Bestuursprocesrecht AAK Mr. K.J. de Graaf & mr.dr. A.T. Marseille. Wetgeving

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestuursprocesrecht AAK20116694 Mr. K.J. de Graaf & mr.dr. A.T. Marseille. Wetgeving"

Transcriptie

1 6694 KwartaalSignaal 119 staats- en bestuursrecht Bestuursprocesrecht AAK Mr. K.J. de Graaf & mr.dr. A.T. Marseille Wetgeving Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten Er is lang naar uitgekeken, maar sinds januari dit jaar is het er: het wetsvoorstel nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten (Kamerstukken II 2010/11, ). Ruim drie jaar heeft het geduurd om het voorontwerp van de wet bedacht door een Studiegroep onder voorzitterschap van de regeringscommissaris voor de Awb, Michiel Scheltema in een wetsvoorstel te veranderen. Het wetsvoorstel volgt op belangrijke punten het voorontwerp, maar wijkt er hier en daar in betekenende mate van af. Destijds waren de reacties op het voorontwerp tamelijk enthousiast voor zover het de bepalingen over nadeelcompensatie betrof, en uitermate wisselend over de bepalingen betreffende schadevergoeding. Voor wat betreft de nadeelcompensatie bevatte het voorontwerp een bepaling die een algemene grondslag bood voor vergoeding van door overheidshandelen veroorzaakt nadeel, alsmede een regeling van beroep bij de bestuursrechter tegen besluiten over vergoeding van nadeel. De door Scheltema c.s. voorgestelde regeling beperkte de beroepsmogelijkheid bij de bestuursrechter niet tot door be- sluiten veroorzaakt nadeel, maar beoogde de bestuursrechter ook bevoegd te maken ter zake van besluiten over door ander handelen van het bestuur veroorzaakt nadeel. Het wetsvoorstel wijkt op het punt van de bevoegdheidsgrondslag niet af van het voorontwerp. De voorgestelde bepaling (art. 4:126 lid 1 Awb) luidt als volgt: Indien een bestuursorgaan in de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak schade veroorzaakt die uitgaat boven het normale maatschappelijke risico en die een benadeelde in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft, kent het bestuursorgaan de benadeelde desgevraagd een vergoeding toe. Het meest opvallend aan die bepaling is dat daarin alleen het égalitébeginsel als grondslag voor het toekennen van nadeelcompensatie wordt genoemd. Aan pleidooien van onder meer Schueler en Tjepkema (waar op p. 13 in de memorie van toelichting naar wordt verwezen) om ook het vertrouwensbeginsel als grondslag voor het toekennen van nadeelcompensatie te erkennen, is geen gehoor gegeven. Op het punt van de bevoegdheid van de bestuursrechter wijkt het wetsvoorstel wel af van het voorontwerp. Weliswaar wordt elke beslissing over het compenseren van door overheidshandelen veroorzaakt nadeel (ongeacht of het nadeel door een besluit is veroorzaakt) als besluit aangemerkt, maar beroep tegen dat besluit is alleen mogelijk als de handeling waarover het gaat, zelf appellabel is. Een beslissing over de compensatie van nadeel dat is ontstaan door het verrichten van een feitelijke handeling, het opstellen van een algemeen verbindend voorschrift of een beleidsregel door het bestuur in het kader van de uitoefening van een publiekrechtelijke taak of bevoegdheid, is dus wel een besluit, maar niet een bij de bestuursrechter appellabel besluit. Daartoe wordt in hoofdstuk 8 van de Awb artikel 8:2a opgenomen, waarvan het eerste lid bepaalt dat geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit als bedoeld in artikel 4:126, voor zover de schade is veroorzaakt door een besluit of andere handeling waartegen geen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld. Die beperking neemt niet weg dat artikel 8:2a lid 2 een drietal verruimingen van de bevoegdheid van de bestuursrechter bevat. De bestuursrechter is namelijk wel bevoegd als het nadeel is ontstaan door een handeling ter uitvoering van een appellabel besluit (sub a), als dit bij wettelijk voorschrift of bij besluit van een bestuursorgaan is bepaald (sub b) of als een beleidsregel over de vergoeding is vastgesteld (sub c; dat betreft codificatie van geldende jurisprudentie; zie ARRvS 16 mei 1986, AB 1986/568, m.nt. Van Wijmen (Metroschade Rotterdam)). Met het voorgestelde artikel 8:2a lid 1 Awb is een van de meest gewaardeerde onderdelen van het voorontwerp, namelijk dat elk besluit op grond van artikel 4:126 Awb appellabel zou zijn, gesneuveld. Waarom werd het zo gewaardeerd? De reden is dat het een eind zou maken aan de situatie dat tegen het door een geheel van overheidshandelingen deels besluit, deels feitelijke handelingen veroorzaakt nadeel niet meer bij twee rechters hoefde te worden geprocedeerd (zie voor een aansprekend voorbeeld: ABRvS 23 juli 2003, AB 2003/275 m.nt. Verheij),

2 staats- en bestuursrecht KwartaalSignaal maar nog maar bij een, de bestuursrechter. Waarom is het toch gesneuveld? Uit angst dat het te druk wordt bij de bestuursrechter (zie p. 15 van de memorie van toelichting). Dan de regeling over schadevergoeding. De kritische kanttekeningen in de literatuur bij de ideeën van Scheltema c.s. hebben niet geleid tot ingrijpende wijzigingen in het wetsvoorstel ten opzichte van het voorontwerp. De twee pijlers van het voorontwerp zijn zo goed als overeind blijven staan. De eerste pijler betreft een gewijzigde bevoegdheidsverdeling tussen civiele en bestuursrechter. De onlogische maar eenvoudige bevoegdheidsverdeling zoals die nu bestaat (zowel de civiele als de bestuursrechter is bevoegd te oordelen over geschillen over door een vernietigd besluit veroorzaakte schade) is vervangen voor een iets minder onlogische maar ingewikkelder bevoegdheidsverdeling. Voor een aantal besluiten is sprake van elkaar uitsluitende competenties van bestuurs- en civiele rechter, voor een aantal andere besluiten blijven beide bevoegd. Uitgangspunt is zo blijkt uit artikel 8:89 Awb dat geschillen over schade die is veroorzaakt door besluiten waarover de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in hoogste instantie bevoegd is te oordelen, door de bestuursrechter worden behandeld en geschillen over schade die is veroorzaakt door besluiten waarover hetzij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS), hetzij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) in hoogste instantie bevoegd zijn te oordelen, door de civiele rechter. Een uitzondering op deze laatste bevoegdheidstoedeling betreft vorderingen tot (het voorontwerp hanteerde een grens van 5.000). Daar heeft de gelaedeerde de mogelijkheid zich, in plaats van tot de civiele rechter, tot de ABRvS dan wel het CBB te wenden. De gewijzigde rechtsmachtverdeling werd in 2007 betiteld als goede polderoplossing (zie: J.E.M. Polak, Goede polder oplossing. Maar slot op de toekomst van de bestuursrechtelijke rechtsbescherming, NJB 2007, p ) waarbij zo kan worden aangenomen de kwalificatie goede niet zag op het begrip oplossing maar op het begrip polder. De achtergrond van die kwalificatie was dat de voorgestelde rechtsmachtverdeling kool en geit spaart. Alle hoogste rechterlijke instanties krijgen een deel van de taart. Op z n hoogst een begrijpelijke uitkomst, maar geen verbetering ten opzichte van de huidige rechtsmachtverdeling. Ook de andere pijler van de schaderegeling staat nog recht overeind. Dat betreft de introductie van een zelfstandige verzoekschriftprocedure. Bij een geschil over schade ter zake waarvan de bestuursrechter bevoegd is, kan de gelaedeerde daar terecht op het moment van zijn keuze, zij het dat hij niet langer dan vijf jaar de normale verjaringstermijn voor dergelijke vorderingen moet wachten met het indienen van het verzoekschrift en dat hij ten minste acht weken voor het indienen van zijn verzoekschrift het bestuur heeft gevraagd de door hem geleden schade te vergoeden. De bestuursrechter beslist vervolgens of het verzoek voor toewijzing in aanmerking komt. Is dat het geval, dan veroordeelt hij het bestuur tot vergoeding van de schade (art. 8:95 Awb). Wet voor kostendekkende griffierechten Een wetswijziging waar door velen niet naar zal zijn uitgekeken betreft de Wet voor kostendekkende griffierechten. Op 31 maart 2011 heeft minister Opstelten het betreffende wetsvoorstel ter consultatie naar belanghebbende partijen gestuurd (zie wet-voor-kostendekkende-griffierechten.html). Het wetsvoorstel betreft zowel griffierechten in civiele als in bestuursrechtelijke procedures. Op dit moment bedraagt het griffierecht in bestuursrechtelijke procedures 150 voor natuurlijke personen en 298 voor rechtspersonen. Voor socialezekerheidszaken geldt een verlaagd tarief: 41. In hogerberoepsprocedures zijn de bedragen 227 (natuurlijke personen), 454 (rechtspersonen) en 112 (socialezekerheidszaken). Het wetsvoorstel maakt een eind aan het hogere griffierecht voor rechtspersonen, aan het lagere griffierecht dat in socialezekerheidszaken wordt geheven en introduceert een griffierecht voor de verwerende partij. De belangrijkste wijziging is echter dat de bedragen zeer fors omhoog gaan. Weliswaar niet zo fors als de titel van het wetsvoorstel doet vermoeden (de bedragen waar we dan mee te maken hadden gekregen, staan genoemd in Eddy Bauw, Frans van Dijk & Frank van Tulder, Een stille revolutie? De gevolgen van de invoering van kostendekkende griffierechten, NJB 2010, p ), maar nog altijd een verveelvoudiging van wat nu moet worden betaald. Het voorgestelde systeem zit als volgt in elkaar. Er worden drie categorieën appellanten onderscheiden: onvermogenden (inkomen lager dan per jaar), minvermogenden (inkomen tussen en ), middeninkomens (inkomen tussen en ) en appellanten die meer verdienen dan per jaar. Voor die laatste groep geldt een griffierecht van 500 in beroep en van 1250 in hoger beroep. Voor de andere drie groepen geldt een verlaagd tarief. Onvermogenden gaan 125 respectievelijk 313 betalen, minvermogenden 250 respectievelijk 625, middeninkomens 375 respectievelijk 938. De verhogingen zijn het grootst voor sociale zekerheidszaken en hogerberoepsprocedures. In sociale zekerheidszaken wordt het griffierecht (afhankelijk van het inkomen van de appellant) drie tot twaalf keer zo hoog, in hogerberoepsprocedures drie tot ruim twintig keer. De regering noemt in de memorie van toelichting drie redenen voor de verhoging: de eigen verantwoordelijkheid van de rechtszoekende, een beter functionerend rechtsbestel en de noodzaak tot bezuinigen. Het is vooral interessant wat de regering over de eigen verantwoordelijkheid stelt. Nadat is geconstateerd dat geschillen van burgers slechts in 5% van de gevallen aan de rechter worden voorgelegd, staat er: Burgers en bedrijven zijn heel goed in staat om andere methoden te vinden om hun problemen op te lossen. Het kabinet vindt het dan ook gerechtvaardigd om de rechtspraak te laten bekostigen door degenen die er gebruik van maken. Anders gezegd: geschillen kunnen te allen tijde op een andere manier dan door tussenkomst van de rechter worden opgelost; wie dat niet lukt heeft on-

3 6696 KwartaalSignaal 119 staats- en bestuursrecht voldoende zijn best gedaan en dat rechtvaardigt dat hij een fors bedrag betaalt om tot de rechter te worden toegelaten. Nogal aanmatigend hoe de overheid hier over haar burgers spreekt. Of nu 10%, 5% of 1% van de geschillen van burgers uiteindelijk aan de rechter worden voorgelegd, steeds zullen er geschillen zijn die daar helemaal op hun plaats zijn, of juist niet. Er zijn allerlei manieren waarop kan worden geprobeerd geschillen die de aandacht van de rechter niet verdienen daar weg te houden, ten bate van geschillen die zijn aandacht juist wel waard zijn. In het bestuursrecht valt te denken aan een stelsel van griffierechten waarbij een verband wordt gelegd tussen de aard van de zaak en hoogte van het griffierecht, aan ruimere mogelijk heden voor de rechter om ook burgers in de proceskosten te veroordelen en aan een verlofstelsel voor hoger beroep. De verhoging van het griffierecht die nu wordt voorgesteld zal er zeker toe leiden dat zaken die de aandacht van de rechter niet waard zijn minder vaak aan hem worden voorgelegd, maar ook dat zaken die zijn aandacht meer dan waard zijn, hem niet meer bereiken. Over de twee andere argumenten die de regering noemt, kunnen we kort zijn. Het bezuinigingsargument begrijpt iedereen. Het argument dat hogere griffierechten zullen leiden tot een beter functionerend rechtsbestel is een slag in de lucht. Wat de effecten van hogere griffierechten zullen zijn op het aantal beroepsprocedures is ongewis. In de memorie van toelichting wordt een inschatting gemaakt. Daarbij wordt er van uitgegaan dat een verhoging van 1% leidt tot een daling van het aantal procedures van 0,3%. Voor het bestuursrecht zou dit betekenen dat het zaaksaanbod met 20% daalt. In het eerder genoemde artikel van Bauw, Van Dijk & Van Tulder wordt uitvoerig beargumenteerd dat toegankelijke rechtspraak niet alleen van waarde is voor de feitelijke gebruikers, maar ook voor niet-gebruikers. De wetenschap bij partijen die in een geschil zijn verwikkeld dat, mochten ze er niet uitkomen, de gang naar de rechter een reële optie is, draagt er aan bij dat partijen hun geschillen bijna altijd zonder tussenkomst van de rechter tot een oplossing weten te brengen. Wordt de rechtspraak minder toegankelijk, dan verkleint dat de kans dat geschillen op een bevredigende manier worden opgelost. Goedkoop kan dan uiteindelijk duurkoop blijken te zijn. Maar daarover is in de memorie van toelichting op het wetsvoorstel niets te lezen. Literatuur Nadeelcompensatie is niet alleen aan de orde in het wetsvoorstel nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten, ook in de oratie die B.J. van Ettekoven eind vorig jaar hield ter gelegenheid van zijn benoeming tot hoogleraar Staats- en Bestuursrecht aan de Universiteit van Amsterdam en die begin dit jaar in druk verscheen, onder de titel: Wat is normaal? Van planschade naar nadeelcompensatie. In zijn uitermate lezenswaardige oratie legt Van Ettekoven de vinger op een aantal zere plekken van het nadeelcompensatierecht en komt hij met voorstellen voor verbeteringen. Een eerste zere plek betreft het verschil tussen de beoordeling van planschadeclaims en overige nadeelcompensatieclaims. Uitgangspunt bij nadeelcompensatie is dat wie financiële gevolgen ondervindt van op zichzelf rechtmatig overheidshandelen, gecompenseerd moet worden, maar alleen voor zover zijn nadeel het normaal maatschappelijk risico overstijgt. Geen volledige vergoeding dus, zoals bij schade als gevolg van onrechtmatig handelen, maar slechts een tegemoetkoming. Drempels en kortingen zijn gebruikelijk. Stel, een winkelier ondervindt nadeel van de aanleg van een parkeergarage voor zijn deur en ziet zijn omzet kelderen van naar De schade bedraagt Geldt een korting van 15%, dan wordt slechts vergoed. Geldt een drempel van 15%, dan wordt slechts vergoed. Bij planschade zoals schade als gevolg van de wijziging van een bestemmingsplan werd onder de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) uitgegaan van een volledige vergoeding, onder de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) niet meer helemaal (het bestuur moet een drempel toepassen van minimaal 2%), maar in de praktijk desondanks toch nog steeds bijna helemaal, omdat bestuursorganen bijna nooit een hogere drempel dan 2% vaststellen. Van Ettekoven stelt dat er geen goede redenen zijn een onderscheid te maken tussen planschade en overig nadeel. Overal zou de overheid even (weinig) royaal moeten zijn. Bij planschade is er nog een ander probleem. Dat betreft de grondslag van de vergoeding. Bepalend is in de huidige regeling of de verzoeker in een planologisch nadelige situatie terecht is gekomen. Of dat het geval is, hoeft niets te maken te hebben met de feitelijke situatie van de betrokkene. Een voorbeeld biedt een bewoner van een woning vlak bij de Betuwelijn, die planschade claimt vanwege geluidshinder door passerende treinen. Omdat onder het oude bestemmingsplan geen limiet gold voor de geluidsbelasting en onder het nieuwe plan wel, is hij er in planologisch opzicht op vooruit gegaan, ook al is hij er feitelijk (vanwege de regelmatig passerende treinen) op achteruitgegaan. Het omgekeerde doet zich ook voor (de planologische situatie verslechtert, de feitelijke blijft gelijk of verbetert), met als gevolg dat het zowel voorkomt dat personen die feitelijk geen nadeel ondervinden geld wordt toegestopt, als ook dat personen die feitelijk nadeel ondervinden met lege handen blijven. Ter vergelijking beschrijft Van Ettekoven het Vlaamse systeem. Onze primaire reactie: direct kopiëren. Een derde zere plek betreft de onvoorspelbaarheid van de uitkomst van het systeem. Dat heeft ermee te maken dat de eis dat, om voor financiële compensatie in aanmerking te komen, sprake moet zijn van een abnormale (dat wil zeggen: uitgaand boven het normaal maatschappelijk of ondernemersrisico) en een speciale (dat wil zeggen: een beperkte groep burgers in het bijzonder rakende) last. Met name wanneer sprake is van een speciale last, is moeilijk te voorspellen. Nadeelcompensatieregelingen laten

4 staats- en bestuursrecht KwartaalSignaal het vaak in het vage, de rechter geeft het bestuur de ruimte. Van Ettekoven pleit ervoor dat bestuursorganen standaardregelingen ontwerpen met vaste drempels en kortingen. Benadeelden weten dan waar ze aan toe zijn. Van Ettekoven heeft nog meer wensen. Zo vindt hij dat personen die geen directe planschade (bijvoorbeeld: door een bestemmingsplanwijziging worden de bebouwingsmogelijkheden van jouw perceel beperkt) maar slechts indirecte planschade (bijvoorbeeld: door een bestemmingsplanwijziging worden de bebouwingsmogelijkheden van een perceel vlak bij dat van jou uitgebreid) ondervinden, wel iets minder genereus zouden mogen worden behandeld. Daarnaast zou het begrip voorzienbaarheid kunnen worden opgerekt. Van Ettekoven pleit ervoor om ook ontwikkelingen die niet zijn vastgelegd of aangekondigd in een beleidsdocument, maar waarvan je als redelijk denkend burger kunt vermoeden dat ze ooit gaan plaatsvinden (bijvoorbeeld: de bebouwing van het weiland geen natuurgebeid waar je vanuit je huis op uitkijkt), als voorzienbaar aan te merken zodat waardedalingen als gevolg van zo n ontwikkeling niet meer vergoed worden. Een laatste wens betreft de rol van externe deskundigen. Die spelen op dit moment een centrale rol bij de besluitvorming over planschade en zorgen ervoor dat veel van de planschadekosten daar terecht komen. Schadeadviescommissies zouden veel van het werk van de deskundigen kunnen overnemen. Een allerlaatste wens van Van Ettekoven lijkt niet te gaan uitkomen. Hij pleit ervoor dat de wetgever de Studiegroep Scheltema volgt in zijn voorstel de bevoegdheid van de bestuursrechter te verruimen. Dat is niet gebeurd, zoals we hiervoor hebben gezien. Maar wie weet zullen kamerleden die de oratie van Van Ettekoven lezen, zijn wens ter harte nemen. Jurisprudentie Toegang tot de bestuursrechter wordt alleen verschaft aan een burger die de kwaliteit heeft van belanghebbende in de zin van artikel 1:2 Awb en bovendien voldoet aan de eis van artikel 6:13 Awb. In die laatste bepaling is neergelegd dat voorafgaand aan de procedure bij de bestuursrechter bezwaar moet zijn gemaakt of zienswijzen moeten zijn ingediend in het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Is dat het geval, dan is de bestuursrechter bereid al de aangevoerde bezwaren tegen het bestreden besluit te beoordelen. Indien echter op de procedure het in artikel 1.9 van de Crisis- en herstelwet opgenomen relativiteitsvereiste van toepassing is, dan kan de belanghebbende zich niet op schending van een rechtsnorm beroepen als die norm kennelijk niet is geschreven ter bescherming van zijn belangen. Op alle drie de punten zijn aan het begin van 2011 relevante uitspraken gedaan door de Afdeling. Belanghebbende bij een omgevingsvergunning In haar uitspraak van 13 april 2011 (LJN: BQ1081) heeft de Afdeling duidelijkheid proberen te geven over de juiste toepassing van artikel 1:2 Awb met betrekking tot een omgevingsvergunning ( Wie is belanghebbende bij een omgevingsvergunning? ). Opmerkelijk is dat de Afdeling dat doet, ondanks dat de Wabo niet van toepassing is op het geschil dat met die uitspraak beslecht moest worden. Voor een goed begrip van de uitspraak is het van belang te weten dat de omgevingsvergunning is geregeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en kort gesteld bestaat uit een optelsom van vergunningstelsels die golden voorafgaand aan de inwerkingtreding daarvan op 1 oktober 2010 (zie ook AA ). Zo kan één omgevingsvergunning gelet op de opsomming in de artikelen 2.1 en 2.2 Wabo worden verleend voor zowel het vellen van een houtopstand (vroeger: kapvergunning), het bouwen van een bouwwerk (vroeger: bouwvergunning) als het oprichten van een inrichting (vroeger: milieuvergunning). Waarom voelde de Afdeling nu de noodzaak om duidelijkheid te creëren? In de uitspraak wordt aangegeven dat de omgevingsvergunning kan bestaan uit verschillende delen (zoals een kap-, bouw- en milieudeel) waarvoor voorafgaand aan de invoering van de Wabo verschillende kringen van belanghebbenden bestonden. Voor een kapvergunning ( kun je de betreffende boom zien? ) gold een andere kring dan voor de milieuvergunning ( is aannemelijk dat je de milieugevolgen van de inrichting op jouw perceel kan ondervinden? ). Omdat in het bestuursrecht hoofd regel is dat de vraag naar de belanghebbendheid beantwoord wordt aan de hand van de feitelijke gevolgen van het (gehele) besluit, zou daarvan de consequentie zijn dat de belanghebbendheid bij een omgevingsvergunning voor het vellen van een houtopstand en het oprichten van een inrichting wordt bepaald door de ruimste kring van belanghebbenden. De burger die geen zicht heeft op de te kappen boom, maar wel de milieugevolgen van de inrichting kan ondervinden, is dan belanghebbende voor de gehele omgevingsvergunning, inclusief het deel over de boom die hij niet kan zien. Daarmee zou de invoering van de Wabo een verruiming van de rechtsbescherming tot gevolg hebben. De Afdeling staat dat echter niet toe: Nu uit de geschiedenis van de totstandkoming van de Wabo niet blijkt dat de wetgever dit verschil in omvang van de kringen van belanghebbenden heeft willen opheffen, ligt het in de rede om, indien een bestreden omgevingsvergunning meer dan één toestemming als bedoeld in de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wabo bevat, per toestemming te bepalen of degene die een rechtsmiddel heeft aangewend belanghebbende is. Per (deel)toestemming moet dus worden beoordeeld of een burger belanghebbende is in de zin van artikel 1:2 Awb. Alleen in geschillen over bestemmingsplannen hanteert de Afdeling dezelfde werkwijze. Dit alles betekent dat de kringen van belanghebbenden bij de toestemmingen zoals die golden voorafgaand aan de integratie van die toestemmingsstelsel in de Wabo, onveranderd blijven. Op één punt laat de Afdeling toch een potentiële verruiming van de kring van belanghebbenden en de rechtsbescherming toe. Wordt door een omgevingsvergunning toestemming gegeven voor meerdere in artikel 2.1 of 2.2 Wabo opgesomde activiteiten en zijn die activiteiten onlosmakelijk met elkaar

5 6698 KwartaalSignaal 119 staats- en bestuursrecht verbonden ( fysiek niet te scheiden ) zoals bedoeld in artikel 2.7 Wabo, dan lijdt de nieuwe regel van de Afdeling uitzondering. Voor de toestemmingen voor die onlosmakelijk met elkaar verbonden activiteiten, geldt de ruimste van de toepasselijke kringen van belanghebbenden. Onderdelen van een omgevingsvergunning Voorafgaand aan de hierboven besproken uitspraak over het belanghebbendebegrip, had de Afdeling op vergelijkbare wijze aanwijzingen gegeven over de toepassing van artikel 6:13 Awb als het gaat om de rechtsbescherming tegen omgevingsvergunningen. Ook in dat geschil was de Wabo niet van toepassing, maar weerhield dat de Afdeling er niet van duidelijkheid te verschaffen. Om deze uitspraak goed te begrijpen is van belang dat artikel 6:13 Awb zo moet worden geïnterpreteerd dat het niet alleen eist dat de belanghebbende heeft deelgenomen aan de bestuurlijke fase (indienen zienswijze of bezwaar), maar ook dat hij in beroep niet opkomt tegen andere besluitonderdelen dan waar zijn zienswijzen of bezwaren op zagen. Het belangrijkste probleem dat na invoering van de Wabo speelt, is dat daaraan voorafgaande, in de jurisprudentie over de milieuvergunning op grond van hoofdstuk 8 van de Wet milieubeheer, als besluitonderdelen werden aangemerkt de verschillende beslissingen over de aanvaardbaarheid van verschillende categorieën milieugevolgen (bv. geur, geluid). Maar in de jurisprudentie over vrijstellingen op grond van de WRO met het oog op het verlenen van bouwvergunningen, werden de in die besluiten eveneens voorkomende beslissingen over de aanvaardbaarheid van verschillende categorieën milieugevolgen voor het woon- en leefklimaat, niet als besluitonderdeel aangemerkt. Dat verschil in de eigen jurisprudentie heeft de Afdeling er op 9 maart 2011 (JB 2011/91 m.nt. Albers & Schlössels) toe gebracht te bepalen dat het in de rede ligt voor de toepassing van artikel 6:13 Awb elk van de in de artikel 2.1 en 2.2 Wabo bedoelde toestemmingen die in een omgevingsvergunning kunnen zijn opgenomen, als besluitonderdeel op te vatten. Zo is de toestemming voor het vellen van een houtopstand één besluitonderdeel en is de toestemming voor het oprichten van een inrichting dat evenzeer. Is een burger belanghebbende bij meerdere onderdelen van een omgevingsvergunning, dan eist artikel 6:13 Awb dat hij zich in de bestuurlijke fase heeft verzet tegen alle onderdelen waartegen hij in beroep wil opkomen. Is dat voor een bepaald onderdeel niet het geval, dan is het beroep in zoverre niet-ontvankelijk. Overigens heeft deze jurisprudentie noodgedwongen ook gevolgen voor steeds zeldzamer wordende rechtspraak over de milieuvergunning op grond van hoofdstuk 8 van de Wet milieubeheer. Die vergunning is per 1 oktober opgegaan in de omgevingsvergunning. De Afdeling bepaalt dan ook dat voor elke op of na 1 april 2011 bekendgemaakte milieuvergunning geldt dat deze niet langer bestaat uit meerdere besluitonderdelen. Voor de milieuvergunning die voor 1 april wordt gepubliceerd, blijft de oude lijn gehandhaafd. Het relativiteitsvereiste in het bestuursprocesrecht Met de op 31 maart 2010 van kracht geworden Crisis- en herstelwet (Chw) is het veelbesproken relativiteitsvereiste in het bestuursprocesrecht ingevoerd. Het is geregeld in artikel 1.9 Chw. Voorlopig geldt het enkel voor de geschillen waarop de Chw van toepassing is, maar het wetsvoorstel Wet aanpassing bestuursprocesrecht voorziet in de invoering van een artikel 8:69a Awb (zie Kamerstukken II, 2009/10, , nr. 3, p. 18), waarin hetzelfde vereiste is neergelegd. Het verplicht de bestuursrechter een besluit niet te vernietigen op de grond dat het in strijd is met een geschreven of ongeschreven norm, indien deze norm kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept. Gelet op het gebruik van de term kennelijk, moet de bestuursrechter het bestreden besluit wél vernietigen als twijfel bestaat over de vraag of de norm strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich op de schending daarvan beroept. Over de toepassing van het vereiste heeft de Afdeling inmiddels enkele uitspraken gedaan; de eerste op 19 januari 2011 (ABRvS 19 januari 2011, AB 2011/47 m.nt. De Gier & De Waard, JB 2011/48 m.nt. Heldeweg, TBR 2011/30 m.nt. Nijmeijer). Het geschil waarover de Afdeling op 19 januari besliste betreft een bestemmingsplan ten behoeve van de bouw van 740 woningen aan de noordzijde van Brummen. Appellanten, omwonenden van het plan, verzetten zich daartegen. Zij beroepen zich onder meer op de milieuzone die geldt voor het bedrijf Cray Valley. De toelichting van het bestemmingsplan vermeldt daarover dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening rekening is gehouden met de door de VNG opgestelde lijst van bedrijfsactiviteiten. Daarin wordt aanbevolen een milieuzone te hanteren van 200 meter tussen het bedrijf en dichtstbijzijnde te bouwen woningen. De afstand tot de geprojecteerde woningen bedraagt volgens de plantoelichting feitelijk 185 meter. In afwijking van de plantoelichting stelde de gemeenteraad gedurende de procedure dat de milieuzone eigenlijk 300 meter zou moeten zijn en dat woningbouw is geprojecteerd op 250 meter van het bedrijf. Omdat een en ander vervolgens onduidelijk blijft, concludeert de Afdeling dat het bestemmingsplan op dit punt niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid. De aangevoerde beroepsgrond zou derhalve kunnen slagen zodat het besluit vernietigd zou moeten worden, maar omdat de Chw van toepassing is op het geschil, is het de vraag of het relativiteitsvereiste aan vernietiging in de weg staat (zie r.o ). Na een algemene overweging over de bedoeling van de wetgever ( dat de bestuursrechter een besluit niet moet vernietigen wegens schending van een rechtsregel die niet strekt tot bescherming van een belang waarin de eisende partij feitelijk dreigt te worden geschaad ), onderzoekt de Afdeling of de wettelijke norm ( goede ruimtelijke ordening ) in het onderhavige geval strekt tot bescherming van de appellanten die zich op die norm beroepen. De Afdeling spitst haar beoordeling nader toe op (wettelijke) eisen en randvoorwaarden die gelden voor het aanwijzen van bestemmingen ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening, zoals de in het onderhavige geval relevante afstandsnormen uit de

6 staats- en bestuursrecht KwartaalSignaal VNG-brochure. De daarin opgenomen indicatieve afstandsnormen zijn relevant voor de te hanteren afstand tussen de op te richten woningen en het bedrijf. Appellanten komen echter op voor kort gesteld het belang van behoud van hun woonomgeving. Omdat de afstandsnorm dient ter bescherming van andere belangen (te weten: de belangen van de toekomstige bewoners bij een goede leef- en woonomgeving en die van het bedrijf bij een ongehinderde bedrijfsuitoefening (zie daarover ook ABRvS 16 maart 2011, LJN: BP7776)) dan de belangen waarvoor de appellanten opkomen, kan overschrijding van de afstandsnormen niet leiden tot vernietiging van het besluit als reactie op het beroep van deze appellanten. Gelet op de omstandig heden van het geval, verbaast niet dat de omwonenden van het plan zich niet konden beroepen op die (indicatieve) afstandsnorm.

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht 2 september 2015 16:00 uur - 17:00 uur Online Wat gaan we doen: rechtspraak over.. 1. De 3 B s (bestuursorgaan-, belanghebbende- en besluitbegrip) 2. Schadevergoeding

Nadere informatie

ECGR/U201300637 Lbr. 13/058

ECGR/U201300637 Lbr. 13/058 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten uw kenmerk ons kenmerk ECGR/U201300637 Lbr. 13/058 bijlage(n)

Nadere informatie

NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 november 2011 HOOFDSTUK 8 BIJZONDERE BEPALINGEN OVER DE WIJZE VAN PROCEDEREN BIJ DE BESTUURSRECHTER

NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 november 2011 HOOFDSTUK 8 BIJZONDERE BEPALINGEN OVER DE WIJZE VAN PROCEDEREN BIJ DE BESTUURSRECHTER 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige

Nadere informatie

VNG Juridische 2-daagse. Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer 11 oktober 2011

VNG Juridische 2-daagse. Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer 11 oktober 2011 VNG Juridische 2-daagse Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer Liesbeth.berkouwer@kvdl.nl 11 oktober 2011 Programma Finale geschilbeslechting - toepassing 8:72 - bestuurlijke lus - zaaksdifferentiatie Wetsvoorstel

Nadere informatie

Aansprakelijkheid en schadevergoeding Awb

Aansprakelijkheid en schadevergoeding Awb Aansprakelijkheid en schadevergoeding Awb Contactgroep Algemeen Bestuur Prof. mr. G.A. van der Veen AKD Rotterdam Rijksuniversiteit Groningen 9 april 2014 Inhoud lezing 1. Inleiding: de nieuwe regeling

Nadere informatie

Inhoud. Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang

Inhoud. Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang Inhoud Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang 2. Grondslag aanvraag omgevingsvergunning voor artikel 2.1 lid 1 onder e- activiteiten (milieu) 3. OBM en milieuneutrale verandering 4. Overig

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal I Vergaderjaar 2017-2018 32 450 Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en aanverwante wetten met het oog op enige verbeteringen en vereenvoudigingen van het bestuursprocesrecht

Nadere informatie

Datum 09 februari 2018 Onderwerp Evaluatie van het relativiteitsvereiste en het passeren van gebreken (Algemene wet bestuursrecht)

Datum 09 februari 2018 Onderwerp Evaluatie van het relativiteitsvereiste en het passeren van gebreken (Algemene wet bestuursrecht) 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

AKD Gemeentedag 2014 Prof. mr. G.A. van der Veen Rotterdam 20 maart 2014

AKD Gemeentedag 2014 Prof. mr. G.A. van der Veen Rotterdam 20 maart 2014 AKD Gemeentedag 2014 15 maanden Wet aanpassing bestuursprocesrecht Prof. mr. G.A. van der Veen Advocaat bestuursrecht/omgevingsrecht AKD Advocaten en notarissen Rotterdam Bijzonder hoogleraar milieurecht

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009

Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 19 juni 2009 OPGAVE 1 (34 punten) Vraag 1.1 (5 punten) Er staan geen bestuursrechtelijke rechtsmiddelen open. Het voorbereidingsbesluit van artikel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet

Nadere informatie

LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207

LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207 LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207 Datum uitspraak: 16-02-2011 Datum publicatie: 25-02-2011 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak

Nadere informatie

Petra Vries Trainingen. Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter. de wijzigingen in de Awb

Petra Vries Trainingen. Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter. de wijzigingen in de Awb Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter & de wijzigingen in de Awb Introductie Dit document is een bijlage bij de presentatie over Het Nieuwe Procederen bij de bestuursrechter. Hierin bespreek ik

Nadere informatie

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-10-2010 Datum publicatie: 29-10-2010 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet

Nadere informatie

Actualiteiten Awb. Liesbeth Berkouwer, Kennedy Van der Laan 29 oktober 2013

Actualiteiten Awb. Liesbeth Berkouwer, Kennedy Van der Laan 29 oktober 2013 Actualiteiten Awb Liesbeth Berkouwer, Kennedy Van der Laan liesbeth.berkouwer@kvdl.nl 29 oktober 2013 Programma Gewijzigde Awb aanpassing bestuursprocesrecht schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten

Nadere informatie

Rb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning

Rb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning Rb. Noord-Holland, 31-12-2013, HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem Tijdelijke omgevingsvergunning Tijdelijke omgevingsvergunning Omgevingsvergunning met instandhoudingstermijn

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

Nadeelcompensatie onder de Omgevingswet. Mr. dr. Dirk Sanderink

Nadeelcompensatie onder de Omgevingswet. Mr. dr. Dirk Sanderink Nadeelcompensatie onder de Omgevingswet Mr. dr. Dirk Sanderink Algemene regeling van art. 4:126 e.v. Awb (1) Art. 4:126 lid 1 Awb (Stb. 2013/50 nog niet in werking) Indien een bestuursorgaan in de rechtmatige

Nadere informatie

Uniformiteit in termijnen? Sneller en beter?

Uniformiteit in termijnen? Sneller en beter? Uniformiteit in termijnen? Sneller en beter? Mr. C.G.J.M. Termaat* 1 Inleiding Het wetsvoorstel voor de nieuwe Omgevingswet (hierna: Omgevingswet) van 16 juni jl. heeft inmiddels alweer de nodige aandacht

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

AB 2015/165: Wns van toepassing op verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn; overgangsrecht. Analoge toepassing Wns.

AB 2015/165: Wns van toepassing op verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn; overgangsrecht. Analoge toepassing Wns. Page 1 of 6 AB 2015/165: Wns van toepassing op verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn; overgangsrecht. Analoge toepassing Wns. Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de

Nadere informatie

Actualiteiten bestuurs(proces)recht

Actualiteiten bestuurs(proces)recht Datum 20-03-2013 1 Actualiteiten bestuurs(proces)recht VMR Actualiteitendag 2013 Kars de Graaf E: k.j.de.graaf@rug.nl T: 050 363 5787 Datum 20-03-2013 2 Aangenomen wetgeving Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding

Nadere informatie

Overheidsaansprakelijkheid een klein variété van wetgeving en rechtspraak. VMR 20 maart 2014

Overheidsaansprakelijkheid een klein variété van wetgeving en rechtspraak. VMR 20 maart 2014 Overheidsaansprakelijkheid een klein variété van wetgeving en rechtspraak VMR 20 maart 2014 Titel 8.4 Awb Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten (Stb. 2013/50) 2 onderwerpen:

Nadere informatie

De reikwijdte van de bestuursrechtelijke schadeverzoekschriftprocedure

De reikwijdte van de bestuursrechtelijke schadeverzoekschriftprocedure K.J. de Graaf, A.T. Marseille & D. Sietses 1 Weten schap De reikwijdte van de bestuursrechtelijke schadeverzoekschriftprocedure 1. Inleiding Bijna twee jaar geleden werd de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Nadere informatie

M.G.O. de Lange. 1 C.L.G.F.H. Albers, De Gemeentestem, Het wetsvoorstel aanpassing bestuursprocesrecht, 2011/50.

M.G.O. de Lange. 1 C.L.G.F.H. Albers, De Gemeentestem, Het wetsvoorstel aanpassing bestuursprocesrecht, 2011/50. M.G.O. de Lange Wet aanpassing bestuursprocesrecht In deze korte bijdrage een bespreking van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht (hierna: Wab). Beoogd is een contourschets, waarin een aantal highlights

Nadere informatie

VMR Actualiteiten. Actualiteiten bestuurs(proces)recht. Kars de Graaf faculteit rechtsgeleerdheid

VMR Actualiteiten. Actualiteiten bestuurs(proces)recht. Kars de Graaf faculteit rechtsgeleerdheid Datum 29-03-2012 1 VMR Actualiteiten Actualiteiten bestuurs(proces)recht Kars de Graaf k.j.de.graaf@rug.nl 050 363 5787 Algemeen belanghebbende Datum 29-03-2012 2 Herinnert u zich deze nog? Vz. ABRvS 31

Nadere informatie

Art. 6:13 (1) 216 Art. 6:13 Awb C. 6. Algemene bepalingen over bezwaar en beroep. Awb

Art. 6:13 (1) 216 Art. 6:13 Awb C. 6. Algemene bepalingen over bezwaar en beroep. Awb Art. 6:13 (1) Awb Geen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen als bedoeld in artikel 3:15 naar voren

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:107

ECLI:NL:RBMNE:2014:107 ECLI:NL:RBMNE:2014:107 Instantie Datum uitspraak 15-01-2014 Datum publicatie 15-01-2014 Zaaknummer UTR 12/4508 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht

Nadere informatie

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:

Nadere informatie

Actualiteiten bestuurs(proces)recht

Actualiteiten bestuurs(proces)recht 1 Actualiteiten bestuurs(proces)recht VMR Actualiteitendag 2017 Prof. mr. K.J. (Kars) de Graaf 2 Onderwerpen Organisatie hoogste bestuursrechtspraak Einde ne bis in idem-rechtspraak (art. 4:6 Awb) Inherente

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 Instantie Datum uitspraak 12-06-2017 Datum publicatie 21-06-2017 Zaaknummer 17_175 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Omgevingsrecht Eerste

Nadere informatie

Planschade & nadeelcompensatie: actuele ontwikkelingen StAB 19 september 2017

Planschade & nadeelcompensatie: actuele ontwikkelingen StAB 19 september 2017 Planschade & nadeelcompensatie: actuele ontwikkelingen StAB 19 september 2017 Berthy van den Broek g.m.vandenbroek@uu.nl Onderwerpen 1. (G)één uniforme nadeelcompensatieregeling op basis van het égalitébeginsel?

Nadere informatie

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om:

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om: Bijlage 2. Juridische uiteenzetting De onderbouwing van dit raadsbesluit is juridisch complex door de chronologie van besluitvorming (in de procedures voor aanlegvergunning en vaststelling bestemmingsplan)

Nadere informatie

VMR Actualiteitendag Bestuurs(proces)recht

VMR Actualiteitendag Bestuurs(proces)recht Datum 20-03-2014 1 VMR Actualiteitendag 2014 Bestuurs(proces)recht Mr. Kars J. de Graaf k.j.de.graaf@rug.nl / 050 363 5787 Datum 20-03-2014 2 Incidenteel hoger beroep: regeling Ter bevordering van een

Nadere informatie

Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer 2014.

Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer 2014. AthenaSummary Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Bachelorjaar 2 Bestuurs(proces)recht II- B Samenvatting van de stof - Bestuursrecht in het Awb- tijdperk, T. Barkhuysen e.a., Kluwer

Nadere informatie

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd Mandaat en delegatie mr. M.C. de Voogd Artikel 1:1 Awb 1. Onder bestuursorgaan wordt verstaan: a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of b. een ander persoon of college,

Nadere informatie

Aan de commissie VROM

Aan de commissie VROM Made, 20 maart 2002 Commissievergadering d.d. 16 april 2002 Aan de commissie VROM Agendapunt: Onderwerp: Verzoeken om planschadevergoeding Toelichting: De verzoeken om planschadevergoeding zijn ingediend

Nadere informatie

Toelichting op de Coördinatieverordening

Toelichting op de Coördinatieverordening Toelichting op de Coördinatieverordening Hoofdstuk 1: Algemene toelichting 1. Coördinatieregeling ex artikel 3.30 Wro Afdeling 3.6 Wro bevat verschillende coördinatieregelingen voor Rijk, provincie en

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 37105 23 december 2014 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 12 december 2014, nr. 591110, tot indexering

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 pagina 1 van 5 Uitspraak 201404071/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 28 januari 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201404071/1/R2. Datum uitspraak: 28 januari 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR

HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR OVER-gemeenten de gemeenteraad van Wormerland t.a.v. Ernest Bressers Postbus 20 1530 AA Wormer Retour naar correspondentieadres postbus

Nadere informatie

Actualiteiten aansprakelijkheid

Actualiteiten aansprakelijkheid Actualiteiten aansprakelijkheid Zo, nu eerst overheidsaansprakelijkheid en nadeelcompensatie! Mr.dr. C.N.J. Kortmann 7 november 2016 Sessie 1G Onderwerpen vandaag Korte verkenning van het veld en de spelers

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201803876/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 17 oktober 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI:

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht.

CVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht. CVDR Officiële uitgave van Maastricht. Nr. CVDR367404_1 14 maart 2017 Coördinatieverordening gemeente Maastricht Hoofdstuk 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: d. e. f. g.

Nadere informatie

Actualiteiten Awb 2014. Liesbeth Berkouwer www.kvdl.nl

Actualiteiten Awb 2014. Liesbeth Berkouwer www.kvdl.nl Actualiteiten Awb 2014 Liesbeth Berkouwer www.kvdl.nl Programma Wijzigingen in de Awb - aanpassing bestuursprocesrecht - schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten - toekomstig: nadeelcompensatie Jurisprudentie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2013 Datum publicatie 03-04-2014 Zaaknummer AMS 13-2085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Op weg met de Wabo (deel I)

Op weg met de Wabo (deel I) Op weg met de Wabo (deel I) Wabo Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) het afgelopen najaar is, na de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en de Waterwet,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 355 8 januari 2010 Beleidsregel houdende bepalingen met betrekking tot het aanvragen en behandelen van aanvragen voor

Nadere informatie

Uitspraak /5/R3

Uitspraak /5/R3 Uitspraak 201306630/5/R3 Datum van uitspraak: woensdag 4 februari 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: de raad van de gemeente Weert Eerste aanleg - meervoudig Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer AWB - 14 _ 1957 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Andere voorbeelden waarbij mogelijk sprake kan zijn van planschade zijn verlies van privacy, (toename van) geluidsoverlast of andere hinder.

Andere voorbeelden waarbij mogelijk sprake kan zijn van planschade zijn verlies van privacy, (toename van) geluidsoverlast of andere hinder. Wat is planschade? Planschade is financiële schade die een persoon of een bedrijf lijdt als gevolg van een planologische maatregel. Zo n maatregel is in de meeste gevallen een wijziging van het bestemmingsplan

Nadere informatie

Uit: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 23 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1491 (AB 2014/400)

Uit: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 23 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1491 (AB 2014/400) Uit: Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State, 23 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1491 (AB 2014/400) Mr. N.S.J. Koeman Wet ruimtelijk ordening: art. 3.1; Wet milieubescherming: art. 1.1; Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2015:5301

ECLI:NL:RBGEL:2015:5301 ECLI:NL:RBGEL:2015:5301 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 18082015 Datum publicatie 19082015 Zaaknummer AWB 14 _ 7236 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Omgevingsrecht Bodemzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

14-09. ABRvS 24 december 2013, nr. 201304161/1/A4 (Nijmegen) (ECLI:NL:RVS:2013:2610) Milieu/natuur/water

14-09. ABRvS 24 december 2013, nr. 201304161/1/A4 (Nijmegen) (ECLI:NL:RVS:2013:2610) Milieu/natuur/water 47 zitting betoogd dat deze stukken aldus mede namens haar dochtermaatschappijen, meer in het bijzonder namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Cycleon Netherlands B.V. (hierna:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:7536

ECLI:NL:RBNHO:2015:7536 ECLI:NL:RBNHO:2015:7536 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 09-09-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 15 _ 835 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Omgevingsrecht

Nadere informatie

Paul Krugerbrug II 13-12-2013 EN RECENTE JURISPRUDENTIE ABRVS 22 NOVEMBER 1983, AB 1984, 154 (I)

Paul Krugerbrug II 13-12-2013 EN RECENTE JURISPRUDENTIE ABRVS 22 NOVEMBER 1983, AB 1984, 154 (I) PAUL KRUGERBRUG II EN RECENTE JURISPRUDENTIE ANITA NIJBOER 13 DECEMBER 2013 PAUL KRUGERBRUG II, ABRVS 22 NOVEMBER 1983, AB 1984, 154 (I) Korte schets van de situatie - De Minister van Verkeer en Waterstaat

Nadere informatie

Vervolg memo. Raadsbrief. College 121510. gemeenteraad. wethouder H.J. Weeda A. Ruiter J. van der Molen

Vervolg memo. Raadsbrief. College 121510. gemeenteraad. wethouder H.J. Weeda A. Ruiter J. van der Molen pagina 1 van 5 Raadsbrief Van Registreren College 121510 Kopie aan wethouder H.J. Weeda A. Ruiter J. van der Molen Aan gemeenteraad Datum Onderwerp 19 juni 2013 uitleg juridische status en procedure vrijstelling

Nadere informatie

De Minister van Justitie Schedeldoekshaven EX DEN HAAG. Mijnheer de Minister,

De Minister van Justitie Schedeldoekshaven EX DEN HAAG. Mijnheer de Minister, Directie Bestuurszaken Bemidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag Tel.: 070 3 499 499 Fax: 070 3 832 535 Internet: www.ser.nl De Minister van Justitie Schedeldoekshaven 100 25 1 1 EX DEN HAAG Den

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:3840

ECLI:NL:RBNHO:2014:3840 ECLI:NL:RBNHO:2014:3840 Instantie Datum uitspraak 28-04-2014 Datum publicatie 13-05-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland AWB-14_1317 bz Bestuursrecht

Nadere informatie

De waarde van een overeenkomst over ruimtelijke ontwikkeling. prof. mr. Peter van Buuren

De waarde van een overeenkomst over ruimtelijke ontwikkeling. prof. mr. Peter van Buuren De waarde van een overeenkomst over ruimtelijke ontwikkeling prof. mr. Peter van Buuren Voorbeeld bevoegdhedenovereenkomst 1. De gemeente zal bestemmingsplan opstellen dat een planologische basis biedt

Nadere informatie

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Notitie Beleid ten behoeve van Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Gemeente Bussum Afdeling Ruimtelijke Inrichting September 2009 1 1. AANLEIDING De gemeente Bussum heeft in het jaar

Nadere informatie

1)estuursreclaqirA,IL

1)estuursreclaqirA,IL Raad vanstate 1)estuursreclaqirA,IL Raad van de gemeente Hof van Twente Postbus 54 7470 AB GOOR Gemeente Hof van Twente [Nr: [Afdeling: Bvo: a / nee lingekomen: 2 JULI 2015 Kopie aan: Archief: \N / NR

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets BESTUURSPROCESRECHT 17 JUNI 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning

Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00103914 Burgemeester en wethouders hebben op 6 september 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen

Nadere informatie

Ruimtelijke ontwikkeling, grondbedrijf en verkeer 2.4 Sterke stad Meer werkgelegenheid

Ruimtelijke ontwikkeling, grondbedrijf en verkeer 2.4 Sterke stad Meer werkgelegenheid Voorstel aan de raad Nummer: 160015495 gemeente Lelystad Portefeuille: Programma: Programma onderdeel Steller: Afdeling: Telefoon: E-mail: Ruimtelijke ontwikkeling, grondbedrijf en verkeer 2.4 Sterke stad

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk

DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK. mr. J.A.M. van Angeren. Tweede druk DE GEWONE RECHTER EN DE BESTUURSRECHTSPRAAK mr. J.A.M. van Angeren Tweede druk Kluwer - Deventer - 2008 DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 De Grondwet 3 1. Waarborg 3 2. Exclusiviteit 4 3. Doorbreking bij de wet

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst te Twello, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst te Twello, verweerder. Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Zittingsplaats Arnhem Bestuursrecht zaaknummer: AWB 14/6677 uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 9 MAART 2015 in de zaak tussen i enge, eiser (geina"ái.eme: mr.r mg",

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen. Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te

Nadere informatie

»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505

»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505 JB2016/45 RvS, 20-01-2016, nr. 201504247/1/A4, ECLI:NL:RVS:2016:99 Plaatsingsplan van ondergrondse restafvalcontainers, Zienswijze, indienen, Zienswijze, indienen via website, Bewijs indiening, Bewijslast

Nadere informatie

Wat en hoe. druk: Huisdrukkerij gemeente Smallingerland

Wat en hoe. druk: Huisdrukkerij gemeente Smallingerland Wat en hoe PLANSCHADE druk: Huisdrukkerij gemeente Smallingerland 2008 afdeling Bestuursondersteuning / COM-EJ-102008 2 11 Als de nieuwe wet en de twee procentregel van toepassing is op het voorbeeld dan

Nadere informatie

de Rechtspraak Rechtbank Noord-Holland het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland Postbus 1000 1140 BA Monnickendam

de Rechtspraak Rechtbank Noord-Holland het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland Postbus 1000 1140 BA Monnickendam Gemeente Watertand 2 4 APR 2015 INGEKOMEN de Rechtspraak Rechtbank Noord-Holland Gemeente Waterland APR' ZO ( (4ESCAND datum onderdeel contactpersoon doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk bijlage(n) faxnummer

Nadere informatie

Nr JORI Houten, 23 mei 2000

Nr JORI Houten, 23 mei 2000 Nr. 2000-83-JORI Houten, 23 mei 2000 Aan de gemeenteraad Onderwerp Verzoek om planschadevergoeding van de heer P.J.M. Kamman en mevrouw E.H.W. Kamman- Croese op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke

Nadere informatie

: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten

: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten Raad : 30 september 2003 Agendanr. : 11 Doc.nr : B 2003 11821 Afdeling: : Bouwen en Wonen RAADSVOORSTEL Onderwerp : beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977 ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 26-01-2012 Datum publicatie 06-03-2012 Zaaknummer 11/1543 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitgebreide inhoudsopgave

Uitgebreide inhoudsopgave Uitgebreide inhoudsopgave Woord vooraf 5 Verkorte inhoudsopgave 7 Uitgebreide inhoudsopgave 9 Lijst van afkortingen 17 1 Plaatsbepaling rechtsbescherming 21 1.1 Inleiding 21 1.2 Bestuursrechtelijke geschillen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak 201403254/1/A4

Uitspraak 201403254/1/A4 1 van 7 8-3-2015 21:16 Uitspraak 201403254/1/A4 Datum van uitspraak: woensdag 14 januari 2015 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied:

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 1 van 5 20-05-2015 15:54 Uitspraak 201406459/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 20 mei 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201406459/1/R2. Datum uitspraak: 20 mei 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:707

ECLI:NL:RBMNE:2016:707 ECLI:NL:RBMNE:2016:707 Instantie Datum uitspraak 09-02-2016 Datum publicatie 16-02-2016 Zaaknummer 14/6285 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht

Nadere informatie

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 4: NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICO

PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 4: NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICO PLANSCHADE SPECIALS, AFLEVERING 4: NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICO In deze aflevering van de Nieuwsbrief de vierde episode van de serie planschadespecials. Als vaste planschadecommissie voor een groot aantal

Nadere informatie

Nota naar aanleiding van het verslag

Nota naar aanleiding van het verslag 32 621 Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding over onrechtmatige besluiten (Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten)

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3758-32 Betreft zaak: Tariefstructuur Arbodiensten Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkheidsverklaring

Nadere informatie

Rechtsbescherming in het omgevingsrecht

Rechtsbescherming in het omgevingsrecht Rechtsbescherming in het omgevingsrecht Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 37 095708_Deel_0_Voorwerk.indd 1 09-10-2009 11:50:53 095708_Deel_0_Voorwerk.indd 2 09-10-2009 11:50:53 Rechtsbescherming

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2348

ECLI:NL:RVS:2016:2348 ECLI:NL:RVS:2016:2348 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-08-2016 Datum publicatie 31-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506454/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

CONCEPT-OMGEVINGSVERGUNNING

CONCEPT-OMGEVINGSVERGUNNING CONCEPT-OMGEVINGSVERGUNNING Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen heeft op 10 november 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van een bouwwerk

Nadere informatie

De bestuurlijke lus. Van toegevoegde waarde voor de finale beslechting van een geschil?

De bestuurlijke lus. Van toegevoegde waarde voor de finale beslechting van een geschil? De bestuurlijke lus Van toegevoegde waarde voor de finale beslechting van een geschil? Auteur: Rosalie Klasen - s0702285 Begeleider: B. Kaya Tweede beoordelaar: J.A.F. Peters Oktober 2013 Inhoudsopgave

Nadere informatie

de Rechtspraak Over het beroep met zaaknummer ROT 10 / 1193 WET BE03 deel ik u het volgende mee.

de Rechtspraak Over het beroep met zaaknummer ROT 10 / 1193 WET BE03 deel ik u het volgende mee. rsit. nr. gem. 2 O MEI 2(M A de Rechtspraak Rechtbank Rotterdam datum onderdeel contactpersoon doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk bijlage(n) faxnummer afdeling onderwerp X] AANTEKENEN De Raad der gemeente

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00107087 Burgemeester en wethouders hebben op 17 juli 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 2 vrijstaande schuurwoningen

Nadere informatie

Uitspraak /1/R3

Uitspraak /1/R3 Uitspraak 201503114/1/R3 Datum van uitspraak: woensdag 27 januari 2016 Tegen: de raad van de gemeente Gemert-Bakel Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer -

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 Instantie Datum uitspraak 16-04-2004 Datum publicatie 26-04-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Awb 03 / 930 GEMWT

Nadere informatie

3. Relatie met bestaand beleid De gevolgen kunnen worden uitgesplitst in wijzigingen en het overgangsrecht.

3. Relatie met bestaand beleid De gevolgen kunnen worden uitgesplitst in wijzigingen en het overgangsrecht. Raadsnota Raadsvergadering d.d.: Agenda nr: Onderwerp: Planschade, de gevolgen van de nieuwe Wro Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting en Advies van het raadsvoorstel Uw raad te informeren over de

Nadere informatie

Knowledge Portal. M en R 2015/123

Knowledge Portal. M en R 2015/123 Knowledge Portal M en R 2015/123 Aflevering M en R 2015, afl. 8 Publicatiedatum 16-09-2015 Rolnummer 201311005/1/R4 Instantie Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 1 juli 2015 (Van Diepenbeek,

Nadere informatie