n I n f o r m a t i e p r o b l e m b l e m e n o p l o s s e n I n Informatieproblemen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "n I n f o r m a t i e p r o b l e m b l e m e n o p l o s s e n I n Informatieproblemen"

Transcriptie

1 f o r m a t i e p r o b l e m e s e n I n f o r m a t i e p r o b n I n f o r m a t i e p r o b l e Informatieproblemen b l e m e n o p l o s s e n I n I n f o r moplossen a t i e p r o b l e m e n I n f o r m a t i e p r o b l l o s s e n I n f o r m a t i e l e a t i e p r o b l e m e n o p l o i e p r o b l e m e n o p l o s s o b l e m e n I n f o r m a t i e r o b l e m e n o p l o s s e n f o r m a t i e p r o b l e m e o s s e n I n f o r m a t i e p r o n I n f o r m a t i e p r o b l e m l o s s e n I n f o r m a t i e p r

2 Colofon Informatieproblemen oplossen Auteurs: Amber Walraven Sybilla Poortman-Cremers Saskia Brand-Gruwel Iwan Wopereis Marleen van der Molen-Willebrands Ton Brouns Met dank aan: Jannie Lina Willem Ubaghs Erwin Reinders Nico Zijlstra Lay-out: Christian Lorist Heerlen, 2007

3 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding 3 2 Informatieproblemen oplossen: een schema 5 3 Definiëren van het probleem 9 4 Zoek informatie 15 5 Scan informatie 23 6 Verwerk informatie 29 7 Organiseer en presenteer informatie 33 8 Reguleren van het proces 37 9 Verklarende woordenlijst 41 1

4 2

5 1 Inleiding Voor verschillende vakken op school moet je wel eens een werkstuk maken. Soms mag je zelf een onderwerp kiezen en soms geeft je docent aan waarover het werkstuk moet gaan. En dan? Dan heb je informatie nodig om in je werkstuk te zetten. De kans is groot dat je deze informatie van het Internet haalt. Maar hoe moet je dit precies aanpakken? Waar moet je op letten? Hoe moet je zoeken? En hoe verwerk je al die informatie uiteindelijk tot een werkstuk? In dit boek wordt beschreven hoe je het beste te werk kunt gaan bij het zoeken naar informatie op Internet. Dit zoekproces bestaat uit verschillende stappen. Dit boek geeft aan welke stappen er zijn en geeft je tips om elke stap goed te doorlopen. We beginnen in hoofdstuk twee met een overzicht van alle stappen. In de hoofdstukken 3 t/m 8 wordt informatie gegeven over de verschillende stappen afzonderlijk. 3

6 4

7 2 Informatieproblemen oplossen: een schema Soms surf je op Internet voor de lol, om muziek te downloaden of je te checken. Maar soms moet je informatie hebben om een vraag te beantwoorden. Je kunt de gestelde vraag niet beantwoorden met de kennis die je al hebt, je mist bepaalde informatie. In zo'n geval spreken we over een informatieprobleem. Een voorbeeld van een simpel informatieprobleem: Je wilt op maandag om uur in Maastricht aankomen. Je vertrekt in Amsterdam. Hoe laat moet je de trein nemen? Dit probleem is niet zo moeilijk en je kunt het antwoord op de site van de NS snel vinden. Een ander voorbeeld: schrijf een werkstuk over de gebeurtenissen die vooraf gingen aan de val van de Berlijnse Muur. Dit probleem is moeilijker op te lossen. Waarschijnlijk weet je niet zo goed waar je moet zoeken? En hoe weet je nou of de informatie die je gevonden hebt ook bruikbaar is? Om dit soort moeilijke problemen toch op te kunnen lossen kun je systematisch een aantal stappen uitvoeren. Deze stappen vormen de basis voor een goede aanpak voor het oplossen van informatieproblemen en zorgen ervoor dat je zoektocht gestructureerd verloopt. De stappen staan in het schema op de volgende pagina. De legenda van het schema vind je hieronder. ABC abc Omschrijving van de fasen Omschrijving van de deelvaardigheden regulatie R Tussen de fasen kun je wisselen, en je kunt de fasen herhalen. Belang van regulatie 5

8 Lees de opdracht Formuleer een hoofdvraag DEFINIEER HET PROBLEEM R Stel vast wat je al weet van het onderwerp Stel vast wat de eisen zijn Bepaal welke informatie je moet gaan zoeken Kies een zoekstrategie ZOEK INFORMATIE 6 R SCAN INFORMATIE R VERWERK INFORMATIE R ORGANISEER EN PRESENTEER INFORMATIE Bepaal zoektermen Beoordeel zoekresultaten Lees de informatie globaal door Beoordeel de bron en de informatie Bewaar relevante informatie Lees de informatie aandachtig Beoordeel de informatie Bewaar relevante informatie Formuleer de probleemstelling Orden relevante informatie Maak het raamwerk van je product Maak het product

9 Informatieproblemen oplossen: een schema iteratief reguleren De pijlen in het schema geven aan dat je de stappen niet van voor naar achter doorloopt. Je begint in principe wel bij de eerste stap en gaat vervolgens door naar de volgende stap. Maar het is heel goed mogelijk dat je op een gegeven moment teruggaat naar een eerdere stap en weer verder naar de stap waar je was gebleven. We zeggen dan dat het een iteratief proces is. Om er voor te zorgen dat je uiteindelijk alle stappen neemt en ook daadwerkelijk het probleem oplost, is het belangrijk dat je je zelf controleert. Een ander woord hiervoor is reguleren, vandaar de vierkanten met de R in het schema. Tijdens het reguleren vraag je je af of je nog op de goede weg bent. Ben ik nog steeds gericht op de hoofdvraag? Dient de vraag te worden bijgesteld? Kan ik de informatie die ik nodig heb vinden? Heb ik voldoende informatie? Dit soort vragen bepaalt hoe jouw proces eruit gaat zien. 7

10 8

11 3 Definiëren van het probleem Lees de opdracht Formuleer een hoofdvraag DEFINIEER HET PROBLEEM Stel vast wat je al weet van het onderwerp Stel vast wat de eisen zijn Bepaal welke informatie je moet gaan zoeken Wat De eerste stap is het definiëren van het probleem. Je probeert het probleem dat je op gaat lossen te verhelderen en af te bakenen. Je doet dit door de taak goed te lezen. Vanuit de taak probeer je de hoofdvraag te achterhalen en eventuele deelvragen te formuleren. Het jezelf afvragen wat je al van het onderwerp weet, zodat je een goede afweging kunt maken welke informatie je moet zoeken, is in deze fase erg belangrijk. Belangrijk is ook dat je vaststelt waar het product (je werkstuk of spreekbeurt) aan moet voldoen. Vragen als: 'Voor wie schrijf ik het product?', 'Aan welke eisen moet het product voldoen?' en 'Wat moet de omvang zijn?' zijn daarbij noodzakelijk. Hoe Zoals je ziet bestaat deze stap uit een aantal kleine stappen. Hieronder volgen aanwijzingen voor het uitvoeren van deze kleine stappen. Formuleer een hoofdvraag Een goede hoofdvraag is erg belangrijk voor het verloop van de rest van je zoekproces. Je hoofdvraag vormt het startpunt van je proces. Soms geeft je docent je meteen een goede hoofdvraag. Bijvoorbeeld 'Wie vermoordde Martin Luther King?' 9

12 Formuleer een hoofdvraag Maar soms krijg je een opdracht waarin niet direct een hoofdvraag staat. Bijvoorbeeld 'Schrijf een werkstuk over de Gouden Eeuw'. Dit is een erg breed onderwerp en in een werkstuk kun je niet alles wat er in die 100 jaar gebeurde, verwerken. Je moet dus een onderwerp kiezen en daar een hoofdvraag bij formuleren. Als je het moeilijk vindt de hoofdvraag te formuleren, kun je gebruik maken van een mindmap. In een mindmap zet je in het midden het onderwerp waarover je de vraag dient te formuleren. Daaraan hang je allerlei termen die met dat onderwerp te maken hebben. Deze termen kunnen komen uit informatie die je reeds hebt gevonden, maar ze kunnen ook gebaseerd zijn op eigen kennis. De mindmap helpt zo om de vraag af te bakenen. Bij het formuleren van de hoofdvraag dien je tevens rekening te houden met de taakeisen. Voorbeeld Je moet een werkstuk maken over de Gouden Eeuw. Je docent heeft gezegd dat je een onderdeel van de Gouden Eeuw mag kiezen. Je moet een werkstuk schrijven van 5 pagina's. Mindmap Rembrandt Kunst Wetenschap Handel De Gouden Eeuw VOC Militaire macht 10

13 Definiëren van het probleem Formuleer een hoofdvraag Aan de hand van deze kleine mindmap besluit je een werkstuk te maken over Rembrandt van Rijn. Dit wordt je onderwerp, het is alleen nog geen hoofdvraag. Je kunt nu weer een nieuwe mindmap maken over Rembrandt. Kinderen Huwelijken Leerlingen Rembrandt Schilderijen Zelfportretten Uiteindelijk besluit je om je onderzoeksvraag als volgt op te stellen: Hoe komt Rembrandts eigen leven naar voren in zijn werk? Stel vast wat je al weet van het onderwerp Als je de hoofdvraag en eventuele deelvragen hebt geformuleerd, is het goed stil te staan bij de voorkennis die je zelf hebt over het onderwerp. Als je een mindmap hebt gemaakt om de vraag te specificeren, kun je daarin je eigen kennis ook aangeven, als je dat nog niet had gedaan. Je kunt ook een aparte mindmap maken met betrekking tot je eigen voorkennis. 11

14 Kies een zoekstrategie Het is belangrijk na te gaan aan welke eisen je product moet voldoen. " Voor welke doelgroep moet het product worden geschreven? Is het een profielwerkstuk of bijvoorbeeld een artikel voor de schoolkant? Voor de schoolkrant kun je wat meer populaire taal gebruiken dan voor je profielwerkstuk. " Wat zijn de kenmerken van het op te leveren product? Een profielwerkstuk kent een andere opbouw dan een artikel in de schoolkrant of een spreekbeurt. Zorg ervoor dat je je houdt aan de richtlijnen die gelden voor het soort product dat je schrijft. Vraag aan je docent wat de richtlijnen zijn. " Wat is de gevraagde omvang van het product? Een artikel van twee A4-tjes zal hoogstwaarschijnlijk minder details en uitweidingen bevatten dan een profielwerkstuk van 15 pagina's. De omvang bepaalt mede de hoeveelheid en de gedetailleerdheid van de te zoeken informatie. Bepaal welke informatie je moet gaan zoeken Vanuit de vraag en de relatie met je voorkennis kun je afleiden welke informatie je nog nodig hebt en moet gaan zoeken. Voorbeeld Om de vraag over de overeenkomsten tussen de werken en het leven van Rembrandt te beantwoorden, heb je informatie nodig over het leven van Rembrandt (zijn levensloop van geboorte tot overlijden) en een overzicht van zijn schilderijen. Als je die informatie hebt, kun je overeenkomsten gaan zoeken tussen zijn leven en de onderwerpen van zijn schilderijen. 12

15 Definiëren van het probleem Waarom Het doel van de fase van probleemdefinitie is het helder krijgen wat het probleem is, want door een goede probleemstelling kun je gericht zoeken naar de gewenste informatie. Een goede afbakening van het probleem maakt dat je zoekproces beter en sneller zal verlopen. Bij een te open of vaag geformuleerd probleem wordt de zoektocht naar informatie ongericht en levert die veelal niet de gewenste informatie op. 13

16 14

17 4 Zoek informatie Kies een zoekstrategie ZOEK INFORMATIE Bepaal zoektermen Beoordeel zoekresultaten Wat In deze fase ga je daadwerkelijk op zoek naar websites, met als doel het vinden van interessante informatie. Er zijn verschillende strategieën om informatie op Internet te vinden. > Misschien weet je al een paar goede sites of krijg je een tip van je docent. Je kunt dan direct het adres van een website intypen en vervolgens op de website belanden (bijvoorbeeld > Je kunt ook beginnen bij een startpagina met een aantal categorieën (bijvoorbeeld en door de verschillende categorieën bladeren. > Als laatste strategie kun je gebruik maken van een zoekmachine, zoals bijvoorbeeld Google. Hierbij is een belangrijke vaardigheid het specificeren van zoektermen en het bedienen van zoekmachines. > Vervolgens moet je de zoekresultaten evalueren en meestal vanuit een lijst met veel treffers een keuze maken. Hoe Kies een zoekstrategie Op internet zijn diverse zoekstrategieën mogelijk. " Gewoon je zoektermen intypen bij een zoekmachine. Een nadeel hier van is dat je soms veel hits krijgt en niet alle hits geschikt zijn. 15

18 Kies een zoekstrategie " Een portal gebruiken waar al een aantal sites over een onderwerp zijn samengebracht. Bijvoorbeeld of Een nadeel hiervan is dat niet alle sites die een portal geeft even uitgebreid zijn en dat er geen controle is op deelnemende sites. " Een URL (Uniform Resource Locator =het website-adres) gokken, bijvoorbeeld " Een reeds bekende URL intypen en van daaruit links volgen. Een nadeel hiervan is dat deze links eenzijdig kunnen zijn. De opmaak en functies van verschillende zoekmachines wijken niet veel van elkaar af: " Er is een plaats waar je zoektermen kunt invullen. " Meestal zijn er tabs, links of aanvinkhokjes om je zoekactie te beperken tot bijvoorbeeld alleen plaatjes, alleen Nederlandse treffers etc. " Er is vaak een link naar geavanceerd zoeken waarmee je in een uitgebreider zoekscherm terechtkomt. Als je teveel treffers krijgt op de gebruikte zoektermen kun je hier je zoektocht verder vernauwen, bij plaatjes bv. op grootte, bij sites op datum etc. Zie ook 'Zoekoperatoren toepassen'. " Soms worden de gesponsorde links duidelijk aangegeven, bijvoorbeeld d.m.v. een andere kleur of een prominente plaats op het scherm (de eerste treffers of een apart menu met treffers rechts). " Als je op een treffer klikt, wordt die soms in een nieuw scherm geopend dat je na lezen weer dient te sluiten. Meestal opent de pagina in hetzelfde scherm zodat je met de 'vorige' knop in je browser terug kunt naar de pagina met je zoekactie en de gevonden treffers. " Veel zoekmachines indexeren (=doorzoeken) de hele site woord voor woord; andere kijken naar frequentie van woorden of naar de zg. metatag voor keywords, trefwoorden die de maker van de site in de HTML-code zet (kijk eens in de menubalk bij: 'Beeld' en daarna 'Bron' om deze code én de diverse metatags te zien, ook voor auteur, jaartal, grootte, vorm, copyright, etc). 16

19 Zoek informatie Kies een zoekstrategie In het onderstaande geven we informatie over het bedienen van de browser en het toepassen van zoekoperatoren bij een zoekmachine. Zoekoperatoren toepassen Elke zoekmachine op Internet biedt mogelijkheden tot 'verkleinen' en 'vergroten' (meerdere zoektermen, zoektermen uitsluiten, zoeken in een bepaalde tijdsperiode of soort bestand etc.). De zoekmachine geeft zelf de mogelijkheden aan, zowel in het beginscherm als bij 'geavanceerd'. Hier staan allerlei functies om bijv. verkleinen toe te passen; probeer deze functies eens uit! Bekijk ook de mogelijkheden om alleen in Nederlandse sites of alleen sites in een bepaalde taal te zoeken. Bedenk wel: hoe algemener de zoekterm, hoe meer kans op irrelevante resultaten! Misschien moet je dan je zoektocht verkleinen door nog een term toe te voegen of door termen met aanhalingstekens te verbinden. Hoe gaat dat in zijn werk? Als voorbeeld de meest gebruikte zoekmachine: " Als je bijvoorbeeld zoekt op history teacher (woorden met spatie) vind je alle websites waar deze 2 woorden in voorkomen. NB: de meeste zoekmachines zijn niet gevoelig voor hoofdlettergebruik! " Wil je dat de gezochte woorden bij elkaar staan, kun je beter phrase search gebruiken en "history teacher" (alle woorden met spaties tussen aanhalingstekens) intypen. Nu vindt de zoekmachine alleen sites waar de woorden precies in die volgorde voorkomen. " Kleine woordjes (bijv. lidwoorden en voegwoorden) en cijfers worden genegeerd. Als ze voor je zoekterm van cruciaal belang zijn, kun je er een + (zonder spatie) voor zetten of phrase search gebruiken. 17

20 Kies een zoekstrategie " Met history teacher OR student vind je zowel resultaten met history teacher als met history student. Hier gebruik je dus wel de hoofdletters! De woordjes OR en AND zijn Booleaanse zoekoperatoren en worden met hoofdletters gespeld om ze niet mee te laten tellen als zoekterm maar als verbindingsterm. " Met ajax -voetbal (2 woorden met spatie en - vlak voor het tweede woord, dus hier zonder spatie!) sluit je juist die sites uit waar het tweede woord in combinatie met het eerste voorkomt. " Verder kun je nog werken met jokers of wildcards als je niet zeker weet hoe een woord gespeld wordt (Tsjaiko*sky) of als je ook meervouden en samenstellingen in de zoekresultaten wil opnemen (classic car*, geluids*). Tenslotte is ook bij Google een vorm van associatief zoeken mogelijk: als je een tilde (~) vlak voor het woord typt, dus zonder spatie, vind je ook synoniemen! synoniemen Bepaal zoekterm Bij het zoeken via zoekmachines spelen gekozen zoektermen een belangrijke rol. Een goed gekozen zoekterm of combinatie van termen kan het verschil betekenen tussen het snel vinden van de benodigde informatie of het in het geheel niet vinden wat je zoekt. Hoe kom je aan goede zoektermen: " uit de taak zelf of uit de geformuleerde hoofdvraag; " visualiseren: een mindmap of woordspin maken door een algemeen trefwoord in het midden te zetten en daar via brainstorm woorden omheen te zetten. " ook synoniemen kunnen goed van pas komen; raadpleeg desnoods een woordenboek of thesaurus of gebruik de thesaurus functie van zoekmachines; " bepaalde combinaties van trefwoorden bedenken die samen de juiste treffers moeten gaan opleveren, denk bijvoorbeeld aan een zelfstandig naamwoord en een stadsnaam, een bijvoeglijk naamwoord voorafgaand aan een zelfstandig naamwoord of een naam en een jaartal. thesaurus 18

21 Zoek informatie Bepaal zoekterm Als de taak anderstalig materiaal gebruikt, kun je natuurlijk eerst de gevonden termen gaan vertalen. Zo dwing je jezelf ook weer om een beter beeld te krijgen van wat er wordt gevraagd. Doe dit wel zorgvuldig, anders vind je nooit de vereiste bronnen! Van de andere kant kun je zelfs eraan denken om Nederlandse termen te vertalen om aan bruikbare anderstalige termen te komen als je vermoedt dat dit meer kan opleveren. Let ook hier op zorgvuldigheid en de juiste spelling. Beoordeel zoekresultaten Het Internet is een grote verzameling van waardevolle en min of meer waardeloze informatie. Op het moment dat je bij het zoeken op Internet gebruik maakt van zoekmachines, krijg je na het invoeren van een zoekterm meestal een lange lijst met treffers. Hoe ga je hier mee om en hoe bepaal je welke site je gaat bekijken? Je kunt daarbij letten op relevantie, betrouwbaarheid en actualiteit van sites, zaken die veelal nauw met elkaar samenhangen. Hieronder volgt informatie over waarop je kunt letten bij het evalueren van je zoekresultaat. " Een URL (Uniform Resource Locator =het website-adres) is hiërarchisch opgebouwd, van links naar rechts. Uit dit adres is veel af te lezen: als bv. achter de www een providernaam staat, gevolgd door een eigennaam.html, gaat het doorgaans om een privé site (bijvoorbeeld home.hccnet.nl/kees.mooyer/, hierin is hccnet de providernaam en kees mooyer de eigennaam). Ook adressen eindigend op /welcome.html, /index.html, of /default.html zijn vaak privé sites. " Hiermee is trouwens niets gezegd over de kwaliteit van de site; veel privé pagina's bevatten een schat aan specialistische informatie! Het is hierbij alleen een stuk moeilijker om op het oog de betrouwbaarheid en/of actualiteit te beoordelen en het staat nogal slordig om een bron te vermelden (en te gebruiken!) die pure onzininformatie bevat of waarvan de correctheid allang is achterhaald. 19

22 Beoordeel zoekresultaten " De organisatiecode biedt belangrijke informatie. Aan termen als gov. (overheid), org. (niet gouvernementele, non-profit organisatie), co. of com. (commerciële) kun je veel aflezen. " Sites van academische- en onderwijsinstellingen zijn doorgaans makkelijk herkenbaar (bv: aan ac.uk in Engeland en aan edu. in de VS, die overigens meestal geen landcode gebruiken) en bieden redelijke zekerheid dat er betrouwbare informatie te vinden is. Let wel op: als het adres na de organisatiecode een tilde (~) bevat, wordt hier meestal mee aangegeven dat het een persoonlijke site van een student of medewerker van de onderwijsinstelling betreft. Deze site kan dus best betrouwbare informatie bevatten maar hoeft niet noodzakelijkerwijs de opvattingen van de organisatie weer te geven! Universiteiten geven vaak de mogelijkheid om een persoonlijke site op hun server te zetten zonder op enige wijze verantwoordelijk te zijn voor de inhoud van deze sites. (Bijvoorbeeld: Officiële sites hebben de voorkeur, maar een portal of bijvoorbeeld een encyclopedie als wikipedia kunnen je snel een beeld geven van het onderwerp. Privé pagina's missen wellicht diepgang. " Zoekmachines geven voor elke gevonden site een korte beschrijving oftewel samenvatting. " Dit kan een samenvatting zijn van de inhoud van de site die door de webmaster in de HTML-code is toegevoegd of (als er geen beschrijving in de code is vermeld) een paar regels van de site waar de zoektermen in voorkomen. 20

23 Zoek informatie Beoordeel zoekresultaten relevante " In deze beschrijving zie je dan ook je zoektermen vetgedrukt. Uit de context van de zoektermen kun je aflezen of de site voor jou relevante informatie bevat. " Let erop dat de samenvatting een aanknopingspunt heeft met je hoofdvraag, ga niet alleen af op de vetgedrukte woorden, maar kijk ook naar bijvoorbeeld de titel en vooral naar de context. " Let ook op taalgebruik (misschien te wetenschappelijk of juist te populair voor jouw doel) en op de taal waarin de website geschreven is. " Bij sommige zoekmachines wordt bij de beschrijving een datum vermeld. Dit kan iets zeggen over hoe actueel de site is. Waarom Het zoeken van informatie kan veel tijd in beslag nemen als je niet zo goed weet waar je het moet zoeken. Het is daarom van belang dat je goed je weg weet bij het zoeken op Internet. Het maken van weloverwogen keuzes voor bepaalde bronnen, maakt dat je sneller de juiste informatie vindt en je minder snel het spoor bijster raakt. 21

24 22

25 5 Scan informatie SCAN INFORMATIE Lees de informatie globaal door Beoordeel de bron en de informatie Bewaar relevante informatie Wat Als je besloten hebt welke website je wilt gaan openen, ga je kijken of de website ook die informatie bevat die je zoekt. Dit kun je het beste doen door de site eerst globaal te lezen. Dit wil zeggen dat je als het ware diagonaal door de tekst leest. Vervolgens beoordeel je of de site die informatie biedt die je wenst. Daarnaast is het van belang om niet alleen de informatie binnen de site te beoordelen, maar ook de site zelf. In principe heb je door te kiezen voor een bepaalde site al een eerste beoordeling gemaakt. Toch is het goed om nog even stil te staan bij een aantal zaken. Zeker als je besluit dat de informatie binnen de site relevant voor het oplossen van het probleem is. Als je hebt besloten dat de informatie waardevol is, wil je deze informatie natuurlijk bewaren. Het goed structureren van relevante informatie helpt je om overzicht te houden over de gevonden informatie. Hoe Lees de informatie globaal door Je besluit om een site eens wat nader te bekijken op relevante informatie. Misschien kom je gelijk op een pagina waar de gevraagde informatie zich bevindt, misschien zie je ook eerst niet waarom de zoekmachine deze hit opleverde. 23

26 Lees de informatie globaal door Uitgebreide sites bieden vaak een zoekfunctie binnen de eigen site aan, andere werken met een inhoudsopgave, uitklapbare menu's of tabs. Soms kun je het beste op zoek gaan naar de sitemap om te zien of (delen van) de site relevante informatie bevat(ten). Met de highlight-knop van de browser of de functie 'zoeken op deze pagina (in het menu 'bewerken') kun je ook gelijk naar de gezochte zoektermen. Als je dan de juiste pagina hebt gevonden, lees je globaal de informatie. Er zijn verschillende technieken voor globaal lezen. " Je kunt de kopjes lezen en bijvoorbeeld de eerste of laatste zin van een alinea. Vaak geeft de eerste of laatste alinea het kernidee weer. " Je kunt ook als het ware van links naar rechts door de tekst gaan en zoeken naar belangrijke woorden. Je kunt ook binnen de pagina zoeken naar trefwoorden door gebruik te maken van <ctrl F>. Met deze toetscombinatie kun je trefwoorden in de tekst zoeken. Dit is ook handig als je een PDF-file hebt geopend. Beoordeel de bron en de informatie Zorg dat je websites, zeker als je ze gaat gebruiken, beoordeelt op relevantie ten aanzien van je hoofdvraag, betrouwbaarheid en actualiteit. Bij de activiteit 'beoordeel zoekresultaten' (hoofdstuk 4) staat al een aantal punten, die te maken hebben met de beoordeling van websites. Hier volgt nog een aantal zaken waar je op kunt letten. Beoordelen van de site Bruikbaarheid " Bekijk of de site aansluiting heeft met in de definitiefase geformuleerde hoofdvraag en eventuele deelvragen. Kun je aanknopingspunten vinden voor de rest van je zoektocht, bijvoorbeeld nieuwe trefwoorden? 24

27 Scan informatie Beoordeel de bron en de informatie Actualiteit " Ga na of je kunt achterhalen wanneer de site op het web is geplaatst, of wanneer de laatste update van de site heeft plaatsgevonden. " Wordt de site regelmatig bijgehouden of betreft het eenmalige informatie? Betrouwbaarheid " Is de informatie 'gekleurd' of objectief? Wellicht heeft de eigenaar bepaalde belangen die objectiviteit in de weg staan en geeft hij daarom eenzijdige (en dus onvolledige) informatie. " Is de site anoniem of is de eigenaar bekend met naam en functie? Zo ja, stelt deze functie hem in staat om gedegen over het onderwerp van de site te berichten? " Een pagina die wemelt van de (spel)fouten moet je altijd wantrouwen. Zelfs al heeft de auteur de beste bedoelingen, hij neemt zich in ieder geval niet de moeite zijn bevindingen zorgvuldig op Internet te zetten en dat geeft te denken. > Staat er een adres om eventueel contact op te kunnen nemen voor verdere informatie of wil de eigenaar liever niet benaderd worden? Trek je conclusies! > Is er een organisatie met naam en adres genoemd? " Bij een langere URL, meestal eindigend op HTM of HTML, kom je ergens achteraan in de structuur van een site terecht. Om de informatie te beoordelen kun je het best even naar de beginpagina gaan door: > de verwijzing naar de homepage te volgen, of > een stuk van het adres weg te halen tot aan de eerste backslash, of > te kijken of er een 'sitemap' (soort inhoudsopgave) aanwezig is waar je de structuur (én de beginpagina) goed kunt zien. NB: deze 'truc' kun je ook toepassen als: > de door jou ingetikte URL de foutmelding oplevert dat de betreffende pagina niet meer bestaat. Je kunt proberen iets 'hoger' in de site te komen op een pagina die wel te raadplegen is. Bijkomend voordeel is dat je via deze pagina vaak gewoon wel weer op de eerst gezochte pagina kunt komen omdat bijvoorbeeld alleen het adres iets veranderd is; 25

28 Beoordeel de bron en de informatie > de door jou ingetikte URL de foutmelding oplevert dat de pagina niet toegankelijk is omdat hij achter een inlog schuilgaat. Ook hier kun je door steeds een deel van de URL weg te halen uiteindelijk bij een pagina komen die je wel mag bezoeken. > en nog een trucje verder: als een artikel of paper dat heel interessant lijkt achter een inlog schuilgaat, kun je het vaak toch nog achterhalen door de volledige titel tussen aanhalingstekens (phrase search) in je zoekmachine in te typen. Vaak zijn drafts (nog niet officieel gepubliceerde schetsen) van zo'n artikel wel beschikbaar, bijvoorbeeld binnen de organisatie waar het stuk werd gemaakt. Lay-out " Hoe ziet de site eruit? Is de site overzichtelijk? Is het menu duidelijk? Is er een sitemap waar je kan kijken hoe de site is opgebouwd? Kun je makkelijk door de site navigeren? Beoordelen van de informatie Bruikbaarheid " Beantwoordt de informatie (een deel van) je hoofdvraag? " Heeft de informatie voldoende diepgang? " Is de informatie begrijpelijk? Controleerbaarheid " Welke links worden er gebruikt op de website? Waar verwijzen ze naar? Komen ze uit bij steeds dezelfde bron of is er variatie? " Bij het beoordelen van de informatie komt ook de eerder genoemde 'voorkennis' om de hoek. Bevestigt de inhoud van de site de informatie die je al had vergaard of wordt er een heel andere invalshoek gehanteerd? Stel je eigen voorkennis hieromtrent steeds bij en herken ook bepaalde vooroordelen van jouw kant. " Komt deze informatie voor op meerdere sites? 26

29 Scan informatie Beoordeel de bron en de informatie Betrouwbaarheid " Vanuit welk oogpunt wordt de informatie gegeven? Zijn het feiten of is het een mening? Bewaar relevante informatie Er zijn een aantal mogelijkheden om gevonden informatie gestructureerd te bewaren. " Plaats snelkoppelingen naar de relevante webpagina's op de koppelingenbalk, zodat je deze snel kunt openen. " Voeg relevante webpagina's die je toe aan de lijst Favorieten, zodat je deze gemakkelijk kunt openen. Orden je favoriete items in mappen en sorteer ze in de gewenste volgorde. " Kopieer de gevonden informatie en plak ze vervolgens in een Word-document. Zorg wel dat je steeds het webadres erbij vermeldt, zodat je weet waar de informatie vandaan komt. Waarom Ook voor deze fase geldt dat het efficiënt doorlopen van sites om te beoordelen of de site relevante informatie bevat, heel wat tijdswinst kan opleveren. Het gestructureerd bewaren van relevante informatie maakt dat je overzicht houdt. 27

30 28

31 6 Verwerk informatie Lees de informatie aandachtig VERWERK INFORMATIE Beoordeel de informatie Wat Deze fase is erop gericht de gevonden relevante informatie te bestuderen en samen te voegen met de kennis die je al over het onderwerp had. Je brengt alle informatie samen en zorgt dat het één geheel vormt. Je kiest een manier om zaken bij elkaar te brengen, zodat ze een logisch en betekenisvol geheel vormen, én een antwoord op je vraag geven. Hoe Lees de informatie aandachtig Bewaar relevante informatie Het is belangrijk om de gevonden relevante informatie die je globaal hebt bekeken verder te bestuderen. Tijdens het bestuderen van de informatie is het goed om: " in eigen woorden samen te vatten wat de essentie is; " de informatie te analyseren en na te gaan welke deelaspecten van het onderwerp worden besproken; " de informatie opnieuw te ordenen, zodat je al werkt in de richting van beantwoording van je vragen; " de informatie te relateren aan je voorkennis en aan eerder gelezen informatie. Belangrijke vragen die je hierbij kunt stellen zijn: > Wat is de relatie tussen de nieuwe kennis en de kennis die je al had? > Zitten er tegenstrijdigheden in? > Wat voor conclusies heb je daar uit getrokken? > Zou je met de nieuwe kennis een nieuwe mindmap maken; m.a.w. ben je erachter gekomen dat de kennis op een andere/betere manier te organiseren is? 29

32 Lees de informatie aandachtig > Heb je meer inzicht gekregen in welke kennis je nog niet had? Bleek je kennis te hebben die achteraf onjuist was? Snap je waarom je dat eerder verkeerd had begrepen? Beoordeel de informatie Je hebt de informatie al eerder beoordeeld, maar omdat je in deze stap de infomatie nog aandachtiger hebt bestudeerd is het goed de infomatie nogmaals kritisch te beoordelen. In deze stap bepaal je uiteindelijk welke informatie je wel en niet gaat gebruiken in je eindproduct. Beoordelen van de informatie Bruikbaarheid " Beantwoordt de informatie (een deel van) je hoofdvraag? " Heeft de informatie voldoende diepgang? " Is de informatie begrijpelijk? Controleerbaarheid " Welke links worden er gebruikt op de website? Waar verwijzen ze naar? Komen ze uit bij steeds dezelfde bron of is er variatie? " Bij het beoordelen van de informatie komt ook de eerder genoemde 'voorkennis' om de hoek. Bevestigt de inhoud van de site de informatie die je al had vergaard of wordt er een heel andere invalshoek gehanteerd? Stel je eigen voorkennis hieromtrent steeds bij en herken ook bepaalde vooroordelen van jouw kant. " Komt deze informatie voor op meerdere sites? Betrouwbaarheid " Vanuit welk oogpunt wordt de informatie gegeven? Zijn het feiten of is het een mening? Een feit is bijvoorbeeld: Rembrandt van Rijn stierf in Amsterdam. Een mening: Het mooiste schilderij van Rembrandt is de Nachtwacht. 30

33 Verwerk informatie Bewaar relevante informatie " De informatie die je echt gaat gebruiken kun je het beste in één Word-document zetten. Zorg wel dat je steeds het webadres erbij vermeldt, zodat je weet waar de informatie vandaan komt. Waarom Deze fase binnen het proces is belangrijk, omdat je je de informatie eigen maakt door ze te bestuderen, zodat je als het ware kennis opdoet. Deze fase wordt in het totale proces vaak onderbelicht. Je zoekt bijvoorbeeld informatie op Internet en je kopieert en plakt informatie die je kunt gebruiken. Zo kun je natuurlijk snel een product in elkaar zetten. Maar de vraag is: begrijp je het zelf ook? Internet werkt dit snel verwerken van informatie in een product in de hand, maar het is goed om stil te staan bij wat je aan het schrijven bent. Het zomaar kopieren van informatie is bovendien een vorm van plagiaat. Je docent kan bovendien makkelijk controleren of je iets zelf geschreven hebt of niet. 31

34 32

35 7 Organiseer en presenteer informatie ORGANISEER EN PRESENTEER INFORMATIE Formuleer de probleemstelling Orden relevante informatie Maak het raamwerk van je product Maak het product raamwerk Wat Tijdens deze fase ga je werken aan het op te leveren eindproduct. Om tot een product te komen worden normaal gesproken een aantal fasen doorlopen. Je formuleert de probleemstelling, je structureert relevantie informatie, je maakt het raamwerk van het product en tenslotte maak je het product. Hoe In het onderstaande worden de verschillende deelvaardigheden verder uitgewerkt. Formuleer de probleemstelling Je hebt je aan het begin van de taak georiënteerd op de taak en het probleem gedefinieerd. Het is belangrijk om nog eens terug te gaan naar deze fase, zodat je goed weet wat de taakeisen zijn. Het goed weten wat de doelgroep is, de eisen die aan het product worden gesteld en de omvang zijn daarbij van belang. Verder is het goed om nog eens te kijken of de centrale vraag nog steeds klopt of dat deze anders of opnieuw geformuleerd dient te worden. 33

36 Structureer relevante informatie In het Word-bestand wat je gemaakt hebt tijdens het zoeken staat de informatie waarschijnlijk niet geordend per onderwerp maar op volgorde van je zoektocht. Tijdens deze stap moet je de gevonden informatie structureren. Wat hoort bij elkaar? Wat heb je dubbel? Maak het raamwerk van je product In een raamwerk geef je kort de indeling van je product weer. Hoeveel hoofdstukken krijgt het product? Welke titels krijgen de hoofdstukken? In welke volgorde ga je de onderwerpen behandelen? Als je dit hebt bedacht, kun je de geschikte informatie onder het goede hoofdstuk zetten. Maak het raamwerk van je product Je hebt alle informatie verzameld en al geordend. Nu moet je deze informatie verwerken in het product. Zorg voor duidelijke titels en kernzinnen en werk vervolgens de kernzinnen uit tot alinea's. Het is belangrijk dat je een eerste (klad)versie in een hoog tempo schrijft. Als je de eerste (klad)versie hebt geschreven ga je reviseren. Wees kritisch op je eigen werk en controleer de opbouw, inhoud en formulering. Reviseer de eerste versie en werk de tekst netjes af. reviseren Dan nog kort iets over bronvermeldingen. Als je goed te werk bent gegaan, heb je de benodigde informatie om je bronvermelding te maken al bij elkaar. Controleer bij je docent waar je allemaal op moet letten bij het maken van het eindproduct. Vraag ook na op welke wijze de gebruikte bronnen gedocumenteerd dienen te worden. 34

37 Organiseer en presenteer informatie Waarom Het is belangrijk dat je alle fasen van het schrijfproces doorloopt. Vooral plannen en reviseren onderscheiden de goede schrijver van de slechte. 35

38 36

39 8 Reguleren van het proces Oriënteren REGULATIE Monitoren Sturen Testen Wat Regulatie betekent dat je naar je eigen uitvoering van de taak kijkt en hier bewust sturing aan geeft (op een 'meta'niveau). Je neemt als het ware even afstand van de taak om van bovenaf jezelf in de gaten te houden, bij te sturen, te analyseren wat er aan de hand is of je resultaten te toetsen. We maken een onderscheid in drie soorten regulatieactiviteiten: oriënteren, monitoren / sturen en toetsen. Hoe De deelvaardigheden worden in de onderstaande blokken beschreven. Oriënteren Bij het oriënteren gaat het erom dat je van tijd tot tijd een analyse maakt van de taak en/of de eigen uitvoering van de taak met als doel gefundeerde beslissingen te nemen over de verdere uitvoering. Je kijkt naar de situatie zoals die op dat moment is, heroverweegt de precieze opdracht en het gevraagde resultaat en je houdt de tijd in de gaten. Je gaat als het ware steeds na of je nog steeds voldoet aan de verschillende taakeisen. 37

40 Monitoren en sturen Gedurende het uitvoeren van de taak moet er eigenlijk steeds een soort monitor aanstaan. Die monitor houdt bij of het proces naar wens verloopt. Soms heb je het gevoel 'ja, het gaat goed en ik vind de bronnen die ik zoek en er staat in wat ik relevant vind'. Dan kun je door met de volgende te zetten stappen. Het kan ook voorkomen dat het gevoel je bekruipt dat het niet goed loopt. Het is dan belangrijk even stil te staan bij het waarom van dat gevoel. Wat is er aan de hand? Is de vraag nog te onduidelijk? Heb ik de verkeerde zoektermen en vind ik daarom geen informatie? Waarom begrijp ik niet wat er staat? Het product is nog te rommelig, hoe komt dat? Door te achterhalen wat er niet goed loopt, kun je vervolgens gerichte acties ondernemen en het proces bijsturen. Je probeert andere zoektermen te bedenken of je herformuleert de vraag. Door je proces op dit soort momenten bij te sturen, zorg je ervoor dat je weer doelgericht en efficiënt verder kunt werken. Aanmodderen werkt niet alleen onefficiënt, maar is ook niet bevorderlijk voor je motivatie. Toetsen Gedurende het hele proces moet je af en toe stilstaan en de (tussen)resultaten evalueren. Vergeleken met monitoren is toetsen een meer bewuste actie. Je gaat bijvoorbeeld na of je begrijpt wat je hebt gelezen. Na het lokaliseren van informatie kun je nog eens teruggaan naar je zoekvraag en deze eventueel bijstellen. Ook ga je op een aantal momenten na of je voldoende informatie hebt verzameld om je hoofdvraag en deelvragen te beantwoorden. Blijf je steeds afvragen of je voldoende informatie hebt. 38

41 Reguleren van het proces Oriënteren Kijk desnoods eens naar wat klasgenoten verzameld hebben en of dat veel afwijkt. Het kan voorkomen dat je na heel veel zoeken toch te weinig relevante informatie vindt. Misschien moet je dan wel terug naar je zoekvraag en je zoektermen. Probeer nieuwe zoektermen uit de vraag af te leiden of synoniemen te zoeken. Als je tenminste één site hebt waarvan je zeker bent dat er relevante informatie te vinden is, probeer dan op de site zelf nieuwe zoektermen te vinden. Misschien geeft de site ook nog links naar verwante sites? Probeer die ook uit. Het doel van toetsen is dus dat je af en toe bewust stilstaat en nagaat in hoeverre de resultaten voldoen aan de eisen. Op grond van je bevindingen kun je dan je proces bijsturen. Waarom Reguleren van het proces is heel belangrijk. Door steeds na te gaan of je op de goede weg bent en je handelen aan te passen aan ontstane situaties, kun je het proces in goede banen leiden en zorgen dat je de taak met succes kunt afronden. 39

42 40

43 9 Verklarende woordenlijst Irrelevante Iteratief Raamwerk Regulatie Reguleren Relevant Reviseren Synoniem Thesaurus niet van belang, onbelangrijk, onbeduidend herhalend, hervattend blauwdruk, opzet het controleren, het onder controle houden, het (opnieuw) aanpassen controleren, onder controle houden, (opnieuw) aanpassen, ordelijk doen verlopen van betekenis, ter zake dienend nakijken en aanpassen woord dat nagenoeg dezelfde betekenis heeft als een ander woord woordenschat, groot woordenboek waarin alle vindplaatsen van woorden vermeld worden. 41