Hogeschool Zuyd, Sittard Opleiding: International Business & Management Studies, hbo bachelor Varianten: voltijd

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hogeschool Zuyd, Sittard Opleiding: International Business & Management Studies, hbo bachelor Varianten: voltijd"

Transcriptie

1 Hogeschool Zuyd, Sittard Opleiding: International Business & Management Studies, hbo bachelor Varianten: voltijd Visitatiedata: 11 en 12 oktober 2006 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2006

2 2 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor

3 Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen Voorwoord Inleiding Werkwijze Oordeelsvorming Oordelen per onderwerp Schematisch overzicht oordelen Totaaloordeel 12 Deel B: Facetten 13 Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding 15 Onderwerp 2 Programma 17 Onderwerp 3 Inzet van personeel 29 Onderwerp 4 Voorzieningen 31 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 34 Onderwerp 6 Resultaten 37 Deel C: Bijlagen 41 Bijlage 1 Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 42 Bijlage 2 Deskundigheden panelleden 48 Bijlage 3 Bezoekprogramma 52 Bijlage 4 Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 54 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor 3

4 4 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor

5 Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor 5

6 6 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor

7 1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding International Business & Management Studies (IBMS) van de Hogeschool Zuyd heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is feitelijk gestart in mei 2006, het moment waarop de opleiding haar zelfevaluatierapport bij NQA heeft aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek was er een panelbezoek aan de opleiding. Dit bezoek vond plaats op 11 en 12 oktober In het panel hebben de volgende personen zitting genomen: De heer drs. J.W. van Broekhuijsen (voorzitter en domeinpanellid); De heer G. Panneman (domeinpanellid); Mevrouw F.C. van Rijn (studentpanellid); De heer drs. G.J.H. Vermeulen (NQA-auditor); Mevrouw I.J.M. de Jong (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over domeinspecifieke deskundigheid, onderwijs- en auditdeskundigheid en deskundigheid over de internationale ontwikkelingen van de discipline (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals die door de NVAO is voorgeschreven. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding De Hogeschool Zuyd is in 2001 ontstaan uit een fusie van de Hogeschool Limburg en de Hogeschool Maastricht. De hogeschool omvat de sectoren economie, gezondheidszorg, kunst, onderwijs, sociaal-agogisch en techniek. Deze zijn geclusterd in 20 faculteiten die gehuisvest zijn in de plaatsen Heerlen, Maastricht en Sittard. In totaal worden meer dan 50 bacheloropleidingen, zowel voltijd, deeltijd als duale opleidingen, en een aantal masteropleidingen verzorgd. De opleiding IBMS valt onder de faculteit HEAO Financieel Management. NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor 7

8 De Hogeschool Zuyd telt anno 2005 circa studenten en biedt werkgelegenheid aan ongeveer medewerkers. Naast het aanbieden van bachelor- en masteropleidingen verricht de hogeschool ook toegepast onderzoek in ongeveer 10 lectoraten/kenniskringen. Consultancy en cursussen voor maatschappelijke organisaties vinden plaats via expertisecentra in oprichting. In 1990 is Inetrnational Business Administration van start gegaan als Engelstalige variant van de Opleiding Bedrijfseconomie. De afgestudeerden ontvingen een diploma van de Nederlandstalige opleiding BE. Eind jaren 90 is binnen het landelijk overleg IBA besloten om een extern onderzoeksbureau een onderzoek te laten uitvoeren naar arbeidsmarkt en de eisen aan eindtermen c.q. competenties van een eventuele IBMS-opleiding. Op basis van dit rapport is in de loop van 2000 de CROHO registratie aangevraagd. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft deze aanvraag goedgekeurd en heeft toestemming gegeven voor de start van de nieuwe opleiding IBMS. Het eerste cohort IBMS is gestart in september Sinds de opleiding is begonnen in 2001 zijn er een aantal curriculumwijzigingen doorgevoerd. Bij de start van de opleiding was het onderwijsprogramma sterk vakgericht. Dit programma wordt verder Curriculum 2003 genoemd. Het Curriculum 2004 betreft een overgangscurriculum tussen 2003 en 2005, waarbij de belangrijkste aanpassing de opbouw in vier periodes is (in plaats van de semestervorm van 2003). Het huidige onderwijsprogramma Curriculum 2005 is het resultaat van een grootschalig innovatietraject. Het is gebaseerd op het actuele en vastgestelde Beroeps- en opleidingsprofiel IBMS Sittard. Het Framework Competenties IBMS dat in september 2005 door het landelijk overleg IBMS is vastgesteld, lag hieraan ten grondslag. Op het moment van visiteren zijn de lopende cohorten ( ) als volgt te onderscheiden: - 4e jaarsstudenten volgen het oorspronkelijke IBMS programma in semestervorm ( curriculum 2003 ) - 3e jaarsstudenten volgen IBMS programma in kwartaalvorm en met lichte aanpassingen ( curriculum 2004 ) - 1e en 2e jaarsstudenten volgen het herziene IBMS programma ( curriculum 2005 ). De beginnend IBMS beroepsbeoefenaar start zijn carrière op operationeel/tactisch niveau binnen één of een combinatie van de functiegebieden financial management, operations management en marketing management. De vestigingsplaats van de faculteit HEAO Financieel Management waaronder IBMS ressorteert is Sittard, locatie Havikstraat. Deze faculteit heeft drie opleidingen: IBMS, Bedrijfseconomie en Accountancy. Vanaf september 2007 zal de opleiding gehuisvest zijn in Maastricht. Per 1 oktober 2006 studeren aan de opleiding IBMS 205 studenten. Het totaal aantal onderwijsgevenden betrokken bij IBMS bedraagt NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor

9 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel heeft plaatsgevonden conform de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecheckt op kwaliteit en compleetheid (de informatieanalyse) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Nadat het zelfevaluatierapport met de bijlagen in orde was bevonden, heeft de auditor met de opleiding tezamen besproken welke facetten of welke thema s naar verwachting de meeste aandacht zullen krijgen tijdens het bezoek van het panel aan de opleiding. Daardoor konden de opleiding en het visitatiepanel zich op adequate wijze voorbereiden op dit bezoek. In diezelfde periode september 2006 bereiden de panelleden zich inhoudelijk voor op het bezoek in oktober Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel concreet voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundige(n) in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidigingsmanagement. Verder is gesproken met docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel zogenaamde schakelmomenten ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor 9

10 De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport wordt door de opleiding accreditatie aangevraagd bij de NVAO. In het facetrapport wordt door NQA gerapporteerd op facetniveau. De opleiding heeft in oktober 2006 een concept van dit rapport voor een check op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het onderwerprapport wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in november 2006 voor een check op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in december Het visitatierapport is uiteindelijk in december 2006 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. 1.5 Oordelen per onderwerp Doelstellingen opleiding De facetten 1.2 en 1.3 zijn beide met goed beoordeeld, facet 1.1 is met voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding IBMS Sittard derhalve positief Programma De facetten 2.2 en 2.6 zijn beide met goed beoordeeld. De facetten 2.1, 2.3, 2.4, 2.5, 2.7, 2.8 zijn allen met voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding IBMS Sittard derhalve positief. 10 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor

11 1.5.3 Inzet van personeel Alle facetten behorende bij dit onderwerp zijn met goed beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding IBMS Sittard derhalve positief Voorzieningen Facet 4.1 is met goed beoordeeld en facet 4.2 is met voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding IBMS Sittard derhalve positief Interne kwaliteitszorg Alle facetten behorend bij dit onderwerp zijn met voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding IBMS Sittard derhalve positief Resultaten Alle facetten behorend bij dit onderwerp zijn met voldoende beoordeeld. De oordelen op het onderwerp zijn voor de opleiding IBMS Sittard derhalve positief. NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor 11

12 1.6 Schematisch overzicht oordelen Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Opleiding IBMS Voltijd Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen Voldoende 1.2 Niveau bachelor Goed 1.3 Oriëntatie hbo bachelor Goed Totaaloordeel Positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen hbo Voldoende 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Voldoende 2.4 Studielast Voldoende 2.5 Instroom Voldoende 2.6 Duur Goed 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed 2.8 Beoordeling en toetsing Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 3 Inzet van Personeel 3.1 Eisen hbo Goed 3.2 Kwantiteit personeel Goed 3.3 Kwaliteit personeel Goed Totaaloordeel Positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen Goed 4.2 Studiebegeleiding Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitzorg 5.1 Evaluatie resultaten Voldoende 5.2 Maatregelen tot verbetering Voldoende 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Voldoende Totaaloordeel Positief Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerde niveau Voldoende 6.2 Onderwijsrendement Voldoende Totaaloordeel Positief 1.7 Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema blijkt dat de opleiding op de zes onderwerpen positief scoort en de conclusie is dat het totaaloordeel over de opleiding POSITIEF is. 12 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor

13 Deel B: Facetten NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor 13

14 14 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor

15 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen Voldoende Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In 1999 is op nationaal niveau en in samenspraak met vertegenwoordigers uit het werkveld een rapport geschreven waarin de eindcompetenties IBMS beschreven staan die studenten moeten realiseren. In 2001 is het Landelijk opleidingsoverleg IBMS begonnen met het nader uitwerken van de eindcompetenties. Dit heeft geleid tot het in 2004 vastgestelde IBMS Framework. De opleiding bestaat uit 16 competenties, 8 beroepscompetenties en 8 generieke competenties. De 8 beroepscompetenties omvatten onder andere: Intercultural adaptability, Entrepreneural management en International Marketing Management. Onder de generieke competenties wordt onder andere Leadership, Communication, Planning and organising en Ethical responsability verstaan. De opleiding heeft op regionaal niveau het IBMS Framework verder uitgewerkt in het IBMS Sittard beroepsprofiel. In het Hogeschoolbeleid is opgenomen dat de Hogeschool hecht aan het belang van de Euregio en dan met name het MKB. De opleiding IBMS is daar in eerste instantie in meegegaan, maar heeft aan het panel aangegeven de grens van de Euregio toch te eng te vinden voor de positionering van de IBMS-opleiding. De opleiding heeft onlangs, in overleg met de Hogeschool, gekozen voor een mondiale insteek. Ook is ervoor gekozen naast MKB ook grote bedrijven een plaats te geven in het profiel van de opleiding. Hiermee brengt de opleiding haar visie in lijn met de feitelijke praktijk. Het panel onderschrijft deze keuze, maar is van oordeel dat door meer en intensiever overleg met partnerscholen en de Adviesraad deze keuze eerder gemaakt had kunnen worden. De opleiding heeft het beroepsprofiel afgestemd met de Adviesraad in periodieke bijeenkomsten. Het panel heeft de verslagen van de bijeenkomsten bestudeerd en stelt vast dat de Adviesraad betrokken is bij de ontwikkeling van het beroepsprofiel. Leden van de Adviesraad hebben dit, in het gesprek met het panel, bevestigd. De opleiding heeft overeenkomsten met partnerscholen op beleidsniveau. De coördinator studentzaken van de opleiding vergelijkt onderdelen van het onderwijsprogramma met buitenlandse partnerscholen, wanneer studenten daar naar toe willen. Het panel heeft een kort verslag van een vergelijking ingezien. Het panel is van oordeel dat internationale vergelijking met partnerscholen een intensiever en meer systematisch karakter zou kunnen krijgen. NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor 15

16 Facet 1.2 Niveau bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het document IBMS Framework, 2004 zijn per eindcompetentie niveau-aanduidingen omschreven. De niveau-aanduidingen worden tot en met het masterniveau weergegeven. De opleiding IBMS Sittard biedt de competenties tot en met niveau 3 (Bachelor) aan. De competenties kunnen op de volgende niveaus behaald worden: - Niveau 1: Studenten moeten een simpele taak uit kunnen voeren, de student heeft de basiskennis en vaardigheden om de competentie onder toezicht in een beschermde omgeving uit te voeren (Vooral in het eerste jaar). - Niveau 2: De student kan de competentie zelfstandig uitvoeren in een relatief gemakkelijke omgeving (Vooral in het tweede jaar en tijdens de stage). - Niveau 3: Studenten kunnen de competentie zelfstandig uitvoeren in een complexe situatie, de student bezit de benodigde vaardigheden volledig (Bachelornivau). - Niveau 4: De student kan de competentie toepassen in verschillende complexe situaties, hij kan de competentie evalueren en anderen ondersteunen bij het toepassen van hun competenties (Masterniveau). De opleiding heeft de eindkwalificaties IBMS gekoppeld aan de Dublin Descriptoren in het document Koppeling Dublin descriptoren aan eindkwalificaties IBMS (2005). Het panel is van oordeel dat de opleiding inzichtelijk maakt dat de eindkwalificaties aansluiten bij de Dublin Descriptoren. Facet 1.3 Oriëntatie hbo bachelor Goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Bij dit facet worden de argumenten van de facetten 1.1 en 1.2 meegenomen. De opleiding beschrijft in haar Informatiedossier het volgende profiel van de IBMS er: De beginnend IBMS beroepsbeoefenaar start zijn carrière op operationeel/tactisch niveau binnen een of een combinatie van de functiegebieden financial management, operations management en marketing management. De IBMS er groeit vervolgens door binnen zijn specialisme maar vaak ook in de richting van het algemeen management van een organisatie of bedrijf. De IBMS er spreekt uitstekend Engels en is in staat om een 16 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor

17 omvangrijk internationaal netwerk op te bouwen en te onderhouden. Om kwalitatief hoogwaardige diensten uit te kunnen voeren beschikt hij over een correcte beroepshouding en over voldoende cognitieve, sociaal-communicatieve en strategische kennis en vaardigheden. Tot de basis van de IBMS er behoren verder in ieder geval de belangrijkste aspecten op het terrein van internationale wet- en regelgeving, financieel management, operations management en marketing management. Hij heeft verder een goed inzicht in de internationale betrekkingen. Hij is een gelijkwaardige gesprekspartner op internationaal niveau. Hij is in staat om afgewogen beslissingen te nemen op basis van kennis, vaardigheden, overleg en voldoende diplomatie. Studenten worden opgeleid voor functies als: company accountant, finance manager, budget consultant, investment consultant, creditassessor, management consultant, marketing manager, export manager, account manager en sales manager. Het panel is op basis van de gesprekken met afgestudeerden en vertegenwoordigers van het werkveld van oordeel dat de opleiding aansluit bij de verschillende functies. De opleiding voert structureel overleg met de Adviesraad (drie tot vier maal per jaar), het panel heeft hier verslagen van gezien. De opleiding gebruikt het advies van de Adviesraad bij het ontwikkelen van de visie van de opleiding. Uit het gesprek met vertegenwoordigers van de Adviesraad is gebleken dat de Adviesraad nauw samenwerkt met de opleiding. Zij gaven aan dat hun advies wordt overgenomen door de opleiding. Onderwerp 2 Programma Facet 2.1 Eisen hbo Voldoende Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het curriculum IBMS is in 2001 gestart. Sindsdien zijn er verschillende aanpassingen doorgevoerd. Het eerste curriculum (tot 2003) was vooral vakgeoriënteerd. In 2004 heeft een overgang plaatsgevonden, waarbij de belangrijkste wijziging de vorm betrof (kwartalen in plaats van semesters). In 2005 is het curriculum vernieuwd op basis van het IBMS Framework, het actuele beroeps- en opleidingsprofiel IBMS Sittard en adviezen van de Adviesraad. Het curriculum is competentiegericht en in elk thema zijn beroepsproducten gedefinieerd. NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor 17

18 De lopende curricula ( ) zijn als volgt te onderscheiden: - 4e jaarsstudenten volgen het oorspronkelijke IBMS programma in semestervorm ( curriculum 2003 ); - 3e jaarsstudenten volgen IBMS programma in kwartaalvorm en met lichte aanpassingen ( curriculum 2004 ); - 1e en 2e jaarsstudenten volgen het herziene IBMS programma ( curriculum 2005 ). De opleiding (Curriculum 2005) is thematisch opgebouwd. De volgende Thema s komen aan de orde in het eerste jaar: Introduction of marketing, Introduction of Business & Finance, Introduction of Business logistics and Management en Junior Manager. In het tweede jaar worden de volgende Thema s behandeld: International Logistics & Management, Research of International markets & Marketing Communications, Analysing Financial Performances en International manager. Het derde jaar studeren studenten in het buitenland en lopen zij stage. In het laatste jaar wordt aandacht besteed aan: International marketing, Finance & Management, Business Environment en Communications. Het panel heeft voor de ontwikkeling van het vierde jaar in het nieuwe curriculum verschillende plannen aangetroffen. Het panel gaat uit van het Jaarplan In het curriculum 2005 zal in het vierde jaar ruimte gecreëerd worden voor keuzemogelijkheden in de vorm van minors. In het Jaarplan 2007 zijn de plannen voor het laatste jaar in projectvorm uitgewerkt. In 2008 zullen de eerste studenten in het vierde jaar starten, de thema s zullen globaal ontwikkeld zijn per december De opleiding gaat, volgens het document Internationale positionering IBMS (2006) en het Jaarplan 2007, in het laatste jaar vier keuzeminors aanbieden: 1) Keuzemodulen ter voorbereiding op de vervolgstudie aan de Universiteit Maastricht, 2) Studenten van verschillende opleidingen van de Hogeschool starten samen met collega-studenten uit Europese partnerhogescholen (virtuele) students companies, 3) Studenten doen een toegepast onderzoek met de focus op managementthema s relevant voor internationaal georiënteerde bedrijven binnen de Euregio. Naast een praktisch onderzoek krijgen studenten een theoretische onderbouwing in toegepast onderzoek en 4) Studenten kunnen zich specialiseren in een bepaald land, inmiddels is er samenwerking met Rusland en China. De opleiding IBMS heeft een doorstroomprogramma ontwikkeld en afgestemd met de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de Universiteit Maastricht. Afgestudeerden IBMS die het afgesproken schakelprogramma met goed gevolg hebben afgesloten, worden zonder meer toegelaten tot de eenjarige masteropleiding International Business. De opleiding geeft in het Informatiedossier aan dat het werkveld betrokken wordt bij de ontwikkeling van de casuïstiek in de opleiding. In het gesprek met het werkveld is naar voren gekomen dat een lid van de Adviesraad nauw betrokken is geweest bij de ontwikkeling van een omvangrijke casus voor het eerste jaar. De overige casussen zijn meer fictief en er liggen geen bedrijfsbezoeken aan ten grondslag. In de vorige curricula kwam toegepast onderzoek weinig aan bod. In het curriculum 2005 kunnen studenten in het vierde jaar kiezen voor een keuzemodule gericht op toegepast onderzoek. Toegepast onderzoek komt tevens terug in de afstudeeropdracht (8,5 EC s), waarin studenten een zelfgekozen onderwerp onderzoeken en beschrijven. 18 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor

19 De opleiding geeft aan dat actuele ontwikkelingen gebruikt worden bij de ontwikkeling en revisering van het programma en bij de ontwikkeling van het onderwijsmateriaal. Het panel heeft het studiemateriaal bestudeerd is van oordeel dat het studiemateriaal actueel is. De opleiding heeft in het document Docentenmobiliteit IBMS 2006 aangegeven welke gastdocenten op de opleiding hebben lesgegeven en welke docenten van de opleiding elders hebben lesgegeven. Het panel oordeelt positief over de mobiliteit van docenten, maar is van mening dat de opleiding beperkt gebruik maakt van inkomende gastdocenten, studenten noemen in het gesprek met het panel twee tot drie maal per jaar een bezoek van een gastdocent. De beroepsproducten die in het programma opgenomen zijn, worden als adviesproducten aan de bedrijven aangeboden. Eenzelfde ontwikkeling wordt nagestreefd met de resultaten van toegepast onderzoek. In de Themaboeken zijn de literatuurlijsten als vast onderdeel opgenomen. Het panel heeft deze literatuurlijsten bestudeerd en vindt ze actueel, beroepsgericht en up-to-date. Het panel stelt vast dat alle titels Engelstalig zijn. Het programma wordt volledig Engelstalig aangeboden. Het talenonderwijs, zowel mondeling als schriftelijk, loopt als een rode draad door het onderwijs heen. In elk thema komen de talen aan de orde. Studenten geven aan dat zij elke week twee uur talenonderwijs volgen. Studenten kiezen naast Engels (verplicht) één andere moderne vreemde taal. Zij kunnen kiezen uit Frans, Duits en Spaans. Voor Chinese studenten is, naast het volgen van de Engelse lessen, Nederlands verplicht als tweede taal. Het Engels begint op Havo-niveau, terwijl de andere vreemde talen op nul-niveau beginnen en op Havo-niveau eindigen. Internationalisering komt aan bod door de uitwisseling van studenten. In Sittard volgen studenten van buitenlandse onderwijsinstellingen samen met de Nederlandse studenten programmaonderdelen. Naast deze uitwisseling bestaat de instroom van de opleiding deels uit buitenlandse studenten. Studenten komen daardoor in aanraking met andere culturen en talen. Daarnaast komt internationalisering nadrukkelijk aan bod in het derde jaar van de opleiding, waarin de student een half jaar aan een buitenlandse hogeschool/universiteit studeert en een half jaar verplicht stage loopt in het buitenland. In beide gevallen mag dit niet in het eigen taalgebied van de student plaatsvinden. Naast stage en uitwisseling van studenten komt internationalisering aan bod in het curriculumonderdeel Cross-cultural Management. De opleiding besteed tevens aandacht aan het samenstellen van mulit-culturele teams in practicumsituaties. De opleiding heeft een Stagevoorbereidingsmodule en een Studeren in het buitenland - module ontwikkeld. In periode twee van het tweede jaar krijgen studenten de module over studeren in het buitenland aangeboden en in periode drie krijgen zij de module over de stage in het buitenland. De inhoudelijke eisen waaraan de afstudeeropdracht moet voldoen staan vermeld in de Stage- en afstudeerhandleiding IBMS Zoals: studenten moeten uitgaan van een probleemstelling, zij moeten de onderzoeksmethode en de onderzoeksresultaten beargumenteren en duidelijke conclusies en aanbevelingen formuleren. De opleiding stelt eisen aan de opmaak van een rapport. Het panel heeft de Stage- en afstudeer- NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor 19

20 handleiding IBMS 2006 ingezien en is van oordeel dat het voor studenten duidelijk is wat er van hen verwacht wordt. Het panel heeft een overzicht ingezien waarin aangegeven is waar studenten het derde jaar de stage hebben volbracht. Het panel is onder de indruk van de mate waarin internationale bedrijven/multi-nationals op de lijst voorkomen. Studenten en stageverleners tonen zich, in het gesprek met het panel, zeer tevreden over de stage. Stageverleners vinden studenten proactief, zelfstandig en kritisch. Studenten schrijven naar aanleiding van hun stage een stageverslag. Naast het stageverslag maken studenten een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP). Het panel heeft geen POP s ingezien, maar oordeelt positief over de systematiek waarmee deze POP s moeten worden opgesteld. Zo moeten studenten aangeven welke leerdoelen zij nastreven en hoe zij denken deze doelen te gaan bereiken. Naderhand evalueren zij of de leerdoelen behaald zijn. Het panel heeft stageverslagen ingezien en is van oordeel dat studenten relevante werkzaamheden uitvoeren. Het panel heeft echter een beperkte analyse van het bedrijf in de stageverslagen teruggevonden. De opleiding geeft in dit verband aan dat de analyse van het bedrijf is verweven in de verdere observaties over verrichte werkzaamheden. Het opleidingsmanagement heeft in het gesprek met het panel aangegeven in de toekomst de stage aan het afstuderen te willen koppelen om daarmee meer diepgang te creëren in de stage. Het panel onderschrijft dit voornemen van het opleidingsmanagement. Voordat studenten een half jaar in het buitenland gaan studeren, moeten zij goedkeuring krijgen voor de programmaonderdelen die zij willen gaan volgen. De studenten leggen de Coördinator Studentzaken voor welke programmaonderdelen zij willen gaan volgen, daarbij dienen alle functionele gebieden (Marketing management, Financial management en Operations management) aan de orde te komen. Op basis van de inhoud en het niveau van de programmaonderdelen wordt een beslissing genomen. In principe toont de student zelf aan dat de programmaonderdelen aansluiten bij de opleiding IBMS in Sittard. Indien er onduidelijkheden zijn maakt de coördinator een vergelijking om te kijken of er voldoende aansluiting is. De student stelt vervolgens een learning agreement op die getekend wordt door IBMS Sittard, de student en de partnerschool waar de student naar toe gaat. Het panel heeft twee voorbeelden van deze agreements ingezien. Bij onbekende modules gaat de opleiding als volgt te werk: Wanneer de leerstofomschrijving van de module summier is, krijgt de student in een aantal gevallen het voordeel van de twijfel. De student wordt dan expliciet verzocht om na de introductiebijeenkomst van de module terug te koppelen of de module inderdaad biedt wat er van verwacht wordt. Zo niet, dan moet de student een andere module kiezen. Het panel is van oordeel dat het onderzoek vooraf grondiger kan plaatsvinden door bijvoorbeeld een modulewijzer van de betreffende module op te vragen en te toetsen aan de eisen van de opleiding. Het panel is van oordeel dat de borging van de kwaliteit van de buitenlandperiode voor de studenten systematischer kan. In het Jaarplan 2007 heeft de opleiding aangegeven dat de borging van kwaliteit van het buitenlandse programma verder verhoogd moet worden. Het panel deelt deze constatering. In 2007 wordt een project gestart waarbij de stagecoördinator en de coördinator studentzaken verantwoordelijk zijn voor de aanpassingen in het beleid met betrekking tot de borging van het buitenlandse deel van het programma. Het panel oordeelt positief over deze verbeteractie. 20 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor

21 Uit de Studentenmonitor 2005 (Faculteit HEAO Financieel Management) blijkt dat studenten IBMS matig tevreden zijn over de mogelijkheid tot oriëntatie op het beroep en werkveld (score 5.5 op een tienpuntsschaal). Studenten vinden de lesstof up-to-date (score 6.6). Tevens vinden studenten dat er voldoende tijd is om praktische vaardigheden te oefenen (score 6.1). Zij zijn tevreden over de afstemming van het onderwijs op de beroepspraktijk (score 6.0). Studenten zijn tevreden met het inhoudelijk niveau van de opleiding (score 6.3). Uit de Keuzegids Hoger Onderwijs 2006 blijkt dat studenten tevreden zijn over de inhoud van hun opleiding (score 6.4) en dat zij voldoende keuzeruimte ervaren in het programma (score 6.5). Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma Goed Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In de opvatting van het landelijk overleg IBMS kan 30% van de opleidingsduur worden gereserveerd voor eigen accentuering van de opleiding. De opleiding heeft hierop gewerkt aan het eigen beroeps- en opleidingsprofiel IBMS. De functiegebieden Marketing management, Financial management en Operations management vormen de ruggengraat van het curriculum. De opleiding vult de 30% vrije ruimte in met een multidisciplinaire/geïntegreerde aanpak met betrekking tot beroepsproducten, het aanbieden van vreemde talen gedurende de gehele opleidingsduur. De opleiding heeft de eindkwalificaties in een matrix gekoppeld aan de afzonderlijke curriculumonderdelen, daarbij is het eindniveau per competentie aangegeven. Uit de matrix blijkt wanneer de student op welk niveau een competentie beheerst. De matrix laat zien dat studenten aan het eind van de studie alle competenties op het bachelor-niveau beheersen. Alle thema's bestaan uit hoofdvakken, ondersteunende vakken, persoonsgerichte competenties en integratieve casuïstiek. Het Informatiedossier vermeldt dat de klankbordgroep IBMS (bestaande uit zes docenten) bewaakt dat alle competenties in het programma zijn opgenomen op het vastgestelde niveau. In de themaboeken liggen de beroepsproducten en de competenties vast. Deze hebben ten behoeve van de ontwikkeling van het curriculum een samenvattend karakter, de zogenaamde summaries. In deze summaries zijn de volgende onderwerpen standaard opgenomen: leerdoelen, competenties (gesplitst in beroepscompetenties en generieke NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor 21

22 competenties), benodigde voorkennis, onderwerpen, leermethodes, toetsinformatie, literatuur en aantal EC s. Het panel stelt vast dat de eindcompetenties adequaat vertaald zijn in leerdoelen in de summaries. Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma Voldoende Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het curriculum komt de horizontale samenhang tot uitdrukking in de samenwerking tussen docenten, de integratieve module en de eisen aan de afstudeeropdracht en de stage. De verticale samenhang komt tot uitdrukking in de verdiepende opbouw van de programmaonderdelen. In het curriculum 2005 doorlopen studenten het programma op drie verschillende niveaus; jaar 1 introductie, jaar 2/3 internationalisering en jaar 4 strategisch. De drie functionele gebieden in het profiel van de opleiding (marketing, business & finance, operations management) komen elk jaar in de thema s aan de orde. Door dit concentrische principe krijgt de student telkens de gelegenheid zijn verworven competenties op te frissen en verder te ontwikkelen in een complexere omgeving. Het concentrische principe wordt ook binnen elk studiejaar toegepast. De inhouden van de eerste drie thema s worden steeds in thema vier hernomen en uitgebreid. Het programma is gestructureerd rond leerlijnen. De opleiding hanteert drie leerlijnen: de vakinhoudelijke/cognitieve leerlijn, de persoonsgerichte leerlijn en de integratieve leerlijn. In deze leerlijnen is achtereenvolgens aandacht voor: relevante kennis binnen het betreffende thema; vaardigheden en attituden die voor de realisatie van het bij het thema behorende beroepsproduct van belang zijn; en voor de integratie van kennis, vaardigheden en attitude (zie ook facet 2.7). De curriculumcoördinator bewaakt de samenhang tussen de inhouden van de verschillende thema s. De themacoördinator is verantwoordelijk voor de operationele kwaliteit van de ontwikkeling en uitvoering van zijn thema, waaronder de samenhang binnen het thema. Aan het einde van elk jaar komt de bestudeerde stof aan de orde in een integratief thema. Junior Manager (jaar 1), International Manager (jaar 2) en Strategic manager (jaar 4). Elk functioneel gebied omvat een theoretisch deel, een deel supportvakken, persoonsgerichte competenties en een integratief deel (waaronder de toets). Gedurende de gehele opleiding worden vreemde talen in alle thema's aangeboden, evenals het verwerken van bedrijfsinformatie in excel en access. In het derde jaar, in de eerste en tweede periode, vindt het verplichte buitenlandse studiegedeelte plaats, waarbij sprake is van verticale integratie (opbouw in de verdieping en aanvulling op het IBMS curriculum). De studenten leggen aan de coördinator studentzaken voor welke programmaonderdelen zij in het buitenland willen gaan volgen, daarbij wordt gestreefd naar aansluiting en aanvulling op het binnenschools curriculum. 22 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor

23 Het panel heeft geen achterliggende systematiek kunnen vinden op basis waarvan de coördinator zijn goedkeuring verleent en de samenhang in de studieloopbaan van de student waarborgt. Het panel is van oordeel dat een vastgestelde procedure noodzakelijk is voor de borging van de samenhang tussen het binnen- en buitenschools programma. Gezien deze kanttekening beoordeelt het panel dit facet met het oordeel voldoende. Studenten en alumni tonen zich in het gesprek met het panel tevreden over de samenhang in het programma. Uit de Studentenmonitor 2005 blijkt dat studenten IBMS vinden dat er voldoende samenhang bestaat tussen de verschillende programmaonderdelen (score 6.6). Uit de Keuzegids 2006 blijkt dat studenten tevreden zijn over de samenhang in het programma (score 6.2). Facet 2.4 Studielast Voldoende Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het curriculum 2003 is het jaar verdeeld in twee semesters met elk een belasting van 30 EC s. Het curriculum 2004 is verdeeld in vier kwartalen met elk een belasting van 15 EC s. In het curriculum 2005 geldt voor de eerste drie jaar een opdeling in vier periodes van 15 EC s. Deze evenwichtige verdeling draagt bij aan een studeerbaar programma. Het vierde en laatste jaar van de opleiding is nog in ontwikkeling, waardoor de verdeling van de 60 EC s nog niet is uitgewerkt. De opleiding signaleert studiebelemmeringen bij studenten door het mentoraat en monitoring van de studievoortgang. Aan het einde van het eerste jaar geeft de opleiding een studieadvies dat een bindend karakter heeft wanneer het negatief is, om belemmeringen in de studievoortgang later in het programma te voorkomen. De student moet 42 EC s behalen in het eerste jaar om door te kunnen stromen naar het tweede jaar. Deze norm is vastgelegd in het onderwijs en Examenreglement (OER). Studenten moeten aan een aantal voorwaarden voldoen voordat zij mogen starten aan het derde jaar in het buitenland. Deze voorwaarden liggen vast in het OER. Studenten moeten het eerste jaar volledig hebben afgerond en van het tweede jaar moet de student tenminste 32 EC's behaald hebben. Studenten geven in het gesprek met het panel aan dat de studielast per periode kan verschillen, maar dat zij over het algemeen de volledige week aan hun studie besteden. Zij ervaren het laatste jaar als een zwaar jaar, dit komt mede door herkansingen uit het tweede jaar en doordat een relatief groot deel van de studenten een extra module volgt die nodig is om toegelaten te worden tot het Masterprogramma van de Universiteit van Maastricht (inmiddels mogen studenten deze module in het tweede jaar volgen). NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor 23

24 Het panel is van oordeel dat de spreiding van de studielast verbeterd zou kunnen worden, waardoor het laatste jaar een minder zware studiebelasting heeft. Uit de Studentenmonitor 2005 blijkt dat studenten IBMS vinden dat de opleiding goed te doen is in de tijd die ervoor staat (score 6.6). Studenten beoordelen de organisatie van de opleiding met betrekking tot onderwijsactiviteiten en roosters met een 4.9. De organisatie rond het verkrijgen van studieboeken en handleidingen scoort een 5.7. Studenten zijn niet tevreden met de manier waarop de opleiding studenten informeert over onderwijsactiviteiten en roosterveranderingen (score 4.5), zie ook facet 4.2. De informatievoorziening rond studievoortgang wordt gewaardeerd met een 6.2. Uit de Keuzegids 2006 blijkt dat studenten tevreden zijn met de studeerbaarheid van de opleiding (score 6.8). Gezien deze kanttekening over de spreiding van de studielast in de opleiding en de lage scores op organisatie en informatie rondom onderwijsactiviteiten in de Studentenmonitor 2005 beoordeelt het panel dit facet met een voldoende. Facet 2.5 Instroom Voldoende Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding geeft op verschillende manieren voorlichting aan aspirant-studenten. Studenten kunnen informatie krijgen op open dagen, meeloopdagen, brochures, studiebeurzen en de website. Studenten worden toegelaten tot de opleiding wanneer zij in het bezit zijn van één van de volgende diploma's: vwo-diploma, havo-diploma, mbo-getuigschrift dat toelating geeft tot het hbo, propedeuse getuigschrift, een getuigschrift dat door de minister of door de examencommissie gelijkwaardig wordt gesteld aan een vwo/havo/mbo-diploma. Daarnaast worden studenten uit het buitenland toegelaten als zij een diploma hebben dat door de Nuffic gevalideerd wordt. Nederlandse studenten die ouder zijn dan 21 jaar en geen relevante opleiding hebben, kunnen aan een 21+toets deelnemen. Het aandeel buitenlandse studenten dat instroomt in de opleiding laat de volgende cijfers zien: : 13 van de 57 studenten is buitenlands; : 16 van de 71 studenten is buitenlands; : 24 van de 57 studenten is buitenlands; : 36 van de 58 studenten is buitenlands. 24 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor

25 De opleiding streeft naar een verdeling van 50% Nederlandse studenten en 50% buitenlandse studenten. Het aandeel van buitenlandse studenten in de opleiding is de afgelopen jaren afgenomen. Het panel stelt vast dat het streefcijfer van 50% niet gehaald wordt. Het panel deelt de verwachting van de opleiding dat de verhuizing naar Maastricht voor meer (buitenlandse) instroom zal zorgen. Studenten die tussentijds instromen en afkomstig zijn van een andere hbo- of universitaire opleiding krijgen voorafgaand aan eventuele toelating een kennisgeoriënteerd intake-asessment. Zij kunnen eventueel evc's inzetten om vrijstellingen te krijgen. De examencommissie besluit of de student de vrijstellingen krijgt. De opleiding streeft naar verdere implementatie van het evc-beleid. Het panel is van oordeel dat het evc-beleid nog weinig operationeel is. In het Jaarplan 2007 heeft het panel verbeteracties geformuleerd gezien, per mei 2007 zal er een bijgewerkt toelatingsbeleid inclusief aangepaste evc-procedure ontwikkeld zijn. De opleiding biedt geen vast deficiëntieprogramma aan, maar studenten gaven in het gesprek met het panel aan dat er wel mogelijkheden zijn om op individuele titel aan deficiënties te werken. Studenten afkomstig uit niet EU-landen moeten een 6.0 scoren voor IELTS (International English Language Testing System) voordat zij worden toegelaten tot de opleiding. De opleiding heeft in mei 2006 de Code of Conduct ondertekend en committeert zich daarmee aan de daarin gemaakt afspraken. Het panel heeft de instroomcijfers bestudeerd en concludeert dat de mbo-instroom aan de lage kant is. Het panel is van oordeel dat de opleiding weinig actie onderneemt om de instroom van mbo-opleidingen te verhogen. Uit de Studentenmonitor 2005 blijkt dat studenten IMBS de aansluiting op de vooropleiding en werkervaring matig vinden (score 5.6). De studenten waar het panel mee gesproken heeft, hebben geen problemen ervaren met de aansluiting op hun vooropleiding. Facet 2.6 Duur Goed Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbobachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding voldoet aan de landelijk vastgestelde opleidingsomvang van 240 EC s. In het curriculum 2003 is het jaar verdeeld in twee semesters met elk een belasting van 30 EC s. Het curriculum 2004 is verdeeld in vier kwartalen met elk een belasting van 15 EC s. In het curriculum 2005 geldt voor de eerste drie jaar een opdeling in vier periodes van 15 EC s. Voor het laatste jaar wordt de verdeling van de 60 EC s nog uitgewerkt. NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor 25

26 Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Goed Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Uitgangspunt voor het onderwijs is een competentiegericht curriculum met mogelijkheden voor maatwerk. De compententies een samengaan van kennis, vaardigheden en attitude om beroepsproducten te realiseren versterken de binding met de beroepspraktijk. Studenten worden uitgedaagd om de theorie te concretiseren en op integratieve wijze toe te passen. De student verwerft competenties via het werken aan concrete beroepsproducten volgens het didactisch concept. Het didactisch concept heeft drie fases: globaliseren, differentiëren en toepassen. De eerste stap houdt in dat de student een beeld krijgt van het product of taak waaraan hij de komende periode gaat werken. Tijdens de tweede fase krijgen afzonderlijke onderdelen van het thema aandacht, bijvoorbeeld in de vorm van colleges, studieopdrachten en trainingen. De laatste fase bestaat uit studieactiviteiten die erop gericht zijn het geleerde in het grotere geheel te plaatsen, bijvoorbeeld door toepassen van het geleerde. Competenties vormen het uitgangspunt van het leren van de student. Studenten maken gebruik van uiteenlopende werkvormen zoals hoorcolleges, instructiecolleges, werkgroepen, opdrachten, casuïstiek, blackboard en peer-assessment. Studenten werken zowel individueel als in groepen. In elk thema wordt een mix aan werkvormen aangeboden. Studenten worden uitgedaagd tot groeien in zelfstandigheid. De complexiteit van de te realiseren beroepsproducten stijgt over de leerjaren. Dit gaat samen met een afname van het aantal contacturen. Ook de stage en de studie aan een onderwijsinstelling in het buitenland stimuleert de zelfstandigheid van de student. De te hanteren onderwijsvorm is vastgesteld in het Onderwijs- en toetsbeleid en ligt vast in de themaboeken. In de verschillende curricula is het percentage casuïstiek conform het didactisch concept toegenomen. In het curriculum 2003 was het percentage college 90% en 10% casuïstiek, in het curriculum % college en 20% casuïstiek. In het huidige curriculum 2005 wordt 60% college gegeven en 40% casuïstiek. Studenten werken in de opleiding met drie leerlijnen: de vakinhoudelijke/cognitieve leerlijn, de persoonsgerichte leerlijn en de integratieve leerlijn. De vakinhoudelijke leerlijn zorgt ervoor dat de student over relevante kennis binnen het betreffende thema beschikt. Om dit te realiseren worden hoor- en werkcolleges gegeven, doen studenten aan zelfstudie en maken zij opdrachten. De persoonsgerichte leerlijn besteed met name aandacht aan de vaardigheid en attitudecomponent die voor de realisatie van het bij het thema behorende beroepsproduct van belang is. Binnen deze leerlijn worden peerassessments ingezet waarmee studenten elkaar kunnen beoordelen. De integratieve 26 NQA - visitatie Hogeschool Zuyd Sittard, opleiding IBMS hbo bachelor