RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP REGIONALE INTERNATIONALE SCHOOL

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP REGIONALE INTERNATIONALE SCHOOL"

Transcriptie

1 RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP REGIONALE INTERNATIONALE SCHOOL Plaats : Eindhoven BRIN-nummer : 03TF Onderzoeksnummer : Datum schoolbezoek : 6 juli 2010 Rapport vastgesteld te Eindhoven op 23 september 2010

2

3 Inhoud 1 Onderzoek 5 2 Bevindingen 7 3 Conclusie 11 Bijlage 13 pagina 3 van 14

4

5 1 Onderzoek Op 6 juli 2010 heeft de inspectie Regionale Internationale School bezocht. Het bezoek is afgelegd vanwege de verplichting van de inspectie om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken. Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij conform de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de school op belangrijke onderdelen onderwijs van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen, op de zorg en begeleiding en op de kwaliteitszorg. Daarnaast zijn enkele verplichtingen van de school in het kader van de naleving van wet- en regelgeving gecontroleerd, waaronder de onderwijstijd. De bevindingen uit het onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek worden gebruikt om te bezien of het reeds aan de school toegekende basisarrangement kan worden gehandhaafd. Eventueel geconstateerde tekortkomingen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse. Indien tijdens het onderzoek echter blijkt dat er mogelijk sprake is van zwakke of zeer zwakke onderwijskwaliteit, dan zet de inspectie het onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek, na overleg met het bevoegd gezag, om in een kwaliteitsonderzoek. In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek op Regionale Internationale School naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Onderzoeksopzet Deze rapportage over het onderzoek is gebaseerd op: Een beperkte set indicatoren uit het Toezichtkader po/vo 2009 van de inspectie. Het toezichtkader is te vinden op Voor een deel van de indicatoren geldt dat de uitkomsten van een onderzoek op de Nederlandstalige afdeling van de school vrijwel onverkort van toepassing zijn op de internationale afdeling. Dat onderzoek vond plaats op 18 mei Daarom heeft de inspectie vooral voor de indicatoren binnen de kwaliteitszorg de eeder gegeven oordelen alleen geverifieerd en niet opnieuw onderzocht. Dit geldt in iets mindere mate voor de indicatoren binnen de zorg en begeleiding. Analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Schoolbezoek, waarbij: schooldocumenten en handelingsplannen zijn bestudeerd; enkele groepsbezoeken zijn afgelegd voor het beoordelen van de planmatige uitvoering van de zorg; gesprekken met de directie van de school en de intern begeleiders zijn gevoerd; een afsluitend gesprek heeft plaatsgevonden met de directie van de school, waarbij de overkoepelend directeur van de RIS aanwezig was. pagina 5 van 14

6

7 2 Bevindingen De bijlage van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover. Uit dit overzicht valt op te maken dat op de Regionale Internationale School (RIS), internationale afdeling de kwaliteit van het onderwijs voor verreweg de meeste onderzochte indicatoren op orde is. Slechts voor één indicator geldt dat we die op dit moment nog niet volledig kunnen beoordelen, namelijk het werken met ontwikkelingsperspectieven. De met het onderwijs behaalde resultaten Bij vorige onderzoeken was het nog niet mogelijk een eerste beoordeling te geven voor de eind- en de tussenopbrengsten van deze internationale afdeling van de RIS. Dat is nu wel mogelijk, zij het met de nodige kanttekeningen. Het oordeel luidt dat de resultaten van de school op beide indicatoren voldoen aan de gestelde norm. De kanttekeningen hebben betrekking op de volgende punten. - De inspectie beschikt op dit moment nog niet over een voor alle IGBO-scholen geldende norm en ook de algemene normen voor reguliere basisscholen zijn niet te gebruiken. Dit komt onder andere, omdat op de RIS gewerkt wordt met een systematiek van zeven leerjaren en niet met acht. - Er is een relatief groot verloop onder de leerlingen, waardoor bij de beoordeling een flink deel van de leerlingen buiten beschouwing gelaten zou mogen worden als de regel wordt toegepast dat zij minstens de laatste twee schooljaren helemaal op de school gevolgd moeten hebben. - Voor een flink aantal leerlingen geldt de Engelse voertaal op de school als tweede of derde taal. Zeker in combinatie met de vaak korte verblijfsduur maakt dit de interpretatie van de gegevens erg lastig. - De school trekt zelf vergelijkingen met leerlingen op Engelse basisscholen en hanteert de daar ook gebruikelijke tests. Aangezien leerlingen in het buitenland in de regel een achterstand oplopen ten opzichte van kinderen in het moederland, zou dit ten nadele moeten uitpakken van de RIS-leerlingen. Hier staat echter tegenover dat de leerlingen van de RIS in de regel een sterkere sociale achtergrond hebben dan veel leerlingen op een reguliere basisschool in Engeland of elders in de wereld. Ook als rekening wordt gehouden met deze kanttekeningen heeft de school voldoende overtuigende toetsgegevens op tafel gelegd over de laatste drie schooljaren om zowel de eind- als de tussenresultaten als voldoende te bestempelen. Het gebruik van ontwikkelingsperspectieven verkeert op de RIS nog in een eerste fase van ontwikkeling. De inspectie moet dan ook vaststellen dat nog niet kan worden voldaan aan de verschillende onderdelen van de procedure. Vandaar dat de inspectie indicator 1.4 waardeert met een onvoldoende. Op grond van de op de school beschikbare gegevens kan de inspectie vaststellen dat de school beschikt over voldoende gegevens over het niveau van de sociale competenties van de leerlingen van de internationale afdeling. De opzet en inrichting van de zorg en begeleiding pagina 7 van 14

8 De RIS Eindhoven beschikt over een degelijke, complete en goed opgezette systematiek om de ontwikkelingen van de leerlingen voortdurend te kunnen monitoren. Ten opzichte van het vorige onderzoek in december 2005, heeft de school eveneens een aantal wezenlijke stappen voorwaarts gezet in de interne organisatie van de zorg en begeleiding en de daarover gemaakte afspraken goed vastgelegd in een eigen zorgplan en in andere borgingsdocumenten. Inmiddels hebben ook de groepsleraren de nodige ervaring kunnen opdoen met het opstellen van handelingsplannen voor leerlingen met specifieke zorgbehoeften. Zij leggen die voor aan iemand binnen het zorgteam en krijgen daarbij, zo nodig, ondersteuning vanuit dat team. De opzet en uitvoering van de zorg en begeleiding op beide afdelingen van de school zijn, zo veel als mogelijk op elkaar afgestemd en de interne begeleiders van beide afdelingen werken voldoende samen. Dit blijkt onder andere uit de gehanteerde formats voor vormen van individual education plans (IEP's). Bij de uitvoering van de zorg kunnen de leraren niet alleen gebruik maken van de mogelijkheden voor het geven van extra aandacht binnen hun eigen (relatief kleine) groepen. Er staat hen ook een brede range aan ondersteuningsmogelijkheden ter beschikking, om leerlingen met speciale behoeften in groepsverband, dan wel individueel bij te staan. De extra zorg is vastgelegd in individuele handelingsplannen, die de toets der kritiek voldoende kunnen doorstaan. Deze plannen zijn gebaseerd op analyses van de achterliggende problematiek en hebben in de regel voldoende diepgang om de plannen zo concreet mogelijk te kunnen maken. Ze geven bovendien voldoende zicht op de relaties tussen de vastgestelde problematiek en de binnen de school uitgewerkte leerlijnen voor de belangrijkste onderdelen van het curriculum. Op het vlak van het klassenmanagement heeft de inspectie overigens lichte verschillen in ontwikkeling vastgesteld tussen de teamleden. Vooral het vertalen van de in de plannen vastgelegde extra aandacht naar de dagelijkse praktijk komt nog niet overal optimaal tot zijn recht. Zo valt uit de groepsadministratie niet altijd af te leiden op welke momenten en door wie die extra aandacht wordt verzorgd. Via een regelmatige terugkoppeling van de opgedane ervaringen en een regelmatige toets op de bereikte doelen slaagt de school er wel in de uitgezette koers voor een leerling regelmatig bij te stellen. De kwaliteit van de kwaliteitszorg Omdat de opzet en uitvoering van de kwaliteitszorg van de internationale afdeling van de RIS volledig spoort met die van de Nederlandstalige afdeling neemt de inspectie de tekst en waardering volledig over van het op 18 mei 2010 daar uitgevoerde onderzoek. Ten opzichte van het vorige inspectiebezoek in november 2005 heeft de school de opzet van haar kwaliteitszorg aanzienlijk versterkt. De kwaliteitszorg van de school heeft nu een cyclisch karakter, wordt systematisch uitgevoerd en leidt tot zichtbare veranderingen in de dagelijkse onderwijspraktijk. In de eerste plaats analyseert de school haar eigen situatie in voldoende mate. Een belangrijk instrument hierbij is het 'Critical Friend' rapport, waarin twee keer per jaar de prestaties van de school in brede zin worden geëvalueerd. De samenstelling van de leerlingenpopulatie, de opbrengsten en de kwaliteit van het onderwijs en leren maken hiervan deel uit. De school evalueert de kwaliteit van haar opbrengsten op een systematische wijze en trekt hieruit conclusies, die leiden tot concrete interventies. Dit geldt momenteel bijvoorbeeld voor woordenschatonderwijs. In dit kader is het vermeldenswaard dat de school opbrengstgerichtheid hoog in het vaandel heeft staan en zich momenteel oriënteert op het versterken van haar onderwijs voor voortgezet technisch lezen. pagina 8 van 14

9 Hoewel de resultaten hiervoor voldoen aan de door de inspectie gehanteerde normen, geeft de school aan deze verder te willen verhogen naar wat haar op basis van haar leerlingenpopulatie haalbaar lijkt. Verder krijgt ook de evaluatie van het onderwijs en leren voldoende aandacht, onder andere door middel van enquêtes en klassenbezoeken. Tenslotte is de school in voldoende mate op de hoogte van de wensen en eisen, die de leerlingenpopulatie aan het onderwijs stelt. Het verbeterplan met betrekking tot meerbegaafdheid is hierop terug te voeren. In de tweede plaats werkt de school systematisch aan verbeteringen. De school werkt met doelen voor de lange termijn, vastgelegd in een meerjarenbeleidsplan en een jaarplan waarin de verbeteringen voor het lopende schooljaar zijn uitgewerkt. De inspectie heeft de school in overweging gegeven te gaan werken met een zogenaamd rollend plan, waarbij zij ieder jaar opnieuw voor een periode van vier jaar een (bijgesteld) meerjarenverbeterplan vaststelt. De inspectie heeft tevens kunnen vaststellen dat de gemaakte plannen ook leiden tot concrete veranderingen in de groepen. Voorbeelden zijn de invoering van aspecten van IPC (International Primary Curriculum) in de Nederlandse afdeling, de versterking van het klassenmanagement en de leerlingenzorg, de hernieuwde opzet van een orthotheek en de implementatie van een aantal nieuwe methodes. In de derde plaats slaagt de school er in voldoende mate in om de kwaliteit van het onderwijs te borgen. Een uitdaging vormt de bewaking van de doorgaande lijnen, in het bijzonder rondom klassenmanagement en -administratie. Hierin zijn stappen ondernomen waaronder de invoering van de 'paarse map' en het stroomlijnen van het te hanteren didactisch model in de groepen. Volgend jaar zal dit proces zowel in de Nederlandse als de internationale afdeling verder vorm krijgen op basis van 'Wat werkt in de klas'. In de vierde plaats verantwoordt de school zich in voldoende mate over de gerealiseerde onderwijskwaliteit aan ouders en bevoegd gezag. pagina 9 van 14

10

11 3 Conclusie De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op de Regionale Internationale School, internationale afdeling, op de onderzochte onderdelen grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de school op die gebieden nauwelijks tekortkomingen kent. Om die reden wordt het aan de school toegekende basisarrangement gehandhaafd. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse, waarbij opnieuw de vraag aan de orde is of het toezichtarrangement eventueel moet worden aangepast. pagina 11 van 14

12

13 Bijlage Overzicht indicatoren en bevindingen. Met de scores 1 tot en met 5 wordt tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren op de school zijn gerealiseerd: 1 slecht; 2 onvoldoende; 3 voldoende; 4 goed; 5 niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten). Bij wet- en regelgeving is in de waardering tot uitdrukking gebracht of de school wel (ja) of niet (nee) voldoet aan de genoemde wettelijke vereisten. (De nummering van de indicatoren verwijst naar de nummering van de volledige set indicatoren uit het Toezichtkader po/vo Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, zijn gemarkeerd met een asterisk*.) Het kwaliteitsprofiel van Regionale Internationale School Tabel 4.1 Kwaliteitsaspect 1: De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden * De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2 * De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht. Tabel 4.2 Kwaliteitsaspect 7a: De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. pagina 13 van 14

14 Tabel 4.3 Kwaliteitsaspect 8: De leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen extra zorg De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3 * De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. Tabel 4.4 Kwaliteitsaspect 9: De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 9.6 De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. Tabel 4.5 Wet- en regelgeving ja nee N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en 13). N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en 12). N3 Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan van het samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 19). N4 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WPO, art. 8). pagina 14 van 14