Allemaal Opvoeders Voorlopige resultaten van de meting onder ouders uit de pilotgemeenten
|
|
- Stijn van der Wal
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Allemaal Opvoeders Voorlopige resultaten van de meting onder ouders uit de pilotgemeenten Universiteit Utrecht December 2010 Hoe te verwijzen naar deze publicatie?: Kesselring, M.C., Schouten, M.A., Horjus, B. & Winter, M. de (2010). Allemaal Opvoeders, webpublicatie 2: Voorlopige resultaten van de meting onder ouders uit de pilotgemeenten. Verkregen op [DATUM] van
2 Inleiding In het project Allemaal Opvoeders 1 worden door de Universiteit Utrecht op verschillende manieren data verzameld. In de periode april tot december 2010 is een vragenlijst (ook wel straatinterview genoemd) afgenomen bij ouders uit de pilotgemeenten: Born 2, Eindhoven, Enschede, Groningen, Haarlemmermeer, Houten, Loon op Zand, Maastricht, Sittard-Geleen, Utrecht en Zaanstad 3. Met deze vragenlijst is informatie verzameld over hoe ouders denken over de pedagogische civil society (o.a. onderlinge opvoedsteun, pedagogisch buurtklimaat, gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid). In deze rapportage staan de belangrijkste resultaten van deze meting. Methode Voor de meting is een vragenlijst afgenomen bij ouders 4 met kinderen van 18 jaar of jonger 5. De afname heeft op vier manieren plaatsgevonden: 1. Op locatie. Ouders werden door een onderzoeker of studentassistent van de universiteit bij bijvoorbeeld een plaatselijk winkelcentrum, markt of speeltuin aangesproken met de vraag of ze mee wilden doen aan de meting. Bij een positief antwoord werd de vragenlijst direct afgenomen. 2. Telefonisch. Via het telefoonboek zijn ouders uit de deelnemende buurten van de pilotgemeenten (geselecteerd op basis van postcode) door een onderzoeker of studentassistent benaderd met de vraag of ze mee wilden doen aan de meting. Bij een positief antwoord werd de vragenlijst telefonisch afgenomen. 3. Via instanties. De universiteit heeft naar een groot aantal peuterspeelzalen, scholen en kinderdagverblijven vragenlijsten op mogen sturen. Deze instanties hebben de vragenlijst uitgedeeld aan de ouders, de ingevulde vragenlijsten verzameld en naar de universiteit teruggestuurd. 4. Met hulp van professionals. De universiteit heeft vragenlijsten op mogen sturen naar bijvoorbeeld ontmoetingsgroepen en oudergroepen. De betrokken professionals hebben de vragenlijst daar uitgedeeld, in laten vullen en naar de universiteit teruggestuurd. Het streven was om per gemeente 100 ouders te interviewen. In tabel 1 is per gemeente weergegeven in welke buurten de meting heeft plaatsgevonden en in hoeveel ingevulde vragenlijsten dat geresulteerd heeft. Voor deze rapportage zijn analyses gedaan met de data die op 1 december 2010 ingevoerd waren in het databestand van het onderzoek. Op die datum was de meting nog niet in alle gemeenten volledig afgerond. De universiteit 1 Allemaal Opvoeders is een project van het Nederlands Jeugdinstituut en de Universiteit Utrecht in opdracht van het ministerie voor Jeugd en Gezin. Voor meer informatie: 2 Born is officieel gemeente Sittard-Geleen, maar is in deze meting als aparte gemeente meegenomen. De universiteit heeft deze keuze gemaakt vanwege de geografische ligging (Born en de buurten Sanderbout/Ophoven grenzen niet aan elkaar) en het feit dat in Born een andere activiteit loopt ( Respect ) dan in Sanderbout/Ophoven ( Huiskamerproject ), waardoor de doelgroepen niet overlappen. 3 Tilburg is later ingestroomd als twaalfde pilotgemeente. 4 Als in deze rapportage gesproken wordt over ouders betreft het ouders uit de deelnemende buurten van de pilotgemeenten van Allemaal Opvoeders. 5 Voorwaarde voor deelname aan de meting was dat ouders tenminste één kind van 18 jaar of jonger hadden. Een voorbeeld: een ouder met drie kinderen in de leeftijd van 18, 22 en 24 jaar werd wél in de meting meegenomen en een ouder met twee kinderen in de leeftijd van 19 en 21 niet. December
3 verwacht nog ingevulde vragenlijsten retour te krijgen via instanties en het streven is de meting in januari 2011 volledig af te ronden. Het aantal ingevulde vragenlijsten op 1 december 2010 was echter voldoende om de analyses uit te kunnen voeren en deze terugkoppeling van de belangrijkste resultaten te kunnen schrijven. Tabel 1 Aantal respondenten in de meting per pilotgemeente Gemeente Deelnemende buurten Aantal respondenten Born Born 98 Eindhoven Vlokhoven 96 Enschede Helmerhoek, Stroinkslanden, Wesselerbrink 115 Groningen Vinkhuizen 101 Haarlemmermeer Graan voor Visch 94 Houten Noordoost, Zuidoost 106 Loon op Zand Kaatsheuvel West 88 Maastricht Limmel, Nazareth, Wijckerpoort, Wittevrouwenveld 95 Sittard-Geleen Ophoven, Sanderbout 88 Utrecht Parkwijk 103 Zaanstad Krommenie 99 Totaal 1083 Respondenten Steekproef en sekse In totaal hebben 1083 ouders een vragenlijst ingevuld. Ruim drie vierde deel hiervan is vrouw (77,5%, 839) en iets minder dan een vierde deel is man (21,7%, 235). Etnische achtergrond Het percentage autochtonen in de meting bedraagt 78,5% en het percentage allochtonen 21,6%. Naar verwachting zullen de grootste (culturele) verschillen bestaan tussen ouders met een westerse en ouders met een niet-westerse achtergrond. Daarom is binnen de groep allochtone ouders in de steekproef Allemaal Opvoeders (ALOP) onderscheid gemaakt tussen westerse en niet-westerse allochtonen. Volgens het CBS is iemand westers allochtoon als deze persoon geboren is in Europa (met uitzondering van Turkije), Noord-Amerika en Oceanië, Indonesië of Japan en is iemand niet-westers allochtoon als deze persoon geboren is in Afrika, Latijns-Amerika, Azië (met uitzondering van Indonesië en Japan) of Turkije 6. Op basis van deze definities is 3,9% van de ouders in de 6 Bron: Het CBS maakt naast het onderscheid tussen westerse en niet-westerse allochtonen ook onderscheid tussen eerste generatie (buiten Nederland geboren) en tweede generatie allochtonen (in Nederland geboren, tenminste één ouder buiten Nederland geboren). In deze meting is alleen naar het geboorteland van de respondent zelf gevraagd en kan dus alleen een onderscheid gemaakt worden tussen autochtonen en eerste generatie allochtonen (westers of niet westers). December
4 steekproef ALOP westers allochtoon en 17,7% van de ouders niet-westers allochtoon. In tabel 2 staat het percentage autochtone respondenten, westerse allochtone respondenten en niet-westerse allochtone respondenten per pilotgemeente weergegeven. Het percentage niet-westerse allochtonen in de steelproef ALOP is vergeleken met het percentage nietwesterse allochtonen dat volgens buurtmonitoren of het CBS in de deelnemende buurten van de pilotgemeenten woont 7. Zoals in de laatste kolom van de tabel te zien is, is er binnen de steekproef ALOP in een aantal gemeenten sprake van een over- of ondervertegenwoordiging van niet-westerse allochtonen ten op zichte van de percentages in de totale populatie. Tabel 2 Percentages autochtonen en allochtonen in de buurten van de pilotgemeenten Gemeente % Autochtonen % Westerse allochtonen % Niet-westerse allochtonen ALOP* ALOP* ALOP* Gemeentelijke Born 93,9 5,1 1,0 4,0 Eindhoven 44,8 7,3 47,9 27,0 Enschede 66,1 0,9 33,0 26,3 Groningen 85,1 5,0 9,9 15,0 Haarlemmermeer 56,4 5,3 38,3 32,0 Houten 93,4 0,9 5,7 7,5 Loon op Zand 95,4 2,3 2,3?** bronnen/cbs Maastricht 77,9 8,4 13,7 28,2 Sittard-Geleen 89,8 3,4 6,8 7,5 Utrecht 74,8 3,9 21,4 30,0 Zaanstad 87,9 1,0 11,1 7,3 Totaal 78,5 3,9 17,7 - * ALOP staat voor de steekproef in deze meting **Ten tijde van de rapportage was dit percentage bij de universiteit nog niet bekend. Onderzoekers hebben wel contact gelegd met de gemeente en krijgen hierover z.s.m. informatie. Aantal kinderen Van alle ouders in de meting heeft ruim de helft, 51,2%, twee kinderen, 21,0% heeft één kind en 20,9% heeft drie kinderen. De overige 7,1% van de ouders heeft vier of meer kinderen. Leeftijd kinderen Een derde van de ouders, 33,1%, heeft uitsluitend kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar, 14,2% heeft uitsluitend kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar en 12,2% heeft uitsluitend 7 In eerste instantie is gezocht naar gegevens van de gemeenten zelf (buurtmonitoren). Daar waar deze ontbraken (of niet gevonden zijn), zijn de percentages op gegevens van het CBS gebaseerd. December
5 kinderen in de leeftijd van jaar. De rest van de ouders, 40,1%, heeft kinderen in meerdere van deze genoemde leeftijdscategorieën. Woonduur Het grootste deel van de ouders woont 1-5 jaar, 5-10 jaar of jaar in de betreffende buurt (resp. 21,6%, 29,8%, 28,3%). Een klein percentage woont zeer kort, minder dan 1 jaar, of juist zeer lang, meer dan 20 jaar, in de buurt (resp. 3,0% en 13,7%) Resultaten De vragenlijst bestond uit elf vragen (totaal 47 topics). Naast vragen over demografische kenmerken (hierboven beschreven), waren er vragen over het Centrum voor Jeugd en Gezin, over het ontvangen en geven van opvoedsteun, over pedagogisch buurtklimaat, over gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid en over belangstelling voor opvoedactiviteiten. 8 Centrum voor Jeugd en Gezin Aan de ouders is gevraagd of zij bekend zijn met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in de eigen gemeente. In totaal hebben 898 ouders deze vraag beantwoord. Daarvan gaven 390 ouders aan bekend te zijn met het CJG in hun gemeente (43,3%). Van de ouders die het CJG kennen, gaf 30,3% (118) aan het CJG ook wel eens bezocht te hebben. In tabel 3 staan de genoemde resultaten weergegeven. De gemeenten Haarlemmermeer en Loon op Zand zijn niet meegenomen in deze analyse, omdat het CJG in deze gemeenten nog in ontwikkeling is. Ouders in deze gemeenten kunnen hierdoor nog niet bekend zijn met het CJG en/of hier geweest zijn voor informatie of advies over opvoeden. 8 Een aantal vragen uit de vragenlijst is gebaseerd op een vragenlijst die het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) gebruikt heeft in het onderzoek Opvoeden in Nederland. Publicatie van dit onderzoek wordt voorzien voor maart December
6 Tabel 3 Percentage ouders dat CJG kent en bezocht heeft Gemeente % Ouders dat % Ouders dat bekend is bekend is met CJG in de eigen gemeente Born 39,8 41,0 Eindhoven 41,7 25,0 Enschede 30,4 17,6 Groningen 77,2 33,3 Haarlemmermeer* - - Houten 38,7 9,8 Loon op Zand* - - Maastricht 34,0 15,6 Sittard-Geleen 56,8 48,0 Utrecht 29,1 13,3 Zaanstad 46,4 51,1 Totaal 43,3 30,3 * Niet meegnomen in de analyse met CJG én het CJG wel eens heeft bezocht Bij vraag 6 i Krijgt u bij de opvoeding wel eens steun/ advies van het CJG? antwoordt 17,9% van de ouders, dat bekend is met het CJG, bevestigend. Niet alle ouders die het CJG bezocht hebben, lijken dus ook daadwerkelijk steun van het CJG te hebben ervaren. Ontvangen van opvoedsteun Bij vraag 6 is de ouders gevraagd van welke personen (informele steun) en instanties (formele steun) zij wel eens steun of advies krijgen bij de opvoeding van hun kinderen. De ouders konden van elf hulpbronnen aangeven of ze hier wel ( ja ) of geen ( nee ) steun van ontvangen, bijvoorbeeld ouders/schoonouders of huisarts. Meerdere antwoorden waren mogelijk; immers de ene vorm van steun sluit de andere niet uit. Wat betreft informele steunbronnen blijken de opa s en oma s het meest populair; van alle ouders gaf 72,6% aan steun of advies te krijgen van hun eigen ouders of schoonouders. Wat betreft formele steunbronnen blijken de kinderopvang/ peuterspeelzaal/school het meest populair; 63,8% van de ouders geeft aan wel eens steun of advies van deze instanties te krijgen. In de analyses is gekeken of er wat betreft het ontvangen van opvoedsteun verschillen bestaan tussen autochtone en allochtone ouders. In tabel 4 staan de resultaten van deze analyses weergegeven. December
7 Tabel 4 Ontvangen steun naar etnische achtergrond % Autochtoon % Westerse % Niet-westerse p-waarden allochtoon allochtoon Informele steun (Schoon)ouders 78,6 61,9 49,2 Chi² =70.2; df =2; p<.001 Overige familieleden 57,3 45,2 47,6 Chi² =7.6; df =2; p =.022 Vrienden/kennissen 70,9 59,5 60,7 Chi² =9.2; df =2; p =.010 Buren 37,9 35,7 42,6 Chi² =1.6; df =2; p =.449 Formele steun KDV/PSZ/school 62,8 69,0 68,9 Chi² =3.0; df =2; p =.219 CB/schoolarts 51,1 40,5 62,1 Chi² =10,2; df =2; p =.006 Huisarts 26,6 21,4 35,6 Chi² =7,2; df =2; p =.028 MW/psycholoog/BJZ 17,0 19,0 19,4 Chi² =.67; df =2; p =.716 CJG 7,9 11,4 9,2 Chi² =.76; df =2; p =.682 Coach/trainer 7,4 9,5 5,2 Chi² =.62; df =2; p =.732 Jongerenwerker 3,7 0,0 5,2 Chi² =.28; df =2; p =.249 Er blijkt een significant verschil te bestaan tussen autochtone ouders, westerse allochtone ouders en niet-westerse allochtone ouders wat betreft de steun die zij ontvangen van hun eigen ouders en schoonouders (Chi² = 70.2; df = 2; p <.001). Autochtone ouders rapporteren de meeste steun van opa s en oma s en niet-westerse allochtone ouders de minste. Eenzelfde significant verschil is gevonden voor de steun van overige familieleden (Chi² = 7.6; df = 2; p =.022). Een verklaring voor deze verschillen zou kunnen zijn dat (schoon)ouders en andere familieleden van allochtone respondenten (vaker) buiten Nederland wonen en hierdoor ook minder gemakkelijk steun kunnen geven. Daarnaast komt uit de analyses een significant verschil naar voren als het gaat om het krijgen van steun van vrienden en kennissen (Chi² = 9.2; df = 2; p =.010). Ook hier zijn het de autochtone ouders die aangeven de meeste steun te ontvangen. Voor de steun van buren zijn geen significante verschillen gevonden. Bij de formele steunbronnen bestaan significante verschillen voor ontvangen steun van het consultatiebureau/ schoolarts en de huisarts. Bij beide steunbronnen rapporteren de niet-westerse allochtone ouders significant meer steun te krijgen dan de westerse allochtone en autochtone ouders (resp. Chi² = 10,2; df = 2; p =.006 en Chi² = 7,2; df = 2; p =.028). Voor de overige formele steunbronnen zijn geen significante verschillen gevonden. Met behulp van de analyses is ook gekeken naar een mogelijke interactie tussen woonduur en het ontvangen van steun van buren. Zoals verwacht blijkt dat mensen die korter dan een jaar in de buurt wonen, minder steun ontvangen van buren. Dit verschil blijkt significant (Chi² = 16,7; df = 4; p =.002). December
8 Geven van opvoedsteun Naast de vraag of ouders steun krijgen uit hun sociale omgeving en van formele instanties, is hen bij vraag 7 gevraagd of ze zélf in het afgelopen half jaar anderen bij de opvoeding gesteund hebben. 782 ouders (72,2%) geeft aan steun te hebben gegeven. Ook hier is gekeken naar mogelijke verschillen tussen autochtone, westerse allochtone en nietwesterse allochtone ouders. Van de genoemde groepen geeft resp. 75,9%, 73,8% en 56,5%, aan steun te hebben gegeven. Het verschil tussen niet-westerse allochtone ouders enerzijds en autochtone en westerse allochtone ouders anderzijds, blijkt significant (Chi² = 29,3; df = 2; p <.001). Daarnaast blijken moeders meer steun te geven dan vaders (73,9% tegenover 67,5%). Dit verschil is echter net niet significant (Chi² = 3,7; df = 1; p =.055). Ook is de ouders gevraagd naar het soort opvoedsteun die zij in het afgelopen half jaar gegeven hebben aan andere ouders. Op basis van de antwoorden van de ouders, zijn drie categorieën gemaakt: 1. praktische steun; 2. ervaringen delen/luisterend oor bieden; 3. advies/tips 9. Ouders die meerdere vormen van steun noemen, vallen ook in meerdere categorieën. Van de 782 ouders die aangeven steun te hebben gegeven aan andere ouders, hebben 20 ouders niet gespecificeerd wat voor soort steun dat was. Van de 762 ouders die deze vraag wel hebben beantwoord, geeft 62,3% aan praktische steun gegeven te hebben, 52,3% geeft aan ervaringen te hebben gedeeld en/of een luisterend oor te hebben geboden en 36,1% geeft aan advies gegeven te hebben. Autochtone ouders geven significant vaker aan ervaringen uitgewisseld te hebben en/of een luisterend oor geboden te hebben dan westerse en niet-westerse allochtone ouders (56,5% tegenover 41,9% en 40,6%, Chi² = 11,0; df = 2; p =.004). Eenzelfde verschil is gevonden tussen moeders en vaders. Moeders rapporteren significant vaker dan vaders dat ze ervaringen gedeeld hebben/ een luisterend oor geboden hebben (56,6% tegenover 41,8%, Chi² = 10,7; df = 1; p <.001). Wat betreft het geven van praktische steun en het geven van advies/tips, zijn geen significante verschillen gevonden tussen autochtone en allochtone ouders of tussen moeders en vaders. Tot slot is de ouders bij vraag 7 gevraagd of zij denken dat de steun die ze gegeven hebben de ontvanger heeft geholpen. Van alle ouders die steun gegeven hebben, denkt 41,3% dat dit vaak geholpen heeft, 29,3% denkt dat het soms geholpen heeft en 24,0% denkt dat het altijd geholpen heeft. 1,2% van de ouders denkt dat de steun die zij gegeven hebben, niet hielp. Van 4,2% van de ouders is niet bekend of zij denken dat de gegeven steun geholpen heeft (d.w.z. dit percentage heeft niets of weet niet ingevuld op de vragenlijst). Er blijkt een significant verschil te bestaan tussen moeders en vaders als het gaat om de mate waarin zij denken dat de gegeven steun hielp. Vaders geven significant vaker aan dat de steun altijd geholpen heeft (32,9% tegenover 23,1%, Chi² = 15,5; df = 4; p =.004). 9 Praktische steun is bijvoorbeeld oppassen en kinderen halen/brengen. Bij ervaringen uitwisselen/luisterend oor bieden, gaat het om wederzijdse uitwisseling van opvoedervaringen en het luisteren naar de vragen van anderen, terwijl het bij advies/tips gaat om eenzijdige opvoedsteun (van een ouder, voor een ouder). December
9 Pedagogisch buurtklimaat Vraag 8 omvatte elf stellingen over het pedagogisch buurtklimaat, zoals Ouders in mijn buurt praten met elkaar over hun kinderen en Dit is een goede buurt voor kinderen om op te groeien. Ouders konden bij elke stelling aangeven in hoeverre ze het hiermee eens waren (sterk mee oneens, oneens, eens, sterk mee eens). In de analyses is gekeken of er mogelijk significante verschillen bestaan tussen de pilotgemeenten als het gaat om hoe ouders het pedagogisch klimaat in hun buurt beoordelen. Als gekeken wordt naar het totaal op de elf stellingen, blijkt dat de ouders uit de gemeenten Maastricht en Haarlemmermeer het minst positief zijn over het pedagogisch klimaat in hun buurt en de ouders uit Houten en Loon op Zand het meest positief (Kruskal-Wallis-toets Chi² = 102,2; df = 10; p <.001). De elf stellingen kunnen onderverdeeld worden in twee subschalen, namelijk informele sociale controle (4 stellingen) en buurtcohesie (7 stellingen). Uit de analyses blijkt dat de ouders uit de gemeenten Haarlemmermeer en Eindhoven het minst positief zijn over de informele sociale controle en de ouders uit Houten en Zaanstad het meest positief (Kruskal-Wallis-toets Chi² = 94,0; df = 10; p <.001). Wat betreft de buurtcohesie blijken de ouders uit Maastricht en Haarlemmermeer het minst positief en ouders uit Houten en Loon op Zand het meest positief (Kruskal-Wallis-toets Chi² = 99,0; df = 10; p <.001). Ook vraag 9 ging over de buurt. Ouders kregen drie losse stellingen voorgelegd, één over de mate van contact tussen buurtbewoners, één over de betrokkenheid van bewoners bij de buurt, en één over de ontmoetingsplekken 10 in de buurt. Ouders konden bij elke stelling aangeven in hoeverre zij deze van toepassing vonden op hun buurt (niet, weinig, redelijk veel, veel). Hierbij moet opgemerkt worden dat bij de stellingen van vraag 9 door relatief veel ouders weet niet is geantwoord, waardoor zij buiten de analyse zijn gelaten. In de analyses is per stelling gekeken naar de antwoorden van alle ouders en naar eventuele verschillen per gemeente. Alleen de meest opvallende resultaten worden besproken. Er zijn bij deze vraag geen opvallende verschillen gevonden tussen moeders en vaders en tussen autochtone en allochtone ouders. Mate van contact tussen buurtbewoners In totaal hebben 1039 ouders deze vraag beantwoord. Gekeken naar alle pilotgemeenten, blijkt dat 1,8% van de ouders vindt dat de mensen in hun buurt niet met elkaar omgaan, 36,2% vindt dat mensen in hun buurt weinig met elkaar omgaan, 49,5% van de ouders vindt dat mensen in hun buurt redelijk veel met elkaar omgaan en 8,5% van de ouders vindt dat mensen in hun buurt veel met elkaar omgaan. In Maastricht geven ouders relatief vaak aan dat er redelijk veel of veel onderling contact is tussen buurtbewoners in hun wijk (totaal 72%). In Eindhoven geven ouders relatief vaak aan dat er geen of weinig onderling contact is tussen buurtbewoners in hun wijk (totaal 62,5%). Opvallend is verder dat van de ouders in Born, Houten en Maastricht geen enkele ouder in de steekproef van mening is dat er geen onderlinge omgang is tussen buurtbewoners. 10 Ontmoetingsplekken zijn in deze meting gedefinieerd als plaatsen waar ouders en kinderen elkaar spontaan kunnen ontmoeten, zoals speeltuin, plein, buurthuis, bankjes, park. December
10 Betrokkenheid bewoners bij de buurt Van de 1030 ouders die de vraag over betrokkenheid van buurtbewoners hebben beantwoord, vindt 3,7% dat er geen betrokkenheid is, 35,2% vindt de betrokkenheid van buurtbewoners weinig, 46,4% geeft aan dat buurtbewoners redelijk veel betrokken zijn en 9,8%, tot slot, vindt dat er veel betrokkenheid is. In Sittard-Geleen bestempelt 70,6% van de ouders de betrokkenheid van bewoners als redelijk veel of veel. 57,1% van de ouders in Eindhoven waardeert de betrokkenheid van bewoners als weinig. In alle gemeenten geven ouders maar zelden aan dat er geen betrokkenheid is bij de buurt. Behalve in Enschede, daar geeft 7,3% van de ouders aan dat er geen betrokkenheid is van buurtbewoners. Dit percentage is bijna twee keer zo hoog als het gemiddelde percentage van alle pilotgemeenten. Ontmoetingsplekken in de buurt De vraag over het aantal ontmoetingsplekken in de buurt, is door 1061 ouders beantwoord. 5,6% van de ouders geeft aan dat er geen ontmoetingsplekken in hun buurt zijn, 33,4% geeft aan dat er weinig ontmoetingsplekken zijn, 46,2% vindt dat er redelijk veel ontmoetingsplekken zijn en 12,7% vindt dat er in hun buurt veel ontmoetingsplekken zijn. Ouders in Utrecht geven relatief vaak aan dat er redelijk veel of veel ontmoetingsplekken zijn in hun buurt (totaal 73,5%). In Eindhoven geeft 47,5% van de ouders aan dat er weinig of geen ontmoetingsplekken zijn in de buurt. In Maastricht geeft 13% aan dat er helemaal geen ontmoetingsplekken zijn in de buurt. Wel geeft meer dan de helft van de ouders uit Maastricht aan dat er redelijk veel of veel ontmoetingsplekken zijn in de buurt, waardoor de ouders uit Maastricht gemiddeld relatief positief scoren. Gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid Vraag 10 bestond uit drie stellingen over het delen van opvoedingsverantwoordelijkheid. Ouders konden bij elke stelling aangeven in hoeverre ze het hiermee eens waren (sterk mee oneens, oneens, eens, sterk mee eens). De strekking van de eerste stelling was dat opvoeden uitsluitend een zaak van ouders is. Uit de analyses blijkt dat 67,9% van de ouders het eens of sterk eens is met deze stelling; zij vinden dus dat opvoeden voornamelijk in het kerngezin besloten ligt. Bij de tweede stelling is de ouders gevraagd of zij vinden dat buurtbewoners een rol kunnen spelen bij de opvoeding van de kinderen in de buurt. Ook met deze tweede stelling is een groot deel van de ouders, namelijk 79,0%, het eens of sterk eens. Dit is opvallend, omdat beide stellingen elkaar in feite tegenspreken. Tot slot is de ouders bij de derde stelling gevraagd of zij het belangrijk vinden dat volwassenen uit hun omgeving zich bezighouden met de opvoeding van hun kinderen. Met deze laatste stelling is iets meer dan een derde van de ouders, namelijk 34,8%, het eens of sterk eens. Het merendeel van de ouders is het dus met de derde stelling oneens of sterk oneens. December
11 Om te kijken hoe de discongruentie tussen (vooral) de eerste en de tweede stelling te verklaren zou kunnen zijn, is bij een deel van de ouders (±100) die face-to-face geïnterviewd zijn, doorgevraagd door de onderzoekers/ studentassistenten. Het grootste deel van deze ouders vindt dat anderen zich niet teveel met de opvoeding moeten bemoeien, maar dat anderen hun kind(eren) wel aan mogen spreken op negatief gedrag in de openbare ruimte (bijvoorbeeld tijdens het buitenspelen). Slechts een klein deel van de bevraagde ouders geeft aan dat anderen een positieve (en dus niet een corrigerende) rol kunnen spelen bij de opvoeding, bijvoorbeeld door ouders te steunen/ tips te geven of door kinderen te stimuleren of een compliment te geven. In tabel 5 staan ter illustratie enkele typerende uitspraken uit de kwalitatieve respons. De uitspraken zijn gecategoriseerd naar corrigeren/ aanspreken negatief gedrag en positief bijdragen/ stimuleren. Tabel 5 Kwalitatieve respons vraag 10 Corrigeren/ aanspreken negatief gedrag Buurt mag mijn kinderen aanspreken op slecht gedrag, verder niet. Als kinderen iets doen dat niet door de beugel kan. Opvoeden gebeurt binnenshuis. Als ze buiten zijn wel. Niet direct, maar als kinderen iets doen wat niet mag wel. Als er iets vernield wordt bijvoorbeeld. Anderen mogen corrigerend optreden, ouders waarschuwen. Bij buitenspelen moet negatief gedrag gecorrigeerd worden, verder is het ieder voor zich. Kinderen moeten op straat wel worden aangesproken, maar niet worden opgevoed. Aanspreken kan, overige opvoedingstaken zijn voor de ouders. Positief bijdragen/ stimuleren Anderen kunnen steunen en tips geven. Alle ouders zijn medeopvoeders, alleen al door een voorbeeld te zijn. Wij zijn eerst verantwoordelijk, anderen kunnen ondersteunen. We letten hier (in de buurt) op elkaars kinderen. Raad geven is prima. Elkaars kinderen opvangen indien nodig. Samen dingen bespreken als ouders onder elkaar. Rekening houden met kinderen, bijv. rustig rijden in de straat of inzetten voor komst voetbalveldje. Anderen kunnen oogje in het zeil houden (voor veilig spelen). Belangstelling voor activiteiten Bij vraag 11 van de vragenlijst is de ouders gevraagd of ze belangstelling hebben voor opvoedactiviteiten met andere ouders als deze in hun buurt georganiseerd zouden worden. Ouders kregen zeven activiteiten voorgelegd, zoals een huiskamer/ouderkamer in CJG of school en themabijeenkomsten rondom opvoeden. Van elk van de activiteiten konden ouders aangeven of ze er wel ( ja ) of geen ( nee ) belangstelling voor zouden December
12 hebben. Ouders blijken vooral geïnteresseerd in het doen van leuke dingen samen met andere ouders en kinderen (68,3%) en in praktische steun van anderen (57,6%). Verder geeft bijna de helft van de ouders, 49,9%, aan belangstelling te hebben voor themabijeenkomsten over opvoeden. In een opvoedcursus, huiskamer en persoonlijk advies is ongeveer een derde van de ouders geïnteresseerd. Minder dan een kwart lijkt open te staan voor advies van andere ouders via internet. In grafiek 1 staan de genoemde resultaten weergegeven. Belangstelling voor opvoedactiviteiten 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 68,30% 57,60% 49,90% 35,30% 34,30% 23,50% 36,00% Huiskamer Themabijeenkomst Advies persoonlijk gesprek Advies via internet Praktische hulp Training/cursus Leuke dingen doen 0,00% 1 December
13 Tot slot Korte samenvatting van de belangrijkste resultaten Het grootste deel van de ouders in de steekproef is vrouw (77,5% moeders tegenover 21,7% vaders) en autochtoon (78,5% tegenover 21,6% allochtoon). Het CJG blijkt bij de ouders in de pilotgemeenten nog relatief onbekend (43,3% is bekend met het CJG in de eigen gemeente). Van de ouders die het CJG kennen, heeft 30,3% het CJG wel eens bezocht en 17,9% noemt het CJG ook als een daadwerkelijke bron voor opvoedsteun- of advies. Dat zou kunnen betekenen dat ouders het CJG niet als voldoende laagdrempelig ervaren. Een andere verklaring zou kunnen liggen in het feit dat in veel gemeenten de CJG s pas recentelijk zijn geopend. Mogelijk is het hierdoor voor ouders nog niet duidelijk wat het CJG hen precies kan bieden. Als het gaat om het ontvangen van informele steun, worden de eigen (schoon)ouders het meest genoemd (72,6%). Ouders lijken zich dus voor opvoedsteun bij voorkeur te wenden tot hun directe omgeving. De kinderopvang/peuterspeelzaal/school blijkt voor ouders de voornaamste formele bron van opvoedsteun (63,8%). Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat deze steun gemakkelijk voor handen is. Immers, ouders kunnen bij het brengen/halen van hun kind gemakkelijk op de medewerker/leerkracht afstappen. Kinderen brengen daarnaast een groot deel van de tijd op opvang/school door. Mogelijk maakt dit de medewerker/leerkracht tot een vanzelfsprekende medeopvoeder voor ouders. Opvallend is dat niet-westerse allochtone ouders significant vaker aangeven steun te krijgen van het consultatiebureau/ de schoolarts en de huisarts. Beide zijn professionele instanties, maar wel in de eerstelijnszorg en dus relatief laagdrempelig toegankelijk voor ouders. Over de redenen waarom juist niet-westerse allochtone ouders zich vaker tot deze instanties wenden, kunnen op basis van de analyses geen uitspraken gedaan worden. Een groot deel van de ouders (72,2%) rapporteert dat ze in het afgelopen half jaar andere ouders bij de opvoeding heeft geholpen. Ouders geven aan dat deze steun voornamelijk praktisch is, zoals kinderen van school halen en oppassen. De ouders zijn over het algemeen positief over het effect van hun steun. Volgens 41,3% van de ouders helpt de steun de ontvanger vaak en volgens 24,0% zelfs altijd. Als het gaat om gedeelde opvoedingsverantwoordelijkheid laten de analyses enkele opvallende resultaten zien. Zo geeft het merendeel van de ouders aan opvoeden vooral een zaak van de ouders zelf te vinden (67,9%, stelling 1). Ook lijkt het merendeel het niet belangrijk te vinden dat andere volwassenen zich bezighouden met de opvoeding van hun kinderen (62,9%, stelling 3). Op basis hiervan zouden we de voorzichtige conclusie kunnen trekken dat ouders opvoeden zien als een privéaangelegenheid die in het kerngezin besloten ligt. Bijna 80% van de ouders geeft echter aan dat buurtbewoners hun steentje kunnen bijdragen aan de opvoeding van de kinderen (stelling 2). De discongruentie lijkt vooral verklaard te kunnen worden door de manier waarop ouders opvoeding definiëren. Er lijkt een verschil te bestaan tussen de feitelijke opvoeding (= dat wat ouders doen) en dat wat anderen kunnen bijdragen. Het lijkt erop dat ouders de December
14 bijdrage van anderen vooral associëren met het aanspreken op of het corrigeren van negatief gedrag in de openbare ruimte. Wat betreft de belangstelling voor activiteiten, scoren vooral het doen van leuke dingen met andere ouders en kinderen en de praktische steun van anderen relatief hoog (resp. 68,3% en 57,6%). Opvallend is dat dit activiteiten zijn die niet expliciet op opvoeden gericht zijn, maar waarbij wel in een informele sfeer ervaringen en tips uitgewisseld kunnen worden. Beperkingen In deze meting is naar een aantal demografische kenmerken gevraagd (zoals sekse, geboorteland, woonduur). Er is niet gevraagd naar bijvoorbeeld de sociaal economische status (SES) van de respondenten. Mogelijk veranderen de verschillen die nu gevonden zijn tussen ouders met een westerse of niet-westerse achtergrond, als er gecontroleerd zou worden voor SES. In een korte vragenlijst moeten echter keuzes gemaakt worden welke vragen wel en welke niet opgenomen worden. Bij een groot deel van de respondenten is de vragenlijst op straat afgenomen (zie pagina 2 Methode ). Een vraag over bijvoorbeeld SES of opleidingsniveau kan een negatieve invloed hebben op de bereidheid tot deelname van de ouders. Bovendien speelt bij dergelijke vragen sociale wenselijkheid een rol en in de korte vragenlijst was geen mogelijkheid hierop te controleren. Vervolg In het kader van het promotietraject zal vermoedelijk in het voorjaar van 2011 een Engelstalig artikel verschijnen op basis van de resultaten van deze eerste meting onder ouders in de pilotgemeenten. Dit artikel zal een uitgebreide conclusie- en discussieparagraaf bevatten, waarin ook verbanden gelegd worden tussen de gevonden resultaten en (internationale) literatuur. Vragen Bij vragen naar aanleiding van de rapportage kunt u mailen naar Marije Kesselring, m.c.kesselring@uu.nl. December
Allemaal Opvoeders Resultaten van de meting onder ouders, uitgesplitst naar gemeente
Allemaal Opvoeders Resultaten van de meting onder ouders, uitgesplitst naar gemeente Universiteit Utrecht Maart 2011 Hoe te verwijzen naar deze publicatie?: Kesselring, M.C., Schouten, M.A., Horjus, B.
Nadere informatieVan de 459 respondenten was het merendeel vrouwelijk (75 procent).
Bijlage 1 Enquête Opvoeden en opgroeien in Oisterwijk Januari 2015 1. Waarom deze enquête? De gemeente vindt het belangrijk dat kinderen zich goed kunnen ontwikkelen en gezond en veilig opgroeien. Kinderen
Nadere informatieGrafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%
26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde
Nadere informatieStadjers over het CJG Groningen
Stadjers over het CJG Groningen Een Stadspanelonderzoek 2013 Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering van beleidsgericht onderzoek, het toegankelijk
Nadere informatieOpvoeden in andere culturen
Opvoeden in andere culturen Bevorderen en versterken: competenties vergroten Een betere leven DVD 1 Bevolkingsgroepen aantal Allochtoon3.287.706 Autochtoon13.198.081 Europese Unie (exclusief autochtoon)877.552
Nadere informatieGebruik van kinderopvang
Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft
Nadere informatieVrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten
Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8
Nadere informatieZijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?
Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse
Nadere informatieEFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009
EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315
Nadere informatieBurgerpeiling Discriminatie
Burgerpeiling Discriminatie Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : Marije Hofland Telefoonnummer : 0570-69 3317 Mail : m.hofland@deventer.nl 1 Inleiding De Gemeente Deventer voert om de twee jaar een
Nadere informatieJaarlijks onderzoek onder gasten 2015
Jaarlijks onderzoek onder gasten 2015 Elk jaar voert Resto VanHarte een impact- en tevredenheidsmeting uit onder haar gasten. Deze is in 2015 verspreid in 32 vestigingen van Resto VanHarte, in 20 steden/gemeenten.
Nadere informatieBuurtenquête hostel Leidsche Maan
Buurtenquête hostel Leidsche Maan tussenmeting 2013 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht (GG&GD) DIMENSUS beleidsonderzoek April 2013 Projectnummer 527 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding
Nadere informatieOnderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en buren
Versie definitief Datum 20 maart 2007 1 (5) Onderzoek Digipanel: Contacten met vrienden, familie en Auteur Tineke Brouwers Het derde onderzoek Op 8 maart 2007 kregen alle panelleden van dat moment (771
Nadere informatieSamenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders
Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
RAPPORTAGE Gemeente IJsselstein mei 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT 2017 Gemeente IJsselstein Deze samenvatting presenteert de belangrijkste uitkomsten van het cliëntervaringsonderzoek (CEO) Wmo over
Nadere informatieClientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd
Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning
Nadere informatieHoofdstuk 23 Discriminatie
Hoofdstuk 23 Discriminatie Samenvatting Van de zes voorgelegde vormen van discriminatie komt volgens Leidenaren discriminatie op basis van afkomst het meest voor en discriminatie op basis van sekse het
Nadere informatieOuders over kindcentra
Ouders over kindcentra Oberon, september 2015 Wat vinden ouders eigenlijk van kindcentra? Kennen zij de gedachte achter Kindcentra2020? We besloten om het maar eens aan ze te vragen. Onderzoeksbureau Oberon
Nadere informatieDoor Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra Gezondheidscentrum Twekkelerveld
Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra Gezondheidscentrum Twekkelerveld Dit onderzoek is uitgevoerd door: ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV in opdracht van: Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie
Nadere informatieFries burgerpanel Fryslân inzicht
Fries burgerpanel Fryslân inzicht Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven. Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven.
Nadere informatieJaarlijks onderzoek onder gasten 2016
Jaarlijks onderzoek onder gasten 2016 Elk jaar voert Resto VanHarte een impact- en tevredenheidsmeting uit onder haar gasten. Deze is in 2016 verspreid in 40 vestigingen van Resto VanHarte, in 29 steden/gemeenten.
Nadere informatieOPVOEDEN KUN JE LEREN Onderzoek 1 naar het opvoeden van kinderen onder ouders in opdracht van het Ministerie voor Jeugd en Gezin
OPVOEDEN KUN JE LEREN Onderzoek 1 naar het opvoeden van onder ouders in opdracht van het Ministerie voor Jeugd en Gezin JORIS DE JONGH MSC ODETTE VLEK MSC AMSTERDAM, SEPTEMBER 2009 OPVOEDEN KUN JE LEREN
Nadere informatieOnderzoek. Kind en Opvoeding jaar
Onderzoek Kind en Opvoeding 0-17 jaar Inhoudsopgave 1. Ontwikkeling en gezondheid 4 2. Zorgen over kind 8 3. Hulp en ondersteuning bij de opvoeding 11 4. Roken en alcohol 16 5. Sport en bewegen 18 Onderzoek
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Ten Boer Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 1 2.8 Effect van de ondersteuning... 11 3. Conclusie... 13
Nadere informatieVoel je thuis op straat!
Voel je thuis op straat! 0-meting onder kinderen, jongeren en volwassenen in Bergen op Zoom Centrum Ron van Wonderen Nanne Boonstra Utrecht, september 2007 Verwey- Jonker Instituut 1 Samenvatting en conclusies
Nadere informatieWerkbelevingsonderzoek 2013
Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:
Nadere informatiekoopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER
koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie
Nadere informatieNederlands Autisme Register, rapportage
Nederlands Autisme Register, rapportage 20 17 Een initiatief van: (Jong)volwassenen met autisme over zichzelf Ouders/verzorgers over hun kind met autisme Wettelijke vertegenwoordigers over hun naaste met
Nadere informatieHoe bekend is het EnergiePrestatieCertificaat? Eerste resultaten van de EPC nulmeting.
Hoe bekend is het EnergiePrestatieCertificaat? Eerste resultaten van de EPC nulmeting. Om de bekendheid van het EnergiePrestatieCertificaat in te schatten werd eind augustus, begin september 2008 een telefonische
Nadere informatieHuiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen
Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Stichtse Vecht november 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2017 Gemeente Stichtse Vecht Deze samenvatting presenteert de belangrijkste
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Groningen 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 2 Samenvatting... 3 2.7 Overige ondersteuning... 16
Nadere informatieBijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting
Bijlage 1. Benadering en respons ten tijde van de tweede meting Benadering van deelnemers Deelnemers aan de cohortstudie werden bij het tweede interview benaderd volgens een zogenaamd benaderingsprotocol,
Nadere informatieWerkinstructie voor de CQI Naasten op de IC
Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Naasten op de IC bedoeld? De CQI Naasten op de IC is bedoeld is bedoeld om de kwaliteit van de begeleiding en opvang van
Nadere informatiePubliciteit en werving OSA
Publiciteit en werving OSA Bereik de ouders persoonlijk Het is belangrijk om veel aandacht aan werving en publiciteit te besteden. In het bijzonder als u met open inschrijving werkt. Denkt u hierbij aan
Nadere informatieKerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017
Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op
Nadere informatieBetrokkenheid van buurtbewoners. Uitgevoerd door Dimensus in opdracht van gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest Vergelijking gemeenten 2015
Leefbaarheid Jeugdhulp Sociaal Team Vrijwilligerswerk Mantelzorg Actief in de buurt Betrokkenheid van buurtbewoners Burenhulp Zelfredzaamheid Sociale contacten Financiële situatie Uitgevoerd door Dimensus
Nadere informatieToezichthouders in de wijk
Toezichthouders in de wijk Hoe ervaren inwoners uit Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht de aanwezigheid van Toezichthouders? Inhoud: 1 Conclusies 2 Bekendheid 3 Effect 4 Waardering taken Hondengerelateerde
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Jeugd (ouders)
RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Jeugd (ouders) Gemeente Emmen september 2018 RESULTAAT KWALITEIT TOEGANG Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2017 Gemeente Emmen Deze samenvatting presenteert de belangrijkste
Nadere informatieInformatie over de deelnemers
Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals
Nadere informatieThuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen
Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen
Nadere informatieWaar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten
Waar winkelen de inwoners van de gemeente? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten In opdracht van de SGP Door Studentenpool Bestuurlijke Bedrijfskunde Academie Mens & Organisatie Christelijke Hogeschool
Nadere informatieInteractief bestuur. Omnibus 2015
Interactief bestuur Omnibus 2015 O&S April 2016 Samenvatting In september/oktober 2015 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s- Hertogenbosch een omnibusonderzoek gehouden. In dit
Nadere informatieCliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015
Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...
Nadere informatieWerkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag
Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in de huisartspraktijk tijdens kantooruren te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/141 Datum Augustus
Nadere informatieWerkinstructies voor de CQI Jeugdgezondheidszorg
Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI JGZ bedoeld? De CQI Jeugdgezondheidzorg (CQI JGZ) is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond de jeugdgezondheidzorg te meten vanuit het perspectief
Nadere informatieVerslag onderzoek Wat Werkt - deel 3
Verslag onderzoek Wat Werkt - deel 3 ideeën van familie en bekenden bij het geven van steun Ervaringen en ideeën van familie en bekenden bij het geven van steun Jos de Kimpe Carlijn Nieuwenhuis FEBRUARI
Nadere informatieHoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011
Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Zeeuwse jongeren en alcohol In 2010 is de Zeeuwse campagne Laat ze niet (ver)zuipen! van start
Nadere informatieGemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatieWat betekent het CBF-Keur voor het Nederlands publiek?
Wat betekent het CBF-Keur voor het Nederlands publiek? Rapportage van: Irene Mol Stichting Pequeno pequeno@planet.nl en René Bekkers Werkgroep Filantropische Studies Vrije Universiteit Amsterdam R.Bekkers@fsw.vu.nl
Nadere informatieWat betekent het CBF-Keur voor het Nederlands publiek?
Wat betekent het CBF-Keur voor het Nederlands publiek? Rapportage van: Irene Mol Stichting Pequeno pequeno@planet.nl en René Bekkers Werkgroep Filantropische Studies Vrije Universiteit Amsterdam R.Bekkers@fsw.vu.nl
Nadere informatieOpvattingen over de figuur Zwarte Piet
Opvattingen over de figuur Zwarte Piet Een opinieonderzoek onder het Nederlandse publiek, met uitsplitsingen naar autochtone Nederlanders en Surinaamse- en Antilliaanse-Nederlanders meting 4 November 2017
Nadere informatieK I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R
THUISSITUATIE, KINDEROPVANG EN OPVOEDING K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 2 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied,
Nadere informatieUit huis gaan van jongeren
Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan
Nadere informatie1. Resultaten van het onderzoek
1. Resultaten van het onderzoek 1.1 Respons De gegevens voor het onderzoek zijn verzameld door middel van een schriftelijke vragenlijst. Deze vragenlijst is verstuurd naar mantelzorgers die bekend zijn
Nadere informatieBeginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN
Beginpagina INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN De vragen in deze Landelijke VVE monitor hebben betrekking op de situatie in het schooljaar 2009 2010. Ideaal gesproken gaat u uit van één teldatum, het liefst
Nadere informatieCultuurparticipatie in Dordrecht.
Cultuurparticipatie in Dordrecht. Bas Hoeing CMV 2 09018387 Inhoudsopgave: Aanleiding Blz. 3 Het probleem Blz. 3 De opdrachtgever Blz. 3 Vraagstelling Blz. 4 Deelvragen Blz. 4 Aanpak Blz. 4 Definities
Nadere informatieCarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14
CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14 Datum : 01-02-2014 Auteur : Jaap Noorlander, Joris van Nimwegen Versie : 2 1 Inhoudsopgave Inleiding... Pagina 3 Vraagstelling... Pagina 3 Methode
Nadere informatieJongeren & hun financiële verwachtingen
Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet
Nadere informatieOMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID
OMNIBUSONDERZOEK NOORD- KENNEMERLAND 2005 PSYCHISCHE GEZONDHEID Gemeente Alkmaar afdeling Onderzoek en Statistiek februari 2006 auteur: Monique van Diest afdeling Onderzoek en Statistiek gemeente Alkmaar
Nadere informatieLandelijk cliëntervaringsonderzoek
Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3
Nadere informatieRapport Hulst Middelburg, december 2013
Rapport Hulst Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Hanneke Westerhout Han Schellekens Herman Braat SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg Telefoon (0118) 682500 Telefax
Nadere informatieSociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West
Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West Gezondheidsonderzoek 2012 GGD Zuid-Holland West Juni 2013 Inleiding Deze factsheet beschrijft de sociale acceptatie van homoseksualiteit in
Nadere informatieFACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel
Resultaten LHBT-Veiligheidsmonitor 2015: Kwart maakte afgelopen jaar een onveilige situatie mee; veiligheidsgevoel onder transgenders blijft iets achter. De resultaten van het jaarlijkse buurtveiligheidsonderzoek
Nadere informatieN. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.
ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding
Nadere informatieCentrum voor Jeugd en Gezin Helmond
Centrum voor Jeugd en Gezin Helmond Onderzoek naar de kennis en (potentieel) gebruik door de bevolking Centrum voor Jeugd en Gezin Helmond Onderzoek naar de kennis en (potentieel)gebruik door de bevolking
Nadere informatieSamenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders
Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder autochtonen 1) Integratiecampagne
Nadere informatieTevredenheid van familieleden en mantelzorgers met casemanagement bij dementie
Tevredenheid van familieleden en mantelzorgers met casemanagement bij dementie (in te vullen door mantelzorgers) Codering tevredenheidsonderzoek : _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Datum verzending : _ _ - _ _ - _
Nadere informatieANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...
Nadere informatieOnderzoek voor de KNOV
Onderzoek voor de KNOV Inhoud 1 Samenvatting 3 Onderzoeksverantwoording 6 3 Behandeling en begeleiding tijdens de 10 zwangerschap 4 Beoordeling 17 1 Samenvatting Samenvatting - 1 Behandeling en begeleiding
Nadere informatieKinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging
Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de
Nadere informatieRAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM
RAPPORT OKTOBER 2017 Discriminatiemonitor TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM Midden-Drenthe Colofon Titel Discriminatiemonitor Midden-Drenthe Datum Oktober 2017 Trendbureau Drenthe, onderdeel
Nadere informatieSamenvatting resultaten CTO De Gelderhorst 2017
Samenvatting resultaten CTO De Gelderhorst 2017 Een cliënt tevredenheidsonderzoek in De Gelderhorst vraagt om een specifieke aanpak waarbij clienten worden bevraagd in hun eigen taal en er rekening wordt
Nadere informatieKOOPZONDAGEN De mening van burgers en ondernemers
KOOPZONDAGEN De mening van burgers en ondernemers Opdrachtnemer: Bureau O&S Heerlen Opdrachtgever: Bureau Economie Januari 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Onderzoeksvragen 3 3. Onderzoeksopzet 3 4.
Nadere informatieamersfoort Hoe bereik ik CJG Amersfoort?
amersfoort Folder voor ouders van 0-8 jarigen Bezoekadres Heiligenbergerweg 36, 3816 AK Amersfoort T 033 47 94 000, E info@cjgamersfoort.nl I www.cjgamersfoort.nl carta U kunt binnenlopen bij CJG Amersfoort.
Nadere informatieInteractief bestuur. Omnibus 2017
Interactief bestuur Omnibus 2017 Afdeling Onderzoek & Statistiek Januari 2018 Samenvatting In het najaar van 2017 is door de afdeling Onderzoek & Statistiek van de gemeente s-hertogenbosch weer het tweejaarlijks
Nadere informatieEvaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers
Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010
Nadere informatieRapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april 2009. Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009
Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO april 2009 Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc Paterswolde, april 2009 Postbus 312 9700 AH Groningen Pr. Irenelaan 1a 9765 AL Paterswolde telefoon:
Nadere informatieOnderzoek cliëntervaringen Wmo, Jeugdwet, sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin
Onderzoek cliëntervaringen Wmo, Jeugdwet, sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Augustus 2015 2 Samenvatting De gemeente wil weten hoe
Nadere informatieWerkinstructies voor de CQI Huisartsenposten
Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg op een huisartsenpost (HAP) te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden
Nadere informatieResultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017
Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017 Inleiding In mei 2016 is in Nieuw-Lekkerland het project 'Gezond Nieuw-Lekkerland' (GNL) gestart: met subsidie van
Nadere informatieCheck Je Kamer Rapportage 2014
Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden
Nadere informatieWater drinken. Resultaten 1-meting op de CJ s in Zaanstad
Water drinken Resultaten 1-meting op de CJ s in Zaanstad Deelnemers In de eerste maanden van 215 hebben 339 ouders die de 5 Centra Jong (CJ) in Zaanstad bezochten een vragenlijst ingevuld over hun kind
Nadere informatieSeksuele oriëntatie uitgesplitst per sekse, bevolking 18 jaar en ouder, 2016/2017 (in gewogen percentages)
Seksuele oriëntatie uitgesplitst per sekse, bevolking 18 jaar en ouder, 2016/2017 (in gewogen percentages) totaal man vrouw seksuele aantrekking alleen eigen sekse 2,0 2,6 1,4 vooral eigen sekse 0,8 0,6
Nadere informatieWerkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Lichamelijk. Gehandicapten
CQI zorg Werkinstructies voor de CQI zorg In de vernieuwde werkwijze kwaliteitskader zorg heeft pijler 2B betrekking op het meten van cliëntervaringen. De CQI zorg maakt geen deel uit van een instrumentenwaaier
Nadere informatieRapport Kor-relatie- monitor
Rapport Kor-relatie- monitor Voor: Door: Publicatie: mei 2009 Project: 81595 Korrelatie, Leida van den Berg, Directeur Marianne Bank, Mirjam Hooghuis Klantlogo Synovate 2009 Voorwoord Gedurende een lange
Nadere informatiebox-tial Stuk ter kennisname Onderwerp Voorstel Samenvatting Vervolg Bijlagen meewerkend
meewerkend box-tial Stuk ter kennisname Datum: 28 juni 2017 Registratienummer: 28 juni 2017 Portefeuillehouder: Contactpersoon: S. van Vlerken, S.v.VIerken@MijnGemeenteDichtbij.nl, 0411-655391. Onderwerp
Nadere informatieENQUÊTE VETERANENDAG. Belangrijkste resultaten
ENQUÊTE VETERANENDAG Van eind november tot half december 2013 hebben 259 Hengelose veteranen van de jongere generatie (tot en met 60 jaar) de mogelijkheid gehad om een vragenlijst in te vullen over de
Nadere informatieHet geheel moet meer worden dan de som der delen
Bijlage 2. Het geheel moet meer worden dan de som der delen 26-08-09 1 Inleiding 3 Werkwijze 4 Resultaten ouders 5 De steekproef Uitkomsten gesloten vragen ouders Uitkomsten open vragen ouders Resultaten
Nadere informatieJongeren en alcohol. Ouders aan het woord. Resultaten Bewonerspanel septemberpeiling 2014. Utrecht.nl/volksgezondheid
Jongeren en alcohol Ouders aan het woord Resultaten Bewonerspanel septemberpeiling 2014 Utrecht.nl/volksgezondheid 2 Inleiding Sinds 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens voor het in bezit hebben van alcohol
Nadere informatiewerkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007
08 Arbeidsparticipatie 0i icipatie en werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007 Maaike Hersevoort, Marleen Geerdinck en Lian Kösters Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen
Nadere informatieMedia in de kinderopvang een onderzoek naar media en beleid in de kinderopvang
Media in de kinderopvang een onderzoek naar media en beleid in de kinderopvang Wij kiezen er heel bewust voor om bepaalde digitale media te gebruiken, maar de interactie met de Pedagogisch medewerker is
Nadere informatieFlitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie
Flitspeiling NAVO Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek Inleiding en onderzoeksverantwoording Op verzoek van het ministerie van Defensie heeft Veldkamp een flitspeiling
Nadere informatieGemeente Houten: Onderzoek Kieskompas. Den Dolder, 26 januari 2011 Ir. Martine van Doornmalen Rianne van Beek Msc.
Gemeente Houten: Onderzoek Kieskompas Den Dolder, 26 januari 2011 Ir. Martine van Doornmalen Rianne van Beek Msc. 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research (ADV). De opdrachtgever
Nadere informatieTabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering
Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering Behorende
Nadere informatieSamenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk
Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL
Nadere informatieInwonersenquête 2015
Inwonersenquête 2015 Leefbaarheid Jeugdhulp Sociaal Team Oegstgeest Vrijwilligerswerk Mantelzorg Actief in de buurt Betrokkenheid van buurtbewoners Burenhulp Zelfredzaamheid Sociale contacten Financiële
Nadere informatieCoffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden
Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden De gemeente Dordrecht zet zich in om overlast in het algemeen, en van coffeeshops in het bijzonder, te verminderen. Dordrecht telt in totaal acht
Nadere informatieHoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving
Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving De relatie tussen leesvaardigheid en de ervaringen die een kind thuis opdoet is in eerder wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ouders hebben een grote invloed
Nadere informatie