-THEMANUMMER WETENSCHAP- Hoe bescherm je bètacellen? Op bezoek bij de AIDA-studie in Leiden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "-THEMANUMMER WETENSCHAP- Hoe bescherm je bètacellen? Op bezoek bij de AIDA-studie in Leiden"

Transcriptie

1 -THEMANUMMER WETENSCHAP- Hoe bescherm je bètacellen? Op bezoek bij de AIDA-studie in Leiden Tekst Fleur Baxmeier Beeld Martine Sprangers 40

2 -ACHTERGROND- Bij de proefpersonen worden bij elke controle veranderingen in de bloedglucosewaarden en insulineproductie gemeten. Alle potjes zien er precies hetzelfde uit: alleen zit er bij de ene patiënt een placebo in en bij een ander het onderzochte geneesmiddel. Mensen die pas kort diabetes type 1 hebben, bezitten nog insulineproducerende cellen. In het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) wordt onder leiding van dr. Eelco de Koning onderzoek gedaan naar het behoud van deze bè tacellen: het AIDA-onderzoek. Een reportage. Grijze dossierkasten vol ordners, een behandelbank, een bureau bezaaid met papieren en naast de deur een blinkend wasbakje. Zo op het eerste gezicht lijkt er niets speciaals aan de onderzoekskamer van diabetes/ research verpleegkundige Marja Dijk (52) en arts-onderzoeker Fleur Kleijwegt (27). Toch wordt juist hier in deze doodgewone kantooromgeving in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) sinds maart 2009 baanbrekend onderzoek gedaan naar het behoud van de restfunctie van insulineproducerende cellen in de Zelfs als maar een klein deel van de betacellen gered kan worden, betekent dit veel voor de kwaliteit van leven alvleesklier. De AIDA-studie is opgezet door de Deense professor Thomas Mandrup Poulsen, vertelt Fleur terwijl ze op haar computer de voorlichtingssite van het onderzoek aanklikt, Hij heeft in Denemarken allerlei onderzoek gedaan naar anti-interleukine-1, een remmer van het eiwit interleukine-1. Dit eiwit maakt je lichaam zelf aan om ontstekingen tegen te gaan, maar vernietigt tegelijkertijd ook veel weefsel. Om weefselschade tegen te gaan produceert je lichaam bij een ontsteking antiinterleukine-1. Er zijn aanwijzingen dat dit middel de insulineproducerende bètacellen in de Eilandjes van Langerhans beschermt. Mandrup Poulsen testte het effect van anti-interleukine-1 eerst op muizen met diabetes, wat een gunstig effect leek te hebben op het behoud van de restfunctie van de bètacellen. Daarna volgden mensen met diabetes type 2. Fleur: Bij hen gaf het inspuiten van anti-interleukine-1 enige verbetering, maar niet noemens waardig veel. Geen grote verrassing, omdat ongevoeligheid voor insuline bij mensen met diabetes type 2 een grote rol speelt. De verwachting was en is nog steeds dat het dagelijks inspuiten van anti-interleu kine-1 het grootste resultaat zal hebben op mensen bij wie net diabetes type 1 is gediagnosticeerd. 41

3 -THEMANUMMER WETENSCHAP- Het is ook een beetje eigenbelang Brechtje de Vries (28) was ten tijde van het interview in juni - sinds vier weken proefpersoon van het onderzoek. Zij heeft sinds maart 2010 diabetes type 1. Vlak nadat ik de diagnose diabetes type 1 kreeg, is mijn vriend op internet gaan speuren of daar iets aan te doen was. Hij stuitte op dit onderzoek en via mijn internist ben ik het onderzoekstraject ingerold. Ik heb een abnormale angst voor alles wat met spuiten en bloed te maken heeft, dus het was even slikken toen ik hoorde dat ik mezelf elke dag moet injecteren met een bepaald middel en ook nog eens zes keer bloed moet laten aftappen in het LUMC. Maar ik vond dat ik mezelf daar overheen moest zetten, want diabetes is een heel nare ziekte en ik wil graag dat er iets wordt ontdekt dat het voorkomt. Daarnaast heb ik de hoop dat door dit onderzoek mijn insulineproducerende cellen behouden blijven, dus het is ook een beetje eigenbelang. Ik ben nu twee keer voor controle in het LUMC geweest en die bezoekjes vielen mee, vooral omdat Marja en Fleur zo vriendelijk zijn en ik daarnaast veel kan leren van Eelco, die expert is op het gebied van diabetes type 1. Het stimuleert ook dat ik sinds ik een maand geleden ben begonnen met de medicijnen al twintig procent minder insuline nodig heb. Al kan het natuurlijk ook zijn dat ik in de honeymoon-periode zit. Voorlopig is het gewoon nog even doorzetten en afwachten. Het beviel mij goed om proefpersoon te zijn Andrea Fast (30) is klaar met het onderzoekstraject en heeft sinds een jaar diabetes type 1. Ik hoorde via de arts-assistent in het ziekenhuis waar ik patiënt ben van dit onderzoek en heb mezelf direct aangemeld. Dat bleek een goede keuze. Allereerst omdat ik het heel goed vind dat er bij dit onderzoek niet wordt gefocust op onderdrukking van de symptomen zoals bij veel andere projecten, maar op de oorzaak van diabetes zelf. Ten tweede omdat het me heel goed beviel om proefpersoon te zijn. Het dagelijks inspuiten van de vloeistof was weliswaar heel pijnlijk, de begeleiding was perfect en de consulten in het ziekenhuis heb ik als heel prettig ervaren. Je zit toch al snel een paar uur met in dit geval Marja en Fleur in een ruimte en gaandeweg praat je over van alles en nog wat: praktische zaken die bij diabetes komen kijken, maar ook over vakanties en boeken. Van de medicijnen zelf heb ik gedurende de tien maanden weinig gemerkt. In de derde week kreeg ik een vrij heftige huidreactie, maar mijn bloedglucosewaarden bleven stabiel. Of ik een placebo heb gespoten of het medicijn en wat dat dan voor effect heeft gehad, blijft dus speculeren. 42

4 -ACHTERGROND- Brechtje neemt een slok van de vloeibare maaltijd. Het smaakt naar chocomel. Na de vloeibare maaltijdtest neemt Marja de buisjes met afgenomen bloed mee naar het lab. In een centrifuge worden cellen en vloeistof gescheiden. Het opzetten van een dergelijk onderzoek was niet makke lijk. Omdat het middel alleen werkt bij mensen die nog insulineproducerende cellen bezitten, zijn hiervoor proefpersonen nodig die nog maar heel kort diabetes type 1 hebben. Er mag niet meer dan twaalf weken zitten tussen het begin van de symptomen van diabetes type 1 en de start van het onderzoek, legt Fleur uit. Maar juist in die periode krijgen mensen met diabetes type 1 al heel veel over zich heen. Ze voelen zich onzeker, moeten plotseling elke dag insuline spuiten, krijgen hypo s of juist hypers. En dan ook nog eens meedoen aan zo n onderzoek. Dat is voor de meesten wel erg veel gevraagd. Het streven van Poulsen is om in totaal tachtig personen tussen de 18 en 35 jaar met diabetes type 1 te laten meewerken aan het onderzoek. Op dit moment zijn dat er 53 verdeeld over 23 diabetesklinieken en ziekenhuizen in Europa, waarvan wij hier in Leiden tien proefpersonen voor onze rekening nemen, vertelt Fleur. Zij is via professor Bart Roep bij de AIDAstudie betrokken geraakt. Ik werk als promovendus onder leiding van Bart Roep en hoorde van hem dat Eelco de Koning de leiding zou krijgen over de Nederlandse AIDA-studie. Het leek mij direct heel interessant en leerzaam om aan dit onderzoek mee te werken. Samen met Marja is Fleur onder supervisie van Eelco de Koning verantwoordelijk voor de uitvoering van de AIDAstudie in Nederland. Normaal gesproken worden dit soort onderzoeken georganiseerd vanuit grote bedrijven en krijg je alle input in kant-en-klare pakketjes opgestuurd, vertelt Marja die zich sinds vorig jaar fulltime bezighoudt met diabetesresearch. Bij dit onderzoek was dat niet het geval en moesten Fleur en ik overal zelf achteraan: vertalingen maken van de informatiebrief voor proefpersonen, instructies voor de medicatie schrijven, toestemming vragen bij de Commissie Medische Ethiek en ga zo maar door. Spannend moment Bijna een jaar lang waren Marja en Fleur bezig met de voorbereidingen van het onderzoek. En toen was eindelijk de dag aangebroken dat de eerste proefpersoon langskwam. Een heel spannend moment, vertelt Marja. Zou hetgeen wij hadden gemaakt en bedacht wel kloppen? Was alles logistiek in orde? Hoe zouden de proefpersonen reageren? Het gaf een kick toen het De proefpersonen hebben pas korte tijd diabetes: onderzoekers Eelco, Fleur en Marja nemen ruim de tijd voor al hun vragen 43

5 In de centrifuge worden cellen naar het onderste gedeelte van de buis geduwd; bovenin blijft een vloeistof drijven. Deze wordt opgestuurd naar het lab in Denemarken. Tijdens elke controle werkt Fleur een hele vragenlijst af: heb je hypo s gehad, hypers of andere bijwerkingen? Ook wordt er een hartfilmpje gemaakt. -THEMANUMMER WETENSCHAPeerste consult op rolletjes bleek te lopen, aldus Marja. We hadden er zo veel werk aan gehad, dan wil je ook dat alles perfect gaat. Screening proefpersonen De proefpersonen die bij Marja en Fleur komen zijn in de meeste gevallen aangemeld via hun eigen internist en hebben daarna een oriënterend gesprek met Eelco de Koning gehad. Tijdens hun eerste bezoek aan het LUMC volgde een screening om te bepalen of ze voldeden aan alle criteria om mee te mogen werken aan het onderzoek. De juiste leeftijd, minder dan tien weken diabetes type 1, geen actieve ontstekingen, geen complicaties, een goede hartconditie en bloeddruk, somt Fleur op. Was dat allemaal goed, dan konden we doorgaan met de vloeibare maaltijdtolerantietest. Deze maaltijdtest heeft als doel te meten hoeveel insuline de bètacellen in de alvleesklier nog aanmaken en vormt een vast onderdeel van alle zes bezoeken die de proefpersonen gedurende het tien maanden durende onderzoek aan het LUMC brengen. De test begint elke keer met het plaatsen van een naaldje in de arm, legt Fleur uit. Hierna neem ik bloed af uit het naaldje in de arm. Vervolgens moet de proefpersoon een vloeibare maaltijd drinken. Na het drinken van deze maaltijd die naar chocomel smaakt wordt er na 15, 30, 60, 90 en 120 minuten bloed afgenomen uit het naaldje. De proefpersonen hoeven dus maar één keer geprikt te worden. Fleur: Met dat afgenomen bloed kunnen de veranderingen in de bloedglucosewaarden en het insulinegehalte worden gemeten. Zo kan worden bekeken hoeveel insuline de bètacellen nog maken. De eerste keer is er natuurlijk nog geen medicatie door de proefpersonen gebruikt, dus die waarden dienen als uitgangswaarde. Uit de waarden die tijdens de volgende vijf bezoeken worden gemeten, kan vervolgens worden afgeleid wat voor effect de ingespoten anti-interleukine-1 heeft op de restfunctie van de insulineproducerende bètacellen. Proefpersonen die meewerken aan het onderzoek van Eelco de Koning spuiten gedurende tien maanden elke ochtend het onderzoeksmiddel in hun buik of dijbeen, eigenlijk net zoals bij insuline, vertelt Fleur, terwijl ze een naald laat zien. Het onderzoek is gerandomiseerd dubbelblind, wat inhoudt dat er door een computer bepaald wordt of een proefpersoon behandeld wordt met het actieve geneesmiddel of met een niet-actieve zoutoplossing, ofwel het placebo. Ook wij of andere onderzoekers weten dus niet welke behandeling de proefpersonen krijgen, dat wordt pas bekend gemaakt als het onderzoek in alle landen is afgerond. Bewondering Alle proefpersonen zijn per consult ongeveer drie uur in het LUMC aanwezig, want behalve het afnemen van bloed wordt bij elk bezoek ook de urine getest, een hartfilmpje gemaakt en de bloeddruk gemeten. Daarnaast wordt geregistreerd wat de proefpersoon 45

6 De proefpersonen hebben pas kort diabetes en zijn nog niet gewend aan hun diabetes en alles wat daarbij hoort. Tijdens het onderzoek nemen Fleur en Marja uitgebreid de tijd om alle vragen van de proefpersonen te beantwoorden. Vroeger had je diabetes de rest van je leven. Nu zijn er over de hele wereld onderzoeken naar genezing -THEMANUMMER WETENSCHAPin de afgelopen weken allemaal heeft meegemaakt hypo s, hypers, bijwerkingen en nemen we elke keer uitgebreid de tijd om vragen van proefpersonen te beantwoorden, vertelt Marja. Je moet niet vergeten dat deze mensen pas net diabetes hebben, dus het is voor hen allemaal nog wat onwennig. Des te moediger dat ze bereid zijn om mee te werken aan het onderzoek. Ik heb veel bewondering voor de mannen en vrouwen die meedoen, zegt Marja. Ze zijn zó enthousiast en gemotiveerd om tegen diabetes te vechten. Dat vind ik fantastisch. Tot nu toe was het: je krijgt diabetes en hebt dat voor de rest van je leven. Nu zijn er over de hele wereld onderzoeken gaande om diabetes te voorkomen en te genezen. Als uit de AIDA-studie blijkt dat het inspuiten van anti-interleukine-1 ervoor zorgt dat de restfunctie van de bètacellen bij mensen met diabetes type 1 behouden blijft, dan zou dat hun kwaliteit van leven enorm verbeteren. Honeymoon Voorlopig is het echter nog afwachten wat de resultaten van het onderzoek zullen zijn. Daar kunnen wij helaas niks over zeggen, zegt Fleur. Niet omdat we dat niet willen, maar omdat we dat niet kunnen. Enerzijds omdat wij niet weten of de proefpersonen een placebo of het actieve geneesmiddel gebruiken, anderzijds omdat een eventuele daling van de insulinebehoefte ook veroorzaakt kan zijn door de zogenoemde honeymoon periode. Alles wat we erover zeggen, is dus pure speculatie. Daarom doen we daar liever geen uitlatingen over. Er kan kortom pas met zekerheid iets zinnigs over de studie worden gezegd als alle ziekenhuizen in Europa de laatste proefpersoon op visite hebben gehad. Marja: Daarna komen de gegevens vrij, gespecificeerd in placebo en het echte geneesmiddel, en kunnen we van iedereen zien wat hun waardes zijn geweest, wat de restfunctie is en wat het middel heeft gedaan. Waarschijnlijk zal dat ergens in 2012 zijn. Het spreekt voor zich dat Fleur en ik bijna niet kunnen wachten. Als dit werkt, dan is het nog niet dé oplossing voor alle mensen met diabetes, maar het brengt ons er wel weer een stapje dichterbij. 47