Waarderingsonderzoek Toeristisch-recreatieve ontwikkeling Friese Waterlinie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Waarderingsonderzoek Toeristisch-recreatieve ontwikkeling Friese Waterlinie"

Transcriptie

1 Waarderingsonderzoek Toeristisch-recreatieve ontwikkeling Friese Waterlinie

2

3 Waarderingsonderzoek Toeristisch-recreatieve ontwikkeling Friese Waterlinie Aangeboden aan: Provincie Fryslân - Onderdeel Plattelânsprojekten Zuidoost Fryslân Auteurs: dr. Janine Caalders en Frank van de Lustgraaf MSc BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving Achter Sint Pieter HT Utrecht info@bureaubuiten.nl Projectnummer: Dit project is mede mogelijk gemaakt door financiele steun vanuit het Interregproject Netzwerk Toekomst en de Provincie Fryslân, in de context van Grensland Vestingland.

4 2 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

5 Inhoud Pagina Samenvatting 5 1 Doel en aanpak Achtergrond en doel Proces en methodiek Leeswijzer 10 2 De Friese Waterlinie nu FWL en directe omgeving Afbakening kern- en herkomstgebied Kerngebied Friese Waterlinie: economie en betekenis T&R 17 3 Trends, ruimtelijke ontwikkelingen en SWOT Relevante toeristisch-recreatieve trends Ruimtelijke ontwikkelingen en beleid SWOT 23 4 Ontwikkeling FWL in drie varianten Vertaling visie in maatregelgroepen en ontwikkelvarianten Typen effecten Ontwikkeling toeristisch-recreatieve werkgelegenheid kerngebied Toeristische baten herkomstgebied Gebiedskwaliteit en aanvullende sociaal-economische effecten Conclusies 36 5 Conclusies en overwegingen 39 Bijlagen 41 Bijlage 1: Toeristisch-recreatief aanbod in kerngebied 43 Bijlage 2: Toelichting afbakening kern- en herkomstgebied 46 Bijlage 3: Toelichting nulmeting 50 Bijlage 4: Toelichting doorrekening varianten 51 Bijlage 6: Selectie gehanteerde kengetallen 60 Bijlage 7: Bronnenlijst 61 Bijlage 8: Samenstelling begeleidingsgroep en interviews 62 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 3

6 4 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

7 Samenvatting Doel en aanpak Het project Planontwikkeling Friese Waterlinie (FWL) is opgezet door de het Gebiedsplatform Zuidoost Fryslân en Landschapsbeheer Friesland treedt op als projecttrekker. Het project heeft als doel de FWL beleefbaar, toegankelijk en zichtbaar te maken met het historische gegeven van de Friese Waterlinie als vertrekpunt. Dit rapport geeft inzicht in de economische effecten van mogelijke investeringen in het kader van de Ontwikkelingsvisie Friese Waterlinie (FWL). De nadruk ligt daarbij op de toeristischrecreatieve effecten, daarnaast geven we een indruk van sociaal-economische effecten zoals het woon- en vestigingsklimaat en de identiteitsversterking in de regio. Voor het uitvoeren van dit onderzoek is een compact traject doorlopen, bestaande uit een aanbodsanalyse, nulmeting, opstellen en doorrekenen van ontwikkelingsvarianten en rapportage. Het traject is begeleid door een begeleidingsgroep en zijn er 3 interviews gehouden (zie voor de samenstelling van de begeleidingsgroep en de interviews bijlage 8). Afbakening Friese Waterlinie De Friese Waterlinie beslaat een uitgestrekt gebied dat niet strak begrensd is. Als basis voor de nulmeting en de doorrekening is een kerngebied afgebakend waarin de linie ontwikkeld wordt. Het omliggende gebied, waaruit toeristen kunnen komen om de linie te bezoeken, is afgebakend als herkomstgebied. Dit gebied strekt zich ongeveer 20 km om het kerngebied uit, en beslaat grote delen van Fryslân, het zuidwesten van Groningen, het westen en noorden van Drenthe, de Noordoostpolder en Noordwest Overijssel. Nulmeting en autonome ontwikkeling toerisme en recreatie De werkgelegenheid in toerisme en recreatie in het kerngebied bedraagt op dit moment ongeveer 1500 FTE, ongeveer 5% van de totale werkgelegenheid in het gebied. Vanuit het toeristisch-recreatieve aanbod in het kerngebied, de huidige werkgelegenheid in het gebied, toeristisch-recreatieve trends en ruimtelijke ontwikkelingen is de autonome ontwikkeling voor de toeristisch recreatieve sector in het kerngebied bepaald. Deze is gematigd positief tot 2020, en daalt daarna licht. Netto stijgt het aantal banen met ruim 4% tot Doorrekening drie ontwikkelingsvarianten voor het kerngebied Op basis van de maatregelen uit de ontwikkelingsvisie hebben we drie ontwikkelingsvarianten (minimum, midden en maximum) opgesteld die een logische samenhang hebben vanuit toeristisch-recreatief perspectief en verschillen in scope, kosten en ambitieniveau. Voor deze varianten hebben we doorgerekend wat de te verwachten effecten zijn op de toeristischrecreatieve bestedingen en het aantal banen. In de minimumvariant groeit de werkgelegenheid in de toeristisch-recreatieve sector met 16 FTE, ofwel 1,1% (dit is inclusief de indirecte effecten). Voor de middenvariant is de impuls 41 FTE (2,7%) en voor de maximumvariant 86 FTE (5,7%). Deze effecten komen bovenop de autonome ontwikkeling. De elementen die relatief veel directe bestedingseffecten opleveren zijn routes, verblijfsrecreatie, nieuwe product-marktcombinaties en evenementen. Fysieke investeringen leveren de grootste incidentele werkgelegenheidsimpuls en een beperkte structurele impuls. Ze zijn nodig om substantiële effecten op de andere maatregelgroepen te realiseren. Met andere woorden: als er niets te zien is, komen wandelaars, fietsers en toeristen niet naar de Friese Waterlinie. Wanneer we op basis van een zeer grove inschatting van de investeringsvolumes de kosten en (toeristisch-recreatieve) baten tegen elkaar afzetten lijkt de verhouding in de minimum en BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 5

8 middenvariant vergelijkbaar, en valt die in de maximumvariant substantieel minder gunstig uit (relatief hogere kosten per gerealiseerde arbeidsplaats). Effecten voor het omliggende gebied Een belangrijk deel van de effecten slaat neer in het gebied dat we als herkomstgebied hebben gedefinieerd. In het maximumscenario is dit een derde van de totale bestedingen. Dit effect ontstaat door een langere verblijfsduur en/of meer verblijfstoeristen naar deze gebieden. Sociaal-economische effecten Naast effecten uit toeristisch-recreatieve bestedingen treden er ook andere positieve economische effecten op als gevolg van investeringen in de Friese Waterlinie. Voor deze effecten geven we op basis van onderzoeken een inschatting van de waarschijnlijke effecten (niet gekwantificeerd). Afhankelijk van de manier waarop de maatregelen worden uitgevoerd verwachten we een positief effect op woongenot (uitmondend in een positieve waardeontwikkeling van woningen). Deze baten hangen vooral samen met landschappelijke investeringen. Daarnaast is er een effect op de identiteit van het gebied, de trots van de bewoners en de beleving van recreanten. Dit type baten kan worden gekwantificeerd in de vorm van recreatieve belevingswaarde (hoeveel zouden mensen bereid zijn te betalen om het landschap te beleven) en verervingswaarde (hoeveel wil men betalen om het landschap in stand te houden). Zowel het verhaal (korte termijn) als het landschap (langere termijn) leveren hiervoor een impuls. Overwegingen De FWL is een krachtig verhaal, dat de potentie heeft om zowel bewoners als mensen van buiten aan te spreken. Het is bovendien gebiedsdekkend voor de regio Zuidoost Fryslân en biedt concrete mogelijkheden voor dwarsverbanden met andere verhaallijnen. Investeren in de Friese Waterlinie is echter niet de enige mogelijke ontwikkelrichting voor de regio. Zo zijn er bijvoorbeeld ook andere verhaallijnen voorgesteld van waaruit de identiteit van het gebied kan worden versterkt. Het verdient aanbeveling om de benodigde investeringen en de daaraan gekoppelde baten af te wegen tegen andere ontwikkelingsmogelijkheden. De samenhang tussen de verschillende maatregelen in de ontwikkelingsvisie is groot. Uit de doorrekening blijkt dat pas bij een integrale slag toeristisch-recreatieve effecten van enig formaat te verwachten zijn. Een quick-win is de organisatie van een Friese Waterlinie evenement. De effecten die de investeringen in de FWL opleveren zijn in belangrijke mate afhankelijk van de mate waarin de markt kansen oppakt en gaat inspelen op het verhaal. Het verdient daarom aanbeveling om de ontwikkelingen in nauw overleg met marktpartijen op te pakken. Ook samenwerking tussen ondernemers en gezamenlijke marketing is van belang. De gepresenteerde varianten zijn geen blauwdrukken voor ontwikkeling. Er is gekozen voor een proportionele opzet en een samenhangende mix van soorten maatregelen. De maatregelen zijn echter voor een deel uitwisselbaar. In het oostelijk deel van het kerngebied is de concentratie toeristen het grootste. Fietsrouteverbindingen, met name richting Drenthe, kunnen hier een goede impuls opleveren. In het westelijk deel biedt een versterking van de relatie met de Friese Meren / Weerribben Wieden (vnml bootrecreanten) kansen. Het ligt voor de hand om fysieke investeringen in de linie te koppelen aan andere gebiedsontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van natuurontwikkeling, waterberging of de aanleg van infrastructuur. Op die manier zijn de relatieve kosten voor de FWL lager. Het verdient aanbeveling om in dat geval tevens na te gaan hoe de cultuurhistorische meerwaarde kan worden gecombineerd met een verhoging van het woongenot zodat de sociaaleconomische impact van de investeringen zo hoog mogelijk is. 6 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

9 1 Doel en aanpak 1.1 Achtergrond en doel Friese Waterlinie De Friese Waterlinie, gelegen in Zuidoost Fryslân, is een van de Staats-Spaanse verdedigingslinies en stamt uit de 16 e eeuw. De Linie bevindt zich rond de riviertjes Lende (of Linde) en Tsjonger/Kuunder (Tjonger/Kuinder) en loopt grofweg van Kuinre / Steenwijk in het Zuidwesten tot Frieschepalen en Norg (Zwartendijksterschans) in het Noordoosten (zie figuur 1.1 en 1.2). Momenteel is er van de Friese Waterlinie weinig meer te herkennen in het landschap, al zijn er inmiddels 3 schansen hersteld. De Friese Waterlinie biedt evenwel aanknopingspunten voor diverse ontwikkelingen in de regio: Ontwikkeling van toerisme en recreatie: beleving van cultuurhistorie en landschap; Ruimtelijke en landschappelijke ontwikkeling, van elementen van de linie in combinatie met natuur, landschap en water; Sociaal-maatschappelijke structuurontwikkeling: educatie en identiteitsversterking. Ontwikkelingsvisie FWL Het project Planontwikkeling Friese Waterlinie (FWL) gestart in mei is opgezet door de Provincie Fryslân en ter uitvoering neergelegd bij het Onderdeel Plattelânsprojekten Zuidoost Fryslân. Het project heeft als doel de FWL op zoveel manieren als mogelijk beleefbaar, toegankelijk en zichtbaar te maken met het historische gegeven van de Friese Waterlinie als vertrekpunt. Figuur 1.1 Ligging FWL en locaties schansen Bron: Feddes Olthof, 2011 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 7

10 Figuur 1.2 Ligging in T&R landschap Friese Waterlinie 2. Veenhuizen-Frederiksoord, land van Weldadigheid 3. NP Drents-Friese Wold 4. NP Alde Feanen 5. NP Weerribben-Wieden Rottige Meente 6. NP Dwingelder Veld 7. Nationaal landschap Noordelijke Friese Wouden 8. Fochteloërveen 9. UNESCO werelderfgoed Schokland Bron: Bureau BUITEN Inmiddels is de concept-ontwikkelingsvisie, gemaakt door Feddes/Olthof, vastgesteld. Vele betrokkenen uit de streek hebben hieraan hun bijdrage geleverd met concrete ideeën voor ontwikkeling en beleving. Op basis hiervan wordt een werkplan opgesteld voor de komende jaren. Onderbouwing investeringen Ontwikkelingsvisie Friese Waterlinie Met de Concept-Ontwikkelingsvisie Friese Waterlinie ligt er een eindbeeld voor het project, en een inhoudelijke basis voor het werkprogramma Friese Waterlinie. De stuurgroep voor het project heeft, met het oog op de verdere besluitvorming, echter ook behoefte aan een sociaal-economische waardering van de Planontwikkeling Friese Waterlinie. Dit rapport geeft inzicht in de economische effecten van mogelijke investeringen in het kader van de Ontwikkelingsvisie op de korte en langere termijn. Toerisme en recreatie spelen hierin een belangrijke rol, daarnaast hebben we aandacht besteed aan andere effecten, zoals op het woon- en vestigingsklimaat en de al genoemde identiteitsversterking in de regio. Het onderzoek benadert de inspanningen en effecten vanuit de grotere context van de verhaallijnen van Zuidoost Fryslân, en omliggende cultureel verweven gebieden (zie figuur 1.2). 1.2 Proces en methodiek Voor het opstellen van dit advies is een compact traject doorlopen volgens de stappen zoals weergegeven in figuur 1.3. Het onderzoek is begeleid door een begeleidingsgroep (zie bijla- 8 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

11 ge 8). In deze paragraaf is een korte omschrijving opgenomen per stap. Uitgebreidere beschrijvingen van gehanteerde methodiek bij de afbakening van de onderzoeksgebieden, de nulmeting en de doorrekening van de verschillende varianten is te vinden in de bijlagen. Figuur 1.3 Stappenplan Onderzoekselementen Proces Stap 1 Inventarisatie en nulmeting Startbijeenkomst met BG Startbijeenkomst met BG Deskresearch Drie gesprekken Nulmeting Overzicht maatregelen ontwikkelingsvisie Stap 2 Varianten en economische impact Uitwerken drie varianten Opstellen referentiebeelden Opstellen rekenmodel en doorrekenen economische impact Analyse impact buiten de toeristische sfeer Schrijven rapportage Bijeenkomst met begeleidingsgroep Bijeenkomst BG Stap 3 Conclusies, advies en rapportage Schrijven rapportage Bijeenkomst met begeleidingsgroep Verwerken reacties en opleveren eindrapport Bijeenkomst BG Achtergrond: Opening Blessebrugschans Stap 1 Inventarisatie en nulmeting stond in het teken van informatieverzameling over de FWL, de context en de (beleids)ambities in de regio. Hiertoe hebben wij onder andere gesprekken gevoerd met Bertus Mulder (Voorzitter Stuurgroep FWL), Adri Ooms (mede-aanjager ZO-Fryslân, Gebiedsregisseur Steenwijkerland) en Yoran van Bohemen (Landschapsarchitect Feddes Olthof, auteur van ontwikkelingsvisie). Met de informatie uit deze stap hebben we inzicht in de nulsituatie en in de context waarbinnen de FWL wordt ontwikkeld. BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 9

12 Stap 2 Varianten en economische impact biedt inzicht in de economische effecten die te verwachten zijn door het uitvoeren van de plannen van de Friese Waterlinie. Basis voor de doorrekening zijn de maatregelen uit de concept-ontwikkelingsvisie, aangevuld met een aantal extra maatregelen. Deze zijn vertaald naar drie ontwikkelingsvarianten voor de FWL. Voor elk van de varianten is een doorrekening gemaakt van de te verwachten toeristischrecreatieve effecten, en is een inschatting gemaakt van andere typen effecten. Stap 3 omvat de rapportage en afronding van het onderzoek afgerond. 1.3 Leeswijzer Het rapport is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 biedt een beschrijving van het toeristisch recreatief aanbod in en rond het FWL-gebied, gaat in op de afbakening van een kerngebied Friese Waterlinie en een toeristisch herkomstgebied, en geeft inzicht in de betekenis van toerisme en recreatie in het gebied van de Friese Waterlinie (nulmeting). Hoofdstuk 3 staat stil bij relevante ontwikkelingen voor de FWL in doelgroepen, toeristisch-recreatieve trends en ruimtelijke ontwikkelingen, en sluit af met een SWOT. In hoofdstuk 4 zetten we de ontwikkelingsvarianten inhoudelijk uiteen en presenteren we de resultaten van de doorrekening. Tevens hebben we hier aandacht voor de andere sociaal-economische effecten die te verwachten zijn door de ontwikkeling van de Linie. Hoofdstuk 5 bevat de algemene conclusies van het onderzoek en een visie / advies voor verdere ontwikkeling van de linie. Uitgebreide beschrijvingen van methodiek en keuze voor kengetallen zijn beschikbaar in de bijlagen. 10 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

13 2 De Friese Waterlinie nu In dit hoofdstuk zoomen we nader in op de Friese waterlinie. We gaan in op het verhaal achter de linie, het linielandschap en het toeristisch-recreatief aanbod in het gebied van de waterlinie en de omgeving ervan (2.1). Vervolgens maken we een afbakening van het kerngebied en herkomstgebied van de FWL 2.2) en geven we een impressie van de economie in het gebied, waarbij we inzoomen op het belang van de toeristisch-recreatieve sector (nulmeting). 2.1 FWL en directe omgeving De Friese Waterlinie was een verdedigingsbolwerk in de 16 e en 17 e eeuw, en moest Fryslân beschermen tegen indringers. De Waterlinie heeft gefunctioneerd en met succes in de 17 e eeuw hield de Waterlinie de Spanjaarden en de Bisschop van Munster ( Bommen Berend ) buiten de deur. De ruggengraat van de Waterlinie werd gevormd door de riviertjes Lende en Tsjonger/Kuunder, die in het hoogveengebied ontspringen en bij Kuinre in de Zuiderzee eindigden. Landschappelijk is het gebied in drie deelgebieden onder te verdelen; het laagveengebied (Kuinre, Slijkenburg, Rottige Meente), het zandruggen en beekdalengebied (rond Wolvega, Oldeberkoop en Noordwolde) en het hoge zandgrondengebied waar de riviertjes ontspringen (rond Oosterwolde, Makkinga en Bakkeveen). Zie ook figuur 2.1. Figuur 2.1 Driedeling in landschap FWL Bron: Feddes Olthof, 2011 Het FWL-gebied is niet strak begrensd en de fysieke overblijfselen liggen soms ver uit elkaar. Het gebied is uitgestrekt en bevindt zich in 7 gemeenten, waarvan 5 in Fryslân BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 11

14 (Weststellingwerf, Ooststellingwerf, Heerenveen, Opsterland, Smallingerland), 1 in Drenthe (Noordenveld) en 1 in Overijssel (Steenwijkerland). De nog beleefbare fysieke overblijfselen van het gebied zijn de Blessebrugschans bij Wolvega, de Bekhofschans bij Oldeberkoop en de Zwartendijksterschans bij Een-West. Feddes Olthof constateert dat in het middengebied rond Oldeberkoop (de beekdalen en zandruggen) de werking van de linie nog het best beleefbaar is. Hier zijn overigens ook relatief dicht bij elkaar enkele schanslocaties te vinden. De overige schansen van de FWL zijn weergegeven in tabel 2.1. Zie ook figuur 1.1 voor de locaties en hun ligging in de regio. Tabel 2.1 Overzicht fysieke locaties FWL Naam fysieke locatie Kuinderschans Schans Slijkenburg Terbrandsterschans Schoterschans Smalle Ee (mogelijke schans) Tolbrugschans Schans Makkinga Schans Breeberg Schans Bakkeveen Schans Frieschepalen Nabij kern Kuinre Slijkenburg Heerenveen Heerenveen Drachten Oldeberkoop Makkinga Donkerbroek Bakkeveen Frieschepalen Naast de schansen waren voor de FWL ook andere locaties van belang: vestingstad Steenwijk, de retranchementen Oudeschoot en Gorredijk en de versterking bij Oldeberkoop. Tenslotte waren er verschillende (kleinere) legerplaatsen. De FWL staat niet op zichzelf, en maakt deel uit van een groter netwerk van schansen, vestingsteden en linies uit de Staats-Spaanse periode (zie ook figuur 2.2.). In de provincie Groningen liggen ook enkele schansen, de Groninger Schansenkring. Tussen de Zuiderzee en de Eemsmond bestond de Eerste linie waartoe vestingsteden als Bourtange en Coevorden behoorden. Figuur 2.2 Fragment kaart Noordelijke linies Bron: Feddes Olthof, BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

15 Recentelijk hebben de verschillende partijen uit de Noordelijke Linies met elkaar overlegd over acties op het gebied van o.a. beheer/onderhoud, educatie en gemeenschappelijke toeristisch-recreatieve marketing. Het overleg van de Noordelijke linies vindt plaats in de context van het Netzwerk- Toekomst/Grensland-Festungland, een Europees (Interreg) samenwerkingsproject waarvan de provincie Fryslân trekker is. Er zijn naast Nederlandse ook Duitse partijen betrokken in dit project. Toeristisch-recreatief aanbod in de regio Bij de inventarisatie van het toeristisch aanbod is allereerst naar het FWL-gebied en de directe omgeving gekeken. Het gaat hier om de 7 genoemde gemeenten en de toeristisch-recreatieve gebieden waar zij deel van uitmaken: de Friese Meren, Friese Wouden, Drents Plateau, Weerribben-Wieden en Giethoorn en Groningen en omgeving. Een specifiekere gebiedsafbakening voor de berekening van effecten wordt in paragraaf 2.2 gemaakt. Een landschappelijke kernkwaliteit van het gebied is de afwisseling in (cultuur)landschappen: de tegenstelling tussen laagveen, zandruggen en beekdalen en het hogere plateau, en de aanwezigheid van bosgebied, vaarten en open water. Rond het gebied liggen vier nationale parken: De Weerribben-Wieden, Alde Faenen, het Drents-Friese Wold en het Dwingelderveld. De nationale parken zijn alle goed bereikbaar vanuit het gebied al ligt het Dwingelderveld wat verder weg. De belangrijkste dagattracties in en in de directe omgeving van het FWL-gebied zijn het Museum Belvedère (Oranjewoud), de bezoekerscentra Weerribben-Wieden en Drents-Friese Wold, Sportstad Heerenveen (Thialf en het Abe Lenstra Stadion), Attractiepark Dunen Zathe (Appelscha), zwemcentrum de Welle in Drachten, de drafbaan Wolvega, het Doolhofpark in Bakkeveen en theater de Meenthe in Steenwijk. De meest bezochte evenementen in het gebied zijn de kunstmanifestatie Out of Space in de Rottige Meente ( toeschouwers), de Turfvaartdagen (Appelscha, bezoekers), het Flaijelfeest (Oude- en Nieuwehorne, bezoekers), de Kunstroute Open stal in Weststellingwerf, het Lindefestival (Wolvega, bezoekers), de Groenmarkt Appelscha en de Voorjaarsfair Oldeberkoop. De belangrijkste locaties voor verblijfsrecreatie in de regio zijn o.a. Hotel Tjaarda (Heerenveen), Hajé Hotel Heerenveen, Hotel Wolvega, Lunia (Oldeberkoop), Vakantiepark de Hout (Bakkeveen), Recreatiecentrum de Eikenhof en Villapark De Weerribben (nabij Oldemarkt). Daarnaast is er een groot aantal campings deze maken een groot aandeel uit van het totaalaanbod aan overnachtingsmogelijkheden - en een groeiend aantal Bed&Breakfasts. Musea. Museum Belvedère is op museaal gebied het uithangbord van de regio en heeft een nationale uitstraling. Daarnaast zijn er nog verschillende andere musea. o Museum Oold Ark Makkinga, o Nationaal Vlechtmuseum Noordwolde, o Museum Willem van Haren en Domela Nieuwenhuismuseum in Heerenveen, o Museum M8888 (Drachten), o Museum Opsterland, o Oudheidkamer Wolvega. Een aantal musea in de regio werkt regionaal samen in het netwerk Musea Zuidoost Fryslân 1. Er lopen verschillende recreatieve routes door het gebied, waaronder 4 wandelroutes (Zuiderzeeroute, Jabikspad, Hannekemaaierspad en Zevenwoudenpad) en 3 fietsroutes (Rietlandroute, Flevoroute en Zuiderzeeroute). In 2007 is er al een regionaal fietsknooppuntensysteem Zuidoost Fryslân opgeleverd 2, dat aansluit bij het regionale fietsroutenetwerk Drenthe. De wandelroutes zijn niet verbonden met de FWL en/of de Participerende partijen: Ooststellingwerf, Smallingerland, Heerenveen, Weststellingwerf en Opsterland, projectbureau Plattelânsprojekten BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 13

16 beekdalen van de Lende en Tsjonger/Kuunder. Enkele gemeenten (Ooststellingwerf en Opsterland) werken aan nieuwe lokale fietsroutes en koppeling van routes. De Gemeente Ooststellingwerf werkt samen met het Recreatieschap Drenthe om toeristisch aanbod op elkaar aan te laten sluiten. Er zijn diverse waterrecreatiemogelijkheden, zoals het afvaren van de Tsjonger en de compagnonsvaarten, en de Lende ten westen van de Blessebrug bij Wolvega. De compagnonsvaarten verbinden het FWL gebied met de Friese Meren en via Appelscha kan naar Drenthe gevaren worden. Daarnaast worden er op verschillende plekken langs de Tsjonger/Kuunder en Lende kano s verhuurd. Nijetrijne ligt aan een belangrijke bootverbinding tussen de Weerribben Wieden en de Friese Meren, waar per jaar ongeveer boten passeren. Daarnaast passeren zo n boten de Kuindersluis bij Kuinre. Er zijn daarnaast verbindingen tussen de Tsjonger/Kuunder en het Tjeukemeer, waar veel bootrecreatie is. De compagnonsvaarten in het noorden / oosten van het gebied (Turfroute) worden minder gebruikt (1.850 bootpassages bij Appelscha). De bereikbaarheid van het gebied over de weg is goed; het gebied wordt noord-zuid doorkruist door de A32, ten noorden van het gebied loopt de A7, en daarnaast zijn er secundaire oost-west verbindingen (N351 en N381). Figuur 2.3 Impressie toeristisch-recreatief aanbod in en rond Friese Waterliniegebied Bronnen: Flickr, Wikipedia, Opera Nijetrijne, Gevangenismuseum Veenhuizen (2011) 14 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

17 Binnen het gebied wordt gewerkt aan vernieuwing in recreatieve ontsluiting: het toptransferium Noordwolde is hiervan een voorbeeld. Binnen het gebied proberen de gemeenten (bijvoorbeeld Ooststellingwerf en Opsterland) de fietsroutes te verbinden en kwalitatief te verbeteren tot een netwerk. Reizigers met het OV die het gebied willen bezoeken zijn aangewezen op de intercitystations Heerenveen en Steenwijk of station Wolvega. Andere regionale verhaallijnen De turfwinning heeft het landschap van het waterliniegebied in sterke mate gevormd. Het gaat hier niet alleen om de afgravingen van hoog- en laagveen en de turfdorpen, maar ook om de wegenstructuur en compagnonsvaarten die nog bevaren kunnen worden (de turfroute). Daarnaast biedt de turfwinning aanknopingspunten voor culturele ontwikkeling. Ten zuidoosten van het waterliniegebied liggen de veenkoloniën van de Maatschappij van Weldadigheid: Frederiksoord en Veenhuizen. Vooral laatstgenoemde ontwikkelt zich met het gevangenismuseum als toeristentrekker. De Maatschappij is voorgedragen voor de UNESCO Werelderfgoedlijst. Zuidoost Fryslân laat zich kenmerken als een grensgebied met een eigen identiteit: het is geen Drenthe of Overijssel, maar ook niet echt Fryslân. In de beide Stellingwerven wordt nog het Stellingwerfs gesproken, een Nedersaksische dialect. Het gebied kan gezien worden als een bakermat van het socialisme, met Domela Nieuwenhuis - ooit kandidaat voor de Tweede Kamer vanuit het Friese Schoterland - als boegbeeld. De slechte leefomstandigheden van de turfstekers onder andere in Nij Beets - waren een vruchtbare voedingsbodem voor zijn revolutionaire ideeën. Daarnaast zijn er de verhalen over de Adel in het gebied, zoals de Friese Stadhouders en de Adellijke huizen in het gebied (o.a. in Beetsterzwaag). In 1676 kocht Albertina Agnes, prinses van Oranje een landgoed, waar later, in 1829, Huize Oranjewoud is gebouwd. Andere adellijke landhuizen zijn Lyndenstein en Lauswolt. Er zijn verschillende manieren om de verhaallijnen regionaal-economisch te benaderen. LaGroup (1998) zet de verhalen neer als losse kansen voor sociaal-economische ontwikkeling. Een andere benadering is om de verschillende verhaallijnen te integreren en gezamenlijk te gebruiken voor gebiedsontwikkeling. 2.2 Afbakening kern- en herkomstgebied Fysieke locaties en overblijfselen van de Friese Waterlinie liggen relatief ver van elkaar verwijderd, en er is geen duidelijk afgebakend Fries Waterliniegebied. In de Ontwikkelingsvisie is een eerste aanzet gedaan om tot een afbakening te komen. Om de impact van de ontwikkeling van de FWL goed te kunnen kwantificeren, hebben we het kerngebied Friese Waterlinie en het primaire toeristisch-recreatieve herkomstgebied gedefinieerd op postcode 5 niveau. Kerngebied Friese Waterlinie Het kerngebied FWL valt te omschrijven als het gebied waar de FWL (potentieel) beleefd kan worden, waar de belangrijkste ontwikkelingen plaats gaan vinden en investeringen neer gaan slaan. Het bestaat uit de voormalige schansen, retranchementen en legerplaatsen van de FWL, de rivieren en inundatiegebieden (gedeeltelijk), en de vestingsteden. Een gebied van 1km rondom deze elementen rekenen we eveneens tot het kerngebied. Aanvullend rekenen we gebieden tot het kerngebied die direct functioneel verbonden kunnen worden aan de waterlinie, of die landschappelijk verbonden zijn aan de fysieke locaties. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om vaarverbindingen naar (en tussen) BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 15

18 Tsjonger/Kuunder en Lende, de dalen die om de rivieren liggen, en gebieden die dichtbij (of tussen) meerdere schansen liggen. Dit is geoperationaliseerd tot een geografische afbakening van het kerngebied op postcode 5 niveau (zie figuur 2.4). In de bijlagen is een grotere versie van de kaart opgenomen. De mogelijke schans bij de Smalle Ee bij Drachten is opgenomen in het kerngebied, maar gezien de beperkte connectie met de FWL zijn de omliggende gebieden (Drachten en omgeving) niet in het kerngebied meegenomen. Dit betekent overigens niet dat de toeristische baten die de FWL gaat opleveren hier niet kunnen neerslaan (waarover later meer). Figuur 2.4 Begrenzing Kerngebied FWL Bron: Feddes Olthof, bewerking Bureau BUITEN Appelscha maakt gezien haar afstand tot de fysieke elementen en de beide riviertjes geen deel uit van het kerngebied. Tegelijkertijd is Appelscha een toeristische trekpleister (concentratie van dag- en verblijfsrereatie) en zou het potentieel een poortfunctie richting de Waterlinie kunnen vervullen. Het dorp is als zodanig behandeld in de doorrekening. Toeristisch herkomstgebied Het toeristisch herkomstgebied is een groter gebied, gelegen rond het kerngebied FWL Onder herkomstgebied verstaan we het gebied waaruit de FWL potentieel toeristen kan trekken: een duidelijk groter gebied dan het kerngebied. Een deel van de effecten zal ook in dit gebied neerslaan (o.a. verblijfsrecreatie). Het is een gebied dat is afgebakend op basis van: o Afstand tot de Waterlinie (de gemiddelde toerist wil niet te ver reizen voor een attractie, de gemiddelde afstand in Noord-Nederland is 43km per dag 3 ); o Functionele relaties (toeristische routes, vergelijkbaar aanbod, identiteit etc. bepalen voor een deel of toeristen het gebied vanuit hun verblijfsplaats kunnen en willen bereiken. 3 Toerdata Noord, BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

19 Dit resulteert in een herkomstgebied zoals aangegeven in figuur 2.5. De oostkant van het Friese merengebied, het Drents-Friese Wold, de Alde Faenen, Veenhuizen en Appelscha vallen binnen het herkomstgebied. Dat geldt ook voor de Noordoostpolder. Dit gebied vormt de basis voor de doorrekening van de toeristisch-recreatieve effecten van de verschillende maatregelen uit de ontwikkelingsvisie (hoofdstuk 4). o Het is belangrijk om te beseffen dat het herkomstgebied een benadering is en geen vaststaande omlijning; in de werkelijkheid zijn sommige toeristen bereid verder te reizen dan anderen, en trekken sommige unieke attracties toeristen van ver buiten de regio (denk aan Oerol, Dierenpark Emmen of de Efteling). o De omvang van het relevante herkomstgebied hangt dus samen met de aantrekkelijkheid van het aanbod dat onder de vlag van de FWL wordt gerealiseerd. Ook de samenwerking met andere linies of cultuurhistorische plaatsen (bijvoorbeeld in een Noordelijke linieverband), heeft een effect op de uitstraling. Waar relevant hebben we hiermee in de doorrekening van de verschillende varianten rekening gehouden. Figuur 2.5 Begrenzing Toeristisch herkomstgebied (Blauw) Bron: Feddes Olthof, bewerking Bureau BUITEN 2.3 Kerngebied Friese Waterlinie: economie en betekenis T&R In het kerngebied FWL wonen bij benadering inwoners 4, waarvan het merendeel in de kernen Heerenveen, Steenwijk, Wolvega, Noordwolde, Oosterwolde, Oldeberkoop en Gorredijk. Volgens de laatste bevolkingsprognoses van het CBS / PBL gaat de regio pas na 2030 te maken krijgen met krimp. Het kerngebied kent echter nu al enkele kleine dorpen en gehuchten waar bevolkingsdaling optreedt. Op gemeentelijk niveau krimpen Ooststellingwerf en Noordenveld al in de komende jaren ( ). In 2010 waren er in het gebied +/ fulltime arbeidsplaatsen, en parttime arbeidsplaatsen 5. De landbouw is traditioneel een sterke economische en landschappelijke drager, maar de werkgelegenheid in deze sector neemt af. 4 Benadering Bureau BUITEN, op basis bevolkingsgegevens gemeenten (CBS) en LISA. BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 17

20 Nulmeting toerisme & recreatie Met behulp van het vestigings- en werkgelegenheidsregister van LISA is een nulmeting uitgevoerd op de sector toerisme & recreatie 6. In bijlage 3 is een uitgebreide toelichting opgenomen, hieronder de belangrijkste bevindingen: In het kerngebied zijn fulltime en parttime- arbeidskrachten werkzaam in de sector T&R. Omgerekend gaat het om voltijdseenheden (FTE s), wat laat zien dat er in de sector relatief veel kleine banen zitten. De horeca is goed voor 44% van deze werkgelegenheid (664 FTE), bijna een vijfde is logiesverstrekking (290 FTE) en cultuur, recreatie en amusement zijn goed voor 14% (205 FTE). De berekende omzet in de sector bedraagt ruim 128mln per jaar (zie ook tabel 2.2). Figuur 2.5 Aandeel deelsectoren in werkgelegenheid T&R kerngebied FWL Bron: Bureau BUITEN Tabel 2.2 Nulmeting werkgelegenheid, bestedingen en recreanten in kerngebied Indicator Berekenwijze waarde aantal 'grote' banen (>24 uur) LISA aantal 'kleine' banen (12-24 uur) LISA aantal FTE in R&T Berekend % van totaal FTE Berekend 5,0% (NL 3,4%) R&T omzet in kerngebied (p/j) Berekend aantal toeristische overnachtingen (WG) Berekend vanuit WG / omzet aantal dagtochten (WG) Berekend vanuit WG / omzet aantal toer. overnachtingen (aanbod) Berekend vanuit aanbod / bezettingsgraden Bronnen: LISA 2010 (werkgelegenheidsdata), CBS 2010 (NL totalen en kengetallen toeristische omzet & WG), Toerdata Noord 2010 (bezettingsgraden) 5 LISA De LISA-definitie van fulltimebaan is 12-40u, een parttimebaan voor alle banen onder 12u. 6 Bij de afbakening van de sector toerisme en recreatie is gebruik gemaakt van de IPO-standaard. 18 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

21 Aan de hand van een berekening van de toeristische werkgelegenheid en de omzetcijfers voor logiesverstrekking bedraagt het aantal toeristische overnachtingen +/ per jaar. Dit komt redelijk overeen met het aantal overnachtingen op basis van een berekening vanuit het aantal overnachtingsmogelijkheden gecombineerd met bezettingsgraden 7 (zie tabel 2.2). In figuur 2.3 is inzichtelijk gemaakt hoe de verdeling van de overnachtingen over de logiesvormen er uit ziet. Vooral campings zijn sterk vertegenwoordigd in de regio. Uitgaande van een gemiddelde bezettingsgraad komt het aandeel campingovernachtingen in het kerngebied op 67%. De perspectiefvolle Bed&Breakfastsector is goed voor 3% van de overnachtingen, de hotels maken 15% uit van het totaal. Figuur 2.6 Logiesvormen in kerngebied FWL, aandeel in totaal overnachtingen Bron: LISA en CBS 2010, bewerking Bureau BUITEN Er zijn bijna dagtochten per jaar in het kerngebied. Bij gebrek aan betere bronnen zijn voor de herkomst van de dagtochten aannames 8 gemaakt gebaseerd op landelijke gemiddelden. Zodoende zijn de dagtochten onder te verdelen in dagtochten door bewoners (27%), door verblijfsrecreanten in het gebied (13%) en door dagtoeristen van buiten het gebied (60%) zie tabel 2.3. Tabel 2. 3 Benadering herkomst dagtochten kerngebied Totaal aantal dagtochten dagrecreanten % (niet bewoners) Totaal (maximaal) aantal dagtochten % uit overnachtingen in gebied Totaal aantal dagtochten bewoners ( ) % Totaal aantal dagtochten % Bron: LISA, 2010, CBS 2010, NBTC-NIPO Gebruikmakend van een standaard aantal kamers / bedden / standplaatsen en reguliere bezettingsgraden voor hotels, bungalows en campings. 8 De bewoners van het kerngebied ondernemen een gemiddeld aantal dagtochten (13 a 14 per jaar) in het gebied. De verblijfsrecreanten die in het gebied verblijven ondernemen 75% van hun dagtochten in het kerngebied. BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 19

22 Herkomstgebied Het herkomstgebied bestaat uit (delen van) 36 gemeenten in Fryslân, Groningen, Drenthe, Overijssel en Flevoland. Voor de FWL is het relevant te weten in hoeverre ontwikkelingen in de FWL verblijfsrecreanten uit het herkomstgebied kunnen aantrekken. Voor de nulmeting is daarom berekend hoeveel toeristische overnachtingen er zijn, en waar deze geconcentreerd zijn. In totaal zijn er in het herkomstgebied 1510 FTE werkzaam in de logiesverstrekking, wat voor het herkomstgebied een benaderde omzet van 136mln en een totaal aantal van bijna 6 mln. toeristische overnachtingen inhoudt. In tabel 2.4 is het aantal toeristische overnachtingen per gemeente 9 weergegeven voor de top 10 gemeenten met de meeste overnachtingen. Opvallend zijn de posities van de Drentse gemeenten en van Steenwijkerland. Tabel 2.4 FTE in logiessector en berekende overnachtingen, voor de top 10 gemeenten Gemeente FTE in logies overnachtingen Groningen Westerveld Steenwijkerland Assen Leeuwarden Tynaarlo Midden-Drenthe Opsterland Noordenveld Tytsjerksteradiel Ooststellingwerf Bron: LISA, 2010, CBS 2010, NBTC-NIPO 2010 Ruim 55% (3,4 mln) van de toeristische overnachtingen in het herkomstgebied bevinden zich in het oosten van het herkomstgebied, ten zuiden van de FWL. Overnachtingen op boten worden niet geregistreerd in de statistieken en zijn niet meegenomen in deze cijfers. Deze doelgroep is uiteraard wel relevant, en bevindt zich met name rond de Friese Meren. Bezoekersenquêtes (Toerdata Noord, 2009) in Groningen, Fryslân en Drenthe laten een behoefte zien aan extra slechtweersvoorzieningen, attracties, musea en cultuurhistorie. Deze extra behoefte wordt ook al jaren geconstateerd in allerlei visies en beleidsnota s. In Groningen en Drenthe is infrastructuur een veelgenoemd verbeterpunt, wat impliceert dat er behoefte is aan meer en betere routes. De Friese Waterlinie zou hierin kunnen voorzien. 9 Of onderdeel van de gemeente dat in het herkomstgebied valt 20 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

23 3 Trends, ruimtelijke ontwikkelingen en SWOT In dit hoofdstuk plaatsen we de plannen voor de FWL in een breder perspectief. We benoemen een aantal toeristisch-recreatieve trends voor zover deze relevant zijn voor de ontwikkeling van de Friese Waterlinie (3.1). Daarnaast brengen we een aantal ruimtelijke ontwikkelingen en relevant beleid in en rond de FWL in beeld. Het hoofdstuk mondt uit in een SWOTanalyse voor de ontwikkeling van de Friese Waterlinie. 3.1 Relevante toeristisch-recreatieve trends Gezinnen met kinderen blijven invloedrijk als doelgroep en gaan meer zoeken meer naar mix-pakketten (voor elk wat wils); de meeste vakantievoorzieningen zijn nu op deze groep afgestemd. Daarnaast nemen andere groepen toe aan belang. De groep ouderen neemt toe. Binnen nu en 10 jaar komen er in Nederland een miljoen 50+ ers bij en 80% daarvan zal vaker dan drie keer per jaar op vakantie gaan. Voor deze groep is kwaliteit (niet primair luxe) belangrijk en men is bereid daarvoor te betalen. De jonge ouderen zijn wezenlijk andere recreanten dan de huidige gepensioneerden 10. Standplaatstoerisme en herhalingsbezoek is bijvoorbeeld minder populair onder de babyboomers die nu met pensioen gaan. De groep vakantiegangers die buiten het seizoen op vakantie gaat neemt sterk toe. De uitgaven aan vrijetijd blijven de komende jaren groeien. De vakantieganger wordt actiever. Sport is vaker een expliciet doel van recreatie of een vakantie. Het gaat hier in absolute termen vooral om een groei in vakanties met traditionele sportvormen, zoals wandelen, fietsen, of watersport. Qua totaalaandeel in de sportvakanties blijven deze echter gelijk. Recreanten zoeken meer en meer naar identiteit en betekenis in hun vakanties. Binnen vakanties wordt steeds meer gezocht naar authenticiteit: in verblijfplaats, keuken, cultuur, beleving en activiteiten. Regionale verhalen, bed&breakfasts, streekproducten en activiteiten als fruitplukken-bij-de-boer zijn en blijven daardoor in trek. De belangstelling voor cultuurhistorie en cultureel erfgoed groeit gestaag, met name onder de hoge opgeleiden 11. De groei in belangstelling geldt voor fysiek erfgoed (musea, monumenten), maar ook voor verhalen uit het verleden, archeologie en cultuurhistorie beleven via nieuwe media. Recreatie in de regio wordt populairder: naast vliegvakanties en verre reizen wordt ook de regio herontdekt. Stichting Recreatie (2005) constateert een groei van het Europese plattelandstoerisme. Hoewel de daadwerkelijke groei moeilijk te kwantificeren is, voorziet de WTO (World Tourism Organization) een groei van 6% per jaar in Europa. Naar verluidt zal deze groei voornamelijk in Zuid- en Oost-Europa neerslaan. Niettemin zijn ook de perspectieven voor Nederland gunstig. Waterrecreatie blijft ook de komende jaren een groeisector. Een groeiend aandeel recreanten beschikt over een smartphone met breedband internet. Dit betekent dat tijdens een vakantie of dagtocht vaak via online diensten worden gebruikt, onder andere bij de keuze voor een activiteit of bezienswaardigheid. Ook als onderdeel van de beleving krijgen technologie en nieuwe media een grotere rol (bijvoorbeeld apps voor bijvoorbeeld routerecreatie of beleving van cultuurhistorie via layar). 10 ANWB, SCP, 2007 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 21

24 Nog meer dan voorheen speelt het internet in de toekomst een cruciale rol bij de oriëntatie van een vakantie of een dagje uit. Tegelijkertijd blijkt echter het advies van vrienden en familie nauwelijks in te boeten als informatiebron. Klanten maken via het internet snelle afwegingen tussen verschillende gebieden, waarbij kwaliteit en prijs goed vergelijkbaar dienen te zijn. Een groeiend aandeel toeristen is bereid meer te betalen voor verblijfsrecreatie. De eisen die gesteld worden aan de accommodatie nemen echter ook navenant toe. Kleinschalig en luxe (boutique of concepthotels en appartementen / bungalows) is een combinatie die op het moment zeer gewenst is. In de Overijsselse context wordt daarbij het bijzonder overnachten genoemd. De markt voor kamperen stagneert op de middellange termijn. Een uitzondering daarop vormen innovatieve arrangementen of producten (zoals Glamping glamour camping). 3.2 Ruimtelijke ontwikkelingen en beleid Er spelen verschillende initiatieven in de marketingsfeer in en rondom het Friese Waterliniegebied. Zo is er voor de regio Zuidoost Fryslân een marketingstrategie opgesteld 12, waarin gekozen wordt voor een specifieke doelgroepenfocus en waar verschillende marketingacties aanbevolen worden, waaronder een marketingcampagne, het creëren van innovatieve arrangementen, het gebruik van nieuwe media en verschillende ruimtelijke maatregelen (vnl. in de routesfeer). Het marketingplan vindt nu haar vervolg in de toeristische Profielontwikkeling Friese Wouden, waar toeristische ondernemers met overheden het toeristisch product verder neerzetten. Plattelânsprojekten Fryslân werkt samen met Tresoar, Fries Museum en Fryske Akademy aan de ontwikkeling van het cultuurhistorisch aanbod in de regio en het herontdekken van de schansen in het bijzonder. Daarnaast wordt het project Oude paden Nieuwe wegen uitgevoerd, waarin 10 bovenlokale routes met verhaal ontwikkeld worden ter bijdrage aan de Friese Waterlinie. Op de middellange termijn gaat dit deel uitmaken van de Ontwikkelagenda Cultuurhistorie Zuidoost Fryslân. In alle gemeenten in Zuidoost Fryslân wordt geïnvesteerd in het verbeteren van fietsroutes en het verknopen tot een routenetwerk. Steenwijkerland investeert in het aanleggen van ontbrekende schakels in fiets-, wandel en kanoroutes. De gemeente Weststellingwerf heeft als ambitie de paardengemeente van Nederland te worden, en zet daarom breed in op paardenrecreatie (o.a. drafbaan, routes, woningen). Daarnaast wordt ingezet op de Rottige Meente, met als doel dit op termijn te laten aansluiten bij nationaal Park Weerribben-De Wieden. Gekoppeld daaraan zou ook recreatieve ontwikkeling (hotel) nabij Driewegsluis (insteek natuur en cultuurtoerisme) kunnen plaatsvinden. Andere plannen in de gemeente zijn de herinrichting van het Beekdal Lende (o.a. herstellen van meanders) en turven uit het oosten een project waarin met een smartphone-app de attracties rond Noordwolde voor toeristen zichtbaar worden. Gorredijk (Opsterland) heeft een toeristisch-recreatieve ideeënmotor met het MKB opgezet, waaruit verschillende concrete acties naar voren zijn gekomen om de waterrecreatie in de omliggende vaarten te versterken. De gemeente Heerenveen zet in haar sociaal-economische beleidsvisie in op o.a. het sterker vermarkten van Heerenveen als sportstad. Verder gaan gedachten uit naar het mogelijk maken van een grootschalige dagattractie. Fietsen is de populairste activiteit in de regio, en met name in Drenthe wordt er stevig ingezet op het faciliteren van (elektrische) fietsrecreatie, en de verbindingen met Zuid- 12 De Friese Wouden, authentiek, inspirerend, aangenaam & actief. Karmel & Grontmij/Vandertuuk 2009, hier maakt overigens de Friese Waterlinie als verhaal geen deel van uit. 22 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

25 oost Fryslân. De beide Stellingwerven (met name Ooststellingwerf) en de Drentse gemeenten / het Recreatieschap Drenthe werken op (o.a.) dit terrein samen. De ontwikkeling van de Turfroute wordt door verschillende partijen opgepakt. Het Friese Merenproject heeft een studie uitgevoerd naar het vergroten van de bevaarbaarheid van de turfroute. Daarnaast werken de gemeenten Opsterland en Ooststellingwerf aan de connecties van de turfroute aan land: aanlegsteigers, informatie en verbindingen richting toeristische attracties. Stichting De Nije Kompanjons verzorgt de PR rondom de Turfroute, terwijl de toeristische aanjager voor Zuidoost Fryslân aan arrangementen rondom de Turfroute werkt. In 2008 is de ontwikkelagenda Appelscha opgesteld, waarvan het doel is om nieuwe impulsen te geven aan de recreatie in het dorp en een kwaliteitsimpuls voor de omliggende natuur. Vanuit toeristisch-recreatief oogpunt zijn de ontwikkelingen rondom de Veenhuizen en Frederiksoord. Het Gevangenismuseum in Veenhuizen trekt een groeiend aantal bezoekers en de Maatschappij van Weldadigheid en Veenhuizen zijn door het Rijk op de voorlopige UNESCO werelderfgoedlijst geplaatst. In het Friese Merengebied lopen verschillende toeristische initiatieven, zoals het uitwerken en uitvoeren van het actieplan rondom het regionaal beeldverhaal Friese Meren en diverse activiteiten van het Friese Merenproject, zoals genoemd ook in relatie tot de turfroute. Er vinden daarnaast verschillende vastgoedontwikkelingen in en rond de regio plaats. Bijvoorbeeld woningontwikkeling zoals Lindewijk in Wolvega (nieuwbouw gericht op water / paardrecreatie) en De Rietvelden (Heerenveen). In Lemmer wordt het waterfront (Buitengaats) gerealiseerd, met nieuwe (dag)recreatieve faciliteiten (onder andere strandpaviljoen) en woningbouw (aantal woningen nog In Steenwijkerland zijn plannen voor de ontwikkeling van twee bungalowparken (Bodelaeke, in ontwikkeling, en Scheerwolde, voorlopig on-hold). Deze parken zijn een mix van verhuurbare recreatiewoningen, tweede woningen en permanente woningen. Bij de parken wordt een jachthaven met aanlegplaatsen gerealiseerd. Daarnaast wordt bij Kuinre het bungalowpark Eigen Wijze uitgebreid tot 30 à 35 recreatiewoningen. onbekend). Ook ten zuiden van Bakkeveen zijn plannen voor de ontwikkeling van nieuwe toeristisch-recreatieve verblijfsrecreatie. 3.3 SWOT Toelichting SWOT Het referentiegebied voor de SWOT is het afgebakende kerngebied FWL. Sterk: De sterkten van het gebied liggen in de landschappelijke kwaliteiten, de verhalen en de authenticiteit van het gebied. De ligging van het gebied tussen 4 nationale parken is uniek in Nederland. Hoewel het gebied zelf niet een toeristengebied is, zijn er wel legio poorten, recreatieve hotspots net buiten het gebied waar toeristen kunnen worden overgehaald het gebied te ontdekken. Zwak: Het gebied is niet bekend bij toeristen ( staat niet op de shortlist ), en daarnaast is de toerist ook onbekend met de identiteit die het gebied heeft. Daarnaast is de eenvoud van de verblijfsaccommodaties en faciliteiten een zwak punt, en gezien de trends is dit naar de toekomst toe ook een serieuze bedreiging. Hoewel er enkele grotere dagattracties zijn, is het toeristisch-recreatief aanbod nog te weinig uniek in vergelijk met andere regio s. Meer slechtweervoorzieningen zijn, net als in de rest van Noord-Nederland, gewenst. Kansen: De plannen voor het beleefbaar maken van de Friese Waterlinie sluiten goed aan bij de veranderende vraag van de toerist van de toekomst. De vraag naar authenticiteit, beleving en cultuurhistorie nemen toe, evenals waterrecreatie en streekproducten. Ook speelt de Friese Waterlinie goed in op een aantal behoeften (wandel- en fietsmogelijkheden, slechtweervoorzieningen en attracties). BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 23

26 Bedreigingen: de belangrijkste bedreiging is het risico dat de vele initiatieven in de regio langs elkaar heen gaan lopen, waardoor eerder versnippering optreedt dan een versterking van de identiteit. De impact van de Friese Waterlinie hangt verder sterk af van de mate waarin ondernemers op het initiatief gaan aanhaken. Uiteraard staan andere regio s ook niet stil, en is het belangrijk waar mogelijk aan te haken bij andere initiatieven in de regio. Sterkten Landschappelijke variatie en kwaliteit Rust en ruimte Verhalen Unieke identiteit Stellingwerven Nabijheid 3 4 nationale parken Routerecreatie (knooppuntennetwerk) Toegankelijkheid en bereikbaarheid per auto Recreatieve hotspots aan randen kerngebied Kwalitatief hoogstaande evenementen (opera, kunst) Zwakten Gebrekkige T&R promotie Gebied heeft voor toerist (nog) geen identiteit Weinig onderscheidend vermogen t.o.v. andere regio s Geen centraal punt voor toerisme Eenvoudige faciliteiten en accommodaties Relatief lage uitgaven toeristen en recreanten (Cultuur) historie weinig zichtbaar Weinig slechtweersvoorzieningen (N-NL) Beperkte winkelmogelijkheden en horeca Kansen Doelgroep actieve ouderen groeit Groeiende vraag naar identiteit en beleving Toenemende interesse in het verleden / cultuurhistorie Uitgaven aan vrije tijd gaan groeien Meer (korte) vakanties in voor / naseizoen Waterrecreatie groeisector (verbindingen ZW Friesland / turfroute) Behoefte aan wandel / fietsmogelijkheden vanuit omliggende regio s Aandacht voor streekproducten & arrangementen Behoefte aan slechtweersvoorzieningen en attracties in N-NL Bedreigingen Campings & eenvoudige bungalows uit de gratie Voorzieningenniveau kernen onder druk Regionale / nationale / internationale concurrentie neemt verder toe Beperkte slagkracht t-r sector / marktrespons op regio-initiatieven onzeker Groot gebied met veel spelers afstemming? Gevaar aanbodgestuurd ontwikkelen 24 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

27 4 Ontwikkeling FWL in drie varianten In dit hoofdstuk gaan wij in op de te verwachten economische effecten van de voorgestelde maatregelen voor de Friese Waterlinie. De planningshorizon die we daarbij aanhouden is In 4.1 wordt ingegaan op de inhoud van de drie ontwikkelvarianten, en worden de keuzes die gemaakt zijn bij de samenstelling onderbouwd. 4.2 gaat in op de soorten sociaaleconomische effecten die de maatregelen sorteren. De resultaten van de doorrekening van toeristisch-recreatieve effecten worden in 4.3 gepresenteerd. Paragraaf 4.4 beschrijft de toeristische effecten die buiten het kerngebied worden voorzien. In 4.5 wordt ingegaan op niet toeristisch-recreatieve sociaal-economische effecten die te verwachten zijn door de genoemde ingrepen. 4.1 Vertaling visie in maatregelgroepen en ontwikkelvarianten Essentie van de gehanteerde methodiek Beantwoording van de vraag wat de te verwachten economische effecten zijn van het herstellen van de Friese Waterlinie vraagt een vrij gedetailleerde aanpak, waarbij we ons baseren op een groot aantal kentallen. Op basis van die kentallen, en referentiecijfers van elders doen we aannames over de verwachten effecten voor de Friese Waterlinie. De effecten voor toerisme en recreatie rekenen we kwantitatief door, voor andere effecten (woongenot, vestigingsklimaat) maken we een inschatting op hoofdlijnen. Voor de toeristisch-recreatieve effecten maken we onderscheid in verschillende maatregelgroepen Vervolgens stellen we drie ontwikkelvarianten op, die verschillen in scope, kosten en ambitieniveau. We drukken de effecten uit in te verwachten omzet, die we vervolgens omrekenen in aantallen banen. We gaan ervan uit dat de maatregelen geleidelijk, tussen 2010 en 2030, worden uitgevoerd. De berekeningen geven een impressie van de orde van grootte van de te verwachten toeristisch-recreatieve effecten van verschillende ontwikkelingsvarianten. Voor de niet toeristisch-recreatieve effecten geven we op basis van (sporadisch beschikbare) onderzoeken referentiecijfers en beelden een inschatting van te verwachten effecten. Maatregelgroepen In de ontwikkelingsvisie van Feddes Olthof staat een kleine veertig maatregelen en aanvullende ideeën. Deze maatregelen uit de ontwikkelingsvisie hebben we als basis genomen voor onze doorrekening. Daarnaast hebben we een paar specifieke maatregelen toegevoegd waarvoor uit toeristisch oogpunt relevante effecten te verwachten zijn. Omdat de afzonderlijke maatregelen uit de ontwikkelingsvisie vaak zodanig klein van scope zijn dat ze individueel niet goed door te rekenen zijn, hebben we ze gebundeld in een aantal groepen van maatregelen: (NB: voor iedere maatregelgroep is een fact sheet opgenomen in Bijlage 5). BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 25

28 Een betere informatievoorziening voor bewoners en bezoekers van de Friese Waterlinie; bijvoorbeeld het laten optekenen van het FWL-verhaal en het maken van een centrale website. Friese Waterlinie - educatiemateriaal voor kinderen en volwassenen (gericht op bewoners) Het initiëren van Friese Waterlinie-evenementen zoals een rondreizende tentoonstelling, een jaarlijks Friese Waterlinie-evenement of operavoorstellingen in een schans. Landschapsherstel en versterking, zoals meanders in beeklopen herstellen, randen van beekdalen beplanten om hoogteverschillen te accentueren. Het fysieke herstel van de schansen, zoals bij Kuinre, Slijkenburg, Makkinga en de oefenschans Bakkeveen. Route-ontwikkeling, zoals het opvullen van ontbrekende schakels in wandel- en fietsroutes, en het ontwikkelen van een Waterlinieroute. Aanvullende toeristisch-recreatieve maatregelen uit de ontwikkelingsvisie, zoals het inrichten van FWL exposities in bestaande bezoekerscentra (Rottige Meente, Drents- Friese Woud), het ontwikkelen van pleisterplaatsen bij schansen en de uitbreiding van de camping bij de Tolbrugschans. Marketing van de Friese Waterlinie - in harmonie met de andere verhaallijnen in het gebied. Onder deze groep vallen verschillende mogelijkheden, zoals de voortgang van de huidige vormen van samenwerking, tot het aanstellen van een aanjager voor de Friese Waterlinie (1FTE) en pilots met het gemeenschappelijk ontwikkelen van product-marktcombinaties. Daarnaast zijn er nog twee maatregelgroepen toegevoegd, die inspelen op toeristische kansen in het gebied. (Faciliteren van) ontwikkeling van vernieuwende verblijfsrecreatie; waarbij de redenering is dat er wanneer er substantieel dagrecreatief aanbod wordt toegevoegd er ook meer vraag komt naar verblijfsrecreatie in de regio. Aanvullende toeristisch-recreatieve maatregelen, hier worden de volgende acties onderscheden: o Gericht aantrekken bootrecreanten vanuit Friese Meren / Weerribben Wieden, door extra aanlegplaatsen, infoborden etc. o Waterrecreatiemogelijkheden vergroten in relatie tot plannen turfroute, voortbouwend op de huidige initiatieven in Opsterland en Ooststellingwerf. o Het faciliteren van fiets(route)recreatie door elektrische fiets-oplaadpunten te ontwikkelen wellicht ism ondernemers en/of bij schansen o Koppelen kleinschalige horeca / verkoop streekproducten aan ontwikkelde schansen in hoogseizoen. Ontwikkelingsvarianten Om een onderbouwde keuze te kunnen maken bij het uitvoeren van investeringen hebben we vervolgens drie ontwikkelvarianten opgesteld. De varianten verschillen in scope, kosten 13 en ambitieniveau. We onderscheiden een minimumvariant, een middenvariant en een maximumvariant. De varianten zijn zodanig opgesteld, dat er een samenhangende mix van maatregelen per variant wordt doorgerekend. De varianten zijn daarmee proportioneel van opzet. 13 Het maken van een kostenraming valt buiten de scope van deze studie. We hebben op basis van expert judgement een inschatting gemaakt van ordes van grootte. 26 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

29 Als de Friese Waterlinie niet daadwerkelijk in het landschap te beleven is zijn geen substantiële economische effecten te verwachten. We zijn daarom in alle varianten uitgegaan van enige mate van fysieke ingrepen. Voor elk van de maatregelgroepen hebben we het te verwachten effect van de specifieke groep maatregelen doorgerekend, waarbij we het maximaal te verwachten effect inzichtelijk hebben gemaakt. Dit is een theoretische exercitie, in de praktijk zullen altijd meerdere typen maatregelen tegelijkertijd worden uitgevoerd. Uiteraard hangen de maatregelgroepen onderling samen, en zijn de cumulatieve effecten groter als meerdere maatregelen tegelijkertijd worden uitgevoerd. De doorrekening van individuele maatregelen geeft wel inzicht in het type maatregelen dat het meeste effect oplevert, en biedt daarmee aanknopingspunten voor het maken van beleidskeuzes. De minimumvariant gaat uit van een beperkte beschikbaarheid van middelen en heeft als uitgangspunt om een aantal minimaal noodzakelijke onderdelen te ontwikkelen om de Friese Waterlinie toeristisch op de kaart te kunnen zetten, in combinatie met een aantal quick wins. De maatregelen zijn over het algemeen op korte termijn te realiseren, zoals het meer zichtbaar maken van de Terbrandsterschans en het creëren van zichtlijnen en een wandelroute bij de Bekhofschans. De focus is meer dan in de midden- en maximumvariant gericht op het informeren en opleiden van de bevolking en ondernemers in het gebied. Inhoud Minimumvariant Verhaal Friese Waterlinie optekenen Digitaal archief van Tresoar beschikbaar stellen voor digitale apps Kinderen leren over de Waterlinie Reizende tentoonstelling door musea Wandelingen organiseren in natte gebieden waterlinie Eenheid in infoborden Zichtbaar maken Terbrandsterschans Bekhofschans: wandelroute (ommetje), nieuwe elementen en zichtlijnen Aanleggen van ontbrekende schakels voet- en fietspaden langs de beken Verbinden Blessebrugschans aan meer (bestaande) wandelroutes Bezoekersinformatie / exposities FWL in toeristentrekkers (Museum Belvedere, bezoekerscentra Ossenzijl, Appelscha, VVV Bakkeveen, Hotel Tjaarda Bieden ruimte aan ontwikkeling hotel met 25 kamers Marketing Friese Waterlinie Voortgang samenwerking gebiedspartijen en ondernemers gekoppeld aan bestaande structuren De middenvariant gaat verder dan de minimumvariant, en bevat ook grotere (landschappelijke en fysieke) investeringen voor de middellange termijn. De variant bevat bovendien een verdergaande vorm van samenwerking tussen partijen (ontwikkeling van pilots) en toeristische marketing. Het herstel van de schansen bij Friesepalen, Bakkeveen, Makkinga en de Schoterschans is voorzien. In de maximumvariant worden op termijn alle geplande maatregelen en aanvullende ideeën uitgevoerd. Meer dan in de andere varianten wordt er ingehaakt op bestaande initiatieven (ontwikkelingen aan de turfroute) en mogelijke kansen (elektrisch fietsen en de groei van bootrecreatie in het laagveengebied). Daarnaast wordt de samenwerking tussen gebiedspartijen permanent opgevolgd door een gebiedsmakelaar / aanjager. In de maximumvariant groeit de FWL op den duur uit tot een attractie met bovenregionale aantrekkingskracht doordat er met de Noordelijke Linies en in Europees verband wordt samengewerkt op het gebied van het gemeenschappelijk presenteren van het aanbod. BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 27

30 Inhoud Middenvariant Maatregelen minimumvariant, + Een goede website over de Waterlinie Beeldinformatie op je telefoon, wat was waar? Educatie middels theater en kunstenaars Voorstellingen, theater, opera, schans als tribune, vuur in schans, tijdelijke bloemen/plantententoonstelling Schans als stempelpost (Pieter Stuyvenzand Kuiertocht) Markeren van randen hoge gronden en natte beekdalen met beplanting Schoterschans grondwerk in profiel, zicht over meander, korte wandelroute. Gedeeltelijk herstellen van Schans Frieschepalen Opknappen oefenschans bij Bakkeveen Route landschappelijke context Zwartendijksterschans. Reconstructie Schans Breeberg, wandelroute over Schansdijk en langs schans. Ommetjes maken rondom schansen Koppelen overnachtingsplaatsen aan routes Pleisterplaatsen op en rond herstelde schansen, eilandjes als pleisterplaatsen Tolbrugschans: camping kan uitbreiden Ruimte bieden voor ontwikkeling verblijfsrecreatie; 1 hotel met 50 kamers Incorporatie Friese Waterlinie in gebiedsmarketing Friese Wouden (Zuidoost Friesland) Pilots met gemeenschappelijke ontwikkeling toeristisch-recreatieve productmarktcombinaties Inhoud Maximumvariant Maatregelen minimum & middenvariant, + Maken van een (computer)spel over slag van 1672 tijdelijke bebouwing / bewoning in schans (art houses) reizend informatiecentrum dat schansen aandoet geluiden en geuren terugbrengen in schans Meanders van beeklopen herstellen, inrichten beekdalen als natte natuur Markeren bijzondere plekken aan water: Schansen, Sluizen, Haventjes Kuinre: Herstel grondwerk schans, openbaar wandelpad, waterplas aan voet schans Slijkenburg: herstel schans, aanlegplaatsen, meander herstellen Tolbrugschans: volledig herstel schans, herstel meander en wandelroute Makkinga: herstel schans en verbinding met dorp Aanleg Waterlinieroute voor fietsers en wandelaars Schansenrondje wandelen / kano, kano- en fietsenverhuur bij infocentrum Rottige Meente Oldebekoop als centraal infocentrum Kanonnen terugbrengen bij Slijkenburg Gericht aantrekken bootrecreanten vanuit Friese Meren / Weerribben Wieden Waterrecreatiemogelijkheden vergroten in relatie tot plannen turfroute Koppelen kleinschalige horeca / verkoop streekproducten aan schansen in hoogseizoen Elektrische fiets-oplaadpunten ontwikkelen Aanstellen aanjager / gebiedsmakelaar (1FTE) Samenwerking met Noordelijke Linies als één gemeenschappelijk T&R product uitdragen Ruimte bieden voor ontwikkeling verblijfsrecreatie: 2 hotels met 50 kamers 28 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

31 4.2 Typen effecten Uitvoering van de ontwikkelmaatregelen in de varianten levert verschillende soorten impulsen op. Hieronder een overzicht van de typen effecten en de manier waarop die in dit onderzoek zijn meegenomen. Autonome ontwikkeling de economie in het kerngebied Friese Waterlinie kent een eigen dynamiek, net zoals de toeristisch-recreatieve sector. We maken daarom inzichtelijk wat de te verwachten autonome ontwikkeling van de toeristisch-recreatieve sector in het kerngebied is zodat de toegevoegde waarde van de FWL in perspectief kan worden geplaatst. We gebruiken hiervoor de lange-termijnscenario s van het CBP (Noord Nederland) als basis, en hebben die aangescherpt met toekomstscenario s voor de toeristisch recreatieve sector (o.a. van NBTC NIPO). Voor de logiesverstrekking is een deelsectoranalyse gemaakt, waarbij gekeken is naar de groeiperspectieven van respectievelijk hotels, bungalowparken, B&B s en campings. Directe toeristisch-recreatieve baten baten die direct te relateren zijn aan de versterking van het toeristische aanbod in het gebied. We berekenen de impulsen voor extra dagtochten, groei van verblijfsduur en extra bestedingen van toeristen en recreanten. Indirecte (toeristische en niet-toeristische) baten - investeringen in toerisme en recreatie leiden ook tot extra indirecte impulsen, bijvoorbeeld een toeristische ondernemer die een nieuw product lanceert omdat er meer dagrecreanten naar de Friese Waterlinie komen. Ook kunnen indirecte effecten buiten de sector neerslaan bij bijvoorbeeld toeleveranciers van restaurants. We drukken de indirecte effecten uit in een multiplier de hoogte van de multiplier bepaalt de mate van marktrespons en verwevenheid van de initiatieven in de regio. Incidentele werkgelegenheidsimpuls door uitvoering werken investeringen in de FWL hebben een incidenteel werkgelegenheidseffect, omdat er bijvoorbeeld een schans wordt hersteld, een fietspad wordt aangelegd of educatiemateriaal wordt gemaakt. De omvang van deze effecten hangt nauw samen met de aard van de investeringen en de omvang ervan. Omdat we hier nog geen gedetailleerd inzicht in hebben, hebben we per variant een inschatting gemaakt van de potentiële orde van grootte. We geven geen inschatting van de mate waarin we verwachten dat effecten daadwerkelijk in het kerngebied van de FWL neerslaan. Indirecte economische effecten: kapitaliseren gebiedskwaliteiten en vestigingsklimaat Investeringen in landschap en cultuurhistorie hebben een positief effect op gebiedskwaliteiten en het vestigingsklimaat. Dit kan worden gekapitaliseerd in de vorm van hogere huizenprijzen of een hogere waarde van bedrijfsmatig vastgoed. Deze effecten kunnen worden berekenend met een MKBA (maatschappelijke kosten-baten analyse). Een dergelijke analyse valt buiten de scope van deze studie. We geven indicatief aan welke effecten binnen de verschillende varianten te verwachten zijn. Niet-economische baten: recreatieve belevingswaarde en verervingswaarde Cultuurhistorie en recreatie hebben naast economische waarde een niet-economische waarde. Dit heeft betrekking op termen als identiteit, gezamenlijke beleving, zin, betekenis en inspiratie Hoe de economische waarde van cultureel-historisch erfgoed te realiseren en tegelijkertijd de culturele waarde te bewaken. Prof. Dr. Arjo Klamer. In: Het cultuurhistorische argument. Projectbureau Belvedere BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 29

32 4.3 Ontwikkeling toeristisch-recreatieve werkgelegenheid kerngebied In deze paragraaf staan we stil bij de resultaten van de doorrekening van de directe toeristische effecten in het kerngebied, de indirecte baten (toeristische en niet toeristische effecten) in het kerngebied en de ordes van grootte van de incidentele werkgelegenheidsimpuls in de verschillende varianten. Autonome ontwikkeling Zonder uitvoering van de maatregelen rond de Friese Waterlinie ontwikkelt de toeristisch-recreatieve sector in het kerngebied zich licht positief tot 2020, waarna richting 2030 een licht dalende trend wordt ingezet (zie ook figuur 4.1). De totaalbalans blijft echter positief: de 1503 FTE in toerisme en recreatie zijn er in FTE geworden, een toename van 64 FTE (4,2%). Deze groei komt voornamelijk door de groei van de cultuur, recreatie en evenementensector, de hotelbranche, vervoersdiensten en overige recreatie. In de detailhandel, horeca en campings neemt de werkgelegenheid juist af. Over het geheel genomen blijft de werkgelegenheid in de bedrijfstak logiesverstrekking vrijwel gelijk, maar er treedt wel een duidelijke verschuiving op; de hotellerie en bed&breakfasts winnen aan werkgelegenheid terwijl de campings inleveren. Figuur 4.1 Autonome werkgelegenheidsontwikkeling naar deelsector, kerngebied Bron: CPB, NBTC-NIPO, berekening Bureau BUITEN Minimumvariant In de minimumvariant wordt de Friese Waterlinie beperkt ontwikkeld. Er treden relatief kleine toeristisch-recreatieve effecten op door het doorontwikkelen van de Bekhofschans, de Terbrandsterschans en het verbinden van de Blessebrugschans aan bestaande routes (trekt extra dagrecreanten aan), de aanvulling van routes en het plaatsen van infoborden (leidt tot een klein aantal extra routerecreanten) en de organisatie van kleinschalige evenementen zoals de rondreizende tentoonstelling (levert extra evenementbezoek op). 30 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

33 Naast extra dagrecreatie zal ook de verblijfsduur van de toeristen licht verlengd worden. Een aanzienlijk gedeelte van de extra bezoekers is afkomstig uit het herkomstgebied (berekend op 60%), waar een groot deel van de toeristische (verblijfs-)baten neerslaan. Het totaaleffect van de investeringen is snel bereikt (rond 2020) omdat de maatregelen grotendeels op de korte termijn zullen kunnen plaatsvinden. De totale toeristisch-recreatieve bestedingsimpuls in het kerngebied wordt voor de minimumvariant geschat op 1,2 mln per jaar, wat neerkomt op 14FTE extra werkgelegenheid in de toeristisch-recreatieve sector. De investeringen in de Friese Waterlinie worden in de minimumvariant opgevolgd door enkele private initiatieven uit de regio, omdat de samenwerking tussen gebiedspartijen die nu is opgezet (overleg kansen Friese Waterlinie) wordt voortgezet. Het totaal van structurele werkgelegenheidseffecten (direct + indirect) in de minimumvariant wordt daarmee 16 FTE (1,1% groei). Zie ook figuur 4.2. Wordt de minimumvariant uitgevoerd, dan komen de bestedingsimpulsen vooral voort uit de spin-off van de exposities in bezoekerscentra, evenementen en de toename van wandelaars en fietsers. Middenvariant De toeristische effecten die in de middenvariant optreden, komen voort uit het herstel van vier schansen (Schoterschans, Friesepalen, Bakkeveen, Breeberg), het gebruik van de schansen voor kleinschalige evenementen (opera, tentoonstelling, stempelpost bij wandeling), het toevoegen van pleisterplaatsen bij de schansen, de uitbreiding van de camping bij de Tolbrugschans en de toevoeging van aanvullende verblijfsrecreatie in antwoord op het toegenomen aanbod aan dagrecreatie. Er is naast een impuls in aantallen dagrecreanten ook een aanzienlijke groei van het aantal overnachtingen in het kerngebied te verwachten. Het merendeel van de dagrecreanten is echter afkomstig uit het herkomstgebied (zie volgende paragraaf). Als de maatregelen geleidelijk worden uitgevoerd, dan wordt het totaaleffect van de investeringen pas ruim na 2020 bereikt. De investeringen leiden tot meer initiatieven van private partijen (ten opzichte van de minimumvariant). Er zijn meer mogelijkheden doordat er in de schansen wordt geïnvesteerd en de samenwerking wordt geïntensiveerd (o.a. door een project voor gemeenschappelijke productontwikkeling). Het totaal van directe werkgelegenheidseffecten in de middenvariant is 29 FTE. Samen met de indirecte werkgelegenheidseffecten is de totaalimpuls van de middenvariant 41 FTE (2,7% groei). Zie ook figuur 4.2. Wordt de middenvariant uitgevoerd, dan komen de bestedings- en werkgelegenheidsimpuls vooral uit de aanvullende T&R maatregelen uit de ontwikkelingsvisie (m.n. de camping) en de impuls in route-recreatie. Maximumvariant In de maximumvariant worden alle maatregelen en ideeën (ontwikkelingsvisie en aanvullend) geleidelijk uitgevoerd in de periode tot De toeristische effecten zijn die van de minimum en middenvariant, plus de effecten van de extra maatregelen die enkel in de maximumvariant worden uitgevoerd. De maximumvariant bevat ingrijpende operaties wat betreft fysiek herstel van schansen (o.a. Kuinre en Slijkenburg met waterpartij), het versterken van de beken en terugbrengen van meanders, de aanleg van een waterlinieroute voor wandelaars en fietsers, de bouw en ingebruikname van een centraal informatiecentrum Friese Waterlinie in Oldeberkoop en het stevig inzetten op benutting van de schansen (reizend infocentrum en tijdelijke bewoning). Daarnaast worden in de maximumvariant de kansen benut die verknoping met andere ontwikkelingen / verhaallijnen kan bieden. Concreet gaat het om het faciliteren van bootrecreanten om het gebied te verkennen (in verband met de ontwikkeling van de turfroute en de waterrecreatie in Rottige Meente), het samen met onderne- BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 31

34 mers werken aan een oplaadpuntennetwerk voor elektrisch fietsen en het stimuleren van streekproductenverkoop en kleinschalige horeca bij de herstelde schansen. In de maximumvariant worden er meer dagtochten gemaakt en neemt tevens het aantal overnachtingen in het gebied toe. Ook geven bezoekers aan de schansen en de waterlinieroute meer uit in het kerngebied doordat er meer bestedingsmogelijkheden zijn (o.a. streekproducten). De uitvoering van de maatregelen gebeurt geleidelijk, waarbij met de kleine maatregelen wordt begonnen (conform het minimum en later het middenscenario) en vervolgens wordt uitgebouwd. Het totaaleffect van de investeringen wordt ruim na 2020 bereikt. In de maximumvariant zijn de toeristisch-recreatieve ondernemers het meest betrokken en actief met productontwikkeling, waardoor een nog groter deel van de indirecte baten in het kerngebied zelf achterblijft. In totaal wordt er in de maximumvariant in het kerngebied een toeristisch-recreatieve bestedingengroei gecreëerd van 5,2mln per jaar (2030), wat neerkomt op 61FTE. De totaalimpuls structurele werkgelegenheid (directe + indirecte baten) bedraagt 86FTE. Zie ook figuur 4.2 en figuur 4,3. Dit komt neer op een groei van 5,7% ten opzichte van de totale werkgelegenheid in de autonome ontwikkelingsvariant. Als de maximumvariant in zijn geheel wordt uitgevoerd, dan komt de bestedingsimpuls in de regio vooral uit initiatieven uit de markt (indirecte baten) de toegenomen route-recreatie en de spin-off van een nieuw bezoekerscentrum in Oldeberkoop. Hoewel de landschappelijke ingrepen en fysieke investeringen op zichzelf geen grote bestedingsimpulsen creëren, zijn zij wel een randvoorwaarde voor het realiseren van andere maatregelen die wel voor omvangrijkere impulsen zorgen. Figuur 4.2 Verhouding tussen werkgelegenheidseffecten drie varianten Autonoom Maximumvariant Middenvariant Minimumvariant Bron: berekeningen Bureau BUITEN Investeringsvolumes en incidentele werkgelegenheid Bij de variantensamenstelling hebben we een inschatting gemaakt van de investeringsvolumes die met maatregelen gepaard gaan. Hoewel er teveel onzekerheden zijn om deze volumes per maatregel te presenteren, kunnen ze wel een functie vervullen in het bepalen van ordes van grootte van kostenniveaus van varianten en incidentele werkgelegenheidsimpulsen die door de (fysieke) werkzaamheden gegenereerd worden. Tabel 4.1 geeft inzicht in deze verhoudingen en de bandbreedtes van werkgelegenheidseffecten. 32 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

35 Tabel 4.1 Indicatieve verhoudingen investeringen varianten en bandbreedtes incidentele werkgelegenheid verhou- Investeringsvolume ding Totaal incidentele werkgelegenheid Minimumvariant 5-15% van maximum 7 30 manjaar Middenvariant 20-40% van maximum manjaar Maximumvariant 100% manjaar Bron: Nationale Rekeningen 2010 (kengetallen bouw) 4.4 Toeristische baten herkomstgebied Wanneer de Friese Waterlinie ontwikkeld wordt, levert dat extra bezoekers, dagtochten, overnachtingen en bestedingen op die voor een gedeelte ook in het herkomstgebied neerslaan. We gaan kort in op de berekende effecten voor de drie varianten. Vanuit de nulmeting is benaderd dat er per jaar bijna 3 mln dagtochten vanuit het toeristische herkomstgebied het kerngebied in gemaakt worden. Dit aantal neemt in de minimumvariant toe met +/- 1%, oftewel dagtochten. Bij gebrek aan een kengetal nemen we aan dat dit voor 40% van de toeristen leidt tot een langer verblijf van een dag. In dat geval levert de minimale variant bijna op aan toeristische baten per jaar in het herkomstgebied. In de middenvariant ramen we de impuls in extra dagrecreatie vanuit het herkomstgebied op 2,5%, wat met de aanname voor langere verblijfsduur van toeristen neerkomt op 1,3 mln toeristische baten per jaar. In de maximumvariant nemen de dagtochten vanuit het herkomstgebied toe met 5%, wat kan leiden tot 2,6 mln extra toeristische bestedingen in het herkomstgebied per jaar. NB. Er is in de berekening uitgegaan van een standaardverdeling van de dagtochten en extra overnachtingen tussen herkomst- en kerngebied, die tussen de varianten niet (of nauwelijks) verandert. Met name voor de maximumvariant kunnen hierbij vraagtekens worden gesteld, omdat in de variant duidelijk wordt ingespeeld op de kansen functionele verbindingen tussen het kerngebied en de omliggende gebieden, en de Friese Waterlinie wordt uitgebouwd tot een attractie die op bovenregionaal niveau haar doelgroep trekt. Waar de functionele relaties met het herkomstgebied worden versterkt kan mogelijkerwijs een hoger groeipercentage voor het aantal dagtochten gerealiseerd worden. We noemen hierbij met nadruk de concentratie van toeristen (55% van de overnachtingen in het herkomstgebied) die zich relatief dichtbij het kerngebied in Drenthe bevindt. In het westen is het interessant te kijken naar de functionele de bootrecreanten in het Friese Merengebied / Weerribben - De Wieden. Bovendien kan het herkomstgebied met de uitstraling van de FWL meegroeien. Dit zou logischerwijs leiden tot een hoger aantal dagtochten naar het kerngebied Friese Waterlinie. Omdat beide effecten zeer moeilijk met cijfers onderbouwd kunnen worden beperken wij ons tot het benoemen van deze (niet-onbelangrijke) kansen. BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 33

36 4.5 Gebiedskwaliteit en aanvullende sociaal-economische effecten Kapitaliseren gebiedskwaliteiten en vestigingsklimaat De landschappelijke maatregelen in de drie varianten en het fysieke herstel van de linie leiden tot een verbetering van de gebiedskwaliteiten. Om na te gaan welke meetbare effecten dat kan hebben buiten de effecten op toerisme en recreatie, zijn we nagegaan wat hierover uit andere onderzoeken af te leiden is. Landschap, groen en cultuurhistorie Investeren in een mooi landschap levert de Nederlandse maatschappij ruim 17,8 miljard euro op (LNV e.a.) 15. Om goed te kunnen inschatten hoe groot deze effecten zijn voor de FWL is een gedetailleerder inzicht in de te nemen maatregelen nodig. De hoeveelheid groene landschapselementen die worden toegevoegd, en de locatie daarvan ten opzichte van woningen in het gebied is bijvoorbeeld van grote invloed op het te verwachten effect. Uit de genoemde studie van LNV blijkt dat de belangrijkste baten (variërend van ongeveer de helft tot bijna 80% van het totaal aan baten) liggen in meer woongenot (bestaande en nieuwe huizen met uitzicht op groen) en hogere opbrengsten en beleving gerelateerd aan toerisme en recreatie. Andere effecten liggen bijvoorbeeld in een verbetering van de waterkwaliteit door vermindering van nutriënten (opname door vegetatie), betere luchtkwaliteit en een hogere productie van gewassen door beschutting tegen wind. Voor drie voorbeeldgebieden liggen de totale baten grofweg tussen de 100 en 350 miljoen. Het saldo van kosten en baten ligt tussen de 1 en de 250 miljoen euro. Andere onderzoeken tonen aan dat de hoeveelheid groen een positieve invloed heeft op het woongenot en daarmee op woningprijzen. De nabijheid van een Nationaal Park heeft een vergelijkbare invloed op de waarde van vastgoed. Woningen in/aan het groen zijn 10 tot 15% meer waard. Nabijheid van een gebied aangemerkt als Nationaal Park betekent een waardestijging van onroerend goed van 2 a 3% 16. Ook investeren in cultuurhistorische kwaliteit loont. Een woning met een rijksmonumentale status is ongeveer 7,5% meer waard dan een vergelijkbare woning zonder die status 17. Historische kenmerken bepalen ca. 15% van de totale marktwaarde van de woning 18. Vestigingsklimaat bedrijven Veel overheden proberen het vestigingsklimaat voor bedrijven positief te beïnvloeden. Voor een groot deel worden bedrijven aangetrokken tot factoren die op korte termijn moeilijk beïnvloedbaar zijn. Hierbij valt te denken aan de aantrekkingskracht van grootstedelijke agglomeraties (grote markt, gespecialiseerd personeel, kennisspillovers) en de bereikbaarheid (bijvoorbeeld ligging ten opzichte van een internationale luchthaven). In de huidige kenniseconomie is daarnaast het vasthouden en aantrekken van een hoogopgeleide beroepsbevolking van wezenlijk belang. Het is niet meer vanzelfsprekend dat werknemers verhuizen voor loopbaanmogelijkheden, het werkt ook andersom. De identiteit van een plek, de omgevingskwaliteiten en het culturele aanbod dragen bij aan het vasthouden en aantrekken van kenniswerkers. Zo is bijvoorbeeld het landelijke wonen nu en in de toekomst populair bij gezinnen. 15 Het gaat dan om investeringen in landschapselementen als hagen en bloemrijke randen en bomenrijen, investeringen in recreatieve infrastructuur (bruggen, fietspaden) en investeringen in cultuurhistorisch erfgoed. 16 J. Bervaes & Jan Vreke, Alterra Onderzoek in Gelderland door Engelsing Makelaars et al, Onderzoek in Tieler- en Culemborgerwaard door Witteveen en Bos, BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

37 Het vestigingsklimaat van een gebied is gebaat bij natuur, landschap en cultuurhistorie. Quality of Life (QoL) wordt gezien als één van de factoren die de aantrekkelijkheid van het lokale en regionale vestigingsmilieu 19. Het belangrijkste effect ligt in het verbeterde woonklimaat, wat indirect van belang is voor het vasthouden / aantrekken van voldoende gekwalificeerd personeel (m.n. i.r.t. kenniseconomie). Er zijn echter geen cijfers over de hoogte van de impact. Overigens wordt de vergrijzing vaak als kans gezien om gepensioneerden aan te trekken. Pensioenmigratie is echter nog een zeer bescheiden fenomeen in Nederland. Dit valt onder andere te verklaren door het feit dat mensen veel belang hechten aan de nabijheid van hun sociale netwerk en dientengevolge niet snel tot een verhuizing naar een ander deel van het land zullen overgaan. Samenvattend schatten wij op grond van bovenstaande onderzoeken in dat fysieke investeringen in de linie bij kunnen dragen aan het woongenot voor bewoners in het gebied en daarmee een positief (i.c. verhogend) effect kunnen hebben op de huizenprijzen. Dit effect zal in bescheiden mate optreden bij uitvoering van de middenvariant, en in iets grotere mate bij uitvoering van de maximumvariant. Hierbij tekenen wij wel aan dit effect mede afhangt van de manier waarop de werken worden uitgevoerd, en de relatie die daarbij wordt gelegd met de woonomgeving. Wij schatten in dat er geen merkbaar effect optreedt m.b.t. de verbetering van het vestigingsklimaat voor bedrijven buiten de toeristisch-recreatieve sector. Recreatieve belevingswaarde en verervingswaarde Bezoekers aan en bewoners in de Friese Waterlinie ontlenen niet-materiële welvaart aan de Friese Waterlinie. Met de ontwikkeling van de waterlinie zullen deze niet-materiële welvaartseffecten groeien. Er zijn pogingen gedaan de niet-materiële welvaart te kwantificeren. Vaak wordt onderscheid gemaakt tussen de recreatieve belevingswaarde en verervingswaarde. De recreatieve belevingswaarde kan worden berekend door middel van de Reiskostenmethode of de Conditionele Waarderingsmethode. De reiskostenmethode bepaalt de kosten die recreanten maken om een gebied te bezoeken. Verondersteld wordt dat dit een goede indicatie is voor de prijs die recreanten bereid zijn te betalen voor de factor beleving. De tweede methode is een enquêtemethode waarmee burgers wordt gevraagd naar hun betalingsbereidheid voor een bezoek aan een gebied of object. Recreanten en toeristen zijn bereid te betalen voor aantrekkelijke gebieden en/of het kunnen beleven van historie: o Hoge Veluwe: bezoekers per jaar (7 euro toegang voor een volwassene) o o Waterleidingduinen Amsterdam: bezoekers per jaar (1 euro toegang) Archeologisch themapark Archeon: bezoekers per jaar (17 tot 19 eurotoegang voor een volwassene). De verervingswaarde is de welvaart die mensen ontlenen aan het doorgeven van erfgoed aan het nageslacht, zonder dat zij er zelf op enige wijze gebruik van maken. Om dit in euro s uit te drukken wordt mensen gevraagd hoeveel geld ze over zouden hebben voor behoud. Uit onderzoek naar de verervingswaarde van de Nieuw Hollandse Waterlinie kan worden afgeleid dat gemiddeld elk huishouden in Nederland eenmalig 9,18 euro over 19 Salvesen & Renski BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 35

38 heeft voor het voortbestaan van de forten en het landschap van de NHW. Respondenten zijn met name positief over renovatiemaatregelen aan de forten, andere maatregelen scoren negatief. Ook is er onderzoek uitgevoerd naar de relatie tussen regionale identiteit en de sociaal-economische ontwikkeling van rurale regio s 20. De relatie tussen beleid gericht op identiteitsversterking (direct of indirect) en identiteit zelf is tweeledig het beleid wordt vanuit identiteit vormgegeven maar beïnvloedt de identiteit ook. Regio s met een levendige identiteit ontwikkelen een eigen vorm van dynamiek. De strategische dialoog recreatie (2008) concludeert dat het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit en het tegengaan van verrommeling belangrijk is, want recreatie kan niet zonder een aantrekkelijke omgeving. Ook begrippen als identiteit en authenticiteit zijn van belang het regionaal beeldverhaal wordt hier specifiek als middel benoemd om zowel toeristisch-recreatieve spin-off als impact op het gebied van authenticiteit en identiteit te verkrijgen. De minimumvariant legt met het opschrijven van het linieverhaal, het beschikbaar stellen van archiefmateriaal en het onderwijzen van kinderen over de FWL-historie een basis voor het verhogen van de verervingswaarden. In de middenvariant wordt de beter beschikbare informatie breder ingezet: voor een website, verbinding met kunst en exposities, gebruik voor app s en dergelijke. De bouwstenen worden als het ware in deze varianten aangereikt. Naar alle waarschijnlijkheid bieden ook de kleinschalige evenementen een grote impuls voor de verervingswaarde. 4.6 Conclusies In dit hoofdstuk zijn de ontwikkelmaatregelen van de Friese Waterlinie vertaald in verschillende effecten. Hiervoor zijn maatregelen uit de ontwikkelingsvisie gegroepeerd en verwerkt in een minimum-, midden- en maximumvariant. De minimumvariant is een variant met overzichtelijke investeringen en voor de korte termijn. Het legt de basis voor ontwikkeling van de Waterlinie, en genereert een beperkte toeristische werkgelegenheidsimpuls te genereren (16 FTE tot 2030). De middenvariant kent in tegenstelling tot de minimumvariant een stevige landschappelijke en fysieke investering, waarbij door verschillende aanvullende maatregelen toeristisch-recreatieve spin-off wordt gecreëerd. De geraamde werkgelegenheidsimpuls is dan ook navenant hoger (41 FTE tot 2030). In de maximumvariant worden alle benoemde maatregelen voltooid en kent dan ook op den duur het hoogste toeristisch-recreatieve werkgelegenheidseffect (+86FTE tot 2030). De orde van grootte van het investeringsvolume (en daarmee ook de incidentele werkgelegenheidsimpuls) is in de maximumvariant substantieel hoger dan in de andere varianten (vergeleken met de middenvariant 3x / 4x groter). In de maximumvariant zal het aantrekkingsgebied van waaruit toeristen het gebied bezoeken (herkomstgebied) groter kunnen worden, met name als de linie zich samen met de andere Noordelijke linies presenteert. Daarnaast worden de functionele relaties met de waterrecreatiegebieden en fietsgebied Drenthe versterkt. Hiermee zal ook het aantal dagtochten naar de linie vanuit het herkomstgebied verder kunnen stijgen. Op basis van de informatie uit de ontwikkelingsvisie kunnen de niet-toeristische sociaal-economische effecten van de Friese Waterlinie niet gedetailleerd worden doorgerekend. De gebiedskwaliteiten van het liniegebied, en daarmee het woongenot 20 Haartsen, Claiming Rural Identities: Dynamics, Contexts, Policies 36 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

39 en recreatieve belevingswaarde, zijn het meest gebaat bij landschappelijke investeringen. Voor de verervingswaarde speelt het verhaal een centrale rol. Op korte termijn kan dit via educatie en evenementen tot leven worden gebracht, op langere termijn is het relevant om te investeren in het landschap en de schansen om het verhaal levend te houden. Uit onderzoek blijkt verder dat de Nederlander juist het in standhouden van fysieke cultuurhistorische plekken belangrijk vindt. BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 37

40 38 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

41 5 Conclusies en overwegingen Conclusies In dit onderzoek hebben we de economische effecten van investeringen in de Friese Waterlinie in beeld gebracht. De investeringen hebben een positief effect op de toeristisch-recreatieve bestedingen en de werkgelegenheid. De berekende effecten liggen tussen de 16 (minimumvariant) en 86 FTE (maximumvariant). Wanneer we op basis van een zeer grove inschatting van de investeringsvolumes de kosten en baten tegen elkaar afzetten lijkt de verhouding in de minimum en middenvariant vergelijkbaar, en valt die in de maximumvariant substantieel minder gunstig uit (relatief hogere kosten per gerealiseerde arbeidsplaats) kijkend naar de baten uit toeristisch-recreatieve bestedingen. Overigens verwachten wij dat ook zonder investeringen in de Friese Waterlinie (autonome ontwikkeling) de toeristisch-recreatieve bestedingen en werkgelegenheid tot 2030 toenemen ten opzichte van het huidige niveau. De toename is wel lager. De maatregelgroepen die relatief veel directe bestedingseffecten opleveren zijn routes (er ligt al een sterke structuur en verbetering levert relatief veel op), verblijfsrecreatie, nieuwe product-marktcombinaties en evenementen. Landschappelijke en fysieke investeringen leveren als losse elementen niet direct veel bestedingen op, ze zijn wel nodig om substantiële effecten op de andere maatregelgroepen te realiseren. Met andere woorden: als er niets te zien is, komen wandelaars, fietsers en toeristen niet naar de Friese Waterlinie. Het grootste deel van de bestedingsimpuls kan neerslaan in kerngebied zeker als de markt zorgt voor voldoende bestedingsmogelijkheden. Een belangrijk deel komt ook in de omliggende gebieden ( herkomstgebied ) terecht. In de maximumvariant is dit naar schatting ongeveer een derde van de totale bestedingen. De Friese Waterlinie kan voor geïnteresseerde doelgroepen een bovenregionale aantrekkingskracht krijgen als deze gecombineerd met andere verhalen/producten (bijvoorbeeld in Noordelijke linieverband) op de markt wordt gebracht. De positieve effecten van landschappelijke kwaliteit en cultuurhistorie op woon- en vestigingsklimaat zijn aangetoond in andere studies en zijn op basis van de huidige stand van zaken van de ontwikkelingsplannen lastig kwantificeerbaar voor de FWL. Duidelijk is wel dat de landschappelijke maatregelen veruit het meeste effect sorteren, gevolgd door de fysieke investeringen in het herstel van de linie. Daarnaast zijn beide soorten investeringen een essentiële onderlegger bij het creëren van toeristischrecreatieve kansen. Sociaal-maatschappelijk hebben niet-fysieke investeringen (educatie / verhaal) aanvankelijk het meeste effect. Het herstel van de fysieke overblijfselen is echter op termijn ook nodig om het verhaal levend te houden. Regionale identiteit is daarbij op haar beurt ook een factor bij de aantrekkelijkheid van een regio voor toerisme en recreatie. BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 39

42 Overwegingen De FWL is een krachtig verhaal, dat de potentie heeft om zowel bewoners als mensen van buiten aan te spreken. Het is bovendien gebiedsdekkend voor de regio Zuidoost Fryslân en biedt concrete mogelijkheden voor dwarsverbanden met andere verhaallijnen. Investeren in de Friese Waterlinie is niet de enige mogelijke ontwikkelrichting voor de regio. Het verdient aanbeveling om de benodigde investeringen en de daaraan gekoppelde baten af te wegen tegen andere ontwikkelingsmogelijkheden. De samenhang tussen de verschillende maatregelen in de ontwikkelingsvisie is groot. Uit de doorrekening blijkt dat pas bij een integrale slag toeristisch-recreatieve effecten van enig formaat te verwachten zijn. Een quick-win is de organisatie van een Friese Waterlinie evenement. De effecten die de investeringen in de FWL opleveren zijn in belangrijke mate afhankelijk van de mate waarin de markt kansen oppakt en gaat inspelen op het verhaal. Het verdient daarom aanbeveling om de ontwikkelingen in nauwe overleg met marktpartijen op te pakken. Ook samenwerking tussen ondernemers en gezamenlijke marketing is van belang. De gepresenteerde varianten zijn geen blauwdrukken voor ontwikkeling. Er is gekozen voor een proportionele opzet en een samenhangende mix van soorten maatregelen. De maatregelen zijn echter voor een deel uitwisselbaar. Zo zouden ontwikkelingen rond de Zwartendijksterschans (nu in de middenvariant) ook in de minimumvariant gerealiseerd zouden kunnen worden eventueel in plaats van ontwikkelingen rond een van de andere genoemde schansen. Het netwerk van elektrische fietsoplaadpunten (nu in maximumvariant) past ook prima binnen de middenvariant. In het oostelijk deel van het kerngebied is de concentratie toeristen het grootste. Fietsrouteverbindingen, met name richting Drenthe, kunnen hier een goede impuls opleveren. In het westelijk deel biedt een versterking van de relatie met de Friese Meren / Weerribben Wieden (vnl. bootrecreanten) kansen. Het ligt voor de hand om fysieke investeringen in de linie te koppelen aan andere gebiedsontwikkelingen, bijvoorbeeld op het gebied van natuurontwikkeling, waterberging of de aanleg van infrastructuur. Op die manier zijn de relatieve kosten voor de FWL lager. Het verdient aanbeveling om in dat geval tevens na te gaan hoe de cultuurhistorische meerwaarde kan worden gecombineerd met een verhoging van het woongenot zodat de sociaal-economische impact van de investeringen zo hoog mogelijk is. 40 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

43 Bijlagen BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 41

44 42 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

45 Bijlage 1: Toeristisch-recreatief aanbod in kerngebied Musea Musuem Belvedere, Oranjewoud Nationaal Vlechtmuseum, Noordwolde Streekmuseum Opsterland, Gorredijk Museum Willem van Haren, Heerenveen Museum Old Aark, Makkinga Openlucht Laagveenderijmuseum It Damshus, Nij Beets (buiten kerngebied) Culinair Historisch Kookmuseum, Appelscha (buiten kerngebied) Bezienswaardigheden en attracties Bezoekerscentrum Drents-Friese Wold Appelscha Korenmolen Welgelegen Heerenveen Bonifatiuskerk Oldeberkoop Sportcentrum Thialf Attractiepark Duinen Zathe Appelscha Doolhofpark / Sams pannenkoekerij Bakkeveen Hotels Hotel Tjaarda, Oranjewoud Fletcher Hotel Restaurant Heidehof Heerenveen Haje Hotel Heerenveen Lunia Oldeberkoop Hotel Appelscha HOTEL DE GOUDEN ENGEL BV HOTEL DE KLUFT HOTEL HET TJEUKEMEER HOTEL WEIDE/G VAN ENS/SLYTERY WEIDE HOTEL WOLVEGA EXPLOITATIE B.V. STADSLOGEMENT DE SMEDERIJ VAN STEENW TJONGERVALLEI Bed & breakfast OP HET OOST NOS AMBO LOGIES ONTBIJT 'ACHTER DE LINDE' HET VIJFDE SEIZOEN HET FRIESE ACHTERHUIS DE STRANDHOEVE DE HERBERG VAN EEN BED & BREAKFAST DE WEERRIBBEN BED AND BREAKFAST PAASLOO B&B paaslooerhof B&B het madeliefje B&B Onder de Beuk B&B De Elegast B&B Livada B&B Lyts Waldorf B&B DE REIGER HERBERG HET VOLLE LEVEN PLAGGENHUT NIJDAMS ERF BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 43

46 Vakantieparken Bungalowpark Het Bosmeer Noordwolde BUITENGOED DRENTSE VENNEN/SUMACO BV VILLAPARK WEERRIBBEN VAKANTIECENTRUM 'T HOUT Appartementen KAMERVERHUURBEDRIJF WESTERHOF Campings CAMPING BEKHOFSCHANS CAMPING CRANEBURCHT CAMPING DE ANKERPLAATS CAMPING DE BOEKELTER CAMPING DE DRIESPRONG B.V. CAMPING DE EIKENHOF CAMPING 'DE IKELEANE' CAMPING DE MEPPELERWEG CAMPING DE TURFTENTE CAMPING DE WILGENHOF CAMPING DE WILHELMINAHOEVE CAMPING EENERVEEN CAMPING FA. DE KROLSBERGEN CAMPING HUIS IN 'T VELD CAMPING KIVAFARM CAMPING TE HOOI EN TE GRAS HOMO-CAMPING 'DE VLEGEL' MINICAMPING DE BEAMW-L MINICAMPING DE FLIEREFLUITER MINICAMPING DE HOUTWAL MINICAMPING 'DE MEZENHOF' MINICAMPING PORKY-S PLACE MINICAMPING SCHAPENDAL MINICAMPING 'SINGEL' MINI-CAMPING 'T WEST DONKERBROEK MINI-CAMPING 'T WOUTERSBERGJE MINI-CAMPING UTSICHT MINICAMPING UUTVANHUUS BOERDERIJCAMPING 'DE GEELE BOSCH' AA RECREATIE IT 'KROESE BEAMKE' KAMPEERBOEDERIJ THE LORYANN KAMPEERBOERDERIJ DE HARMSDOBBE KAMPEERPARK DE LEEMSTOBBE DE SIEGHORST HANESTEDE V.O.F. HAZEHOF HET OOSTERSE VELD MINIBOSPARK JUBBEGA MARKTHANDEL S. MULDER RECREATIE CENTRUM RONOSTRAND VOF RECREATIECENTRUM DE ARK RECREATIECENTRUM DE WALDSANG RECREATIE-CENTRUM 'HET DOEVEHUIS' B.V. 'T HUUBJE V.O.F. CAMPING ROTANDORP DE BUITENPLAATS 44 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

47 Groepsaccomodaties EVENSTERK RECREATIEBOERDERIJ DE VRIJE VOGEL DE VINKENHOEVE 'T EENERVELD DE BOERKERI-J Lindelaar DE WAKER-LOGIES & ONTBIJT GROEPSACCO 30 Groepsaccomodatie De Landerij GROEPSACCOMMODATIE 'DE SCHAOPEDOBBE' 'DE ZONNEROOS' ACCOMMODATIE VOOR GROEPEN. BJUSTERBAARLIK BOERDERIJ RECREATIE NIEUW ALLARDSOOG DE TURFHOEKE BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 45

48 Bijlage 2: Toelichting afbakening kern- en herkomstgebied (zie volgende blz. voor een uitvergroot kaartbeeld) Uitleg van en aandachtspunten bij het kaartbeeld kerngebied Friese Waterlinie: De blauwe punten zijn de fysieke locaties van de Waterlinie (schans, retranchement, legerplaats, vesting) en de rode lijnen markeren de rivierloop van de Tsjonger/Kuunder en Lende. De donkergroene gebieden in het kaartbeeld zijn: Alle postcode-5 gebieden waarin een fysieke locatie van de Friese Waterlinie ligt. De vestingen zijn Steenwijk en Blokzijl. Alle postcode-5 gebieden die doorkruist worden door Tsjonger/Kuunder en Lende. Alle aangrenzende postcode-5 gebieden die in een straal van maximaal 1km van de bovenstaande 2 categorieën gebieden liggen (behoudens enkele uitzonderingen, zie onder) De landweren (zoals genoemd in de ontwikkelingsvisie), die veelal uit een eerder tijdperk stammen, zijn niet meegenomen als fysieke locatie van de Waterlinie. De lichtgroene gebieden in het kaartbeeld zijn aanvullingen bij de kerngebieden. De volgende gebieden zijn toegevoegd aan het kerngebied: Het inundatiegebied ten noorden van de Tsjonger/Kuunder, tot aan het Tjeukemeer en Lemmer. Het inundatiegebied ten zuiden van de Lende nabij Ossenzijl en Oldemarkt. De zuidkant van het beekdal van de Lende, nabij Boyl en Noordwolde, sluit landschappelijk aan bij het waterliniegebied. Ook zijn verschillende schansen en retranchementen dichtbij gelegen, maar net buiten de 1km grens van het kerngebied. Als afbakening van het toegevoegde gebied is de zuidgrens van de gemeente Weststellingerwerf aangehouden. De gebieden tussen Tsjonger/Kuunder en Lende die qua afstand buiten de donkergroene gebieden vallen maar landschappelijk tot het gebied horen: enkele gebieden ten noorden van Wolvega en de kern van Rottige Meente. Het gebied rondom Bakkeveen dat tussen de Schansen Bakkeveen, Friesepalen en Zwartendijksterschans heeft functioneel (potentiele) relaties met de drie omliggende schansen, en is daarom meegenomen in het kerngebied. Het gebied dat tussen Heerenveen, de Tsjonger/Kuunder en Gorredijk ligt heeft functionele potentie voor de Friese waterlinie, en is tevens door Oranjewoud en Museum Belvedère van aanzienlijke toeristische waarde Er zijn ook enkele gebieden verwijderd uit de selectie: De mogelijke schans bij de Smalle Ee bij Drachten is opgenomen in het kerngebied, maar gezien de beperkte connectie met de FWL zijn de omliggende gebieden niet meegenomen. De inundatiegebieden die in de Noordoostpolder zijn weergegeven zijn niet in het kerngebied opgenomen, aangezien dit in de FWL-periode geen land was. 46 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

49 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 47

50 Uitleg bij het kaartbeeld toeristisch herkomstgebied We hanteren een begrenzing waarbij we zowel rekening houden met afstand en met landschappelijke kenmerken / functionaliteit. Afstand: de gemiddelde actieradius (heen- en terugtocht) van een verblijfstoerist in Noord Nederland is 43 km (Toerdata Noord, 2009). Als uitgangspunt voor de grenzen van het herkomstgebied nemen we een afstand van 21,5 km (de helft van de gemiddelde actieradius) van de fysieke locaties van de Friese Waterlinie. We veronderstellen sterkere landschappelijke en functionele verbanden tussen het kerngebied en de regio s in Fryslân en met de zandgebieden in Noordoost Drenthe dan richting Zwolle en Lelystad. De oostkant van het Friese merengebied, het Drents-Friese Wold, de Alde Faenen, Veenhuizen en Appelscha vallen binnen het herkomstgebied. Dat geldt ook voor de Noordoostpolder. Midden- en Oost Drenthe, de provincie Groningen (buiten de stad Groningen), Flevoland en het gebied rond Zwolle vallen er buiten. Binnen het herkomstgebied vallen zodoende o.a. de steden Drachten, Sneek, Leeuwarden, Assen, Groningen en Meppel. Zwolle, Kampen, Lelystad, Ommen en Emmen zijn voorbeelden van steden die buiten het gebied vallen. (zie volgende blz. voor een uitvergroot kaartbeeld toeristisch herkomstgebied) 48 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

51 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 49

52 Bijlage 3: Toelichting nulmeting Algemeen: aanpak bij doorrekening Bij iedere stap in de doorrekening is referentiemateriaal gezocht in de vorm van eerdere onderzoeken, methodieken en kengetallen. De gebruikte methodiek en kengetallen zijn daarmee voor het overgrote deel uit bestaande bronnen afgeleid. Waar geen bronnen beschikbaar zijn, is op basis van expert judgement een aanname gemaakt. Deze aannames zijn vervolgens ge-dubbel-checkt; op proportionaliteit (levert de ene routeontwikkeling niet buitensporig meer op dan de andere, of vergeleken met het toeristisch aanbod op de route). Waar mogelijk heeft een ijking plaatsgevonden op de cijfers vanuit een andere berekenmethode. Voor de nulmeting is bijvoorbeeld het aantal toeristische overnachtingen bepaald vanuit werkgelegenheid en benaderde toeristische omzetten en geijkt op het aanbod aan verblijfsaccomodaties en reguliere bezettingsgraden voor hotelbedden, plaatsen op campings en bungalows / groepsaccomodaties. Doorlopen stappen in nulmeting Allereerst is op basis van de afbakening van het kern en herkomstgebied bepaald welke postcodegebieden binnen de gebiedsselecties van het kern- en herkomstgebied vallen. Vervolgens zijn voor beide gebiedsselecties (kern- en herkomstgebied) werkgelegenheidsdata opgevraagd bij het LISA-bedrijfsverstigingregister. Deze werkgelegenheid is op gedetailleerd niveau verdeeld over bedrijfstakken. Voor de toeristisch-recreatieve sector heeft het IPO de landelijke R&T standaard opgesteld, een selectie en toedeling van bedrijfstakken die tot de R&T sector behoren. Deze R&T standaard is gebruikt bij het bepalen van de toeristisch-recreatieve werkgelegenheid in het kerngebied. Voor het herkomstgebied zijn de bedrijfstakken geanalyseerd die betrekking hebben op logiesverstrekking. We focussen hier immers op de toeristen. De kleine en grote banen in de R&T sector zijn vervolgens vertaald naar FTE s (voltijdseenheden). Om de toeristische omzetten in het kern- en herkomstgebied te benaderen, is er een omzetniveau berekend dat behaald moet worden om een voltijdsbaan aan het werk te houden. Dit is gedaan op basis van nationale cijfers, namelijk de bestedingen aan binnenlandse vakanties en het totaal aantal voltijdsbanen in de toeristisch-recreatieve sector. Dit komt uit op ruim (excl. btw) per toeristische voltijdsbaan. Vervolgens is er voor het kerngebied en herkomstgebied benaderd in hoeverre er afwijkingen optreden van het nationale omzetniveau per FTE. Hiervoor zijn het bruto regionaal product en het regionaal niveau van beloningen van arbeid gebruikt. Voor het kerngebied betekent dit een omrekenfactor van 85%, voor het herkomstgebied is dit +/- 91%. Met de werkgelegenheid in de logiesverstrekking en de dagrecreatie geïnventariseerd in LISA is het dan mogelijk omzetniveaus per deelsector te berekenen. Met kengetallen van Toerdata Noord kan bepaald worden hoeveel een dagrecreant aan zijn verblijf uitgeeft ( 44,- per dag, waarvan 52% aan logieskosten). Door de totaalomzet in de logiessector te delen door de euro s per overnachting ( 23,-), kan een totaal aantal toeristische overnachtingen in het kerngebied bepaald worden. Het gaat hier om +/ overnachtingen per jaar. Ook kan vanuit het geïnventariseerde aanbod aan verblijfsrecreatie kan -in combinatie met gangbare bezettingsgraden- het aantal overnachtingen benaderd worden en het getal van geijkt worden. Vanuit het aanbod kwam het aantal overnachtingen op uit, dichtbij het getal dat vanuit de werkgelegenheid en omzet is gekomen. Daarnaast is het mogelijk om het aantal dagtochten in het kerngebied te bepalen. Vervolgens hebben we gepoogd de dagtochten toe te delen aan bewoners, verblijfsrecreanten in het gebied en dagrecreanten van buiten het gebied. De verhouding is 27% / 13% / 60%. 50 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

53 Met deze cijfers hebben we een nulsituatie voor werkgelegenheid, bestedingen en aantallen toeristen, dagrecreanten en dagtochten van waaruit de ontwikkelingen kunnen worden berekend. Bijlage 4: Toelichting doorrekening varianten Omdat er +/- 40 maatregelen zijn beschreven in de ontwikkelingsvisie, en er geen kengetallen voor iedere maatregel bestaan, hebben we de maatregelen gegroepeerd tot maatregengroepen- of soorten (zie ook volgende bladzijde voor de fact sheets per groep). De toeristisch-recreatieve baten zijn per maatregelgroep doorgerekend, volgens de volgende stapsgewijze methodiek. We nemen als voorbeeld de maatregelgroep evenementen: o Voor verschillende cultuurhistorische evenementen (zoals de opening van het fortenseizoen, de fortenmaand in de NHW, het cultuurfestival Op de Bres ) zijn aantallen bezoekers verzameld. Ook is er gekeken naar evenementbezoek in de regio Zuidoost Fryslân. o We nemen na het inventariseren van de bezoekersgetallen aan dat het organiseren van de evenementen genoemd in de ontwikkelingsvisie redelijkerwijs maximaal betalende toeschouwers kan trekken. o Evenementbezoekers besteden gemiddeld 19,55 aan het evenement (NBTC-NIPO, 2009). o 20% blijft bovendien een extra nacht in het gebied (aanname op basis Toerdata Noord, 2009). o Dit leidt tot een bestedingsimpuls voor dag en verblijfsrecreanten, waarvan een gedeelte in het kerngebied en in het herkomstgebied neerslaat. o Per maatregelgroep is de impuls vertaald naar een absolute bestedingsimpuls en daarmee verband houdende groei werkgelegenheid. o Per variant (minimum / midden / maximum wordt bovendien een bepaalde mate van indirecte baten (respons door marktpartijen, die inspelen op het nieuwe aanbod met bijvoorbeeld nieuwe product-marktcombinaties). o Dit leidt tot een totaal werkgelegenheidseffect per maatregelgroep die, afhankelijk van de realisatie van de maatregel, in een bepaalde periode tot 2030 zal neerslaan. Voor de berekening is een hypothetisch (maar in termen van realiseerbaarheid logisch) tijdspad gehanteerd. Voor de incidentele werkgelegenheidsimpulsen die met de bouw en fysieke ingrepen gepaard gaan, is een expert judgement toegepast, en zijn ordes van grootte tussen varianten bepaald. Voor een gedetailleerder inzicht zijn kosten-baten analyses noodzakelijk. BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 51

54 Evenementen Maatregelen ontwikkelingsvisie / verdeling over varianten Minimumvariant Reizende tentoonstelling door musea Wandelingen in natte gebieden waterlinie Middenvariant vuur in schans voorstellingen, theater, opera, schans als tribune binnen schans een tijdelijke bloemen/planten-tentoonstelling schans als stempelpost (Pieter Stuyvenzand Kuiertocht) Maximumvariant Ontwikkelen grootschaliger FWL evenement(en), in en rond schans tijdelijke bebouwing/bewoning in schans (art houses) reizend informatiecentrum dat schansen aandoet geluiden en geuren terugbrengen in schans Overwegingen De evenementen zoals voorgesteld in de Ontwikkelingsvisie FWL zijn kleinschalig, maar wel op meerdere locaties en meerdaags van aard. Er zijn één- en meerdaagse evenementen in en rond de regio, op één of verscheidene locaties. Er bestaat een grote verscheidenheid in grootte van de evenementen. Er bestaat geen bewezen constante tussen grootte van een evenement en lokale / regionale / bovenregionale uitstraling. De maatregel kent een hoge mate van flexibiliteit, er kan bijvoorbeeld een centraal FWL-evenement georganiseerd worden, al dan niet in combinatie met uitbouw van de voorgestelde activiteiten. Kengetallen / feiten Nulmeting: er zijn bij benadering +/ dagtochten in de regio waarin een evenement bezocht wordt (LISA / Toerdata Noord). Evenementen in kerngebied: VoorjaarsFair Oldeberkoop (meerdaags) trekt bezoekers, Grote Groenmarkt Appelscha trekt bezoekers, Lindemarkt Wolvega bezoekers (Toerdata Noord). Waterlinie evenementen trekken potentieel veel bezoekers aan: de Seizoensopening Nieuw- Hollandse Waterlinie trekt bezoekers (Toerdata Noord), de Fortenmaand bezoekers (NHW). 49% van de verblijfsrecreanten in Fryslân ziet graag dat het aanbod qua attracties, georganiseerde activiteiten en voorzieningen verbreed wordt. Voor dagtoeristen is dit 40%. Voor dagtoeristen in Zuidoost Fryslân is het verbreden van aanbod qua attracties, georganiseerde activiteiten en voorzieningen verbeterpunt nummer 1. Het motief van bezoekers aan de gemeente Ooststellingwerf is in 19% van de gevallen cultuurhistorie en/of het bezoek van een evenement (Toeristische monitor Ooststellingwerf) Methode Er is uitgegaan van een centraal Waterlinie-evenement, in combinatie met enkele kleinschalige evenementen op de fysieke locaties van de Waterlinie. Op basis van evenementen in de regio en NHW-evenementen, en het aantal evenementbezoekers in de regio, verwachten wij dat de combinatie evenementen zoals aangegeven maximaal toeschouwers kunnen aantrekken. 20% van de evenementbezoeken is toe te schrijven aan verblijfsrecreanten in het gebied, die in het maximumscenario een nacht extra blijven. In de maximale variant negeren we de verdringingseffecten bij de berekening van de groei van het aantal dagtochten en overnachtingen (die er logischerwijs wel zijn), in de middenvariant is de verdringingsfactor op 25% gesteld en in de minimumvariant op 50%. Geraamde effecten Maximaal aantal extra evenementbezoeken: Maximaal aantal extra overnachtingen (in kerngebied): Maximale betekenis in FTE s (direct) Maximale betekenis in FTE s (direct en indirect maximale T&R multiplier): BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

55 Landschappelijke investeringen FWL Maatregelen ontwikkelingsvisie / verdeling over varianten Minimum Eenheid in infoborden Midden Markeren van randen hoge gronden en natte beekdalen met beplanting, in eerste instantie waar paden de beekdalen inlopen Maximum Waar mogelijk meanders van de beeklopen herstellen, en inrichten beekdalen als natte natuur Markeren van bijzondere plekken aan het water: Schansen, Sluizen, Haventjes Overwegingen Hoewel aangenomen kan worden dat landschappelijke verbeteringen leiden tot een versterking van de aantrekkelijkheid van het FWL gebied, is er geen cijfermatige onderbouwing mogelijk in termen van extra aantal dagtochten / verblijven mogelijk. De maatregel Eenheid in informatieborden FWL levert wel extra dagtochten op (in combinatie met de fysieke ontwikkeling van de linie), omdat een goede bewegwijzering essentieel is om toeristen te laten weten dat er kwaliteiten in het gebied zijn (Alterra, 2008). Kengetallen Nulmeting: benadering aantal fietstochten per jaar in kerngebied FWL: (LISA/ Toerdata Noord) Nulmeting: benadering aantal wandeltochten per jaar in kerngebied FWL: (LISA/ Toerdata Noord) 7% van de dagtoeristen Fryslân ziet graag een verbetering in bewegwijzering (Toerdata Noord) 7% van de verblijfstoeristen Fryslân ziet graag een verbetering in bewegwijzering, in Zuidoost Fryslân ook in top 5 verbeterpunten van het toeristisch-recreatief aanbod (Toerdata Noord) Het motief van bezoekers aan Ooststellingwerf is in 10% van de gevallen attracties en cultuurhistorie, en daarmee potentieel aangetrokken tot de FWL (Toeristische monitor Ooststellingwerf) 21% van de fiets- en wandeltochten kan worden toegeschreven aan verblijfsrecreanten die in de regio verblijven (LISA/ Toerdata Noord), 79% komt van bewoners in de regio / dagrecreanten van buiten de regio. Methode Impactbenadering = Aantal fietstochten / wandeltochten in kerngebied x aandeel dat betere bewegwijzering verlangt x aandeel bezoekers geïnteresseerd in cultuurhistorie (FWL) 21% van de extra dagtochten is toe te schrijven aan verblijfsrecreanten in het gebied, die een nacht extra blijven. In de maximale variant negeren we de verdringingseffecten bij de berekening van de groei van het aantal dagtochten en overnachtingen (die er logischerwijs wel zijn), in de middenvariant is de verdringingsfactor op 25% gesteld en in de minimumvariant op 50%. Geraamde effecten Maximaal aantal extra fietstochten: Maximaal aantal extra wandeltochten: Maximaal aantal extra overnachtingen (in kerngebied): Maximale betekenis in FTE s Maximale betekenis in FTE s (direct en indirect maximale T&R multiplier): (21% van de toename dagtochten) 1,2 1,8 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 53

56 Fysiek herstel Schansen Friese Waterlinie Maatregelen ontwikkelingsvisie / verdeling over varianten Minimum (kleine ingrepen) Zichtbaar maken Terbrandsterschans Bekhofschans: wandelroute (ommetje), nieuwe elementen en zichtlijnen Midden (middelgrote ingrepen) Schoterschans grondwerk in profiel, zicht over meander, korte wandelroute. Gedeeltelijk herstellen van Schans Frieschepalen Opknappen oefenschans bij Bakkeveen Reconstructie Schans Breeberg, wandelroute over Schansdijk en langs schans. Maximum (zware ingrepen) Kuinre: Herstel grondwerk schans, openbaar wandelpad, waterplas aan voet schans Slijkenburg: herstel schans, aanlegplaatsen passanten, meander herstellen Tolbrugschans: volledig herstel schans, herstel meander en wandelroute Makkinga: herstel schans en verbinding met dorp Overwegingen Er zijn geen rechtstreekse referentiecijfers bekend van het effect dat het herstel van schansen of vergelijkbare landschapselementen kan hebben op het aantal dagtochten / toeristische verblijven. De maatregelen voorgesteld in de ontwikkelingsvisie omvatten naast het fysieke herstel voornamelijk het aanleggen van wandelfaciliteiten en aanlegplaatsen. De toeristisch-recreatieve spin-off van deze maatregelen is wel te benaderen, en uit zich in een toename van het aantal wandeltochten en boottochten naar de fysieke locaties van de FWL. Daarnaast leidt het aantal extra dagtochten ook tot een beperkt aantal extra overnachtingen in het kerngebied. Dit aantal is evenwel beperkt als de fysieke locaties geen deel uitmaken van een bewegwijzerde route. Het zichtbaar maken van de linie in het landschap (bijvoorbeeld via het herstel van schansen) is een belangrijke randvoorwaarde voor het verder in de markt zetten van de FWL. Kengetallen / feiten Nulmeting: benadering aantal wandeltochten per jaar in kerngebied FWL: (LISA/ Toerdata Noord) Het motief van bezoekers aan Ooststellingwerf is in 10% van de gevallen attracties en cultuurhistorie, en daarmee potentieel aangetrokken tot de fysieke sites van de FWL (Toeristische monitor Ooststellingwerf) 49% van de verblijfsrecreanten in Fryslân ziet graag dat het aanbod qua attracties, georganiseerde activiteiten en voorzieningen verbreed wordt. Voor dagtoeristen is dit 40%. 21% van de fiets- en wandeltochten kan worden toegeschreven aan verblijfsrecreanten die in de regio verblijven (LISA/ Toerdata Noord), 79% komt van bewoners in de regio / dagrecreanten van buiten de regio. De toename van de bestedingen door de aanlegplaatsen bij Slijkenburg is onzeker. Bij de sluis bij Kuinre passeren ruim boten per jaar, waarvan er potentieel een percentage zouden kunnen aanleggen bij de schans. Er zijn alleen op dit moment geen horeca-faciliteiten of winkels, waardoor inkomstenstromen niet gegenereerd kunnen worden. Bij realisatie van deze faciliteiten kan hier wel een (beperkt) effect worden gegenereerd. Methode Benadering doelgroep en impact = aantal tochten per jaar * percentage bezoekers geïnteresseerd in attracties en cultuurhistorie * percentage onbevredigde behoefte aan attracties. Geraamde effecten Maximale toename aantal wandeltochten: Maximale toename aantal overnachtingen: Maximale betekenis in FTE s Maximale betekenis in FTE s (direct en indirect maximale T&R multiplier): ,5 4,1 54 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

57 Invullen ontbrekende schakels, fiets- en wandelroutes en instellen Waterlinieroute Maatregelen ontwikkelingsvisie / verdeling over varianten Minimum Aanleggen van ontbrekende schakels voet- en fietspaden langs de beken Verbinden Blessebrugschans aan meer (bestaande) wandelroutes Midden Route landschappelijke context Zwartendijksterschans. Ommetjes maken rondom schansen Koppelen overnachtingsplaatsen aan routes Maximum Aanleg nieuwe Waterlinieroute Schansenrondje wandelen / kano in laagveengebied, kano- en fietsenverhuur bij infocentrum Rottige Meente Overwegingen Het completeren van ontbrekende schakels leidt tot een coherent netwerk van wandel- en fietspaden in het kerngebied van de Friese Waterlinie. Daarnaast worden de schansen en het omliggende gebied beter ontsloten De nieuwe Waterlinieroute leidt tot een flink aantal nieuwe wandelaars / fietsers Kengetallen / feiten Nulmeting: benadering aantal fietstochten per jaar in kerngebied FWL: (LISA/ Toerdata Noord) Nulmeting: benadering aantal wandeltochten per jaar in kerngebied FWL: (LISA/ Toerdata Noord) 48% van de bezoekers aan Ooststellingwerf komt om een fietstocht te ondernemen (Monitor Ooststellingwerf) 24% verblijfstoeristen Zuidoost Fryslân onderneemt minstens één fietstocht, net als 17% dagtoeristen In Nederland zijn lange-afstandswandelaars. Een populaire route als het Pieterpad trekt per jaar wandelaars. Er worden gidsen voor de route verkocht. Methode Verondersteld wordt dat het completeren van de wandel- en fietsroutes in het kerngebied leidt tot een maximale toename van het aantal wandel- en fietstochten met 5% regionaal. De nieuwe Waterlinieroute levert daarbij een kleinere impuls aan wandelaars op geraamd op (1,5%). Hierbij is rekening gehouden met het aantal wandelaars in het gebied, het aandeel wandelaars dat in NL lange afstandsroutes loopt (en haar aandeel in de doelgroep actieve ouderen) en zijn kengetallen zoals voor het Pieterpad gebruikt. Het kanorondje levert een klein aantal kanoërs op (25 per dag in de periode juni-september) 21% van de extra dagtochten is toe te schrijven aan verblijfsrecreanten in het gebied, die in het maximumscenario een nacht extra blijven. Geraamde effecten Maximaal aantal extra fietstochten: Maximaal aantal extra wandeltochten: ( ) = Maximaal aantal extra watersporters: Maximaal aantal extra overnachtingen (in kerngebied): Maximale betekenis in FTE s Maximale betekenis in FTE s (direct en indirect maximale T&R multiplier): (21% van de toename dagtochten) 9,2 14,7 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 55

58 Flankerende ideeën / maatregelen uit ontwikkelingsvisie Maatregelen ontwikkelingsvisie / verdeling over varianten Minimum Bezoekersinformatie / exposities FWL in toeristentrekkers (Museum Belvedère, bezoekerscentra Ossenzijl, Appelscha, VVV Bakkeveen, Hotel Tjaarda Midden Pleisterplaatsen op en rond herstelde schansen Eilandjes als pleisterplaatsen Tolbrugschans: camping kan uitbreiden, eventueel huisjes in aardwal weggewerkt Maximum Oldebekoop als centraal infocentrum Kanonnen terugbrengen bij Slijkenburg Overwegingen De maatregelgroep flankerende maatregelen kan worden onderverdeeld in overwegend landschappelijke maatregelen (pleisterplaatsen en extra zichtbaar maken schansen), aanvullende toeristisch-recreatieve voorzieningen (centraal bezoekerscentrum en/of bezoekersinformatie in bestaande centra, kano- en fietsenverhuur). Het instellen van pleisterplaatsen zal vooral het pauzegedrag van route-recreanten bij de schansen beïnvloeden, het zal geen extra dagtochten creëren. Vaak wordt er bij pauzes wel extra geld besteed (bestedingseffect), hier moet dan echter wel mogelijkheid toe zijn. De bezoekerscentra van Friese Wouden, Weerribben-Wieden horen tot de best bezochte attracties in de regio. Een expositie / bezoekersinformatie voor de FWL zal een gedeelte van de bezoekers interesseren en overhalen een extra dagtocht in de regio te gaan maken. Een bezoekerscentrum in Oldeberkoop kan voor het gebied uitgroeien tot het centrale informatiepunt van de FWL. Omdat het een nieuwe locatie betreft, zal de toerist / recreant de locatie moeten vinden door gerichte marketing in andere toeristische attracties. Het merendeel van de beozekers zullen fietsers zijn. Het uitbreiden van de camping aan de Tolburgerschans leidt tot extra overnachtingen. De behoefte wordt verondersteld vanuit de toename van toeristisch-recreatief aanbod aan (FWL) dagattracties. Kengetallen / feiten Het bezoekerscentrum Appelscha trok in bezoekers, het bezoekerscentrum Dwingelderveld (2008) (Bron: Toerdata Noord) en het bezoekerscentrum Weerribben-Wieden Over het bezoekerscentrum Rottige Meente (Rietnymf) zijn geen cijfers bekend. Methode De terugplaatsing van kanonnen bij Slijkenburg en de ontwikkeling van pleisterplaatsen veroorzaken geen extra dagtochten, maar wel extra bestedingen als deze gecombineerd worden met horeca (of verwijzing daarheen). Op dit moment zijn die echter niet aanwezig. Dit effect is uitgewerkt in aanvullend T&R maatregelen, waar ruimte wordt gemaakt voor extra horeca rondom de schansen. Op basis van het aantal bezoekers in andere regionale bezoekerscentra, gaan wij er van uit dat een centraal FWL bezoekerscentrum in Oldeberkoop op termijn maximaal bezoekers per jaar gaat ontvangen vergelijkbaar met de Weerribben-Wieden. Hierbij is rekening gehouden met de fysieke realisering van een groot deel van de Waterlinie, gerichte marketing en de ontwikkeling van een programma met bezoekersinformatie en exposities. 21% van de extra dagtochten is toe te schrijven aan verblijfsrecreanten in het kerngebied, die in het maximumscenario een nacht extra blijven (benadering LISA / Toerdata Noord). Voor de uitbreiding van de Camping op de Tolbrugschans wordt uitgegaan van 50 extra plaatsen, verdeeld in vaste-standplaatsen en trekkersplaatsen, met een reguliere bezettingsgraad van 25%. Effecten Maximaal bezoekersaantal bezoekerscentrum Oldeberkoop: Maximaal aantal extra overnachtingen: (camping Tolburgerschans) maximaal in verband met extra dagtochten. Maximale betekenis in FTE s Maximale betekenis in FTE s (direct en indirect maximale T&R multiplier): 14,9 23,8 56 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

59 Ruimte bieden voor ontwikkeling verblijfsrecreatie Aanvullende maatregel Bieden ruimte aan ontwikkeling aanvullende verblijfsrecreatie in kerngebied FWL, inspelend op wensen doelgroepen en toeristische trends. De minimumimpact is een hotel met 25 kamers (of een vergelijkbaar aantal bedden in B&B) Het middeneffect gaat uit van 1 hotel met 50 kamers (of een vergelijkbaar aantal bedden in B&B) Het maximumeffect gaat uit van de vestiging van 2 hotels met 50 kamers (of een vergelijkbaar aantal bedden in B&B) Overwegingen Door het ontwikkelen van meer dagrecreatief aanbod, komen er meer dagtochten en blijven toeristen langer. Hierdoor ontstaat er ook ruimte voor meer verblijfsrecreatie in het gebied. Het effect van extra overnachtingen door het toevoegen van nieuw dagrecreatief aanbod is al verwerkt in de betreffende maatregelgroepen. Daarnaast gaan we er van uit dat de algehele inspanningen (landschappelijk, fysiek herstel, marketing) ook nog een positief effect met zich meebrengt, dat zich uit in een toename van het aantal overnachtingen. De groei van het aanbod in verblijfsrecreatie dient uiteraard te passen qua marktomstandigheden, uitbreiding dagrecreatief aanbod etc. Met name de hotellerie groeit als sector in de nabije toekomst, zowel absoluut als qua aandeel van het totaal aan verblijfsrecreatie. Daarnaast groeit de B&B sector en de concept (boutique) hotels. Kengetallen / feiten Gemiddelde bezettingsgraad hotels is 37,8% (Toerdata Noord, 2009) Een hotelgast besteedt per dag verblijf 80,- (Toerdata Noord, 2009) Methode We koppelen de mogelijkheid ter ontwikkeling van verblijfsrecreatie aan de algehele groei van toeristisch-recreatief aanbod. Effecten Minimum (1 hotel, 25 kamers): Midden (1 hotel, 50 kamers): Maximum (2 hotels, in totaal 100 kamers): Maximale betekenis in FTE s Maximale betekenis in FTE s (direct en indirect maximale T&R multiplier): overnachtingen per jaar overnachtingen per jaar overnachtingen per jaar 16,5 (max) 26,4 (max) BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 57

60 Aanvullend T&R maatregelen aansluiting Friese Meren / Weerribben Wieden en Turfroute Aanvullende maatregel / verdeling over varianten Minimum - Midden - Maximum Gericht aantrekken bootrecreanten vanuit Friese Meren / Weerribben Wieden Waterrecreatiemogelijkheden vergroten in relatie tot plannen turfroute Overwegingen Per jaar passeren +/ de Lindhorst Homansluis in Nijetrijne en boten de Sluis Kuinre. Er wordt door deze passanten al regelmatig gestopt (met name in Nijetrijne), maar dit kan nog vaker als de verbindingen met de FWL sterker worden neergezet. Op dit moment worden de compagnonsvaarten, die de Tsjonger/Kuunder verbinden met de Friese Meren en andere kanalen, relatief weinig door bootrecreanten gebruikt, slechts 1850 passages per jaar (Begeleidingscommissie FWL) Om extra bootovernachtingen te kunnen accommoderen is naast aanlegplaatsen ook extra jachthavencapaciteit benodigd. Deze zijn in deze maatregelgroep niet doorgerekend. Kengetallen / feiten 21% van de bootrecreanten maakt een pauze voor bezienswaardigheden en/of een korte wandel of fietstocht (Waterrecreatie Advies). Een bootpassant spendeert gemiddeld Methode Maximaal stoppen 21% van de passerende bootrecreanten bij Kuinre / Slijkenburg en/of Nijetrijne voor een fiets / dagtocht of bezoek van een schans. In het maximumscenario lukt het om het aantal bootpassages over de compagnonsvaarten te laten verdubbelen. Hierbij is rekening gehouden met de ontwikkelingen omtrent de opening van het Polderhoofdkanaal waar momenteel planvorming voor heeft plaatsgevonden. Effecten Maximaal extra dagtochten vanuit Kuinre / Nijetrijne Maximaal extra boottochten op compagnonsvaarten Maximale betekenis in FTE s Maximale betekenis in FTE s (direct en indirect maximale T&R multiplier): 3,3 5,3 58 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

61 Aanvullend T&R maatregelen routerecreatie en schansbezoek Aanvullende maatregel / verdeling over varianten Minimum - Midden - Maximum Koppelen kleinschalige horeca / verkoop streekproducten aan ontwikkelde schansen in hoogseizoen Elektrische fiets-oplaadpunten ontwikkelen wellicht ism ondernemers en/of bij schansen Overwegingen In Drenthe heeft het Recreatieschap een succesvol project uitgevoerd met ondernemers en het plaatsen van elektrische fiets-oplaadpunten. Door het aanbieden van extra oplaadpunten wordt voor een deel van de fietsers de actieradius vergroot. Uitbreiding van het netwerk elektrische fietsoplaadpunten zal meer fietsers uit het herkomstgebied trekken, en dan met name vanuit Drenthe. Met de ontwikkeling van pleisterplaatsen rond de schansen en een waterlinie(schansen)route ontstaat er (met name in het hoogseizoen ) vraag naar kleinschalige horeca en verkoop van producten uit de streek. Waar deze horeca niet in de buurt is van schansen, kan gedacht worden aan (mobiele) verkoop. Kengetallen / feiten Uit Vlaams onderzoek blijkt dat een gemiddelde dagtocht op de fiets 40-45km bedraagt. Er is echter erg veel spreiding tussen soorten fietsers veel langere tochten komen ook voor. Marktaandeel elektrisch fietsen: 10% (Rabobank) Benadering toeristische overnachtingen in herkomstgebied (20km rond herkomstgebied): % van de verblijfstoeristen in het herkomstgebied fietst op een vakantiedag, wat neerkomt op fietstochten per jaar. In het Drentse deel van het herkomstgebied bedraagt dit +/ toeristische overnachtingen en +/ fietstochten. Methode Bij benadering fietst van de Drentse fietsrecreanten elektrisch. Uitbreiding van het elektrisch oplaadpuntensysteem zal naar alle waarschijnlijkheid leiden tot een substantiële toename van het aantal elektrische fietsers in het FWL-gebied. Effecten Wij schatten de maximale impact van de ontwikkeling van oplaadpunten op 25% van de huidige elektrische fietsers, wat kan leiden tot maximaal extra fietstochten in het FWL-gebied. De FWL routerecreanten en bezoekers aan schansen geven maximaal 5% meer uit door de verkooppunten bij de schansen. Effecten maximaal extra fietstochten in het FWL-gebied Groei in uitgaven (FWL routerecreanten en schansbezoekers) % Maximale betekenis in FTE s Maximale betekenis in FTE s (direct en indirect maximale T&R multiplier): BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 59

62 Bijlage 6: Selectie gehanteerde kengetallen Voor de doorrekening is een veelheid aan kengetallen gebruikt als referentie, hieronder een selectie van de meest belangrijke groepen. Uitgaven Kengetal Bron Opmerking Uitgaven buitenrecreant 5,50 NBTC-NIPO Uitgaven waterrecreant 6,95 NBTC-NIPO Uitgaven cultuurbezoeker 17,20 NBTC-NIPO Uitgaven evenementbezoeker 19,55 NBTC-NIPO Uitgaven verblijfsrecreant Noord-Nederland 49,00 Toerdata Noord, 2009 Uitgaven bootrecreant per overnachting 41,00 Toerdata Noord, 2009 Uitgaven hotelgast per dag 80,00 Toerdata Noord, 2009 Uitgaven campinggast per dag 34,00 Toerdata Noord, 2009 Uitgaven B&B gast per dag 60,00 Toerdata Noord, 2009 Aantal personen per boot 2,50 Waterrecreatie Advies Toeristisch-recreatieve multipliers Multiplier Cijfer Werkgelegenheidsmultiplier T&R 1,6 Lokaal / regionaal Saxion / GOBT Werkgelegenheidsmultiplier T&R Flevoland 1,37 Lokaal / regionaal ZKA Werkgelegenheidsmultiplier T&R Provincie Utrecht 1,28 Lokaal / regionaal Ecorys Bezoekersaantallen: voorbeeld evenementen Evenementenbezoek Aantal Soort evenement Bezoeken Oerol Meerdaags Seizoensopening NHW Eendaags Fortenmaand Meerdaags VoorjaarsFair Oldeberkoop Meerdaags Lindemarkt Wolvega BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

63 Bijlage 7: Bronnenlijst 2011 Feddes Olthof Ontwikkelingsvisie Friese Waterlinie 2011 Fryslân plattelânsprojekten Achtergrondinformatie ontwikkeling Zuidoost Frysland 2011 Gemeente Smallingerland T&R Visie 2011 Gemeente Opsterland Evaluatie kansen benutten (Opsterland) Telos / TRO Zuid-West Friesland Actieplan regionaal beeldverhaal Friese Meren 2011 Telos Nieuwe Markten Zuidwest Friesland 2010 Kenniscentrum recreatie De Friese Meren vergeleken 2010 Gemeente Ooststellingwerf Recreatievisie Appelscha 2010 Gemeente Heerenveen Sociaal Economische beleidsvisie 2010 Stichting ondernemersbelang (Katern) ZO Friesland een eigen toeristisch profiel 2010 Saxion / Wendy Scholten De Toekomst begint bij samenwerken 2010 ECORYS Toerisme in Drenthe 'Roerige tijden' 2010 GOBT Trendrapport recreatie Noord-Overijssel 2010 CBS Toerisme en recreatie in cijfers 2010 CBS Nationale rekeningen Toerdata Noord Toerisme in Cijfers 2009 CBS Toerisme en recreatie in cijfers 2009 Gemeente Ooststellingwerf TROM Ooststellingwerf 2009 Grontmij / Vandertuuk Rapport de Friese Wouden 2009 Fryslân Marketing Marketingplan Toerisme Fryslân 2009 Toerdata Noord Consumentenonderzoek toerisme 2009 Elzinga / Oterdoom Recreatievisie Drents Friese Wold 2009 ANWB- Adjied Bakkas Trendboek toerisme & recreatie Gemeente Opsterland R&T Gemeente Opsterland 'Kansen benutten' 2007 Sociaal Cultureel Planbureau Het bereik van het verleden 2007 Grontmij I Vandertuuk Turfroute: 4 nationale parken in Provincie Fryslân plattelânsprojekten Gebiedskader Zuidoost Fryslân LNV e.a. Investeren in het Nederlandse Landschap 2007 Milieufederatie Drenthe / Recron Natuurlijke Recreatie Drenthe 2005 Milieufederatie Drenthe / Buro Vijn Ontwikkelingsperspectief Drents Friese Wold 2005 Stichting Recreatie Plattelandstoerisme in Europa 2004 Engelsing Makelaars 2004 Witteveen en Bos / Belvedere Economische waardering cultuurhistorie 2003 Alterra - J. Bervaes & Jan Vreke Water maakt woning meer waard 2003 Salvesen & Renski THE IMPORTANCE OF QUALITY OF LIFE 2000 Haartsen, T. e.a. Claiming Rural Identities : Dynamics, Contexts, Policies 1998 LaGroup Toeristische ontwikkeling Zuidoost Friesland BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving 61

64 Bijlage 8: Samenstelling begeleidingsgroep en interviews De begeleidingsgroep bestond uit: K. Sjoukes Landschapsbeheer Friesland N.E.M. Hartong Provincie Frieslân, onderdeel plattelânsprojekten Zuidoost A. Kramer Provincie Frieslân, onderdeel plattelânsprojekten Zuidoost F. Schouten UNESCO consulent H. Hartog / H. Mulder Recreatieschap Drenthe Er zijn gesprekken gevoerd met: Bertus Mulder Adri Ooms Yoran van Bohemen Voorzitter Stuurgroep Friese Waterlinie Gebiedsregisseur Steenwijkerland, aanjager ZO Fryslân Landschapsarchitect Feddes Olthof, auteur ontwikkelingsvisie 62 BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving

65

66 Mede mogelijk gemaakt door: BUITEN, Bureau voor Economie & Omgeving Achter Sint Pieter HT Utrecht T: F:

Mooi hè? Weststellingwerf! UITVOERINGSPROGRAMMA RECREATIE EN TOERISME SAMEN ONDERNEMEN IN WESTSTELLINGWERF

Mooi hè? Weststellingwerf! UITVOERINGSPROGRAMMA RECREATIE EN TOERISME SAMEN ONDERNEMEN IN WESTSTELLINGWERF Mooi hè? Weststellingwerf! UITVOERINGSPROGRAMMA RECREATIE EN TOERISME 2016-2020 SAMEN ONDERNEMEN IN WESTSTELLINGWERF 1 2 INHOUD FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. WAAROM DIT UITVOERINGSPROGRAMMA 3 REGIONAAL

Nadere informatie

Actualisering Recreatief & Toeristisch Beleid Welkom in Veendam. 3 December 2010

Actualisering Recreatief & Toeristisch Beleid Welkom in Veendam. 3 December 2010 Actualisering Recreatief & Toeristisch Beleid 2011-2014 Welkom in Veendam 3 December 2010 Recreatief & Toeristisch beleid 1. Introductie 2. Recreatief en Toeristisch Product Veendam 3. College Programma

Nadere informatie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Zuid-Limburg Position Paper van de 16 Zuid-Limburgse gemeenten, aangeboden door de voorzitters van het Bestuurlijk Overleg Ruimtelijke Economie en Nationaal

Nadere informatie

fjj; K provincie ^S& groningen

fjj; K provincie ^S& groningen fjj; K provincie ^S& groningen m bezoekadres: Martinilcerkhof 12 Aan Provinciale Staten postadres: algemeen telefoonnr: Postbus 610 9700 AP Groningen 050 316 49 II algemeen faxnr.: www.provinciegroningen.nl

Nadere informatie

De Duitse gast in Overijssel

De Duitse gast in Overijssel De Duitse gast in Overijssel Onderzoek Duitse gast in Overijssel Diepte interviews Duitse gasten in Overijssel Zomer- en najaarsmeting Right Marktonderzoek Panelonderzoek NordRheinWestfalen en Niedersachsen

Nadere informatie

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Fries burgerpanel Fryslân inzicht Fries burgerpanel Fryslân inzicht Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven. Wij gaan er van uit dat we zo lang mogelijk in onze eigen woonomgeving kunnen blijven.

Nadere informatie

Monitor Recreatie & Toerisme 4-meting maart 2014

Monitor Recreatie & Toerisme 4-meting maart 2014 Monitor Recreatie & Toerisme 4-meting 2013 maart 2014 Inleiding Het aanjaagprogramma Recreatie & Toerisme is in november 2009 van start gegaan. Om het effect van de werkzaamheden te meten wordt jaarlijks

Nadere informatie

Consumentenonderzoek Toerisme

Consumentenonderzoek Toerisme Consumentenonderzoek Toerisme 2009 Toerdata Noord is een samenwerkingsverband van de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe. De uitvoering is in handen van het Stenden Instituut Service Management onderdeel

Nadere informatie

Sloten. Bron:

Sloten. Bron: Sloten Bron: www.flickr.com Sloten Het Friese Sloten (Sleat) maakte jarenlang deel uit van de gemeente Gaasterland-Sloten (Gaasterlân- Slaet). Sinds 1 januari 2014 is deze gemeente opgegaan in een groter

Nadere informatie

Het belang van toerisme en recreatie voor de economie in Maasduinen 29 januari Arjan Bakkeren Stafgroep Economisch Onderzoek Rabobank Nederland

Het belang van toerisme en recreatie voor de economie in Maasduinen 29 januari Arjan Bakkeren Stafgroep Economisch Onderzoek Rabobank Nederland Het belang van toerisme en recreatie voor de economie in Maasduinen 29 januari 2004 Arjan Bakkeren Stafgroep Economisch Onderzoek Rabobank Nederland Opbouw van de lezing Provinciaal beleid toerisme en

Nadere informatie

Eijsden. Economische activiteit

Eijsden. Economische activiteit Eijsden Eijsden Eijsden is met ruim 8000 inwoners de grootste kern van de Limburgse gemeente Eijsden-Margraten. Deze fusiegemeente, die in 2011 ontstond, bestaat verder uit 14 andere kernen, en 25 gehuchten

Nadere informatie

Utrechtse Heuvelrug in top 3 bekendste Nationale Parken

Utrechtse Heuvelrug in top 3 bekendste Nationale Parken Utrechtse Heuvelrug in top 3 bekendste Nationale Parken Onderzoek naar de bekendheid en het imago van Nationaal Park (Utrechtse) Heuvelrug - oktober 2017 De hele Heuvelrug, van Gooimeer tot Grebbeberg,

Nadere informatie

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland Ambitiedocument Regio Rivierenland Wij, de tien samenwerkende gemeenten binnen Regio Rivierenland: delen de beleving van de verscheidenheid in ons gebied;

Nadere informatie

werkatelier Kansen Drents-Friese flank

werkatelier Kansen Drents-Friese flank werkatelier Kansen Drents-Friese flank 20 april 2011 Bron: Drents Friese Wold, Atelier Mooi Drenthe Inhoud Het concept werkatelier 3 Werkatelier Kansen Drents-Friese flank 3 Programma 3 Presentaties 4

Nadere informatie

Natuur- en recreatieplan Westfriesland

Natuur- en recreatieplan Westfriesland Natuur- en recreatieplan Westfriesland Ondertitel Regionale Projectgroep 10 september 2015 Waar staan we in het proces? 2 Vijf werkblokken Blok 1: Het leggen van de basis Blok 2: Evaluatie Blok 3: Actualisatie

Nadere informatie

Trots op Groningen Hoe beleven Groningers het wonen en recreëren in de provincie?

Trots op Groningen Hoe beleven Groningers het wonen en recreëren in de provincie? Trots op Groningen Hoe beleven Groningers het wonen en recreëren in de provincie? In deze factsheet staat de beleving over het wonen en over het recreëren in Groningen centraal. Het gaat om hoe de inwoners

Nadere informatie

Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron:

Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron: Zuidlaren (gemeente Tynaarlo) (Bron: www.eropuit.nl) Introductie Zuidlaren maakt deel uit van de Drentse gemeente Tynaarlo, en is daarvan met 10.000 inwoners de op een na grootste kern. Zuidlaren is gesitueerd

Nadere informatie

Aanpassing Inrichtingsplan Gebiedsontwikkeling N381 Drachten - Drentse grens

Aanpassing Inrichtingsplan Gebiedsontwikkeling N381 Drachten - Drentse grens Aanpassing Inrichtingsplan Gebiedsontwikkeling N381 Drachten - Drentse grens Er worden een aantal onderdelen gewijzigd aan het pakket maatregelen voor de Gebiedsontwikkeling N381 Drachten - Drentse grens.

Nadere informatie

VERBLIJFSTOERISME TOERISTISCHE GASTEN IN WEST-BRABANT

VERBLIJFSTOERISME TOERISTISCHE GASTEN IN WEST-BRABANT VERBLIJFSTOERISME HERKOMST 0- % NOORD 8- - -6 - was dit nagenoeg gelijk, waarbij 9% OOST 0% VAKANTIE OP VASTE STANDPLAATS iets minder mensen uit West-Nederland 6%) kwamen en iets meer toeristen uit Zuid-Nederland

Nadere informatie

Nieuwe Hollandse Waterlinie

Nieuwe Hollandse Waterlinie Nota Ruimte budget 35 miljoen euro Planoppervlak 300 hectare Trekker Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Nieuwe Hollandse Waterlinie Stevige nieuwe ruggengraat voor de Linie De Nieuwe Hollandse

Nadere informatie

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant' 'Maak werk van Vrije tijd in Brabant' OPROEP VANUIT DE VRIJETIJDSSECTOR Opgesteld door: Vrijetijdshuis Brabant, TOP Brabant, Erfgoed Brabant, Leisure Boulevard, NHTV, MKB, BKKC, Stichting Samenwerkende

Nadere informatie

Zeeland Recreatieland

Zeeland Recreatieland Zeeland Recreatieland Presentatie onderzoeksresultaten 25 februari 2015 Economisch belang toeristisch cluster Bestedingen 1,72 miljard Economisch belang toeristisch cluster Huidige werkgelegenheid 15.872

Nadere informatie

De Omgevingsvisie van Steenwijkerland een samenvatting

De Omgevingsvisie van Steenwijkerland een samenvatting De Omgevingsvisie van Steenwijkerland een samenvatting Vooraf Hoe ziet onze leefomgeving er over 15 jaar uit? Of eigenlijk: hoe ervaren we die dan? Als inwoner, ondernemer, bezoeker of toerist. De tijd

Nadere informatie

Toerisme in Cijfers. INSTITUUT SERVICE MANAGEMENT T.a.v. Toerdata Noord CG Leeuwarden drs. P.H. Huig tel: fax:

Toerisme in Cijfers. INSTITUUT SERVICE MANAGEMENT T.a.v. Toerdata Noord CG Leeuwarden drs. P.H. Huig tel: fax: Toerisme in Cijfers 2009 Toerdata Noord is een samenwerkingsverband op toeristisch recreatief gebied van de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe. De uitvoering is in handen van het Instituut Service

Nadere informatie

Kansen gebiedsontwikkeling Oer-IJ

Kansen gebiedsontwikkeling Oer-IJ Werkconferentie Oer-IJ Kansen gebiedsontwikkeling Oer-IJ Erik Grootscholte - lagroup lagroup 9 december 2016 2016-070 pr 01 Even voorstellen - lagroup lagroup 2 Agenda 1. Relevante trends en inzichten

Nadere informatie

provincie limburg Toeristische Trends Limburg

provincie limburg Toeristische Trends Limburg provincie limburg Toeristische Trends 2016-2017 Toeristische Trends 2016-2017 Overnachtingen Verblijfsbezoek Nederlandse & buitenlandse gasten Provincie 3.542.000 gasten 1.186.000 gasten 10,9 miljoen overnachtingen

Nadere informatie

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de Kadernota Evenementen 2016-2020 van de Provincie Groningen Kadernota Evenementen 2016-2020 van de provincie Groningen Het huidige evenementenbeleid heeft een looptijd tot en met 2015. In deze kadernota

Nadere informatie

Toeristische Visie 2015

Toeristische Visie 2015 Toeristische Visie 2015 Raadsinformatieavond 2 september 2015 www.regioalkmaar.nl Regio Alkmaar 7 gemeenten 288.000 inwoners Aanleiding Noodzaak en urgentie Merkkracht streken 2013 Bron: Hendrik Beerda.

Nadere informatie

VRIJETIJDSONDERZOEK ZUIDOOST BRABANT

VRIJETIJDSONDERZOEK ZUIDOOST BRABANT VRIJETIJDSONDERZOEK ZUIDOOST BRABANT Rapport BUR^.AUBUITEN econo nie Si omgeving SAMENVATTING Opzet onderzoek en respons SRE en ANWB zijn gezamenlijk opdrachtgever voor dit onderzoek naar het gebruik

Nadere informatie

Monitor Toerisme en Recreatie Flevoland 2014. Samenvatting economische effectberekening, cijfers 2013

Monitor Toerisme en Recreatie Flevoland 2014. Samenvatting economische effectberekening, cijfers 2013 Monitor Toerisme en Recreatie Flevoland 2014 Samenvatting economische effectberekening, cijfers 2013 MONITOR TOERISME EN RECREATIE FLEVOLAND 2014 2 Monitor Toerisme en Recreatie Aanleiding en doel Deze

Nadere informatie

Structuurvisie Eiland van Schalkwijk + beoordelingskader en -protocol

Structuurvisie Eiland van Schalkwijk + beoordelingskader en -protocol Structuurvisie Eiland van Schalkwijk + beoordelingskader en -protocol Behoud en ontwikkeling van het landelijk karakter en de openheid van het gebied met ruimte voor landbouw, natuur, water, recreatie,

Nadere informatie

Actieprogramma Toeristische Verblijfsaccommodaties Stadsregio Amsterdam. Februari 2007

Actieprogramma Toeristische Verblijfsaccommodaties Stadsregio Amsterdam. Februari 2007 Actieprogramma Toeristische Verblijfsaccommodaties Stadsregio Amsterdam Februari 2007 1. Inleiding Op 12 december 2006 is het onderzoek naar Toeristische Verblijfsaccommodaties Stadsregio Amsterdam aan

Nadere informatie

Bestedingenonderzoek VVV Zuid-Limburg Verdeling toeristische bestedingen

Bestedingenonderzoek VVV Zuid-Limburg Verdeling toeristische bestedingen Bestedingenonderzoek VVV Zuid-Limburg Verdeling toeristische bestedingen Rapportage in opdracht van: Stichting VVV Zuid-Limburg September 2015 Projectnummer 15.060 Biesbosweg 16C 5145 PZ Waalwijk tel.:

Nadere informatie

SAMENVATTING MONITOR VRIJETIJDSECONOMIE RIVIERENLAND 2014

SAMENVATTING MONITOR VRIJETIJDSECONOMIE RIVIERENLAND 2014 SAMENVATTING MONITOR VRIJETIJDSECONOMIE RIVIERENLAND 2014 In 2015 heeft het Regionaal Bureau voor Toerisme Rivierenland, in opdracht van Regio Rivierenland, de Monitor Vrijetijdseconomie over 2014 laten

Nadere informatie

Opbrengst Netwerkbijeenkomst en Werkateliers

Opbrengst Netwerkbijeenkomst en Werkateliers Opbrengst Netwerkbijeenkomst en Werkateliers Beleef het Apeldoorns Kanaal September - November 2016 Inhoud 1. Inleiding 2. Opbrengst 3. Vervolg Let op: dit is een voorlopige opbrengst. We doorlopen samen

Nadere informatie

TOERISME en RECREATIE. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 3 e editie. Opzet en inhoud

TOERISME en RECREATIE. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 3 e editie. Opzet en inhoud 3 e editie TOERISME en RECREATIE 2017 Voorne PutteN Opzet en inhoud Recreatie en toerisme is voor de Voorne- Putten een belangrijke bedrijfstak. De sector levert niet alleen een bijdrage aan de regionale

Nadere informatie

Mooi hè? Weststellingwerf! NOTA RECREATIE EN TOERISME PERSPECTIEF GEMEENTE WESTSTELLINGWERF

Mooi hè? Weststellingwerf! NOTA RECREATIE EN TOERISME PERSPECTIEF GEMEENTE WESTSTELLINGWERF Mooi hè? Weststellingwerf! NOTA RECREATIE EN TOERISME PERSPECTIEF GEMEENTE WESTSTELLINGWERF 1 2 INHOUD WAAROM DEZE NOTA 4 REGIONAAL PERSPECTIEF 5 KENMERKEND WESTSTELLINGWERF 7 DRIE KANSRIJKE SPOREN 10

Nadere informatie

Ontwikkeling Oudega aan het Water

Ontwikkeling Oudega aan het Water School: Bedrijf: Titel project: 1. De opdracht Opdrachtgever Dhr Wim Mulder, werkzaam als projectleider Oudega aan het Water bij de Gemeente Smallingerland. Situatie In 2008 zijn de provincie Fryslân en

Nadere informatie

Imago-onderzoek bezoekers 2013

Imago-onderzoek bezoekers 2013 Imago-onderzoek bezoekers 2013 IMAGO-ONDERZOEK BEZOEKERS 2013 2 Imago-onderzoek Bezoekers Factsheet Imago-onderzoek Bezoekers De provincie Flevoland wil graag weten welke doelgroep er naar de provincie

Nadere informatie

Stoommachinemuseum met op de achtergrond De Kleine Vliet (Bron:

Stoommachinemuseum met op de achtergrond De Kleine Vliet (Bron: Medemblik Medemblik Introductie De stad Medemblik maakt deel uit van de Noord-Hollandse gemeente met dezelfde naam. De gemeente Medemblik bestaat uit 15 kernen met in totaal 43.000 inwoners. Wervershoof

Nadere informatie

TURFROUTE PER FIETS BEKNOPTE WEERGAVE BOEKJE

TURFROUTE PER FIETS BEKNOPTE WEERGAVE BOEKJE TURFROUTE PER FIETS BEKNOPTE WEERGAVE BOEKJE tekst, foto s en samenstelling hans nunnikhoven hans nunnikhoven n] De Turfroute in Friesland en de kop van Overijssel vormt het uitgangspunt voor een tweetal

Nadere informatie

Gebiedsontwikkeling. The Missing Link. Een gebied op de kaart zetten met identiteit

Gebiedsontwikkeling. The Missing Link. Een gebied op de kaart zetten met identiteit Gebiedsontwikkeling Een gebied op de kaart zetten met identiteit Overtuigende plannen met het verhaal van de plek Een plek met een herkenbare identiteit draagt bij aan het welzijn van de mensen die er

Nadere informatie

Tynaarlo. Bron:

Tynaarlo. Bron: Tynaarlo Bron: www.tynaarlobouwt.nl Introductie Tynaarlo is een klein dorp in de gelijknamige Drentse gemeente waarvan o.a. ook Eelde en Zuidlaren deel uitmaken. Er wonen ongeveer 1800 inwoners. In deze

Nadere informatie

provincie limburg Toeristische Trends Limburg

provincie limburg Toeristische Trends Limburg provincie limburg Toeristische Trends 2016-2017 Overnachtingen Verblijfsbezoek Nederlandse & buitenlandse gasten Provincie 3.542.000 gasten 1.186.000 gasten 10,9 miljoen overnachtingen 3,4 miljoen overnachtingen

Nadere informatie

APELDOORN ALS TOERISTISCHE STAD. Jan Oosterman, gemeente Apeldoorn Masterclass Verhaal van Apeldoorn, 9 oktober 2017

APELDOORN ALS TOERISTISCHE STAD. Jan Oosterman, gemeente Apeldoorn Masterclass Verhaal van Apeldoorn, 9 oktober 2017 APELDOORN ALS TOERISTISCHE STAD Jan Oosterman, gemeente Apeldoorn Masterclass Verhaal van Apeldoorn, 9 oktober 2017 9-10-2017 Is Apeldoorn toeristisch? ZEKER WEL: 4 (inter)nationale attracties (samen zo

Nadere informatie

Toeristische visie Edam-Volendam

Toeristische visie Edam-Volendam Gemeente Edam-Volendam Toeristische visie Edam-Volendam Bijeenkomst bewoners lagroup 12 december 2012 - Stephen Hodes en Birte Querl 2011-137 pr 05 Inhoud Doel en kader van vanavond Sterktes + zwaktes,

Nadere informatie

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West 2030 Station Nieuwe Meer is niet alleen een nieuwe metrostation verbonden met Schiphol, Hoofddorp, Zuidas en de Amsterdamse

Nadere informatie

WINTERBIJEENKOMST LANDSCHAPSPARK BORSELE. Diana Korteweg Maris Kenniscentrum Kusttoerisme / HZ University of Applied Sciences 28 januari 2019

WINTERBIJEENKOMST LANDSCHAPSPARK BORSELE. Diana Korteweg Maris Kenniscentrum Kusttoerisme / HZ University of Applied Sciences 28 januari 2019 WINTERBIJEENKOMST LANDSCHAPSPARK BORSELE Diana Korteweg Maris Kenniscentrum Kusttoerisme / HZ University of Applied Sciences 28 januari 2019 KENNISCENTRUM KUSTTOERISME Onderdeel van HZ University of Applied

Nadere informatie

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland 27 september 2017

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland 27 september 2017 Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland 27 september 2017 Ruimtelijk strategische visie Wervend Herleidbaar Bruikbaar Waar gaat de visie over? Denkmodel regionale samenwerking Proces Kwaliteiten

Nadere informatie

Deel 1: Algemene kaders. Waarom werken aan beekdalen? Groenere ruimte. Doel van de bijeenkomst: Agenda. De kern.

Deel 1: Algemene kaders. Waarom werken aan beekdalen? Groenere ruimte. Doel van de bijeenkomst: Agenda. De kern. Informatiebijeenkomst 9 juli 2010 Doel van de bijeenkomst: Informeren over: Corio Glana Stand van zaken per highlight in hand-out Voordelen van collectieve aanpak Samenwerking gemeenten, WRO, provincie

Nadere informatie

Land van Heusden en Altena Ongezien, Ongewoon, Ongekend!

Land van Heusden en Altena Ongezien, Ongewoon, Ongekend! Presentatie: Land van Heusden en Altena Ongezien, Ongewoon, Ongekend! Gezamenlijke raadsbijeenkomst LvHA 18 november 2010 Agenda Economische betekenis toerisme door Wim de Jong Visie en actieplan T&R door

Nadere informatie

TOERISTISCHE NAAMSBEKENDHEID GEMEENTE SOEST resultaten internetenquête 2013

TOERISTISCHE NAAMSBEKENDHEID GEMEENTE SOEST resultaten internetenquête 2013 TOERISTISCHE NAAMSBEKENDHEID resultaten internetenquête 2013 Opdrachtgever : Gemeente Soest, Nynke Minkema Auteur : VVV Soest, Carla van Asten Datum : 24 april 2013 Inhoud Doel onderzoek Conclusies en

Nadere informatie

QUICKSCAN RECREATIE EN TOERISME. resultaten

QUICKSCAN RECREATIE EN TOERISME. resultaten QUICKSCAN RECREATIE EN TOERISME resultaten RESPONS Beginbestand: 535 bedrijven Eindbestand: 605 bedrijven Bedrijven bereikt: meer dan 85% Respons: 330 Responspercentage: minimaal 55% RESPONS PER REGIO

Nadere informatie

Ieder zijn deel Verdeling toeristische bestedingen Zuid-Limburg: huidige stand van zaken (2006/2007) en terugblik (2002/2003)

Ieder zijn deel Verdeling toeristische bestedingen Zuid-Limburg: huidige stand van zaken (2006/2007) en terugblik (2002/2003) Ieder zijn deel Verdeling toeristische bestedingen Zuid-Limburg: huidige stand van zaken (2006/2007) en terugblik (2002/2003) Rapportage in opdracht van Stichting VVV Zuid-Limburg 14 februari 2008 Projectnummer

Nadere informatie

RECREATIE EN TOERISME. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

RECREATIE EN TOERISME. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud 4 e editie RECREATIE EN TOERISME 2018 Voorne PutteN Opzet en inhoud Recreatie en toerisme is voor Voorne- Putten een belangrijke bedrijfstak. De sector levert niet alleen een bijdrage aan de regionale

Nadere informatie

Edelherten in de Gelderse Poort

Edelherten in de Gelderse Poort Edelherten in de Gelderse Poort Joke Luttik, Geert Groot Bruinderink, Tineke de Boer, Martin Goossen Betekenis natuurontwikkeling voor de regionale economie ALTERRA Betekenis blijkt uit cijfers voor: omzet,

Nadere informatie

Kerncijfers toerisme Zeeland 2014

Kerncijfers toerisme Zeeland 2014 Kerncijfers toerisme Zeeland 214 Oriëntatiefase Informatiebronnen tijdens de oriëntatiefase van de se toerist in Zeeland (aantallen zijn gebaseerd op toeristische vakanties) 3 Rechtstreeks bij accommodatieverschaffer

Nadere informatie

Werken aan de. Veenhuizen boeit en bindt

Werken aan de. Veenhuizen boeit en bindt Werken aan de TOEKOMST van VEENHUIZEN Een duurzame ontwikkeling van Veenhuizen met behoud èn groei van werkgelegenheid, vitalisering van het woon-, werk- en leefklimaat en ruimte voor toerisme en recreatie

Nadere informatie

Projectplan Fruitrijk Fase 2

Projectplan Fruitrijk Fase 2 Projectplan Fruitrijk Fase 2 Ontwikkeling van een gebiedseigen attractie voor Rivierenland 1) Inleiding Uit de Monitor Vrijetijdseconomie, in opdracht van het RBT Rivierenland, is gebleken dat de economische

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

1. INLEIDING 2. AMBITIES EN POTENTIES Aanleiding Doelstelling Achtergronddocument Ambities

1. INLEIDING 2. AMBITIES EN POTENTIES Aanleiding Doelstelling Achtergronddocument Ambities 1. INLEIDING 1. 1. Aanleiding Het verbeteren van de werkgelegenheid en de leefomgeving is voor veel gemeenten in aantrekkelijke omgevingen de reden geweest te investeren in toerisme en recreatie. Zo ook

Nadere informatie

Masterplan Recreatie & Toerisme. Consulterende Startnotitie

Masterplan Recreatie & Toerisme. Consulterende Startnotitie Masterplan Recreatie & Toerisme Consulterende Startnotitie Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Waarom hebben we het hierover? 3 1.2 Opdrachtformulering 3 2 Het proces van het Masterplan Recreatie & Toerisme

Nadere informatie

concept UITVOERINGSAGENDA

concept UITVOERINGSAGENDA concept UITVOERINGSAGENDA Recreatie & TOERISME 2019-2022 Uitvoeringsagenda Recreatie en Toerisme 2019-2022 De gemeente ziet kansen voor de toeristische sector! Dit staat niet op zichzelf, want onze ambities

Nadere informatie

Toeristische infrastructuur 29 oktober 2012

Toeristische infrastructuur 29 oktober 2012 Toeristische infrastructuur 29 oktober 2012 Welkom 1. Opening 2. Voorstelrondje en toelichting doel van de avond 3. Workshop 1 e deel 1. USP s en kernkwaliteiten 2. Leefstijlen 4. Pauze (20 min.) 1. Op

Nadere informatie

Toeristische visie Regio Alkmaar. Regioavond in het teken van ambities en dromen

Toeristische visie Regio Alkmaar. Regioavond in het teken van ambities en dromen Toeristische visie Regio Alkmaar Regioavond in het teken van ambities en dromen Programma 1. Inleiding: doel en proces (10 minuten) 2. Workshop dromen en ambities (1,5 uur) Presentatie Trends en ontwikkelingen

Nadere informatie

Presentatie Strategisch marketingplan Land van Borsele, geeft je energie. Merkwaardige Identiteit dr. Gerard van Keken 8 december 2016

Presentatie Strategisch marketingplan Land van Borsele, geeft je energie. Merkwaardige Identiteit dr. Gerard van Keken 8 december 2016 Presentatie Strategisch marketingplan Land van Borsele, geeft je energie Merkwaardige Identiteit dr. Gerard van Keken 8 december 2016 Inhoud vanavond 1. Doel onderzoek & rapportage 2. Gebiedsanalyse toeristisch

Nadere informatie

Visie toerisme en recreatie Noordoost Fryslân

Visie toerisme en recreatie Noordoost Fryslân 1 Visie toerisme en recreatie Noordoost Fryslân 1 ste stakeholdersbijeenkomst Dinsdag 27 november 2018 Programma 2 Welkom Korte toelichting op proces en resultaten tot nu toe Aanpak SWOT, ambitie en strategische

Nadere informatie

Toeristische visie Regio Alkmaar

Toeristische visie Regio Alkmaar Toeristische visie Regio Alkmaar Conceptvisie en uitvoeringsagenda Proces Toeristische visie Wat Wanneer 1. Start met de Regio Alkmaar Februari 2. Eerste Regioavond 5 maart 3. Stakeholderbijeenkomst 1

Nadere informatie

TOERISME EN RECREATIE ALGEMEEN

TOERISME EN RECREATIE ALGEMEEN Kerncijfers TOERISME EN RECREATIE ALGEMEEN Vakanties van Nederlanders Ontwikkeling vakantieparticipatie* (%) van de Nederlandse bevolking 81% 82% 81% 4 28% 29% 28% 31% 33% 33% 21% 21% Alleen in buitenland

Nadere informatie

TOERISTISCHE TRENDRAPPORTAGE LIMBURG Factsheets

TOERISTISCHE TRENDRAPPORTAGE LIMBURG Factsheets provincie limburg TOERISTISCHE TRENDRAPPORTAGE LIMBURG Factsheets 2015-2016 Uitgevoerd door ZKA TOERISTISCHE TRENDS LIMBURG 2015-2016_vakanties VAKANTIES NEDERLANDSE GASTEN VERBLIJFSBEZOEK BUITENLANDSE

Nadere informatie

Vakantiegedrag. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Factoren die van invloed zijn op vakantiegedrag. Wat is vakantiegedrag?

Vakantiegedrag. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Factoren die van invloed zijn op vakantiegedrag. Wat is vakantiegedrag? Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over vakantiegedrag van mensen. Het maakt je duidelijk waarom mensen met vakantie gaan en hoe de keuze voor een vakantie tot stand komt. Wat wordt er van jou

Nadere informatie

Strategisch beleidsplan Toerisme & Recreatie in het Meetjesland. RvB Toerisme Oost-Vlaanderen 01/03/2012

Strategisch beleidsplan Toerisme & Recreatie in het Meetjesland. RvB Toerisme Oost-Vlaanderen 01/03/2012 Strategisch beleidsplan Toerisme & Recreatie in het Meetjesland RvB Toerisme Oost-Vlaanderen 01/03/2012 Analyse Het Meetjesland heeft toeristische troeven. Wandelen en fietsen, actieve beleving van landschap

Nadere informatie

Aanleiding: Met deze brief brengen wij u graag op de hoogte van de ontwikkelingen op het gebied van toerisme en recreatie in de gemeente Drimmelen.

Aanleiding: Met deze brief brengen wij u graag op de hoogte van de ontwikkelingen op het gebied van toerisme en recreatie in de gemeente Drimmelen. Raadsbrief Made, 18 april 2011 Registratienr.: Onderwerp: Evaluatie Toerisme 2010 Portefeuillehouder: Ambtelijke coördinatie: Steller: M. Vos-Kroeze Grondgebied S. van Dijk Aanleiding: Met deze brief brengen

Nadere informatie

Het Land van Kasteelmusea. Eric Neef

Het Land van Kasteelmusea. Eric Neef Het Land van Kasteelmusea 2 3 Sjûkelân Franeker Sjaerdema Hertog van Saksen René Descartes Het Sjaerdemaslot 18 e eeuw 4 5 Verhalen Voorstraat Franeker, stad van stinsen zoals de Martenastins, museum van

Nadere informatie

erklaring van Altena

erklaring van Altena Verklaring van Altena Gezamenlijk willen wij, Agrarische Natuurvereniging Altena Biesbosch, Samenwerkingsverband Ondernemersverenigingen Altena (SOVA), Gemeente Aalburg, Gemeente Werkendam, Gemeente Woudrichem,

Nadere informatie

Ontwikkeling werkgelegenheid in % 2 1,7 1,5 1,1 0,5 -0,5 -1,5 -1,4. -2 Totaal banen Grote banen Kleine banen

Ontwikkeling werkgelegenheid in % 2 1,7 1,5 1,1 0,5 -0,5 -1,5 -1,4. -2 Totaal banen Grote banen Kleine banen Het betreft de uitkomsten van het werkgelegenheidsonderzoek 2017. Deze factsheet is een visuele weergave van de ontwikkeling van de Friese werkgelegenheid. Het Friese werkgelegenheidsregister maakt onderdeel

Nadere informatie

TE HUUR. Schaapskooi 24 personen

TE HUUR. Schaapskooi 24 personen TE HUUR Schaapskooi 24 personen Een unieke accommodatie, wonen en slapen apart maar toch bij elkaar. De schaapskooi bestaat uit 3 woningen te weten een woon-en twee slaapgedeelten. De woningen staan haaks

Nadere informatie

Naar een Cultuurhistorische Ontwikkelvisie Zuidoost Friesland

Naar een Cultuurhistorische Ontwikkelvisie Zuidoost Friesland Naar een Cultuurhistorische Ontwikkelvisie Zuidoost Friesland 1. Inleiding, opmaat In het Gebiedskader Zuidoost Fryslân 2007-2013 heeft het gebied vier permanente speerpunten aangewezen. Een van de vier

Nadere informatie

NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP

NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP NOTITIE REGIONALE SPEERPUNTEN GROENE HART AGENDA NIEUWKOOP A. Inleiding en doelstelling In de regiocommissie van 24 oktober jl. is toegezegd dat het college de raad een voorstel doet ten aanzien van de

Nadere informatie

Bereikbaarheid en recreatie: dilemma s in het landelijk gebied

Bereikbaarheid en recreatie: dilemma s in het landelijk gebied Bereikbaarheid en recreatie: dilemma s in het landelijk gebied Bijdrage Rinus Jaarsma 9 november 2006 Recreatief toegankelijk landelijk gebied Dilemma s nader beschouwd 1 Bereikbaarheid Behoefte Bedreigingen

Nadere informatie

PROGRAMMA ZOMERATELIER

PROGRAMMA ZOMERATELIER PROGRAMMA ZOMERATELIER Wandeling naar Grenspaal 25 Het zomerse buffet Introductie van de twee opgaven Korte schetsronde Structuurvisie Ooststellingwerf Toekomstvisie Appingedam-Delfzijl ..............................

Nadere informatie

Jan Klaassen was trompetter in het leger van prins?

Jan Klaassen was trompetter in het leger van prins? Jan Klaassen was trompetter in het leger van prins? Het merk Brielle en de vertaling in het nieuwe erfgoed Agenda 1 Het merk Brielle lokale identiteit en kernkwaliteiten. 2 Binnenstad- en havenvisie De

Nadere informatie

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/

snel dan voorzien. In de komende jaren zal, afhankelijk van de (woning)marktontwikkeling/ 2 Wonen De gemeente telt zo n 36.000 inwoners, waarvan het overgrote deel in de twee kernen Hellendoorn en Nijverdal woont. De woningvoorraad telde in 2013 zo n 14.000 woningen (exclusief recreatiewoningen).

Nadere informatie

Bespreekpunten Kennis nemen van de stand van zaken wandelroutenetwerk Regio Amersfoort. Kennis nemen van de concept-uitvraag voor de offerte.

Bespreekpunten Kennis nemen van de stand van zaken wandelroutenetwerk Regio Amersfoort. Kennis nemen van de concept-uitvraag voor de offerte. Agendapunt 3 Vergadering : Bestuurlijk Overleg Recreatie & Toerisme Regio Amersfoort Datum : 22 november 2018 Onderwerp : Wandelroutenetwerk Bijlagen : Concept-uitvraag offerte Bespreekpunten Kennis nemen

Nadere informatie

Boekels Ven herontwikkelingsperspectief. Welkom

Boekels Ven herontwikkelingsperspectief. Welkom Welkom Boekel,26 januari 2016 Programma - Terug blik het grotere geheel - Herontwikkelingsperspectief Chris van Grinsven - Toelichting ontwikkelingsscenario s Ad Tielemans - Vragen / Gedachtewisseling

Nadere informatie

Actualisatie toerisme en recreatie. Natuur- en recreatieplan Westfriesland

Actualisatie toerisme en recreatie. Natuur- en recreatieplan Westfriesland Actualisatie toerisme en recreatie Natuur- en recreatieplan Westfriesland Programma Doel: (Toekomstige) kracht van het gebied in beeld krijgen Start (13.00) Welkom en toelichting natuur- en recreatieplan

Nadere informatie

Holwerd aan Zee MKBA. Jeroen Stegeman Elisabeth Ruijgrok. Zicht op Howerd vanaf het Wad door Dolly Leemans

Holwerd aan Zee MKBA. Jeroen Stegeman Elisabeth Ruijgrok. Zicht op Howerd vanaf het Wad door Dolly Leemans Holwerd aan Zee MKBA Jeroen Stegeman Elisabeth Ruijgrok Zicht op Howerd vanaf het Wad door Dolly Leemans Maatschappelijke Kosten Baten Analyse MKBA is een vergelijking van de welvaarts- en welzijnseffecten

Nadere informatie

PROFILERING HOF VAN TWENTE

PROFILERING HOF VAN TWENTE PROFILERING HOF VAN TWENTE SEPTEMBER 2017 PROFIEL HOF VAN TWENTE In Hof van Twente vind je nog het kenmerkende coulisse-landschap waar landbouw, recreatie, wonen en werken naadloos worden ingepast. Ondernemers

Nadere informatie

Windmolenparken Zichtbaar vanaf de kust

Windmolenparken Zichtbaar vanaf de kust Windmolenparken Zichtbaar vanaf de kust De impact op recreatie en toerisme -Addendum bij de studie uit 2014- Inhoud Blz. 1 Inleiding 1 2 Omvang van de impact (actualisatie) 3 3 Conclusies en aanbevelingen

Nadere informatie

Beleidsplan. Stichting Feanetië. Beleidsplan Stichting Feanetië

Beleidsplan. Stichting Feanetië. Beleidsplan Stichting Feanetië Beleidsplan Stichting Feanetië 2019 Heerenveen, 3 december 2018 Beleidsplan Stichting Feanetië 2019 1 Inhoud 1. Inleiding: een korte beschrijving van de stichting Feanetië 3 2. Analyse sterke/zwakke punten

Nadere informatie

Regiomonitor Overijssel. Kengetallenonderzoek 2015

Regiomonitor Overijssel. Kengetallenonderzoek 2015 Regiomonitor Kengetallenonderzoek 2015 Regiomonitor Kengetallenonderzoek 2015 4 Inhoud Inhoud 1 Inleiding 6 Regiomonitor 6 Werkwijze 6 2 Dagrecreatie 8 Ondernomen activiteiten 8 Bestedingen tijdens activiteiten

Nadere informatie

Toerisme en vrijetijdseconomie zijn booming. Groningen en Noord Nederland kunnen ook profiteren van deze enorme groei.

Toerisme en vrijetijdseconomie zijn booming. Groningen en Noord Nederland kunnen ook profiteren van deze enorme groei. Toerisme en vrijetijdseconomie zijn booming. Groningen en Noord Nederland kunnen ook profiteren van deze enorme groei. Wie economische kansen zoekt voor Groningen en Noord Nederland doet er goed aan om

Nadere informatie

Lijnen & boeiend landschap

Lijnen & boeiend landschap Lijnen & boeiend landschap Hoe beleef je je wandeling? Sylvia Tuinder 20 juni 2013 Samenwerken aan het landschap. Doel wandelnetwerk is: breed netwerk van wandelpaden landschap toegankelijk en aantrekkelijk

Nadere informatie

De kunst van samen vernieuwen

De kunst van samen vernieuwen De kunst van samen vernieuwen Cultuuragenda gemeente Zutphen 2016 Kunst, cultuur en erfgoed geven kleur aan Zutphen. Ze zorgen voor een leefbare en dynamische samenleving, sociale en economische vitaliteit

Nadere informatie

Best. Introductie. Gemeente Best (bron:

Best. Introductie. Gemeente Best (bron: Best Best Introductie Best is een Noord-Brabantse gemeente, gelegen op ruim tien kilometer van de stad Eindhoven. De gemeente bestaat uit de centrale kern Best en twee kleine kernen, Aarle en De Vleut.

Nadere informatie

Dagrecreatie en verblijf in Overijssel (binnenlands) Feiten & cijfers

Dagrecreatie en verblijf in Overijssel (binnenlands) Feiten & cijfers Dagrecreatie en verblijf in Overijssel (binnenlands) Feiten & cijfers 2009-2014 Inleiding Deze rapportage geeft meer inzicht in de ontwikkelingen in de Overijsselse vrijetijdssector. In het bijzonder wordt

Nadere informatie

Verblijfsrecreatie 5 november 2012

Verblijfsrecreatie 5 november 2012 Verblijfsrecreatie 5 november 2012 Welkom 1. Opening 2. Voorstelrondje 3. Inleiding - Terugblik - Doel van de avond - Leefstijlen(onderzoek) 4. Inleiding Verblijfsrecreatie - Verblijfsrecreatieparadox

Nadere informatie

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland. Ben Brink, wethouder Dennis Kramer, adviseur Ruimte

Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland. Ben Brink, wethouder Dennis Kramer, adviseur Ruimte Ruimtelijk strategische visie Regio Rivierenland Ben Brink, wethouder Dennis Kramer, adviseur Ruimte Inleiding Doel vanavond: beeldvorming eerste reacties Reactiebrief Inleiding: ambitiedocument 3 speerpunten:

Nadere informatie

Profielschets Burgemeester van Smallingerland

Profielschets Burgemeester van Smallingerland Profielschets Burgemeester van Smallingerland 1 november 018 Smallingerland zoekt een energieke, betrokken burgemeester die onze mooie gemeente nog meer op de kaart zet! De gemeente Smallingerland is een

Nadere informatie

Toeristen in Nederland

Toeristen in Nederland Toeristen in Nederland Het is bijna zomer. Veel Nederlanders gaan lekker op vakantie naar het buitenland. Maar er komen ook heel veel buitenlandse toeristen naar Nederland. Hoeveel zijn dat er eigenlijk?

Nadere informatie