Competentiekaarten Praktijkleren. Manager dierverzorging. Aequor

Transcriptie

1 Competentiekaarten Praktijkleren Manager dierverzorging Aequor Ede, december 2008

2

3 Inleiding Als u zich wel eens hebt afgevraagd hoe u een deelnemer binnen het bedrijf beter kunt begeleiden bij het leerproces, dan bieden deze Competentiekaarten Praktijkleren mogelijk uitkomst. Het is een hulpmiddel om tijdens het leren in de praktijk te gebruiken. Dit document bevat de competentiekaarten voor de Manager dierverzorging. De deelnemer voert niet alleen (beroeps)taken uit, maar dient zich ook correct te gedragen naar de klant en de collega s. Dit alles in de dagelijkse beroepssituatie. Welke handelingen en gedragingen belangrijk zijn, hebben wij op een rij gezet. Daarbij kijkt u vooral naar de ontwikkeling van de zogenoemde competenties. U kunt daarvoor de competentiekaarten gebruiken en hierop aantekeningen maken. Deze competentiekaarten zijn gebaseerd op de nieuwe competentiegerichte kwalificatiestructuur, die binnen het scholenveld wordt gebruikt. Binnen deze kwalificatiestructuur zijn kwalificatiedossiers ontwikkeld die de diplomavereisten voor alle reguliere MBO-opleidingen beschrijven. In het stappenplan leest u hoe de kaarten gebruikt kunnen worden. Hou er wel rekening mee dat in de kaarten beschreven wordt wat het gewenste gedrag is aan het einde van de opleiding! Heeft u een extra exemplaar nodig voor een volgende deelnemer dan kunt u deze via onze website printen (klik bij het gedeelte bedrijven op downloads. Vervolgens kunt u de gewenste set competentiekaarten kiezen). Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 3

4 Stappenplan voor de begeleiding van deelnemers 1. start met de leerdoelen Bespreek bij het begin van de stageperiode met de deelnemer wat zijn leerdoelen zijn en hoe hij die denkt waar te maken. Motiveer de deelnemer om zijn ambities waar te maken maar wees wel realistisch. Laat de deelnemer zijn leerdoelen benoemen in uitwerking deel 1: leerdoelen. Geef de deelnemer een exemplaar en houd er ook een voor uzelf. 2. competenties ontwikkelen Begeleid stap voor stap. Leg de lat na iedere stap wat hoger om een volgend doel te halen. De competentiekaarten in uitwerking deel 2 kunnen u daarbij helpen: ze geven de essentie weer van het hele beroep. Ze gaan uit van kerntaken, onderverdeeld in werkprocessen. Een overzicht van deze kerntaken en werkprocessen vindt u op bladzijde 3. Deze werkprocessen bestaan uit (beschrijvingen van) competenties. Bespreek met de deelnemer en eventueel de begeleider van school aan welk(e) werkproces(sen) (of welke competenties daarbij) hij in een bepaalde periode gaat werken. Geef de deelnemer meerdere malen feedback (minimaal 3 beoordelingsmomenten) bij de diverse werkprocessen. U kunt uw beoordeling kwijt op de competentiekaarten zelf. Moedig de deelnemer aan, help/ondersteun hem indien nodig en geef hem voldoende complimenten als blijk van waardering (al gaat iets nog niet helemaal zoals het moet). Ook verbeterpunten zijn belangrijk om te noemen, maar wees niet te kritisch. Als de deelnemer een werkproces nog onvoldoende beheerst bij een beoordelingsmoment, blijft het een doelstelling voor de volgende periode. Bedenk dat een startende deelnemer nu nog niet op het gewenste niveau is en de ervaring heeft die later verwacht kan worden. De competentiekaarten geven u een algemeen en schematisch beeld van het beroep. De beroepsbeschrijving vindt u op bladzijde 4. Uw eigen bedrijfssituatie kan daar van afwijken. U kunt zonodig onderwerpen toevoegen of andere accenten leggen. Besteed regelmatig tijd aan de persoonlijke leerdoelen van de deelnemer, zoals vermeld in uitwerking deel beeld over het totaal Kijk steeds na afloop van een periode naar het totale beeld: Hoe ver is de deelnemer? Wat is zijn ontwikkelproces? Voer hierbij een voortgangsgesprek met de deelnemer om uw bevindingen aan de deelnemer duidelijk te maken, almede om de deelnemer zijn ervaringen te laten vertellen. U kunt uw totaalbeeld weergeven in uitwerking deel 3: beeld over het totaal. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 4

5 Overzicht kerntaken en werkprocessen Manager dierverzorging* Kerntaak Werkproces 1. Voert dagelijkse zorg uit op dierenhouderij 2. Organiseert dierlijke productie en draagt zorg voor uitvoering 3. Coördineert werkzaamheden 4. Onderneemt 1.1 Draagt zorg voor stalling en vervoer dieren 1.2 Draagt zorg voor water en voedselvoorziening dieren 1.3 Draagt zorg voor gezondheid en welzijn van dieren 1.4 Draagt zorg voor doelgroepgerichte activiteiten 2.1 Stelt fokprogramma op 2.2 Organiseert en bewaakt fokprogramma 2.3 Organiseert en bewaakt productiecondities 3.1 Plant en verdeelt werkzaamheden 3.2 Stuurt medewerkers aan 4.1 Ontwikkelt ondernemingsplan 4.2 Implementeert ondernemingsplan 4.3 Innoveert onderneming 4.4 Stelt marketingmix vast 4.5 Onderhoudt externe contacten 4.6 Stelt financieel beleid op 4.7 Bewaakt financiële situatie en verantwoordt deze 4.8 Koopt in 4.9 Beheert bedrijfsadministratie 4.10 Voert personeelsbeleid 4.11 Bepaalt en bewaakt beleid met betrekking tot kwaliteit, arbo, milieu en veiligheid 4.12 Bewaakt voorraad * voor een beschrijving van de gehele beroepengroep zie bijlage Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 5

6 Beroepsbeschrijving De manager dierverzorging is werkzaam in de dienstverlenende sector als ondernemer of als leidinggevende in een bedrijf waar dieren gehouden worden ten behoeve van recreatie of voor educatieve, sociaal-culturele en/of therapeutische doeleinden. Hij werkt zorgvuldig en met respect voor mens en dier. Hij houdt rekening met de wensen en behoeften van doelgroepen waarmee hij te maken heeft, dierenwelzijn en de zorg voor de dieren. Tevens houdt hij rekening met milieu- en veiligheidseisen en voorschriften rondom arbeidsomstandigheden. Veilig werken, milieubewust werken en oog voor de interessen van de recreant en de behoeften van zorgvragers komen terug in zijn bedrijfsbeleid. De manager dierverzorging heeft een beleidsbepalende en een beleidsbewakende rol, doorgaans in een dienstverband. Daarnaast is hij organiserend en coördinerend bezig; afhankelijk van de omvang van het bedrijf heeft hij bovendien een coachende, adviserende en leidinggevende rol. Hij werkt zelfstandig binnen de taakstelling van het bedrijf waar hij in dienst is. Hij is eindverantwoordelijk voor het bedrijf (of bedrijfsonderdelen), zowel voor het dierenwelzijn als voor de doelgroepgerichte activiteiten. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 6

7 Uitwerking Deel 1. Persoonlijke leerdoelen Deel 2. Competentiekaarten Deel 3. Beeld over het totaal Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 7

8 Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 8

9 Deel 1. Persoonlijke leerdoelen Op deze pagina kunt u samen met de deelnemer opschrijven wat de deelnemer op uw bedrijf goed wil oefenen en leren beheersen. Het kan gaan om onderwerpen waarmee de deelnemer nog wat moeite heeft of onderwerpen die heel belangrijk zijn. Het is goed voor uzelf en voor de deelnemer om te weten waar de deelnemer aan wil werken en waar zijn interesse ligt. Iedere keer als u met de deelnemer een leerdoel hebt besproken kunt u uw paraaf zetten. Leerdoelen van: Datum 1 Datum 2 Datum 3 Ik wil tijdens deze praktijkperiode werken aan. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 9

10 Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 10

11 Deel 2. Competentiekaarten Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 11

12 Kerntaak 1 Voert dagelijkse zorg uit op dierenhouderij Werkproces 1.1 Draagt zorg voor stalling en vervoer dieren De manager dierverzorging draagt planmatig zorg voor stalling en vervoer van de dieren; hij bepaalt de verblijfplaats en het vervoermiddel en maakt die gereed voor de dieren. In voorkomende gevallen zorgt hij voor het afzonderen en het vastzetten van dieren, rekening houdend met bedrijfsprocedures en wettelijke eisen met betrekking tot arbeidsomstandigheden, veiligheid en dierenwelzijn. Hij kiest geschikte materialen en middelen voor stalling en vervoer. Hij registreert gegevens over stalling en vervoer. Hij neemt verantwoorde beslissingen over de meest geschikte verblijfplaats én het meest geschikte vervoermiddel voor de dieren. Hij registreert gegevens over het stallen en vervoeren van dieren. Hij volgt bedrijfsprocedures, veiligheidsvoorschriften en wettelijke richtlijnen rond stalling en vervoer op. Hij kiest geschikte materialen en middelen voor stalling en vervoer en gaat daar zuinig mee om. Hij plant de werkzaamheden rondom stalling en vervoer, inclusief een tijdsindeling en de inzet van mensen en middelen. Hij voert de vervoers- en stallingswerkzaamheden lichamelijk verantwoord uit. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 12

13 Kerntaak 1 Voert dagelijkse zorg uit op dierenhouderij Werkproces 1.2 Draagt zorg voor water en voedselvoorziening dieren De manager dierverzorging verzorgt de voer- en watervoorziening voor de dieren planmatig. Hij neemt beslissingen over het voeren van de dieren, zorgt voor de juiste werking van voerapparatuur en watervoorziening en registreert gegevens omtrent water- en voedselvoorziening. Hij kiest materialen en middelen voor voedsel- en watervoorziening van de dieren. Hij werkt volgens bedrijfsprocedures en wettelijke richtlijnen. Hij neemt verantwoorde beslissingen m.b.t. het meest geschikte voer in de juiste hoeveelheid en de juiste waterhoeveelheid voor het dier. Hij registreert gegevens over voer en water van dieren. Hij volgt bedrijfsprocedures, veiligheidsvoorschriften en wettelijke richtlijnen op rond voedsel- en watervoorziening. Hij kiest geschikte materialen en middelen ten behoeve van de voedsel- en watervoorziening van de dieren en gaat daar zuinig mee om. Hij plant de werkzaamheden rondom voer en water, inclusief een tijdsindeling en de inzet van mensen en middelen. Hij voorziet de dieren van voedsel en water in de juiste hoeveelheid en tijdsverdeling op grond van kennis, inzicht en recente informatie over voedselkwaliteit en uitwerking. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 13

14 Kerntaak 1 Voert dagelijkse zorg uit op dierenhouderij Werkproces 1.3 Draagt zorg voor gezondheid en welzijn van dieren De manager dierverzorging bepaalt welke verzorgingswerkzaamheden nodig zijn en zorgt dat deze uitgevoerd worden volgens de in het bedrijf geldende procedures; hij controleert de conditie van de dieren en signaleert afwijkingen en ziekten. Hij gaat op correcte wijze met de dieren om en probeert, zo nodig, het gedrag van de dieren te sturen. Indien nodig schakelt hij een deskundige in en assisteert deze. Daarnaast registreert hij bijzonderheden. Hij zorgt voor een hygiënische omgeving binnen het bedrijf. Daarvoor reinigt, ontsmet en onderhoudt hij ruimten, materialen, apparatuur en vervoermiddelen en verwijdert mest- en afvalstoffen. Hij zorgt voor een adequate inrichting van de leefruimten en de (werk)omgeving. Hij kiest materialen en middelen voor de verzorging van dieren en hun leefomgeving. Hij verricht eenvoudige reparaties aan leefruimten, vervoermiddelen, materialen en voerapparatuur. Hij werkt volgens wettelijke richtlijnen en heeft oog voor dierenwelzijn. Hij neemt beslissingen rondom gezondheid/welzijn van de dieren en neemt weloverwogen risico s. Bij de zorg voor gezondheid en welzijn van dieren handelt hij in lijn met de geldende ethische maatstaven voor dierenwelzijn. Hij registreert gegevens over gezondheid en welzijn van de dieren. Hij volgt bedrijfsprocedures, veiligheids- en wettelijke voorschriften op rond gezondheid en welzijn. Hij monitort systematisch en zorgvuldig en signaleert bijtijds afwijkingen en/of ziekten bij het dier. Hij kiest geschikte materialen en middelen ten behoeve van gezondheid en welzijn van de dieren en gaat daar op verantwoorde wijze mee om. Bij afwijkingen en ziekten zoekt hij naar mogelijke oorzaken en verzamelt hij relevante informatie, waarbij hij signalen van de dieren en omgevingsfactoren snel oppikt en deze goed interpreteert om actie te kunnen ondernemen. Hij signaleert op grond van vaktechnisch inzicht tijdig zaken die samenhangen met gezondheid en welzijn; ook signaleert hij mogelijke risico s op epidemieën en neemt passende maatregelen. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 14

15 Kerntaak 1 Voert dagelijkse zorg uit op dierenhouderij Werkproces 1.4 Draagt zorg voor doelgroepgerichte activiteiten De manager dierverzorging bedenkt en organiseert doelgroepgerichte activiteiten op het bedrijf. De werkzaamheden die hieruit voortvloeien voert hij vakkundig, planmatig en klantgericht uit. Hij maakt gebruik van de juiste materialen en middelen. Hij neemt weloverwogen beslissingen rondom het organiseren van activiteiten die interessant zijn voor bepaalde doelgroep(en) en maakt op die manier een passend activiteitenaanbod. Hij plant de werkzaamheden rondom doelgroepgerichte activiteiten, inclusief een tijdsindeling en de inzet van mensen en middelen. Hij kiest geschikte materialen en middelen voor de uitvoering van doelgroepgerichte activiteiten, om ze succesvol te laten verlopen. Hij peilt behoeften, verwachtingen en tevredenheid van de doelgroepen waarmee hij werkt om het activiteitenaanbod zo veel mogelijk te laten aansluiten bij de verwachtingen van de doelgroepen. Hij bedenkt op grond van vaktechnisch inzicht interessante activiteiten en verzorgt de uitvoering ervan. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 15

16 Kerntaak 2 Organiseert dierlijke productie en draagt zorg voor uitvoering Werkproces 2.1 Stelt fokprogramma op De manager dierverzorging stelt een levensvatbaar en ethisch verantwoord fokprogramma en fokdoelen op en bepaalt de keuze van het vaderdier op grond van nieuwe en beschikbare informatie over gezondheid, levensduur en gewenste eigenschappen van de dieren. Hij is kostenbewust en maakt in zijn fokprogramma keuzes waarbij hij zijn kosten beperkt en het rendement optimaliseert. Hij handelt in lijn met binnen beroepsgroep en maatschappij geldende ethische maatstaven, normen en waarden. Door kennis van ontwikkelingen op de markt en bij concurrenten, kan hij de marktwaarde van zijn fokprogramma inschatten. Hij weet alle noodzakelijke informatie te achterhalen inzake de meest geschikte diereigenschappen en fokwaardecijfers. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 16

17 Kerntaak 2 Organiseert dierlijke productie en draagt zorg voor uitvoering Werkproces 2.2 Organiseert en bewaakt fokprogramma De manager dierverzorging coördineert de voortplanting; hij onderneemt acties die nodig zijn om de vruchtbaarheid te inventariseren en de voortplanting van de dieren te optimaliseren. Hij regelt planning en uitvoering van dekking of inseminatie. Waar dit nodig is roept hij de hulp in van deskundigen. Hij kiest geschikte materialen en middelen ten behoeve van vruchtbaarheid, voortplanting en geboorte. Hij registreert relevante gegevens rondom vruchtbaarheid en voortplanting en stelt ze beschikbaar. Hij registreert gegevens over vruchtbaarheid en bevruchting. Hij werkt zorgvuldig en werkt zoveel mogelijk volgens beproefde methoden bij werkzaamheden rond vruchtbaarheid en voortplanting. Hij kiest geschikte materialen en middelen ten behoeve van vruchtbaarheid, voortplanting en geboorte. Hij plant de werkzaamheden rondom vruchtbaarheid, voortplanting en geboorte, inclusief een tijdsindeling en de inzet van mensen en middelen. Hij roept tijdig de hulp in van anderen en raadpleegt deskundigen inzake vruchtbaarheid en voortplanting. Op grond van vaktechnisch inzicht bepaalt hij bronst en optimaal dekkingstijdstip, controleert hij dracht en assisteert bij dekking en inseminatie, vruchtbaarheidsonderzoek en vruchtbaarheidsbehandeling. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 17

18 Kerntaak 2 Organiseert dierlijke productie en draagt zorg voor uitvoering Werkproces 2.3 Organiseert en bewaakt productiecondities De manager dierverzorging verzorgt de drachtige dieren, bereidt de geboorte voor, begeleidt de geboorte en regelt de nazorg. Hij doet dit alles planmatig, maakt gebruik van deskundige hulp en registreert de relevante gegevens omtrent geboorte. Hij kiest materialen en hulpmiddelen die passen bij dracht en geboorte. Hij neemt op het juiste moment beslissingen rondom dracht en geboorte en roept hulp in als dit nodig is. Hij registreert gegevens over geboorte. Hij begeleidt geboorte en nazorg volgens beproefde methoden. Hij kiest geschikte materialen en middelen voor geboorte en nazorg aan kalveren. Hij plant de werkzaamheden rondom dracht en geboorte, inclusief een tijdsindeling en de inzet van mensen en middelen. Hij raadpleegt tijdig deskundigen bij dracht en geboorte. Hij begeleidt de geboorte met inzet van zijn lichamelijke kracht en behendigheid en verzorgt het moederdier en het kalf. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 18

19 Kerntaak 3 Coördineert werkzaamheden Werkproces 3.1 Plant en verdeelt werkzaamheden De manager dierverzorging maakt een planning voor de inzet van materieel en personeel. Hij kent verantwoordelijkheden toe aan de medewerkers en wijst hen de werkzaamheden toe. Hij houdt hierbij rekening met de kwaliteiten en (ontplooiings)wensen van medewerkers, de beschikbare middelen en actuele ontwikkelingen met betrekking tot de werkzaamheden. Hij past deze planning indien nodig aan. Hij verdeelt het werk waarbij hij medewerkers verantwoordelijkheden geeft die bij hen passen. Hij maakt een planning voor de inzet van materiaal en personeel en houdt daarbij rekening met kwaliteiten en (ontplooiings)wensen van medewerkers, de beschikbare middelen en actuele ontwikkelingen. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 19

20 Kerntaak 3 Coördineert werkzaamheden Werkproces 3.2 Stuurt medewerkers aan De manager dierverzorging informeert en instrueert medewerkers voorafgaand aan en tijdens de werkzaamheden over de te verrichten taken, de prioriteiten, de productiviteits- en kwaliteitsnormen en de te behalen resultaten. Hij bewaakt de voortgang van de werkzaamheden en ziet erop toe dat de medewerkers de werkzaamheden uitvoeren conform de gemaakte afspraken, bedrijfsprocedures en de eisen met betrekking tot arbeidsomstandigheden, veiligheid en milieu. Hij geeft feedback aan medewerkers met betrekking tot hun werk en hun handelen. Hij informeert medewerkers over de prioriteiten, de productiviteits- en kwaliteitsnormen en de te behalen resultaten en hij instrueert hen over hun taken. Daarnaast controleert hij of medewerkers de werkzaamheden uitvoeren volgens de gemaakte afspraken, bedrijfsprocedures en de eisen rond arbeidsomstandigheden, veiligheid en milieu. Hij geeft medewerkers heldere, eerlijke en constructieve feedback over hun werk, houding en handelen. Hij bewaakt de voortgang van de werkzaamheden. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 20

21 Kerntaak 4 Onderneemt Werkproces 4.1 Ontwikkelt ondernemingsplan De manager dierverzorging maakt strategische keuzes voor de bedrijfsontwikkeling op korte en lange termijn. Hij beschrijft de doelstellingen en kernactiviteiten van de onderneming en beschrijft tevens hoe deze bereikt en uitgevoerd moeten worden. Hij kiest een bedrijfsformule. Hij oriënteert zich op wettelijke en maatschappelijke kaders en stelt zijn ondernemingsplan op. Hij past zijn ondernemingsplan steeds aan op basis van ontwikkelingen. Zo nodig wint hij advies in bij deskundigen. Hij ontwikkelt een visie en een ondernemingsstrategie, waarbij hij rekening houdt met de wettelijke en maatschappelijke kaders. Hij formuleert het ondernemingsplan kernachtig en zonder taalfouten. Hij oriënteert zich op de trends en ontwikkelingen in de markt en de activiteiten van spelers daarbinnen, zodat hij strategische keuzes kan maken voor de onderneming. In het ondernemingsplan beschrijft hij op gestructureerde wijze de doelstellingen en de kernactiviteiten van de onderneming, hoe deze bereikt en uitgevoerd moeten worden. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 21

22 Kerntaak 4 Onderneemt Werkproces 4.2 Implementeert ondernemingsplan Omschrijving De manager dierverzorging stelt een activiteitenplan op om het ondernemingsplan van de onderneming te implementeren. Hij geeft in het activiteitenplan aan welke activiteiten ondernomen moeten worden, welke tijdlijn daarbij hoort en welke middelen en mensen daarvoor beschikbaar zijn. Hij stelt waar nodig het activiteitenplan bij of doet hier voorstellen voor. Zo nodig wint hij advies in bij deskundigen. Hij formuleert het activiteitenplan kernachtig en zonder taalfouten. Hij vertaalt het ondernemingsplan in een activiteitenplan met een beschrijving van de activiteiten, de tijdlijn, en de inzet van middelen en mensen. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 22

23 Kerntaak 4 Onderneemt Werkproces 4.3 Innoveert onderneming De manager dierverzorging oriënteert zich op het gebied van ontwikkelingen en innovaties in de branche, met betrekking tot nieuwe productiemethoden of producten. Hij koppelt dit aan de kansen en bedreigingen voor het bedrijf die voortvloeien uit de marktanalyse. Hij doet op basis hiervan voorstellen voor uit te voeren verbeteracties, investeringen, nieuwe productiemethoden of producten. Hij bekijkt hiervoor de mogelijkheden en creëert draagvlak. Hij zet de voorstellen om in acties. Hij kent de structuur, het beleid en de doelen van het bedrijf en de bepalende omgevingsfactoren en benut die kennis om te innoveren en hiermee de marktpositie te verbeteren. Hij zit er actief achteraan dat de innovatievoorstellen omgezet worden in acties. Op basis van gesignaleerde kansen komt hij tot (verbeter)voorstellen voor nieuwe producten en (productie)methoden. Hij creëert draagvlak voor zijn plannen met behulp van goede argumenten. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 23

24 Kerntaak 4 Onderneemt Werkproces 4.4 Stelt marketingmix vast De manager dierverzorging stelt de producten/diensten die hij aanbiedt vast, de prijs van deze producten/diensten, de manier waarop hij de promotie en presentatie van zijn onderneming vormgeeft en de plaats waar hij zijn onderneming vestigt. Hij analyseert de beschikbare informatie over product/dienst, prijs, promotie en vestigingsplaats en baseert daarop zijn eigen keuzes. Bij het bepalen van de marketingmix neemt hij de bedrijfsformule, de doelen, de markt, de doelgroepen, de concurrentie als uitgangspunt. Hij weet wat er speelt op de markt en bepaalt mede op basis daarvan de marketingmix. Hij bepaalt zijn producten en diensten, de prijs, promotie, presentatie en vestigingsplaats ervan op grond van inzicht, ervaring en onderzoek. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 24

25 Kerntaak 4 Onderneemt Werkproces 4.5 Onderhoudt externe contacten De manager dierverzorging onderhoudt contacten met klanten, leveranciers en externe adviseurs en bouwt een eigen netwerk op. Hij doet dit tijdens zijn dagelijkse werkzaamheden, op bijeenkomsten van overlegorganen, studiekringen en bij beurzen. Hij raadpleegt contacten om informatie te verkrijgen die van belang is voor het opstarten en continueren van zijn onderneming en profileert zich positief binnen zijn netwerk. Hij profileert zich positief binnen zijn netwerk zodat hij een goede indruk maakt op mensen uit het netwerk. Hij houdt zijn netwerk actueel, hij legt actief contact met mensen die een positieve bijdrage kunnen leveren aan het bedrijf, investeert in het opbouwen van een goede werkrelatie en gebruikt het netwerk om zakelijke doelen te bereiken en ervoor te zorgen dat er op relevante vakgebieden expertise beschikbaar is. Hij raadpleegt zonodig zijn netwerk zodat hij informatie verkrijgt die van belang is voor het opstarten of continueren van het bedrijf. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 25

26 Kerntaak 4 Onderneemt Werkproces 4.6 Stelt financieel beleid op De manager dierverzorging stelt het financieel beleid van het bedrijf vast door op basis van de jaarrekening en de financiële prognoses, de begroting en de budgetten vast te stellen. Hij analyseert de voor het bedrijf relevante financiële gegevens en maakt op basis hiervan inschattingen voor het opstellen van begroting en budgetten. Hij kent de financiële zaken die invloed hebben op het bedrijf en kent financiële concepten zodat hij een financieringsplan kan maken. Hij zorgt ervoor dat het financiële beleid past bij het bedrijf. Hij stelt op basis van de jaarrekening en de financiële prognoses de begroting en de budgettering vast voor het investerings- en financieringsplan. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 26

27 Kerntaak 4 Onderneemt Werkproces 4.7 Bewaakt financiële situatie en verantwoordt deze De manager dierverzorging controleert en bewaakt de vastgestelde begroting en budgetten. Hij analyseert periodiek de financiële informatie en neemt op basis hiervan maatregelen. Samen met de administrateur stelt hij een jaarrekening op waardoor hij zich kan verantwoorden. Hij toetst de financiële informatie aan de opgestelde begroting en de budgetten en komt met haalbare oplossingen wanneer er bijgestuurd moet worden. Hij maakt gebruik van de beschikbare financiële gegevens van het bedrijf om de financiële situatie van het bedrijf inzichtelijk te maken. Hij neemt op basis van de periodieke analyse van de financiële informatie op tijd beslissingen om de financiële situatie bij te sturen als dat nodig is. Hij kent de wettelijke richtlijnen die gelden voor de financiën van een bedrijf en past deze toe. Hij raadpleegt zijn administrateur bij zaken die de begroting kunnen beïnvloeden, zodat de financiële situatie bijgestuurd kan worden. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 27

28 Kerntaak 4 Onderneemt Werkproces 4.8 Koopt in De manager dierverzorging stelt op basis van de voorraadregistratie het inkoopvolume vast en koopt in, waarbij hij werkt volgens de inkoopprocedures van het bedrijf. Hij vraagt zonodig offertes op voor de gewenste producten. Hij maakt een keuze uit de inkoopkanalen en leveranciers. Hij onderhandelt met leveranciers over (inkoop)prijzen, kwaliteit en leveringsvoorwaarden. Hij registreert en evalueert de inkoop. Hij analyseert de voorraadregistratie en stelt het inkoopvolume vast. Hij vergelijkt diverse inkoopkanalen en leveranciers en maakt op basis hiervan een keuze. Hij zorgt voor een volledige en nauwkeurige registratie van de inkoopgegevens. Hij koopt in volgens de inkoopprocedures van het bedrijf. Hij kent de markt waarin hij actief is, inclusief de actuele ontwikkelingen en trends en de juiste inkoopkanalen. Hij gebruikt de juiste onderhandelingstechnieken bij de onderhandelingen met leveranciers om tot gunstige voorwaarden te komen. Hij koopt tijdig in. Hij overlegt tijdig met deskundigen en vakgenoten over nieuwe producten, het inkoopvolume, de keuze voor de inkoopkanalen en leveranciers. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 28

29 Kerntaak 4 Onderneemt Werkproces 4.9 Beheert bedrijfsadministratie De manager dierverzorging voert de financiële administratie uit volgens wettelijke richtlijnen. Hij besteedt eventueel een deel van de administratie/registratie uit aan derden. Hij besteedt een deel van de administratie uit om de financiële administratie rond te krijgen. Hij registreert de financiële gegevens accuraat en maakt daarmee de financiële administratie volledig. Hij voert de financiële administratie volgens de bedrijfsprocedures en volgens wettelijke richtlijnen. Hij past bij het uitvoeren van de administratie de juiste methoden en technieken toe. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 29

30 Kerntaak 4 Onderneemt Werkproces 4.10 Voert personeelsbeleid De manager dierverzorging stelt zijn behoefte aan personeel vast en gaat na aan welke eisen medewerkers moeten voldoen. Hij werft zelf kandidaten voor de betreffende functie of besteedt dit uit, voert met deze personen een sollicitatiegesprek en selecteert een medewerker. Hij selecteert op basis van de in het sollicitatiegesprek verkregen informatie een geschikte medewerker. Hij stelt op basis van de eisen waaraan medewerkers moeten voldoen, de juiste vragen in het sollicitatiegesprek. Hij werft zelf kandidaten of besteedt dit uit. Hij stelt zijn behoefte aan personeel vast en weet aan welke eisen de medewerkers moeten voldoen gezien de verwachte bedrijfsontwikkelingen. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 30

31 Kerntaak 4 Onderneemt Werkproces 4.11 Bepaalt en bewaakt beleid met betrekking tot kwaliteit, arbo, milieu en veiligheid De manager dierverzorging stelt het beleid op het gebied van kwaliteit, arbeidsomstandigheden, milieu en veiligheid vast. Hij selecteert voor het eigen bedrijf passende zorgsystemen. Hij houdt rekening met de geldende wet- en regelgeving, de voorschriften uit zorgsystemen en het bedrijfsbeleid. Hij werkt de zorgsystemen uit in concrete procedures of werkinstructies. Hij bewaakt of er gewerkt wordt volgens deze procedures en werkinstructies. Waar nodig past hij procedures en werkinstructies aan. Hij gebruikt benodigde gegevens voor het selecteren van zorgsystemen en voor het opstellen en aanpassen van procedures en werkinstructies en bepaalt welke zorgsystemen, procedures en werkinstructies gewenst zijn voor een logisch en evenwichtig systeem. Hij stelt procedures en werkinstructies nauwkeurig en gestructureerd op. Hij werkt bij het opstellen van het kwaliteitsbeleid en het kiezen van zorgsystemen volgens de (wettelijke) richtlijnen en voorgeschreven procedures. Hij formuleert in het beleid hoge kwaliteits- en productiviteitsnormen en vergelijkt die met de normen en criteria die gelden binnen het gekozen zorgsysteem. Ook bewaakt hij de naleving ervan. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 31

32 Kerntaak 4 Onderneemt Werkproces 4.12 Bewaakt voorraad De manager dierverzorging bewaakt de voorraden dierenvoeding en -verzorgingsproducten door deze regelmatig te controleren volgens de geldende procedures. Hij registreert de voorraden. Hierbij let hij op afwijkingen door beschadiging en/of derving van producten. Hij bewaakt het voorraadniveau en neemt wanneer nodig maatregelen om dit te corrigeren. Hij zorgt voor een volledige en nauwkeurige registratie van de voorraadgegevens. Hij bewaakt en controleert de voorraden volgens de eigen bedrijfsprocedures. Hij leest en interpreteert de voorraadgegevens uit het(geautomatiseerde) voorraadsysteem secuur. Daarnaast signaleert hij afwijkingen door beschadigingen en/ of derving van producten en onderneemt passende acties. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 32

33 Deel 3. Beeld over het totaal Wat is uw algemene indruk van de deelnemer t.a.v. het uitoefenen van het (gehele) beroep? Naast uw indruk m.b.t. het beheersen van (een aantal) van de zojuist geschetste werkprocessen die het beroep kenmerken, kunt u in uw oordeel meenemen in hoeverre een deelnemer met de voor het vak geldende beroepsdilemma s om kan gaan. - Afstemmen van managementtaken en uitvoerende taken - Ketendenken versus efficiënte bedrijfsvoering - Dierwelzijn versus efficiënte bedrijfsvoering - Veiligheid versus bedrijfsresultaat - Milieu versus efficiënte bedrijfsvoering - Klantvriendelijkheid versus efficiënte bedrijfsvoering Datum 1: Datum 2: Datum 3: Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 33

34 Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 34

35 Bijlage Beschrijving van de beroepengroep Kwalificaties De kwalificatie assistent medewerker voedsel en leefomgeving is bruikbaar is voor medewerkers op assistentenniveau in de sector voedsel en leefomgeving. De uitstroom assistent dierverzorger is specifiek op de dierverzorging gericht. Binnen de beroepengroep dierverzorging en veehouderij bestaan er 3 kwalificaties (beschrijving van een beroepengroep), die elk weer uitstromen hebben (herkenbare functies binnen die beroepengroep en de vereisten). Op het diploma van een deelnemer komt de naam van de kwalificatie én de uitstroom te staan. Kwalificatie Assistent medewerker voedsel en leefomgeving Uitstroom Assistent dierverzorger (niveau 1) Dierverzorging 2 Medewerker dierverzorging (niveau 2) Dierverzorging 3/4 Dierverzorger melkvee (niveau 3) Dierverzorger hokdieren (niveau 3) Dierverzorger graasdieren (niveau 3) Dierverzorger recreatiedieren (niveau 3) Proefdierverzorger (niveau 3) Biotechnicus (niveau 4) Dierenhouderij Melkveehouder (niveau 4) Dierenhouder hokdieren (niveau 4) Dierenhouder graasdieren (niveau 4) Manager dierverzorging (niveau 4) Voor meer informatie over de kwalificaties, zie Klik op kwalificatiedossiers en vervolgens op bekijk dossier. Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 35

36 Omschrijvingen van de uitstromen binnen de dierenhouderij recreatiedieren Assistent dierverzorger De assistent dierverzorger functioneert op niveau 1. Hij werkt op een bedrijf waar dieren gehouden worden. Zijn werkzaamheden hebben betrekking op het voeren en verzorgen van de dieren en het schoonmaken en onderhouden van de werk- en leefomgeving. De assistent dierverzorger toont inzet en werkt zorgvuldig waarbij hij let op het welzijn van de dieren. De assistent dierverzorger heeft een assisterende en uitvoerende rol met een beperkte uitvoeringsverantwoordelijkheid: hij is verantwoordelijk voor eigen werk, voor het correct gebruik van voorgeschreven materialen en middelen, voor de eigen veiligheid en voor de veiligheid van omstanders en dieren. Hij werkt onder toezicht of directe begeleiding en op basis van instructies, procedures en veiligheidsvoorschriften. De assistent dierverzorger voert routinematige werkzaamheden uit. Hij heeft algemene basiskennis en bezit basisvaardigheden om eenvoudige werkzaamheden uit te voeren. Kerntaken: - Voert werkzaamheden uit binnen de dierverzorgingssector Medewerker dierverzorging De medewerker dierverzorging functioneert op niveau 2. In het algemeen hebben zijn werkzaamheden betrekking op het voeren en verzorgen van de dieren en het schoonmaken en onderhouden van de werk- en leefomgeving. Daarnaast past hij de kwaliteitssystemen en procedures van het bedrijf toe. De medewerker dierverzorging heeft vooral een uitvoerende en signalerende rol en voert zijn werkzaamheden onder begeleiding uit. Hierbij volgt hij de instructies op van zijn leidinggevende. Hij is verantwoordelijk voor zijn eigen werk. Het werk van de medewerker dierverzorging wordt gekenmerkt door routinematige handelingen, waarbij het werken met levende dieren een continue oplettendheid vereist. Hij dient regelmatig terug te koppelen naar zijn leidinggevende en/of collega s. Hij heeft een proactieve houding en moet steeds rekening houden met het welzijn van de dieren en met de veiligheid van mens en dier. Verder neemt hij ook milieu en arbeidsomstandigheden in acht bij al zijn werkzaamheden. Kerntaken: - Voert en verzorgt dieren - Verzorgt leef- en werkomgeving Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 36

37 Dierverzorger recreatiedieren De dierverzorger recreatiedieren functioneert op niveau 3. Hij werkt binnen de dienstverlenende sector in de dierverzorging en is daarbij werkzaam op een manege, kinderboerderij of dierenasiel, kennel, pension of dierenpark waar recreatiedieren gehouden worden. Deze bedrijven en/of instellingen hebben vaak niet alleen een recreatieve functie, maar ook een educatieve, sociaal-culturele en/of therapeutische functie. Ook kunnen de bedrijven gericht zijn op sport en/of fokkerij. De dierverzorger recreatiedieren heeft een signalerende en proactieve houding waarbij te allen tijde rekening wordt gehouden met de gezondheid en het welzijn van de dieren en met de veiligheid van mens en dier. De dierverzorger recreatiedieren heeft een uitvoerende en signalerende rol en voert uitvoerende werkzaamheden zelfstandig uit en vaak op eigen initiatief. Hierbij heeft hij een eigen verantwoordelijkheid en de eindverantwoording ligt bij de manager of bedrijfsleider. Kerntaken: - Voert en verzorgt dieren - Begeleidt voortplanting - Verzorgt leef- en werkomgeving - Verricht publieksgerichte werkzaamheden Manager dierverzorging De manager dierverzorging functioneert op niveau 4. Hij is manager en soms eigenaar van het bedrijf. Hij beschikt over uitgebreide product- en vakkennis. De manager dierverzorging voert zijn werk zelfstandig uit. Hij is verantwoordelijk voor zijn eigen takenpakket en dat van de medewerkers. De manager dierverzorging werkt efficiënt, publieksgericht en met respect voor mens en dier: hij houdt rekening met de wensen van doelgroepen en het dierenwelzijn. Ook houdt hij rekening met milieu-, veiligheids- en arbeidsomstandighedenvoorschriften. Veilig werken, milieubewust werken en klantvriendelijkheid komen terug in zijn bedrijfsbeleid. De manager dierverzorging is eindverantwoordelijk voor het bedrijf. Hij heeft een beleidsbepalende en een beleidsbewakende rol. Daarnaast is hij organiserend en coördinerend bezig; afhankelijk van de omvang van het bedrijf heeft hij bovendien een coachende, adviserende en leidinggevende rol. Als manager heeft hij verder een innovatieve en initiërende rol. Hij moet anticiperen op ontwikkelingen en wisselende omstandigheden. Hij houdt bij de beleidsvorming rekening met marktontwikkelingen, maatschappelijke ontwikkelingen en wetgeving. Het opstellen van goed beleid is doorslaggevend voor succesvolle evenementen voor de gekozen doelgroepen. Hiervoor zijn specialistische kennis en vaardigheden nodig van het werkveld en de bedrijfsvoering. Kerntaken: - Voert dagelijkse zorg uit op dierenhouderij - Organiseert dierlijke productie of activiteitenaanbod en draagt zorg voor uitvoering - Coördineert werkzaamheden - Onderneemt Manager dierverzorging, december 2008 Pagina 37