Samenvatting van het voorstel Wet langdurige zorg / 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting van het voorstel Wet langdurige zorg / 2015"

Transcriptie

1 Samenvatting van het voorstel Wet langdurige zorg / 2015 versie oktober 2014 De Tweede Kamer heeft op 26 september 2014 ingestemd met de Wlz. In deze notitie volgt een samenvatting op hoofdlijnen van het voorstel Wet langdurige zorg (Wlz) zoals dat aan de Eerste Kamer is aangeboden. De behandeling van de Wlz in de Tweede Kamer is in deze notitie verwerkt. Invoering Wlz De regering beoogt de Wlz per 1 januari 2015 in te voeren. Daarvoor moet de Wlz uiterlijk in november 2014 door de Eerste Kamer zijn behandeld. Er is gekozen voor een gefaseerde aanpak in de Wlz waarin 2015 geldt als een overgangsjaar. Als de Wlz niet per 2015 wordt ingevoerd geldt voor 2015 een versmalde AWBZ met Wlz-elementen: materieel is dat bijna op hetzelfde als de gefaseerde Wlz. In deze notitie is cursief aangegeven welk beleid de regering voornemens is om in te voeren in 2015 ook al treedt de Wlz niet per 2015 inwerking. Vernieuwingsagenda De Wlz gaat gepaard met een vernieuwingsagenda voor de langdurige zorg waar de Tweede Kamer in een motie om heeft gevraagd. De staatssecretaris staat hier achter en komt in het voorjaar 2015 met een uitwerking van onderwerpen zoals kwaliteit, persoonsvolgende bekostiging en het stimuleren van ondernemerschap en innovatie. Aard Wlz De Wlz is een volksverzekering van rechtswege voor de echt kwetsbare mensen die de huidige AWBZ vervangt. Een toegang op de Wlz geeft recht op zorg. Het motto van de wet is: met professionele zorg, zo thuis mogelijk. In de Wlz wordt uitgegaan van wat mensen (nog) wel kunnen gericht op kwaliteit van leven. Doelgroepen De doelgroepen van de Wlz zijn cliënten die vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap blijvend behoefte hebben aan: - permanent toezicht ter voorkoming van escalatie of ernstig nadeel voor de verzekerde; of - 24 u zorg per dag zorg in nabijheid omdat hij zelf niet in staat is om op relevante momenten hulp in te roepen en hij, om ernstig nadeel voor hem zelf te voorkomen, 1) door fysieke problemen voortdurend begeleiding, verpleging of overname van zelfzorg nodig heeft, of 2) door zware regieproblemen voortdurend begeleiding of overname van taken nodig heeft. De Wlz is dus bedoeld voor mensen die 24 uur per dag zorg of toezicht behoeven. Cliënten met een psychische stoornis hebben de eerste drie jaar recht op GGZ-behandeling met verblijf onder de Zorgverzekeringswet. Daarna hebben ze ook toegang tot de Wlz. Het is een tijdelijke oplossing; zodra er nieuwe objectieve toetsingscriteria zijn ontwikkeld voor de Wlztoegang van GGZ-cliënten, worden GGZ-cliënten hierop getoetst. Op basis van deze nieuwe criteria kunnen (nieuwe) GGZ-cliënten rechtsreeks instromen in de Wlz. Het tijdelijk verblijf in de eerste lijn, waartoe palliatief terminale zorg met verblijf voor thuiswonenden behoort, wordt in 2015 via de subsidieregeling Eerstelijns verblijf onder de Wlz 1

2 geregeld. Het Zorginstituut voert de subsidieregeling Eerstelijns verblijf uit. Vanaf 2016 valt Eerstelijns verblijf onder de werkingssfeer van de Zorgverzekeringswet. De verzekerde zorg De verzekerde zorg is in de wet vastgelegd. Verzekerden die op de Wlz zijn aangewezen hebben recht op een samenhangend aanbod van zorg in combinatie met verblijf. De zorg kan de volgende onderdelen omvatten: a Verblijf in een instelling, waaronder in elk geval: 1) het verstrekken van eten en drinken; 2) het schoonhouden van de woonruimte, en 3) voor meerdere verzekerden te gebruiken of hergebruiken van roerende voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de zorgverlening of in verband met het opheffen of verminderen van belemmeringen die de verzekerde ondervindt bij normaal gebruik van zijn woonruimte; b Persoonlijke verzorging, begeleiding en verpleging; c Behandeling (vgl. huidige art. 8 BZa), omvatten de geneeskundige zorg van specifiek medische, specifiek gedragswetenschappelijke of specifiek paramedische aard die noodzakelijk is in verband met de aandoening, beperking, stoornis of handicap van de verzekerde; d Door of namens een instelling waarvan de verzekerde verblijf alsmede behandeling ontvangt: 1) geneeskundige zorg van algemene medische aard, niet zijnde paramedische zorg; 2) behandeling van een psychische stoornis indien de behandeling integraal onderdeel uitmaakt van de behandeling van de aandoeningen of beperkingen; 3) farmaceutische zorg; 4) het gebruik van hulpmiddelen, noodzakelijk in verband met de in de instelling gegeven zorg; 5) tandheelkundige zorg; 6) kleding, verband houdend met het karakter en de doelstelling van de instelling; e het individueel gebruik van mobiliteitshulpmiddelen; f vervoer naar een plaats waar de verzekerde gedurende een dagdeel begeleiding of behandeling ontvangt; g logeeropvang (ten behoeve van verblijfsgeïndiceerden die zelfstandig wonen) mits dit geschiedt ter ontlasting van de mantelzorg; Het onderscheid tussen specifieke -behandeling en algemene medische behandeling (huisarts) blijft vooralsnog bestaan. Op termijn wil de regering dat onderscheid laten vervallen voor een integraal pakket voor alle cliënten met een Wlz-indicatiebesluit. Een Wlz-cliënt heeft ongeacht zijn leeftijd recht op een woningaanpassing zodat de verblijfplaats geschikt is voor zorgverlening, mits hij geen zorg met verblijf ontvangt en niet woonachtig is in een kleinschalig wooninitiatief. Voor 2015 zijn gemeenten nog verantwoordelijk voor mobiliteitshulpmiddelen, woningvoorzieningen en woningaanpassingen. Vanaf 2016 is het een verantwoordelijkheid van de Wlz-uitvoerder. Cliëntondersteuning De cliënt heeft recht op onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies, algemene ondersteuning en zorgbemiddeling. De Wlz-uitvoerder heeft een zorgplicht, die onder meer inhoudt dat hij ervoor zorgt dat voor de verzekerde cliëntondersteuning beschikbaar is waarop de verzekerde, al dan niet met behulp van zijn vertegenwoordiger of mantelzorger, een beroep kan doen. Persoonlijk plan De cliënt heeft de mogelijkheid een persoonlijk plan op te stellen met de zorg die door hem wordt 2

3 gewenst. Hij kan daarbij zijn persoonlijk plan gedurende zeven dagen aanleveren na de aanvraag bij de Wlz-uitvoerder/zorgkantoor 1 voor een Volledig Pakket Thuis (VPT), Modulair Pakket Thuis (MPT) of Persoonsgebonden Budget (PGB) (zie bij Leveringsvormen). De Wlz-uitvoerder/zorgkantoor informeert de cliënt over de mogelijkheid van een persoonlijk plan en dient deze te betrekken bij de toewijzing van het VPT, MPT of PGB. Ook kan de cliënt zijn persoonlijk plan kenbaar maken aan de zorgaanbieder voor de bespreking van het zorgplan. De zorgaanbieder brengt de cliënt op de hoogte van de mogelijkheid waarna de cliënt zeven dagen heeft om de aanbieder over zijn persoonlijk plan te informeren. De zorgaanbieder dient het persoonlijk plan van de cliënt te betrekken bij de zorgplan bespreking. Leveringsvormen en overige vormen Er zijn vier leveringsvormen in de Wlz verankerd: - zorg in natura met verblijf (opname); - volledig pakket thuis, het zgn. VPT (zorg zonder verblijf); - modulair pakket thuis, het zgn. MPT (zorg zonder verblijf); - persoonsgebonden budget. VPT-, MPT- en PGB-cliënten zijn zelf verantwoordelijk voor de woonomgeving. De wens van de cliënt voor de leveringsvorm is in beginsel leidend tenzij de cliënt niet voldoet aan wettelijke criteria en eisen. Indien een zorgkantoor een VPT of MPT weigert dient hij dat aan de cliënt deugdelijk te motiveren. Zorg in natura met verblijf De cliënt ontvangt het integrale pakket aan zorg inclusief verblijf. De cliënt kan voor zorg in natura met verblijf terecht bij een zorgaanbieder die is gecontracteerd door de zorgkantoor in de regio. Volledig pakket thuis Het VPT is een integraal pakket zonder wonen dat door of onder verantwoordelijkheid van één zorginstelling wordt geleverd. Algemeen medische zorg kan deel uitmaken van het VPT. De cliënt dient een VPT aan te vragen bij het zorgkantoor. Het zorgkantoor houdt een bewustkeuzegesprek met de cliënt. Het zorgkantoor stemt in met het VPT tenzij het zorgkantoor van mening is dat de zorg in de thuissituatie niet op verantwoorde wijze kan plaatsvinden of de kosten hoger zijn dan bij verblijf in een instelling. Modulair pakket thuis Het MPT is een pakket met losse zorgonderdelen zonder wonen en exclusief eten en drinken. Het gaat om de onderdelen begeleiding, verzorging, verpleging en/of behandeling en huishoudelijke hulp. Algemeen medische zorg maakt geen deel uit van het MPT. Het MPT kan door meer zorgaanbieders worden geboden. Ook een combinatie van MPT en PGB is mogelijk. Het MPT is vergelijkbaar met de zorg aan verblijfsgeïndiceerden die onder de AWBZ in functies en klassen wordt geboden, bijv. als overbruggingszorg voor een opname. De cliënt dient een MPT aan te vragen bij het zorgkantoor. Het zorgkantoor houdt een bewustkeuzegesprek met de cliënt. Het zorgkantoor stemt in met het MPT tenzij het zorgkantoor van mening is dat de zorg in de thuissituatie niet op verantwoorde wijze kan plaatsvinden of de totale kosten hoger zijn dan het bedrag dat de cliënt als PGB zou ontvangen. Wel vindt de staatssecretaris dat extra zorg ( enige ondoelmatigheid ) mogelijk moet zijn en gaat dat verder na. MPT-cliënten hebben recht op een zorgplan. Voor 2015 geldt een ingroeitraject voor het MPT/functies en klassen. Zorgkantoren voeren in dat jaar op verzoek van de cliënt een bewustkeuzegesprek met de cliënt. In 2016 moet het MPT operationeel zijn. 1 De Wlz-uitvoerder kan zijn taken uitbesteden aan het zorgkantoor (zie de paragraaf Uitvoering). In deze samenvatting wordt Wlz-uitvoerder en zorgkantoor door elkaar gebruikt omwille van de leesbaarheid en herkenbaarheid. 3

4 Persoonsgebonden budget De cliënt dient een PGB aan te vragen bij het zorgkantoor. Het zorgkantoor moet er op toezien dat de cliënt een bewuste keuze maakt, bijvoorbeeld door een bewustkeuzegesprek met de cliënt. PGB cliënten krijgen een trekkingsrecht in plaats van een bedrag op de rekening. Om voor een PGB in aanmerking te komen moet hij een budgetplan opstellen en aannemelijk maken dat hij (of zijn vertegenwoordiger) het werkgeverschap kan invullen. Het zorgkantoor beoordeelt of de verzekerde aan de voorwaarden heeft voldaan. Behandeling kan de budgethouder niet uit het PGB betalen: hij krijgt behandeling in natura. De eigen bijdrage wordt voor PGB-houders niet meer vooraf ingehouden op het budget maar moet de budgethouder uit eigen middelen betalen aan het CAK. Het blijft mogelijk zorg in natura in combinatie met PGB te ontvangen. Logeeropvang/Respijtzorg Cliënten met een VPT, MPT of PGB kunnen ter ontlasting van de mantelzorg in een instelling logeren. Of als de mantelzorg tijdelijk niet in staat is om de zorg te verlenen en het niet anders georganiseerd kan worden, is het mogelijk voor Wlz-geïndiceerden respijtzorg in een instelling te ontvangen. Er volgt nog een Wlz-regeling waarin de logeeropvang wordt uitgewerkt, zoals het aantal nachten per week en de eventuele mogelijkheid van het sparen van nachten. Partneropname De mogelijkheid van partneropname blijft behouden. Wanneer de partner zorgbehoevend wordt maar nog niet aan de criteria voldoet van de Wlz moet de partner zich wenden tot de gemeente en/of zorgverzekeraar voor ondersteuning en/of zorg. Extramurale behandeling Extramurale behandeling is in 2015 subsidieregeling, evenals ADL-assistentie waarvoor ook een subsidieregeling is. Het Zorginstituut is verantwoordelijk voor deze subsidieregelingen. De behandeling die de Wlz-cliënt ontvangt op basis van een VPT of MPT valt niet onder de subsidieregeling, maar onder de Wlz. Zorginfrastructuur Er komt een subsidieregeling voor de zorginfrastructuur die wordt uitgevoerd door de NZa. Deze subsidieregeling is bedoeld voor projecten die uiterlijk 1 juli 2013 in aanmerking kwamen voor een vergoeding. Ook is er een regeling aangekondigd voor nieuwe zorginfrastructuur. Toegang Het CIZ wordt een publiekrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan als de Wlz wordt ingevoerd. Het CIZ neemt een onafhankelijk, objectief en landelijk uniform besluit over de toegang. Daarnaast stelt het CIZ vanaf 2015 voor de zorgbehoefte het best passend zorgprofiel vast naar aard, inhoud en (globale) omvang van de benodigde zorg in plaats van een zorgzwaartepakket (ZZP). De gemiddelde uren van de geïndiceerde zorg worden niet meer aangegeven. De zorgprofielen zijn gebaseerd op de cliëntprofielen in de AWBZ. De grondslagen blijven gehandhaafd. De cliënt kan tegen het indicatiebesluit bezwaar aantekenen en in hoger beroep gaan. Het CIZ informeert de cliënt over zijn recht op onafhankelijke cliëntondersteuning. Zelfstandig wonende cliënten die zich melden voor de eerste Wlz-indicatiestelling kunnen zich laten ondersteunen vanuit de Wmo. De gemeenten moeten zorgen dat cliëntondersteuning beschikbaar is bij de indicatiestelling. De toegangscriteria voor de Wlz staan, met uitzondering van die voor de GGZ-cliënten, in de wet. VWS stelt Beleidsregels indicatiestelling vast met nadere details. Het CIZ indiceert in 2015 ook de behandeling voor de subsidieregeling behandeling en het kortdurend eerstelijns verblijf. De toegangscriteria van de Wlz zijn volledig gebaseerd op zorginhoudelijke criteria. De toegang tot de Wlz is onafhankelijk van het aanbod dat vanuit de gemeenten of zorgverzekeraars wordt geboden. Ook speelt de sociale omgeving van de cliënt geen rol bij de indicatiestelling. 4

5 Gebruikelijke zorg wordt alleen nog verwacht van ouders ten opzichte van hun kinderen. Indien het CIZ constateert dat de cliënt tijdelijk of structureel meerzorg nodig heeft naast het geïndiceerde zorgprofiel, dient het CIZ dat direct in het indicatiebesluit aan te geven zodat het zorgkantoor de meerzorgprocedure kan starten. Vanaf 2015 is het niet mogelijk dat zorgaanbieders via het taakmandaat bijdragen aan de (her)indicatiestelling. Dit taakmandaat aan aanbieders komt te vervallen. Het CIZ heeft na een aanvraag voor een (her)indicatie formeel 6 weken de tijd voor het afgeven van het (nieuwe) indicatiebesluit. Het CIZ gaat vanaf 2015 werken met een nieuw klantbedieningsconcept. Nieuw is ook dat elke aanvrager een vaste behandelaar krijgt binnen het CIZ. Het CIZ geeft de indicatiebesluiten in principe af voor onbepaalde tijd. Indien de veranderende zorgvraag niet binnen het zorgprofiel kan worden opgevangen kan een herindicatie worden aangevraagd. Cliënten met een GGZ-B indicatie die in de Wlz instromen krijgen een indicatie met een geldigheidsduur van drie jaar. GGZ-B cliënt worden aan de nieuw te ontwikkelen indicatiecriteria getoetst. Spoedzorg De spoedzorgregeling blijft bestaan in de Wlz. Het CIZ dient voor de cliënt binnen uiterlijk twee weken na de aanvraag een indicatie te stellen. Spoedzorg wordt alleen nog op basis van de Wlz vergoed als het CIZ voor de cliënt een Wlz-indicatie afgeeft. Heeft de cliënt geen toegang tot de Wlz, dan valt deze zorg onder de gemeenten en zorgverzekeraars. Dat geldt volgens de huidige beleidsvoornemens vanaf Kwaliteit en zorgplan De kwaliteit van zorg van cliënten die aanspraak hebben op de Wlz kan worden verbeterd en beter aansluiten bij de kwaliteit van leven, staat in de Wlz. De professional en de cliënt maken op basis van de indicatie afspraken die in het zorgplan worden vastgelegd. De zorgstandaard en de richtlijnen vormen daarbij het kwaliteitskader. Het zorgplan is wettelijk verankerd in de Wlz. De aanbieder informeert de cliënt over zijn recht op onafhankelijke cliëntenondersteuning en over de mogelijkheid van het indienen van een persoonlijk plan. De zorgaanbieder betrekt bij het opstellen van het zorgplan het persoonlijke plan van de cliënt. Het zorgplan dient minimaal twee maal per jaar te worden geëvalueerd. De gespreksonderwerpen uit de Beginselenwet (aandacht voor mantelzorgers, vrijwilligers, voeding, douchen, bejegening, dagelijks naar buiten, ontplooiing etc.) zijn niet meer in de Wlz opgenomen; bespreekpunten voor het zorgplan kunnen worden bepaald in een AMvB. Veel nadruk wordt gelegd op de betrokkenheid van mantelzorg en vrijwilligers. De zorgaanbieder dient bij gesprekken met de cliënt op diens verzoek de eventuele mantelzorgers te betrekken. Tijdens deze gesprekken worden o.a. afspraken gemaakt over de eventuele betrokkenheid van de mantelzorg bij de zorg. De staatssecretaris wil de kwaliteit van de ouderenzorg versterken. Hiervoor verwijst hij naar de agenda in zijn Kwaliteitsbrief (dd. 12 juni 2014). Hij wil stimuleren dat leden van de Raden van Bestuur kwaliteit en de cyclus van kwaliteitsverbetering blijvend implementeren en noemt daarvoor de speerpunten uit zijn Kwaliteitsbrief. Het Zorginstituut krijgt als nieuwe taakgebieden om zorgberoepen en opleidingen te verbeteren en de permanente verbetering van kwaliteit te stimuleren. Er komt een scherper onderscheid tussen de IGZ en de zorgkantoren als het gaat om de vraag waarop zij sturen in het streven naar kwaliteitsverbetering. De taak van het IGZ is actief toezien en handhaven wanneer de zorg niet voldoet aan vereisten op het gebied van veiligheid en kwaliteit. IGZ zal toezien op de naleving van de wettelijk verplichte zorgplanbespreking, dat het zorgplan zorgvuldig en in nauw overleg met de cliënt en zijn naaste wordt opgesteld en uitgevoerd. De IGZ heeft niet tot taak de kwaliteit te optimaliseren en kwaliteitsnormen vast te stellen; die verantwoordelijkheid ligt bij zorgaanbieders 5

6 en het Zorginstituut. Met een AMvB kan het zorgkantoor de opdracht krijgen om bij de zorginkoop aan kwaliteitsaspecten regels te stellen. De Wlz schrijft voor dat de zorgkantoren de landelijk vastgestelde richtlijnen hanteren die in overleg met het Kwaliteitsinstituut worden opgesteld. Zorgkantoren moeten met aanbieders afspraken maken over de te hanteren outcome criteria. De staatssecretaris geeft aan dat zorgkantoren zich meer moeten gaan concentreren op de ervaring van de cliënt over de kwaliteit van zorg. In de sturing op kwaliteitsverbetering wordt de context beter meegenomen doordat een gesprek tussen aanbieder en zorgkantoor over kwaliteitsuitkomsten plaatsvindt. Bekostiging en prestaties In 2015 blijven de zorgzwaartepakketten (ZZP-en) behouden voor de bekostiging en de verantwoording tussen zorginkopers en zorgaanbieders. Voor de bekostiging wordt elk zorgprofiel van de indicatiestelling gekoppeld aan een ZZP. In de Wlz is opgenomen dat bij AMvB regels kunnen worden gesteld om de zorg persoonsvolgend te bekostigen. De staatssecretaris heeft aangegeven via de weg van de geleidelijkheid persoonsvolgendheid zowel in de inkoop als in de bekostiging in te voeren. De NZa wordt verzocht ZZP-onderhoud uit te voeren en daarbij te kijken naar een clustering van ZZP-en per Daarbij hoort ook een nieuwe tariefstructuur. De NZa-maximumtarieven worden relatief te ruim gevonden. De NZa stelt de te declareren prestaties op voor zorg met verblijf, VPT, extramurale functies en PGB. De extramurale functies zijn de onderdelen van het MPT die in 2015 wordt ingevoerd. De NZa prestaties hebben maximumtarieven. In de Wlz zal geleidelijk worden overgestapt van bevoorschotting naar betaling op basis van declaratie. In 2015 en 2016 is de bevoorschotting in de Wlz geregeld, zo is overeengekomen in de werkafspraken Transitie hervormingen langdurige zorg. Volgens de Wlz wordt overproductie niet vergoed. Uitvoering De zorgverzekeraars kunnen zich met een aparte rechtspersoon aanmelden bij de NZa als Wlzuitvoerders voor eigen verzekerden. De NZa houdt toezicht op de naleving van de wet door de Wlz-uitvoerders. De Wlz-uitvoerders, onafhankelijke privaatrechtelijk zbo s voor zo ver publiekrechtelijke taken worden uitgevoerd, zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wlz voor eigen verzekerden. De Wlz-uitvoerders hebben drie hoofdtaken: - Administratie en controle - Zorgplicht waaronder zorgbemiddeling - Zorginkoop Een onderdeel van de zorgplicht en zorgbemiddeling is dat de Wlz-uitvoerder verantwoordelijk is voor de (organisatie van) onafhankelijke cliëntondersteuning. Voor de uitvoering van administratie /controle wijst de minister per regio een Wlz-uitvoerder als zorgkantoor aan. Volgens de regering zijn zorgkantoren zelfstandige bestuursorganen. Voor 2015 blijven de zorgkantoorregio s (32) en de zorgkantoren gehandhaafd. De staatssecretaris heeft aangegeven geen overhaaste stappen te zetten met de regionale opschaling van zorgkantoren. Zorgkantoren zijn vanaf 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van PGB. De Wlz-uitvoerders kunnen hun taken uitbesteden aan zorgkantoren, maar blijven daarvoor wel verantwoordelijk. De Wlz biedt een wettelijke basis om bij een AMvB regels te stellen aan onder meer de zorginkoop. De opdracht aan de Wlz-uitvoerders is dat zij zich stevig inspannen voor goede, innovatieve zorg en voor een doelmatige uitvoering van de Wlz. Indien een zorgkantoor uitbestede taken niet goed uitvoert dient de Wlz-uitvoerder met verzekerden in die regio het zorgkantoor daarop aan te spreken. De NZa intensiveert het toezicht en zal rechtstreeks de verantwoordelijke Wlz-uitvoerder en het zorgkantoor daarop aanspreken. De NZa moet zich bij conflicten tussen zorgaanbieder en zorgkantoor scherper uitspreken over de 6

7 te volgen richting, bijvoorbeeld door een inhoudelijk oordeel bij een eenzijdig ingediende productieafspraak. De Wlz-uitvoerders zijn net als de zorgkantoren in de AWBZ - geen ondernemingen in de zin van de Mededingingswet. De ACM houdt daarom geen toezicht op het marktgedrag van Wlzuitvoerders. Zorginkoop De zorginkoop is een verantwoordelijkheid van de Wlz-uitvoerder, die deze voor zijn verzekerden kan uitbesteden aan zorgkantoren. Zorgkantoren kopen voor 2015 de zorg in. De inkoop moet gepaard gaan met vermindering van administratieve lasten. Zorgkantoren hebben in ZN-verband een uniform kader afgesproken en willen verdere stappen hierin zetten die leiden tot minder regeldruk. Hiertoe wordt door VWS met DSW een pilot gestart die onder meer ook gericht is op de ontwikkeling van meerjarige afspraken tussen zorgkantoren en zorgaanbieders. Zorgkantoren hebben geen contracteerplicht. Voor de Wlz geldt een aanbestedingsplicht. De inkoop wordt vereenvoudigd en geüniformeerd en de regering acht het wenselijk dat er een bestendig inkoopbeleid is. Bij AMvB kan worden voorgeschreven dat alle zorgkantoren de ZN-inkoopgids volgen en dezelfde kwaliteitscriteria hanteren (zie Kwaliteit). De wijze waarop mantelzorgers en vrijwilligers betrokken worden bij de zorg wordt een vast onderdeel van het inkoopbeleid van zorgkantoren. De regionale inkoopvrijheid van zorgkantoren wordt beperkt tot wezenlijke regionale aangelegenheden. De zorgkantoren krijgen de opdracht om aanbieders zorgvuldig onderling te vergelijken op klanttevredenheid, kwaliteit en doelmatigheid van zorg en deze criteria dienen een rol te spelen bij de lengte en continuering van contracten, de prijzen en gunning van volume. De NZa gaat de zorgkantoren benchmarken op de inkoop van zorg. In de Wlz is het mogelijk om meerjarige zorginkoopcontracten te sluiten en de regering ziet deze als een vliegwiel voor kwaliteit en innovatie in de zorg. DSW start in 2015 met een pilot voor meerjarige inkoopcontracten. De minister stelt in het vervolg het financieel macrobudgettair kader vast in plaats van de NZa. Vanwege de beheersbaarheid blijft er een macro- en een regionale contracteerruimte. Het PGB wordt vanaf 2015 ook onder de contracteerruimte gebracht. De vangnetbepaling die zorgorganisaties in staat stelt de zorg voort te zetten voor bestaande cliënten in geval zij geen contract meer hebben met het zorgkantoor blijft vrijwel ongewijzigd in de Wlz. Zorgplicht De Wlz-uitvoerder heeft een zorgplicht en dient voor cliënten die daar op zijn aangewezen zoveel verblijfszorg te contracteren dat zij op redelijke termijn (zgn. Treeknormen) en op redelijke afstand in een instelling kunnen gaan verblijven. De zorgplicht betekent volgens de Wlz niet dat het Wlzuitvoerder/zorgkantoor ervoor moet zorgen dat de cliënt binnen redelijke termijn in de instelling van zijn voorkeur kan gaan verblijven. Het zorgkantoor dient meerdere geschikte alternatieve verblijfsinstellingen aan te bieden waar de cliënt uit kan kiezen en waar de cliënt al dan niet in afwachting van een plaats in zijn instelling van voorkeur kan wonen. Indien een cliënt wil wachten op een plaats in zijn voorkeursinstelling kan hij kiezen voor een PGB, VPT of MPT mits in de thuisomgeving de zorg op verantwoorde wijze kan worden geleverd. Experimenteermogelijkheid en experimenten persoonsvolgende bekostiging In de Wlz is een experimenteermogelijkheid opgenomen. Bij AMvB kan van artikelen in de wet worden afgeweken en kunnen regels worden gesteld om een doeltreffendere uitvoering te realiseren. Voorbeelden van experimenten zijn regels over samenwerking tussen zorgkantoren, zorgaanbieders, gemeenten, etc. en over verbetering van innovatie en kwaliteit van de langdurige zorg. Bij AMvB kan ook een experiment worden ingericht met als doel voor de cliënt een afgestemd pakket te leveren over de grenzen van de Wlz, Wmo en Zvw heen. De staatssecretaris geeft aan dat ActiZ met vier leden gaat experimenteren met onder meer 7

8 persoonsvolgende bekostiging. Deze experimenten vinden plaats met ondersteuning van In voor zorg. De doelstelling van de experimenten is de gevolgen van verschillende vormen van persoonsvolgende bekostiging te verkennen. Taakstelling Vanaf 2017 is een structurele taakstelling van 0,5 miljard aangekondigd. Relatief gezien gaat het om 3%. Deze taakstelling wordt voor een belangrijk deel gerealiseerd door een goedkopere uitvoering vanwege minder regio s, minder beheerskosten door standaardisering, verminderen van administratieve lasten voor zorgaanbieders en representanten, terugdringen van (regionale) verschillen in indicatiestelling, zorggebruik en inkoopprijzen. De staatssecretaris kan niet op voorhand aangeven welk deel van de taakstelling door deze aanpak kan worden behaald. De NZa gaat de (maximum)tarieven systematisch bekijken. Er is vertrouwen, zo staat in de Wlz, dat de taakstelling behaald kan worden zonder dat het direct ten koste gaat van de cliënten die op de zorg zijn aangewezen. Toekomstperspectief In de toekomst wil de regering bezien of verdere verbeteringen in doelmatigheid mogelijk zijn. Voor de ouderenzorg wordt gedacht aan overheveling naar de Zvw en dat zorgverzekeraars risicodragend voor de eigen verzekerden de uitvoering ter hand nemen. Een adequaat risicovereveningsmodel is randvoorwaardelijk. Een beslissing hierover zal niet voor 2017 worden genomen, zo staat in de Memorie van Toelichting. Tweede Kamerleden maken zich zorgen over een risicodragende uitvoering van de Wlz en hebben twee moties aangenomen om een risicodragende inkoop en uitvoering door zorgverzekeraars te voorkomen. Onmiddellijke werking De wijzigingen binnen de Wlz ten opzichte van de AWBZ hebben een onmiddellijke werking bij inwerkingtreding van de Wlz. Dat wil zeggen dat de veranderende eisen uit de Wlz aan bijvoorbeeld de kwaliteit van zorg, de zorgplanbespreking, de leveringsvoorwaarden voor zorg direct hun beslag krijgen. Afbakening Wlz t.o.v. Wmo, Jeugdwet en Zvw Cliënten die voldoen aan de toegangscriteria voor de Wlz komen in beginsel niet meer in aanmerking voor ondersteuning op grond van de Wmo, Jeugdwet en Zvw. De Wlz is dus een voorliggende voorziening ten opzichte van deze wetten: In de Wmo is opgenomen dat de gemeente een maatwerkvoorziening kan weigeren indien iemand met betrekking tot de problematiek recht heeft op Wlz-zorg. Dat geldt ook indien er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat iemand recht zou kunnen krijgen op Wlz-zorg, maar weigert mee te werken aan het verkrijgen van een indicatiebesluit. Om gemeenten te stimuleren cliënten zo lang mogelijk in het gemeentelijk domein te ondersteunen, beziet het kabinet of hiervoor positieve prikkels kunnen worden ingebouwd. Voor de Jeugdwet geldt een vergelijkbare regeling als de Wmo. De gemeente is op grond van de Jeugdwet bij Wlz-cliënten alleen verantwoordelijk voor zorg en ondersteuning die niet behoort tot het verzekerd pakket van de Wlz, bijv. bij opvoedkundige hulp. De Wlz is ook voorliggend op de Zvw. Er zijn echter enkele uitzonderingen op deze hoofdregel, zoals voor intensieve kindzorg, palliatief terminale thuiszorg (voor cliënten die nog geen Wlz-indicatie hebben) en algemeen medische zorg (indien een Wlz-gerechtigde thuis woont met VPT, MPT of PGB). De aanspraak op deze vormen van zorg wordt ondergebracht in de Zvw, ook als voldaan is aan de toegangscriteria voor de Wlz. Indien een cliënt niet voldoet aan de toegangscriteria voor de Wlz, zijn de gemeente en/of de zorgverzekeraar verantwoordelijk voor een oplossing. ActiZ/HOO/oktober