Het begin van de beschaving in Egypte en Griekenland (ca v.chr.)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het begin van de beschaving in Egypte en Griekenland (ca. 10.000 300 v.chr.)"

Transcriptie

1 Studiewijzer en bronnen bij de onderwijseenheid Oudheid-1 (ENGS-OUD1) Het begin van de beschaving in Egypte en Griekenland (ca v.chr.) 2 e editie, september 2007 Nico Lettinck Christelijke Hogeschool Windesheim, Zwolle School of Education Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs Vakgroep Geschiedenis

2 Studiewijzer Inleiding De oude geschiedenis ( ) is de historie van de bakermat van de Europese beschaving, zo begint het handboek dat bij deze onderwijsmodule wordt gebruikt. Een nogal pretentieuze aanhef, maar in de kern misschien wel waar. Tijdens de colleges en bij de zelfstudie zul je zelf moeten ontdekken of de schrijvers van het handboek gelijk hebben. Op het eerste gezicht lijkt de moderne samenleving van de eenentwintigste eeuw ver verwijderd van de wereld van de Sumeriërs, de Egyptenaren, de Grieken en de Romeinen. Maar als we ons afvragen hoe de huidige instellingen en waardepatronen zijn ontstaan, moeten we toch vaak teruggaan naar de tijd van mensen als Plato, Pericles, Pontius Pilatus en vele anderen. Dan zal ook blijken of de oude geschiedenis terecht als de bakermat van de Europese beschaving wordt beschouwd. En wie weet, misschien kunnen we er ook nog iets van leren. Onder het klassieke motto Historia Vitae Magistra wens ik eenieder veel genoegen bij deze kennismaking met de oude geschiedenis. Cursusmateriaal Handboek Blois, L. de & R.J. van der Spek (2001) Een kennismaking met de oude wereld. 6 e dr. Bussum: Coutinho. Reader Lettinck, N. (red.) (2007) Bronnen bij de onderwijseenheid Oudheid-1: Het begin van de beschaving in Egypte en Griekenland (ca v.chr.). De reader is onderdeel van deze studiewijzer. Doelstellingen Deze onderwijseenheid heeft tot doel over de geschiedenis van het Nabije Oosten en Griekenland vakkennis te verwerven die toepasbaar is in de beroepssituatie. Specifieke leerdoelen zijn dat je: - leert werken met primaire bronnen (literair en visueel); - leert omgaan met het begrippenkader feit-interpretatie ; - inzicht verwerft in de drie hoofdfactoren die in de geschiedenis werkzaam zijn (de sociaal-economische, de politiek-institutionele en de cultureel-mentale); - in staat bent zelf een mythe (na) te vertellen; - op grond van de bronnen en de literatuur in staat bent een eigen standpunt in te nemen over een bepaald onderwerp. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 2/83

3 Aantal ECTS: 3 Toetsing Iedere week moet je studievragen (A-vragen) en verwerkingsopdrachten (Bvragen) maken bij het handboek en de bronnen in de reader. Op die manier kun je je studievorderingen zelf toetsen. Maak van de verwerkingsopdrachten een overzichtelijk dossier Oudheid-1 waarin alle B-vragen worden uitgewerkt. Bij de voltijdstudenten wordt dit iedere week besproken en geëvalueerd. Bij de studenten afstandsleren vormt dit dossier de basis voor de contactdagen. Zij hoeven de opdrachten niet op te sturen. Lees ook de bijschriften bij de illustraties in het boek. Deze teksten vormen een integraal onderdeel van de leerstof. Ter afsluiting volgt een schriftelijke toets (OUD1), bestaande uit kennisvragen en inzichtvragen. Het eindcijfer moet minimaal een 5,5 zijn. De tentamenstof van OUD1 Handboek Een kennismaking met de oude wereld, blz Studiewijzer en bronnen bij de onderwijseenheid Oudheid-1: Het begin van de beschaving in Egypte en Griekenland (ca v.chr.). Collegestof. Docenteninformatie Docent: Nico Lettinck. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 3/83

4 Les 1 Het begin van de beschaving in Mesopotamië en Egypte Aan de orde komen verhalen over de schepping (Gilgameš-epos, Genesis, Griekse mythologie); de neolithische revolutie; de redistributie-economie; koningschap bij de Sumeriërs en de Egyptenaren; het raadsel van de piramiden. Bestuderen Handboek blz Reader bron 1-3 A. Studievragen Inleiding (blz ) 1. Waarom beschouwen de auteurs van het handboek de oude geschiedenis als de bakermat van de Europese beschaving? Ben je het hiermee eens? 2. Wat voor soort informatie(bronnen) heeft men ter beschikking om de oude geschiedenis te bestuderen? 3. Tot welke taalfamilie behoren respectievelijk het Italiaans, het Fries en het Arabisch? 4. Wat is het verschil tussen prehistorie en historie/geschiedenis? 5. Hoe komt het dat de archeologische indeling van de geschiedenis (in steentijd, bronstijd, ijzertijd) verschilt van de indeling door historici? Hoofdstuk 1 (blz ) 6. Noem vier kenmerken van de neolithische revolutie (ca v.chr.). 7. Wat is het verschil tussen irrigatielandbouw en regenlandbouw? Noem van beide soorten landbouw enkele kenmerkende gebieden. 8. Hoe is het spijkerschrift in Mesopotamië ontstaan (vgl. afb. 2)? 9. Voor welke fundamentele maatschappelijke tegenstelling staat de verhouding tussen Kaïn en Abel (Genesis 4) symbool? Vergelijk dit ook met de tegenstelling tussen Gilgameš en Enkidu (handboek blz. 55). Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 4/83

5 10. Noem enkele belangrijke geografische verschillen tussen Mesopotamië en Egypte. Welke consequenties hadden deze verschillen voor de politieke ontwikkelingen? Hoofdstuk 2 (blz ) 11. Waarop is de indeling van de Egyptische geschiedenis in rijken gebaseerd? 12. Welke vier hoofdperioden onderscheiden we in de Egyptische geschiedenis? 13. Wat zeggen de piramiden over de politieke en geestelijke toestand in Egypte? 14. Welke koningen liggen begraven in de drie bekende piramiden van de vierde dynastie? 15. Welke twee rijken/volken speelden in Mesopotamië een hoofdrol in het derde millennium? 16. Waaruit blijkt dat er in Sumerië sprake was van een gedifferentieerde samenleving (of: sociale stratificatie)? 17. Hoe is in Sumerië het koningschap ontstaan? Waarin verschilde de Sumerische koning van de Egyptische vorst? 18. Welke taal werd er vanaf het tweede millennium in Mesopotamië gesproken en geschreven? 19. Ga na of je de betekenis kent van de volgende termen en begrippen: epigrafie; numismatiek; papyrologie; archeologie; olympiade; dendrochronologie; pictografisch schrift; ideografisch schrift; cataract; ziqqurat; sedentair/nomadisch; stèle. 20. Zet achter de volgende personen (globaal) de eeuw waarin zij leefden: Manetho; Kaïn en Abel; Sargon de Grote van Akkad; koning Cheops van Egypte; koning Hammurabi; koning Gilgameš van Uruk. Hoofdstuk 3 (blz ) 21. Noem enkele kenmerken van de geschiedenis van het Egyptische Middenrijk ( v.chr.). 22. Op welke manier kwam er een einde aan het Middenrijk? Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 5/83

6 23. Welke twee rijken speelden in Mesopotamië een hoofdrol in het tweede millennium? 24. Waarom is de Amoritische koning Hammurabi bekend gebleven? B. Verwerkingsopdrachten bij les 1 1a. Lees bron 1, een fragment van het Gilgameš-epos. Dit stuk geeft je een goede indruk van de Sumerische godenwereld. Noteer de namen van de goden en vermeld daarbij hun specifieke functie (vgl. handboek blz ). 1b. Wat is volgens de tekst de oorzaak van de watervloed? 1c. Hoe loopt het met Utanapištim af? 2a. Lees bron 2, een andere versie van het watervloedverhaal, uit het Bijbelboek Genesis. Welke belangrijke verschillen vallen je op? 2b. Hoe loopt het af met Noach? 3a. Lees bron 3, een Griekse variant van het verhaal over de grote watervloed. Noteer de namen van de goden die in het verhaal optreden en vermeld daarbij hun functie. 3b. Zeus was in menselijke gedaante naar de wereld afgedaald. Hoe noemen we deze eigenschap van de Griekse goden? 3c. Hoe loopt het af met Deukalioon en Pyrra? 4. Formuleer naar aanleiding van deze drie watervloedverhalen twee vragen die op het volgende college behandeld worden. Deze vragen moeten zich onderscheiden van de eenvoudige studievragen en een vraagstelling, probleemstelling of onderzoeksvraag bevatten. Probeer voortaan bij iedere les zelf twee gerichte vragen te bedenken. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 6/83

7 Les 2 De ontwikkeling van de beschavingen in Egypte, Mesopotamië, Perzië, Mycene en Kreta Deze les behandelt onder andere de spectaculaire ontwikkelingen in Egypte tijdens het Nieuwe Rijk (de godsdiensthervorming van Achnaton) en de opkomst van het Perzische wereldrijk (onder Cyrus, Darius en Xerxes), dat op den duur een bedreiging ging vormen voor de Griekse stadstaten Athene en Sparta. In een apart hoofdstuk worden de verschillende religies in het Nabije Oosten met elkaar vergeleken. Ook de oudste opgravingen van de Griekse beschaving komen aan bod, in Mycene en Kreta, plaatsen die (nog steeds) veel toeristen trekken. Toeval? Bestuderen Handboek blz Reader bron 4 A. Studievragen Hoofdstuk 3 (blz ) 25. Noem enkele kenmerken uit de politieke en culturele geschiedenis van het Egyptische Nieuwe Rijk. 26. Ongeveer 1200 v.chr. is er sprake van een machtsevenwicht in het Nabije Oosten. Wat zijn dan de belangrijkste mogendheden (vgl. kaart 5)? 27. Noem enkele verschillen tussen de Minoïsche en de Myceense beschaving. Hoe is de Minoïsche beschaving aan haar einde gekomen? 28. Wat is de betekenis van de slag bij Kadeš (1274 v.chr.)? Hoofdstuk 4 (blz ) 29. Wat heeft het optreden van de Zeevolken voor consequenties gehad voor de geschiedenis van het Nabije Oosten? Waar kwamen deze volken vandaan? 30. Welke twee belangrijke volken hebben over Egypte geheerst voordat Alexander de Grote het land in 332 v.chr. veroverde? 31. Wat was de bekendste kolonie van de Feniciërs? Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 7/83

8 32. Wat was het belang van de Fenicische steden voor de westerse beschaving? 33. Kun je de boeken van het Oude Testament beschouwen als historische bronnen voor de geschiedenis van Israël? Waarin verschillen deze boeken van andere bronnen uit die tijd? 34. Vanaf welk moment/bij welke gebeurtenis krijgt de chronologie van de geschiedenis van Israël enige zekerheid? 35. Op welke wijze komt er een einde aan het bestaan van de koninkrijkjes Israël en Juda? 36. Wat verstaat men onder de Saïtische Renaissance? 37. Waarom is de regering van de Babylonische vorst Nebukadnessar II van belang voor de Joodse geschiedenis? 38. Hoe is de uitdrukking dat is geen wet van Meden en Perzen historisch te verklaren? 39. Hoe was het Perzische rijk georganiseerd onder koning Darius? 40. Hoe is het uiteindelijk afgelopen met al die culturen en rijken in Mesopotamië? Hoofdstuk 5 (blz ) 41. Hoe hebben de volkeren in het Nabije Oosten getracht de oorsprong van het leven te verklaren? 42. Welke functie heeft Osiris in het Egyptische wereldbeeld (vgl. afb. 16)? 43. Wat was de rol van de koning in de religie van respectievelijk de Sumeriërs, de Egyptenaren en de Israëlieten? 44. Zet uiteen in welk opzicht de oude Egyptenaren en de Babyloniërs van elkaar verschilden in hun opvattingen over het leven na dit leven. 45. Waarom hadden de religieuze hervormingen van farao Achnaton geen succes? 46. Wat hield de leer van Zarathuštra in? Was hier sprake van henotheïsme? Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 8/83

9 47. Ga na of je de juiste betekenis weet van de volgende termen en begrippen: cyclopen; lineair A; lineair B; annalen; Marduk; satrapie; assimilatie; polytheïsme; henotheïsme/monolatrie; antropomorf; mummificatie; ma-at; Awesta. 48. Zet achter de volgende personen (globaal) de eeuw waarin zij leefden: Achnaton; Tut-anch-amon; Ramses II; koning Nebukadnessar II van Babylon; Cyrus, koning van Perzië; Darius I, koning van Perzië; Zarathuštra. B. Verwerkingsopdrachten bij les 2 5. De vroegste geschiedenis van Kreta is verbonden met het verhaal van Theseus en Ariadne met de draad (de reis naar Athene). Zoek dit verhaal op (geef ook aan wáár je het gevonden hebt) en maak een samenvatting in eigen woorden die je op het volgende college kunt voordragen. 6a. Tijdens de Saïtische Renaissance in Egypte (handboek blz. 45) werden de contacten met Griekenland aangetrokken. De Grieken vestigden zelfs een handelsnederzetting in de Nijldelta bij Naucratis. De Griekse geschiedschrijver Herodotus maakte dankbaar van de gelegenheid gebruik om zijn nieuwsgierigheid te bevredigen. In zijn Historiën doet hij uitgebreid verslag van zijn ontdekkingsreis naar Egypte. Lees bron 4. Welke verschillen met zijn eigen (Griekse) cultuur zijn hem opgevallen? 6b. Zoek in geïllustreerde boeken over Egypte en op internet naar afbeeldingen die overeenkomen met de beschrijvingen van Herodotus. Neem deze op het volgende college mee en voeg ze toe aan je dossier. 7. Formuleer nu bij les 2 zelf twee inhoudelijke vragen die op het volgende college worden besproken. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 9/83

10 Les 3 Macht en economie in het Nabije Oosten en de wereld van Homerus Les 3 geeft een overzicht van de sociale en economische geschiedenis van het Nabije Oosten en van de machtsverhoudingen in dit gebied. Bovendien wordt een begin gemaakt met de geschiedenis van het oude Griekenland: de wereld van Homerus en de Trojaanse oorlog (waarover onder de naam Troy ook een film op dvd verkrijgbaar is). Bestuderen Handboek blz A. Studievragen Hoofdstuk 6 (blz ) 49. Wat verstaan we onder een redistributie-economie? 50. Op welke wijze versterkte de redistributie-economie de positie van de vorst? 51. Op welke bezwaren stuitte de zuivere ruilhandel? 52. Welke typen slaven worden er in dit hoofdstuk genoemd? 53. Hoe blijkt uit de wetten van Hammurabi dat ongelijkheid een leidend beginsel was in die samenleving? Hoofdstuk 7 (blz ) 54. Welke drie taken had de koning in het Nabije Oosten? In welke samenlevingen was het koningschap minder absoluut? 55. Waarom worden het Perzische en het Nieuwassyrische rijk goedbestuurde rijken genoemd? Ben je het daarmee eens? 56. Noem enkele redenen voor expansie in het gebied van het Nabije Oosten. Hoofdstuk 8 (blz ) 57. Hoe is volgens het handboek de Myceense cultuur ten onder gegaan? Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 10/83

11 58. Welke relatie is er te leggen tussen de neergang van de Myceense wereld en de Ionische volksverhuizing? 59. Wat wordt bedoeld met de Homerische maatschappij? 60. Geef aan wat de thema s zijn van respectievelijk de Ilias en de Odyssee. 61. Welk normen- en waardepatroon was, dankzij de verhalen van Homerus, bepalend voor de Griekse samenleving? 62. Termen en begrippen nog bekend? Emolumenten; casuïstiek; primus inter pares. B. Verwerkingsopdrachten bij les 3 8. Maak ter afsluiting van het onderdeel Het oude Nabije Oosten voor jezelf een korte chronologisch geordende samenvatting van de geschiedenis van Mesopotamië en Egypte. Maak hiervan een overzichtelijke tijdbalk. 9. De verhalen van Homerus spreken nog steeds sterk tot de verbeelding en zijn ook zeer geschikt om in het voortgezet onderwijs belangstelling voor de klassieken te kweken. Zoek een Nederlandse editie van de Ilias en/of de Odyssee en kies daaruit een fragment dat je boeit. Op het volgende college moet je dat in eigen woorden navertellen. Neem dit verhaal op in je dossier. 10. Zoek in een encyclopedie of ander naslagwerk op wat de aanleiding was voor het uitbreken van de Trojaanse oorlog. Noteer ook het boek waarin je de informatie hebt gevonden. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 11/83

12 Les 4 Het ontstaan van de Atheense democratie In deze les maken we kennis met de vroege geschiedenis van Athene (de archaïsche periode). Toen werden geleidelijk de bouwstenen voor een uniek regeringssysteem gelegd: de democratie. In Sparta bleef men de oligarchische regeringsvorm de beste vinden. Bekend zijn Spartaanse deugden en een Spartaanse opvoeding. Wat hielden die eigenlijk in? Ook maken we kennis met de Griekse godenwereld en het begin van de filosofie. Bestuderen Handboek blz Reader bron 9-10 A. Studievragen Hoofdstuk 9 (blz ) 63. Welke veranderingen in de landbouw deden zich in de achtste eeuw v.chr. voor in Griekenland? 64. Wat lag aan deze veranderingen ten grondslag? 65. Welke verklaring wordt gegeven voor het ontstaan van de polis? 66. Welke kenmerken van een polis worden in het handboek genoemd? 67. Hoe stonden het ontstaan en de ontwikkeling van de polis de vorming van een grotere politieke eenheid in de weg? 68. Waarom stagneerde de Griekse kolonisatie rond 550 v.chr.? 69. In Griekenland was er in feite geen tegenstelling tussen stad en platteland. Welke verklaring is hier voor te geven? 70. Met welke motieven is de Griekse kolonisatie in de zevende eeuw v.chr. op gang gekomen? 71. Noem enkele belangrijke gekoloniseerde gebieden. Wat valt je daarbij op? 72. Met welke problemen kregen de kleine boeren te maken? Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 12/83

13 73. Door welke ontwikkeling werd de positie van de adellijke elite verzwakt? 74. Welke gevolgen hadden de sociaal-economische veranderingen (in de zevende eeuw v.chr.) op het krijgsbedrijf én op de mentaliteit van de strijdenden? 75. Herhaaldelijk wordt in het handboek gesproken over de donkere eeuwen (blz. 72, 78). Bedenk zelf eens een andere aanduiding. 76. Geef in eigen woorden de belangrijkste kenmerken weer van de Dorische, de Ionische en de Corinthische bouwstijl. 77. Waarom is het orfisme eigenlijk een afwijking van de traditionele Griekse leer omtrent het hiernamaals? 78. Wat is de betekenis van de Ionische natuurfilosofen als Thales van Milete, Xenophanes, Anaxagoras en Democritus? 79. In welk opzicht onderscheidde de Griekse religie zich van de oudoosterse? 80. Op welke manier wilde de filosoof Pythagoras zijn ideeën in de praktijk toepassen? 81. Welke eisen stelden de niet-adellijke groepen na de achtste eeuw v.chr. aan de adel? 82. Welke verklaring wordt gegeven voor het feit dat de tirannie zich hoogstens twee generaties kon handhaven? 83. Hoe was de bevolking van de polis Sparta samengesteld en welke positie namen de groepen ten opzichte van elkaar in? 84. Welke politieke organen bestonden er in Sparta en wat was hun functie? 85. Op grond waarvan werd de Spartaanse constitutie in de oudheid zeer gewaardeerd? 86. In het handboek staat dat de macht van de aristocratie in Athene door Solons maatregelen weliswaar werd beperkt, maar niet afgeschaft. Leg dit uit. 87. Hoe kwam Solon de arme boeren tegemoet? Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 13/83

14 88. Op grond waarvan komen de schrijvers van het handboek tot de slotsom dat Solon de symptomen van de maatschappelijke problemen bestreed en niet de oorzaken? 89. Hoe heeft de tiran Pisistratus de positie van de armen in Athene verbeterd? 90. Waarom geldt Cleisthenes als de grondlegger van de Atheense democratie? 91. Welke bestuursorganen bestonden er in Athene sinds de maatregelen van Cleisthenes? 92. Door welke maatregel steeg de positie van de strategen na 487 v.chr.? 93. Waarom is de Atheense democratie geen democratie in de huidige betekenis? 94. Zet achter de volgende termen en begrippen de juiste betekenis: poleis; agora; acropolis; aristocratie; ethnos; falanx; theogonie; amfoor; kouros; kourè; perioiken; spartiaten; heloten; homoioi; gerousia; apella; ephoren; metoiken; timocratie; ecclesia; archont; ostracisme; Areopagus. 95. Zet bij de volgende belangrijke mensen de eeuw waarin zij leefden: Homerus; Hesiodus; Pythagoras; Democritus; Draco; Solon; Pisistratus; Dionysus; Cleisthenes. B. Verwerkingsopdrachten bij les Maak een lijst van de Griekse goden die in dit hoofdstuk genoemd worden en schrijf daarachter hun functie/eigenschap. Vul deze lijst aan met andere Griekse godennamen en maak hiervan een duidelijk overzicht. 12. Lees bron 10 luid en duidelijk hardop. Doe alsof je zelf een Spartaanse dichter bent. Geef daarna in eigen woorden weer wat de belangrijkste eigenschap is die een Spartaan moet hebben. Beschrijf ook welk normen- en waardepatroon uit dit gedicht naar voren komt. 13. Maak voor jezelf een duidelijk schema van de organisatie van de Atheense democratie ten tijde van Cleisthenes. Geef helder aan welke organen er waren, welke functionarissen en wat hun taken en bevoegdheden waren. Je kunt van dit schema het beste een sheet of een PowerPointpresentatie maken. 14. Lees het debat der Perzen over de juiste regeringsvorm (bron 9) eerst door. Vorm daarna een groepje van drie personen en kies ieder een rol: Dareios Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 14/83

15 (monarchie), Megabyzos (oligarchie) of Otanès (democratie). Lees deze tekst vervolgens hardop aan elkaar voor, ieder zijn of haar eigen stukje. Ga daarna met elkaar in debat over de argumenten en schrijf een gemeenschappelijke conclusie van tien tot vijftien regels over de vraag wat volgens jullie de beste regeringsvorm is. Voeg deze conclusie toe aan je dossier. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 15/83

16 Les 5 Oorlogen in het klassieke Griekenland Deze les staat in het teken van de oorlogen. We beginnen met het eerste grote conflict tussen Oost en West : de Perzische oorlogen tussen Perzië en de verenigde Griekse poleis (met name Athene en Sparta). Deze oorlogen bij Marathon en Salamis liepen weliswaar gunstig af voor het kleine Griekenland, maar daarna gingen de belangrijkste steden Athene en Sparta in de Peloponnesische oorlog met elkaar op de vuist over de vraag wie in Griekenland de machtigste was. In dit conflict moest Athene uiteindelijk het onderspit delven. In de lijkrede van Pericles (bron 11) wordt enigszins nostalgisch teruggeblikt op de deugden die Athene groot hebben gemaakt. Bestuderen Handboek blz Reader bron 11 A. Studievragen Hoofdstuk 10 (blz ) 96. Wat was formeel de aanleiding tot de Perzische oorlogen? 97. Wat was de oorzaak van de Tweede Perzische oorlog (480 v.chr.)? 98. Waaraan dankten de Atheners hun overwinning in de slag bij Marathon (490 v.chr.)? 99. Waardoor is de slag bij Thermopylae (480 v.chr.) bekend gebleven? 100. Hoe ontwikkelde de verhouding tussen Athene en Sparta zich ná de Perzische oorlogen? 101. Verklaar de naam Delisch-Attische Zeebond. Wat was de doelstelling? 102. Kun je de Delisch-Attische Zeebond na de vrede met de Perzen een imperium noemen? Verklaar je antwoord Welke financiële basis lag ten grondslag aan de culturele bloei van het Athene van Pericles? Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 16/83

17 104. Noem de oorzaak en de aanleiding voor de Peloponnesische oorlog ( v.chr.) Waardoor werd de positie van Athene in de tweede fase van de oorlog sterk verzwakt? 106. Wat waren de gevolgen van de nederlaag voor Athene? 107. Hoe beïnvloedde het Perzische optreden uiteindelijk de afloop van de oorlog tussen Athene en Sparta? 108. Waarom kon Sparta na 404 v.chr. niet profiteren van de overwinning op Athene? 109. Wat voor gevolgen hadden de sociale tegenstellingen op de Peloponnesus in de vierde eeuw v.chr.? 110. Hoe was het koninkrijk Macedonië politiek en sociaal georganiseerd? 111. Wat was de politieke doelstelling van Philippus van Macedonië ten opzichte van Griekenland? 112. Waarom wordt de slag bij Chaeronea in het handboek een beslissend keerpunt in de Griekse geschiedenis genoemd? 113. Welke politieke standpunten namen respectievelijk Demosthenes en Isocrates in? Wie heeft uiteindelijk gelijk gekregen? 114. Zet achter de volgende termen en begrippen de juiste omschrijving: triëre; klerouchie; theten; liturgie Geef de eeuw aan waarin de volgende invloedrijke personen geleefd hebben en voeg daarbij hun functie in de samenleving: Themistocles; Leonidas; Pericles; Alcibiades; Philippus II van Macedonië; Demosthenes. B. Verwerkingsopdrachten bij les Lees de lijkrede van Pericles (bron 11) hardop. Geef in enkele sleutelbegrippen weer wat Pericles onder typisch Atheense normen en waarden verstond. Vorm groepjes van twee tot drie studenten en zoek gezamenlijk naar enkele concrete voorbeelden uit de Griekse geschiedenis die bij deze sleutelbegrippen passen. Vat dit debat samen in tien tot vijftien regels en voeg deze samenvatting toe aan je dossier. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 17/83

18 16. Formuleer naar aanleiding van deze les twee inhoudelijke vragen die op het volgende college worden besproken. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 18/83

19 Les 6 Cultuur en samenleving in het klassieke Griekenland Na de ellende van alle oorlogen wordt in deze les de schijnwerper gericht op de culturele bloei van Athene: de bouwkunst (de Acropolis), de geschiedschrijving, de tragedie en de komedie en vooral de filosofie. Daarbij komen de drie grondleggers van de westerse filosofie aan de orde: Socrates, Plato en Aristoteles. Wie zich de hoofdlijnen van hun filosofie eigen maakt, begrijpt ook meer van de hedendaagse denksystemen. Bestuderen Handboek blz Reader bron 5-8 A. Studievragen Hoofdstuk 10 (blz ) 116. Uit welke groepen was de Atheense bevolking samengesteld in de vijfde eeuw v.chr.? 117. Welke politieke en economische functie vervulden de metoiken? 118. Op welke wijze konden slaven in Athene vrijkomen? 119. Welke beroepen konden slaven uitoefenen? 120. Geef de verschillen aan tussen de positie van vrouwen in Sparta en die in Athene Waardoor werd in Athene na 487 v.chr. de positie van de strategen versterkt (ten koste van die van de archonten)? 122. Welke maatregelen nam Pericles ter bevordering van de democratie? 123. Welke relatie is er te leggen tussen de stabiliteit van de Atheense democratie en het Atheense imperialisme? 124. Wat wordt op blz. 114 bedoeld met religieuze taboes? 125. Op grond waarvan wordt Athene voor wat betreft de periode v.chr. het culturele centrum van Griekenland genoemd? Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 19/83

20 126. Wat zijn de belangrijkste thema s van respectievelijk de tragedie en de komedie? 127. Hoe is te verklaren dat het sofisme juist in Athene is ontstaan? 128. Wat was in de Griekse wereld de functie van de retorica? 129. Hoe meende Socrates de absolute waarheid te vinden? 130. Hoe dacht Plato over de relatie ziel-lichaam? 131. Welk politiek bestel stond Plato voor? 132. Welk politiek bestel stond Aristoteles voor? 133. Waarom past de betiteling vader van de geschiedschrijving bij Herodotus? 134. Welke volkeren hebben de Griekse opmars in het westen van het Middellandse Zeegebied tegengehouden? 135. Tot welke situatie leidde de Griekse aanwezigheid op Sicilië vanaf het midden van de vijfde eeuw v.chr.? 136. Welke staat kon uiteindelijk profiteren van de verdeeldheid onder de Grieken in Zuid-Italië? 137. Zet achter de volgende termen en begrippen de juiste betekenis: presentiegeld/vacatiegeld; demagoog; demos; boulè; Panathenaeën; retorica; sofist; retor Zet achter de volgende Griekse cultuurdragers een korte typering van hun beroep : Aeschylus; Herodotus; Aristoteles; Aristophanes; Sophocles; Thucydides; Plato; Socrates; Euripides. B. Verwerkingsopdrachten bij les Lees eerst bron 5 (de Socratische methode ) voor jezelf door. Vorm een tweetal waarbij de een de rol van Socrates vervult en de ander die van Glauco. Lees de tekst vervolgens hardop aan elkaar voor. Formuleer daarna in eigen woorden hoe er in het klassieke Athene over de positie van de vrouw werd gedacht (in tien tot vijftien regels). Voeg dit verslag toe aan je dossier. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 20/83

21 18. Lees de apologie van Socrates (bron 6) luid voor als een inmiddels geoefend redenaar. Probeer uit deze redevoering enkele vaste technieken te halen die typerend zijn voor de retorica. 19. Lees de grotscène van Plato (bron 7). Wat wil Plato met deze gelijkenis duidelijk maken? Welke tweedeling maakt Plato in dit verhaal? Maak tenslotte een tekening van de grotscène en voeg die toe aan je dossier. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 21/83

22 Les 7 Alexander de Grote en het hellenisme In de laatste les van deze onderwijseenheid draait het om Alexander de Grote en de wereld die hij heeft nagelaten. Fascinerend is de vraag hoe het mogelijk was dat een veldheer met een relatief klein leger in korte tijd bijna de hele Griekse wereld en die van het Nabije Oosten heeft kunnen veroveren. Wat was zijn succesformule? De twee eeuwen na zijn optreden duiden we gewoonlijk aan als de hellenistische tijd. Er ontstonden nieuwe religieuze en filosofische stromingen die ook in de volgende eeuwen van invloed zijn geweest. Bestuderen Handboek blz Reader bron 8 en 12 A. Studievragen Hoofdstuk 11 (blz ) 139. Bestudeer eerst de kaart op blz. 104 van het handboek om een beeld te krijgen van de ligging van Macedonië ten opzichte van Griekenland en het Perzische rijk Wat waren de plannen van Philippus van Macedonië waar in de inleiding over wordt gesproken? 141. Waarom werd Alexander de Grote in Egypte met open armen ontvangen? 142. Wat was het belang van Alexanders bezoek aan het orakel van Amon in Egypte? 143. Waarom zette Alexander zijn opmars na de nederlaag van Porus niet voort? 144. Welke tegenstelling over de toekomst van het rijk ontstond snel na de dood van Alexander? 145. Bestudeer kaart 16 op blz. 129 en ga de ligging na van de verschillende hellenistische koninkrijken Waaruit blijkt dat er na de dood van Alexander een einde kwam aan de Atheense democratie? Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 22/83

23 147. Was de Atheense democratie naar jouw oordeel nu definitief afgeschaft? 148. Welke verandering in het burgerrecht deed zich voor in Griekenland? 149. Welke verschillende typen Griekse kolonies ontstonden er in de hellenistische rijken? 150. Hoe probeerden de hellenistische vorsten de Griekse kolonies aan zich te binden? 151. Uit welke maatregelen blijkt de bijzondere status van de Griekse kolonies? 152. Hoe leidde de verandering van het burgerrecht tot een versterking van het oligarchiseringsproces? 153. Waardoor ontstond er op het Egyptische platteland een crisis? 154. Waaruit bleek de hellenisering van veel oriëntaalse steden? 155. Welke godsdienstige ontwikkeling speelde zich in deze periode af? 156. Welk belang hechtten de stoïcijnen aan de rede, de emotie en de vrijheid? 157. Welke rol speelde het atomisme in de leer van Epicurus? 158. Ik welke opzicht waren de denkbeelden van Eratosthenes, Aristarchus en Archimedes vernieuwend? 159. Waaruit blijkt de grote Griekse invloed op de Joden? 160. Vanuit welk motief noemden verschillende niet-griekse vorsten zich philhelleen? 161. Waarom kon de Griekse cultuur beter voortbestaan in de hellenistische gebieden die door de Romeinen werden veroverd, dan daar waar de Parthen de macht overnamen? 162. Zet achter de volgende namen en begrippen de juiste betekenis: gymnasium; oriëntalisering; kosmopolitisme; diaspora; Thora; Septuaginta; philhelleen; diadochen; demotisch. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 23/83

24 B. Verwerkingsopdrachten bij les Lees de citaten van Epicurus (bron 8). Maak in vijf regels duidelijk waarom Epicurus en zijn school volgens jou geen hedonisten waren in de moderne zin des woords. Voeg dit toe aan je dossier. 21. Lees de rede van Callisthenes (bron 12). Maak duidelijk waarom Callisthenes zich verzette tegen de veroostersing van Alexander. 22. In 2004 zijn over deze periode twee grote spektakelfims uitgebracht: Alexander van Oliver Stone en Troy met Brad Pitt en Orlando Bloom in de hoofdrollen. Om belangstelling voor dit verre verleden te wekken bij de leerlingen in het voortgezet onderwijs kan het nuttig zijn delen van deze films te laten zien. Zoek op internet nog vijf speelfilms op die over dit gebied en deze tijd gaan (Nabije Oosten en Griekenland). Maak hiervan een lijst (samen met de reeds genoemde twee) met een korte beschrijving van elke film en de link met de historische werkelijkheid. Voeg deze lijst van zeven filmbesprekingen toe aan je dossier. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 24/83

25 Antwoorden op de studievragen bij Oudheid-1 N.B. Het is uiteraard niet de bedoeling dat je bij het maken van de studievragen direct kijkt naar de hier gegeven antwoorden. Maak de vragen eerst zelf en vergelijk daarna pas jouw antwoord met deze antwoorden, zodat je zelf je studievoortgang kunt toetsen. De hier gegeven antwoorden zijn summier en zeker niet uitputtend; de geschiedenis is immers een niet-exacte wetenschap. Eigen inbreng en creativiteit zijn eigenschappen die een historicus kenmerken. Les 1 1. Ontstaan van het christendom; de betekenis van de Griekse filosofie voor latere eeuwen; het Romeins recht en de klassieke opvoeding werken nog steeds door; de klassieke cultuur (architectuur, literatuur, wetenschap) werkt nog steeds door in onze huidige tijd. 2. Literaire bronnen van geschiedschrijvers, filosofen en literatoren uit die tijd en archeologische bronnen (vondsten) zoals inscripties, papyri, kleitabletten, munten, bouwwerken, gebruiksvoorwerpen. 3. Indo-Europees; Indo-Europees; Semitisch. 4. Over de historie hebben we schriftelijke bronnen, over de prehistorie alleen archeologische bronnen (stoffelijke resten). 5. Omdat archeologen zijn aangewezen op materiële overblijfselen uit het verleden en historici gebruikmaken van chronologische systemen die gebaseerd zijn op schriftelijke overlevering. 6. Vaste vestiging (sedentatie); beheersing van de natuur (uitvinding landbouw); temmen van wilde dieren (domesticatie); specialisering in bepaalde beroepen (sociale stratificatie). 7. Irrigatielandbouw (Egypte) is afhankelijk van regen, kunstmatige irrigatie én natuurlijke irrigatie (na overstroming van de Nijl). Regenlandbouw (Noord- Mesopotamië, kustgebied Middellandse Zee) is afhankelijk van regen (die in deze gebieden overigens zelden valt). 8. Uit de behoefte van de priesters in Mesopotamië om de in- en uitgaven van de tempel te administreren. 9. De tegenstelling tussen een nomadische levenswijze (veetelers) en een sedentaire leefwijze (landbouwers). Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 25/83

26 10. In Egypte verloopt de overgang tussen gecultiveerd land en woestijn abrupt. In Mesopotamië zijn de overgangen vloeiender. Egypte was meer geïsoleerd dan Mesopotamië en beter beschermd voor invallen van buitenaf. Egypte kende een stabiel bestuur, terwijl in Mesopotamië veel machtswisselingen plaatsvonden. 11. Dat waren perioden van relatieve voorspoed en politieke eenheid. 12. Oude Rijk ( v.chr.); Middenrijk ( v.chr.); Nieuwe Rijk ( v.chr.) en Late Tijd (750 v.chr ). 13. De macht van de koning was groot en hij had greep op de samenleving. 14. Cheops; Chephren; Mycerinus. 15. De Sumeriërs en de Akkadiërs. 16. Uit beroepslijsten blijkt dat er toezichters op de irrigatiewerken waren, boeren, slaven, wetenschappers en koningen. 17. Koningschap ontstond door een scheiding tussen priesterfunctie en bestuursfunctie. De Egyptische koning was goddelijk (sacraal), de Sumerische niet. 18. Het Akkadisch Epigrafie: bestudering van inscripties. - Numismatiek: bestudering van munten. - Papyrologie: bestudering van papyri. - Archeologie: bestudering van materiële overblijfselen zoals gebouwen, stedenaanleg, schilderingen, beelden, etc. - Olympiade: een opeenvolgende periode van vier jaar; een manier om in het oude Griekenland de tijd te berekenen. - Dendrochronologie: chronologisch systeem gebaseerd op de ouderdom van boomringen in oud hout. - Pictografisch schrift: elk woord een afbeelding. - Ideografisch schrift: elk woord een symbool. - Cataract: stroomversnelling in de Nijl. - Ziqqurat: Sumerische tempeltoren. - Sedentair/nomadisch: gevestigd/rondtrekkend. - Stèle: grafzuil/plaat met inscripties. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 26/83

27 20. - Manetho: derde eeuw v.chr. - Kaïn en Abel: onbekend, zie Genesis 4. - Sargon de Grote van Akkad: ca v.chr. - Koning Cheops van Egypte: vierde dynastie (Oude Rijk). - Koning Hammurabi: achttiende eeuw v.chr. - Koning Gilgameš van Uruk: zevenentwintigste eeuw v.chr. 21. Thebe is de hoofdstad (en niet Memphis); er is expansie naar Voor-Azië en Nubië; de Fajjûmoase wordt drooggelegd; de farao krijgt tijdens zijn leven een co-regent die hem moet opvolgen; de literatuur bloeit. 22. Door het binnendringen van de Hyksos. 23. Assyrië en Babylonië. 24. Hij was heerser over bijna heel Mesopotamië en liet een wetboek optekenen. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 27/83

28 Les Imperialisme naar Syrië en Nubië; sterke culturele invloed in Nabije Oosten; godsdiensthervorming van Achnaton; kunst wordt vrijer, etc. 26. Egypte; Mitanni; Hethieten; Assyrië; Babylonië. 27. De Minoïsche beschaving (op Kreta): een vredelievende samenleving; gecentreerd rond paleis en koning; matriarchale religie; schrift lineair A. De Myceense beschaving: een strijdbare samenleving; verspreid over diverse machtscentra; patriarchale religie; schrift lineair B. Kreta is ca v.chr. veroverd door Mycene. 28. Door deze slag werd het machtsevenwicht tussen Egypte en de Hethieten hersteld. De tekst van het vredesverdrag is in twee talen (Egyptisch en Babylonisch) overgeleverd. 29. Er vonden veel machtsverschuivingen plaats in het Nabije Oosten: Egypte, Mycene en de Hethieten stonden onder zware druk. Filistijnen vestigen zich in Zuidwest-Palestina. Herkomst: onbekend. 30. De Assyriërs en de Perzen. 31. Carthago. 32. Daar is het alfabet uitgevonden en doorgegeven aan andere volken, zoals de Arameeën en de Israëlieten. 33. Ja, het zijn vaak de enige geschriften over de vroegste geschiedenis van Israël. Probleem is wel dat ze pas laat zijn opgetekend (ca. 550 v.chr.) en dat ze een duidelijke geloofsondersteunende functie hebben (apologetisch). 34. Vanaf de vestiging van het koningschap door Saul en (later) David (ca v.chr.). 35. Ze werden in de achtste eeuw v.chr. geannexeerd door Assyrië, dat de bevolking deporteerde. 36. Een periode ( v.chr.) waarin Egyptische leiders weer de macht hadden in Egypte. Saïs was de hoofdstad. Men probeerde zoveel mogelijk de cultuur van het Oude Rijk te doen herleven. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 28/83

29 37. Hij annexeerde het koninkrijk Juda en deporteerde de bevolking naar Babylonië (586 v.chr.). Deze periode staat bekend als de Babylonische ballingschap van de Joden. In die tijd werden de Bijbelse verhalen van het Oude Testament op schrift gesteld. 38. Cyrus verenigde ca. 550 v.chr. het rijk van de Meden en de Perzen. Latere koningen ontwikkelden een uniform wetssysteem. 39. Hij reorganiseerde het grote rijk in 20 kleinere satrapieën, liet de satrapen controleren door geheime informanten, legde koninklijke wegen aan en voerde een uniforme munteenheid (dareikos) in. 40. De meeste werden eerst veroverd door Alexander de Grote. Zijn rijk werd weer overgenomen door de Romeinen en uiteindelijk zijn grote delen van het oude Nabije Oosten in Arabische/Islamitische handen gekomen. 41. Door mythen te ontwerpen waarin veelal natuurgoden een belangrijke rol spelen. 42. Osiris was de god van de onderwereld die noodzakelijk moest sterven om weer nieuw leven mogelijk te maken (zoals het sterven van de graankorrel). 43. In Sumerië was de koning eerst ook hogepriester, later had hij alleen seculiere taken. In Egypte werd de koning tijdens zijn leven als goddelijk beschouwd en na zijn dood opgenomen in het godenrijk. In Israël regeerde de koning als een gezalfde namens God. 44. De Babyloniërs hadden een somber beeld van het hiernamaals, als een dodenrijk waaruit geen ontsnapping mogelijk was. De Egyptenaren gingen ervan uit dat de mens na zijn fysieke dood zou doorleven op de eeuwige jachtvelden. De ka (lichaam) zou weer verenigd worden met de ba (ziel): ka-ba. 45. Er was geen draagvlak onder de bevolking; de Amoncultus was te sterk; de Amonpriesters hadden teveel macht; de Egyptenaren hielden niet van snelle veranderingen (statisch wereldbeeld). 46. Hij ging uit van de strijd tussen goed en kwaad (dualisme); de mens moet telkens een keus maken tussen Ahura Mazda of Ahriman. Hier is sprake van een neiging tot henotheïsme (of: monolatrie) Cyclopen: reuzen met één oog in de Griekse mythologie. - Lineair A: schrift van Kreta. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 29/83

30 - Lineair B: schrift van Mycene. - Annalen: jaarboeken waarin de belangrijkste gebeurtenissen staan opgetekend. - Marduk: oppergod van Babylon. - Satrapie: provincie van het Perzische rijk. - Assimilatie: aanpassing aan andere culturen. - Polytheïsme: religie waarin vele goden aanbeden worden. - Henotheïsme/monolatrie: religie waarin men van meerdere goden één als de belangrijkste vereert. - Antropomorf: goden, afgebeeld als mensen. - Mummificatie: het balsemen van een lijk. - Ma-at: het streven naar evenwicht in de Egyptische religie. - Awesta: het heilige boek van de aanhangers van Zarathuštra Achnaton: ca v.chr. - Tut-anch-amon: veertiende eeuw v.chr. - Ramses II: dertiende eeuw v.chr. - Koning Nebukadnessar II van Babylon: zevende-zesde eeuw v.chr. - Cyrus, koning van Perzië: ca. 550 v.chr. - Darius I, koning van Perzië: zesde-vijfde eeuw v.chr. - Zarathuštra: ca v.chr. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 30/83

31 Les Landbouwoverschotten werden vanaf een centraal punt, het paleis of de tempel, verzameld en van daaruit uitgekeerd aan de priesters, leden van de hofhouding en ambtenaren. 50. De landbouwoverschotten werden vaak vanuit het paleis van de vorst verzameld en weer uitgekeerd. Daarmee kreeg de vorst een sterke positie. Hij bepaalde immers hoeveel er afgedragen moest worden en hoeveel men ontving. 51. Producten die onderling geruild worden, hebben niet altijd een vaste waarde. Het is moeilijk om de onderlinge waardeverhouding vast te stellen. 52. Er waren slaven die als koopwaar werden gezien. Zij waren meestal krijgsgevangene geweest of geroofd. Het betrof vooral buitenlanders. Verder waren er schuldslaven, vaak kleine boeren die hun schulden niet meer terug konden betalen. Een derde groep werd gevormd door kinderen, die door hun ouders als slaaf aan een tempel waren verkocht. 53. Hammurabi maakte een onderscheid in strafmaten. Deze werden bepaald door de vraag tegen wie er een misdaad begaan was. Een vergrijp tegen een slaaf werd lichter bestraft dan een misdaad tegen een hogergeplaatst persoon. 54. Legeraanvoerder, hoogste rechter en hogepriester. De koning had minder absolute macht in vroegdynastiek Sumerië, Assyrië voor 1800, het oude Hethitische rijk en Fenicië. 55. Omdat deze grote rijken mede werden bestuurd door vazalvorsten, die vanuit het centrum gecontroleerd werden. Eens/oneens, omdat 56. Binnenhalen van geld en goederen en uitbreiding/vestiging van machtspositie. 57. Misschien door het oprukken van de Zeevolken, maar het kan ook geleidelijk gebeurd zijn. 58. Veel inwoners van de Peloponnesus vluchtten na de invasies weg en vestigden zich in het Ionische gebied, het huidige West-Turkije. 59. De maatschappij ten tijde van Homerus (achtste eeuw v.chr.) en de voorgaande eeuwen. Grote herenboeren fungeerden als leiders, ook in militaire zin. Zij stonden aan de top van een aristocratie. Een sociale middenlaag ontbrak Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 31/83

32 grotendeels, omdat er tussen de boeren en deze aristocratie nauwelijks andere klassen waren. 60. Het thema in de Ilias is de strijd van de Grieken (onder leiding van Agamemnon) tegen Troje. De Odyssee vertelt over de avonturen die de Griekse vorst/held Odysseus beleefde toen hij na de inname van Troje op weg was naar Ithaca, zijn thuis. 61. Er is in deze verhalen sprake van een sterk competentie-element. Dat kwam vooral voort uit de aristocratische elite. Van de aristocraten werd verwacht dat zij sterk en mooi waren en dat zij in staat waren huis en haard te verdedigen Emolumenten: inkomsten, voortvloeiend uit een functie. - Casuïstiek: een rechtsterm voor een poging om in alle mogelijke gevallen te voorzien. - Primus inter pares: de eerste onder de gelijken. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 32/83

33 Les Er vond ontginning plaats van nieuwe landbouwgronden, er ontstond een grotere variëteit aan gewassen, de akkerbouw nam toe en de veeteelt nam af. 64. De snelle groei van de bevolking maakte deze veranderingen noodzakelijk. 65. Door de bevolkingstoename werden de dorpjes groter en groeiden ze naar elkaar toe. 66. Het handboek noemt de volgende kenmerken van een polis: een relatief klein grondgebied, vaak een stedelijk administratief centrum met openbare gebouwen, een marktplein (agora) en een versterkte burcht op een hoogte (acropolis). 67. Het leven in een kleinschalige polis werd als ideaal gezien voor de ontplooiing van het individu. 68. De Perzen, Carthagers en Etrusken voelden zich bedreigd door het toenemende aantal Griekse kolonies en verhinderden verdere uitbreiding. 69. Veel boeren woonden in de polis en hadden hun grond buiten de stad. Daardoor hadden ze belangen in en buiten de polis. 70. Men zag kolonisatie als een mogelijke oplossing voor interne sociale spanningen en als een uitlaatklep voor de bevolkingsgroei. Daarnaast had men natuurlijk handelsmotieven. 71. Enkele kolonies zijn: Naucratis, Syracuse, Napels, Tarente, Paestum. Opvallend is dat kolonies vooral aan (fraaie) kuststreken met goede handelsverbindingen liggen. 72. Door erfdelingen werd het land van veel boeren te klein en daardoor daalde de opbrengst. Ze konden niet meegaan met de veranderingen in de landbouw, die bijvoorbeeld een omschakeling naar nieuwe gewassen als olijfbomen en wijnstokken vereiste. De grond zou te lang niets opbrengen. Op een gegeven moment konden deze boeren hun leningen niet meer terugbetalen en raakten zij in schuldslavernij. 73. De middenklasse kon zich een wapenuitrusting veroorloven. De soldaten vormden te voet een gesloten slagorde: de falanx. Deze was sterker dan de bewapende edelman te paard. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 33/83

34 74. Nieuwe rijken en boeren waren nu ook in staat zelf een wapenuitrusting te kopen. Zo ontstond de hoplietenfalanx die steeds gemeenschappelijk moest optreden. Deze wijze van strijden bevorderde de solidariteit en het gevoel gelijkwaardig te zijn. 75. Eigen antwoord. 76. Zie blz. 83 van het handboek. 77. In tegenstelling tot de heersende opvattingen leerde de orfiek dat de ziel van de mens na zijn dood kan doorleven. De geest is belangrijker dan de materie. 78. Ze gelden als de eerste filosofen omdat zij door logisch redeneren probeerden betere antwoorden te vinden op algemene vragen. Zij zochten hun antwoorden niet meer bij de werking van de goden, maar in de natuurverschijnselen. 79. De Griekse religie speelt een minder grote rol in de politiek en de economie, maar een grotere in het dagelijks leven. De godenverhalen zijn geschreven door leken zoals Homerus en Hesiodus. 80. Door in Griekse steden in Zuid-Italië een ordelijke, evenwichtige samenleving te stichten onder leiding van wijzen. 81. De optekening van het recht, toelating tot de ambten, afschaffing van de schuldslavernij en herverdeling van land. 82. Het ontbrak de opvolger van een tiran aan legitimatie van zijn positie. Die stoelde enkel op het gegeven dat de voorganger in onrustige tijden de orde had hersteld. De tweede generatie-tiran was dan ook niet geliefd en kreeg geen steun in de samenleving. 83. Het volledige burgerschap was alleen voorbehouden aan de Spartiaten, de Spartaanse burgers. De perioiken ( de bewoners van de dorpen rondom Sparta) bezaten lokale autonomie. De heloten hadden geen enkel recht. Zij bebouwden de grond die bezit was van de Spartaanse burgers Gerousia: een raad van 30 (oude) mannen; zij hadden de meeste macht. - Apella: een volksvergadering, waaraan de mannelijke burgers konden deelnemen. - Ephoren: vijf door de apella gekozen burgers die het dagelijks bestuur vormden. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 34/83

35 - Koningen: twee (erfelijke) koningen met vooral een militaire functie. 85. De constitutie werd gewaardeerd als een mengvorm van monarchie, aristocratie en democratie. 86. Sommige ambten bleven alleen voorbehouden aan de hoogste vermogensklassen, bijvoorbeeld het ambt van archont, de hoogste bestuurder in Athene. 87. Solon maakte de arme boeren vrij van de schuldslavernij. Hun schulden werden kwijtgescholden, zodat ze weer vrije burgers werden. Bovendien werd het verboden om leningen aan te gaan met het eigen lichaam als onderpand. 88. Er kwam geen herverdeling van het landbezit. Voor kleine boeren bleef het moeilijk om het hoofd boven water te houden. Velen moesten hun bedrijf opgeven en trokken naar de stad. 89. Pisistratus steunde de boeren in hun conflicten met de grootgrondbezitters. Er werd veel grond van deze elite in beslag genomen en verdeeld onder de boeren. Hij hielp de boeren ook bij de invoering van nieuwe gewassen, met name olijfbomen. 90. Cleisthenes ontnam de adel nog meer macht door het volk, de demos, een belangrijke plaats te geven in de Atheense constitutie. In de raad en in de volksvergadering lag bij hen het zwaartepunt van de macht. 91. De raad, de volksvergadering, de Areopagus (tot 461 v.chr.), de archonten en de strategen. 92. De archonten werden na dat jaar door middel van loting aangewezen, waardoor hun aanzien daalde. Dat van de strategen, die werden gekozen door de volksvergadering, steeg juist. Zij waren nu immers de door het volk gekozen functionarissen. 93. Er kon maar een beperkt deel van de bevolking aan de besluitvorming deelnemen. Vrouwen, vreemdelingen en slaven (mensen zonder burgerrecht) waren daarvan uitgesloten Poleis: stadstaten in Griekenland. - Agora: markt. - Acropolis: versterkte hoogte/burcht in polis. - Aristocratie: regering waarin de besten de macht hebben (de adellijke elite). Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 35/83

36 - Ethnos: een aantal gemeenschappen dat vooral op militair gebied samenwerkt. - Falanx: gesloten slagorde van hoplieten. - Theogonie: het geslachtsregister van de Griekse goden (Hesiodus). - Amfoor: Griekse kruik met twee oren. - Kouros: standbeeld van jonge man. - Kourè: standbeeld van jonge vrouw. - Perioiken: de bewoners van de steden rond Sparta. - Spartiaten: mannelijke inwoners van Sparta met volledig burgerrecht. - Heloten: staatslaven van Sparta. - Homoioi: de gelijken (Spartiaten in Sparta). - Gerousia: raad van ouden in Sparta. - Apella: volksvergadering in Sparta. - Ephoren: opzichters in Sparta; soort ministers. - Metoiken: vreemdelingen in Athene zonder burgerrecht. - Timocratie: regeringsvorm gebaseerd op vermogen. - Ecclesia: volksvergadering in Athene. - Archont: bestuurder in Athene. - Ostracisme: schervengericht. - Areopagus: heuvel in Athene waar hoogste rechtscollege zetelde Homerus: achtste eeuw v.chr. - Hesiodus: zevende eeuw v.chr. - Pythagoras: zesde eeuw v.chr. - Democritus: vijfde-vierde eeuw v.chr. - Draco: zevende eeuw v.chr. - Solon: zesde eeuw v.chr. - Pisistratus: zesde eeuw v.chr. - Dionysus: eeuwig, want is god. - Cleisthenes: vijfde eeuw v.chr. Studiewijzer en bronnen bij Oudheid-1 36/83

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

taal reliëf > stadstaten (polis / poleis) machtstrijd poleis (Athene <> Sparta) zelfde vijand Homerus

taal reliëf > stadstaten (polis / poleis) machtstrijd poleis (Athene <> Sparta) zelfde vijand Homerus H2 GRIEKENLAND 1. Eenheid en verdeeldheid > Waarom? taal reliëf > stadstaten (polis / poleis) religie machtstrijd poleis (Athene Sparta) zelfde vijand Homerus Polis: - Acropolis - bestuur, rechtspraak,

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag door Lotte 1570 woorden 19 juni 2017 3 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van Grieken

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de Tijdvakken Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid K.A. * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat * klassieke vormentaal

Nadere informatie

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/101047

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/101047 Geschiedenis Tijdvak 02 01 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 10 mei 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/101047 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1, Griekse Politiek

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1, Griekse Politiek Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1, Griekse Politiek Samenvatting door een scholier 1106 woorden 16 september 2005 4,2 61 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Geschiedenis Module 1 Hoofdstuk

Nadere informatie

Griekse beschaving hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Griekse beschaving hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 15 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62215 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID. Inhoudstafel. Emma Vanden Berghe (2013-2014)

GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID. Inhoudstafel. Emma Vanden Berghe (2013-2014) GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID Inhoudstafel 1 Inleiding: p. 23-46 I. INLEIDING 1. Bronnen en chronologie Bronnen Geschreven bronnen Ongeschreven bronnen Brongebruik Chronologie Relatieve en absolute

Nadere informatie

Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1

Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1 Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Floris Sieffers 07 October 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/65623 Dit

Nadere informatie

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen:

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen: Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november 2012 5,8 118 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Begrippen: Atheense democratie: een vorm waarbij het bestuur het volk (demos) via stemming

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 en 2, t/m paragraaf 6

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 en 2, t/m paragraaf 6 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 en 2, t/m paragraaf 6 Samenvatting door een scholier 2560 woorden 6 oktober 2010 5,5 19 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Van jagen en verzamelen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Jagers en Boeren

Samenvatting Geschiedenis Jagers en Boeren Samenvatting Geschiedenis Jagers en Boeren Samenvatting door B. 771 woorden 7 oktober 2016 2,9 8 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Tijdvak 1 Tijd van jagers en boeren Jagers en boeren -3000 v. Chr. Pagina

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 2

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 2 Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 2 Samenvatting door een scholier 1189 woorden 13 oktober 2014 6,6 30 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat De ontwikkeling

Nadere informatie

GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4

GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4 GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4 1. Leg uit wat een sofist was. score: 2. Welke rol speelden de sofisten in de Atheense democratie? 3. Waarom is het niet juist te spreken van Griekenland in de tijd

Nadere informatie

2 juni 2019 [STUDIEPLANNER GESCHIEDENIS VWO TOT KERST] overig. Lesweek. activiteiten. / verrijken/ verdiepen *

2 juni 2019 [STUDIEPLANNER GESCHIEDENIS VWO TOT KERST] overig. Lesweek. activiteiten. / verrijken/ verdiepen * Vanaf Vaste activiteiten PERIODE 1 34 19/8 di: start lessen Leerdoelen hoe tijd voor geschiedenis werkt en kunnen er zelf mee aan de slag 35 26/8 de belangrijkste gebeurtenissen in het tijdvak van jagers

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis De Grieken

Verslag Geschiedenis De Grieken Verslag Geschiedenis De Grieken Verslag door een scholier 902 woorden 3 januari 2018 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis De Grieken Annabel van der Geer H1B Voorwoord Ik ga vertellen over de cultuur, politiek

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Ro Samenvatting door S. 1180 woorden 29 maart 2016 6,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 5 De Ro Paragraaf 1 t/m 7 1 Van dorp

Nadere informatie

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië.

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië. Kenmerkende aspecten: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat De klassieke vormentaal van de Grieks Romeinse cultuur De ontwikkeling

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis De Grieks-Romeinse wereld

Samenvatting Geschiedenis De Grieks-Romeinse wereld Samenvatting Geschiedenis De Grieks-Romeinse wereld Samenvatting door een scholier 2160 woorden 7 januari 2010 6,8 13 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 2, De Grieks-Romeinse

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis 2.1 de Griekse wereld + antwoorden Leerdoelen

Samenvatting Geschiedenis 2.1 de Griekse wereld + antwoorden Leerdoelen Samenvatting Geschiedenis 2.1 de Griekse wereld + antwoorden Leerdoelen Samenvatting door een scholier 2230 woorden 30 november 2017 6 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks 2.1 De Griekse wereld

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten Samenvatting door Lotte 2036 woorden 19 juni 2017 5,4 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks

Nadere informatie

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters. Oefenrepetitie geschiedenis SUCCES!!! 4 Havo Periode 1 Tijdvakken 1 t/m 4 Dyslectische leerlingen slaan de vragen met een asterisk (*) over. DOOR DE TIJD HEEN 1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de

Nadere informatie

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1 Tijdvak Jagers en boeren; van de eerste mensen 3000 v. C. prehistorie; van de eerste mensen - 3000 v.c. Samenlevingstype: eerst jagers/verzamelaars,

Nadere informatie

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië. Tijd van Grieken en Romeinen

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië. Tijd van Grieken en Romeinen Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië. Alexander de Grote opvolger Philippos

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Oude Grieken. Politiek 4,4. Werkstuk door een scholier 2360 woorden 26 oktober keer beoordeeld.

Werkstuk Geschiedenis Oude Grieken. Politiek 4,4. Werkstuk door een scholier 2360 woorden 26 oktober keer beoordeeld. Werkstuk Geschiedenis Oude Grieken Werkstuk door een scholier 2360 woorden 26 oktober 2017 4,4 17 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Politiek De eerste bestuursvorm in Athene was de monarchie. Dat betekent

Nadere informatie

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters. Oefenrepetitie geschiedenis SUCCES!!! 4 Havo Periode 1 Tijdvakken 1 t/m 4 Dyslectische leerlingen slaan de vragen met een asterisk (*) over. DOOR DE TIJD HEEN 1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de

Nadere informatie

Samenvatting KCV Griekse geschiedenis. Minoïsche beschaving ( v. Chr.)

Samenvatting KCV Griekse geschiedenis. Minoïsche beschaving ( v. Chr.) Samenvatting KCV Griekse geschiedenis Samenvatting door een scholier 2480 woorden 20 juli 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode KCV Forum Klassieke cultuur - Samenvatting Griekse geschiedenis Minoïsche beschaving

Nadere informatie

*Kennismaking met de Oude Wereld* Een samenvatting van het gelijknamige boek van Blois en v/d Spek door Pieter Verhoeve

*Kennismaking met de Oude Wereld* Een samenvatting van het gelijknamige boek van Blois en v/d Spek door Pieter Verhoeve *Kennismaking met de Oude Wereld* Een samenvatting van het gelijknamige boek van Blois en v/d Spek door Pieter Verhoeve Inleiding Het doel van dit boek is een kennismaking te bieden van de oude wereld.

Nadere informatie

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus 138 Tijdwijzer Het begin Op deze tijdbalk past niet de hele geschiedenis van de mens. Er lopen namelijk al zo n 100.000 jaar mensen rond op aarde. Eigenlijk zou er dus nog 95.000 jaar bij moeten op de

Nadere informatie

G E S C H I E D E N I S - A A N T E K E N I N G E N H 1 / 2 / 3

G E S C H I E D E N I S - A A N T E K E N I N G E N H 1 / 2 / 3 G E S C H I E D E N I S - A A N T E K E N I N G E N H 1 / 2 / 3 HOOFDSTUK 1 PARAGRAAF 1 Weg van de mensheid: - Staat in Afrika - Van daaruit Verspreiding over de rest van de wereld - Mens behoort tot de

Nadere informatie

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 1 Toetsvragen

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 1 Toetsvragen Tijdvak 1 Toetsvragen 1 De meeste kennis over de periode waarin de eerste mensen leefden, komt van archeologen. Wat houdt het werk van archeologen in? A Zij bestuderen de verschillende theorieën over de

Nadere informatie

1 Belangrijk in deze periode

1 Belangrijk in deze periode 1 Belangrijk in deze periode De Romeinen en de Grieken zijn in hun tijd twee machtige volkeren. Ze hebben beiden zaken bedacht en uitgevoerd die ook nu voor ons eigen, hedendaagse leven belangrijk zijn.

Nadere informatie

Bron 1 4. Bekijk bron 2. a. Welke voorwerpen uit deze bron passen bij de homo sapiens? En welke bij de neanderthaler? Licht je antwoord toe.

Bron 1 4. Bekijk bron 2. a. Welke voorwerpen uit deze bron passen bij de homo sapiens? En welke bij de neanderthaler? Licht je antwoord toe. herkansing Toets 5 VWO Tijdvakken Prehistorie en Oudheid 1. Maak de bijgevoegde kruiswoordpuzzel en vergeet je naam er niet op te zetten. 2. Verbind een persoon uit de linker kolom door middel van een

Nadere informatie

Geschiedenis 2 de jaar: Proefwerk voorbereiden

Geschiedenis 2 de jaar: Proefwerk voorbereiden ORIËNTEREN Geschiedenis 2 de jaar: Proefwerk voorbereiden Bekijk het leerstofoverzicht. Bekijk je toetsen en lees de reflectiecommentaren van de leerkracht. Op basis hiervan markeer je nu in het leerstofoverzicht:

Nadere informatie

Dit verslag is van Ylaine en Ryanne Mulder 29-10-'03. Verslag van het oude Egypte Ylaine en Ryanne Mulder 29-10- 03

Dit verslag is van Ylaine en Ryanne Mulder 29-10-'03. Verslag van het oude Egypte Ylaine en Ryanne Mulder 29-10- 03 Dit verslag is van Ylaine en Ryanne Mulder 29-10-'03 blz.0 Inhoudsopgave Inleiding blz. 2 De Egyptenaren jagen en oogsten blz. 3 De Farao blz. 4 Doden blz. 5 Arm of welvarend blz. 6 Ik ben de Farao blz.

Nadere informatie

Antwoorden bij Hoofdstuk 1 Tijd van jagers en boeren. Oriëntatie op het tijdvak

Antwoorden bij Hoofdstuk 1 Tijd van jagers en boeren. Oriëntatie op het tijdvak Antwoorden bij Hoofdstuk 1 Tijd van jagers en boeren Oriëntatie op het tijdvak a De prehistorie is de periode voordat mensen het schrift gingen gebruiken. De letterlijke betekenis is: voor-historie. b

Nadere informatie

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets 11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets Opdracht 1 Wat is de Sokratische methode? Opdracht 2 Waarom werd Sokrates gedwongen de gifbeker te drinken? Opdracht 3 Waarom zijn onze zintuigen

Nadere informatie

Vraag 1: Waar en wanneer begon en eindigde de Griekse beschaving?

Vraag 1: Waar en wanneer begon en eindigde de Griekse beschaving? Vraag 1: Waar en wanneer begon en eindigde de Griekse beschaving? In Griekenland bestond de eerste grote beschaving van Europa. Vul het juiste antwoord in. Plaats waar de Griekse beschaving begon: Tijdstip

Nadere informatie

Wat zag de profeet Zacharia in eerste instantie?

Wat zag de profeet Zacharia in eerste instantie? De profeet Zacharia en de achtste droom. Wat zag de profeet Zacharia in eerste instantie? Zacharia 6:1 1 En ik hief mijn ogen weer op, en ik zag; en ziet, vier wagens gingen er uit van tussen twee bergen,

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC Week 1ABC: Algemeen Info: Prehistorie De geschiedenis in Nederland begint al heel lang geleden. Lang voordat de Romeinen in Nederland kwamen, waren er al mensen.

Nadere informatie

De profeet Jeremia had voorzegd dat de ballingschap 70 jaar zou duren. De profeet Daniël verwachtte blijkbaar duidelijk dat na het einde van de

De profeet Jeremia had voorzegd dat de ballingschap 70 jaar zou duren. De profeet Daniël verwachtte blijkbaar duidelijk dat na het einde van de Hoofdstuk 7 427-466 voor Christus - schema 13 466-505 voor Christus - schema 14 Schema 13 De 70 jaar weken van de profeet Daniël hoofdstuk 9. Het is dit profetische gedeelte van het boek Daniël uit het

Nadere informatie

Dit tijdvak eindigde rond 3000 v.c. toen in het Midden-Oosten het schrift ontstond.

Dit tijdvak eindigde rond 3000 v.c. toen in het Midden-Oosten het schrift ontstond. Samenvatting door S. 1355 woorden 4 oktober 2014 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats Hst 1 paragraaf 1. Deze paragraaf gaat over het kenmerkend aspect: de leefwijze van jager-verzamelaars.

Nadere informatie

GESCHIEDENIS 5e en 6e KLAS november-december 2004 DE OUDE CULTUREN

GESCHIEDENIS 5e en 6e KLAS november-december 2004 DE OUDE CULTUREN GESCHIEDENIS 5e en 6e KLAS november-december 2004 DE OUDE CULTUREN DATUM ONDERWERPEN OPDRACHTEN maandag 22.11 Het Tweestromenland : Beschrijving. De scheppingsmythe : Mardoek dinsdag 23.11 Tijdschaal De

Nadere informatie

Landenspel. Duur: 30 minuten. Wat doet u?

Landenspel. Duur: 30 minuten. Wat doet u? Landenspel Korte omschrijving werkvorm: In deze opdracht wordt de klas verdeeld in vijf groepen. Iedere groep krijgt een omschrijving van een land en een instructie van de opdracht. In het lokaal moeten

Nadere informatie

Tijd van jagers en boeren. Kenmerkende aspecten. 3. Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen. Waar? Vruchtbare Sikkel / Halvemaan

Tijd van jagers en boeren. Kenmerkende aspecten. 3. Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen. Waar? Vruchtbare Sikkel / Halvemaan Kenmerkende aspecten 3. Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen. Waar? Vruchtbare Sikkel / Halvemaan Kenmerkende aspecten 3. Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen (ontwikkeling). Waarom

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis n.s.havo 2007-II

Eindexamen geschiedenis n.s.havo 2007-II Prehistorie en Oudheid In Drenthe zijn veel prehistorische vuurstenen werktuigen gevonden. Het vuursteen van deze werktuigen is afkomstig uit de ondergrondse vuursteenmijnen bij Ryckholt in Zuid-Limburg

Nadere informatie

Kenmerkende aspecten 3. Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen. Waar?

Kenmerkende aspecten 3. Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen. Waar? Waar? Vruchtbare Sikkel / Halvemaan 3. Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen (ontwikkeling). Waarom daar? Voedseloverschotten door: o Akkerbouw, veeteelt gecombineerd met nieuwe uitvindingen

Nadere informatie

2 Er begint een nieuwe periode in de geschiedenis als er veel verandert

2 Er begint een nieuwe periode in de geschiedenis als er veel verandert Antwoordkernen bij Eureka 2mavo-de herziene druk, Amersfoort 2009-2010 Antwoordkernen zijn vrijwel nooit volledige zinnen. Antwoordkernen geven alleen aan, wat er beslist in het antwoord moet staan. De

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Dit hoofdstuk gaat over opstand in Amerika, Frankrijk en Nederland. Deze opstanden noemen we revoluties. Opstand in Amerika (1775). De

Nadere informatie

GESCHIEDENIS. 1 Vul de legende bij de kaart aan. 0,5. 2 Leg uit in één woord: expansie = 0,5. 3 Wanneer begon de klassieke oudheid?

GESCHIEDENIS. 1 Vul de legende bij de kaart aan. 0,5. 2 Leg uit in één woord: expansie = 0,5. 3 Wanneer begon de klassieke oudheid? GESCHIEDENIS Overhoring 1 Bestemming Hellas: sociaal en economisch domein & Minoïsche en Myceense cultuur /10 naam: klas: nr.: datum: 1 Vul de legende bij de kaart aan. 1 Leg uit in één woord: expansie

Nadere informatie

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 24 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 24 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2016 tijdvak 1 dinsdag 24 mei 9.00-12.00 uur Grieks Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen en een vertaalopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen.

Nadere informatie

een zee Sparta Sparta is een stad in Griekenland. Rond 600 voor Christus waren de steden in

een zee Sparta Sparta is een stad in Griekenland. Rond 600 voor Christus waren de steden in Werkblad 9 Ω Grieken en Romeinen Ω Les : Grieken: goden en mensen Sparta Sparta is een stad in Griekenland. Rond 600 voor Christus waren de steden in Griekenland heel belangrijk. Ze werden stadstaten genoemd.

Nadere informatie

Specialisatie Geschiedenis van het jodendom en christendom

Specialisatie Geschiedenis van het jodendom en christendom Specialisatie Een religieuze periodisering 586 70 Jahwisme Vroeg- Jodendom Rabbijns Jodendom Voor de gewone jaartelling 1 Na de gewone jaartelling Een historisch kader (586 200 v. Chr.) 586-539 - Perzische

Nadere informatie

Vwo+ en Gymnasium WINKLER PRINS

Vwo+ en Gymnasium WINKLER PRINS Met kop en schouder Vwo+ en Gymnasium OP WINKLER PRINS Grieks en Latijn geven je diploma een gouden randje! Is vwo+ of het gymnasium wat voor jou? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moet je jezelf de

Nadere informatie

Doel van Bijbelstudie

Doel van Bijbelstudie Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het

Nadere informatie

1.3. Boekverslag door F woorden 2 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Kenmerkend aspect #1: Levenswijze van jagers-verzamelaars.

1.3. Boekverslag door F woorden 2 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Kenmerkend aspect #1: Levenswijze van jagers-verzamelaars. Boekverslag door F. 1883 woorden 2 november 2014 1.3 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Kenmerkend aspect #1: Levenswijze van jagers-verzamelaars. Uitleg: De periode waarin de jagers-verzamelaars

Nadere informatie

Feniks Geschiedenis voor de onderbouw 1 vmbo-t/havo Hoofdstuk 1 Leven van de natuur Open toetsvragen

Feniks Geschiedenis voor de onderbouw 1 vmbo-t/havo Hoofdstuk 1 Leven van de natuur Open toetsvragen Feniks Geschiedenis voor de onderbouw 1 vmbo-t/havo Hoofdstuk 1 Leven van de natuur Open toetsvragen Paragraaf 1 A. Jager-verzamelaars hadden waarschijnlijk een taakverdeling tussen mannen en vrouwen.

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

LEER- EN TOETSPLAN A. ONDERWERP EN DOELEN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 1 Onderwerp: Introductie geschiedenis Kerndoel:

LEER- EN TOETSPLAN A. ONDERWERP EN DOELEN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 1 Onderwerp: Introductie geschiedenis Kerndoel: LEER- EN TOETSPLAN A. ONDERWERP EN DOELEN Vak: Geschiedenis Leerjaar: Onderwerp: Introductie geschiedenis Kerndoel: 0. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een eigen

Nadere informatie

Woordwiel!!! Tijd van Grieken en Romeinen

Woordwiel!!! Tijd van Grieken en Romeinen Woordwiel!!! Tijd van Grieken en Romeinen Instructie Voor deze opdracht heb je een potlood en gum nodig. Deze opdracht maak je in tweetallen. Op de volgende bladzijde staan woordwielen die gevuld moeten

Nadere informatie

Samenvatting door Mia 911 woorden 14 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden. De Trojanen

Samenvatting door Mia 911 woorden 14 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden. De Trojanen Samenvatting door Mia 911 woorden 14 januari 2019 5 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden De Trojanen Homerus was de 1 e die het verhaal van de Trojanen opschreef. De Ilias (Ilion=

Nadere informatie

Tijdsplanning. Opdracht 5: Islamitische vlakvullingen

Tijdsplanning. Opdracht 5: Islamitische vlakvullingen Iran project 2011-2012 Inleiding Iran het Land van de Ariërs schrikt de ene af door de verschrikkelijke verhalen die we in het nieuws horen. De ander wordt er juist door geboeid. Wat is het nu werkelijk

Nadere informatie

OUDE GRIEKEN. Wonderlijke weetjes en fascinerende feiten over de. SARAH DEVOS met illustraties van HELEEN BRULOT. amfoor. Dionysos. kottabos.

OUDE GRIEKEN. Wonderlijke weetjes en fascinerende feiten over de. SARAH DEVOS met illustraties van HELEEN BRULOT. amfoor. Dionysos. kottabos. PROFESSOR KLEINBREIN amfoor Dionysos kottabos sater chiton Wonderlijke weetjes en fascinerende feiten over de OUDE GRIEKEN SARAH DEVOS met illustraties van HELEEN BRULOT TIJDLIJN ongeveer 2800-1450 v.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis H2 Tijd van Grieken en Romeinen

Samenvatting Geschiedenis H2 Tijd van Grieken en Romeinen Samenvatting Geschiedenis H2 Tijd van Grieken en Romeinen Samenvatting door Anne-Marie 1728 woorden 2 januari 2018 5,6 12 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks H2 Tijd van Grieken en Romeinen

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk door een scholier 1970 woorden 12 oktober 2005 6,7 72 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag: Hoe beschrijven en verklaren we

Nadere informatie

Geschiedenis hoofdstuk 3

Geschiedenis hoofdstuk 3 Geschiedenis hoofdstuk 3 Romeinse rijk 500 v Christus 500 na Christus Rome de eeuwige stad : deze stad bestaat al eeuwenlang. De tijdlijn Het Romeinse rijk begint 500v Chr. En eindigt 500 na Christus.

Nadere informatie

Geloven en redeneren. Religie en filosofie

Geloven en redeneren. Religie en filosofie Geloven en redeneren Religie en filosofie Historisch overzicht Pantheïsme en polytheïsme De spiltijd Het oosten Boeddhisme Confucianisme Taoïsme Het westen Jodendom, christendom, islam Filosofie Het begin

Nadere informatie

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. De Tien Tijdvakken Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c. KA1: De levenswijze van jagersverzamelaars KA2: Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen KA3: Het ontstaan van de eerste stedelijke

Nadere informatie

Tijd van jagers en boeren

Tijd van jagers en boeren 1.1 Van jagers verzamelaars naar tot 3000 v. Chr. De prehistorie : levenswijze van jagers verzamelaars ontstaan van landbouw, landbouwsamenlevingen Onderzoeksvraag: Welke gevolgen had de Neolithische Revolutie

Nadere informatie

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800 Onderzoeksvraag: Op welke gebieden wilden de Verlichtingsfilosofen de bestaande maatschappij veranderen? Rationalisme = het gebruiken van gezond verstand (rede/ratio) waarbij kennis gaat boven tradities

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1-4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1-4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1-4 Samenvatting door S. 1091 woorden 19 juni 2016 8 2 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Tijd van jagers en boeren 1.1 De jagers-verzamelaars leefden een nomadisch(ze

Nadere informatie

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor Terugkijken: Bij de ene revolutie ontstaat een nieuw en onafhankelijk land. Vrijheid is voor de inwoners

Nadere informatie

TALEN EN CULTUREN VAN GRIEKENLAND EN ROME

TALEN EN CULTUREN VAN GRIEKENLAND EN ROME TALEN EN CULTUREN VAN GRIEKENLAND EN ROME GRIEKS LATIJN KCV AAN HET STEDELIJK GYMNASIUM JOHAN VAN OLDENBARNEVELT TE AMERSFOORT (Plaatje 1 & 2) De klassieke talen en kcv aan het gymnasium Aan het Gymnasium

Nadere informatie

Cultuur: alles wat een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken voortbrengt, zoals taal, godsdienst, kunst, normen en waarden.

Cultuur: alles wat een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken voortbrengt, zoals taal, godsdienst, kunst, normen en waarden. GS tijdvak 1 Lennart van der Molen Begrippen Agrarisch: wat betrekking heeft op landbouw. Cultuur: alles wat een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken voortbrengt, zoals taal, godsdienst, kunst,

Nadere informatie

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie 1. De levenswijze van jager-verzamelaars. 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. 3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Nadere informatie

Werkboek klas 2 Hoofdstuk 3

Werkboek klas 2 Hoofdstuk 3 Werkboek klas 2 Hoofdstuk 3 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Marco Harmsen 13 oktober 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/67292 Dit lesmateriaal is gemaakt

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum Samenvatting door Anisha 1170 woorden 23 januari 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks

Nadere informatie

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK 7 Brandaan Geschiedenis WERKBOEK 7 Brandaan Geschiedenis WERKBOEK THEMA 4 Eindredactie: Monique Goris Leerlijnen: Hans Bulthuis Auteurs: Juul Lelieveld, Frederike Pals, Jacques van der Pijl Controle historische

Nadere informatie

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten?

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten? Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten? Rond 1080 bedreigen de minder tolerante Seldjoeken Constantinopel. Het werd voor christelijke pelgrims steeds moeilijker

Nadere informatie

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen? De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen? Toestanden, instellingen die gedurende een lange tijd min of meer onveranderd hebben bestaan, een verschijnsel

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2: tijd van Grieken en Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2: tijd van Grieken en Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2: tijd van Grieken en Romeinen Samenvatting door Lotte 3646 woorden 19 juni 2017 6 30 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis hoofdstuk 2 Aristocratie:

Nadere informatie

- vruchtbaarheidsgodin - Ongeschreven en primaire bronnen (primaire: - uit de hand - uit de tijd zelf) - Prehistorie = voor de geschiedenis

- vruchtbaarheidsgodin - Ongeschreven en primaire bronnen (primaire: - uit de hand - uit de tijd zelf) - Prehistorie = voor de geschiedenis Kenmerkende aspecten tijdvak 1, Jagers en Boeren: - De levenswijze Jagers-verzamelaars - Ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen - Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen Kenmerkende

Nadere informatie

- vergelijking met het Romeinse Pantheon 0,5 - CIRCUS 0,5

- vergelijking met het Romeinse Pantheon 0,5 - CIRCUS 0,5 EVALUATIE EVOLUTIE OUWKUNST A espreek de kenmerken de oude GRIEKSE TEMPEL: - onderdelen,5,5,5 - doel van het bouwwerk,5,5,5 - vergelijking met de Egyptische tempels,5,5,5 - vergelijking met het Romeinse

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen. 2.4 De late oudheid. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Tijd van Grieken en Romeinen. 2.4 De late oudheid. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten Pax Romana = Romeinse vrede, in 3 e eeuw n. Chr. onder druk door: 1. Invallen door Germaanse stammen 2. Conflicten

Nadere informatie

5, bronnen van kennis. Samenvatting door een scholier 2988 woorden 20 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. 1] Griekse politiek

5, bronnen van kennis. Samenvatting door een scholier 2988 woorden 20 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. 1] Griekse politiek Samenvatting door een scholier 2988 woorden 20 maart 2005 5,4 44 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 1] Griekse politiek 1.1 bronnen van kennis De vroegste geschiedenis van Griekenland kennen

Nadere informatie

- 1 - De profeet Haggaï en wij. We beginnen te lezen in Haggaï hoofdstuk 1:1a

- 1 - De profeet Haggaï en wij. We beginnen te lezen in Haggaï hoofdstuk 1:1a - 1 - De profeet Haggaï en wij Het boek Haggaï staat niet voor niets in de bijbel; het is een boekje van maar twee hoofdstukken. Deze profeet Haggaï trad op na de terugkeer van de Joodse ballingen uit

Nadere informatie

In welke plaats riep Samuel het volk bij elkaar?

In welke plaats riep Samuel het volk bij elkaar? Saul tot koning gekozen. In welke plaats riep Samuel het volk bij elkaar? 1 Samuel 10:17 17 Maar Samuel riep het volk samen bij de HEERE, in Mizpa. De zalving van Saul tot koning was niet aan het volk

Nadere informatie

De profeet Haggaï en wij. Het boek Haggaï staat niet voor niets in de bijbel; het is een boekje van maar twee hoofdstukken.

De profeet Haggaï en wij. Het boek Haggaï staat niet voor niets in de bijbel; het is een boekje van maar twee hoofdstukken. - 1 - De profeet Haggaï en wij Het boek Haggaï staat niet voor niets in de bijbel; het is een boekje van maar twee hoofdstukken. Deze profeet Haggaï trad op na de terugkeer van de Joodse ballingen uit

Nadere informatie

Keuze Atheneum +/ Gymnasium

Keuze Atheneum +/ Gymnasium Keuze Atheneum +/ Gymnasium 19.30 19.40 20.00 20.15 Klas 1A Klas 1B Klas 1C Klas 1D Klas 1E Welkom Gymnasium & Klassieke Talen Lifestyle Informatics, Grote Denkers, Logica & Argumentatieleer Vragen voor

Nadere informatie

GRIEKEN EN ROMEINEN ORIENTATIEKENNISVRAGEN...

GRIEKEN EN ROMEINEN ORIENTATIEKENNISVRAGEN... GRIEKEN EN ROMEINEN ORIENTATIEKENNISVRAGEN... score: 1. a Waarom konden er in Griekenland zoveel verschillende staatsvormen naast elkaar bestaan? Gebruik in je antwoord het begrip poleis. b Sparta en Athene

Nadere informatie

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het jodendom. Naam:

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het jodendom. Naam: Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het jodendom Naam: Het jodendom Hallo, dit is de vragenlijst die hoort bij de website over geestelijke stromingen. Je kunt de website vinden op www.geloofik.nl.

Nadere informatie

Tijd van Grieken (Athene en Sparta zijn hier als voorbeelden gebruikt!) en Romeinen/ Klassieke oudheid/ Klassieke beschavingen

Tijd van Grieken (Athene en Sparta zijn hier als voorbeelden gebruikt!) en Romeinen/ Klassieke oudheid/ Klassieke beschavingen Samenvatting door F. 1532 woorden 19 juni 2016 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden SV GS H2 Tijd van Grieken (Athene en Sparta zijn hier als voorbeelden gebruikt!) en Romeinen/

Nadere informatie

TERRACOTTALEGER HET. & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO > PEDAGOGISCH DOSSIER JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION

TERRACOTTALEGER HET. & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO > PEDAGOGISCH DOSSIER JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION HET TERRACOTTALEGER & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO 23.12.16 23.04.17 PEDAGOGISCH DOSSIER 11-14 JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION + 3 2 4 2 2 4 WWW. T E R R A C O T 4 9 3 8 TA - L I E

Nadere informatie

VAKFICHE EXAMENCOMMISSIE SECUNDAIR ONDERWIJS

VAKFICHE EXAMENCOMMISSIE SECUNDAIR ONDERWIJS VAKFICHE EXAMENCOMMISSIE SECUNDAIR ONDERWIJS VAK: GESCHIEDENIS Dit is een vakfiche voor alle studierichtingen 3 de graad bso. Let op: de inhoud van een vakfiche wordt jaarlijks aangepast. Deze vakfiche

Nadere informatie

Tijd van jagers en boeren

Tijd van jagers en boeren Tijd van jagers en tot 3000 v. Chr. De prehistorie Prehistorie 3000 v. Chr. Evolutietheorie: Eerste mensen ong. 3 miljoen jaar geleden in Afrika ontstaan. Hij is geëvolueerd (Theorie Charles Darwin) en

Nadere informatie

Geschiedenis Samenvatting: PTA H2 1

Geschiedenis Samenvatting: PTA H2 1 Samenvatting door een scholier 1792 woorden 12 februari 2009 7,2 14 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Geschiedenis Samenvatting: PTA H2 1 Gebieden gescheiden door natuurlijke omstandigheden:

Nadere informatie

Keuze Atheneum +/ Gymnasium

Keuze Atheneum +/ Gymnasium Keuze Atheneum +/ Gymnasium 19.35 19.45 Welkom 19.45 20.00 Gymnasium & Klassieke Talen 20.00 20.15 Lifestyle Informatics, Grote Denkers, Logica & Argumentatieleer, Drama & Rede. 20.15 20.45 Vragen voor

Nadere informatie

Verenigd en verdeeld Israël

Verenigd en verdeeld Israël Verenigd en verdeeld Israël We hebben het fundament van het verbond vanaf Abraham, Izak en Jakob tot aan hun fysieke nakomelingen, d.i. Israël, bevestigd. De onvoorwaardelijke verbondsbeloften waren namens

Nadere informatie