Winning en opslag van sperma van zeldzame Nederlandse schapen- en geitenrassen in de genenbank ( )
|
|
- Juliaan Aerts
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Winning en opslag van sperma van zeldzame Nederlandse schapen- en geitenrassen in de genenbank ( ) Rita Hoving, Henk Sulkers, Kees Zuidberg, Ina Hulsegge, Henri Woelders, Agnes de Wit en Sipke Joost Hiemstra CGN Rapport 29 Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN)
2
3 Winning en opslag van sperma van zeldzame Nederlandse schapen- en geitenrassen in de genenbank ( ) Rita Hoving, Henk Sulkers, Kees Zuidberg, Ina Hulsegge, Henri Woelders, Agnes de Wit en Sipke Joost Hiemstra Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN), Lelystad Wageningen UR (University & Research centre) September 2013 CGN Rapport 29
4 2013 Lelystad, CGN/Stichting DLO Alle rechten voorbehouden. Overname van de inhoud is toegestaan, mits met bronvermelding. Wageningen UR aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken (WOT Beheer bestaande diercollecties en WOT Cryoconservering) Verantwoording foto s voorpagina: CGN en H. Oudhoff van het Fries Melkschapenstamboek ISSN Centrum voor Genetische Bronnen Nederland Het Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland (CGN) voert namens de Nederlandse overheid wettelijke onderzoekstaken (WOT) uit die verband houden met de genetische diversiteit en identiteit van soorten die van belang zijn voor de landbouw en bosbouw. Het CGN is een onafhankelijke onderzoekseenheid binnen de Stichting DLO die de overheid ondersteunt bij de uitvoering van wet- en regelgeving. De cluster dierlijke genetische bronnen van CGN richt zich op behoud en bevordering van duurzaam gebruik van genetische diversiteit in landbouwhuisdieren. Adres : Edelhertweg 15, 8919 PH Lelystad : Postbus 65, 8200 AB Lelystad Tel. : cgn@wur.nl Internet :
5 Inhoudsopgave pagina Voorwoord / dankwoord 1 Samenvatting 3 Summary 5 1. Inleiding 7 2. Prioritering van rassen en selectie van dieren voor de genenbank Status van de zeldzame Nederlandse rassen Raskeuze Kern-collectie Keuze van donoren Spermawinning en verwerking Veterinaire status Winning van ejaculaat sperma Winning van epidydimaal sperma Spermaverwerking: verdunnen en invriezen Bevruchtingsresultaten epididymaal sperma Resultaten: sperma in de genenbank Heideschaaprassen Ejaculaat winning Epididymaal winning Winning epididymaal Nederlandse landgeit Melkschaap Zwartbles schaap Nederlandse Witte en Bonte geit Blauwe Texelaar Totale genenbankcollectie geit en schaap anno Evaluatie, conclusies en toekomst Literatuur 29 Bijlage I. Secretariaten en contactpersonen per rasvereniging 1 p.
6
7 1 Voorwoord / dankwoord Het behoud van rassen vraagt om zorgvuldige fokkerijbeslissingen en een verantwoord genetisch management van de populatie. De genetische diversiteit binnen een ras kan zowel in situ (levend) als ex situ (diepgevroren) in stand worden gehouden. Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) van Wageningen UR ondersteunt en stimuleert zowel het in situ als het ex situ behoud van genetische diversiteit bij landbouwhuisdieren. De doelstelling van een genenbank is om door (ex situ) opslag van genetisch materiaal een ras veilig te stellen. Met het beschikbare genenbankmateriaal moet het mogelijk zijn een ras te kunnen reconstrueren in geval van calamiteiten of het materiaal uit de genenbank kan worden gebruikt wanneer de genetische diversiteit binnen een ras te beperkt is. In de periode heeft het CGN in een aantal acties genetisch materiaal van schapen- en geitenrassen veiliggesteld in de genenbank. De activiteiten zijn uitgevoerd in nauwe samenwerking met de stamboekbestuurders van de betreffende schapen- en geitenrassen. Zonder hun inzet om zoveel mogelijk goede en onverwante rammen en bokken beschikbaar te krijgen voor spermawinning, en niet in de laatste plaats de medewerking van individuele fokkers, zou het voor het CGN niet mogelijk zijn geweest om deze genenbankcollecties tot stand te brengen. Hartelijk dank hiervoor. Sipke Joost Hiemstra Clusterleider dierlijke genetische bronnen van CGN
8 2
9 3 Samenvatting Populatiebeheer vraagt om zorgvuldige fokkerijbeslissingen en een verantwoord genetisch management van de populatie. Rassen veranderen in de loop van de tijd en een ras kan bedreigd worden in haar bestaan wanneer er onvoldoende fokdieren over zijn of wanneer de genetische diversiteit binnen een populatie sterk terugloopt. Middels opslag van genetisch materiaal in de genenbank kan de genetische variatie binnen een ras worden veiliggesteld voor de toekomst. In de periode is in een aantal acties genetisch materiaal van Nederlandse schapen- en geitenrassen opgenomen in de genenbank voor landbouwhuisdieren. In totaal zijn er ruim doses rammen- en bokkensperma van 12 rassen opgeslagen in de genenbank. In dit rapport wordt beschreven welke activiteiten CGN in de periode heeft ondernomen om genetisch materiaal van schapen- en geitenrassen veilig te stellen in de genenbank. De eerste actie vond plaats in , net na de MKZ crisis, die duidelijk maakte dat er een reëel gevaar is dat een groot deel van de heideschapen bij een dergelijke dierziekte kan verdwijnen. Na deze eerste actie is het aantal doses sperma van diverse schapen- en geitenrassen verder uitgebreid in de periode Naast de heideschaaprassen zijn het Melkschaap, het Zwartbles schaap, het Blauwe Texelaar schaap, de Nederlandse Landgeit, en de Bonte geit en de Witte geit toegevoegd aan de genenbank. Er is een flinke genenbank collectie aangelegd, nadat eerst spermawinning en invriesprotocollen voor rammen- en bokkensperma zijn vastgesteld. Er is onder andere een kosten-effectieve methode van spermawinning ontwikkeld, door isolatie van epididymaal sperma uit de bijbal na castratie of slacht. Met een inseminatieproef is aangetoond dat epididymaal sperma ook goed bevrucht.
10 4
11 5 Summary The main aim of the Dutch gene bank for farm animals is long term conservation of genetic diversity between and within breeds, in order to be able to re-establish a breed in case of calamities. First initiatives to collect semen of rams of Dutch heath sheep started immediately after the Foot and Mouth Disease crisis (FMD) in The FMD outbreak clearly showed the threats to geographically concentrated, local, endangered breeds in case of diseases and raised awareness about the importance of establishing gene bank collections. In the period a number of activities have been undertaken by CGN to safeguard genetic diversity of a number of sheep and goat breeds, starting with five endangered heath sheep breeds. This work was done in close collaboration with the breed societies and breeders of Dutch sheep and goat breeds. Altogether almost doses of semen of 12 sheep and goat breeds have been stored in the gene bank repository of CGN during the period Besides collection of ejaculated semen of rams and bucks, an alternative cost-effective method was developed and implemented, in order to collect semen from the epididymus after castration or slaughter. An insemination experiment showed that insemination of epididymal semen was succesful. In addition, different freezing protocols and media for cryoconservation of semen of rams and bucks were tested.
12 6
13 7 1. Inleiding Genetische diversiteit kan zowel in situ (levend) als ex situ (diepgevroren) in stand worden gehouden. Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) van Wageningen UR ondersteunt en stimuleert zowel het in situ als het ex situ behoud van genetische diversiteit bij landbouwhuisdieren. Voor de lange termijn is het van belang om de genetische diversiteit binnen een ras veilig te stellen door effectieve en efficiënte ex situ conservering van genetische diversiteit in een genenbank. Stamboeken en rasverenigingen kunnen genetisch materiaal uit de genenbank in de toekomst weer nodig hebben. Bovendien bevat de genenbank waardevol (historisch) materiaal dat interessant kan zijn voor onderzoeksdoeleinden. Met de ontwikkeling en de instandhouding van de genenbankcollecties levert CGN een belangrijke bijdrage aan de door Nederland aangegane verplichtingen in het kader van de Conventie inzake Biologische diversiteit en het Global Plan of Action voor dierlijke genetische bronnen van de Wereldvoedselorganisatie van de Verenigde Naties (FAO, 2007). Met de ontwikkeling en het beheer van de nationale genenbank voor landbouwhuisdieren zorgt CGN voor ex situ behoud van rassen en draagt bij aan de instandhouding van de genetische diversiteit binnen rassen. Op twee locaties worden collecties sperma en embryo s opgeslagen in vloeibare stikstof. CGN beheert anno 2013 genenbankcollecties van runderen, varkens, paarden, schapen, geiten, pluimvee, honden en watervogels. Zowel zeldzame rassen als veelgebruikte, commerciële rassen zijn vertegenwoordigd in de genenbank. De belangrijkste doelstelling van de genenbank voor landbouwhuisdieren is om door opslag van genetisch materiaal alle Nederlandse zeldzame rassen veilig te stellen. Met het beschikbare genenbankmateriaal moet het mogelijk zijn een ras te kunnen reconstrueren wanneer dat nodig of wenselijk is. In geval van nood kan door te kruisen in ruim 6 generaties een ras weer opgebouwd worden. Verder verandert een ras in de tijd door selectie of genetic drift. Om die reden is het verstandig steeds na circa drie generaties de genenbankcollecties aan te vullen met de dan aanwezige genetische variatie. Een tweede doel van de genenbank is om het fokkerijbedrijfsleven te stimuleren een back-up op te slaan van nietzeldzame, commerciële populaties in de genenbank. Dit is dan een soort brandverzekering om terug te kunnen grijpen op materiaal uit het verleden. Genenbankmateriaal kan worden ingezet wanneer genetische problemen in populaties vóórkomen, om een ras te reconstrueren, of voor het toevoegen van unieke genen aan bestaande populaties. In dit rapport wordt beschreven welke activiteiten CGN in de periode heeft ondernomen om genetisch materiaal van schapen- en geitenrassen veilig te stellen in de genenbank. De eerste actie vond plaats in , net na de MKZ crisis, die duidelijk maakte dat er een reëel gevaar is dat een groot deel van de heideschapen bij een dergelijke dierziekte kan verdwijnen. Na de eerste actie is de genenbank verder aangevuld met meerdere rassen en meer doses per ras. Tegelijkertijd zijn verschillende media vergeleken om het optimale protocol voor cryoconservering van rammen- of bokkensperma vast te stellen. Er is bovendien een methode ontwikkeld en geïmplementeerd waarbij sperma uit de testikels van rammen wordt geïsoleerd na castratie of na de slacht (epididymaal sperma). Met een inseminatieproef is onderzocht of epididymaal sperma ook goed bevrucht.
14 8
15 9 2. Prioritering van rassen en selectie van dieren voor de genenbank Nederland kent een groot aantal van oorsprong Nederlandse schapen- en geitenrassen. De doelstelling van een genenbank is om door opslag van genetisch materiaal een ras veilig te stellen voor de toekomst. Om financiële en praktische redenen worden prioriteiten gesteld en keuzes gemaakt. Allereerst is een afweging gemaakt welke rassen in de genenbank op te nemen, hoeveel donoren te kiezen en welke hoeveelheid sperma gewenst is per donordier. 2.1 Status van de zeldzame Nederlandse rassen De FAO Guidelines In Vivo Conservation (FAO, 2013) geven aan populaties een risicoclassificatie voor bedreigdheid op basis van het aantal aanwezige vrouwelijke fokdieren en/of inteelttoename binnen een ras of populatie (Tabel 1). Ook wordt een onderscheid gemaakt in voortplantingsvermogen tussen diersoorten, een konijn kan bijvoorbeeld meer en sneller nakomelingen krijgen dan een paard. Tabel 1. Indeling risicoclassificatie van rassen (FAO, 2013). Risicostatus Bedreigdheid Voortplantingsvermogen per ouderdier Hoog (veel nakomelingen per vrouwelijk dier) (gevogelte, hond, varken, konijn) Laag (weinig nakomelingen per vrouwelijk dier) (paard, rund, schaap, geit) Aantal vrouwelijke fokdieren Inteelt toename per generatie Aantal vrouwelijke fokdieren Inteelt toename per generatie Kritiek < 100 > 3 % < 300 > 3 % Bedreigd < % < % Kwetsbaar < ,5 1 % < ,5 1 % In Tabel 2 staat de populatiegrootte en de trend van het afgelopen decennium voor de zeldzame Nederlandse schapen- en geitenrassen weergegeven. Meer gegevens over de rassen is de vinden in de rassendatabase EFABIS:
16 10 Tabel 2. Populatiegrootte en status van de zeldzame Nederlandse schapen- en geitenrassen. Schaap Aantal ooien 2002 Aantal ooien 2007 Aantal ooien 2012 Aantal rammen 2012 Trend Status Blauwe Texelaar (incl. Dassenkop) Groei Kwetsbaar Drents heideschaap Groei Kwetsbaar Flevolander Krimp Bedreigd Kempisch heideschaap Groei Normaal Mergelland schaap Groei Bedreigd Nederlands melkschaap Stabiel Kwetsbaar (Zeeuws en Fries) Noordhollander Krimp Bedreigd Schoonebeeker heideschaap Groei Bedreigd Swifter Krimp Normaal Veluws heideschaap Stabiel Bedreigd Zwartbles Krimp Bedreigd Geit Aantal geiten 2002 Aantal geiten 2007 Aantal geiten 2012 Aantal bokken 2012 Trend Status Nederlandse bonte geit Krimp Bedreigd Nederlandse landgeit * 393 Stabiel Bedreigd Nederlandse Toggenburger geit Krimp Bedreigd Nederlandse witte geit Stabiel Bedreigd *In 2012 zijn slechts 510 landgeiten voor de fok gebruikt, dit is een dalende trend. 2.2 Raskeuze De genenbank heeft als doelstelling om genetisch materiaal van alle Nederlandse zeldzame rassen veilig te stellen. De vijf Nederlandse heideschaaprassen behoren tot de meest kwetsbare zeldzame Nederlandse rassen. De MKZ uitbraak in 2001 heeft de risico s die kleine en regionaal gehouden populaties lopen, pijnlijk aan het licht gebracht. Om die reden is in 2001 gestart met spermawinning van zeldzame heideschapen. In de jaren daarna gevolgd door aanvullingen en opname van genetisch materiaal van een groter aantal zeldzame Nederlandse schapen- of geitenrassen in de genenbank. 2.3 Kern-collectie Het doel van CGN is om van ieder ras ten minste een zogenaamde core collectie ofwel kern-collectie op te slaan in de genenbank. De gehanteerde definitie van het begrip core collectie is de minimale hoeveelheid sperma die nodig is om een ras weer te kunnen opbouwen, mocht deze uitsterven. De omvang die nodig is om een ras te herstellen hangt af van de diersoort en het materiaal (sperma, embryo s of anders) dat in de collectie aanwezig is. Voor het terugfokken is een aantal generaties nodig. In theorie kan een ras gereconstrueerd worden met materiaal van 1 dier. In de praktijk betekent dit echter dat de genetische variatie bijna geheel is verdwenen en dat het ras vervolgens weer gedoemd is uit te sterven. Voor schapen en geiten moet idealiter minimaal 100 doses sperma van goede kwaliteit, van minimaal 25 onverwante donoren worden opgeslagen om een ras terug te kunnen fokken (Conservation Planner, Genetische-Bronnen-Nederland-1/Expertisegebieden/Dierlijke-Genetische-Bronnen/Genenbank.htm ). Het is belangrijk dat de gekozen donoren zo weinig mogelijk aan elkaar verwant zijn. Wanneer het aantal donoren groter is dan 25, dan kan worden volstaan met minder rietjes per donor. Om praktische redenen wordt bij schapen- en geitenrassen gestreefd naar minstens 50 donoren.
17 11 Iedere populatie verandert in de tijd door selectie of genetic drift. Bij een kleine populatie zal de selectie naar verwachting minder scherp zijn, want er zijn niet zo heel veel dieren om uit te kiezen, dus zal de wijziging door selectie ook minder groot zijn. Voor alle rassen is het belangrijk om periodiek, minimaal na ongeveer 3 generaties, de genenbank aan te vullen met nieuw materiaal. Voor een schaap of geit duurt 3 generaties ongeveer een decennium. 2.4 Keuze van donoren De keuze van de juiste donoren is belangrijk vanwege het doel om zoveel mogelijk genetische variatie binnen het ras veilig te stellen. Bij voorkeur worden de donoren gekozen na analyse van de genetische diversiteit in de populatie (verwantschap in de populatie, aantal gebruikte vaders). Een gedetailleerde analyse is in het verleden o.a. voor de Schoonebeeker (Windig e.a., 2006), Mergellander (Windig e.a., 2007), Nederlandse landgeit (Mucha & Windig, 2006), het Nederlandse melkschaap en de Zwartbles (Windig & Hoving, 2009) gedaan. Hoewel populatie-analyse een meerwaarde heeft, wordt ook vaak gekozen voor een meer pragmatische weg door de stamboekbestuurders te vragen een aantal, zoveel mogelijk onverwante, beschikbare dieren te verzamelen die goed de diversiteit in de populatie weerspiegelen. De populatiegeneticus geeft de voorkeur aan dieren die in de populatie relatief onverwant / minder ingezet worden voor de fokkerij en de fokkers willen graag als brandverzekering een afspiegeling van de best verervende fokdieren in de genenbank opnemen. Beide strategieën worden meegenomen in de uiteindelijke keuzes van donoren. Daarnaast is het belangrijk dat de dieren gezond zijn, voldoen aan de eisen van het stamboek en hebben laten zien dat ze kunnen bevruchten. De communicatie tussen CGN en de rasorganisaties en fokkers verliep over het algemeen heel goed. Voor elke winningsperiode is contact gelegd met het bestuur van de rasverenigingen om te komen tot afspraken voor spermawinning van rammen en bokken voor de genenbank. De fokkersvereniging van het Drentse heideschaap en de Schoonebeeker heeft de leden opgeroepen om rammen die zij willen afstaan aan te melden. De Fok Advies Commissie heeft daarna beoordeeld of de rammen inderdaad geschikt waren om op te nemen in de genenbank. Deze rammen en de gegevens van de eigenaren zijn aan CGN doorgeven, waarna het CGN rechtstreeks met de eigenaren afspraken gemaakt heeft voor het ophalen van de rammen voor winning van epididymaal sperma, in tijd aansluitend aan het dekseizoen. Een andere werkwijze werd gevolgd voor de Witte en Bonte bokken en de Zwartbles schapen. Hier werd gecoördineerd door de rasorganisaties - sperma gevangen op een bedrijf waar 7-10 rammen of bokken bijeen waren gebracht. Daarnaast werden ook nog dieren geleverd voor winning van epididymaal sperma na de slacht. Niet alle aangemelde of aangeleverde dieren bleken geschikt voor de genenbank. Sommige dieren waren te jong of hadden geen goede kwaliteit sperma.
18 12
19 13 3. Spermawinning en verwerking Winning van genetisch materiaal voor de genenbank ging hand in hand met onderzoek en methodeontwikkeling gericht op de optimale methode om sperma van rammen en bokken te winnen, te verdunnen en in te vriezen. Voor zowel ram als bok is een zo optimaal mogelijke invriesmethode ontwikkeld. Het doel is om na invriezen en ontdooien zo veel mogelijk zaadcellen te laten overleven. Bovendien is een alternatieve methode voor spermawinning ontwikkeld en geïmplementeerd. 3.1 Veterinaire status Voor de genenbank is het van belang om sperma van gezonde donoren op te slaan en de risico s op dierziekten uit te sluiten. De EU regelgeving voor spermawincentra van schapen en geiten kan daarvoor als leidraad gebruikt worden, hoewel deze regelgeving in Nederland niet op nationaal niveau is geïmplementeerd. Bij het ophalen van de aangemelde dieren of voorafgaand aan spermawinning op een praktijkbedrijf hoort een klinische gezondheidsinspectie van een donordier. Indien aanwezig is een kopie van het gezondheidscertificaat van de bedrijven gearchiveerd. Bij winning van epididymaal sperma na de slacht wordt de gezondheidstatus van de donoren voor het slachten gecontroleerd door de keuringsdierenarts op de slachterij. Van alle dieren is een bloedmonster (heparine en serum) genomen. In de periode dat er een verplicht bestrijdingsprogramma voor scrapie was zijn alle rammen gegenotypeerd op scrapiegenotype. In zijn de bloedmonsters van alle rammen getest op Brucella melitensis, Brucella ovis, Brucella abortus en Zwoegerziekte (Maedi Visna virus). Soms is een MKZ verklaring toegevoegd. In latere jaren is onderzocht op antistoffen tegen Brucella melitensis en Brucella ovis, Maedi Visna en CAE/CL (Caprine arthritis encephalitis / Caseous lymphadenitis). Het scrapiegenotype werd zoveel mogelijk opgevraagd bij de eigenaar van de rammen. In de periode zijn de rammen en bokken op blauwtong getest (zowel PCR als serologie), in 2009 zijn de rammen en bokken op Q- koorts antistoffen (serologie) getest. Vanaf 2012 zijn alleen heparine en serum bloedmonsters ingevroren. Er is geen onderzoek uitgevoerd, maar de mogelijkheid is aanwezig om later nog onderzoek uit te voeren op de aanwezige bloedmonsters. Van iedere ram of bok waarvan sperma in de genenbank is opgenomen is duidelijk of en op welke ziekten de donor is onderzocht. 3.2 Winning van ejaculaat sperma In 2002 is voorafgaand aan het spermavangen een trainingsperiode voor de rammen geweest. Doel hiervan was om de dieren handtam te maken. Dit was belangrijk omdat de betreffende heideschaap rammen uit een kudde kwamen en niet gewend waren aan de hand te dekken. Het wennen hield in dat dieren meerdere keren per week aan een halster geleid werden en op een bronstige ooi moesten springen. Zodra de ram de ooi besprong werd over z n onderbuik gewreven om het uitschachten te stimuleren. In latere jaren werd alleen ejaculaat sperma verzameld van dieren die gewend waren aan de hand te dekken. Een trainingsperiode vooraf was dan niet nodig. Na de traningsperiode vond spermawinning plaats door de ram naar een bronstige ooi te leiden en het dier te laten dekken. Op het moment van uitschachten werd de penis met de kom van de hand tegengehouden en in een kunstschede geleid (Afbeelding 1). Na het binnenleiden in de kunstschede dekte de ram hierin af. De binnenvoering van de kunstschede is gevuld met warm water (40-43 o C) en wordt via een ventiel op druk gebracht. Er zit glijmiddel op en aan het uiteinde een collectorbuisje. Hieromheen zit een beschermhoes. Na het vangen wordt het sperma 1 op 1 doorverdund met spermaverdunner en geplaatst bij 5 C. Daarna werd het sperma in een koelbox naar het laboratorium vervoerd.
20 14 Afbeelding 1. Sperma vangen met behulp van een kunstschede. 3.3 Winning van epidydimaal sperma Omdat sommige rammen van de heideschaaprassen te wild waren voor ejaculaat spermawinning is het idee geboren om sperma uit de bijbal na de slacht te winnen. Veel rammen worden na één of meerdere jaren dekken immers toch afgevoerd. Bij schapen is de hoeveelheid sperma in de bijbal relatief hoog, meer dan 20 miljard zaadcellen in een volwassen ram. Dit zou betekenen dat ruim 100 inseminatiedoses (200 miljoen zaadcellen per dosis) zouden kunnen worden gewonnen. In de bijbal worden de rijpe zaadcellen opgeslagen. Begin 2003 is contact opgenomen met de rasverenigingen van het Drentse heideschaap en het Veluwse heideschaap met het verzoek mee te werken aan de winning van epididymaal sperma van rammen na het slachten. De testikels werden per ram verzameld, gecodeerd en op ijs in een koelbox naar het laboratorium vervoerd. Het voordeel is dat de dieren niet in de buurt van een laboratorium gehuisvest hoeven te worden en dat de dieren niet getraind hoeven te worden. Het enige nadeel is dat de dieren gedood of gecastreerd moeten worden en dat rekening gehouden moet worden met transportverordeningen en eventuele vervoersbeperkingen. Afbeelding 2 laat dieren van verschillende rassen zien in de wachtruimte bij de slachterij. Afbeelding 2. Dieren van verschillende rassen in de wachtruimte bij de slachterij. De procedure op de slachterij was als volgt. Na de levende keuring kan gestart worden met slachten. Na het verdoven is bij het verbloeden een bloedmonster genomen en na het slachten werden per dier de testikels afgenomen, verpakt en gekoeld naar Lelystad getransporteerd. CGN heeft een eenvoudig protocol ontwikkeld om het sperma uit de bijbal te isoleren. Op het lab wordt de epididymus gescheiden van de testikel en in een petrischaal met verdunner gedaan (Afbeelding 3). De epididymus wordt fijn gesneden met behulp van een scalpel. De vrijkomende spermacellen worden direct in de verdunner opgenomen. Per epididymus wordt circa 15 ml. verdunner gebruikt. Na filtreren door een metalen filter (200 µm) wordt de concentratie en de motiliteit bepaald. Het reeds verdunde sperma wordt verder verdund tot 400 miljoen zaadcellen/ml.
21 15 Afbeelding 3. De testikels bij aankomst in het lab en de wijze van prepareren van de bijbal (epididymus). Kostentechnisch komt de winning (isolatie) van epididymaal sperma vaak gunstiger uit dan ejaculaatwinning. Bij epididymaal spermawinning kunnen circa 20 miljard zaadcellen verkregen worden tegen circa 6 miljard bij drie ejaculaten/dag. Dit betekent gemiddeld een factor drie hogere opbrengst per ram. Daarnaast kunnen meestal meer dieren per dag verwerkt worden bij winning van epididymaal sperma. Mits goed georganiseerd (voldoende aantallen rammen) zijn de totale winnings- en verwerkingskosten lager bij winning van epididymaal sperma vergeleken met ejaculaten. Kosten voor transport en spermaverwerking zijn voor beide methoden vergelijkbaar. 3.4 Spermaverwerking: verdunnen en invriezen Om na invriezen en ontdooien zo veel mogelijk zaadcellen te laten overleven, moet het sperma met behulp van een goede verdunner en goede afkoelsnelheid worden ingevroren. Gebruikt werd en wordt Tris-verdunner, deze verdunner bevat eigeel en glycerol als cryoprotectans en is gesteld op ph en osmolariteit. Om tot de meest optimale verdunner voor rammen- en bokkensperma te komen, zijn in 2006 onderzoeken gedaan met modificaties van de Tris-verdunner en daarnaast met enkele andere verdunners. Verdund sperma werd getest op invriesbaarheid van de zaadcellen (motiliteit na invriezen en ontdooien) en de houdbaarheid van de zaadcellen in de verdunners bij 5 C. De conclusie was om Tris-verdunner als standaard verdunner voor rammen te handhaven. Het commerciële Red Ovine medium gaf vergelijkbare resultaten na ontdooien als de Tris-verdunner, echter geen verbetering. Voor bokkensperma is de verdunner wel aangepast door de concentratie van de chemicaliën in de verdunner te wijzigen en door fructose te vervangen door glucose en de verdunner te centrifugeren op 4500 toeren/minuut. Tot 2005 is bokkensperma ingevroren met Tris-verdunner en na het onderzoek in 2006 is de aangepaste Tris-goat verdunner gebruikt. Voor de genenbank wordt sperma verdund tot 400 miljoen zaadcellen/ml en in rietjes van 0,5 ml afgevuld. Een rietje diepvriessperma bevat 200 miljoen spermacellen. De equilibratietijd voor het verdunde sperma, alvorens in te vriezen, bedraagt minimaal 3,5 uren, gerekend vanaf de toevoeging van het eerste verdunningsmedium. De rietjes worden gedurende 10 minuten in een stikstofdamp bij -80 C ingevroren. De gemiddelde effectieve invriessnelheid is ongeveer 30 C / minuut. Voor invriezen en na ontdooien wordt de motiliteit van het sperma beoordeeld. 3.5 Bevruchtingsresultaten epididymaal sperma In een inseminatie-experiment zijn de bevruchtingsresultaten met ingevroren epididymaal en ejaculaat sperma vergeleken. Deze vergelijking is uitgevoerd met twee inseminatiemethoden. Bij vaginale/cervicale inseminatie heeft het diepgevroren sperma moeite de genitaaltractus te passeren om tot bevruchting te komen. Laparoscopische inseminatie ( chirurgische methode ) levert veelal betere resultaten op, maar is niet toegestaan in Nederland. Voor het inseminatie-experiment is toestemming gevraagd en gekregen. In het experiment zijn 4 x 10 gesynchroniseerde Swifter ooien geïnsemineerd (laparoscopisch of cervicaal) met sperma van 4 heideschaaprammen (ejaculaat of epididymaal) (Afbeelding 4). Het sperma was ingevroren in 0,5 ml rietjes met een concentratie van 400 miljoen zaadcellen per ml. Bij laparoscopische inseminatie kan met een kleinere dosis worden volstaan. De bronst van de ooien is gesynchroniseerd met hormoonbehandelingen. De ooien
22 16 zijn 12 dagen gesponsd en kregen prostaglandines, HCG en antibiotica rondom de inseminatie toegediend. In Tabel 3 staan de resultaten van dit experiment. Afbeelding 4. Inbrengen en verwijderen van de spons voor synchronisatie van ooien en vaginale inseminatie. Tabel 3. Sperma kwaliteit na ontdooien en bevruchtingsresultaten van ingevroren en ontdooid sperma. Ejaculaat sperma Epididymaal sperma %beweeglijk % levend % beweeglijk % levend 42.0 ± ± ± ± 5.6 Aantal drachten Aantal lammeren/ooi Aantal drachten Aantal lammeren/ooi Cervicaal 0/ / Laparoscopisch 6/ / Afbeelding 5. Pas geboren lam uit een Swifter ooi geïnsemineerd met diepgevroren epididymaal sperma van een Veluws heideschaapram. In deze inseminatieproef zijn geen drachten verkregen van ejaculaat sperma middels cervicale inseminatie. De verklaring hiervoor ligt mogelijk bij het suboptimale moment van insemineren. Het inseminatie-experiment heeft echter wel aangetoond dat het mogelijk is lammeren middels inseminatie met diepgevroren genenbank sperma te verkrijgen en dat inseminatie van epididymaal sperma positieve resultaten oplevert (Woelders e.a., 2004; Woelders e.a., 2005; Woelders e.a., 2012). In een andere onderzoek (Stutterheim, 2009) is een inseminatieproef uitgevoerd om drie verdunners te testen. Sperma is met behulp van verschillende inseminatietechnieken geïnsemineerd (laparoscopisch, cervicaal en uterien).
23 17 Uit de inseminatieresultaten (drachtigheden) bleek het moment van insemineren belangrijker te zijn dan het gebruik van één van de drie verdunners. Vanaf 2013 wordt onderzoek met een intravaginale inseminatie techniek gestart bij melkschapen (Krohg, 2012).
Winning en opslag van sperma van zeldzame Nederlandse konijnenrassen
Winning en opslag van sperma van zeldzame Nederlandse konijnenrassen 30 mei 2014 te Arnhem Rita Hoving, Agnes de Wit, Kees Zuidberg, en Henk Sulkers Agenda van vanochtend Koffie/thee Welkom op Stadsboerderij
Nadere informatieHoe zeldzaam zijn zeldzame rassen?
Hoe zeldzaam zijn zeldzame rassen? Over het monitoren van populaties Rita Hoving, Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland 25 augustus 2012, familiedag SZH Centre for Genetic Resources, the Netherlands
Nadere informatieTabel 1. Risicostatus 1 van de Nederlandse 2 landbouwhuisdierrassen (peildatum voorjaar 2014) 3
Tabel 1. Risicostatus 1 van de Nederlandse 2 landbouwhuisdierrassen (peildatum voorjaar 2014) 3 1 Criteria voor risicostatus (kritiek, bedreigd, kwetsbaar) zijn gebaseerd op de FAO Guidelines In Vivo Conservation
Nadere informatieGenetisch management: inteeltbeheersing en diversiteit bij de Mergellander. Jack J. Windig CGN Livestock Research
Genetisch management: inteeltbeheersing en diversiteit bij de Mergellander Jack J. Windig CGN Livestock Research CGN en Livestock research (Lelystad) Onderdeel Wageningen UR Livestock Research voorheen
Nadere informatieCryoconservering van runderrassen in Nederland
Cryoconservering van runderrassen in Nederland Inleiding Een aantal inheemse Europese runderrassen wordt met uitsterven bedreigd. Het door de EU gefinancierde project EURECA (Towards (self)sustainability
Nadere informatieDe impact van genomics (toepassing DNAtechnieken)
De impact van genomics (toepassing DNAtechnieken) op dierlijke genenbanken Gebaseerd op een boek dat begin 2017 verschijnt: Genomic management of animal genetic diversity Kor Oldenbroek, CGN Doelstelling
Nadere informatieGenetische variatie in de Nederlandse populatie Brandrode runderen
Genetische variatie in de Nederlandse populatie Brandrode runderen Analyse en beleidsadvies Ina Hulsegge, Jack Windig, Sipke Joost Hiemstra en Rita Hoving CGN Rapport 27 Centrum voor Genetische Bronnen
Nadere informatieEen wereld door verschil op kinderboerderijen?
Een wereld door verschil op kinderboerderijen? Kor Oldenbroek Centrum voor Genetische Bronnen Nederland SZH en MEC Centrum voor Genetische Bronnen Planten Dieren Bomen Ex situ In situ Kennisoverdracht
Nadere informatieInteelt in kleine populaties. Bart Ducro Animal Breeding and Genomics Centre
Inteelt in kleine populaties Bart Ducro Animal Breeding and Genomics Centre Inhoud Inteelt Populatiegrootte Fokbeleid Wat is inteelt? Inteelt: paren van verwanten samenbrengen van genetisch identiek materiaal
Nadere informatieFokken en Scrapie resistentie bij de Toggenburger geit
Fokken en Scrapie resistentie bij de Toggenburger geit Jack Windig, Jan Langeveld, Lucien van eulen, Rita Hoving Oene, 8 november 2014, Ledenvergadering Landelijke Fokgroep Toggenburger CGN, Livestock
Nadere informatieInteelt in de VSS. Erik Schuiling, 28 januari 2011
Inteelt in de VSS Erik Schuiling, 28 januari 2011 1. De VSS en de rassen 2. Soort en ras 3. Wat is inteelt 4. Effecten van inteelt 5. Inteelt voorkomen 6. Slot 1 1. Vereniging Speciale Schapenrassen 50
Nadere informatieInteeltbeheersing bij rashonden
Inteeltbeheersing bij rashonden Jack J. Windig CGN CGN en Livestock research (Lelystad) Onderdeel Wageningen UR Livestock Research voorheen ASG, ID-Lelystad, ID- DLO CGN = Centrum Genetische bronnen Nederland
Nadere informatieRandvoorwaarden behoud Nederlands Landvarken Van enthousiasme naar actie!
Randvoorwaarden behoud Nederlands Landvarken Van enthousiasme naar actie! Rita Hoving, Sipke Joost Hiemstra, Kor Oldenbroek, CGN 13 september 2014 Arnhem Outline van ons verhaal Waarom Nederlands Landvarken
Nadere informatieGenomic revolution : betekenis voor
Genomic revolution : betekenis voor karakterisering, behoud en fokkerij van zeldzame rassen? Jack Windig Centre of Genetic Resources, The Netherlands (CGN) Genomic revolution Genoom Het hele DNA Alle chromosomen
Nadere informatiePopulatiegenetische analyse van de geitenrassen
Populatiegenetische analyse van de geitenrassen Jack Windig, Rita Hoving, Kor Oldenbroek, Jessica Tetteroo CGN, Livestock research- ABGC Beiden onderdeel Wageningen UR Livestock Research - ABGC Veeteeltkundig
Nadere informatieGenetische diversiteit in de Gelderse paarden populatie
Genetische diversiteit in de Gelderse paarden populatie Bart Ducro 1,, Anouk Schurink 1, Sipke-Joost Hiemstra 1,2, Kor Oldenbroek 2 Juli, 2011 1) Animal Breeding and Genomics Centre, Wageningen UR 2) Centrum
Nadere informatieFokkerij en Inteelt. Basisprincipes. Piter Bijma Animal Breeding and Genomics Centre Wageningen Universiteit. Animal Breeding & Genomics Centre
Fokkerij en Inteelt Basisprincipes Piter Bijma Animal Breeding and Genomics Centre Wageningen Universiteit Animal Breeding & Genomics Centre De boodschap 1. Enige inteelt is normaal; veel inteelt is riskant
Nadere informatieGeiten TSE vrij 2014 v
behoud TSE-ongevoelige geiten TSE = overdraagbare sponsvormige hersenaandoening zoals scrapie, atypische scrapie, of BSE locatie van EU partners in GOAT-TSE-FREE Fokkersbijeenkomst Witte geit 29-3-2014;
Nadere informatieIntroductie. KI met vers of ingevroren sperma?
Introductie In de moderne varkenshouderij wordt op meer dan 95% van de zeugenbedrijven kunstmatige inseminatie (KI) toegepast. Dit werkt preventief tegen ziekteoverdracht en insleep (via direct contact
Nadere informatieDomesticeren, fokken, winnen en verliezen
Domesticeren, fokken, winnen en verliezen Natuurlijke en kunstmatige selectie Kor Oldenbroek Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (WUR) De Vereniging Het Nederlandsch Natuur en Geneeskundig Congres
Nadere informatieGeert Boink NNGC Utrecht 13 november 2010 Domesticatie en inteelt
Geert Boink NNGC Utrecht 13 november 2010 Domesticatie en inteelt Onderwerpen Wat is een zeldzaam(landbouw)huisdier ras? Waarom is het behoud van deze rassen belangrijk? De SZH, haar missie en middelen
Nadere informatieBasisprincipes fokkerij en inteelt
Basisprincipes fokkerij en inteelt Krista A. Engelsma Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) Introductie Fokkerij ras Dieren met bepaalde eigenschappen Genetische vooruitgang Selectie Open/gesloten
Nadere informatieBetekenis voor de Kip 17-5-2011 DE GENENBANK VOOR LANDBOUWHUISDIEREN DE GENENBANK VOOR LANDBOUWHUISDIEREN. Henk Sulkers en Kees Zuidberg Nijverdal
DE GENENBANK VOOR LANDBOUWHUISDIEREN DE GENENBANK VOOR LANDBOUWHUISDIEREN Betekenis voor de Kip Henk Sulkers en Kees Zuidberg Nijverdal 17-5-2011 Programma van mijn verhaal: Genenbank algemeen Principe
Nadere informatieCommunicatie en social media
Communicatie en social media #dvgd #diversiteit @cgn_wageningen www.wur.nl/cgn Ppt s Resultaten van de dag Nieuwsberichten en nieuwsbrief Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland (CGN) Rol en Ambities
Nadere informatieThemadag. Fokkerij en inteeltbeheersing bij schapen en geiten. 12 december Lelystad
Themadag Fokkerij en inteeltbeheersing bij schapen en geiten 12 december 2008 Lelystad Platform voor de kleinschalige schapen- en geitenhouders 2 Fokkerij en inteeltbeheersing bij schapen en geiten 12
Nadere informatieAdvies voor genetisch beheer van de Bonte Bentheimer populatie in Nederland
Advies voor genetisch beheer van de Bonte Bentheimer populatie in Nederland Jack Windig en Rita Hoving CGN Rapport 28 Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) Advies voor genetisch beheer van de
Nadere informatieInteelt, verwantschappen en consequenties van inteelt
Inteelt, verwantschappen en consequenties van inteelt Jack J. Windig CGN Agrobiodiversiteit Oude rassen Waard om te bewaren Mooi Cultureel Erfgoed Herbergen unieke genetische eigenschappen Ook in: Conventie
Nadere informatieInteelt en verwantschapsbeheer
Inteelt en verwantschapsbeheer mogelijkheden nieuwe software Jack Windig, Wageningen UR Laura Roest, Raad van Beheer Lelystad 21 januari 2014 Genetisch management Inteelt beheersen kan je alleen samen
Nadere informatiePopulatiegenetica van de mantelbaviaan Papio hamadryas, in Emmen en Amersfoort
Populatiegenetica van de mantelbaviaan Papio hamadryas, in Emmen en Amersfoort Jack Windig, Richard Crooymans, Mirte Bosse, Hendrik-Jan Megens, Yvonne van de Weetering, Ilse Kornegoor, Esmee Rienstra,
Nadere informatieToename Inteelt beperken
Toename Inteelt beperken Jack J. Windig Inteelt Inteelt = kruising van verwante dieren Elk dier is drager van (zeldzame) erfelijke gebreken Recessieve gebreken niet zichtbaar Nauw verwante dieren dragen
Nadere informatieGenetische diversiteit in de Nederlandse Trekpaardenpopulatie
Genetische diversiteit in de Nederlandse Trekpaardenpopulatie Door: Myrthe Maurice Van Eijndhoven Centrum voor Genetische Bronnen Nederland Animal Breeding and Genetische diversiteit in de Nederlandse
Nadere informatieGenenbanken: Cool en Kool
Genenbanken: Cool en Kool Saet&Cruyt museum 4 april 2009 Noor Bas Curator collectie koolgewassen CGN Inhoud presentatie Genenbanken: waarom en hoe wordt agrobiodiversiteit bewaard korte impressie CGN Kool:
Nadere informatieSZH voor levend erfgoed
SZH voor levend erfgoed Populatiemanagement Infoavond Drentsche Patrijshonden Woudenberg 19 november 2013 Een korte introductie Kor Oldenbroek Myrthe Maurice Van Eijndhoven Wat kunt u vandaag verwachten:
Nadere informatieVruchtbaarheidsindex 2008 voor schapen
Vruchtbaarheidsindex 008 voor schapen S. Janssens, 0/0/009 Onderzoeksgroep Huisdierengenetica, departement Biosystemen, K.U.Leuven Inleiding De index voor vruchtbaarheid, afgekort als, wordt berekend na
Nadere informatieGegevensverzameling paringen en kuikens die afwijken van de standaard
Gegevensverzameling paringen en kuikens die afwijken van de standaard Richard Crooijmans en Rita Hoving richard.crooijmans@wur.nl, rita.hoving@wur.nl Barneveld, 12 januari 2019 Kippen en erfelijk materiaal
Nadere informatieThemadag. Fokkerij en Vitaliteit Kippenrassen
Themadag Fokkerij en Vitaliteit Kippenrassen 18 april 2008, Lelystad 10:00 uur tot 15:30 uur Samenvatting Organisatie: Stichting Zeldzame Huisdierrassen (SZH) en Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland
Nadere informatieDuurzaam fokken met de Bonte Bentheimer
Duurzaam fokken met de Bonte Bentheimer Jan ten Napel Inleiding Kleine en jonge rasvereniging Hoe bereik je vanuit die situatie een duurzame fokkerij van Bonte Bentheimers? Studie HAS-kennistransfer Den
Nadere informatieFokkerijkansen voor de geit
Fokkerijkansen voor de geit Kor Oldenbroek Symposium duurzame toekomst geitenrassen 12 november 2016, Putten Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland (CGN) CV Kor Oldenbroek IVO in Zeist/ASG Lelystad
Nadere informatieLevende cultuur in ons landschap. Geert Boink SZH Landgoed Mariënwaerdt Beesd 20-04-2012
Levende cultuur in ons landschap Geert Boink SZH Landgoed Mariënwaerdt Beesd 20-04-2012 Onderwerpen De levende cultuur Ons landschap Levende cultuur behouden conclusies De levende cultuur Cultuurhistorische
Nadere informatieInteeltbeheersing bij rashonden Nederlandse Schapendoes. Jack J Windig, Lobke Stilting Animal breeding and Genomics Wageningen UR
Inteeltbeheersing bij rashonden Nederlandse Schapendoes Jack J Windig, Lobke Stilting Animal breeding and Genomics Wageningen UR Animal Breeding & Genomics Onderdeel Wageningen UR Onderzoek fokkerij o.a.
Nadere informatieOp weg naar een scrapie ongevoelige geitenhouderij 24 februari 2015
Op weg naar een scrapie ongevoelige geitenhouderij 24 februari 2015 Agenda 1.Opening 2.Verslag bijeenkomst 24 april 2014 3.Introductie en stand van zaken van het project. Jan_Langeveld 4.Resultaten scrapietyperingen
Nadere informatieWerkgroep kleine herkauwers. bepaald sjabloon. U kan deze website zelf gebruiken op
vzw Steunpunt Levend Erfgoed 29 Werkgroep kleine herkauwers Genetische diversiteit van Vlaamse en Kempense geit vraagt gezamenlijke actie Wat heel wat fokkers van deze twee oude geitenrassen al vermoedden
Nadere informatieSZH voor levend erfgoed
SZH voor levend erfgoed Verwantschap Kor Oldenbroek en Myrthe Maurice Informatieochtend Drentsche Patrijshonden Woudenberg 15 februari 2014 Programma Wat kunt u vanmorgen verwachten: - Wat is verwantschap?
Nadere informatieOmgaan met Inteelt in Fokprogramma s
Omgaan met Inteelt in Fokprogramma s Piter Bijma Leerstoelgroep Fokkerij en Genetica Animal Breeding Wageningen & Universiteit De boodschap 1. Enige inteelt is normaal; veel inteelt is riskant 2. Inteelt
Nadere informatieZeldzame populaties, kwaliteitsverbetering en behoud van variatie in praktisch roulatie/lijn fokprogramma
Zeldzame populaties, kwaliteitsverbetering en behoud van variatie in praktisch roulatie/lijn fokprogramma -Henk Slaghuis - Inleiding -Themadag Schapen en geiten Henk Slaghuis was werkzaam bij Cofok; belast
Nadere informatieBevruchtend vermogen van konijnensperma uit de genenbank
Bevruchtend vermogen van konijnensperma uit de genenbank Rita Hoving, Agnes de Wit, Henk Sulkers, Henri Woelders en Sipke Joost Hiemstra CGN Rapport 36 Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) Bevruchtend
Nadere informatieRassenlijst Nederlandse landbouwhuisdierrassen en hun risicostatus 1 (update april 2017)
senlijst se landbouwhuisdierrassen en hun risico (update april 2017) in Rund (2015) koeien Brandrood rund 1150 bedreigd groei Fries Hollands vee (zwartbont) 3153 kwetsbaar stabiel Groninger blaarkop 2785
Nadere informatieEuropese Verordening Fokkerij
Europese Verordening Fokkerij welke veranderingen zijn er op til Fokkerijdag 18 november 2015 Leen Versmissen/ Hanne Geenen oude wijn in een nieuwe zak? Verordening Fokkerij = omzetting van 9 richtlijnen
Nadere informatieOmgaan met inteelt in kleine rassen
Omgaan met inteelt in kleine rassen Piter Bijma, Jack Windig en Sipke-Joost Hiemstra Centrum Genetische bronnen Nederland (CGN) Animal Breeding and Genomics Centre (ABGC) 23 april 2008. Traditionele planten-
Nadere informatieGelukkig hebben we het zaad nog
Gelukkig hebben we het zaad nog H. Woelders Livestock Research / Centrum voor Genetische Bronnen (CGN) Lelystad Deze voordracht I. Waarom behoud van genetische diversiteit? De rol van genenbanken II. De
Nadere informatie7de Vlaamse Fokkerijdag 18/11/2015. Genomisch onderzoek ter ondersteuning van het ras
7de Vlaamse Fokkerijdag KEMPISCHE RUND Genomisch onderzoek ter ondersteuning van het ras L. François, S. Janssens, F. G. Colinet, N. Gengler, I. Hulsegge, J. J. Windig, N. Buys Werkwijze 1. Inleiding 2.
Nadere informatieErfelijke ziekten bij rashonden: Hoe los ik dat probleem nou op?
Erfelijke ziekten bij rashonden: Hoe los ik dat probleem nou op? Expertisecentrum Genetica Gezelschapsdieren Prof. dr. Jan Rothuizen Departement Geneeskunde van Gezelschapsdieren Faculteit Diergeneeskunde
Nadere informatieFokwaardeschatting voor vleeslamkwaliteit
Fokwaardeschatting voor vleeslamkwaliteit Ledenvergadering Swifter Schapenstamboek, 2010 Jan ten Napel, Wageningen UR Livestock Research Introductie Ambitie Betere en meer uniforme vleeslamkwaliteit door
Nadere informatieRassenlijst Nederlandse landbouwhuisdierrassen en hun risicostatus 1 (update juni 2017)
senlijst se landbouwhuisdierrassen en hun risico (update juni 2017) in Rund 2016 Aantal koeien Brandrood rund 1150 bedreigd groei Fries Hollands vee (zwartbont) 2129 kwetsbaar stabiel Groninger blaarkop
Nadere informatieGenetisch management van het Brandrode rund
Genetisch management van het Brandrode rund Jack J. Windig & Rita A.H. Hoving CGN Rapport 19 Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) Genetisch management van het Brandrode rund Jack J. Windig
Nadere informatieBRANDRODE BRANDBRIEF ZELDZAME HUISDIERRASSEN VIJF VOOR TWAALF VOOR ONS LEVENDE ERFGOED!
BRANDRODE BRANDBRIEF ZELDZAME HUISDIERRASSEN VIJF VOOR TWAALF VOOR ONS LEVENDE ERFGOED! Bezoek en postadres kantoor Gebouw De Valk, Dreijenlaan 2 6703 HA Wageningen 06-54 92 22 75 info@szh.nl www.szh.nl
Nadere informatieHandleiding Proefdekking maken in DAS-Online
Handleiding Proefdekking maken in DAS-Online Als de zomer langzaam wegtrekt en het najaar weer in aantocht is begint elke fokker om zich heen te kijken naar een dekram voor het nieuwe seizoen. In sommige
Nadere informatieHet YOUNG BULL systeem. Veeverbetering gebaseerd op jonge stieren. Dr Maurice Bichard
Het YOUNG BULL systeem Veeverbetering gebaseerd op jonge stieren Dr Maurice Bichard Dr Maurice Bichard Born: Guernsey, Channel Islands Education: Guernsey, Universities of Reading, Newcastle, Minnesota
Nadere informatieProgramma themadag: Hoe uniek is een ras?
Programma themadag: Hoe uniek is een ras? Locatie: Edelhertweg 15, Lelystad Datum: 3 december 2010, van 9.30 16.00 uur Ochtendprogramma Voorzitter: Kor Oldenbroek (CGN, Wageningen UR) 9:30 Ontvangst met
Nadere informatieProtocol DNA onderzoek ras identificatie rund Datum: 5 november 2018
Protocol DNA onderzoek ras identificatie rund Datum: 5 november 2018 Betrokken partijen - Veehouder; - Rasorganisaties: vereniging voor de fokkerij van het Fries-Hollands ras, stichting Roodbont Fries
Nadere informatieInteelt en genetische diversiteit in het Schoonebeeker schaap
Inteelt en genetische diversiteit in het Schoonebeeker schaap Case study genetisch management in een kleine populatie met sterke selectiedruk Jack J. Windig, Herwin Eding, Lucia Kaal & Sipke Joost Hiemstra
Nadere informatieGenomic selection. Spervital Hengstenhouderij Dag februari Mario Calus, Wageningen U & R, Animal Breeding & Genomics
Genomic selection Spervital Hengstenhouderij Dag 2017-14 februari 2017 Mario Calus, Wageningen U & R, Animal Breeding & Genomics Betrokken personen (Genomic selection) Rianne van Binsbergen Claudia Sevillano
Nadere informatieHet fokken in kleine populaties
Het fokken in kleine populaties Kor Oldenbroek Samenwerkingsverband Exmoorpony, Zonnemaire, 20 april 2017 Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland (CGN) Inhoud van de lezing Introductie Wat is erfelijkheid
Nadere informatieGenetische diversiteit van lokale rassen:
Genetische diversiteit van lokale rassen: Hoe genomische tools een oplossing bieden en nieuwe inzichten brengen Wim Gorssen en Roel Meyermans KU Leuven Genetische diversiteit 2 Waarom genetische diversiteit?
Nadere informatieCryo conservering van sperma van zeldzame Nederlandse eendenrassen
Cryo conservering van sperma van zeldzame Nederlandse eendenrassen C.A. Zuidberg, A. de Wit, A.H. Hoving, H.W. Woelders, H. Sulkers en S.J. Hiemstra CGN Rapport 24 Centrum voor Genetische Bronnen Nederland
Nadere informatieFokkersclub van het Nederlands Landvarken
concept Fokkerijreglement Fokkersclub van het Nederlands Landvarken Ingangsdatum: april 2015. 1 1: Fokkersclub De leden welke zich mede inzetten voor het behoud van het Nederlands Landvarken zijn lid van
Nadere informatieERKENNING EN ONTWIKKELING VAN HET BRANDRODE RUND. Jan van Lieshout. 3 december 2010 Lelystad
ERKENNING EN ONTWIKKELING VAN HET BRANDRODE RUND Jan van Lieshout 3 december 2010 Lelystad Wat is een ras? Een ras is een groep dieren die zich van andere diergroepen onderscheidt in exterieur en productie-eigenschappen.
Nadere informatieErfelijke problemen bij honden los je met fokkerijmaatregelen op! Kor Oldenbroek. Centrum voor Genetische Bronnen (WUR)
Erfelijke problemen bij honden los je met fokkerijmaatregelen op! Kor Oldenbroek Centrum voor Genetische Bronnen (WUR) SG Fairfok, Van Hall, Leeuwarden 11 maart 2015 Centrum voor Genetische Bronnen, Nederland
Nadere informatieNieuwe Vruchtbaarheidsindexen voor schapen
Nieuwe Vruchtbaarheidsindexen voor schapen S. Janssens, november Onderzoeksgroep Huisdierengenetica, departement Biosystemen, KU Leuven www.huisdierengenetica.be Gegevens De meest recente Vruchtbaarheids
Nadere informatieAnimal Sciences Group
Animal Sciences Group Kennispartner voor de toekomst Rapport 247 process for progress Selectie tegen gevoeligheid voor scrapie met behoud van genetische variatie Juni 2009 Abstract Inbreeding restriction
Nadere informatieAantal directe nakomelingen ingeschreven in het NHSB: 395. 7-8-2015 Dobermann Dia nummer 1
Aantal directe nakomelingen ingeschreven in het NHSB: 395 7-8-2015 Dobermann Dia nummer 1 Dobermann: Omgaan met verwantschap en inteelt Drs. Laura Roest Dierenarts en kynologisch medewerker 7-8-2015 Dobermann
Nadere informatieWelkom op de fokkersbijeenkomst Boergeiten maart 2018 Sociaal centrum de Kiekmuure, Harderwijk
Welkom op de fokkersbijeenkomst Boergeiten 2018 31 maart 2018 Sociaal centrum de Kiekmuure, Harderwijk Agenda: Mededelingen Bestuursverkiezing: Aftredend en herkiesbaar: Herman Hoekstra Opnames 2017 Hoogste
Nadere informatieErkenningsvoorwaarden voor spermacentra voor schapen en geiten, actief in het handelsverkeer
Erkenningsvoorwaarden voor spermacentra voor schapen en geiten, actief in het handelsverkeer Bijlage II.9.4 bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen,
Nadere informatieEen gezond fokbeleid voor uw ras? Markiesje informatieavond Verleden-heden-toekomst. Rasblindheid?
Markiesje informatieavond Verleden-heden-toekomst Een gezond fokbeleid voor uw ras? Fokken met behoud van genetische heterogeniteit - welke regels gelden altijd? Rasvereniging: fokbeleid in de praktijk
Nadere informatieHandleiding registratie Het Drentse Heideschaap
Handleiding registratie Het Drentse Heideschaap 1 Inloggen 2 2 Aanwezige dieren 2 3 Invoeren lammeren 3 3.1 Levensnummer importeren 3 3.2 Invoeren dekkingen 3 3.3 Werkwijze invoeren lammeren 4 4 Invoeren
Nadere informatieDe rol van de Vlaamse overheid in fokkerij. Vlaamse Fokkerijdag 2018
De rol van de Vlaamse overheid in fokkerij Vlaamse Fokkerijdag 2018 Inhoud Fokkerijbeleid Europees Vlaams Ondersteuning Toezicht en handhaving Stand van zaken FOKKERIJBELEID Fokkerijbeleid: waarom? fokken
Nadere informatieNieuwe vruchtbaarheidsindexen voor schapen
Nieuwe vruchtbaarheidsindexen voor schapen S. Janssens, mei Onderzoeksgroep huisdierengenetica, departement Biosystemen, KU Leuven www.huisdierengenetica.be Gegevens De Vruchtbaarheids voor schapen werd
Nadere informatieRassenlijst Nederlandse landbouwhuisdierrassen en hun risicostatus 1 (update juni 2017)
senlijst se landbouwhuisdierrassen en hun risico (update juni 2017) in Rund (data van 2016) Aantal koeien Brandrood rund 1150 bedreigd groei Fries Hollands vee (zwartbont) 2129 bedreigd stabiel Groninger
Nadere informatieKlonen van dieren. Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
Klonen van dieren Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 2 Klonen van dieren Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie I: Wat is klonen? Klonen is het ongeslachtelijk voortplanten
Nadere informatieDE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, HANDELENDE IN OVEREENSTEMMING MET DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 januari 2010, nr. 111689, houdende wijziging van de Regeling tijdelijke maatregelen
Nadere informatieRas- en bronvermelding foto s voorpagina vlnr. 1. Nederlands Landvarken. Gert van der Gaag, TOPIGS. 2. Kuiken legras (Lohmann Selected Leghorn),
Ras- en bronvermelding foto s voorpagina vlnr. 1. Nederlands Landvarken. Gert van der Gaag, TOPIGS. 2. Kuiken legras (Lohmann Selected Leghorn), 2010. Rita Hoving, CGN. 3. Nederlandse Landgeit. Johannes
Nadere informatieProject Verwantschap. Fokbeleid + Verenigingsfokreglement
Project Verwantschap Fokbeleid + Verenigingsfokreglement Wat willen we bereiken met de ons zelf opgelegde regels? Fokdoel voor hele populatie: 1. Een gezonde Dobermann 2. Een karaktervolle Dobermann 3.
Nadere informatieHOE EN WAAROM? DE GENENBANK VOOR LANDBOUWHUISDIEREN. Sipke Joost Hiemstra Koepel fokkerij 14 December 2010
DE GENENBANK VOOR LANDBOUWHUISDIEREN HOE EN WAAROM? Sipke Joost Hiemstra Koepel fokkerij 14 December 2010 Inhoud presentatie CGN Waarom een genenbank? Genenbank landbouwhuisdieren anno 2010 Wat kan genenbank
Nadere informatieGenetische diversiteit in de Shetland Pony populatie
Genetische diversiteit in de Shetland Pony populatie Lezing door Ir. Anouk Schurink, onderzoeker bij Wageningen Universiteit, tijdens ALV van het NSPS op 23 november 2013 Er is door Wageningen Universiteit
Nadere informatieErfelijkheidsleer en populatiegenetica
Erfelijkheidsleer en populatiegenetica Samen Friese paarden fokken Studieclub Fokvereniging Het Friesche Paard Zuid Nederland Gemonde 21 maart 2014 Even voorstellen Wie is Myrthe Maurice Van Eijndhoven
Nadere informatieDeelrapport populatie-analyse collie korthaar
Deelrapport populatie-analyse collie korthaar De genetische analyse van de stamboomgegevens van de Britse populatie van de korthaar Collie door de Britse Kennel Club is uitgevoerd met het uitgangspunt
Nadere informatiehoofdstuk 3 hoofdstuk 4 hoofdstukken 3 5 hoofdstuk 5
108 Dit proefschrift behandeld aspecten van de voortplanting, in het bijzonder het optimalisering van bokkensperma bewerking en opslag, alsmede aspecten van Small Ruminant Lentivirus (SRLV) epidemiologie.
Nadere informatieErkenningsvoorwaarden voor spermacentra voor paarden VANAF 01/09/2010
Erkenningsvoorwaarden voor spermacentra voor paarden VANAF 01/09/2010 Bijlage II.10.4. bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen
Nadere informatieGenetische verbetering van honden: feiten en fictie van lijnenteelt
Genetische verbetering van honden: feiten en fictie van lijnenteelt Johan van Arendonk Animal Breeding and Genomics Centre Wageningen Universiteit Hilvarenbeek, zaterdag 18 april Bij hond denk ik aan:
Nadere informatieRichtsnoer marktwaarde stamboekschapen Status document: Definitief, versie 1.2 Datum: 19 juli 2018 Opsteller document: mr. drs. Reinard Everts (NSFO)
Richtsnoer marktwaarde stamboekschapen Status document: Definitief, versie 1.2 Datum: 19 juli 2018 Opsteller document: mr. drs. Reinard Everts (NSFO) Aanleiding voor dit document In het Operationeel Draaiboek
Nadere informatieErkenningsvoorwaarden voor embryoteams en embryoproductieteams voor paarden VANAF 01/09/2010
Erkenningsvoorwaarden voor embryoteams en embryoproductieteams voor paarden VANAF 01/09/2010 Bijlage II.9.3 bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen,
Nadere informatieHet belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak
Auteur: Steven Sarrazin Het belang van monitoring en vaccinatie in de BVD-aanpak Veelal wordt de bestrijding van het Boviene Virale Diarree-virus (BVD) enkel geassocieerd met vaccinatie. Echter, met vaccinatie
Nadere informatieVarkenssperma naar lidstaten en derde landen, algemeen (VRKES-01) 14 augustus 2012 Versie: 1.0.3
1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Algemene instructie voor het keuren en certificeren van varkenssperma i.v.m. export naar lidstaten en derde landen. 2 WETTELIJKE BASIS 2.1 EU-regelgeving RL 90/429/EEG RL 92/65/EEG
Nadere informatieInstructie export varkenssperma en embryo s naar EU-lidstaten. code VRKES-01 versie 02 ingangsdatum pag. 1 van 7
code VRKES-01 versie 02 ingangsdatum 19-10-2018 pag. 1 van 7 Versie Goedkeuring datum Wijzigingen ten opzichte van vorige versie 02 01-08-2018 Lay-out cf. voorgeschreven sjabloon en algemene/taalkundige
Nadere informatieGearchiveerd op 03/01/2013
Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator : Adres :............ N uniek PRI 296 Verzamelen, behandelen, overplanten en opslag van embryo's van éénhoevigen bestemd
Nadere informatieOmgaan met hondensperma: de dagelijkse praktijk en de toekomst
Omgaan met hondensperma: de dagelijkse praktijk en de toekomst Maarten Kappen www.dierenkliniekeersel.nl www.cryolab.nl 12 april 2008 Royal Canin Eindhoven 1 Wat gaan we bespreken? Het onderzoek, houdbaar
Nadere informatieGenomics tegen erfelijke gebreken. Bart Ducro Animal Breeding and Genomics Centre
Genomics tegen erfelijke gebreken Bart Ducro Animal Breeding and Genomics Centre Overzicht Gevolgen van Inteelt Erfelijke gebreken Bestrijding erfelijke gebreken Rol genomics Effect van inteelt? Erfelijke
Nadere informatieDiergezondheidszorg midden in de samenleving. 25 jaar melkgeitenhouderij in Nederland Landgoed Heerlijkheid Mariënwaerdt 24.05.
Diergezondheidszorg midden in de samenleving 25 jaar melkgeitenhouderij in Nederland Landgoed Heerlijkheid Mariënwaerdt 24.05.2011 Geitengezondheidszorg midden in de samenleving 25 jaar melkgeitenhouderij
Nadere informatieAGRIBEX 2013 Conditions sanitaires Sanitaire voorwaarden Version/versie 25/09/2013
1. Algemene voorwaarden a. Op de verzameling zijn alleen dieren toegelaten die in orde zijn met de huidige Europese en Belgische wetgeving. b. Transport: i. Elke vervoerder moet een toelating hebben om
Nadere informatieGenetische variatie en inteelt : basisconcepten. Steven Janssens Nadine Buys
Genetische variatie en inteelt : basisconcepten Steven Janssens Nadine Buys Inteelt Inteelt treedt op voor dieren waarvan de ouderdieren met elkaar verwant zijn (dit betekent dat in de afstamming van vader
Nadere informatie