Analyse over de thuisverpleging

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Analyse over de thuisverpleging"

Transcriptie

1 RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Tervurenlaan Brussel Analyse over de thuisverpleging Juni 2005 RIZIV Dienst geneeskundige verzorging 1

2 Inhoudsopgave Inleiding 5 Hoofdstuk 1. Het maatschappelijke debat over de vergrijzing. 6 Hoofdstuk 2. De evolutie van de ouderenzorg 10 Hoofdstuk 3. De historische evolutie van de thuisverpleging overzicht van de uitgaven voor thuisverpleging overzicht van het aantal gevallen thuisverpleging historische evolutie van de nomenclatuur betreffende verpleegkundige prestaties Belangrijke wijzigingen vanaf De forfaits voor rechthebbenden die beantwoorden aan bepaalde criteria betreffende fysieke afhankelijkheid Evolutie van enkele andere grote nomenclatuurcodes De palliatieve forfaits Forfaitaire honoraria voor verstrekkingen aan diabetespatiënten Het aantal verzorgingsdagen 32 Hoofdstuk 4. Regionale verschillen 37 Hoofdstuk 5. Prestatiebetaling of forfaitaire financiering Theoretische indeling De gerichte monodisciplinaire thuisverpleging 1.2 De verpleegkundige hulp bij afhankelijke personen 2. De nomenclatuur thuisverpleging De gerichte verzorging 2.2 De verpleegkundige hulp bij afhankelijke personen 3. Samenvatting verschilpunten tussen nomenclatuur en theoretische indeling Beantwoorden de forfaits aan een reële behoefte Argwaan en aarzeling 4.2 Waarom bestaat die argwaan betreffende de forfaits? 4.3 De palliatieve forfaits 5. De waarde van de forfaits De criteria voor de forfaits De toiletten buiten forfait 56 2

3 Hoofdstuk 6. De professionele zorg Algemene vaststellingen uit het verleden prognoses voor de toekomst Aantal verpleegkundigen in de thuiszorg Solopraktijken of groeperingen of organisaties met werknemers 4.1 Algemeen Raming aandeel van de georganiseerde diensten De meerwaarde van samenwerking De ondersteuning van de diensten thuisverpleging Oneigenlijke samenwerking Verdere eisen betreffende samenwerking tussen verpleegkundigen Financiering per patiënt of per patiëntele Een concreet voorstel van de diensten van verpleegkundigen in loondienst: case mix-financiering op basis van de reële kost De grenzen van de verpleegkundige Professionele zorg en informele zorg Gezinszorg De nood aan een zorgkundige Het takenpakket van de verpleegkundige Ongedekte behoeften In thuiszorg altijd de goedkoopste zorgvorm? 80 Hoofdstuk 7. Het profiel van de rechthebbende De consumptie betreffende thuisverpleging volgens leeftijd en regio Toekomstperspectieven: een schatting van de toekomstige kost betreffende thuisverpleging 88 Hoofdstuk 8. De regelgeving in België betreffende thuisverpleging en thuiszorg: verwarrend en vele raakvlakken Korte historische schets van de thuiszorg De regelgeving in Vlaanderen De regelgeving in Wallonië De regelgeving in het Brusselse Gewest Vaststellingen bij diverse regelgevingen 101 Hoofdstuk 9. Samenwerking eerstelijnszorg samenwerking welzijnszorg en gezondheidszorg De overheid wil meer samenwerking De geïntegreerde diensten voor thuisverzorging 104 3

4 3. Het Vlaamse engagement Het engagement van Wallonië Commentaar Een andere samenwerking: een concreet voorstel 108 Hoofdstuk 10. Het meten van de zorgafhankelijkheid 111 Hoofdstuk 11. Het persoonlijk aandeel van de rechthebbende De reglementering 2. De situatie op het terrein 3. Is een remgeld wenselijk? Hoofdstuk 12. De overeenkomstencommissie 118 Hoofdstuk 13. De evaluatie van de nieuwe nomenclatuur 120 Hoofdstuk 14. De controle op de verpleegkundige prestaties 125 Hoofdstuk 15. Aanbevelingen. 129 Bijlagen: 1 en 2 4

5 Inleiding. In zijn brief aan de heer Jo De Cock, administrateur generaal van het RIZIV, van 3 december 2004 (bijlage 1) stelt de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid voor om de begrotings- en financieel adviseur op het RIZIV te belasten met een grondige analyse van de thuisverpleging. Volgens de minister is deze analyse nodig omdat de thuiszorg in het algemeen, en de thuisverpleging in het bijzonder, moeten kunnen inspelen op de nieuwe maatschappelijke evoluties die maken dat de zorgbehoefte zal toenemen. De veroudering van de bevolking en vooral de vergrijzing binnen die veroudering evenals de verwachtingen van de bevolking maken dat er in de toekomst meer vraag zal zijn naar aangepaste kwalitatieve thuiszorg en gespecialiseerde thuisverpleging. Men verwacht dus dat de uitgaven voor thuisverpleging zullen toenemen en dat dit onvermijdelijk zal leiden tot een stijging van het budget voor gezondheidszorg. Tegelijk is de verdere ontwikkeling van de thuiszorg en de thuisverpleging ook een middel om andere duurdere zorgvormen te vermijden en dus te zorgen voor een zekere beheersing van de globale uitgaven voor gezondheidszorg. De analyse die hierna volgt is beperkt in opzet. Het gaat niet om een globale analyse van de noden en behoeften betreffende thuiszorg. De analyse beperkt zich in essentie tot de thuisverpleging, die deel uitmaakt van de federale gezondheidszorg. Voor deze analyse werden eveneens gesprekken gevoerd met diverse personen en organisaties: de verschillende vertegenwoordigers van de overeenkomstencommissie verpleegkundigen-verzekeringsinstellingen, vertegenwoordigers van de ziekenfondsen, verantwoordelijken van de FOD Volksgezondheid en individuele verpleegkundigen. We hebben vooral gebruik gemaakt van cijfers en gegevens die beschikbaar zijn op het RIZIV en ons ter beschikking werden gesteld door de dienst Actuariaat en de dienst Verpleegkundige Profielen van het RIZIV. Men dient echter rekening te houden met het feit dat het gegevensbestand van het RIZIV over thuisverpleging beperkt is. Waar mogelijk werd dan ook informatie geput uit andere gegevensbronnen of eerder uitgevoerde studies. Pol Verhaevert Begrotings- en financieel adviseur. 5

6 Hoofdstuk 1. Het maatschappelijke debat over de vergrijzing van de bevolking. De vergrijzing van de bevolking plaatst onze samenleving voor een uitdaging die niet mag worden onderschat. Het gaat ook niet om een louter Belgische kwestie. Ook Europa en alle geïndustrialiseerde landen zullen geconfronteerd worden met uitdagingen als gevolg van de stijging van de levensverwachting van de bevolking, gekoppeld aan een daling van het aantal geboorten. Het is ook duidelijk dat de toenemende kost van de vergrijzing niet enkel te wijten zal zijn aan een stijging van de pensioenuitgaven. De toename van de uitgaven voor gezondheidszorg is even belangrijk. Het maatschappelijke debat over de impact van de vergrijzing op de gezondheidszorg is relatief recent en zal nog vele jaren meegaan. Van in de jaren negentig is het besef gegroeid dat de ouderenzorg een nieuw sociaal risico omvat dat extra diende verzekerd of beschermd te worden. De vergrijzing maakt dat de gezondheidszorg bijvoorbeeld moet worden aangevuld met een systeem van long term care (LTC). Er is de geleidelijke overgang van een cure naar een care systeem. Ook op het niveau van de WHO, de OESO en de Europese Unie werden de inspanningen geïntensifieerd om de zorg voor ouderen, en dit zowel in specifieke voorzieningen als in het geheel van de uitgaven voor gezondheidszorg, in beeld te brengen. Dit leidde in tal van landen tot een maatschappelijk debat, niet zelden gekoppeld aan hervormingen in de ziekteverzekering of de sociale bescherming in het algemeen. Niet zelden wordt de discussie echter gevoerd binnen de context van de houdbaarheid van het budgettaire evenwicht in de publieke financiën. In het recente verleden is grote vooruitgang geboekt op het vlak van data en analyse van het vergrijzingsvraagstuk in België: de rapporten van onder meer het Planbureau, de Studiecommissie voor de Vergrijzing van de Hoge raad van financiën, de Hoge Raad voor de werkgelegenheid, de FOD Sociale Zekerheid bieden een geobjectiveerde basis waarop het beleid kan verder bouwen. In uitvoering van de Ministerraad van 16 en 17 januari 2004 belastte de minister van Sociale zaken en Volksgezondheid de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid met het opmaken van een studierapport over de impact van de vergrijzing op de gezondheidszorg en meer specifiek de ouderenzorg. De studie moet dienstig zijn voor het lanceren van een maatschappelijk debat in België over de gevolgen van de vergrijzing. 6

7 In uitvoering van deze beslissing heeft de Federale overheidsdienst Sociale Zekerheid aan het Hoger Instituut voor de Arbeid (KUL) en aan Socio Economie de la Santé (UCL) de opdracht gegeven om een studie uit te voeren waarin moet worden nagegaan welke informatie noodzakelijk is en zo mogelijk al beschikbaar is om dit breed maatschappelijk debat te kunnen voeren over de impact van de vergrijzing op de gezondheidszorg en de ouderenzorg. Deze studie 1, die in november 2004 aan de minister van Sociale zaken en Volksgezondheid werd overhandigd, bevat vele nuttige gegevens die dienstig zijn voor het onderwerp van onze analyse, met name de thuisverpleging. Dat onze bevolking veroudert is zeker (zie tabel 1), maar de impact daarvan op de gezondheidszorg is niet gemakkelijk te berekenen. De vooruitzichten voor België en per grote bevolkingsgroep zien er als volgt uit: Tabel 1: evolutie van het bevolkingsaandeel voor België en voor enkele grote leeftijdsgroepen België jaar jaar jaar jaar Bron: NIS, bevolkingsstatistieken. Tabel 2: zelfde evolutie in percenten België 100,0 % 100,0 % 100,0 % 100,0 % 100,0 % 100,0 % 0-19 jaar 23,2 % 22,3 % 21,6 % 21,2 % 21,0 % 20,9 % jaar 55,0 % 54,0 % 53,0 % 51,5 % 49,7 % 48,5 % jaar 4,7 % 6,2 % 6,3 % 6,7 % 6,9 % 6,4 % jaar 13,0 % 12,5 % 13,6 % 14,9 % 16,5 % 17,4 % ,1 % 5,1 % 5,5 % 5,7 % 5,8 % 6,9 % Bron: NIS, bevolkingsstatistieken. Over een tijdspanne van goed 25 jaar zien we de groep 65-plussers evolueren van 17,1 % naar 24,3 % van de Belgische bevolking. De leeftijdsgroep van 80 jaar en ouder stijgt in absolute cijfers van 2004 tot 2030 van senioren naar senioren. Bijna een verdubbeling. Wetende dat de kans op zorgbehoevendheid zich vooral situeert bij 80-plussers is hiermee de uitdaging voor een passende ouderenzorg geformuleerd. 1 Vergrijzing en gezondheidszorg en ouderenzorg in België, KUL, UCL, onderzoeksopdracht FOD Sociale Zekerheid, Directie-generaal sociaal beleid (2004/DGSOC 32036), Jozef Pacolet, Denise Deliège e.a. 7

8 In het derde verslag 2 van de Studiecommissie voor de Vergrijzing aan de Federale Regering wordt gesteld dat de totale uitgaven voor gezondheidszorg van 9,2 % van het bbp in 2003 zullen stijgen naar 12,5 % van het bbp in 2030, wat een groei betekent van 3,3 procentpunt van het bbp. De gemiddelde jaarlijkse groeivoet van de totale uitgaven over deze periode ( ) is 3,2 %. (Tussen 2003 en 2007 ligt de jaarlijkse gemiddelde groeivoet nog op 4,4 %, om nadien terug te vallen op 2,9 %). Deze groeivoet wordt verklaard door twee factoren: enerzijds de historisch trendmatige evolutie en de demografische factoren ( vergrijzing en bevolkingstoename ). In het derde rapport van de Studiecommissie voor de Vergrijzing lezen we dat de zogenoemde historische trendmatige evolutie bijzonder moeilijk te voorspellen is. De historisch trendmatige evolutie is het aandeel in de evolutie van gezondheidszorguitgaven die, bij onveranderde demografische structuur, te wijten is aan volume- en prijswijzigingen in de gezondheidszorg (technologische vooruitgang, nieuwe duurdere geneesmiddelen, diagnostische en curatieve technieken, sociale akkoorden voor het verzorgende personeel, prijsafspraken voor zorgverstrekkers). De historisch trendmatige evolutie omvat dus kosten die in principe onontwijkbaar zijn. Daarenboven dient te worden opgemerkt dat de Studiecommissie voor de Vergrijzing uitgaat van een langetermijnprojectie ( ) die een groei in de gezondheidszorg veronderstelt die ver beneden het actuele groeiritme ligt. De Studiecommissie gaat in zijn langetermijnprojectie (periode ) uit van een jaarlijkse gemiddelde groeivoet van de totale uitgaven voor gezondheidszorg van 2,9 %; de jaarlijkse gemiddelde groei van deze uitgaven te wijten aan de historische trendmatige evolutie is 2,1 % en die te wijten aan de demografische factoren 0,8 % (0,7 % daarvan wordt verklaard door de factor vergrijzing en 0,2 % door het bevolkingsvolume ). Over de gehele projectieperiode ( ) stijgen de totale overheidsuitgaven voor gezondheidszorg van 6,9 % van het bbp in 2003 tot 9,3 % van het bbp in 2030, wat een groei betekent van 2,4 procentpunten van het bbp. De jaarlijkse gemiddelde groeivoet van de overheidsuitgaven over de gehele projectieperiode is 3,2 %. Tussen 2003 en 2007 bedraagt de jaarlijkse gemiddelde groeivoet nog 5,1 %. Maar voor de langetermijnprojectie ( ) gaat de Studiecommissie uit van een jaarlijkse gemiddelde groei van de overheidsuitgaven voor gezondheidszorg van 2,8 %, een niveau dat ver beneden 2 Hoge Raad van Financiën Studiecommissie voor de vergrijzing jaarlijks verslag april

9 de huidige jaarlijkse stijgingen ligt. De Studiecommissie voor de vergrijzing gaat er dus vanuit dat de Regering in de toekomst de huidige groei van de overheidsuitgaven voor gezondheidszorg niet zal weerhouden. Mogelijk houdt de berekening van de Studiecommissie het risico in van een onderraming. De stijging van de overheidsuitgaven die enkel het gevolg is van de demografische effecten bedraagt 1,4 % van het bbp. tussen 2009 en 2030 (1,1 % van het bbp veroorzaakt door het vergrijzingseffect en 0,3 % van het bbp door het effect van het bevolkingsvolume). De studiecommissie voor de Vergrijzing lijkt er ook vanuit te gaan dat de publieke dekking van de uitgaven kleiner wordt: de stijging in procentpunten van het bbp bedraagt 3,3 procentpunten voor de totale uitgaven voor gezondheidszorg tegenover 2,4 procentpunten voor de overheidsuitgaven voor gezondheidszorg in de periode Dat de vergrijzing zal leiden tot meer ouderenzorg is eveneens zeker en daarenboven gewenst. In de hypothese dat de uitgavenprofielen per leeftijd en geslacht constant blijven doorheen de tijd zou de jaarlijkse gemiddelde groei van de overheidsuitgaven voor gezondheidszorg die alleen te wijten zijn aan de vergrijzing 0,7 % bedragen tussen 2001 en 2030, terwijl ze slechts 0,5 % bedroeg in de periode Volgens deze berekening lijkt de kost in de gezondheidszorg tengevolge van de vergrijzing alles bij elkaar mee te vallen en gaat het budgettair niet om een onoverkomelijk probleem. Ook in de recente studie vergrijzing en gezondheidszorg en ouderenzorg in België 4 is men dezelfde mening toegedaan. 3 Zie het derde rapport van de Studiecommissie voor de vergrijzing, bladzijde Vergrijzing en gezondheidszorg en ouderenzorg in België - KUL en UCL - Onderzoeksopdracht FOD Sociale Zekerheid - Directie-generaal Sociaal Beleid /DGSOC Jozef Pacolet, Denise Deliège e.a. 9

10 Hoofdstuk 2. De evolutie van de ouderenzorg. Dat de vergrijzing zal leiden tot meer ouderenzorg is eveneens zeker en is daarenboven gewenst. Als we aan het einde van vorig hoofdstuk stelden dat de kost van de gezondheidszorg tengevolge van de vergrijzing een haalbare kaart was in budgettaire termen dan bedoelen we dat de toename van de kosten in de specifieke sectoren van de ouderenzorg beperkt zal blijven in het geheel van de kostentoename die te verwachten valt in de gezondheidszorg in de komende decennia. De grote toename van de kosten voor gezondheidszorg die in volgende twee decennia verwacht wordt zal immers, volgens de berekeningen van de Studiecommissie voor de vergrijzing, vooral te wijten zijn aan de zogenaamde historische trendmatige evolutie. Samen met anderen 5 zouden we eigenlijk kunnen zeggen dat de kosten betreffende gezondheidszorg en ouderenzorg die naar boven komen niet de resultante zijn van de vergrijzing maar de resultante van economische en maatschappelijke vooruitgang die de motor vormt van levensverwachting en kwaliteit van leven. Met ouderenzorg bedoelen we hier niet de algemene uitgaven van de gezondheidszorg, waarvan we weten dat deze voor ongeveer 50 % gaan naar ouderen boven 65 jaar. De helft van de uitgaven voor geneeskundige verzorging wordt daarmee de facto ook zorg voor ouderen. Met ouderenzorg bedoelen we de specifieke voorzieningen die vooral gericht zijn op ouderen. Ouderenzorg is een bevoegdheid van de federale overheid, de gemeenschappen en de lokale overheden: - De gemeenschappen financieren de bouw van residentiële voorzieningen, zij financieren poetshulp, gezinszorg en andere voorzieningen en zijn bevoegd voor de zorgverzekering. - Lokale overheden zijn niet alleen organisator van zorg, maar financieren soms ook de voorzieningen. - Op federaal niveau is de ziekteverzekering bevoegd voor de financiering van ROB, RVT en de thuisverpleging. 5 Onder meer de auteurs van de studie Vergrijzing en gezondheidszorg en ouderenzorg in België. 10

11 Al deze voornoemde zorgvormen zijn vooral bedoeld voor ouderen, maar zijn daarom niet altijd uitsluitend gericht op ouderen. Zo is het waar dat vooral 65- plussers thuisverpleging consumeren, maar toch geldt thuisverpleging niet uitsluitend voor ouderen. Er bestaat een algemene consensus om te stellen dat de kost van al deze specifieke voorzieningen voor ouderen zal stijgen in de komende decennia tengevolge van de vergrijzing. In de al geciteerde studie Vergrijzing en gezondheidszorg en ouderenzorg in België worden een aantal nuanceringen 6 aangebracht: - enerzijds verwachten de auteurs een afremming van de kosten door de gestegen levensverwachting en de toegenomen kwaliteit van het leven: deze fenomenen zullen zorgen voor meer jaren in goede gezondheid zonder noemenswaardige ziekte of andere handicap; meer ouderen dus, maar tegelijk een dalende morbiditeit en een verbeterde zelfredzaamheid. - Anderzijds zullen de stijging van het aantal chronische aandoeningen en dementie en situaties van multimorbiditeit zorgen voor een toename van de uitgaven in de ouderenzorg. In de volgende hoofdstukken van deze analyse gaat het in essentie over één specifiek onderdeel van deze ouderenzorg, met name de thuisverpleging. Toch zullen we bij de behandeling van de thuisverpleging soms moeten verwijzen naar de andere componenten van de ouderenzorg in België. Voor een concrete becijfering van de toekomstige kost inzake thuisverpleging, verwijzen we verder naar hoofdstuk 7. 6 Zie voor meer uitleg hieromtrent de hoofdstukken 2 en 3 in de studie Vergrijzing en gezondheidszorg en ouderenzorg in België 11

12 Hoofdstuk 3. De historische evolutie van de thuisverpleging. In 1978 heeft de Belgische Regering beslist dat het aantal hospitalisatiedagen moest dalen en dat daartoe nieuwe of andere al bestaande zorgvormen dienden te worden aangemoedigd 7. Het behoud van de patiënt in zijn eigen woonomgeving door thuiszorg meer kansen te bieden en de oprichting van rust- en verzorgingstehuizen zijn sindsdien vaste politieke opties geworden in het beleid rond gezondheidszorg in België. In 1978 bedroegen de RIZIV-uitgaven voor thuisverpleging slechts 2,7 miljard Belgische frank of euro. In 2003 bedragen deze uitgaven 26,1 miljard Belgische frank of euro, of bijna een vertienvoudiging ten opzichte van Overzicht van de RIZIV-uitgaven voor thuisverpleging Tabel 3: jaarlijks evolutie van de uitgaven thuisverpleging in bedragen en in percenten sinds In duizenden euro Evolutie + 12,2% + 7,1% - 23,1% + 23,2% + 7,7% + 11,9% + 4,7% + 7,9% ,3% + 9,8% - 1,3% + 14,3% + 8,2% + 7,3% + 2,7% + 7,9% + 6,6% + 8,2 % De aanzienlijke daling van de uitgaven voor thuisverpleging in het jaar 1989 ten opzichte van het daaraan voorafgaande jaar heeft te maken met een wijziging van de reglementering: tot voordien werden de uitgaven aan verpleegkundige verzorging in de rustoorden meegeteld in de uitgaven thuisverpleging. Vanaf 1989 werd de verpleegkundige verzorging in de rustoorden echter geforfaitariseerd. 7 Wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging. 12

13 De daling van de uitgaven voor thuisverpleging in 1997 heeft te maken met de lineaire besparingsmaatregelen die de regering in dat jaar heeft getroffen tengevolge van de grote begrotingsoverschrijding die plaats vond in Om te vermijden dat een nieuwe overschrijding zou plaatsvinden in 1997 werden volgende maatregelen getroffen in diverse sectoren: - niet indexering van sommige honoraria; - tijdelijke vermindering van sommige honoraria en forfaits met 2 % of 3 %; - blokkering van persoonlijke aandelen op niveau van 31 december Aldus werden ook de honoraria van de verpleegkundigen in de thuiszorg met 3 % verminderd in het jaar Als besparingsmaatregel werden de honoraria van de verpleegkundigen in 2001 niet geïndexeerd. De jaarlijkse stijgingen van de uitgaven voor thuisverpleging waren meestal groter dan deze van het globale budget voor geneeskundige verzorging. Het aandeel van het budget thuisverpleging in het totale budget voor geneeskundige verzorging is van 3,77 % in 1986 gestegen tot 4,21 % in Tabel 4: aandeel van de uitgaven voor thuisverpleging in de totale uitgaven geneeskundige verzorging. Bedragen in duizenden euro Budget thuisverpleging Globaal budget geneeskundige Verzorging Aandeel van thuisverpleging 3.8 % 3,5 % 4,2 % 4,6 % 4,2 % 4,2 % In budgettaire cijfers is het aandeel van de thuisverpleging dus lichtjes gegroeid in de voorbije jaren. Maar in tabel 4 wordt aangetoond dat het aandeel van 4,6 % dat de uitgaven voor thuisverpleging innamen in het jaar 2000 intussen opnieuw gedaald is tot 4,2 % vanaf Sommige vertegenwoordigers in de Overeenkomstencommissie verpleegkundigenverzekeringsinstellingen stellen zich vragen over de stagnatie van de thuiszorgsector. Reden ook waarom de georganiseerde diensten die actief zijn in Vlaanderen samen een studie hebben besteld bij het HIVA met als thema: is de thuiszorg onderontwikkeld in Vlaanderen en in België? 8 8 Is de thuiszorg onderontwikkeld in Vlaanderen en in België? - Onderzoeksopdracht aan professor Jozef Pacolet van het HIVA, zie website 13

14 Uit internationaal onderzoek van de voorzieningen van ouderen merken Pacolet en anderen op dat België eerder instellinggeoriënteerd is, terwijl sommige andere landen eerder thuiszorggeoriënteerd zijn 9. Ter vergelijking geven we in tabel 5 de evolutie van de andere belangrijke RIZIV-voorziening voor ouderen, met name de sector ROB-RVT. Het aandeel van de voorzieningen ROB en RVT in de totale uitgaven voor geneeskundige verzorging is gestaag gegroeid en bereikt in 2004 al 8,7 %, dit is meer dan het dubbele van het aandeel van de thuisverpleging in de totale uitgaven. De jaarlijkse stijgingen sinds 1989 van het budget voor ROB en RVT zijn eveneens veel groter dan de jaarlijkse stijgingen van het globale budget voor geneeskundige verzorging in dezelfde periode. Als voornaamste redenen voor de stijging van het budget thuisverpleging in de voorbije jaren wordt door de verschillende gecontacteerde gesprekspartners het volgende aangestipt: - De toenemende trend in de ziekenhuizen om de patiënten sneller naar huis te sturen. Diverse vertegenwoordigers stellen dat deze factor ook een verklaring biedt voor het feit dat ook de zogenaamde acute verpleegkundige zorg belangrijk is en blijft. - De demografische evolutie en het toenemende aantal afhankelijke bejaarden die thuis wonen en een beroep doen op de verzorging. - Er wordt sneller een beroep gedaan op de diensten voor thuisverpleging. Een vertegenwoordiger van een ziekenfonds stipt aan dat de afwezigheid van remgeld bij de prestaties van een verpleegkundige maakt dat gezinnen soms ten onrechte beroep doen op verpleegkundige hulp in plaats van andere thuiszorghulp (waar wel een beperkt persoonlijk aandeel bestaat). - De toenemende technische kennis van de verpleegkundigen die het mogelijk maakt om nieuwe prestaties te voorzien in de nomenclatuur (bijvoorbeeld aangaande palliatieve verzorging, complexe wondzorg, verzorging diabetici, enz). 9 Vergrijzing en gezondheidszorg en ouderenzorg in België, Pacolet, Deliège en anderen. 14

15 Budget ROB en RVT Globaal budget gen. Verzorging Aandeel ROB en RVT Tabel 5: aandeel van het budget ROB-RVT in de totale uitgaven geneeskundige verzorging Bedragen in duizenden euro ,1 % 3,3 % 4,2 % 4,4 % 4,8 % 5,3 % 5,9 % 5,9 % 6,0 % 6,2 % 6,5 % 6,8 % 7,3 % 7,9 % Budget ROB en RVT Globaal budget gen. Verzorging Aandeel ROB en RVT ,6 % 8,7 % 15

16 2. Overzicht van het aantal gevallen thuisverpleging. In tabel 6 wordt een overzicht gegeven van de evolutie van het aantal gevallen over de jaren vanaf 1991 tot heden. De evolutie van het aantal gevallen thuisverpleging volgt helemaal niet hetzelfde ritme als de evolutie van de uitgaven: zie tabel 7. Over de gehele periode van 1991 tot 2004 is het aantal gevallen toegenomen met 83,10 %, terwijl de uitgaven in dezelfde periode zijn toegenomen met 163,40 %. De toename van de uitgaven heeft dus niet alleen te maken met een stijging van het aantal gevallen (volumeaspect), maar ook met een betere vergoeding van de verpleegkundige prestaties (prijselement) in de voorgaande jaren en/of een mogelijke verschuiving van goedkopere verpleegkundige prestaties naar duurdere verpleegkundige prestaties. In de meest recente jaren (vanaf 2001) stellen we zelfs bijna een stagnatie vast in het aantal gevallen. Sommigen leiden daaruit af dat mogelijk de verpleegkundigen aan het einde van hun mogelijkheden zijn: zij zouden niet meer in staat zijn om nieuwe gevallen te behandelen. En deze redenering wijst dan inderdaad op een mogelijk tekort aan verpleegkundigen. De verpleegkundigen, zowel de georganiseerde diensten als de zelfstandig werkende verpleegkundigen ontkennen dit en stellen dat ze tot op vandaag perfect in staat zijn om aan alle aanvragen voor thuisverpleging te voldoen, behalve in de Brusselse regio en in de Antwerpse agglomeratie. Uit de gesprekken met diverse organisaties van verpleegkundigen blijkt inderdaad dat het grote aantal ouderen in Brussel samen met het beperkte aantal verpleegkundigen in die regio een zorgtekort kan opleveren. De hiervoor vastgestelde stagnatie van het aantal gevallen is doorbroken in 2004: de stijging van het aantal gevallen met 8,8 % in dat jaar is vooral te wijten aan de invoering van een aantal nieuwe codes voor de zorgverlening aan diabetische patiënten 10. Zo is één code ( opvolgingshonorarium voor begeleiding van een diabetespatiënt die niet overschakelt op zelfzorg door een vaste verpleegkundige) verantwoordelijk voor een belangrijk aantal nieuwe gevallen ( gevallen), terwijl de daarmee verband houdende uitgave miniem is ( euro) of 0,26 euro per geval. Het aantal gevallen in de diverse sub-rubrieken evolueert ook niet op dezelfde manier. Zo stellen we vast dat: - het aantal individuele verstrekkingen in de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende tijdens de week in de periode van 1991 tot 2004 toegenomen is met 78,8 %; 10 Ingevoerd vanaf 1 juli

17 - het aantal verstrekkingen in de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende tijdens het weekend of op een feestdag (de zogenaamde verstrekkingen tegen verhoogd tarief) in die periode stijgt met 94,9 %; - het aantal verplaatsingen stijgt met 43,3 %; - Het aantal verstrekkingen in de huizen van minder-validen stijgt echter in dezelfde periode met 575,6 %. 17

18 Tabel 6: overzicht jaarlijks aantal gevallen vanaf 1991 Individuele verstrekkingen tijdens week Verstrekkingen tegen verhoogd tarief Reiskosten Vast bedrag in tehuizen mindervaliden TOTAAL Evolutie in % -11,2 % 1,3 % 7,0 % 5,4 % 2,9 % 13,8 % 22,4 % 4,0 % 3,6 % 0,2 % 1,2 % 1,8 % 8,8 % Tabel 7: vergelijking van de evolutie van de uitgaven en de gevallen inzake thuisverpleging Evolutie uitgaven in % 11,9 % 4,7 % 7,9 % 13,3 % 9,8 % - 1,3 % 14,3 % 8,2 % 7,3 % 2,7 % 7,9 % 6,6 % 8,2 % gecumuleerd 163,37 % Evolutie gevallen in % - 11,2 % 1,3 % 7,0 % 5,4 % 2,9 % 13,8 % 22,4 % 4,0 % 3,6 % 0,2 % 1,2 % 1,8 % 8,8 % gecumuleerd 83,06 % 18

19 3. Historische evolutie van de nomenclatuur inzake verpleegkundige prestaties Belangrijke wijzigingen vanaf De nomenclatuur van verpleegkundige verstrekkingen in de thuiszorg heeft, vooral sinds 1991, belangrijke wijzigingen ondergaan. Tot voor 1991 ging het vooral om een beperkt aantal verzamelcodes waarbinnen per zitting één of meerdere technische prestaties mogelijk waren. Ook de lijst van de opgesomde technische prestaties per codenummer was zeer beperkt. Een supplement (bijkomend honorarium) was mogelijk in twee gevallen: - ingeval één of meer complexe wondverzorgingen werden uitgevoerd; - ingeval een intiem toilet werd uitgevoerd bij een patiënt die tenminste gedeeltelijk hulp van de verpleegkundige behoeft bij het kleden. Vanaf 1991 wordt de nomenclatuur meermaals aangepast. Samengevat hebben de wijzigingen vooral betrekking op volgende elementen: - De verzamelcodes worden geleidelijk vervangen door individuele nomenclatuurnummers voor technische prestaties; - Het aantal vergoedbare technische prestaties wordt geleidelijk uitgebreid; - Er komen sinds april 1991 forfaitaire honoraria die één keer per verzorgingsdag mogen worden aangerekend aan patiënten die beantwoorden aan bepaalde criteria inzake fysieke afhankelijkheid; - Er komt geleidelijk meer aandacht voor meer complexe verpleegkundige verzorging (gespecialiseerde wondzorg, zorg voor diabetespatiënten en andere gespecialiseerde prestaties); - Specifieke forfaitaire honoraria voor de verzorging aan palliatieve patiënten. De nomenclatuur is in belangrijke mate geëvolueerd van kortdurende zorg naar meer chronische zorg. Punctuele technische verstrekkingen op voorschrift van de arts (die belangrijk blijven) werden aangevuld met de zorg aan afhankelijke personen. Van een systeem van bijna uitsluitend acute zorg voor 1991 naar een systeem van meer chronische zorg in goed tien jaren. Aldus evolueert de nomenclatuur van de verpleegkundige verstrekkingen geleidelijk naar de zogenaamde long term care (LTC). De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hecht enorm veel belang aan specifieke zorgvoorzieningen die langdurige zorg mogelijk maken voor mensen (vooral ouderen) die niet meer in staat zijn om zichzelf te verzorgen of hulp nodig hebben bij de dagdagelijkse activiteiten 11. De WHO stelt daarbij dat institutionalisering zelden de beste oplossing biedt voor LTC en wijst op de 11 Les soins de lonque durée à domicile rapport d un groupe d étude de l OMS, Genève,

20 voordelen van thuiszorg op dat vlak. Verpleegkundige prestaties maken daar deel van uit. Er mag verwacht worden dat de long term care zal groeien, ook in de thuisverpleging. Het spreekt voor zich dat dit eveneens zal moeten leiden tot verdere aanpassingen van de nomenclatuur, zoals trouwens gewenst door de voogdijminister. Hierbij verwijzen we naar de brief van minister Demotte aan de heer Jo De Cock (zie bijlage 1), evenals naar de brief van zijn voorganger Frank Vandenbroucke aan de voorzitter van de overeenkomstencommissie verpleegkundigen verzekeringsinstellingen (zie bijlage 2). Historische budgettaire evolutie van enkele specifieke nomenclatuurprestaties. Algemeen kan men de verpleegkundige prestaties indelen in twee grote groepen: individuele technische prestaties (gefactureerd per prestatie) enerzijds en forfaits anderzijds De forfaits voor rechthebbenden die beantwoorden aan bepaalde criteria betreffende fysieke afhankelijkheid. Vanaf 1 april 1991 werden twee forfaits A 12 en B 13 ingevoerd (voor meer uitleg zie in een verder hoofdstuk) dat één keer per verzorgingsdag wordt toegekend voor het geheel van de verpleegkundige verzorging, verleend aan de rechthebbende wiens fysieke afhankelijkheidstoestand beantwoordt aan bepaalde criteria. De in voetnoot vermelde criteria zijn deze die bestonden op datum van 1 april Deze criteria werden herhaaldelijk aangepast (meestal strenger gemaakt) in de daaropvolgende jaren. In het kader van een aantal regeringsmaatregelen inzake chronische patiënten, werd vanaf 1 juni 1997 een derde forfait C 14 ingevoerd voor zwaar zorgafhankelijke patiënten die beantwoorden aan welbepaalde criteria. 12 Forfait A, dat één keer per verzorgingsdag wordt toegekend voor het geheel van de verpleegkundige verzorging aan de rechthebbende wiens fysieke afhankelijkheidstoestand beantwoordt aan de volgende criteria: - afhankelijk om zich te wassen en te kleden, en - afhankelijkheid om zich te verplaatsen en/of om naar het toilet te gaan. 13 Forfait B, dat één keer per verzorgingsdag wordt toegekend voor het geheel van de verpleegkundige verzorging, verleend aan de rechthebbende wiens fysieke afhankelijkheidstoestand beantwoordt aan volgende criteria: - afhankelijk om zich te wassen en te kleden, en - afhankelijk om zich te verplaatsen en om naar het toilet te gaan, en - afhankelijkheid wegens incontinentie en/of om te eten. 20

21 In tabel 8 wordt een overzicht gegeven van de evolutie van de verschillende forfaits in uitgaven en in aantal gevallen sinds hun ontstaan in Het stijgingspercentage van het aantal gevallen tussen 1991 en 2003 is kleiner dan het stijgingspercentage van de uitgaven voor de forfaits in dezelfde periode: - Het aantal gevallen is met 420,5 % gestegen; - De uitgaven zijn met 559,7 % gestegen. Dat heeft te maken met de regelmatige herwaardering van de forfaits (indexering + bijkomende aanpassingen) en met de invoering van een nieuw duur forfait C in 1997 voor rechthebbenden die voorheen enkel konden genieten van het minder hoge forfait B. In 1997 daalt het aantal gevallen met eenheden tengevolge van een verstrenging van de criteria waaraan de rechthebbende dient te voldoen om een vergoeding te bekomen voor de forfaitaire honoraria. Tegelijk stellen we in 1997 een verschuiving vast tussen de forfaits onderling: - Er komen door de invoering van een nieuw forfait nieuwe gevallen bij, die recht geven op het hoogste forfait C: rechthebbenden die voorheen recht gaven op het forfait B; - Tegelijk stellen we een daling vast in het aantal gevallen voor het forfait B ten belope van eenheden: deels gaat het om gevallen die nu voldoen aan de criteria van het forfait C ( gevallen) en deels om gevallen die niet meer voldoen aan de strengere criteria van het forfait B en terugvallen op forfait A. - De globale daling wordt dan verklaard door het feit dat een aantal rechthebbenden die voorheen recht hadden op het forfait A geen recht meer hebben op het forfait door de verstrenging van de criteria inzake afhankelijkheid. 14 Forfait C, dat één keer per verzorgingsdag wordt toegekend voor het geheel van de verpleegkundige verzorging, verleend aan de rechthebbende wiens fysieke afhankelijkheidstoestand beantwoordt aan volgende criteria: - afhankelijk om zich te wassen (score 4) en zich te kleden (score 4) en - afhankelijk om zich te verplaatsen (score 4) en om naar het toilet te gaan (score 4) en - - afhankelijk wegens incontinentie en om te eten (waarvan één van de criteria een score 4 heeft en het andere criterium een score van minimum 3) 21

22 Figuur 1: uitgaven voor forfaits A, B, C (2004) Forfait A Forfait B Forfait C Figuur2: aantal gevallen voor forfaits A, B en C (2004) Forfait A Forfait B Forfait C 22

23 Tabel 8: evolutie van de uitgaven en het aantal gevallen van de forfaits A, B en C Forfait A Uitgaven Gevallen Forfait B Uitgaven Gevallen Forfait C Uitgaven Gevallen Totale uitgaven Totale gevallen Forfait A Uitgaven Gevallen Forfait B Uitgaven Gevallen Forfait C Uitgaven Gevallen Totale uitgaven Totale gevallen

24

25 Tabel 9: evolutie van de honoraria voor de forfaits Forfait A Forfait B Forfait C Week weekend week weekend week Weekend ,16 euro 15,37 euro 18,59 euro 25,78 euro ,79 euro 18,82 euro 24,29 euro 36,07 euro 28,88 euro 42,98 euro ,54 euro 21,41 euro 27,63 euro 41,03 euro 37,80 euro 56,30 euro Tabel 9 toont aan dat doorheen de jaren vooral de financiering van de forfaits voor de zwaarst afhankelijke patiënten werd verbeterd, in essentie het forfait C en in mindere mate het forfait B. Ter vergelijking geven we hieronder in tabel 9bis de forfaits die gelden in ROB en RVT. Daaruit blijkt dat de vergoedingen voor sommige forfaits dicht aanleunen bij de forfaits die gelden in ROB en RVT. De palliatieve forfaits benaderen en overtreffen zelfs de forfaits in ROB en RVT (zie tabel 15bis). En ook in ROB en RVT dienen met de geldende forfaits palliatieve patiënten te worden verzorgd. Tabel 9bis: theoretisch forfait voor ROB en RVT in de nieuwe instellingsfinanciering Maximum Minimum ROB - 0 1,95 1,29 ROB A 10,51 7,20 ROB B 28,97 24,77 ROB C 43,55 37,18 ROB Cdem 47,56 40,70 RVT B 51,55 43,53 RVT- C 57,99 49,10 RVT- Cdem 60,00 50,86 In het kader van vergelijkend internationaal onderzoek worden deze forfaits voor fysiek afhankelijke personen aanzien als long term care (LTC). In de al vernoemde studie 15 wordt vastgesteld dat de uitgaven voor LTC in België minder snel stijgen dan de totale uitgaven voor thuisverpleging. Dat kan volgens de auteurs betekenen dat het aantal mensen die thuis verblijven in een situatie van zware afhankelijkheid niet toeneemt. Maar dat zou eveneens kunnen betekenen dat de professionele hulpverleners in de thuisverpleging de vraag niet kunnen voldoen, waardoor niet of onvoldoende geholpen patiënten verplicht worden om een residentiële opvang te zoeken. De 15 Vergrijzing en gezondheidszorg en ouderenzorg in België, Pacolet, Deliège e.a. 25

26 diverse vertegenwoordigers van de verpleegkundigen die in het kader van deze analyse werden gecontacteerd ontkennen deze stelling echter. Het aandeel van de uitgaven voor forfaits in de totale uitgaven voor thuisverpleging is stabiel, met een lichte afname in de meest recente jaren. Het aandeel van de forfaits stijgt weliswaar niet en dit kan natuurlijk voor sommigen in tegenspraak zijn met de verwachting die men heeft betreffende de groeiende uitgaven voor LTC gelet op de veroudering van de bevolking. De echte vergrijzing van onze bevolking moet echter nog komen. Voor een volledig beeld moeten ook de forfaits voor palliatieve zorg worden bijgevoegd, omdat de rechthebbenden die sinds 2001 recht hebben op het palliatief forfait voorheen ook verzorgd werden onder één van de bestaande forfaits A, B of C. Tabel 10: aandeel uitgaven LTC (forfaits A, B en C) in totale uitgaven voor thuisverpleging ,30 % 56,40 % 56,00 % 56,90 % 58,00 % 59,00 % 59,70 % 59,00 % 58,50 % 58,10 % Tabel 11: aandeel gezamenlijke uitgaven LTC en palliatieve forfaits in de totale uitgaven voor thuisverpleging ,3 % 56,4 % 56,0 % 56,9 % 58,0 % 59,0 % 59,8 % 61,8 % 62,4 % 62,9 % Als men de forfaits A, B en C samenvoegt met de palliatieve forfaits, die verder worden behandeld, dan stijgt het aandeel van de forfaits voor zwaar zorgbehoevende patiënten in de totale uitgaven voor thuisverpleging Evolutie van enkele andere nomenclatuurcodes. Voor de andere nomenclatuurcodes is het niet evident om een vergelijking te maken tussen de situatie voor 1997 en de situatie nadien. Zoals al gezegd bestonden er tot de belangrijke nomenclatuurwijziging van 1997 slechts enkele verzamelcodes 16 waarbinnen diverse technische verpleegkundige prestaties mogelijk waren. In 1991 was er slechts in twee gevallen een supplement mogelijk waarvoor een specifiek codenummer bestond: toiletten en complexe wondzorg. 16 Eerste verzamelcode: verzorging door een verpleegkundige, die per zitting één van de volgende verstrekkingen omvat: intra-musculaire, onderhuidse of hypodermatische inspuiting, lavement, sonderen van blaas, blaasspoeling, vagina-irritatie, zetten van laatkoppen, wondverzorging, toilet, aspiratie van secreties, plaatsen van maagsonde, sonde-en/of fistelvoeding, manueel verwijderen van faecalomen. Tweede verzamelcode: verzorging door een verpleegkundige, die per zitting meer dan één van volgende verstrekkingen omvat. : idem verstrekkingen als in de eerste verzamelcode. 26

27 Vanaf 1 juli werd, naast het supplement voor toilet, een apart nomenclatuurnummer gecreëerd voor het toilet, evenals een nieuwe verzamelcode 18 waarin een toilet en één of meer andere technische prestaties dienden te worden verricht. Pas vanaf de nomenclatuurwijziging van en in latere belangrijke nomenclatuurwijzigingen 20 werden de diverse technische prestaties onder aparte codenummers opgenomen in de nomenclatuur en is een betere opvolging mogelijk van de uitgaven verbonden aan diverse prestaties. Sinds 1991 is de nomenclatuur dus in belangrijke mate gewijzigd en verbeterd. In tabel 13 proberen we toch een overzicht te geven van de uitgaven voor enkele grote rubrieken uit de nomenclatuur buiten de forfaits. Tabel 14 geeft een overzicht van het aantal gevallen voor dezelfde rubrieken. Enkele bemerkingen. - de toiletten. De bepalingen in de nomenclatuur aangaande de toiletten werden in de voorbije jaren herhaaldelijk aangepast. Deze wijzigingen zijn verantwoordelijk voor de spectaculaire verschuivingen tussen 1991 en 1994 enerzijds en tussen 1996 en 1998 anderzijds zoals weergegeven in tabellen 13 en 14. Telkens ging het om pogingen om het stijgende aantal toiletten te beperken en/of minder goed te vergoeden (zie verder in een apart hoofdstuk rond de toiletten). - de diversen. Daarmee worden de drie grote verzamelcodes bedoeld waarbinnen één of meerdere diverse technische prestaties konden worden verricht. Tot 1996 vormden ze samen met de forfaits (ingevoerd in 1991) de voornaamste uitgavenpost binnen het budget thuisverpleging. Met de nomenclatuurwijziging van 1 juni werden deze codes geschrapt en vervangen door individuele technische prestatiecodes De palliatieve forfaits. In het kader van de palliatieve zorg werden in ook drie verpleegkundige forfaits (PA, PB en PC) ingevoerd voor palliatieve patiënten die beantwoorden aan bepaalde fysieke afhankelijkheidscriteria en die erkend zijn als palliatief patiënt. Als palliatieve patiënt worden erkend de patiënten waarvoor een 17 Koninklijk besluit van 12 augustus Nieuwe verzamelcode: verzorging door een verpleegkundige, die per zitting een toilet en één of meer van de volgende verstrekkingen omvat.(nadien volgt de lijst van verstrekkingen die voorkomt in de beide andere verzamelcodes). 19 Koninklijk besluit van 23 april Koninklijk besluit van 3 september 2000, koninklijk besluit van 12 september 2001, koninklijk besluit van 11 juni Koninklijk besluit van 23 april Koninklijk besluit van 12 september

28 palliatief forfait werd toegekend 23 : in principe gaat het om patiënten met een levensverwachting van minder dan 3 maanden, met dien verstande dat de verpleegkundige forfaits voor palliatieve patiënten toegekend blijven tot het overlijden van de patiënt (indien hij thuis overlijdt, zoniet tot de laatste dag waarop hij thuis werd verpleegd). Recente gegevens duiden erop dat in vele gevallen de palliatieve patiënt nog leeft na deze periode. Naast deze drie forfaits werd er ook een palliatief dagplafond (PP) en een palliatief supplement (PN) ingevoerd. Tabel 15 geeft de recente evolutie van de palliatieve forfaits Forfaitaire honoraria voor verstrekkingen aan diabetespatiënten Met een (voorlopig) laatste nomenclatuurwijziging van werd in de thuisverpleging extra aandacht besteed aan de verzorging van chronische patiënten, zoals de diabetespatiënten. Het gaat hier waarschijnlijk niet om de laatste stap die zal worden gezet in de vernieuwing van de nomenclatuur opdat de thuisverpleegkundige in de toekomst beter gewapend zou zijn om het hoofd te bieden aan een toenemende vraag van complexe chronische thuisverzorging. Vele bejaarden die thuis verblijven lijden immers aan chronische aandoeningen. Het budget voor de nieuwe nomenclatuur van de verstrekkingen aan diabetespatiënten werd op kruissnelheid geraamd op euro. De werkelijke uitgaven zijn veel lager: ze bedragen slechts euro in Tabel 12: uitgaven en gevallen voor diabetespatiënten Uitgaven Gevallen Uitgaven Gevallen Het gaat om de forfaitaire tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 2 december 1999 tot vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor geneesmiddelen, verzorgingsmiddelen en hulpmiddelen voor palliatieve thuispatiënten, bedoeld in artikel 34, 14, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen 24 Koninklijk besluit van 11 juni

29 Diversen¹ Toiletten² Injecties³ Wondzorg⁴ Basisverstrekking⁵ Dagplafond⁶ Diversen¹ Toiletten² Injecties³ Wondzorg⁴ Basisverstrekking⁵ Dagplafond⁶ Tabel 13: evolutie uitgaven voor enkele grote nomenclatuurcodes ¹ Diversen omvatten alle prestaties verricht binnen de drie grote verzamelcodes ² Voor 1994 gaat het enkel over de supplementen toiletten. Tot 1997 zitten toiletten ook voor een deel in de rubriek diversen ³ Injecties waren voor 1997 niet apart identificeerbaar en zaten vervat in de uitgaven van de drie grote verzamelnummers ⁴ Voor 1997 gaat het alleen om de zogenaamde supplementen ingeval van complexe wondzorg. Buiten deze supplementen maakt de gewone wondzorg ook deel uit van de lijst van prestaties van de drie verzamelcodes. Vanaf 1997 krijgt wondzorg een aparte nomenclatuurcode. ⁵ Ingevoerd vanaf De basisverstrekking beoogt de observatie van de rechthebbende, evenals de planning en evaluatie van de verzorging en het opmaken van een volledig verpleegdossier. Ze mag slechts worden aangerekend samen met een andere technische verstrekking. ⁶ Voor een zelfde rechthebbende mag de som van de honoraria voor de verschillende technische verstrekkingen per verzorgingsdag een bepaalde waarde niet overschrijden. In dat geval wordt de plafondwaarde gefactureerd via een pseudo-nomenclatuurnummer. 29

Barometer kinesitherapie 2013

Barometer kinesitherapie 2013 Barometer kinesitherapie 2013 Ingevolge de nomenclatuurhervorming van 2002, lag het uitgavenniveau voor kinesitherapie in 2003 op het laagste niveau sinds 1991. Vanaf 2004 beginnen de uitgaven opnieuw

Nadere informatie

Wet- en Regelgeving rond de Palliatieve Zorg in Vlaanderen

Wet- en Regelgeving rond de Palliatieve Zorg in Vlaanderen Wet- en Regelgeving rond de Palliatieve Zorg in Vlaanderen In dit document wordt een samenvatting gegeven van de belangrijkste wet- en regelgeving met betrekking tot palliatieve zorg: 1. m.b.t. de zorgverlening

Nadere informatie

VERPLEEGKUNDIGEN Art. 8 pag. 1 officieuze coördinatie

VERPLEEGKUNDIGEN Art. 8 pag. 1 officieuze coördinatie VERPLEEGKUNDIGEN Art. 8 pag. 1 "K.B. 20.12.2004" (in werking 1.6.1997) "AFDELING 4. - Verzorging verleend door gegradueerde verpleegkundigen of met dezen gelijkgestelden, vroedvrouwen, verpleegkundigen

Nadere informatie

A.1 VOLLEDIG VERPLEEGDOSSIER ALS VERGOEDINGSVOORWAARDE

A.1 VOLLEDIG VERPLEEGDOSSIER ALS VERGOEDINGSVOORWAARDE ADVIES VERPLEEGDOSSIERS A. NOPENS HET VERPLEEGDOSSIER A.1 VOLLEDIG VERPLEEGDOSSIER ALS VERGOEDINGSVOORWAARDE Het bijhouden van een volledig verpleegdossier per patiënt is noodzakelijk voor het verkrijgen

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 Tervurenlaan Brussel

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 Tervurenlaan Brussel RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 Tervurenlaan 211-1150 Brussel Dienst voor Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN 211-1150 BRUSSEL Dienst voor Geneeskundige Verzorging Omzendbrief V.I.

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2011/59 van 8 februari 2011 3910/975 Van toepassing vanaf 1 januari 2010 Vervangt omzendbrief

Nadere informatie

Helft zorgverzekerden komt niet rond

Helft zorgverzekerden komt niet rond Bijlage perstekst Helft zorgverzekerden komt niet rond 1. Het belang van de zorgverzekering Het HIVA onderzoek (2008) 1 bevestigt het nut van de Vlaamse zorgverzekering. Voor zorgerkenden maakt het wel

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende het automatisch toekennen van een tenlasteneming van de Vlaamse zorgverzekering voor palliatieve thuispatiënten

Voorstel van resolutie. betreffende het automatisch toekennen van een tenlasteneming van de Vlaamse zorgverzekering voor palliatieve thuispatiënten stuk ingediend op 2262 (2013-2014) Nr. 1 30 oktober 2013 (2013-2014) Voorstel van resolutie van mevrouw Vera Van der Borght, de heer Peter Gysbrechts, de dames Gwenny De Vroe en Lydia Peeters en de heren

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Verpleegkundigen. Tarieven; verpleegkundige verzorgingen;

R.I.Z.I.V. Verpleegkundigen. Tarieven; verpleegkundige verzorgingen; R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2012/182 van 10 mei 2012 3910/1094 Van toepassing vanaf 1 juni 2012 Tarieven; verpleegkundige

Nadere informatie

OMZENDBRIEF AAN DE VERPLEEGKUNDIGEN 2009/3

OMZENDBRIEF AAN DE VERPLEEGKUNDIGEN 2009/3 OMZENDBRIEF AAN DE VERPLEEGKUNDIGEN 2009/3 RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering DIENST VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING Tel. : (02)739.74.79 Fax: (02)739.77.36 E-mail : Onze referte:

Nadere informatie

OMZENDBRIEF AAN DE VERPLEEGKUNDIGEN 2010/01

OMZENDBRIEF AAN DE VERPLEEGKUNDIGEN 2010/01 OMZENDBRIEF AAN DE VERPLEEGKUNDIGEN 2010/01 RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekerin DIENST VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING Tel. : (02)739.74.79 Fax:(02)739.77.36 E-mail : Onze referte:

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN 211-1150 BRUSSEL Dienst voor Geneeskundige Verzorging Omzendbrief V.I.

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2018/2 van 4 januari 2018 3910/1641 Van toepassing vanaf 1 januari 2018 Vervangt omzendbrief

Nadere informatie

VERPLEEGKUNDIGEN Art. 8 pag. 1 officieuze coördinatie

VERPLEEGKUNDIGEN Art. 8 pag. 1 officieuze coördinatie VERPLEEGKUNDIGEN Art. 8 pag. 1 "AFDELING 4. - Verzorging verleend door gegradueerde verpleegkundigen of met dezen gelijkgestelden, vroedvrouwen, verpleegkundigen met brevet, verpleegassistenten/ziekenhuisassistenten

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 18 van het ministerieel

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2015/384 van 22 december 2015 3910/1472 Van toepassing vanaf 1 januari 2016 Tarieven; Verpleegkundige

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2012/519 van 18 december 2012 3910/1201 Van toepassing vanaf 1 januari 2013 Tarieven ; Kinesitherapeuten

Nadere informatie

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG / Archief cijfers ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG Vlaams Gewest 2013 / 5.01.2016 5.01.2016 Zorgzwaarte in de ouderenzorg 1/14 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op juli 2015 door:

Nadere informatie

K.B In werking B.S

K.B In werking B.S K.B. 22.11.2013 In werking 1.1.2014 B.S. 6.12.2013 Artikel 8 VERPLEEGKUNDIGEN Wijzigen Invoegen Verwijderen AFDELING 4. - Verzorging verleend door gegradueerde verpleegkundigen of met dezen gelijkgestelden,

Nadere informatie

K.B. 25.4.2013 In werking 1.7.2013 B.S. 28.5.2013

K.B. 25.4.2013 In werking 1.7.2013 B.S. 28.5.2013 K.B. 25.4.2013 In werking 1.7.2013 B.S. 28.5.2013 Artikel 8 VERPLEEGKUNDIGEN 7. Aanvraag- en kennisgevingsprocedure : Wijzigen Invoegen Verwijderen 1 De fysieke afhankelijkheidsgraad van de rechthebbende

Nadere informatie

ZORGZWAARTE IN DE THUISVERPLEGING

ZORGZWAARTE IN DE THUISVERPLEGING / Archief cijfers ZORGZWAARTE IN DE THUISVERPLEGING Vlaams Gewest 2013 / 5.01.2016 5.01.2016 Zorgzwaarte in de thuisverpleging 1/11 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op juli 2015

Nadere informatie

K.B B.S Erratum B.S In werking

K.B B.S Erratum B.S In werking K.B. 13.1.2014 B.S. 5. 2.2014 + Erratum B.S. 17.2.2014 In werking 1.4.2014 Artikel 8 VERPLEEGKUNDIGEN Wijzigen Invoegen Verwijderen 1. De volgende verstrekkingen worden beschouwd als verstrekkingen waarvoor

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2016/365 van 20 december 2016 3910/1549 Van toepassing vanaf 1 januari 2017 Tarieven ; Kinesitherapeuten

Nadere informatie

Patiëntenprofiel. Algemeen

Patiëntenprofiel. Algemeen 90+ 80-89 70-79 60-69 50-59 40-49 30-39 20-29 10-19 0-9 Algemeen In 2004 kregen 134.224 verschillende verpleegkundige zorg van Wit-Gele-Kruisverpleegkundigen. Sommige worden kortdurend verpleegd, anderen

Nadere informatie

V e r p l e e g k u n d i g e n

V e r p l e e g k u n d i g e n RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN 211-1150 BRUSSEL Dienst voor Geneeskundige Verzorging Omzendbrief V.I.

Nadere informatie

VERPLEEGKUNDIGEN Art. 8 pag. 1 officieuze coördinatie

VERPLEEGKUNDIGEN Art. 8 pag. 1 officieuze coördinatie VERPLEEGKUNDIGEN Art. 8 pag. 1 "AFDELING 4. - Verzorging verleend door gegradueerde verpleegkundigen of met dezen gelijkgestelden, vroedvrouwen, verpleegkundigen met brevet, verpleegassistenten/ziekenhuisassistenten

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2013/429 van 18 december 2013 3910/1329 Van toepassing vanaf 1 januari 2014 Tarieven; Verpleegkundige

Nadere informatie

De Belgische kinesitherapeut verdient 33.000 euro per jaar, een tandarts 103.000 en een huisarts 165.000.

De Belgische kinesitherapeut verdient 33.000 euro per jaar, een tandarts 103.000 en een huisarts 165.000. De Belgische kinesitherapeut verdient 33.000 euro per jaar, een tandarts 103.000 en een huisarts 165.000. De afgelopen tien jaar is het gemiddelde inkomen van de Belgische kinesitherapeut met 40% gestegen,

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID 17 MEI 2012 Koninklijk besluit tot wijziging van de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2002 tot vaststelling van de procedures, termijnen

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Dienst Geneeskundige Verzorging VERZEKERINGSCOMITE. Nota CGV 2012/412 Brussel, december 2012

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Dienst Geneeskundige Verzorging VERZEKERINGSCOMITE. Nota CGV 2012/412 Brussel, december 2012 RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 Tervurenlaan 211-1150 Brussel Dienst Geneeskundige Verzorging VERZEKERINGSCOMITE Nota

Nadere informatie

Ziekte van Alzheimer. Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling. studie

Ziekte van Alzheimer. Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling. studie studie Ziekte van Alzheimer Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling van geneesmiddelen De ziekte van Alzheimer is een groot probleem voor onze volksgezondheid, niet alleen omdat er zoveel

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2014/497 van 22 december 2014 3910/1416 Van toepassing vanaf 1 januari 2015 Tarieven ; Kinesitherapeuten

Nadere informatie

OMZENDBRIEF AAN DE VERPLEEGKUNDIGEN 2011/03

OMZENDBRIEF AAN DE VERPLEEGKUNDIGEN 2011/03 OMZENDBRIEF AAN DE VERPLEEGKUNDIGEN 2011/03 RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekerin DIENST VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING Tel. : (02)739.74.79 Fax:(02)739.77.36 E-mail : nurse@riziv.fgov.be

Nadere informatie

K.B In werking B.S

K.B In werking B.S K.B. 24.4.2012 In werking 1.7.2012 B.S. 7.5.2012 Artikel 8 VERPLEEGKUNDIGEN Wijzigen Invoegen Verwijderen 1. De volgende verstrekkingen worden beschouwd als verstrekkingen waarvoor de bekwaming van gegradueerde

Nadere informatie

Artikel Art. 2.

Artikel Art. 2. 12 NOVEMBER 2008. KB tot uitvoering van artikel 57, 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, betreffende de berekeningsregels

Nadere informatie

ZORGZWAARTE IN DE THUISVERPLEGING

ZORGZWAARTE IN DE THUISVERPLEGING / Archief cijfers ZORGZWAARTE IN DE THUISVERPLEGING Vlaams Gewest 2014 / 23.11.2016 23.11.2016 Zorgzwaarte in de thuisverpleging 1/10 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op november

Nadere informatie

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG / Archief cijfers ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG Vlaams Gewest 2014 / 23.11.2016 23.11.2016 Zorgzwaarte in de ouderenzorg 1/11 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers november 2016 door:

Nadere informatie

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG / Archief cijfers ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG Vlaams Gewest 2017 / 26.06.2017 26.06.2017 Zorgzwaarte in de ouderenzorg 1/11 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers juni 2017 door: Heidi

Nadere informatie

RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering OMZENDBRIEF AAN DE VERPLEEGKUNDIGEN 2003/2 RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering DIENST VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING Tel. : (02)739.78.32 Fax: (02)739.77.11 E-mail : Onze referte:

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie

Thuisverpleging. Goed verzorgd in je eigen omgeving

Thuisverpleging. Goed verzorgd in je eigen omgeving Thuisverpleging Goed verzorgd in je eigen omgeving 2 3 GOED VERZORGD IN JE EIGEN OMGEVING Thuisverpleging is voor hulpbehoevenden vaak een lichtpunt in een moeilijke periode. Er bestaan verschillende vormen

Nadere informatie

Kinesitherapie Louis Ide

Kinesitherapie Louis Ide Uitgaven kinesitherapie De rode draad in de uitgaven voor kinesitherapie in België is dat er, als men de vergelijking maakt met het aandeel in de bevolking, er meer uitgaven voor kinesitherapie zijn in

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010

Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010 Griet Coppé Vlaams Volksvertegenwoordiger CD&V www.grietcoppe.be Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010 Synthese Onze samenleving staat voor enorme uitdagingen op het vlak van zorg. De verzilvering

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2017/388 van 21 december 2017 3910/1636 Van toepassing vanaf 1 januari 2018 Tarieven ; geneesheren

Nadere informatie

R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering OMZENDBRIEF AAN DE ALGEMENE ZIEKENHUIZEN OMZ. ZH. 2013/13 Dienst voor geneeskundige verzorging Correspondent: Directie verzorgingsinstellingen

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/16/149 BERAADSLAGING NR. 16/068 VAN 5 JULI 2016 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS OVER DE

Nadere informatie

ZORGZWAARTE. / Archief cijfers. Vlaams Gewest /

ZORGZWAARTE. / Archief cijfers. Vlaams Gewest / / Archief cijfers ZORGZWAARTE Vlaams Gewest 2009-2011 / 7.01.2015 7.01.2015 Zorgzwaarte 1/14 GEPUBLICEERD OP: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers in november 2013 DOOR: Heidi Cloots, Herwin De Kind,

Nadere informatie

1 Verstrekkingen verleend in de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende Eerste basisverstrekking van de verzorgingsdag...

1 Verstrekkingen verleend in de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende Eerste basisverstrekking van de verzorgingsdag... BIJLAGE I Afdeling 4. Verzorging verleend door gegradueerde verpleegkundigen of met dezen gelijkgestelden, vroedvrouwen, verpleegkundigen met brevet, verpleegassistenten/ziekenhuisassistenten of met dezen

Nadere informatie

BIJWERKING 1999/12. Bron : R.I.Z.I.V. - Dienst voor Geneeskundige Verzorging

BIJWERKING 1999/12. Bron : R.I.Z.I.V. - Dienst voor Geneeskundige Verzorging INSTRUCTIES AAN DE VERPLEGINGSINRICHTINGEN, AAN DE ERKENDE LABORATORIA VOOR KLINISCHE BIOLOGIE, AAN DE VERPLEEGKUNDIGEN EN ALLE ANDERE INRICHTINGEN OF VERSTREKKERS DIE GEBRUIK MAKEN VAN HET SYSTEEM VAN

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN 211-1150 BRUSSEL Dienst voor geneeskundige verzorging Doc. NCAZ 2016/49add

Nadere informatie

Vergrijzing. Impact en uitdagingen voor de lokale besturen

Vergrijzing. Impact en uitdagingen voor de lokale besturen Vergrijzing Impact en uitdagingen voor de lokale besturen Robert Petit Het departement Research van Dexia heeft een bijzonder interessante studie gepubliceerd voor de gemeentelijke beleidsvoerders die

Nadere informatie

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG / Archief cijfers ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG Vlaams Gewest 2016 / 5.07.2018 5.07.2018 Zorgzwaarte in de ouderenzorg 1/11 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers juli 2018 door: Heidi

Nadere informatie

plan.be Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Bevolkingsvooruitzichten

plan.be Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Bevolkingsvooruitzichten Communiqué 8 mei 2008 plan.be Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Bevolkingsvooruitzichten 2007-2060 Kenmerken van de Bevolkingsvooruitzichten

Nadere informatie

Vergrijzing, gezondheidszorg en ouderenzorg

Vergrijzing, gezondheidszorg en ouderenzorg Vergrijzing, gezondheidszorg en ouderenzorg Prof. dr. Jozef Pacolet Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra Inhoud Betaalbaarheid van de zorg versus vrees, onzekerheid en twijfel Afbakening: nieuwe

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE PREVALENTIE EN DE KOSTPRIJS VAN CHRONISCHE ZIEKTES

EVOLUTIE VAN DE PREVALENTIE EN DE KOSTPRIJS VAN CHRONISCHE ZIEKTES VERTEGENWOORDIGING & STUDIES EVOLUTIE VAN DE PREVALENTIE EN DE KOSTPRIJS VAN CHRONISCHE ZIEKTES Eind 2013 hebben de Onafhankelijke Ziekenfondsen een analyse gemaakt van de concentratie van de uitgaven

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

Coordinatie--ZIV--KB persoonlijk-aandelen-in-bepaalde-verstrekkingen.doc

Coordinatie--ZIV--KB persoonlijk-aandelen-in-bepaalde-verstrekkingen.doc 21 SEPTEMBER 1993. - Koninklijk besluit tot aanpassing van de persoonlijke aandelen in de kostprijs van bepaalde verstrekkingen. BS 29/09/1993 gdp 1 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Art. 1 HOOFDSTUK

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2009/319 van 3 augustus 2009 10/320 Van toepassing vanaf 27 juli 2009 Vervangt omzendbrief

Nadere informatie

WERKZAAM VLAANDEREN IN DE TOEKOMST DRAAGVLAK WORDT HELLEND VLAK Hoofdstuk 3

WERKZAAM VLAANDEREN IN DE TOEKOMST DRAAGVLAK WORDT HELLEND VLAK Hoofdstuk 3 WERKZAAM VLAANDEREN IN DE TOEKOMST DRAAGVLAK WORDT HELLEND VLAK Hoofdstuk 3 Seppe Van Gils De Europese Unie stimuleert de lidstaten om op middellange termijn (tegen 2010) een werkzaamheidsgraad van 70%

Nadere informatie

Nota CGV 2017/074 Brussel, 06/02/2017

Nota CGV 2017/074 Brussel, 06/02/2017 RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 Tervurenlaan 211-1150 Brussel Dienst Geneeskundige Verzorging VERZEKERINGSCOMITE Nota

Nadere informatie

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven

Nadere informatie

Toewijzing erkenningskalenders

Toewijzing erkenningskalenders Aan de initiatiefnemers van de woonzorgcentra en de centra voor kortverblijf in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Contactpersoon E-mail Telefoon Team Ouderenzorg ouderenzorg@zorg-en-gezondheid.be

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2017/282 van 20 september 2017 3910/1609 Van toepassing vanaf 1 september 2017 Tarieven ; Kinesitherapeuten

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/049 BERAADSLAGING NR. 08/016 VAN 4 MAART 2008 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS VERVAT IN

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de regels tot bepaling van de bedragen

Nadere informatie

Gezondheidsindicatoren 2008 Vlaams Gewest

Gezondheidsindicatoren 2008 Vlaams Gewest Vlaams Gewest Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers/cijfers-over-zorgaanbod/ - juli 2012 Door: Cloots Heidi, De Kind Herwin, Smets Hilde Afdeling Informatie & Ondersteuning Hoe refereren

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2013/430 van 18 december 2013 3910/1330 Van toepassing vanaf 1 januari 2014 Tarieven ; Kinesitherapeuten

Nadere informatie

: Waar naartoe met de ouderenzorg in Vlaanderen?

: Waar naartoe met de ouderenzorg in Vlaanderen? 2014-2019: Waar naartoe met de ouderenzorg in Vlaanderen? Grote uitdagingen 1. Budgettaire krapte Toenemende zorgnoden 2. Staatshervorming: nieuwe bevoegdheden voor Vlaanderen 3. Zorgvernieuwing noodzakelijk

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

VR DOC.1242/2BIS

VR DOC.1242/2BIS VR 2018 0911 DOC.1242/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016 houdende de voorwaarden van de vaststelling, de uitbetaling en de terugvordering

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Geneeskundige Verzorging Omzendbrief VI nr 2010/478 van 16 december 2010 3910/945 Kinesitherapeuten - Art. 7 - Tarieven vanaf Ingevolge

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 5

DE VLAAMSE REGERING, Pagina 1 van 5 Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008 betreffende de samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg en tot integratie van de geïntegreerde

Nadere informatie

De samenwerking tussen zorgkundigen en verpleegkundigen RIZIV-REGELGEVING

De samenwerking tussen zorgkundigen en verpleegkundigen RIZIV-REGELGEVING De samenwerking tussen zorgkundigen en verpleegkundigen RIZIV-REGELGEVING 1 Integratie van zorgkundigen in de thuisverpleging Wettelijke basis: artikel 8, 12 van de nomenclatuur van geneeskundige verstrekkingen

Nadere informatie

ZORGZWAARTE IN DE THUISVERPLEGING

ZORGZWAARTE IN DE THUISVERPLEGING / Archief cijfers ZORGZWAARTE IN DE THUISVERPLEGING Vlaams Gewest 2015 / 26.06.2017 26.06.2017 Zorgzwaarte in de thuisverpleging 1/10 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers juni 2017

Nadere informatie

FINANCIEEL ONDERZOEK VAN DE AUDIT FORFAITAIRE HUIZEN. Dr. Luc Herry, huisarts

FINANCIEEL ONDERZOEK VAN DE AUDIT FORFAITAIRE HUIZEN. Dr. Luc Herry, huisarts 5 februari 2018, FINANCIEEL ONDERZOEK VAN DE AUDIT FORFAITAIRE HUIZEN Dr. Luc Herry, huisarts In dit financieel onderzoek van de audit van KPMG zullen we de term forfaitaire huizen gebruiken. Gewoonlijk

Nadere informatie

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013 Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 24/ 213 Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 METHODOLOGIE 1 3 PROFIEL VAN DE UVW-WZ IN 24 EN IN 213 VOLGENS HET GEWEST 2 3.1 De -5-jarigen die

Nadere informatie

Centrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie. Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research. 21 maart 2017 Berchem

Centrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie. Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research. 21 maart 2017 Berchem Centrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research 21 maart 2017 Berchem 1 Belfius studies Expertise van Belfius in de lokale sector

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/6 Advies nr 48/2014 van 2 juli 2014 Betreft: Advies betreffende het ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 278, vijfde lid, van de programmawet (I) van 24 december 2002 (CO-A-2014-043)

Nadere informatie

Conjunctuur - nulgroei in 2015

Conjunctuur - nulgroei in 2015 Conjunctuur - nulgroei in 2015 De cijfers die wijzen op een groei van meer dan 3 % in 2014 en een aantal vergunde woningen dat 10 % hoger ligt, geven de illusie van een stevig herstel voor de bouw. Maar

Nadere informatie

VOORSTEL VAN RESOLUTIE betreffende het inzetten op preventie en welzijn voor het terugdringen van arbeidsongeschikte zelfstandigen

VOORSTEL VAN RESOLUTIE betreffende het inzetten op preventie en welzijn voor het terugdringen van arbeidsongeschikte zelfstandigen VOORSTEL VAN RESOLUTIE betreffende het inzetten op preventie en welzijn voor het terugdringen van arbeidsongeschikte zelfstandigen SAMENVATTING Griet Smaers Het aantal langdurige arbeidsongeschikte zelfstandigen

Nadere informatie

VR DOC.0673/1

VR DOC.0673/1 VR 2019 1005 DOC.0673/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIEN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit

Nadere informatie

R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Dienst voor geneeskundige verzorging OMZENDBRIEF AAN DE RUSTOORDEN VOOR BEJAARDEN, DE RUST- EN VERZORGINSTEHUIZEN EN DE CENTRA VOOR DAGVERZORGING

Nadere informatie

W/97 octies. Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Dienst voor geneeskundige verzorging

W/97 octies. Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Dienst voor geneeskundige verzorging Bijlage 2 W/97 octies Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering Tervurenlaan 211, 1150 Brussel 02/739 78 32 Dienst voor geneeskundige verzorging ZEVENDE WIJZIGINGSCLAUSULE BIJ DE NATIONALE

Nadere informatie

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS 1 Flexi-jobs: Synthese Tabel 1: Aantal en aandeel flexi-arbeid -2016Q4- Aantal Aandeel Werkgevers 5 223 21,4% Arbeidsplaatsen tijdens kwartaal 1 16 831 9,4% Voltijdsequivalenten

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU 28 MEI 2001. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 19 mei 1992 tot vaststelling van de tegemoetkoming, bedoeld

Nadere informatie

Stephanie LALEEUW. Marlies EGGERMONT. 22 september 2008

Stephanie LALEEUW. Marlies EGGERMONT. 22 september 2008 Stephanie LALEEUW Marlies EGGERMONT 22 september 2008 CONTROLE VAN HET RIZIV WAT NU? PROCEDURE VOOR 15 mei 2007 Controle: Geneesheren-inspecteurs Verpleegkundigen-controleurs Wat: zijn uw verstrekkingen

Nadere informatie

Naar een Vlaamse sociale bescherming?

Naar een Vlaamse sociale bescherming? Naar een Vlaamse sociale bescherming? Jürgen Vanpraet Universiteit Antwerpen Het Vlaamse Regeerakkoord Basisdecreet Vlaamse sociale bescherming - De bestaande zorgverzekering - Uitvoering maximumfactuur

Nadere informatie

Krachtlijnen van het achtste Jaarverslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing

Krachtlijnen van het achtste Jaarverslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing Krachtlijnen van het achtste Jaarverslag van de Studiecommissie voor de Vergrijzing Aan de langetermijnvooruitzichten van de sociale uitgaven, gepresenteerd in het achtste jaarverslag van de Studiecommissie

Nadere informatie

VR DOC.1456/1BIS

VR DOC.1456/1BIS VR 2018 0712 DOC.1456/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIEN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het

Nadere informatie

OMZENDBRIEF AAN DE VERPLEEGKUNDIGEN 2011/01

OMZENDBRIEF AAN DE VERPLEEGKUNDIGEN 2011/01 OMZENDBRIEF AAN DE VERPLEEGKUNDIGEN 2011/01 RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekerin DIENST VOOR GENEESKUNDIGE VERZORGING Tel. : (02)739.74.79 Fax:(02)739.77.36 E-mail : Onze referte:

Nadere informatie

19 JULI Wet betreffende de gebundelde financiering van de laagvariabele ziekenhuiszorg. BS 26/07/2018 in voege vanaf 1 januari 2019

19 JULI Wet betreffende de gebundelde financiering van de laagvariabele ziekenhuiszorg. BS 26/07/2018 in voege vanaf 1 januari 2019 19 JULI 2018. - Wet betreffende de gebundelde financiering van de laagvariabele ziekenhuiszorg BS 26/07/2018 in voege vanaf 1 januari 2019 1 HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling Artikel 1. Deze wet regelt

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN BRUSSEL RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963 TERVURENLAAN 211-1150 BRUSSEL Dienst voor Geneeskundige Verzorging INSTRUCTIES VOOR

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten

Regionale economische vooruitzichten 2015/2 Regionale economische vooruitzichten 2015-2020 Dirk Hoorelbeke D/2015/3241/213 Samenvatting Dit webartikel geeft een bondig overzicht van de nieuwe regionale economische vooruitzichten tot 2020.

Nadere informatie

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst

Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Evolutie sinds 1954 van de vergoede volledige werkloosheid in perspectief geplaatst Directie Statistieken, Budget en Studies Stat@rva.be Inhoudsopgave: 1 INLEIDING 1 2 EVOLUTIE VAN DE VERGOEDE VOLLEDIGE

Nadere informatie

Nieuw rapport Europese Commissie: onze pensioenen zijn wél betaalbaar

Nieuw rapport Europese Commissie: onze pensioenen zijn wél betaalbaar Nieuw rapport Europese Commissie: onze pensioenen zijn wél betaalbaar Studiedienst PVDA Kim De Witte 1 Meer actieven in verhouding tot niet-actieven tot 2040... 2 1.1 Demografische versus economische afhankelijkheidsratio...

Nadere informatie