNormale cyclus. Poli Gynaecologie
00 Normale cyclus Poli Gynaecologie De inhoud van deze voorlichtingsfolder is samengesteld door de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). Andere folders en brochures op het gebied
Nadere informatieTussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd.
Biologie SE4 Hoofdstuk 6 Paragraaf 1 Tijdens de ovulatie komt een eicel vrij uit een van de beide ovaria. Deze eicel komt terecht in een eileider. Een van de zaadcellen die de tocht van de vagina naar
Nadere informatieBalzak (scrotum) huidplooi waarin de teelballen liggen. Temperatuur +/- 2 C lager dan in de buikholte (gunstiger voor de ontwikkeling
Samenvatting door K. 1416 woorden 28 januari 2013 3 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 2 voortplanting en ontwikkeling Voortplantingsstelsel v/d man Teelballen (testes)
Nadere informatieNormale cyclus. Patiënteninformatie Normale cyclus
Normale cyclus Patiënteninformatie Normale cyclus Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Wat is een normale cyclus 3 De cyclus zelf 4 Wat gebeurt er in een cyclus 5 De rol van hormonen 6 De rijping van de eiblaas
Nadere informatieKinderen groeien op tot volwassenen in verschillende fasen. Iedereen groeit. Maar ons lichaam maakt heel ons leven kleine of grote veranderingen mee.
Groei en ontwikkeling Kinderen groeien op tot volwassenen in verschillende fasen. Iedereen groeit tot maximaal tot hij of zij 18 jaar is. Maar ons lichaam maakt heel ons leven kleine of grote veranderingen
Nadere informatieProefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE
Proefexamen ANATOMIE EN FYSIOLOGIE Deelexamen In dit proefexamen worden over de volgende onderwerpen vragen gesteld: zenuwstelsel hormoonstelsel zintuigen geslachtsorganen Beschikbare tijd: 45 minuten
Nadere informatieSamenvatting Biologie Voortplanting
Samenvatting Biologie Voortplanting Samenvatting door een scholier 1797 woorden 13 december 2005 7 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Teelballen: produceren zaadcellen en testosteron
Nadere informatienormale cyclus patiënteninformatie Inleiding Wat is een normale cyclus
patiënteninformatie normale cyclus Inleiding Bij vrouwen in de vruchtbare levensfase rijpt er elke maand in de eierstok een eiblaas waarin een eicel groeit. Als de eiblaas rijp is en openbarst komt de
Nadere informatieEerste bezoek aan de gynaecoloog
Eerste bezoek aan de gynaecoloog Afdeling gynaecologie Eerste bezoek aan de gynaecoloog U heeft binnenkort in Medisch Centrum Alkmaar (MCA) een afspraak met een gynaecoloog. U komt voor het eerst. In deze
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1790 woorden 8 maart keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1790 woorden 8 maart 2003 6 84 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie overal Vrouwen hebben XX-chromosomen. Mannen hebben XY-chromosomen. De spermacel bevat een Y-chromosoon
Nadere informatieVoortplantingshormonen
Voortplantingshormonen De menstruatiecyclus bij de mens is een gebeurtenis waarbij verschillende processen tegelijkertijd en in onderlinge afhankelijkheid plaats vinden. De aanvang, het voortduren en het
Nadere informatieNederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie ALGEMENE INFORMATIE NORMALE CYCLUS. Versie 1.3. Datum Goedkeuring 07-01-2007 Verantwoording
Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie ALGEMENE INFORMATIE NORMALE CYCLUS Versie 1.3 Datum Goedkeuring 07-01-2007 Verantwoording NVOG In het kort Bij vrouwen in de vruchtbare levensfase
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 3 - Voortplanting 1 t/m 9
Samenvatting Biologie Thema 3 - Voortplanting 1 t/m 9 Samenvatting door een scholier 2975 woorden 28 februari 2012 5,2 32 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 3 Voortplanting en
Nadere informatie7,3. Samenvatting door een scholier 1948 woorden 9 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou
Samenvatting door een scholier 1948 woorden 9 juni 2011 7,3 179 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou H5.1 Je verandert Geslachtskenmerken zijn kenmerken waaraan je het geslacht kunt herkennen
Nadere informatienormale cyclus patiënteninformatie
patiënteninformatie normale cyclus Bij vrouwen in de vruchtbare levensfase rijpt er elke maand in de eierstok een eiblaas waarin een eicel groeit. Als de eiblaas rijp is en openbarst komt de eicel vrij
Nadere informatiekeer beoordeeld 4 maart 2018
0 Samenvatting door Syb 870 woorden keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Biologie Biologie H8 Samenvatting PARAGRAAF 8.1 Een jongen maakt zaadcellen door hormonen uit de hypofyse. Via het bloed komen die hormonn
Nadere informatieHormoonklieren zijn klieren die sappen afgeven aan het bloed. Deze sappen zijn de hormonen. De
Samenvatting door een scholier 2374 woorden 9 december 2007 7,9 59 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting Hoofdstuk 2 - Voortplanting Het voortplantingsstelsel van
Nadere informatie7,1. Antwoorden door Een scholier 1903 woorden 23 mei keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie Samenvatting Thema 4 Voortplanting
Antwoorden door Een scholier 1903 woorden 23 mei 2004 7,1 324 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Samenvatting Thema 4 Voortplanting Je moet primaire en secundaire geslachtskenmerken
Nadere informatieSamenvatting Biologie Boek 4 thema 2 Voortplanting en ontwikkeling.
Samenvatting Biologie Boek 4 thema 2 Voortplanting en ontwikkeling. Samenvatting door een scholier 1709 woorden 17 december 2012 3,4 2 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Het voortplantingsstelsel
Nadere informatieSamenvatting Biologie Biologie Thema 3; Voortplanting
Samenvatting Biologie Biologie Thema 3; Voortpl Samenvatting door R. 2279 woorden 14 februari 2014 6,9 14 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Paragraaf 1; Jongens en Meisjes Puberteit:
Nadere informatiezweet stinkt schaam haar ongesteld brede heupen borst groei schaamlippen groeien groeispurt
Samenvatting door L. 623 woorden 5 maart 2016 0 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou pubertijd Dit is wanneer je hypofyse gaat werken de hypofyse is een hormoonklier hypofyse is de belangrijkste
Nadere informatieVoortplanting bij dieren
Voortplanting bij dieren Opdracht 1 Geef aan of de beweringen juist of onjuist zijn: 1. De primaire geslachtskenmerken heb je vanaf je puberteit 2. Geslachtshormonen zorgen voor veranderingen in de puberteit
Nadere informatievan een muskiet weer? Leg je antwoord uit.
30 3 VMBO KGT A BEANTWOORD DE VOLGENDE VRAGEN. Afbeelding 1 Bij een muskiet is het aantal chromosomen in een lichaamscel 6. In afbeelding 1 geven beide tekeningen schematisch een delende cel van een muskiet
Nadere informatieHet eerste consult bij de gynaecoloog
Het eerste consult bij de gynaecoloog Het eerste bezoek aan de gynaecoloog begint met een gesprek g waarin u uw klacht vertelt en de gynaecoloog u vragen stelt. Hierna volgt zo nodig een uitwendig en/of
Nadere informatieParagraaf 6.1 Primaire en secundaire geslachtskenmerken
H6 Voortplanting Vragen en antwoorden Paragraaf 6.1 Primaire en secundaire geslachtskenmerken 1. Wat zijn geslachtskenmerken? Kenmerken waaraan we kunnen zien of iemand een man of een vrouw is. 2. Wat
Nadere informatieVoortplanting. Hoofdstuk 6
Voortplanting Hoofdstuk 6 6.1 Primaire en secundaire Leerdoelen geslachtskenmerken Je kunt primaire en secundaire geslachtskenmerken noemen bij jongens en meisjes Voortplanting Intro filmpje (geluidsfragment)
Nadere informatiesamenvatting doelstelling 1. doelstelling 3. doelstelling 2. doelstelling 4.
Samenvatting doelstelling 1. Je moet primaire en secundaire geslachtskenmerken kunnen noemen bij jongens en bij meisjes. Geslachtskenmerken: kenmerken waaraan we het geslacht (man of vrouw) herkennen.
Nadere informatieEerste bezoek aan de gynaecoloog
Eerste bezoek aan de gynaecoloog Patiënteninformatie Eerste bezoek aan de gynaecoloog Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Hoe zien de geslachtsorganen eruit 3 Het gesprek(anamnese) 4 Het gynaecologisch onderzoek
Nadere informatieBiologie Samenvatting H11+12
Biologie Samenvatting H11+12 11.1 Puberteit Hoe noem je de verschillen tussen jongens en meisjes? Alle kenmerken waarin jongens en meisjes verschillen, heten geslachtskenmerken. Primaire geslachtskenmerken:
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 2
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 2172 woorden 3 december 2003 6,7 43 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 2 Doelstelling 1 Je moet van de delen
Nadere informatieOefen Repetitie KGT thema Voortplanting
Oefen Repetitie KGT thema Voortplanting Als er geen punten bij een vraag staan, dan is die vraag 1 punt waard. Onderdeel A: waar of niet waar? 1. De pil beschermt zowel tegen SOA s als tegen een zwangerschap
Nadere informatiewerkboek Bij deze lessen kan je ook Het Grote Voortplantingsspel gebruiken. ISBN
go G ed el ge ez ke en ur en d do or werkboek Bij deze lessen kan je ook Het Grote Voortplantingsspel gebruiken. ISBN 978-90-301-2711-6 9 789030 127116 Puberteit 1 Duid met een boogje de periode aan en
Nadere informatieBevruchting : het versmelten van de kern van een eicel + zaadcel - door bevruchting ontstaat een bevruchte eicel : nieuw individu
Thema 3. Voortplanting en ontwikkeling 1. Voorplanting en bevruchting Voorplanting begint bij de bevruchting Bevruchting : het versmelten van de kern van een eicel + zaadcel - door bevruchting ontstaat
Nadere informatieGeslachtelijke voortplanting: de kernen van twee geslachtscellen (eicel en zaadcel) versmelten. Dat het bevruchting. Ze vormen samen een nieuwe cel.
Samenvatting Voortplanting en ontwikkeling Geslachtelijke voortplanting: de kernen van twee geslachtscellen (eicel en zaadcel) versmelten. Dat het bevruchting. Ze vormen samen een nieuwe cel. Geslachtscellen
Nadere informatie7,3. Samenvatting door een scholier 2182 woorden 15 december keer beoordeeld. Biologie voor jou
Samenvatting door een scholier 2182 woorden 15 december 2002 7,3 188 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie H2 voortplanting Basisstof 1 De Testes (teelballen) produceren elke
Nadere informatieWaar alle onderdelen van het voortplantingsorgaan van de man en de vrouw zitten:
Samenvatting door Maud 2635 woorden 24 juni 2017 10 1 keer beoordeeld Vak Biologie Samenvatting biologie 12.1 bronnen: 2,3,5,6,7,9,10 Waar alle onderdelen van het voortplantingsorgaan van de man en de
Nadere informatieStand Zwellingen Preputium Preputium (terug) laten schuiven Pijn Smegma Ulceraties Roodheid
Andrologisch onderzoek Inspectie -In de pubisstreek: kijken naar beharingspatroon, krabeffecten en zwellingen -Controle liezen: littekens, zwellingen in rust of tijdens persen Beoordeling penis: Stand
Nadere informatie4.9. Boekverslag door N woorden 24 november keer beoordeeld. Biologie voor jou. Voortplanting:
Boekverslag door N. 6179 woorden 24 november 2010 4.9 64 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Voortplanting: Basisstof 1 Reductiedeling. Mensen planten zich geslachtelijk voort. Dat wil
Nadere informatieHOOFDSTUK 6: VOORTPLANTING. 1: Embryonale ontwikkeling
HOOFDSTUK 6: VOORTPLANTING 1: Embryonale ontwikkeling Bevruchting: - Tijdens de ovulatie komt een eicel vrij uit een van beide ovaria: de eicel omringd met cellen uit het ovarium komt in een eileider.
Nadere informatie3. Hormonale regeling van de menstruele cyclus bij de vrouw
3. Hormonale regeling van de menstruele cyclus bij de vrouw 3.1 Algemeen Onderstaande figuur geeft een volledig overzicht van alle hormoonconcentraties die een rol spelen bij de regeling van de menstruele
Nadere informatieEerste bezoek aan de gynaecoloog
Eerste bezoek aan de gynaecoloog Patiënteninformatie Eerste bezoek aan de gynaecoloog Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Hoe zien de geslachtsorganen eruit 3 Het gesprek(anamnese) 4 Het gynaecologisch onderzoek
Nadere informatieSamenvatting Biologie Voortplanting
Samenvatting Biologie Voortplanting Samenvatting door een scholier 2350 woorden 29 maart 2007 6,1 49 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie samenvatting thema 2 Voortplanting en Ontwikkeling Voortplantingsstelsel
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 4, Voortplanting
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4, Voortplanting Samenvatting door een scholier 2697 woorden 21 mei 2008 6,7 13 keer beoordeeld Vak Methode Biologie ViaDELTA Hoofdstuk 4: Voortplanting - De mens plant
Nadere informatiePatientenvoorlichting Voortplantingsgeneeskunde (fertiliteit)
Patientenvoorlichting Voortplantingsgeneeskunde (fertiliteit) Zwanger worden en zijn Elke zwangerschap begint met het binnendringen van een zaadcel in een eicel: de bevruchting. Bij de bevruchting spelen
Nadere informatiethema 3 Voortplanting en ontwikkeling basisstof basisstof 1 Het voortplantingsstelsel van een man
basisstof 1 Het voortplantingsstelsel van een man De voortplantingsorganen bij een man liggen in de balzak, de onderbuik en de penis. Balzak: hierin liggen twee teelballen en twee bijballen. Teelballen:
Nadere informatie6,6. Werkstuk door een scholier 1905 woorden 13 juli keer beoordeeld
Werkstuk door een scholier 1905 woorden 13 juli 2002 6,6 234 keer beoordeeld Vak Biologie Inhoud 1. Inleiding 2. Wat verandert er bij jongens lichamelijk 3. Wat verandert er bij meisjes lichamelijk 4.
Nadere informatieAlgemeen. Het hormoonstelsel. Soorten. Soorten. Hormoonklieren: hypofyse. Soorten 16-9-2014. Hebben invloed op:
Het hormoonstelsel Lesstof Beauty Level Basics 2 Blz. 176-187 Algemeen Hebben invloed op: Lichamelijke en geestelijke processen Werken nauw samen met: Autonome zenuwstelsel Soorten 1. Hormonen/increten
Nadere informatie5,9. Antwoorden door Een scholier 1981 woorden 11 december keer beoordeeld. Biologie voor jou
Antwoorden door Een scholier 1981 woorden 11 december 2007 5,9 101 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1 1. Nummer Naam van het deel Functie van het deel 1 Zaadleider Vervoeren
Nadere informatie1 Menselijke voortplanting 1 Voortplantingsorganen en gameten
1 Menselijke voortplanting 1 Voortplantingsorganen en gameten Taenia saginata of de runderlintworm is een van de vele soorten lintwormen. Lintwormen leven in de darmen van een gastheer waar ze het verteerde
Nadere informatieWat is normaal? Anatomie en Fysiologie Seksueel functioneren bij vrouwen. Ph Th M Weijenborg, gynaecoloog
Wat is normaal? Anatomie en Fysiologie Seksueel functioneren bij vrouwen Ph Th M Weijenborg, gynaecoloog Als te groot niet meer dan normaal is Vrouwen met echt te grote schaamlippen zijn heel zeldzaam,
Nadere informatie6,8. Samenvatting door B woorden 4 januari keer beoordeeld
Samenvatting door B. 2188 woorden 4 januari 2017 6,8 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting biologie H6 voortplanting Paragraaf 6.1 embryonale ontwikkeling Bevruchting Tijdens de ovulatie
Nadere informatieVoortplanting. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen VMBO-GL en TL Voortplanting biologie CSE GL en TL Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 29 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 36 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat
Nadere informatieAntwoorden Biologie Hoofdstuk 2 voortplanting
Antwoorden Biologie Hoofdstuk 2 voortplanting Antwoorden door een scholier 1967 woorden 9 juni 2003 6,2 350 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Bijballen Opslaan van zaadcellen Eikel
Nadere informatiezwanger worden en zijn
zwanger worden en zijn Inhoud 1 Het begin: de bevruchting 3 1.1 De eierstokken (ovaria) 3 1.2 De eisprong en de eicel 4 1.3 Het slijm van de baarmoederhals 4 1.4 De eileider 4 1.5 De bevruchting 5 1.6
Nadere informatieDoelstelling 3 Je moet primaire en secundaire geslachtskenmerken kunnen noemen bij jongens en bij meisjes.
Biologie Thema 2 Samenvatting Doelstelling 1 Je moet van de delen van het voortplantingsstelsel van een man de functies en kenmerken kunnen noemen. Teelballen (testes): produceren zaadcellen (spermacellen)
Nadere informatieDEEL 3 THEMA 1 RELATIES EN SEKSUALITEIT BASISSTOF 1
BASISSTOF 1 Puberteit: periode van ongeveer 12 tot 18 jaar waarin kinderen snel veranderen. In de puberteit verander je lichamelijk, geestelijk en sociaal. Pubers: kinderen in de puberteit. Geestelijke
Nadere informatieOntwikkelingsbiologie
Ontwikkelingsbiologie In vitro fertilisatie Bij in vitro fertilisatie (IVF) worden eicellen buiten het lichaam bevrucht door spermacellen. Een bevruchte eicel ontwikkelt zich en wordt vervolgens meestal
Nadere informatieZwanger worden en zijn
Zwanger worden en zijn Patiënteninformatie Zwanger worden en zijn Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Het begin: de bevruchting 2.1 De eierstokken (ovaria) 2.2 De eisprong en de eicel 2.3 Het slijm van de baarmoederhals
Nadere informatiePATIËNTENINFORMATIE ECHOSCOPIE IN DE GYNAECOLOGIE EN BIJ VRUCHTBAARHEIDSPROBLEMEN
PATIËNTENINFORMATIE ECHOSCOPIE IN DE GYNAECOLOGIE EN BIJ VRUCHTBAARHEIDSPROBLEMEN ECHOSCOPIE IN DE GYNAECOLOGIE EN BIJ VRUCHTBAARHEIDSPROBLEMEN Door middel van deze folder wil Maasstad Ziekenhuis u informeren
Nadere informatieWerkvormen k Zag 2 beren over lichamelijkheid
Werkvormen k Zag 2 beren over lichamelijkheid Werkbladen over lichamelijke verandering (4.4) Onderbroekenspel Werkbladen over lichamelijke verschillen (4.3) Max en Maxima Werkbladen over man-vrouw verschillen
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie voortplanting 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie voortplanting 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum http://www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Nadere informatievoetverzorging uit Bakens & Zadkine Informatie mbtstof Anatomie Voetverzorging eindtermen
Voetverzorging Informatie mbtstof Anatomie voetverzorging uit Bakens & Zadkine eindtermen Beenderen onderste extremiteiten Focus bekken Oefening locatie beenderen in menselijk lichaam http://www.memorizer.net/nl/menselijk_lichaam/skelet/0
Nadere informatieEen man kan vanaf de puberteit tot op hoge leeftijd zaadcellen maken.
Samenvatting door M. 1724 woorden 26 januari 2014 5,6 20 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Voortplantingsstelsel van de man Zaadlozingen en orgasme (ander woord klaarkomen) De voortplantingsorganen
Nadere informatieBiologie. L. Standaert 2006-2007
Biologie L. Standaert 2006-2007 Deze cursus werd samengesteld door L. Standaert, Schooljaar 2006-2007, Heilig Graf Een digitale kopie van deze cursus vind je op http://standaert.classy.be Voor problemen
Nadere informatieSamenvatting Biologie Voortplanting
Samenvatting Biologie Voortplanting Samenvatting door een scholier 2482 woorden 21 januari 2007 5,4 12 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Synaps Biologie H4 4.1 Primaire geslachtkenmerken: kenmerken
Nadere informatiezwanger worden en zijn
zwanger worden en zijn 2 Inhoud Inleiding 4 1 Het begin: de bevruchting 4 1.1 De eierstokken (ovaria) 4 1.2 De eisprong en de eicel 4 1.3 Het slijm van de baarmoederhals 5 1.4 De eileider 5 1.5 De bevruchting
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 3053 woorden 28 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou
Samenvatting door een scholier 3053 woorden 28 januari 2010 7 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 2.1 - Teelballen (testes) maken vele miljoenen spermacellen. o Liggen in de scrotum
Nadere informatieOpwekken van de eisprong (ovulatie-inductie)
Opwekken van de eisprong (ovulatie-inductie) Ovulatie-inductie (opwekken van de eisprong) In deze folder leest u meer over de gang van zaken rond ovulatie-inductie. Dit is een behandeling voor vrouwen
Nadere informatieprimaire geslachtkenmerken Geslachtskenmerken die al bij de geboorte aanwezig zijn
Vragen bij paragraaf 2.2 en 2.3 Puberteit Periode waarin hormonale veranderingen zorgen voor ontwikkeling van kind tot volwassene hormonale stelsel Orgaanstelsel dat hormonen aanmaakt hormonen Signaalstofffen
Nadere informatieGeslachtsdeterminatie en differentiatie
Geslachtsdeterminatie en differentiatie 1. Ontwikkeling Urogenitale stelsel (~ 1,5 uur) 2. Geslachtsdeterminatie (~ 1,5 uur) 3. Geslachtsdifferentiatie (zelfstudie & werkcollege) Elements of renal function
Nadere informatieBiologie Samenvatting Hoofdstuk 2 Voortplanting Basisstof 1 t/m 10 Basisstof 1: Het voortplantingsstelsel van een man
Samenvatting door F. 1919 woorden 25 april 2012 5,7 14 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Samenvatting Hoofdstuk 2 Voortplanting Basisstof 1 t/m 10 Basisstof 1: Het voortplantingsstelsel
Nadere informatieH Echoscopie in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsproblemen
H.92043.0116 Echoscopie in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsproblemen Inleiding Deze folder geeft algemene informatie over echoscopie zoals gebruikt in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsonderzoek.
Nadere informatieZwanger worden en zijn
Zwanger worden en zijn Elke zwangerschap begint met het binnendringen van een zaadcel in een eicel: de bevruchting. Bij de bevruchting spelen de eierstok, de eisprong, de eileider en het slijm van de baarmoederhals
Nadere informatieVerslag Biologie Biologie dossier
Verslag Biologie Biologie dossier Verslag door Z. 1608 woorden 16 juni 2015 6,2 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Om dit verslag volledig te kunnen begrijpen, heb je de afbeeldingen uit het
Nadere informatieInformatie. Opwekken van de eisprong (ovulatieinductie)
Informatie Opwekken van de eisprong (ovulatieinductie) Ovulatie-inductie (opwekken van de eisprong) In deze folder leest u meer over de gang van zaken rond ovulatie-inductie. Dit is een behandeling voor
Nadere informatieOefenopgaven voortplanting / hormonale regulatie De mannenpil
Oefenopgaven voortplanting / hormonale regulatie De mannenpil Uit Australië werd een verrassende doorbraak in het onderzoek naar de mannenpil gemeld. Een onderzoeksinstituut had 55 paren onderzocht die
Nadere informatieJongen of meisje? Variaties in de ontwikkeling van het geslacht
Jongen of meisje? Variaties in de ontwikkeling van het geslacht Inleiding Bij de geboorte van een kind kan het geslacht onduidelijk zijn, waardoor de arts niet direct kan vaststellen of de baby een jongen
Nadere informatieWilhelmina Ziekenhuis Assen. Vertrouwd en dichtbij. Informatie voor patiënten. Endometriose
Wilhelmina Ziekenhuis Assen Vertrouwd en dichtbij Informatie voor patiënten Endometriose z Endometriose is baarmoederslijmvlies (endometrium) dat buiten de baarmoederholte aanwezig is, bijvoorbeeld in
Nadere informatieOver het MEISJESLICHAAM op www.sense.info
Over het MEISJESLICHAAM op www.sense.info Op Sense.info vind je allemaal informatie over seks, relaties en hulp bij problemen. Ga naar www.sense.info. In het menu zie je alle onderwerpen. -Klik op MEISJESLICHAAM
Nadere informatieVruchtbaarheid. Gynaecologie
Vruchtbaarheid Gynaecologie Inhoudsopgave Wanneer bent u vruchtbaar? 5 Lichamelijke verschijnselen 5 Temperatuurcurve 5 Ovulatietesten 7 Bloedonderzoek 7 Vaginale echografie 8 Oorzaken vruchtbaarheidsproblemen
Nadere informatieOEFENVRAGEN VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDING OBSTETRIE & GYNAECOLOGIE(docent dhr.r.schats)
OEFENVRAGEN VERPLEEGKUNDIGE VERVOLGOPLEIDING OBSTETRIE & GYNAECOLOGIE(docent dhr.r.schats) 1. Welke van onderstaande beweringen is onjuist? A. Patiënten met testiculaire feminisatie hebben als chromosomenpatroon
Nadere informatieCurettage. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie
Curettage Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Uw arts heeft een curettage geadviseerd. Deze ingreep wordt door de gynaecoloog in het ziekenhuis verricht. Tijdens de curettage wordt met een soort lepeltje,
Nadere informatie1 Bespreek de tekening tijdens de les 2 D 3 C 4 B 5C 6 A 7 C 8 B. Open vragen
ANTWOORDEN VOORTPLANTING EN SEKSUALITEIT Serie a Opdracht Anticonceptiepil 1,3,5 Schema samen doornemen! OPDRACHTEN 1 Bespreek de tekening tijdens de les 2 D 3 C 4 B 5C 6 A 7 C 8 B Open vragen 1 Bij sterilisatie
Nadere informatieBiologie 2HAVO/VWO VOORTPLANTING Thema 4
Biologie 2HAVO/VWO VOORTPLANTING Thema 4 Basisstof 1 Je verandert... Als een kind geboren wordt, kun je meteen zien of het een jongen of een meisje is. Dat zie je aan de geslachtskenmerken. Geslachtskenmerken
Nadere informatie