Literatuurstudie Autodate

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Literatuurstudie Autodate"

Transcriptie

1 Literatuurstudie Autodate Drs. Jolieke Mesken en drs. Klaas Veenma Veenendaal, Traffic Test bv

2 Documentbeschrijving Titel: Rapportnummer: Status: Projectnummer: Auteur(s): Datum: Opdrachtgever: Korte inhoud: Literatuurstudie Autodate TT99-78 Eindrapport EXT99-93 Drs. J. Mesken en drs. K. Veenma 31 mei 2000 Adviesdienst Verkeer en Vervoer; drs. F. Cohen In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste resultaten van onderzoeken op het gebied van Autodate en andere vormen van gedeeld autogebruik die in de afgelopen jaren zijn uitgevoerd. Aan de hand van de geanalyseerde literatuur wordt informatie verkregen over de verschillende groepen gebruikers van deelauto s en de verschillende systemen waarin Autodate wordt aangeboden. Deze informatie kan worden gebruikt om de volgende fasen van het project Marktonderzoek Autodate nadere invulling te geven.

3 Inhoudsopgave Inleiding De geschiedenis van gedeeld autogebruik... 3 Buitenland... 3 Nederland... 4 Samenvatting... 5 Doelgroepen... 6 Nachbarschaftliche Autopools: Umfrage und Marktstudie Market feasability study: car sharing in Portland, Oregon.... De haalbaarheid van het call-a-car concept... 8 Alternatief autogebruik, de mogelijkheden, effecten en acceptatie 8 Houding van specifieke doelgroepen ten opzichte van auto delen.9 Doelgroepenanalyse deelauto Evaluatieprogramma De Deelauto in Nederland....l 1 Samenvatting Mobiliteitseffecten Untersuchung der Eignung von Car-Sharing im Hinblick auf Reduzierung von Stadtverkehrsproblemen Can car-sharing substantially reduce the problems arising from car ownershipi Autodelen: een literatuurverkenning en onderzoek onder potentiële deelnemers Evaluatieprogramma De Deelauto in Nederland Autodate in beleidsperspectief Samenvatting Conclusies Profiel Motieven en belemmeringen Mobiliteitseffecten Literatuurlijst....17

4 TT99-78 Pagina 1 1. Inleiding Van alle denkbare vervoerwijzen is de auto de minst efficiënte. De gemiddelde bezettingsgraad van de auto is 1,l persoon, de auto staat gemiddeld 23 uur per dag stil en van alle ritten die met de auto worden gereden is 38% korter dan 5 kilometer (CROW, 1999). Desalniettemin is de auto ook de meest populaire vervoerwijze. Meer dan 30% van het aantal verplaatsingen per dag vindt met de auto plaats. Wanneer gekeken wordt naar het gemiddeld aantal afgelegde kilometers per dag, wordt zelfs bijna de helft als autobestuurder afgelegd (CES, 1998). Voegt men hier de kilometers bij die als autopassagier gemaakt zijn, dan loopt het percentage op tot 73 %. Aspecten als vrijheid, comfort, flexibiliteit enzovoort wegen zwaar bij de vervoerwijzekeuze (Slotegraaf en Steg, 1997). Als men de auto dan ook nog voor de deur heeft staan, is de afweging snel gemaakt. De groei van de automobiliteit veroorzaakt echter in toenemende mate problemen op verschillende gebieden in de samenleving. Zo wordt de milieukwaliteit bedreigd, ontstaat geluidsoverlast en komt de groei van de economie in gevaar door de verminderde bereikbaarheid. Ook neemt de verkeersonveiligheid toe en ontstaan er parkeerproblemen. Eind jaren 80 werden deze problemen al onderkend en ging men op zoek naar alternatieven voor de auto. Openbaar vervoer, fiets, transferia en carpoolen werden allemaal genoemd als mogelijke wapens in de strijd tegen de automobiliteit. Daarbij lag de nadruk op het verminderen van de autokilometers die met een privé-auto worden gemaakt. Wanneer men eenmaal een auto heeft ligt het voor de hand dat men er kilometers mee maakt. Immers, als men de vaste kosten eenmaal betaald heeft zijn de verreden kilometers relatief goedkoop. Wanneer men de automobiliteit wil terugdringen, ligt daarom een belangrijke kans bij het verminderen van het autobezit. Gedeeld autogebruik kan daar een bijdrage aan leveren doordat het gebruik van de auto wordt losgekoppeld van het bezit. Hierdoor wordt het grootste deel van de kosten variabel, hetgeen weer leidt tot een bewuster en efficiënter gebruik van de auto. Tevens biedt gedeeld autogebruik een tussenvorm tussen openbaar vervoer en de privé-auto. De Zwitserse organisatie voor autodelen ATG verwoordde dit als volgt: Das private Auto sol/ öffentlicher, der öffentliche Verkehr privater werden. (Hubensack, 1990). Het gedeeld autogebruik in Nederland groeit gestaag. De vraag is nu hoe deze groei zich in de toekomst zal ontwikkelen. Om deze vraag te beantwoorden moet inzicht ontstaan in wensen en motieven van deelnemers aan autodeelsystemen en van potentiële en voormalige deelnemers. De Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat heeft hiertoe aan Traffic Test opdracht verleend om een marktonderzoek uit te voeren naar gedeeld autogebruik. Het gaat hier enerzijds om het evalueren van bestaande autodeelsystemen, en anderzijds om het vaststellen van kansrijke produkt-marktcombinaties en hun potentie. Deze literatuurstudie is de eerste fase van het project. Op basis van de resultaten van de literatuurstudie wordt de tweede fase uitgevoerd: een kwalitatief marktonderzoek. Groepsdiscussies en diepte-interviews moeten inzicht geven in de wensen en motieven van huidige, voormalige en potentiële deelnemers aan autodeelsystemen. De derde fase is een kwantitatief onderzoek waarin een groot aantal respondenten telefonisch een vragenlijst wordt afgenomen. Hierbij wordt ook weer onderscheid gemaakt tussen deelnemers, potentiële deelnemers en exdeelnemers. Op basis van de resultaten van dit vragenlijstonderzoek wordt in de

5 TT99-78 Pagina 2 vierde fase het marktpotentieel vastgesteld en worden kansrijke produktmarktcombinaties geïdentificeerd. De slotfase van het project betreft de integratie van de resultaten en het beleidsadvies. Op basis van de resultaten van het marktonderzoek wordt tevens een evaluatie uitgevoerd van Autodate in Amsterdam bij drie betrokken partijen: de (potentiële) deelnemers, de Autodate-exploitanten en de gemeente. Wat betreft de deelnemers wordt aandacht besteed aan de tevredenheid met de formule waar men aan deelneemt en de effecten op mobiliteitsgedrag. Wat betreft de Autodateexploitanten wordt gekeken in hoeverre zij aan de door de gemeente opgestelde criteria voldoen en in hoeverre zij deze criteria relevant en haalbaar vinden. Tenslotte wordt de Gemeente Amsterdam onder de loep genomen: bekeken wordt in hoeverre de beleidsdoelen Stimulering Autodate gehaald worden en op welke wijze het gemeentelijk beleid ten aanzien van Autodate verbeterd kan worden. In het voorliggende rapport wordt een overzicht gegeven van een aantal onderzoeken naar gedeeld autogebruik die uitgevoerd zijn in binnen- en buitenland. Bij de selectie van rapporten en onderzoeksverslagen is vooral gekeken of de studies betrekking hadden op ofwel mobiliteitseffecten van gedeeld autogebruik, ofwel op de verschillende doelgroepen die te onderscheiden zijn. De nadruk ligt daarbij op het concept Autodate, dat een specifieke vorm is van gedeeld autogebruik. Belangrijke aspecten van Autodate zijn: de auto is 24 uur per dag bereikbaar en bevindt zich in de wijk (zie voor een uitgebreide beschrijving van Autodate paragraaf 2.2).. Het rapport is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk twee zal een overzicht worden gegeven van de ontwikkeling van gedeeld autogebruik in zowel binnen- als buitenland. In hoofdstuk drie zullen diverse publicaties worden besproken die de haalbaarheid van het concept en eventueel te onderscheiden doelgroepen bespreken. Hoofdstuk 4 betreft onderzoeken naar de mobiliteitseffecten van gedeeld autogebruik. In hoofdstuk 5 worden enkele conclusies getrokken en aanknopingspunten voor de rest van het project vastgesteld.

6 TT99-78 Pagina 3 2. De geschiedenis van gedeeld autogebruik Het delen van een auto is niet iets van de laatste jaren. Mensen lenen hun auto wel eens uit, gezinsleden gebruiken samen een auto. Het georganiseerd autodelen echter is iets wat pas eind jaren 80 van de grond is gekomen, mede door de grotere aandacht die was ontstaan voor de nadelige effecten van de automobiliteit. In dit hoofdstuk worden de ontwikkelingen aangegeven die hebben geleid tot de huidige stand van zaken met betrekking tot georganiseerd autodelen. Eerst wordt ingegaan op de situatie in het buitenland; daarna worden de ontwikkelingen binnen Nederland aangegeven. 2.1 Buitenland In 1987 werden in Zwitserland onafhankelijk van elkaar twee stichtingen opgericht (Muheim, 1998). Het doel van beide stichtingen luidde: Het gezamenlijk gebruiken van motorvoertuigen als alternatief voor het bezitten van een privé-auto stimuleren. Hoewel het uitgangspunt dus gelijk was, legden de stichtingen de nadruk wel verschillend. De stichting ShareCom uit Zürich gebruikte de slogan Gebruiken in plaats van bezitten, hetgeen niet alleen op auto s sloeg, maar meer op een algehele filosofie met betrekking tot het delen van gebruiksgoederen. In Stans richtte de ATC (AutoTeilet Genossenschaft) de aandacht op problemen die verband hielden met de automobiliteit. De twee organisaties fuseerden in 1997 tot Mobility CarSharing Schweiz. Ongeveer gelijktijdig werd in Duitsland, onafhankelijk van de Zwitserse ontwikkelingen, de organisatie Stattauto Berlin opgericht. In eerste instantie werd klein begonnen, met beperkte middelen en een klantenkring die zich slechts uitstrekte tot de vriendenkring van de oprichter. Maar nadat een artikel was verschenen in een nationale krant, kon de organisatie rekenen op grote belangstelling en volgden vele Duitse steden het voorbeeld van Berlijn. Terwijl in Duitsland de aandacht vooral op de grote steden werd gelegd, was er in Zwitserland ook de mogelijkheid voor kleinere gemeenten om deel te nemen aan een autodeelsysteem. Zelfs gemeenten met rond de 2000 inwoners hebben de beschikking over deelauto s. Het gaat hierbij om kleinschalige gebruikersnetwerken, waarbij de deelnemers ook grotendeels de initiatiefnemers zijn. Doordat er gebruik wordt gemaakt van vrijwilligers is het mogelijk om kostendekkend te opereren. In Zwitserland ontwikkelde het gedeeld autogebruik zich bijzonder voorspoedig. Zo n 12 jaar na de invoering heeft Mobility CarSharing Schweiz een landelijk verspreid en een kwalitatief hoogstaand aanbod in termen van typen auto s, manieren van reserveren en dichtheid van het netwerk. Op 600 standplaatsen, verspreid over alle vier de taal-regio s, hebben klanten de beschikking over 900 auto s. Mobility CarSharing Schweiz vertegenwoordigt 40% van de Europese markt voor autodelen. Begin jaren 90 begon het concept van gedeeld autogebruik ook in andere landen door te dringen. In 1991 werd in Bremen European CarSharing (ECS) opgericht, een overkoepelende organisatie met vestigingen in Duitsland, Zwitserland, Denemarken, Noorwegen, Zweden en Nederland. In Nederland is Greenwheels de enige organisatie die lid is van ECS. De organisatie coördineert onderzoek,

7 T-T99-78 Pagina 4 steunt nieuwe organisaties voor autodelen en voert onderhandelingen over autoen wegenbelastingen met overheden. In Oostenrijk werd in 1993 Autoteilen Austria opgericht, met een hoofdvestiging in Graz en vestigingen in 10 andere steden. In Amerika werd het concept Paratransit ontwikkeld. Paratransit omvat alle soorten vervoer die tussen het openbaar vervoer en het privé-vervoer in zitten. Het is daarmee een zeer breed begrip en heeft betrekking op carpoolen, deeltaxi s, pendelbusjes en ook de deelauto. Alle vormen van Paratransit kenmerken zich doordat het vervoer zich, nadat eerst afspraken zijn gemaakt, richt op de wensen van de gebruiker wat betreft tijd en plaats. Hiermee onderscheidt het zich in de eerste plaats van het openbaar vervoer, waarvan het vertrektijdstip, de route en het aantal stops vastliggen. Maar het onderscheidt zich ook van het privé vervoer, omdat van te voren alles wat betrekking heeft op de reis wordt afgesproken. Tijdens de reis is het nog wel mogelijk om van gedachten te veranderen, maar men wordt daarin beperkt door de wensen van andere gebruikers. Hoewel de andere vormen van Paratransit wel aansloegen in Amerika wilde het maar niet vlotten met gedeeld autogebruik. Dit heeft volgens Petersen (1994) twee redenen: - autorijden is relatief goedkoop and comfortabel; - er is geen kwalitatief hoogstaand openbaar vervoer. Wanneer het concept van autodelen wil slagen in Amerika, zo stelt Petersen, moet autorijden duur zijn en voor veel ongemakken zorgen (files, parkeerproblemen), terwijl het openbaar vervoer voldoende mogelijkheden biedt om van en naar het werk te reizen. Dit is in Amerika niet het geval. Toch is in 1997 in Portland uitgebreid onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van autodelen. Het onderzoek bestond uit een marktverkenning en een planstudie en zal later in dit rapport worden besproken. Na afronding van het onderzoek is in 1998 de organisatie CarSharing Portland opgericht. Na een jaar had de organisatie 110 leden die 9 auto s deelden op 7 locaties binnen de stad Portland, Oregon. 2.2 Nederland In Nederland zijn de eerste echte initiatieven voor autodelen ontstaan in het begin van de jaren 90. In 1993 werd door ACV, in opdracht van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer en BOVAG, een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd. Hieruit bleek onder andere dat call-a-car gezien moet worden als een aanvulling op het huidige aanbod van vervoerswijzen. Het zou vooral een aantrekkelijk initiatief zijn voor mensen die de auto vooral voor sociaal-recreatieve doeleinden gebruiken en in een grote stad wonen. Dit onderzoek wordt in meer detail besproken in hoofdstuk 3, paragraaf 3. Op basis van de resultaten die uit deze verkennende studie gekomen zijn, ontstonden enkele initiatieven, met name vanuit autoverhuurbedrijven. Het eerste initiatief kwam uit Leiden en trok aandacht, omdat het de Pon-mobiliteitsprijs won. Vanaf dat moment ontstonden er steeds meer initiatieven, met vaak verschillende namen en invullingen. De gesprekken die ontstonden tussen initiatiefnemers en overheid resulteerden in 1995 in de oprichting van de Stichting voor Gedeeld Autogebruik. In 1996 en 1997 werden evaluatieonderzoeken uitgevoerd door het ministerie van Verkeer en Waterstaat (AVV, 1997; Bosch et al., 1998). Het bleek dat de geëvalueerde systemen van gedeeld autogebruik een positieve bijdrage leveren aan overheidsdoelstellingen (vermindering van autobezit en autogebruik).

8 rraffic Test BV TT99-78 Pagina 5 Eind 1997 werd de term autodate geïntroduceerd: een specifieke vorm van gedeeld autogebruik. Wanneer een aanbieder de term autodate wil hanteren moet aan een aantal criteria voldaan zijn (CROW, 1999): - de auto is voor deelnemers dag en nacht beschikbaar; - de deelnemers kunnen de auto gemakkelijk en dicht in de buurt ophalen en wegbrengen; - het systeem draagt bij aan een bewust en selectief autogebruik; - de afspraken tussen aanbieder en deelnemers zijn van lange duur (dus niet incidenteel); - gebruik voor heel korte periodes is mogelijk; - de deelnemers hebben de keuze uit verscheidene type auto s; - de (technische) kwaliteit van de auto s is goed en er wordt goede service geboden bij ongevallen en storingen. Aan Autodate kunnen behalve particulieren ook zakelijke partijen deelnemen (Aarnink, 1999). Te denken valt dan aan een bedrijf dat deelneemt aan een Autodate organisatie, of een bedrijvenpark dat de beschikking heeft over een pool van auto s. De verschillende vormen van gedeeld autogebruik die nu in Nederland bestaan, kunnen in vier verschillende categorieën worden ingedeeld. De eerste categorie wordt gevormd door particulier autodelen: een groepje mensen besluit met elkaar om een auto te delen. Hier is geen organisatie bij betrokken en ook geen commercieel gewin in het spel. De tweede categorie betreft call-a-car stichtingen. Hierbij wordt door de stichting een relatie aangegaan met een autoverhuurbedrijf. De stichting zelf kent vaak geen commercieel gewin. In de derde categorie vallen initiatieven van autoverhuurbedrijven zelf, zoals huren op maat of auto op afroep. De laatste categorie is de hierboven beschreven autodate -formuies. 2.3 Samenvatting Gedeeld autogebruik in georganiseerde vorm heeft zijn oorsprong in Zwitserland en Duitsland. In Zwitserland werden aan het eind van de jaren 80 onafhankelijk van elkaar twee stichtingen voor gedeeld autogebruik opgericht. Ongeveer tegelijkertijd werd ook in Duitsland een zelfde soort organisatie opgericht. Aan het begin van de jaren 90 kwam gedeeld autogebruik ook in andere landen in Europa van de grond, hetgeen leidde tot de oprichting van European Car Sharing (ECS). In Amerika lijkt niet het ideale klimaat voor gedeeld autogebruik aanwezig te zijn: autorijden is relatief goedkoop en comfortabel en er is geen kwalitatief hoogstaand openbaar vervoer. In Nederland werden aan het begin van de jaren 90 enkele evaluatiestudies uitgevoerd voor gedeeld autogebruik. Dit leidde tot de conclusie van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat dat gedeeld autogebruik een positieve bijdrage levert aan overheidsdoelstellingen als vermindering van het autogebruik en -bezit. Een en ander resulteerde in de oprichting van de Stichting voor Gedeeld Autogebruik en de introductie van de term Autodate.

9 TT99-78 Pagina 6 3. Doelgroepen Om na te gaan óf, en in welke mate gedeeld autogebruik bevorderd kan worden, is het noodzakelijk te weten wat voor type mensen in het concept gei nteresseerd is. Verschillende studies zijn uitgevoerd op dit gebied, waarbij het profiel van (mogelijke) deelnemers aan autodeelsystemen uiteen wordt gezet. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van deze studies. 3.1 Nachbarschaftliche Autopools: Umfrage und Marktstudie In 1990 werd aan de Technische Universiteit van Berlijn een onderzoek uitgevoerd naar de marktsegmenten die kunnen worden onderscheiden bij het ontwikkelen van een marketingstrategie voor de deelauto (Brauer en Hubensack, 1990). In het rapport wordt verslag gedaan van een onderzoek, uitgevoerd onder deelnemers aan Stattauto. Op basis van de resultaten is getracht tot een typering van de deelnemer te komen. Uit het onderzoek bleek ten eerste dat de deelnemers aan Stattauto een ander, bewuster patroon van vervoerwijzekeuze vertonen dan de doorsnee verkeersdeelnemer. Dit vertaalt zich in de sociaal-demografische kenmerken van de deelnemers, maar ook in de houding die men heeft ten opzichte van de verschillende vervoerswijzen. De gemiddelde leeftijd van de deelnemer is 32 jaar. De deelnemer beschikt over een opleidings- en ontwikkelingsniveau dat hoger ligt dan het gemiddelde. Echter, de beroepsmatige status komt vaak niet overeen met het opleidingsniveau, hetgeen invloed heeft op het maandelijks besteedbaar inkomen. De deelnemer is in het bezit van een rijbewijs, maar niet in het bezit van een auto. Hij is wel in de gelegenheid om af en toe de auto van vrienden of familie te lenen. De politieke instelling bevindt zich bijna zonder uitzondering links van het midden. Bij de keuze van het vervoermiddel laat de deelnemer zich leiden door de milieuvriendelijkheid, de beschikbaarheid van het vervoermiddel, de kosten en de te investeren tijd. Zijn basisinstelling met betrekking tot het bezit van een eigen auto is negatief. Op grond hiervan wordt gebruik gemaakt van het aanbod van Stattauto, om als het nodig is toch over een auto te kunnen beschikken. Verder wordt veel gebruik gemaakt van het gemeentelijk vervoerbedrijf, waarvoor hij in veel gevallen over een abonnement beschikt. Voor korte afstanden gebruikt de deelnemer de fiets of gaat hij te voet. De auto van Stattauto wordt hoofdzakelijk gebruikt voor transportdoeleinden (bijvoorbeeld voor vervoeren van omvangrijke goederen) en in geen geval om er mee naar werk of opleiding te gaan. In het geval dat de deelnemer in het bezit was van een eigen auto voordat hij aan Stattauto ging deelnemen, heeft hij deze in een kwart van de gevallen verkocht. Tenslotte is de deelnemer innovatief ingesteld. Dit uit zich ten eerste in de bereidheid om aan Stattauto deel te nemen, maar ook in de algemene bereidheid om deel te nemen aan nieuwe milieuvriendelijke vervoerwijzen, zelfs als deze hogere kosten met zich meebrengt.

10 lt99-78 Pagina Market feasability study: car sharing in Portland, Oregon Hoewel al in de inleiding is gesteld dat autodelen in Amerika niet echt van de grond komt, is er in Oregon toch een uitgebreide studie uitgevoerd naar de haalbaarheid van het autodelen. Het doel van de studie was drieledig: - Het inschatten van het marktpotentieel van een organisatie voor autodelen. - De reacties op verschillende kenmerken van de organisatie voor autodelen vaststellen. - De kenmerken vaststellen van diegenen die zeer waarschijnlijk zullen meedoen. Het onderzoek betrof een vragenlijst die telefonisch werd afgenomen. Uit het bestand van rijbewijsbezitters in de regio werden at random namen getrokken om te trachten deze te matchen met telefoonnummers. Dit leverde 5553 namen gekoppeld aan telefoonnummers op. Deze mensen werden telefonisch benaderd. Een totaal van 385 vragenlijsten was uiteindelijk beschikbaar voor analyse. De belangrijkste conclusie van het onderzoek was dat 11,7 procent van de automobilisten boven de 21 jaar het zeer waarschijnlijk achtten dat zij mee zouden doen aan een initiatief voor autodelen, mocht zich dat ontwikkelen binnen de eigen wijk. Het idee van een auto delen werd zowel aantrekkelijk als praktisch geacht. De redenen hiervoor verschilden voor mensen met en zonder een universitaire opleiding. Mensen met een universitaire opleiding vonden autodelen vooral aantrekkelijk als wordt benadrukt dat zij kosten besparen, een eenvoudiger levensstijl zullen hebben en hun tweede auto kunnen wegdoen. Mensen zonder een universitaire opleiding vinden autodelen vooral aantrekkelijk als wordt benadrukt dat zij door autodelen bepaalde activiteiten niet meer hoeven te ondernemen (zoals de auto wassen en onderhouden). Andere belangrijke resultaten waren: - Voor mensen die regelmatig of af en toe met de bus reizen is het meer waarschijnlijk dat ze meedoen aan autodelen dan mensen die nooit met de bus reizen. - Opleidingsniveau, inkomensniveau of het feit of men één of meerdere auto s bezit, hangen niet samen met de interesse in een autodelen-initiatief. - Mensen die waarschijnlijk zullen meedoen aan een autodelen initiatief vinden het een minder groot probleem om langere afstanden te lopen om de auto te bereiken of om een hoger abonnementsgeld te betalen dan mensen die misschien zullen meedoen. - Van de mensen voor wie het het meest waarschijnlijk is dat ze zullen meedoen aan een autodelen initiatief (n - 63) geldt het volgende: 47% gebruikt één tot vijf keer per week een economy of compacte auto. 54% gebruikt een pick-up truck 6 of meer keren per jaar. 80% zou waarschijnlijk de (enige) auto verkopen als autodelen een goede oplossing blijkt. 61% zou waarschijnlijk de tweede auto verkopen als autodelen een goede oplossing blijkt. 57% vindt alle locaties om sleutels op te halen acceptabel; 21% geeft er de voorkeur aan om de sleutels uit een kastje naast de standplaats van de auto te halen. 46% heeft geen bezwaar tegen de mogelijke betalingen; 23% heeft bezwaar tegen de hoogte van de uurtarieven. 52% is bereid om 5 tot 10 minuten te lopen naar de autodeel-auto.

11 l Pagina 8 Deze percentages dienen met enige terughoudendheid te worden gelezen, aangezien het aantal respondenten beperkt is. In het rapport worden verschillende aanbevelingen gedaan voor marketing campagnes. Informatie over autodelen moet de nadruk leggen op het kostenbesparingsaspect, de waarde van een eenvoudiger levensstijl, de mogelijkheid om tweede auto s weg te doen, en het verdwijnen van activiteiten die verbonden zijn met het hebben van een eigen auto (bijvoorbeeld de auto wassen, onderhouden enzovoort). Om de hoger opgeleiden te bereiken met informatie over autodelen, zouden de boodschappen zichtbaar moeten zijn voor busreizigers. Degenen die geïnteresseerd zijn in autodelen en een universitaire opleiding hebben, gaan namelijk ook relatief vaak met de bus. 3.3 De haalbaarheid van het call-a-car concept In 1993 werd door AGV in opdracht van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer en de BOVAG een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar het call-a-car concept. Hierbij werd gekeken naar zowel interne aspecten (produkt, prijs, plaats en promotie) en externe aspecten (vraagzijde en aanbodzijde). Wat betreft mogelijke doelgroepen voor het call-acar concept wordt het volgende geconcludeerd. Call-a-car is voor zowel autobezitters als niet-autobezitters interessant. Autobezitters geven aan het concept iets minder aantrekkelijk te vinden na het bekijken van een kostenoverzicht. Het gebruik van call-a-car zal in de stad groter zijn dan op andere plaatsen in Nederland. Call-a-car zal het meest voor sociaal-recratief verkeer gebruikt worden, en in grote steden wellicht ook voor zakelijk verkeer. Geschetst profiel De call-a-car gebruiker in Amsterdam is waarschijnlijk een autobezitter met een meer dan 10 jaar oude auto, die weinig kilometers per jaar rijdt, hoog opgeleid is en een rooskleurige kijk heeft op de kosten van autobezit en -gebruik. De call-acar gebruiker in de rest van Nederland rijdt ook minder dan gemiddeld maar gebruikt de auto vooral voor woon-werk verplaatsingen, rijdt in een ongeveer 6 jaar oude auto, en denken meer dan de gemiddelde Nederlander dat ze hoge autokosten hebben, veroorzaakt door brandstof en onderhoud. 3.4 Alternatief autogebruik, de mogelijkheden, effecten en acceptatie Coesel (1994) beschrijft, op basis van literatuuronderzoek en interviews met gebruikers van call-a-car en deskundigen, verschillende mogelijke doelgroepen voor gedeeld autogebruik. Deze zijn: - Mensen die de auto maar beperkt gebruiken. Zij hebben de auto aangeschaft voor privé-doeleinden en niet voor woon-werkverplaatsingen. - Inwoners van grote steden. Deze worden in de eerste plaats in sterkere mate geconfronteerd met de nadelen van de automobiliteit. Bovendien zijn de alternatieven voor de auto in grote steden beter ontwikkeld.

12 TT99-78 Pagina 9 - Vrouwen en 55-plussers. Vrouwen werken nog steeds vooral parttime en verdeeld over minder dagen, terwijl 55-plussers de auto steeds minder nodig zullen hebben voor woon-werkverkeer. - Woon-werkverkeer: de bezettingsgraad van auto s in de spits is zeer laag. Mensen met ongeveer dezelfde herkomst en bestemming zouden geschikt zijn voor gedeeld autogebruik (carpoolen). Vervolgens wordt een profiel van de potentiële gebruikers van call-a-car samengesteld. Dit is gebaseerd op evaluatiestudies van verschillende instanties en enkele door de auteur gehouden interviews. Gei nteresseerden in het concept, zo stelt Coesel, hebben een opleidingsniveau dat hoger ligt dan gemiddeld; dit is in overeenstemming met de resultaten uit het Duitse onderzoek. Ondanks dit hogere opleidingsniveau verschillen de geïnteresseerden niet in inkomen. Ook dit is vergelijkbaar met het profiel van de gebruiker van Stattauto: het opleidingsniveau is hoog maar de beroepsmatige status en het daarmee gepaard gaande besteedbaar inkomen stemt daar niet mee overeen. De gemiddelde leeftijd is 38 jaar, waarbij opgemerkt wordt dat de belangstelling voor call-a-car bij mensen boven de 50 aanzienlijk afneemt. Van de geïnteresseerden is ongeveer tweederde niet in het bezit van een auto. Van degenen die wel in het bezit zijn van een auto, heeft 80% een tweedehands auto. Slechts 11% heeft de beschikking over twee of meer auto s. De kosten en het milieu zijn de voornaamste redenen om mee te doen aan call-a-car. Van degenen die geen auto bezitten noemt 86% de kosten als belangrijkste overweging, terwijl 69% het milieu het belangrijkst vindt (er waren meerdere antwoorden mogelijk). Voor de autobezitters liggen deze percentages respectievelijk op 81% en 58%. Wanneer de doelgroepen en de resultaten uit voorgaand onderzoek naast elkaar worden gelegd, komt Croese tot de volgende conclusie. Met call-a-car wordt geanticipeerd op groepen autobezitters die minder dan km per jaar rijden, voornamelijk voor sociaal-recreatieve motieven (doelgroep 1) en op stedelingen die de problemen ondervinden van het bezitten van een auto in een dichtbevolkt gebied (doelgroep 2). 3.5 Houding van specifieke doelgroepen ten opzichte van auto delen IPM Research en Advies (1995) onderscheidt, op basis van kwalitatief onderzoek, ook twee doelgroepen voor autodelen. Echter, er wordt een andere indeling gehanteerd. De eerste doelgroep bestaat uit huishoudens waarvoor het in bezit hebben van een auto financieel niet haalbaar is. De tweede doelgroep bestaat uit huishoudens die uit principiële overwegingen de beslissing hebben genomen geen auto te bezitten. De indeling is gemaakt op basis van de resultaten van interviews die zijn gehouden met in totaal 24 respondenten. De eerste groep bestaat uit overwegend hoger opgeleiden die niet of pas sinds kort werken. Zij verplaatsen zich bij voorkeur met de fiets of met het openbaar vervoer. Wanneer de afstanden te groot zijn of slecht bereikbaar met openbaar vervoer, lenen zij een auto van familie. Dit doen zij ook in sommige gevallen voor sociaalrecreatieve doeleinden. Wanneer zij deel zouden nemen aan een vorm van autodelen betekent dit dat zij minder afhankelijk zijn van familie. Ook betekent dit meer vrijheid, waardoor zij waarschijnlijk vaker gebruik zouden maken van een

13 lt99-78 Pagina 10 auto. Echter, zij geven aan van plan te zijn een auto aan te schaffen zodra de financiële ruimte daarvoor aanwezig is. Organisaties van autodeelsystemen kunnen dus onder deze groep een relatief groot verloop verwachten. De tweede groep bestaat ook uit voornamelijk hoger opgeleiden, maar zij vinden dat zij een principiële verantwoordelijkheid hebben richting milieu en maatschappij. Net als de eerste groep verplaatsen zij zich meestal per fiets of per openbaar vervoer en lenen in sommige gevallen een auto van familie. Autodelen betekent voor hen het doorbreken van een dilemma: zij beschikken over de gemakken van een auto, terwijl zij toch aan de principes kunnen vasthouden. 3.6 Doelgroepenanalyse deelauto In opdracht van de AVV is in 1996 door Traffic Test een doelgroepenanalyse deelauto uitgevoerd. Vanuit het beleidsveld deelauto binnen de AVV is een aantal doelgroepcategorieën interessant. Deze groepen zijn daarom benaderd met een schriftelijke vragenlijst: - jonge rijbewijsbezitters zonder auto; - automobilisten wier (tweede) auto aan vervanging toe is; - mensen die op korte termijn een (tweede) auto willen aanschaffen; - mensen met een tweede auto; - klein zakelijk verkeer; - deelautogebruikers. Voor de niet-deelautogebruikers is gezocht naar overeenkomstige attitudes ten aanzien van het gebruik van de deelauto, op basis waarvan een segmentatie kon worden aangebracht. Door middel van factor- en clusteranalyse werden twee groepen onderscheiden: Gemak en Milieu. Personen in de doelgroep Gemak vinden de deelauto op zich een interessant alternatief voor een eigen auto. Echter, voor zichzelf zien zij de deelauto nog niet als reëel alternatief. Zij hebben de auto te veel nodig en wil er veelvuldig over kunnen beschikken. Zij zien de deelauto als een ongemakkelijk en lastig concept. Personen in de doelgroep Milieu zien de deelauto als veel minder ongemakkelijk en lastig. Zij hebben de auto minder vaak nodig en hoeven er niet te allen tijde over te kunnen beschikken. Verder onderscheiden zij zich van de andere groep door hun beoordeling van de gevolgen van autogebruik voor het milieu, Zij ervaren het energieverbruik en de milieuvervuiling door de auto als een belangrijk maatschappelijk probleem. Eén van de belangrijkste conclusies van de doelgroepenanalyse was dat een groot gedeelte van de doelgroepen in de onderzoekspopulatie zich buiten de zes doelgroepcategorieën (zie boven) bevond. Voor de gemaksdoelgroep was dat ongeveer de helft en voor de milieu-doelgroep bijna tweederde deel. Dit betekent dat wanneer een communicatiestrategie uitsluitend gericht zou zijn op de doelgroepcategorieën, er aan een substantieel gedeelte van de doelgroepen voor een deelauto voorbij wordt gegaan.

Evaluatieprogramma de Deelauto in Nederland

Evaluatieprogramma de Deelauto in Nederland Evaluatieprogramma de Deelauto in Nederland Samenvatting onderzoeksresultaten Juni 1997 Evaluatieprogramma de Deelauto in Nederland Samenvatting onderzoeksresultaten Juni 1997 Colofon Uitgave: Ministerie

Nadere informatie

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Indicatie van het potentieel van Mobility Mixx wanneer toegepast op het gehele Nederlandse bedrijfsleven Notitie Delft, november 2010 Opgesteld door: A.

Nadere informatie

Mobiliteit & flexibiliteit Medewerkers en hun vervoerskeuze. www.alphabet.com

Mobiliteit & flexibiliteit Medewerkers en hun vervoerskeuze. www.alphabet.com Mobiliteit & flexibiliteit Medewerkers en hun vervoerskeuze www.alphabet.com Onderzoek Behoefte van zakelijke rijders aan variatie in vervoersmiddelen Flexibele mobiliteit Keuzevrijheid vooral voor jongeren

Nadere informatie

Rapportage. Evaluatie onderzoek Het succes van de stimuleringsregeling E-bike

Rapportage. Evaluatie onderzoek Het succes van de stimuleringsregeling E-bike Rapportage Evaluatie onderzoek Het succes van de stimuleringsregeling E-bike In opdracht van: Stadsregio Arnhem Nijmegen Datum: 11 februari 2013 Projectnummer: 2012171 Auteurs: Ronald Steenhoek & Marieke

Nadere informatie

Autogebruik en deelauto's

Autogebruik en deelauto's LeidenPanel 2017 Autogebruik en deelauto's BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I www.leidenincijfers.nl Inleiding De gemeente Leiden wil graag het gebruik van autodelen bevorderen.

Nadere informatie

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016 LANDELIJKE FACTSHEET Beter Benutten Gedragsmeting 2016 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid De tabel op de volgende pagina toont de belangrijkste uitkomsten van de Gedragsmeting 2016, een landelijk mobiliteitsonderzoek

Nadere informatie

Mobiliteit & duurzaamheid Leaserijder wordt steeds duurzamer. www.alphabet.com

Mobiliteit & duurzaamheid Leaserijder wordt steeds duurzamer. www.alphabet.com Mobiliteit & duurzaamheid Leaserijder wordt steeds duurzamer www.alphabet.com Duurzame mobiliteit. Onderzoek naar gedrag en keuzes van leaserijders op gebied van duurzaamheid. Leaserijders steeds milieubewuster.

Nadere informatie

Amsterdam, 11 mei 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA drs. Annemieke Blok MBA. 1 Motivaction International B.V.

Amsterdam, 11 mei 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA drs. Annemieke Blok MBA. 1 Motivaction International B.V. ANWB Kiezen voor mobiliteit - Files en bereikbaarheid - conclusies Amsterdam, 11 mei 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA drs. Annemieke Blok MBA 1 Motivaction International B.V. Inhoudsopgave

Nadere informatie

Grafiek 19.1 Percentage Leidenaren dat zich zorgen maakt over luchtkwaliteit, naar stadsdeel en leeftijdsgroep* 0% 25% 50% 75% 100%

Grafiek 19.1 Percentage Leidenaren dat zich zorgen maakt over luchtkwaliteit, naar stadsdeel en leeftijdsgroep* 0% 25% 50% 75% 100% 19 LUCHTKWALITEIT In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de luchtkwaliteit in Leiden. Gevraagd is in hoeverre men zich hier zorgen over maakt. De gemeente heeft diverse maatregelen genomen om de luchtkwaliteit

Nadere informatie

Bewonerspanel. Windenergie. Oktoberpeiling eiling 2011

Bewonerspanel. Windenergie. Oktoberpeiling eiling 2011 Afdeling Bestuursinformatie, Gemeente Utrecht onderzoek@utrecht.nl / 030 286 1350 www.utrecht.nl/onderzoek Bewonerspanel Oktoberpeiling eiling 2011 Van 24 oktober t/m 6 november 2011 heeft Bestuursinformatie

Nadere informatie

Digipanel over Duurzaam Deelvervoer

Digipanel over Duurzaam Deelvervoer Digipanel over Duurzaam Deelvervoer Afdeling O&S december 2011 Inleiding Digipanel over "Duurzaam Deelvervoer" In steeds meer gemeenten in Nederland komen de laatste tijd autodeel initiatieven van de

Nadere informatie

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0 Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2. Inhoud 1 Inleiding... 5 2 Werving en achtergronden deelnemers... 6 2.1 Interpretatie van de gegevens...6 2.2 Werving...6 2.3 Doelgroep...7 2.4 Kenmerken

Nadere informatie

Monitoring tevredenheid en gebruik Nulmeting onder bewoners. Zomer 2014

Monitoring tevredenheid en gebruik Nulmeting onder bewoners. Zomer 2014 Monitoring tevredenheid en gebruik Nulmeting onder bewoners Zomer 2014 nulmeting Monitoring tevredenheid en gebruik van het OV onder bewoners Monitoren tevredenheid en gebruik Om na afloop van de pilot

Nadere informatie

Hoofdstuk 13 Luchtkwaliteit

Hoofdstuk 13 Luchtkwaliteit Hoofdstuk 13 Luchtkwaliteit Samenvatting Ruim één op de drie Leidenaren maakt zich wel eens zorgen over de luchtkwaliteit. Dit aandeel is vergelijkbaar met vorig jaar, maar is lager dan in 2008. Bewoners

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep Gemeente Ubbergen Juni 2013 Colofon Uitgave I&O Research BV Zuiderval 70 7543 EZ Enschede tel. (053) 4825000 Rapportnummer 2013/033 Datum

Nadere informatie

Je bent jong en je wilt wat... minder auto?

Je bent jong en je wilt wat... minder auto? - Je bent jong en je wilt wat... minder auto? Kim Ruijs Significance ruijs@significance.nl Marco Kouwenhoven Significance kouwenhoven@significance.nl Eric Kroes Significance kroes@significance.nl Bijdrage

Nadere informatie

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen

Onderzoek Trappers. rapportage. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Onderzoek Trappers rapportage Opdrachtgever Nationale Fiets Projecten Postbus 594 8440 AN Heerenveen Opdrachtnemer DTV Consultants B.V. Ruben van den Hamsvoort en Alex van Ingen POM 8267 Breda, maart 2009

Nadere informatie

Opel Insignia Onderzoek onder leaserijders November 2008

Opel Insignia Onderzoek onder leaserijders November 2008 Opel Insignia Onderzoek onder leaserijders November 2008 Belangrijkste uitkomsten Van de leaserijders maakt 71% nooit gebruik van het openbaar vervoer voor het werk. Bij een mogelijkheid voor een nieuwe

Nadere informatie

Wat vindt Nederland van elektrisch rijden?

Wat vindt Nederland van elektrisch rijden? bezoekadres Marnixkade 1015 ZL Amsterdam 109 postadres Postbus 1001 E T moti@motivaction.nl MG 15262 W +31 www.motivaction.nl (0)20 Amsterdam 5898383 Wat vindt Nederland van elektrisch rijden? Een onderzoek

Nadere informatie

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam Draagvlakmeting Projectnummer: 10063 In opdracht van: Ingenieursbureau Amsterdam (IBA) Rogier van der Groep Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658

Nadere informatie

Resultaten Bewonerspanel: : septemberpeiling 2012

Resultaten Bewonerspanel: : septemberpeiling 2012 Afdeling Bestuursinformatie, Gemeente Utrecht onderzoek@utrecht.nl / 030 286 1350 www.utrecht.nl/onderzoek Resultaten Bewonerspanel: : septemberpeiling 2012 Van 10 t/m 23 september 2012 heeft Bestuursinformatie

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam

Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam Evaluatie gratis openbaar vervoer 65+-ers Rotterdam J. Snippe F. Schaap M. Boendermaker B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN 1. ALGEMEEN 1.1 INHOUD Onderwerp Pagina 1. ALGEMEEN 1.1 Inhoud 1 1.2 Het onderzoek en

Nadere informatie

Vervoer in het dagelijks leven

Vervoer in het dagelijks leven Vervoer in het dagelijks leven Doordat de afstanden tot voorzieningen vandaag de dag steeds groter worden neemt het belang van vervoer in het dagelijks leven toe. In april 2014 zijn de leden van het Groninger

Nadere informatie

Tussentijdse evaluatie. gratis openbaar vervoer 65-plussers. Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten

Tussentijdse evaluatie. gratis openbaar vervoer 65-plussers. Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten Tussentijdse evaluatie gratis openbaar vervoer 65-plussers Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkelingen Sector Beleid en Projecten 10 februari 2010 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1 Inleiding...

Nadere informatie

Autodelen in de versnelling!

Autodelen in de versnelling! Autodelen in de versnelling! Webinar Beter Benutten Martien Das Rijkswaterstaat WVL Duurzame mobiliteit Autodelen: gamechanger mobiliteitsgedrag Beter Benutten gaat om beïnvloeden van mobiliteitskeuzes

Nadere informatie

De vragenlijst P-1 helpt om een groep mensen op te delen in doelgroepen.

De vragenlijst P-1 helpt om een groep mensen op te delen in doelgroepen. Memo Van Datum Onderwerp Friso Metz Soorten reizigers en doelgroepen Doorkiesnummer Bijlage(n) 030 2918209 - Inleiding Dit memo maakt duidelijk welke soorten reizigers er zijn en hoe je een groep mensen

Nadere informatie

(Auto)mobiliteit in Nederland onder de loep

(Auto)mobiliteit in Nederland onder de loep (Auto)mobiliteit in Nederland onder de loep Jan van der Waard Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Zelfstandig onderzoeksinstituut binnen het ministerie van

Nadere informatie

De Tweedehands Automarkt en Variabilisatie. achterliggend rapport bij deelrapport 1: een marktverkenning - tabellenboek

De Tweedehands Automarkt en Variabilisatie. achterliggend rapport bij deelrapport 1: een marktverkenning - tabellenboek De Tweedehands Automarkt en Variabilisatie achterliggend rapport bij deelrapport 1: een marktverkenning tabellenboek \inisterie van Verkeer en Waterstaat 'irectoraatgeneraal Rijkswaterstaat Colofon Uitgave:

Nadere informatie

31 Met Velo fietsen: praktisch

31 Met Velo fietsen: praktisch 31 Met Velo fietsen: praktisch VELO APP in real-time opzoeken in welke Velo-stations er beschikbare fietsen of vrije plaatsen zijn zoeken naar een Velo-station of specifieke locatie in Antwerpen en je

Nadere informatie

E-car sharing in Zuid - Limburg

E-car sharing in Zuid - Limburg E-car sharing in Zuid - Limburg Visie en toepassing in Zuid Limburg Waarom e-car sharing in Zuid-Limburg? Waarom dit e-car sharing project? o Doorbraak van e-mobility in minder dicht bevolkte gebieden

Nadere informatie

ROVBECO. OV(bus) POTENTIE-TOOL

ROVBECO. OV(bus) POTENTIE-TOOL Regionale OV-BEreikbaarheid COnsumentgericht ROVBECO naar een OV(bus) POTENTIE-TOOL Peter van der Waerden, TUeindhoven Henk Tromp, Goudappel Coffeng Mike Bérénos, Universiteit Hasselt Presentatie voor

Nadere informatie

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015 LANDELIJKE FACTSHEET Beter Benutten Gedragsmeting 2015 1. Context voor reisgedrag Het effect van maatregelen in het kader van Beter Benutten is niet alleen afhankelijk van de drivers die mensen hebben

Nadere informatie

Elektrisch Rijden Monitor 2018

Elektrisch Rijden Monitor 2018 Elektrisch Rijden Monitor 2018 Samenvatting consumentenonderzoek December 2018 De context Elektrisch vervoer is voor de ANWB een zeer relevant onderwerp. De overheid ontwikkelt nieuw beleid om te komen

Nadere informatie

Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond

Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond Onderzoek Test website door het Stadspanel Helmond In januari 2012 is de nieuwe gemeentelijke website de lucht ingegaan. Maanden van voorbereiding en tests gingen daaraan vooraf. Daarbij is bij de projectgroep

Nadere informatie

J CONSlf. Gedragswetenschappelijke kennis in het verkeer- en vervoerbeleid. Rapport mobiliteitsontwikkelingen

J CONSlf. Gedragswetenschappelijke kennis in het verkeer- en vervoerbeleid. Rapport mobiliteitsontwikkelingen J CONSlf Gedragswetenschappelijke kennis in het verkeer- en vervoerbeleid Rapport mobiliteitsontwikkelingen Gedragswetenschappelijke kennis in het verkeer- en vervoerbeleid Rapport mobiliteitsontwikkelingen

Nadere informatie

Wijkraadpleging Utrecht West 2011: Utrecht West aantrekkelijk en bereikbaar Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van: Wijkraad West

Wijkraadpleging Utrecht West 2011: Utrecht West aantrekkelijk en bereikbaar Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van: Wijkraad West Wijkraadpleging Utrecht West 2011: Utrecht West aantrekkelijk en bereikbaar Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van: Wijkraad West Utrecht, mei 2012 R.D. Rimmelzwaan, MSc M.M. Hootsen, MSc Samenvatting

Nadere informatie

Kansen voor Delen. Mogelijkheden van deelconcepten in mobiliteit. Maja van der Voet Govert de With. Utrecht, 12 mei 2015

Kansen voor Delen. Mogelijkheden van deelconcepten in mobiliteit. Maja van der Voet Govert de With. Utrecht, 12 mei 2015 Kansen voor Delen Mogelijkheden van deelconcepten in mobiliteit Maja van der Voet Govert de With Utrecht, 12 mei 2015 Delen? Met meerdere personen gebruik maken van één product: Lenen Gebruiken en weer

Nadere informatie

Onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport

Onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport Onderzoek verplaatsingsgedrag Vlaanderen (2015-2016) Analyserapport 1 INLEIDING Sinds 1994 voert de Vlaamse Overheid onderzoek uit naar het verplaatsingsgedrag van Vlamingen. Dit onderzoek wordt het Onderzoek

Nadere informatie

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag Bijlage 8 Enquête Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag documenttitel: BIJLAGE 8 ENQUÊTE ANALYSE- EN OPLOSSINGSRICHTINGENFASE MIRT-ONDERZOEK BEREIKBAARHEID

Nadere informatie

Oplegvel Collegebesluit

Oplegvel Collegebesluit Oplegvel Collegebesluit Onderwerp Realisatie 15 autodate parkeerplaatsen door Greenwheels Portefeuille M. Divendal Auteur Dhr. B. van de Hulsbeek Telefoon 5115147 E-mail: bhulsbeek@haarlem.nl WZ/OGV Reg.nr.

Nadere informatie

Managementsamenvatting

Managementsamenvatting Managementsamenvatting De provincie Noord-Brabant heeft twee pilots ingevoerd met goedkoop openbaar vervoer. De eerste pilot gericht op jongeren tot 12 jaar en ouderen vanaf 65 jaar en de tweede pliot

Nadere informatie

Inleiding opleidingsmodule Energie besparen en duurzame mobiliteit

Inleiding opleidingsmodule Energie besparen en duurzame mobiliteit 1 opleidingsmodule Energie besparen en duurzame mobiliteit Deze inleiding op het thema energie besparen en duurzame mobiliteit werd ontwikkeld voor personen die werken met mensen met een migratie-achtergrond

Nadere informatie

SAMENVATTING. Speerpunt gordel. Achtergrond en doel perceptieonderzoek

SAMENVATTING. Speerpunt gordel. Achtergrond en doel perceptieonderzoek SAMENVATTING Achtergrond en doel perceptieonderzoek Het Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie (BVOM) is onderdeel van het Openbaar Ministerie en valt onder het Ministerie van Justitie. Het is het

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

2. Verklaringen voor verschillen in mobiliteit

2. Verklaringen voor verschillen in mobiliteit 2. Verklaringen voor verschillen in mobiliteit Er zijn minstens vijf verklaringen voor de grote verschillen die er tussen de stedelijke gebieden bestaan in het gebruik van de auto, het openbaar vervoer

Nadere informatie

RAPPORT EVALUATIE 2 KAARTJE HEUVELLANDLIJN 2014

RAPPORT EVALUATIE 2 KAARTJE HEUVELLANDLIJN 2014 RAPPORT EVALUATIE 2 KAARTJE HEUVELLANDLIJN 2014 Opdrachtnemer: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Gemeente Maastricht Opdrachtgever: Roy Cornelissen Projectleider Topdagen en Evenementen Programmabureau

Nadere informatie

Beroepsbevolking en Pendel 2013

Beroepsbevolking en Pendel 2013 Dit factsheet is gebaseerd op een onderzoek onder 26. Flevolanders. Eind 213 is het onderzoek afgenomen middels een vragenlijst. De respons was 17%. Met de toepassing van wegingsfactoren is het onderzoek

Nadere informatie

Nieuwsbrief burgerpanel Overschie

Nieuwsbrief burgerpanel Overschie Nieuwsbrief burgerpanel Overschie Resultaten 4 e peiling: verkeer en bereikbaarheid april 2014 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de vierde peiling met het burgerpanel Overschie. Het

Nadere informatie

Haalbaarheidsonderzoek

Haalbaarheidsonderzoek Haalbaarheidsonderzoek SAMENVATTING RAPPORTAGE Haalbaarheidsonderzoek Samenvatting rapportage Bureau Verten Onderzoek uw partner in onderzoek www.vertenonderzoek.nl e-mail: verten.onderzoek@inter.nl.net

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Onderwerp: Gratis openbaar vervoer Eindhovense minima.

gemeente Eindhoven Onderwerp: Gratis openbaar vervoer Eindhovense minima. gemeente Eindhoven Inboeknummer 14bst01057 Dossiernummer 14.36.401 2 september 2014 Raads informatiebrief Onderwerp: Gratis openbaar vervoer Eindhovense minima. Inleiding a b Actueel maatschappelijk onderwerp/probleem

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad, Ingekomen stuk D5 (PA 2 juli 2008) Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 91 11 Telefax (024) 323 93 34 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105

Nadere informatie

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Bijlage Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen Behorend bij het rapport VMBO-opleiding Rijn- en binnenvaart in Nijmegen ; Onderzoek naar de behoefte aan een VMBO-opleiding Rijn-

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle

Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle fietsen Advies en Faciliteiten AF Stadskantoor Lübeckplein Postbus 538 8000 AM Zwolle Telefoon (038) 498 2008 www.zwolle.nl Onderzoek gebruik fietsenstallingen rondom station Zwolle Opdrachtgever Opdrachtnemer

Nadere informatie

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen Onderzoek van GfK november 2015 Inleiding Het aantal ondernemers blijft groeien. In 2015 heeft

Nadere informatie

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III Ketenanalyse 1 Inleiding Eis: Aantoonbaar inzicht in de meest materiele emissies uit scope 3 middels 2 ketenanalyses. Voor het in kaart brengen van scope III

Nadere informatie

Presentatie Fleet Barometer 2013. Amerongen, 11 juni 2013

Presentatie Fleet Barometer 2013. Amerongen, 11 juni 2013 Presentatie Fleet Barometer 2013 Amerongen, 11 juni 2013 Wat is CVO? CVO is een internationaal en onafhankelijk expertiseplatform gericht op de zakelijke automarkt een instrument om alle actoren van de

Nadere informatie

Projectnummer: 9177 In opdracht van: Dienst IVV en Stadsdeel Oud-Zuid. Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658. 1012 GL Amsterdam 1000 AR Amsterdam

Projectnummer: 9177 In opdracht van: Dienst IVV en Stadsdeel Oud-Zuid. Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658. 1012 GL Amsterdam 1000 AR Amsterdam Projectnummer: 9177 In opdracht van: Dienst IVV en Stadsdeel Oud-Zuid drs. Idske de Jong dr. Esther Jakobs Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL Amsterdam 1000 AR Amsterdam Telefoon 020 251 0421

Nadere informatie

HOE SLIM REIS JIJ? EEN KWANTITATIEF ONDERZOEK NAAR HET NIEUWE WERKEN EN MOBILITEIT IN OPDRACHT VAN DE ANWB

HOE SLIM REIS JIJ? EEN KWANTITATIEF ONDERZOEK NAAR HET NIEUWE WERKEN EN MOBILITEIT IN OPDRACHT VAN DE ANWB HOE SLIM REIS JIJ? EEN KWANTITATIEF ONDERZOEK NAAR HET NIEUWE WERKEN EN MOBILITEIT IN OPDRACHT VAN DE ANWB CONCEPT HANS ONKENHOUT AMSTERDAM, OKTOBER 2011 HOE SLIM REIS JIJ? Een kwantitatief onderzoek naar

Nadere informatie

Factsheet eerste effecten Beter Benutten regio Twente

Factsheet eerste effecten Beter Benutten regio Twente Factsheet Factsheet eerste Beter effecten Benutten Beter Benutten regio Maastricht regio Twente Factsheet eerste effecten Beter Benutten regio Twente Inleiding Voor de montoring en evaluatie van de tien

Nadere informatie

Mobiliteit in Nederland onder de loep

Mobiliteit in Nederland onder de loep Mobiliteit in Nederland onder de loep Jan van der Waard Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) Mobiliteit Totaal aantal afgelegde kilometers per vervoerwijze Bepaald door: Aantal personen x Aantal

Nadere informatie

ANWB Kiezen voor mobiliteit 0-meting. conclusies

ANWB Kiezen voor mobiliteit 0-meting. conclusies ANWB Kiezen voor mobiliteit 0-meting conclusies Amsterdam, 21 maart 2005 Projectnummer: H870 Nanda Deen BA Tamara Deprez MA Drs. Annemieke Blok MBA 1 Motivaction International B.V. Inhoudsopgave Conclusies

Nadere informatie

Evaluatie proef gratis busvervoer Helmond

Evaluatie proef gratis busvervoer Helmond Evaluatie proef gratis busvervoer Helmond Evaluatie Proef gratis busvervoer Helmond . Titel: Evaluatie proef gratis busvervoer Helmond Opdrachtgever: Gemeentebestuur Helmond Opdrachtnemer: Afdeling Onderzoek

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

FAQ Fietspad Helmond-Eindhoven: Nr. Categorie Vraag Antwoord

FAQ Fietspad Helmond-Eindhoven: Nr. Categorie Vraag Antwoord FAQ Fietspad Helmond-Eindhoven: Nr. Categorie Vraag Antwoord De fiets is voor velen het ideale vervoermiddel op kortere afstanden. Op dit moment is er geen directe, snelle en kwalitatief hoogwaardige fietsverbinding

Nadere informatie

Milieubarometer 2010-2011

Milieubarometer 2010-2011 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N005 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2010-2011 Datum : 6 januari 2012 Milieubarometer 2010-2011 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

3. Kenmerken van personenwagens

3. Kenmerken van personenwagens 3. Kenmerken van personenwagens Tabel 29: Verdeling van personenwagens volgens bouwjaarcategorie Bouwjaar categorie bjcat 1990 en eerder 403.46 3.89 403.46 3.89 1991 tot 1995 997.17 9.62 1400.63 13.52

Nadere informatie

Hoofdstuk 21. Mobiliteit

Hoofdstuk 21. Mobiliteit Hoofdstuk 21. Mobiliteit Samenvatting Om meer inzicht te krijgen in de mobiliteit van Leidenaren is dit jaar in de Stadsenquête voor het eerst gevraagd om voor één dag alle verplaatsingen van die dag aan

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Uitkomsten t.b.v. de visie

Uitkomsten t.b.v. de visie Achtergrond Ten behoeve van de regionale bereikbaarheidsvisie IJmond is in de periode april-juni 2012 een digitale enquête gehouden onder de inwoners van de IJmond. Via regionale pers en diverse websites

Nadere informatie

Grafiek 12.1a Soorten vervoermiddelen waar Leidenaren over beschikken, in procenten van alle Leidenaren 0% 25% 50% 75% 100%

Grafiek 12.1a Soorten vervoermiddelen waar Leidenaren over beschikken, in procenten van alle Leidenaren 0% 25% 50% 75% 100% 12 VERVOERMIDDELENKEUZE De afdeling Ruimte- en Milieubeleid wil graag weten over welke vervoermiddelen de Leidenaren beschikken en welke zij voor verschillende doeleinden gebruiken. Daarnaast is de gemeente

Nadere informatie

Hoofdstuk 20. Biologische warenmarkt

Hoofdstuk 20. Biologische warenmarkt Hoofdstuk 20. Biologische warenmarkt Samenvatting Tweederde van de Leidenaren koopt wel eens bewust biologische producten. Ruim een derde doet dit wekelijks of vaker en bijna drie op de tien doet dit meer

Nadere informatie

rten u are bu efb le

rten u are bu efb le leefbare buurten Gemiddeld gebruik 1 uur/dag Kostprijs: gemiddeld 5.000 /jaar WAT IS AUTODELEN? Meerdere personen maken gedurende een langere periode om beurten gebruik van één of meerdere Wat is autodelen

Nadere informatie

Fietsklimaattest. Benchmarken. www.trendy-travel.eu. supported by

Fietsklimaattest. Benchmarken. www.trendy-travel.eu. supported by Benchmarken Fietsklimaattest supported by www.trendy-travel.eu De verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze publicatie ligt volledig bij de auteurs. Het vertegenwoordigt niet noodzakelijk de mening

Nadere informatie

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h TNS Nipo Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam t 020 5225 444 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h Rick Heldoorn & Matthijs de Gier H1630

Nadere informatie

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen (2016-2017) Analyserapport 1 INLEIDING Sinds 1994 voert de Vlaamse Overheid onderzoek uit naar het verplaatsingsgedrag van Vlamingen. Dit onderzoek wordt het Onderzoek

Nadere informatie

Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN STUDENTEN VAN HET MBO

Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN STUDENTEN VAN HET MBO 1 Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN STUDENTEN VAN HET MBO In opdracht van: Ruben de Cuyper December 2016 2 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Vervoersarmoede: hoe groot is het probleem en wie hebben

Nadere informatie

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014 in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als

Nadere informatie

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Het KTO is een wettelijke verplichting wat betreft de verantwoording naar de Gemeenteraad

Nadere informatie

Het belang van begeleiding

Het belang van begeleiding Het belang van begeleiding Langdurig zieke werknemers 9 en 18 maanden na ziekmelding vergeleken Lone von Meyenfeldt Philip de Jong Carlien Schrijvershof Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Welke percepties leven er bij werknemers en studenten omtrent de logistieke sector? Lynn De Bock en Valerie Smid trachten in hun gezamenlijke masterproef

Nadere informatie

Rotterdam MaaS beleving Daan Zegwaart Projectleider De Verkeersonderneming. Daan Zegwaart Projectleider De Verkeersonderneming

Rotterdam MaaS beleving Daan Zegwaart Projectleider De Verkeersonderneming. Daan Zegwaart Projectleider De Verkeersonderneming Rotterdam MaaS beleving Daan Zegwaart Projectleider De Verkeersonderneming Daan Zegwaart Projectleider De Verkeersonderneming Vandaag 01. De Verkeersonderneming 04. Eerste resultaten 02. Opzet experiment

Nadere informatie

Rode loper. voor autodelen. autodelen.info

Rode loper. voor autodelen. autodelen.info Rode loper voor autodelen 15 tips om autodelen te versnellen Formuleer een ambitie voor autodelen Neem barrières weg Wat kan een gemeente doen? Wat gemeenten kunnen doen om autodelen te stimuleren Autodelen

Nadere informatie

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen (2017-2018) Analyserapport 1 INLEIDING Sinds 1994 voert de Vlaamse Overheid onderzoek uit naar het verplaatsingsgedrag van Vlamingen. Dit onderzoek wordt het Onderzoek

Nadere informatie

INBEGREPEN WAT KOST HET JOU? CAMBIO AUTODELEN, VOOR WIE? CAMBIO AUTODELEN, WANNEER? Je bent de parkeerproblemen in je buurt beu.

INBEGREPEN WAT KOST HET JOU? CAMBIO AUTODELEN, VOOR WIE? CAMBIO AUTODELEN, WANNEER? Je bent de parkeerproblemen in je buurt beu. www.cambio.be CAMBIO AUTODELEN, VOOR WIE? WAT KOST HET JOU? Met cambio reserveer je je auto naar keuze, op het moment dat je hem nodig hebt. Het comfort van een eigen wagen, zonder de bijhorende kopzorgen

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Inleiding opleidingsmodule Eco-driving

Inleiding opleidingsmodule Eco-driving 1 opleidingsmodule Eco-driving De opleidingsmodule werd ontwikkeld voor mensen die samenwerken met personen van allochtone afkomst en hen willen ondersteunen om duurzame vervoerswijzen te gebruiken. Het

Nadere informatie

R-89-25 Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

R-89-25 Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV SCHEIDING VAN VERKEERSSOORTEN IN FLEVOLAND Begeleidende notitie bij het rapport van Th. Michels & E. Meijer. Scheiding van verkeerssoorten in Flevoland; criteria en prioriteitsstelling voor scheiding van

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

Woon-werkmonitor 2018 Easy Way. Factsheet

Woon-werkmonitor 2018 Easy Way. Factsheet Woon-werkmonitor 2018 Easy Way Factsheet Doel onderzoek Dagelijks reizen miljoenen Nederlanders van en naar hun werk. Veel van hen hebben gedurende de dag ook afspraken buiten de deur. Werkenden leggen

Nadere informatie

UW NATIONALE BENCHMARK MOBILITEIT RAPPORT

UW NATIONALE BENCHMARK MOBILITEIT RAPPORT UW NATIONALE BENCHMARK MOBILITEIT RAPPORT Alstublieft, Dank voor uw deelname! 1 VOORWOORD De manier waarop we werken en reizen verandert snel. We werken steeds meer plaats- en tijdonafhankelijk en het

Nadere informatie

Peiling energie en milieu in het dagelijks leven 2017

Peiling energie en milieu in het dagelijks leven 2017 Peiling energie en milieu in het dagelijks leven 2017 In de Nijmeegse stadsmonitor laten we trends zien rond thema s als grondstoffen, energie, mobiliteit, klimaat(bestendigheid), leefomgeving en economie.

Nadere informatie

Uw mening over gaswinning uit het Groningen-gasveld

Uw mening over gaswinning uit het Groningen-gasveld faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen sociale psychologie Uw mening over gaswinning uit het Groningen-gasveld Onderzoeksresultaten fase 1 Elisabeth Hoekstra Goda Perlaviciute Linda Steg onderzoekgaswinning@rug.nl

Nadere informatie

Mobiliteit in cijfers 2004

Mobiliteit in cijfers 2004 Mobiliteit in cijfers 2004 Resultaten uit het eerste jaar Mobiliteitsonderzoek Nederland Adviesdienst Verkeer en Vervoer Mobiliteit in cijfers 2004 Resultaten uit het eerste jaar Mobiliteitsonderzoek

Nadere informatie