Aanbod voor jongeren die buiten de VSV definitie vallen

Transcriptie

1 Aanbod voor jongeren die buiten de VSV definitie vallen Maatregel 5 - Projectplan Versie 1.2 Status Concept Datum 28 maart 2013 Gedelegeerd Paul Adels en Michiel Bruins opdrachtgever Programmamanager VSV Piet Terpstra Projectleider Doetie van der Wal Auteur(s) Doetie van der Wal en anderen

2 Inhoudsopgave: 1. Uitgangspunten en doelstellingen 3 2. Projectdefinitie 4 3. Tijd 6 4. Organisatie 7 5. Kwaliteit 8 6. Informatie 9 7. Geld Accorderen 11 Pagina 2 van 11

3 1. UITGANGSPUNTEN EN DOELSTELLINGEN 1.1. Context van het project Op 30 maart 2012 hebben de deelnemende partijen (VO, MBO en gemeenten) naast het VSV-convenant regio Stedendriehoek een intentieverklaring ondertekend. In deze intentieverklaring spreken de partijen hun zorg en verantwoordelijkheid uit voor specifieke risicogroepen in het vmbo en mbo 1-2. De partijen geven aan dat zij zorg willen dragen voor een gezamenlijk aanbod voor deze kwetsbare doelgroepen en dat zij zich om het lot van deze groepen zullen bekommeren, ook waar dit niet direct leidt tot reductie van VSV in de door het ministerie bepaalde normen en streefwaarden. (Probleemanalyse VSV regio Stedendriehoek) Aanleiding om het project te starten? Terwijl het VSV-beleid zich kenmerkt door continuïteit en het voortzetten van de, tot nu toe succesvolle lijn, is de omgeving waarin VSV optreedt sterk in beweging. In de intentieverklaring wordt de veranderende beleidscontext geschetst aan de hand van een opsomming van punten: - Opbrengstgericht werken - Transitie jeugdzorg - IQ-maatregel - Ingrepen inzet maatschappelijke begeleiding - Participatiewet en scholingsplicht in het kader van de WWB - Invoering Passend Onderwijs - Hogere eisen Taal en Rekenen - Prestatiebox Voortgezet Onderwijs - De invoering van de Entreeopleiding met een bindend studieadvies na 4 maanden en de onduidelijkheid over de effecten daarvan op leerling-stromen - Vervallen van de drempelloze instroom in MBO 2 en hoger - Verkorting van de studieduur in het MBO - Centrale examinering voor Nederlands, rekenen en Engels - Verdere terugdringing schooluitval - De oplopende werkloosheid. Bij het nemen van maatregelen en het inschatten van effecten op het voortijdig schoolverlaten en kwetsbare jongeren moeten deze ontwikkelingen meegenomen worden. Tegelijkertijd bestaat er op dit moment nog op veel punten grote onzekerheid over de concrete impact van de structuurwijzigingen en bezuinigingen. Samenwerking en afstemming van alle partners die zich met deze doelgroep bezighouden, is een belangrijke startpunt om te komen tot concrete oplossingen voor deze groep kwetsbare jongeren. Pagina 3 van 11

4 2. PROJECTDEFINITIE 2.1. Doel: Het realiseren van een passend aanbod voor de kwetsbare doelgroepen binnen de regio Stedendriehoek. Het gaat om leerlingen, die buiten de VSV definitie vallen en daardoor niet in aanmerking komen voor het aanbod dat wordt gefinancierd vanuit de regionale VSV middelen van OCW. Voor het opstellen en realiseren van dit passend aanbod is samenwerking tussen de verschillende onderwijspartijen (vo, mbo, praktijkonderwijs, vso), gemeenten en andere relevante betrokkenen zoals bedrijven en hulpaanbieders noodzakelijk Scope Het gaat om specifieke risicogroepen in het vmbo en mbo 1-2, waaronder de ongediplomeerde uitstroom van het vmbo. Het gaat globaal om drie typen instromers in het mbo: - Leerlingen uit het praktijkonderwijs (en delen van het vmbo en vso) voor wie een startkwalificatie in principe niet haalbaar is. Voor hen is het diploma op mbo niveau 1 een afsluitend diploma en toegang tot de arbeidsmarkt. - Leerlingen zonder vmbo-diploma met leerproblemen en achterstanden. - Overbelaste jongeren die niet in staat zijn de mbo-opleiding die zij volgden, te voltooien met minimaal een startkwalificatie. Door zware problematiek hebben ze het onderwijs gestaakt. De totale omvang van deze doelgroep is niet bekend. Uit cijfers van ROC Aventus is bekend dat 17 procent van de instroom afkomstig uit het vmbo geen diploma heeft. Voor ROC Aventus gaat het om ruim 700 ongediplomeerde instromers (jonger dan 20 jaar). Voor het ontwikkeling van een aanpak dienen onderstaande aandachtsgebieden te worden meegenomen: Aanbod van opleidingen op mbo niveau 1 met als doel arbeidstoeleiding Onderwijs (vmbo, praktijkonderwijs en mbo) en bedrijfsleven zorgen gezamenlijk voor een toereikend aanbod voor opleidingen op mbo niveau 1 met als doel arbeidstoeleiding. Het doel is om voor deze doelgroep voortijdig schoolverlaten te voorkomen, niet door het behalen van een startkwalificatie, maar door het vinden en behouden van betaald werk. Terugdringen en voorkomen van ongediplomeerde uitstroom op het vmbo Vmbo en mbo maken afspraken over het terugdringen en voorkomen van ongediplomeerde uitstroom op het vmbo. Daarnaast maken zij afspraken over de inrichting van de entreeopleidingen. Het doel is voortijdig schoolverlaten te voorkomen in de vorm van uitval uit de entreeopleiding en om de kansen op succesvolle doorstroom naar mbo niveau 2 te vergroten Plusvoorzieningen voor overbelaste ongediplomeerde vmbo-ers VO, mbo, gemeenten en hulpaanbieders maken afspraken over de hulp aan overbelaste ongediplomeerde vmbo-ers in het kader van de plusvoorzieningen 2.3. Belangrijkste projectresultaten De belangrijkste projectresultaten zijn: Een aanbod met alternatieve leer/werk/zorgtrajecten voor een kwetsbare doelgroep, waarbij helder is welke partner(s) inhoudelijk en financieel verantwoordelijk is voor het realiseren van het traject(en). Duidelijke financieringsafspraken tussen onderwijs, gemeenten en andere relevante partijen (bedrijfsleven en zorg) voor de realisering van het aanbod voor de doelgroep Werkafspraken tussen vo, mbo en gemeenten over tijdige signalering, intake, beschikbaarheid van trajecten, begeleiden en volgen van de doelgroep. Over de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van betrokken partijen zijn ook afspraken gemaakt.. Het organiseren van een richtinggevende conferentie in het najaar Pagina 4 van 11

5 2.4. Voorschriften en beperkingen Het moet helder en zichtbaar zijn welke bijdrage een partij levert aan de realisatie van de VSV doelstellingen. Medewerkers die deelnemen aan vergaderingen van regionale project- of werkgroepen e.d. worden gefinancierd vanuit hun eigen reguliere (lijn)organisatie. Zij komen niet voor bekostiging vanuit het regionale VSV budget in aanmerking. Voor de uitwerking van maatregel 5 zijn geen middelen beschikbaar vanuit het regionale VSV budget. De betrokken partijen zullen gezamenlijk op zoek moeten naar middelen binnen hun eigen reguliere organisatie of naar alternatieve fondsen Relaties met andere projecten Dit project heeft samenhang met de volgende projecten en ontwikkelingen: - Het VSV-project plusvoorzieningen voor het vo en mbo, behorende bij maatregel 2. - de ontwikkeling van de Entreeopleiding, het Passend Onderwijs, Aanpak Jeugdwerkloosheid en de Participatiewet - De projecten in het kader van het Akkoord van Beekbergen 2.6. Relatie met andere applicaties N.v.t Risico s a. Het gemeenschappelijke draagvlak bij de verschillende partijen ontbreekt voor het vinden van oplossingen voor de kwetsbare doelgroep b. Er zijn binnen het onderwijs en gemeente geen extra middelen (bezuinigingen) beschikbaar om specifieke leer/werktrajecten voor deze doelgroep te ontwikkelen. c. Door de oplopende werkloosheid en een tekort aan stageplekken, leerwerktrajecten en regulier werk lukt het niet om de kwetsbare doelgroep een passend traject aan te bieden. Welke maatregelen zijn hiervoor denkbaar? Maatregel voor risico a: Om te voorkomen dat iedereen terug gaat naar zijn eigen corebusiness is het belangrijk om elkaar open en eerlijk te informeren over de mogelijkheden en onmogelijkheden van de eigen organisatie om een bijdrage te leveren aan oplossingen voor deze doelgroep. Maatregel voor risico b en c: Om kwetsbare leerlingen goede trajecten te kunnen lijkt het ontschotten van financiële middelen de beste oplossing. Scholen, gemeenten en werkgevers beschikken allen over een deel van de middelen die daarvoor nodig zijn. In het belang van de doelgroep zal er gezamenlijk naar creatieve oplossingen gezocht moeten worden door middelen te bundelen en complementair ten opzichte van elkaar te laten zijn. Pagina 5 van 11

6 3. TIJD 3.1. Omschrijving van de activiteiten Begin maart 2013 start een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers vanuit het vo, mbo en gemeenten met de volgende activiteiten: a. Een heldere omschrijving van de omvang en kenmerken van de doelgroep (afbakening) b. In beeld brengen van welk bestaand aanbod de doelgroep gebruik kan maken en wat voor aanbod/trajecten er ontbreken voor deze doelgroep c. Zicht krijgen op de kansen/knelpunten van de invoering van Passend onderwijs, de Entreeopleiding, de Aanpak Jeugdwerkloosheid en de Participatiewet voor deze doelgroep d. Bepalen welke partijen nodig zijn voor het ontwikkelen van een aanvullend aanbod en wie daarin welke taken, verantwoordelijkheid en bevoegdheid heeft e. Maken van werkafspraken over intake, beschikbaarheid van trajecten, begeleiden en volgen van deze doelgroep f. In beeld brengen welke reguliere middelen vanuit de verschillende partijen er voor handen zijn en op welke wijze de middelen complementair aan elkaar kunnen worden ingezet. Overzicht van mogelijke andere financiële bronnen. In de bijeenkomsten (3 verspreid tot aan de zomervakantie 2013) met de werkgroep wordt in beeld gebracht welk bestaand aanbod op dit moment beschikbaar is voor de kwetsbare doelgroep en wat het gewenste plaatje moet zijn bij de invoering van de entreeopleiding in het schooljaar Welke regionale aanvullende voorzieningen zijn dan nodig. Op uitvoerend niveau gaat in de tussentijd een werkgroep van start met het in beeld brengen en bespreken van concrete jongeren/leerlingen, waarvoor op dit moment geen onderwijs/werktraject beschikbaar blijkt te zijn. De uitkomsten uit deze werkgroep worden gebruikt om te komen tot concrete voorbeelden van onderwijs/werk/hulp trajecten die kunnen worden ingezet voor deze jongeren. bijeengebracht Door het houden van een conferentie Geen jongeren tussen wal en schip in het najaar van 2013 worden de belangrijke partijen rond de problematiek. Daar worden voorlopige inzichten aan de orde gesteld en uitspraken gevraagd zodat er afspraken gemaakt kunnen worden over aanpak, wie bijdrage levert en vanuit welke financiële bron dit betaald wordt. Samengevat: Activiteiten Werkbijeenkomsten Uitvoerende overleg over casussen Plan van aanpak Organiseren van conferentie Uitvoering Plan van aanpak Geplande Startdata Geplande Einddata Doorlooptijd Cumulatief Maart 2013 Juli mnd April 2013 Juli mnd Februari 2013 September mnd April/mei 2013 Oktober/ november mnd September 2013 Augustus mnd Totaal xxx dagen Pagina 6 van 11

7 4. ORGANISATIE 4.1. Schematische weergave projectorganisatie Doetie van der Wal School AO BO Aventus Paul Adels Etty Hillesum Lyceum Karel Bosselaar Gemeente Apeldoorn/gemeente Deventer Michiel Bruins Dhr. J. Kruithof/Dhr. M. Swart 4.2. Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden De VSV projectleider werkt volgens de project besturingsdriehoek en heeft de volgende taken: Draagt zorg voor de opzet van projecten en treedt op als adviseur voor de betreffende VSV maatregel door Geeft leiding aan projecten Begeleidt de implementatie, borging en evaluatie van projecten op schoolniveau Werkt binnen de kaders van de verstrekte projectopdracht en relevante wet- en regelgeving. Is verantwoordelijk voor het betrekken van de ingebrachte voorstel van scholen. Ook Faciliteert en stuurt op een goede, zorgvuldige, planmatige en tijdige implementatie van activiteiten/projecten via het lijnmanagement van de deelnemende scholen. Dit vraagt een intensieve samenwerking met en tussen de scholen. De ambtelijk opdrachtgever is aanspreekpunt voor de projectleider voor de dagelijkse voortgang en het proces van het project. En is verantwoordelijk voor het nemen van acties in het belang daarvan in zijn/haar eigen school. Pagina 7 van 11

8 De bestuurlijk opdrachtgever is contactpersoon voor de projectleider voor het resultaat. Hij/zij is eigenaar van het project. De leden van de VSV werkgroep voeren de afgesproken activiteiten conform het projectplan uit Overlegsituaties Om het project beheersbaar en gecontroleerd te laten verlopen zijn de volgende overlegvormen en frequentie afgesproken; VSV Stuurgroep en de Stuurgroep RMC komen ieder afzonderlijk twee keer per jaar bij elkaar. VSV programmateam; periodiek, in eerste instantie maandelijks. VSV Werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers Etty Hillesum Lyceum, Aventus en gemeenten Apeldoorn en Deventer komen in eerste instantie drie keer voor de zomervakantie bij elkaar; Uitvoerende VSV werkgroep komen regelmatig bij elkaar, dit wordt nog nader afgestemd. Pagina 8 van 11

9 5. KWALITEIT Geen jongere tussen wal en schip is geslaagd als: - Elke jongere/leerling die dreigt tussen wal en schip te vallen al binnen het onderwijs wordt gesignaleerd en opgepakt, bijvoorbeeld door de leertrajectbegeleider. De leertrajectbegeleider van de school bespreekt deze leerling in een vast overleg waarin ook de gemeente (RMC/Jongerenloket) de jeugdzorg (schoolmaatschappelijk werk) en het bedrijfleven participeren. In het overleg wordt (in afstemming met de leerling en zijn ouders) bepaald wat het best passende traject (onderwijs/werk/hulp/uitkering) voor deze leerling is en wie van de betrokken partijen gedurende de looptijd van het traject de casemanager/aanspreekpunt voor de leerling blijft. Pas als de leerling zijn bestemming (onderwijs, werk, hulpverlening etc.) bereikt heeft, eindigt de taak van de casemanager. - Op Stedendriehoek-niveau een up to-date overzicht beschikbaar is van trajecten die ingezet kunnen worden ten behoeve van de kwetsbare doelgroep. Dit overzicht met concrete trajecten is in handen van het vaste overleg (zie hierboven); - Er voldoende beschikbare middelen vanuit verschillende betrokken organisatie kunnen worden ingezet voor de uitvoering van passende trajecten. - Een samenwerking is gerealiseerd tussen die partijen die concreet wat kunnen bieden voor een leerling die tussen wal en schip dreigt te vallen. Pagina 9 van 11

10 6. INFORMATIE Voor VSV Stedendriehoek is een algemeen communicatieplan opgesteld. Dit plan biedt het kader waarbinnen de projectleiders rond hun maatregelen en bijbehorende activiteiten de betrokken personen en partijen in de regio informeren over de inspanningen in het kader van VSV, Per maatregel zullen op gekozen momenten extra communicatie-gerichte activiteiten worden uitgevoerd. De aanpak daarvan zal zicht in de loop van het project verder ontwikkelen. Voor Maatregel 5 is hierbij nadrukkelijk de externe communicatie een aandachtspunt omdat de kring van betrokken partijen vergroot zal zijn met meerdere partners buiten het onderwijsveld. Het onderstaand schema zal in de loop van de eerste fase van de uitvoering van de maatregel ingevuld en uitgebreid gaan worden. Wie Wat Hoe Wanneer Kwetsbare leerlingen en hun ouders VO (praktijkonderwijs) VSO Docenten, mentoren MBO (Entreeopleiding) Docenten, mentoren en LTB-ers Gemeenten Beleidsmedewerkers onderwijs/arbeidsmarkt/ Jeugdzorg RMC trajectbegeleiders Jongerenloket Werkgevers in de regio Zorginstellingen in de regio Pagina 10 van 11

11 7. GELD 7.1 Benodigde hulpbronnen In eerste instantie bestaan de kosten uit personeelskosten (inzet menskracht in de werkgroep). Er zijn geen extra middelen beschikbaar uit de VSV-regelingen van OCW. Alle kosten dienen uit eigen middelen gefinancierd te worden en er zal eventueel gezocht moeten worden naar verdere alternatieve financiële bronnen voor de aanpak en activiteiten die voortvloeien uit de concretisering van de maatregel. 8. ACCORDEREN Voor akkoord: Handtekeningen: Rol: Gedelegeerd opdrachtgever Rol: Sponsor Naam: Naam: Rol: Projectleider Rol: Programmamanager Naam: Naam: Pagina 11 van 11