N3!3NINN3XZI3AMI33,LSASü3LVM ZIOOA 3SAWNVIMOIM

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "N3!3NINN3XZI3AMI33,LSASü3LVM ZIOOA 3SAWNVIMOIM"

Transcriptie

1

2 N3!3NINN3XZI3AMI33,LSASü3LVM ZIOOA 3SAWNVIMOIM

3 MIOW-ANALYSE VOOR WATERSYSTEEMVERKENNINGEN K.F. van der Woerd RJ.G. Roelvink instituut voor Miieuvraagstukken institute for Environmentai Studies Oktober 1991

4 In opdracht van Rukswaterstaat IVM Instituut voor Milieuvraagstukken Vrije Universiteit De Boelelaan HV AMSTERDAM Deze publikatie kan besteld worden bij: V.U. BoekhandelNitgeverij De Boelelaan HV AMSTERDAM Tel ISBN Copyright c 1991, Instituut voor Milieuvraagstukken Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd edof openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schrifteíijke toestemming van de houder van het autemrecht.

5 INHOUD VOORWOORD 1. INLEIDING 2. MIOW-METHODE KOSTEN VAN MAATREGELEN 3.1. Uitgangspunten 3.2. De fosfaathoudende kunstmeststoffenindustrie 3.3. Farmaceutische industrie 3.4. Auto- en aanverwante bedrijven 4. FOSFAATHOUDENDE KUNSTMESTINDUSTRIE 4.1. Structuurschets 4.2. Marktsituatie 4.3. Internationale concurrentie 4.4. Weerstandsvermogen 4.5. Fosfaatkunstmest en waterkwaìiteitsmaatregelen 5. FARMACEUTISCHE INDUSTRIE 5.1. Structuurschets 5.2. Marktsituatie 5.3. Internationale concurrentie 5.4. Weerstandsvermogen 5.5. Farmacie en waterkwaliteitsmaatregelen 6. AUTO- EN AANVERWANTE BEDRIJVEN 6.1. Structuurschets 6.2. Marktsituatie 6.3. Internationale concurrentie 6.4. Weerstandsvermogen 6.5. Autoòednjven en waterkwaliteitsmagelen 6.6. Deconserveren en motorrevisie 7. SAMENVATTING EN CONCLUSIES REFERENTIES BIJLAGEN

6 VOORWOORD De Dienst Getijdewateren van Rijkswaterstaat en het REA hebben in juli 1991 opdracht gegeven aan het instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit in Amsterdam (IVM-VU) om onderzoek te doen naar bedrijfseconomische gevolgen van waterkwaliteitsmaatregelen. Het onderzoek moet beschouwd worden als een "piiot-study", op basis waarvan beoordeeld kan worden of bedrijfseconomische analyses met het toegepaste MIOW-model bruikbare informatie opleveren voor het project Watersysteemverkennigen. Bij wijze van voorbeeld zijn analyses gemaakt van de bedrijfssectoren fosfaathoudende kunstmestindusme, farmaceutische industrie en auto- en aanverwante bedrijven. De keuze van de bedrijfssectoren voor deze "pilot-study" is gebaseerd op de volgende drie criteria: 1. Er moeten relevante maatregelen zijn ter verbetering van de waterkwaliteit die momenteel uitgevoerd worden of binnenkort worden uitgevoerd. 2. De kosten van de maatregelen moeten bekend zijn of op korte termijn bepaald kunnen worden. 3. De sectoren moeten zo mogelijk van elkaar verschillen wat betreft hun structuur (omvang, aantal bedrijven e.d.). De studie werd in de periode juli-september 1991 uitgevoerd door drs. K.F. van der Woerd en dhr. R.G.J. Roelvink.De waterkwaiiteitsmaatregelen en kostengegevens zijn in nauw overleg met de volgende bedrijfstakdeskundigen van REA bepaald: P.H.M.A. Crijns (fosfaatkunstmestindustrie), D. Bijstra (farmaceutische industrie) en P.J. Baan (auto- en aamenvante bedrijven). Het onderzoek werd begeleid door dhr. P.M. Licht (REA) en dhr. F. Otto (RWS-Dienst Getijdewateren). De auteurs danken d e genoemde personen voor hun kritische inbreng en prettige samenwerking. De inhoud van dit rapport valt vanzelfsprekend onder verantwoordelijkheid van de schrijvers. Frans van der Woerd Ronald Roelvink

7 i. INLEIDING in het kader van het project Watersysteemverkenningen wenst Rijkswaterstaat inzicht te krijgen in bedrijfseconomische gevolgen van voorgestelde waterkwaiiteitsmaatregelen, in deze studie zijn bij wijze van voorbeeld analyses gemaakt van de doelgroepen: - fosfaathoudende kunstmestindustrie; - farmaceutische industrie; - auto-en aanverwante bedrijven. Per sector zal de beschrijving van de bedrijfseconomische situatie uitmonden in een kwalitatieve beoordeling van de economische draagkracht voor het uitvoeren van maatregelen, aangevuld met: - een kwantitatieve beschrijving van de gevolgen van extra kosten voor produktiekosten en rentabiliteit, en - het aangeven van maximaal draagbare extra investeringen zonder de continuïteit van de sector in gevaar te brengen. in hoofdstuk 2 wordt de in deze studie gebruikte MIOW-methode beschreven. in hoofdstuk 2 komen ook de criteria ter sprake om de continuïteit van een sector te beoordelen. De investeringen en jaarkosten van door Rijkswaterstaat voorgestelde waterkwaiiteitsmaatregelen staan in hoofdstuk 3 vermeld. in de hoofdstukken 4, 5 en 6 komen de drie geanalyseerde sectoren aan bod. De MIOW-uitkomsten zijn als bijlage bij deze hoofdstukken gevoegd. Slothoofdstuk 7 vat de voorgaande hoofdstukken samen. Dit maakt het mogelijk overeenkomsten en verschillen tussen de drie onderzochte sectoren aan te geven.

8 2 2. MIOW-METHODE Het MIOW computerprogramma is door het ivm ontwikkeld als hulpmiddel bij de evaluatie van bedrijfseconomische effecten van milieumaatregelen (t' Gilde et al, 1986). De MIOW-methode (Marktsituatie, Internationale concurrentie, Omvang en Weerstandsvermogen) is te beschouwen als een "impact"-analyse, waarbij extra milieukosten worden afgezet tegen de economische situatie van een bedrijf of bedrijfsklasse. Het criterium Omvang dient om, voorafgaande aan de economische analyse, homogene groepen bedrijven te defiiiëren. Kwalitatieve beoordeling van dit criterium vindt plaats in ondermeer de structuurschets van onderscheiden bedrijven c.q. sectoren. Het criterium omvang is geen sleutelvariabele. De sterktehwakte-analyse vindt plaat met behulp van drie sleutel-variabelen die de economische situatie van de onderscheiden bedrijfsgroepen weergeven: Marktsituatie, Internationale concurrentie en Weerstandsvermogen (tabel 2.1). Tabel 2.1. MIOW-kengetallen en sleutelvariabelen. Kengetal Wegingsfactor Sleutelvariabele Prijselasticiteit 3 Marktperspec tieven 1 Marktaandeel 1 Mededingingsintensiteit 2 Marktsituatie importquote Exportquote 1 1 Internationale concurrentie Rentabiliteit 3 Solvabiliteit 1 Kostensmctuur 2 Weerstandsvermogen Elke sleutelvariabele is opgebouwd uit bedrijfseconomische kengetallen, die betrekking hebben op de concurrentie op markten, de dynamiek van markten en de financiële spankracht. De kengetallen Ujn zo gekozen dat ze zoveel mogelijk uit openbare bronnen gehaaid kunnen worden. Waardering en weging van kengetallen zijn aan bedrijfseconomische literatuur ontleend en met mensen uit de universiteit en uit het bedrijfsleven doorgesproken. Aan de waarden van de sleutelvariabelen, als gewogen gemiddelde van de

9 3 scores op de kengetallen, wordt tenslotte een kwalificatie variërend tussen "Zeer goed" en "zeer slecht" toegekend. De MIOW-methode is omgezet in een computerprogramma. Dit MIOW-model is een interactief systeem en werkt op een Personal Computer. Aan de hand van een voorgeprogrammeerde vragenlijst vult de gebruiker zowel kwantitatieve als kwalitatieve informatie in over een bepaald bedrijf of bedrijfstak. Als kwantitatieve informatie wordt naar negen kengetailen gevraagd. Aan de verschillende kengetallen wordt een score tussen O (slecht) en 4 (goed) toegekend door ze te vergelijken met vooraf ingevoerde standaardwaarden. Bij elk kengetal kan de gebruiker de standaardwaarden veranderen en kwalitatieve informatie toevoegen. Via een gewogen gemiddelde worden de bewerkte kengetallen omgerekend tot de drie sleutelvariabelen marktsituatie, internationale concurrentie en weerstandsvermogen. In bijlage 2.1 wordt in detail uiteengezet hoe het omrekenen van kengetallen in sleutelvariabelen in zijn werk gaat. In de bijlage bij de hoofdstukken 4, 5 en 6 zijn de waarden en scores van de MIOWkengetallen voor de kunstmest, geneesmiddelen en autobedrijven vermeld. In de hoofdstukken zelf zijn de berekende sleutelvariabelen en basiscijfers over de Omvang opgenomen. Wegens het achterlopen van basisstatistieken zijn de MIOW-analyses in dit rapport uitgevoerd voor het jaar Waar recentere cijfers voor afzonderlijke kengetallen beschikbaar waren, zijn deze in de hoofdstukken 4, 5, en 6 vermeld. Gewezen dient te worden op de beperkingen van het MIOW model. Het model is ontwikkeld ais middel om een brede en zo objectief mogelijke kijk op de bedrijfseconomische situatie te krijgen, met een doorkijk naar de nabije toekomst. Het is niet verantwoord op grond alleen hiervan voorspellingen te doen. Daarvoor is aanvullende informatie nodig die in de hoofdstukken 4, 5 en 6 wordt gegeven. Het MIOW-model geeft wel de nodige achtergrondinformatie om extra informatie te kunnen beoordelen. Bedreigen de kosten van de door Rijkswaterstaat voorgestelde waterkwaliteitsvoorzieningen de continuïteit van de bedrijven in de onderzochte sectoren? In de eerste plaats hangt dat af van de marktsituatie, die bepaalt in welke mate kostenstijgingen in de verkoopprijs doorberekend kunnen worden (A). in de tweede plaats van het weerstandsvermogen, de huidige "ntimte" in rentabiliteit en solvabiliteit om kostenstijgingen intern op te vangen (B). Op korte termijn speelt daarnaast een liquiditeitsprobleem: Kunnen de miiieu-investeringen betaald worden uit de afschrijvingen c.q, het bestaande investeringsbudget (C)? Ad A De MIOW-methode hanteert voor milieujaarkosten een drempelwaarde van 1% van de toegevoegde waarde (=loonkosten+afschrijvingen+winst). Geringe kostenstijgingen zullen de situatie van een sector niet merkbaar beïnvloeden. Deze drempelwaarde is ook in deze studie gebruikt. Bij een grotere kostenstijging hangt de mogelijke doorberekening in de afzetprijzen af van:

10 - 4 de omvang van de relevante markt: hoe intemationaler, des te moeilijker homogeniteit van het produkt: hoe homogener, des te moeilijker; en of concurrenten ook met kostenstijging worden geconfronteerd. Deze factoren oefenen d e drie invloed uit op het belangrijke MIOW kengetal "prijselasticiteit". De precieze waarde van de prijselasticiteit blijkt in de praktijk slechts bij benadering te bepalen. Daarom zijn in de volgende hoofdstukken twee varianten voor doorberekening opgenomen: een voorzichtige (I) en gedurfde (11) variant. Sector Markt F'rodukt Concurrentie Doorberekening Kostenstijging I II Fosfaatkunstmest EGWereld Homogeen Nee Farmacie EG Heterogeen Nee Autobedrijven Regionaal Heterogeen Ja 0% 25% 25% 50% 50% 75% Ad B in bedrijfseconomische literatuur worden minimum-normen gegeven voor solvabiliteit en rentabiliteit. Wanneer de feitelijke waarden van deze kengetallen dalen onder de normen, bestaat er op termijn gevaar voor de continuïteit. In deze studie worden de volgende minimum-normen gebruikt: Solvabiliteit 25% RTV. 8% (=Rentabiliteit op het Totaal geïnvesteerde Vermogen) REV 53% (=Rentabiliteit op het geïnvesteerde Eigen Vermogen) Door de financiële situatie na doorberekening van de extra milieukosten te vergelijken met bovenstaande normen is het mogelijke om een oordeel te geven over de bedreiging van de continuïteit door extra milieukosten. Omdat de gevolgen voor de RTV het gemakkelijkst aan te geven zijn, is in de volgende hoofdstukken naar met name dit kengetal gekeken. Ad C Het moeten betalen van milieu-investeringen kan op korte tedjn financieringsproblemen opleveren. De "normale" ruimte voor investeringen kan benaderd worden uit: 1) de jaarlijkse afschrijvingen in de sector; en 2) het gemiddelde investeringsniveau van drie recente jaren ( ). Indien de milieu-investeringen in een toekomstig jaar meer dan 10% bedragen van 1) of 2), bestaat er kans op liquiditeitsproblemen.

11 5 3. KOSTEN VAN MAATREGELEN 3.1. Uitgangspunten in dit hoofdstuk wordt ingegaan op de kosten van maatregelen voor de drie verschillende bedrijfssectoren. Zowel de eenmalige investeringskosten ais de jaarlijkse bruto kosten (kapitaalslasten + exploitatielasten -/- besparingen) worden weergegeven, in miljoenen guldens. De kapitaalslasten zijn bepaald op basis van de uitgangspunten: - afschrijving op basis van annuïteiten; afschrijvingstermijn civieltechnische investeringen 25 jaar en elektromechanische investeringen 10 jaar; - rente 9 9%. Voor procesgeïntegreerde voorzieningen is uitgegaan van de meerkosten ten opzichte van een "normale" voorziening. Voor "end of pipet'-voorzieningen zijn de totale kosten meegenomen. De kosten betreffen voorzieningen die na 1988 zijn getroffen en die gefaseerd zijn of worden ingevoerd tot Hoewel getracht is de kosten zo eenduidig en nauwkeurig mogelijk te ramen, kan in het algemeen gesteld worden dat de kostengegevens indicatief van aard zijn De fosfaathoudende kunstmeststoffenindustrie Voor de fosfaathoudende kunstmeststoffenindusme worden, zoais weergegeven in tabel 3.1, twee maatregelen onderscheiden: 1. De installatie van een schoner fosforzuurproces (twee filter hemidihyácaat-proces), 2. De installatie van een voorziening voor hergebruik van afvalgips (een door Davy Mc.Kee (U.S.) ontwikkeld proces). De kosten van het schoner fosforzuurproces zijn bepaald op basis van investeringsvoorstellen van Hydro Agri, en zijn redelijk nauwkeurig. De kosten van hergebruik van afvalgips zijn gebaseerd op de kosten van een Amerikaanse fabriek met een verwerkingscapaciteit van 1,56 miijoen afvalgips per jaar. Bij omrekening is naar een Nederlandse fabriek met een verwerkingscapaciteit van 1,2 miljoen is uitgegaan van een dollarkoen van 2,OOf/üS$ en is rekening gehouden met schaaieffecten. De kostengegevens zijn zeer indicatief van aard.

12 6 Beide maatregelen vallen samen met de maatregelen die in de RIVM-basisdocumenten Koper en Cadmium zijn beschouwd. De kosten van het schoner fosforzuurproces wijken daar van af, met name omdat rekening is gehouden met besparingen en opbrengsten, De kosten van hergebruik van afvalgips zijn, voor zover bekend, niet eerder voor het milieubeleid in beeld gebracht. Tabel 3.1. investeringen en jaarkosten fosfaatkunstmestindustrie. Kosten maatregel : schoon fosforzuurproces (I) en hergebruik afvalgips (II) Bedrijfssector : fosfaathoudende kunstmestindustrie In mln. gld. Hydro Agri Kemira fosfor (1) gips (II) fosforl (1) gips (n> invest. invest. invest. invest. totaai br.kst. br.kst. brh. br.kst O O O O O O O O O O O I I br. kst. = bruto kosten 3.3. Farmaceutische industrie Voor de farmaceutische industrie worden twee maatregelen onderscheiden om de emissies van oplosmiddelen te reduceren, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen gechloreerde koolwaterstoffen (GWK) en niet-gwk: 1, Procesgeïntegreerde maatregelen (b.v. introductie van gesloten systemen, dampretoursystemen, vacuumsystemen); deze maatregelen hebben zowel effect op de emissies naar water als de emissies naar lucht, 2. Proces geuitegreerde maatregelen + eindzuivering (b.v. adsorptie aan actieve kool, actief slibinstallatie, stoomstrippen, luchtstrippen). Voor beide maatregelen zijn alleen de jaarlijkse bruto kosten bekend, en ontbreken gegevens over investeringen en fasering. Er is uitgegaan van twee niveaus van emissiereductie met bijbehorende kosteneffectiviteit van f 0,5/kg en f 5,0/kg voor verdergaande sanering.

13 7 De jaariijkse bruto kosten zijn in Tabel 3.2 in beeld gebracht voor eindzuivering (1) en beide effecten (a,b) en voor procesgeïntegreerde maatregelen gecombineerd met eindzuivering (2), opnieuw voor beide effecten (a,b). De maamgelen sluiten aan bij de maatregelen die genoemd worden in het RIVM-basisdocument Dichloormethaan. Tabel 3.2. Jaarkosten farmaceutische industrie. Kosten effectiviteit f o,s/kg br. kst.* f 5,O/kg br.kst. I eindzuivering 0,59( la) 23,6(1b) procestechniek + 1,77(2a) 26,3(2b) eindzuivering I *br.kst.= bruto kosten (zie inleiding) 3.4. Auto- en aanverwante bedrijven Binnen de bedrijfstak "auto- en aanverwante bedrijven" worden drie groepen bedrijven onderscheiden: bedrijven die deconserveren, motorenrevisie bedrijven en werkplaatsen voor onderhoud. De kostengegevens in tabel 3.3 zijn gebaseerd op het CUWVO-rapport "afvalwaterproblemaiek auto- en aanverwante bedrijven - herziene nota" van september Waar nodig zijn deze gegevens geactualiseerd en gecompleteerd in juli Bij de bepaling van de investeringskosten is rekening gehouden met de mate waarin de aanbevolen voorzieningen uit het CüWVO-rapport zijn ingevoerd per De fasering van de investeringen bestrijkt een 3 jaars-periode. Bij werkplaatsen voor onderhoud betreft de fasering 57% van de 7350 werkplaatsen; de ovenge bedrijven hebben ai voorzieningen.

14 ~ 8 Tabel 3.3. Investeringen en jaarkosten auto- en aanverwante bedrijven. Kosten maatregel : Deconserveren Paraffime(*), Motorenrevisie@), Onderhoud.'q Bedrijfstak : Auto- en aanverwante bedrijven, In mln. gld. deconserveren(*) mot orenrevisie@) onderhoud(q investering investering investering totaal 3.O 1.5 brakst.* br.kst br.kst O O O O * br.kst. = bruto kosten (zie inleiding).

15 4. DE FOSFAATHOUDENDE KUNSTMESTSTOFFENINDUSTRIE Structuurschets De kunstmeststoffenindusuie (29.1) produceert op grote schaal meststoffen voor de landbouw, die dienen om de gewasopbrengst te vergroten en uitputting van de grond te voorkomen. Naar de aard van de werkzame bestanddelen onderscheidt met stikstof-, fosfaaten kaliummeststoffen. Daarnaast zijn er zogenaamde mengmeststoffen met een combinatie van genoemde drie bestanddelen. in Nederland zijn in 1988, 9 bedrijven met 20 of meer werknemers in de totale kunstmestindustrie actief. Van deze 9 zijn er 2 actief in fosfaathoudende kunstrnestproduktie door middel van het fosforzuurproces: Hydro Agri (tot 1 november 1989 Windmiii) te Vlaardingen en Kemira te Rotterdam-Pernis ( tot 30 augustus 1988 behorend tot DSM Agro). Fosfaatmeststoffen en mengmeststoffen vormen in % van de totaai geproduceerde hoeveelheid van mln kg. En dit vormt 28.8% van de totale omzet van deze bedrijfsgroep die min groot is. De omzet van Hydro Agri-Vlaardingen en Kemira Rotterdam samen bedroeg in min (waarvan Kemira 288 en Hydro Agri 331) (Financieel Dagblad, 1989) 1989: omzet 599 miljoen gulden. De kunstmestindustrie biedt in 1988 werk aan 4693 personen, Hydro Agri-Viaardiigen en Kemira Rotterdam nemen hiervan 959 werknemers voor hun rekening (Hydro Agri 582 en Kemira 377). Het aantal werknemers neemt af in de tijd (o.a. ten gevolge van reorganisaties). De gemiddelde bedrijfsomvang is groot in vergelijking met de gemiddelde bedrijfsomvang van de chemische industrie ais geheel. Er is sprake van een grootschalige bedrijfstak. De fosfaatkunstmestfabrieken maken verder deel uit van grote internationaal opererende chemische concerns.

16 10 Tabel 4.1, MIOW-sleutelvariabelen voor totale kunstmeststoffenindustrie (1988)- (SBI29.1). Marktsituatie is zwak Internationale concurrentie is groot Weerstandsvermogen is zwak Omzet Bedrijven Werknemers (gemiddelde score 2,75) (gemiddelde score O) (gemiddelde score 2,67) 2194 min Marktsituatie Kunstmest wordt in grote hoeveelheden (buik) volgens standaard-specificaties geproduceerd. Omdat kunstmest bovendien gemakkelijk te vervoeren is, is er sprake van een wereldmarkt. De marktvorm, met weinig aanbieders en veel vragers van bukprodukten,is te karakteriseren als een homogeen oligopolie. Mede omdat de grootschalige, gespecialiseerde, produktie-instaliaties weinig flexibel zijn moet ieder bedrijf wel meegaan met de internationale prijsontwikkelingen. Dit gebeurt dan ook - Was in 1985 de gemiddelde prijs voor fosfaatkunstmeststoffen en meng meststoffen f 0,53 per kg; in 1986 was dit nog maar f 0,42 per kg om in 1988 te dalen tot een voorlopig dieptepunt van f 0,35 per kg. in 1989 was de prijs f 0,36 per kg. Deze prijsontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de te realiseren marge, die na 1985 duidelijk verslechterd is. De markt voor fosfaatkunstmest in Nederland en de EG zal, zo is de algemene opinie, geen groei meer vertonen. De aanbodkant van de markt is de afgelopen moeilijke jaren sterk in beweging geweest, omdat concerns zich bezonnen op hun toekomstige positie. De overname an de twee fosforzuurfabrieken is daar een resultaat van. Beiden zijn nu volledig in handen van concerns die hun thuisbasis buiten de EG hebben, in Noorwegen en Finland. Hydro Agri heeft in de voorbij gaande jaren een vermindering in de handelsactiviteiten laten zien en een toename van de afzet van eigen produkten. Dit beleid vloeit voort uit de herstructurering binnen de Nork Hydro Groep. De in het voorgaande besproken prijsgevoeligheid en marktverzadiging leveren het beeld op van een slechte marktsituatie. Per saldo leidde dit tot een dalende omzet trend Internationale concurrentie Internationale concurrentie speelt een zeer grote rol in de kunstmeststoffenbranche. Het exportaandeel is in 1988, 73% van de totale kunstmeststoffenomzet. De export gaat voor 80% naar andere EG-landen. De import is eveneens aanzienlijk maar qua omvang minder groot: een uitvoer overschot resulteert.

17 Weerstandsvermogen De rentabiliteit van de kunstmestindustrie is wisselvallig. Deze hangt namelijk samen met de flinke prijsschommelingen op de wereldmarkt. Dit werkt direct door in de marge. Hydro Agri verwacht geen verbetering in de huidige situatie. Kemira verwacht echter resultaat verbeteringen t.g.v. de effectuering van interne xeorganisaties. De kunstmeststoffenindustrie ais geheel (dus niet enkel de fosfaathoudende) heeft in 1989 een positief resultaat voor belasting van 1803 min. in de 3 jaren ervoor was dit nog zo'n 80 min negatief. Dit positieve resultaat vond zijn oorzaak voor een belangrijk deel in grote onttrekking aan de post voorzieningen in voorgaande jaren opgebouwd (door uitvoering interne reorganisaties) edof in combinatie met grote buitengewone baten (door verkoop van bedrijven). Zonder deze "meevallers" is het resultaat voor Belastingen overigens ook, zij het beperkt, positief. In 1988 scoorde Hydro Agri met de hoge winst na belasting van 10 min. Deze was vnl. het gevolg van de hogere verkoopprijzen van fosforzuur. In 1989 heeft Hydro Agri een positief resultaat na belasting van 3 min behaald. Deze ontwikkeling zien we terug in de financiële kengetallen. In 1988 is het bedrijfsresultaat min groot. in 1989 nog slechts 5.65 min. De RTV bedraagt in %, in 1989 is deze geslonken tot 3%. Ook bij Kemira Rotterdam zien we een dergelijke ontwikkeling: het toegerekende bedrijfsresultaat is in 1988 aanzienlijk groter (16.77 min) dan in het jaar daarop volgend: 1989 (8.07 min). De RTV vertoont een zelfde beeld : 13% (1988) tegenover 2% in 1989 en De toegevoegde waarde van Hydro Agri Rotterdam bedraagt 62 mln. Bij Kemira Rotterdam is dat een 54 min. Bij beiden betekent dit 19% van de omzet: dat is weinig in vergelijking met de 31%, die de gehele nijverheid in 1988 realiseerde. Kunstmeststoffenfabrieken maken deel uit van grote concerns die doorgaans een aanvaardbare solvabiliteit bezitten. De solvabiliteits verhouding van Kemira Holding B.V. is echter laag en fluctueert daarbij in de tijd. Dit komt vanwege overnames en vermogensinjecties door de moedermaatschappij. De verhouding bij Hydro Agri Rotterdam is gezonder: De fosfaatkunstmeststoffenindustrie is kapitaai- en energie- intensief en weinig arbeidsintensief in vergelijking met de chemie als geheel. De wisselvallige rentabiliteit en de gevoeligheid voor schommeiingen in de grondstof- en afzetprijzen bestempelen het weerstandsvermogen tot zwak. in 1988 bedragen de miiieu- investeringen 6,3 min voor de gehele kunstmestindusaie. Dit is 11% van het totale investeringsbedrag. De aanvaardbare solvabiliteit van de moederconcems en de aldus ter beschikking staande middelen bieden evenwel uitzicht.

18 Fosfaatkunstmest en waterkwaliteitsmaatrgelen De fosfaatkunstmestindustrie is een grootschalige bedrijfstak. We kunnen concluderen dat: zowel de marktsituatie als het weerstandsvermogen zwak zijn, terwijl internationale concurrentie een zeer grote rol speelt. Gezien de onzekere en moeilijk te beïnvloeden omgeving is het niet verwonderlijk dat deze bedrijven doorgaans slechts binnen grote concerns kunnen overleven, voormver passend binnen de "kernactiviteiten" van zo'n concern. Ondanks de geschetste problematiek zien we bij beide fosfaatkunstmest producenten de wil om door te gaan. Hydro Agri formuleert dat bijvoorbeeld als volgt: "genoemde technische en financiële inspanningen leggen een zware last op de schouders van het bedrijf maar vormen tegelijkertijd een doelstelling". Beide maatregelen, een schoner fosforzuurproces en hergebruik van het afvalgips, betekenen voor Kemira Rotterdam per saldo een besparing; de RTV verbetert. "De fosfor-" en "gips"maatrege1 zorgen in geval van een gecombineerde toepassing voor een nog grotere RTV-verbetering. Tabel 4.2 geeft aan hoe de RTV zal veranderen bij het doorvoeren van de verschillende maatregelen. Tabel 4.2. RTV voor en na maatregelen (1988). Doorberekening maatregel Hydro Agri 0% 25% geen maatregel "fosfor" " fosfor+gips" Kemira 0% 25% geen maatregel "fosfor" iigipsii "fosfor+gips" Per saldo kost voor Hydro Agri Rotterdam alleen de "fosfor"- maatregel geld. De jaarkosten bedragen 1,4% van de omzet, 712% van de toegevoegde waarde. De RTV zakt daarbij maximaai 2% (0% doorbelasting). De "gips"-maatregel betekent een besparing. Per saldo leidt gecombineerde toepassing van beide maatregelen tot een lichte resultaatverslechtering. De resultaten over het jaar 1989 en 1990 zijn voor beide bedrijven aanzienlijk minder positief dan over Ook ais deze jaren ais basisjaar worden genomen geeft de RTV "na de maatregelen" soortgelijke fluctuaties te zien.

19 13 De RTV van de fosfaatkunstmest producerende ondernemingen ligt, ondanks uitzonderiijke jaren ais 1988, structureel onder het minimum-niveau van 8%. Voorgestelde maatregelen (Hydro A&) zijn in de beschreven omvang, vanuit continuïteitsoogpunt dan ook problematisch. De toegevoegde waarde grens (1%) laat jaarlijkse kosten ten bedrage van 0.62 rnln toe. De jaarkosten gaan hier belangrijk boven uit zodat de situatie van het bedrijf beïnvloed wordt. Ook vanuit liquiditeitsoogpunt is de combinatie van maatregelen mceiiijk. De grens voortkomend uit het gebezigde afschrijvingsniveau (10%) iaat slechts een investering van 0,94 min toe. Bij Kemira leveren beide maatregelen geld op: "enkel" een liquiditeitsprobleem resteert. Enig licht in de duisternis kan echter verschaft worden door middelen verstrekking binnen de concerns, te weten; Norsk Hydro financieringsinsteiiingen en Kemira international Finance B.V. De wens van de Noorse en Finse moeder op de EG-markt aanwezig te zijn heeft tot gevolg dat deze maatschappijen vooralsnog bereid zijn een flinke financiële ondersteuning te verlenen. Externe vermogens verschaffers zullen daarentegen weinig motivatie ondervinden om geld in deze bedrijven te steken. Onzekerheid met betrekking tot markt, politieke en maatschappelijke factoren zijn hier debet aan. Financiering met eigen vermogen is ondenkbaar: aandelen emissies en winstinhouding zijn vooralsnog niet mogelijk.

20 5. FARMACEUTISCHE INDUSTRIE Structuurschets De farmaceutische industrie (SBI 29.6) produceert geneesmiddelen ("eindprodukten"), alsmede de daarvoor benodigde basisbestanddelen ("grondstoffen") en half-fabrikanten. Daarnaast worden er verbandmiddelen geproduceerd. in 1988 is een 127-tal Mjven actief met mensen in dienst. Daarvan hebben er of meer werknemers. Deze hebben mensen in dienst. De vijf grote bedrijven die getroffen worden door de waterkwaliteitsmaatregelen en bijbehorende kosten zijn: ACF, AKZO FARMA, Gist-Brocades en Andeno (den in Nederlandse handen) en Duphar (dochter van Solvay in België). Deze bedrijven hadden in 1988 gezamenlijk zo'n 9600 mensen in dienst, 75% van de totale werkgelegenheid. De grote beúrijven overheersen dus. De gemiddelde bedrijfsomvang is redelijk groot. De totale omzet bedroeg in 1988, 3461 mln gulden, hiervan is zo'n 1 mld afkomstig uit handels activiteiten. Van de totale verkopen van karakteristieke produkten is 71% genees middel, waarvan 4/5 deel voor humaan en 1/5 deel voor veterinair gebruik. De resterende 29% wordt als volgt ingebracht: grondstof (vitamine, sera, vaccins) 23%, "overige farmaceutische produkten" 4% en verbandmiddelen slechts 2% van de totale verkoopwaarde. De structuur van de farmaceutische industrie laat zich kenmerken door een behoorlijke mate van concentratie. Door financiële en wettelijke belemmeringen is het voor nieuwe bedrijven moeilijk om tot de bedrijfsgroep toe te treden. Nieuwe ondernemingen moeten namelijk over veel financiële reserves beschikken om de uitgaven voor R en D en de introductie van nieuwe produkten te kunnen bekostigen (zie ook: Marktsituatie). Daarnaast moet er juridisch aan bepaalde eisen zijn voldaan. Vaak maken farmaceutische Ondernemingen dan ook deel uit van een concern. Kijken we naar de 5 bedrijven, dan zijn ACF en Gist-Brocades zelfstandig. De andere 3 zijn onderdeel van een concern.

21 Tabel 5.1. MIOW-sleutelvariabelen voor farmaceutische industrie (1988)(SBI 29.6). 15 Marktsituatie is vrij goed Internationale concurrentie is groot Weerstandsvermogen is voldoende Omzet Bedrijven Werknemers (gemiddelde score 45) (gemiddelde score O) (gemiddelde score 5) 3461 mln Marktsituatie De vraag naar geneesmiddelen kan niet verklaard worden door de traditionele theorieën over de werking van markt- en prijsmechanismen. De huisarts schrijft voor en kijkt daarbij naar de kwaliteit. Daarbij komt dat 78% van de gebruikers een chronische gebruiker is. Het gevolg is dat geneesmiddelen een geringe prijsgevoeligheid vertonen. Twee ontwikkelingen zorgden de afgelopen jaren voor een grotere prijselasticiteit: 1. de vervanging van merkprodukten door zogenaamde loco's; 2. zogenaamde parallei-import (3 tot 6% van de totale binnenlandse geneesmiddelenmarkt). Dit betreft import van merkprodukten uit landen waar lagere prijzen gelden. Het geneesmiddelen vergoedingssysteem (GVS: 1 juli 1991) motiveert tot het gebruik van goedkope medicijnen. De prijsverlagingen hieruit voortvloeiende zullen de marges op generieke en parallel geïmporteerde produkten verlagen. Beide ontwikkelingen zullen dus van minder belang worden. Om op lange termijn internationaal in deze markt mee te blijven teilen is het nodig minimaal 10% van de omzet aan R en D uit te geven. Daarnaast zijn forse promotionele inspanningen vereist. Beide feiten verklaren de trend naar derlei soorten van samenwerking tussen bedrijven. De voornaamste Nederlandse geneesmiddelen fabrikanten behoren internationaal tot de kleinere bedrijven en hebben zich in verschillende richtingen gespecialiseerd. De aigemene verwachting is dat de voortdurende groei van de markt zich zal voortzetten, onder meer door de "vergrijzing". De marktvorm, met weinig aanbieders van speciale produkten, is te karakteriseren als een heterogeen oligopolie. De marktsituatie vertoont sterke en zwakke punten en kan gekarakteriseerd worden ais redelijk Internationale concurrentie De farmaceutische industrie opereert op een zeer internationale markt. Bedroeg in 1970 de export van enkel geneesmiddelen zo'n 50% van de geneesmiddelen omzet; in 1987 is dit 90% van deze omzet. De export gaat, volgens een redelijk stabiel patroon, voord naar

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Economische gevolgen van het Milieubeleidsplan Limburg

Economische gevolgen van het Milieubeleidsplan Limburg Instituut voor Milieuvraagstukken / Institute for Environmental Studies Economische gevolgen van het Milieubeleidsplan Limburg 1995-1998-2002 Toepassing van het MIOW-PROV model K.F. van der Woerd en R.B.

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Hoofdstuk 15 Economische relaties

Hoofdstuk 15 Economische relaties Hoofdstuk 15 Economische relaties Open vragen 15.1 Gegeven is de onderstaande economische kringloop: Verder is nog gegeven dat de afschrijvingen van bedrijven gelijk zijn aan 200. De overheid schrijft

Nadere informatie

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Rapport Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Drie afbakeningen van het MKB Oscar Lemmers Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Er waren geen

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

Exportprestaties van het industriële MKB in 2003

Exportprestaties van het industriële MKB in 2003 M200410 Exportprestaties van het industriële MKB in 2003 Exportthermometer Jolanda Hessels Kees Bakker Zoetermeer, november 2004 Exportprestaties van het industriële MKB in 2003 In 2003 laat de export

Nadere informatie

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het

Nadere informatie

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar

Nadere informatie

Marktsituatie voor groenten en fruit vier maanden na de afkondiging van de Russische boycot

Marktsituatie voor groenten en fruit vier maanden na de afkondiging van de Russische boycot Marktsituatie voor groenten en fruit vier maanden na de afkondiging van de Russische boycot Siemen van Berkum en Gerben Jukema, LEI Wageningen UR, 17 december 2014 Deze notitie geeft een beknopt overzicht

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid M201207 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1987-2010 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid In de periode 1987-2010 is het aantal bedrijven per saldo

Nadere informatie

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014 FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

TRENDBEELD INVESTERINGEN IN GELDERLAND

TRENDBEELD INVESTERINGEN IN GELDERLAND TRENDBEELD INVESTERINGEN IN GELDERLAND De investeringen (inter)nationaal vergeleken De kapitaalgoederenvoorraad in een land of regio wordt geleidelijk opgebouwd door de jaarlijkse investeringen. De investeringen

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 De prijs van de gemiddelde verkochte woning stijgt met 1,2% in het 4 e kwartaal van 2007. De stijging van de prijs per m 2 is met 0,3% veel lager. De stijging

Nadere informatie

Persbericht Aantal pagina s: 4

Persbericht Aantal pagina s: 4 Persbericht Aantal pagina s: 4 Brunel: sterke groei omzet en winst Kernpunten verslagjaar 2004 Omzet 313 miljoen; 27% groei EBIT 11,0 miljoen; toename van 8,1 miljoen Nettowinst 7,3 miljoen; toename van

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2005-I

Eindexamen m&o vwo 2005-I 4 Beoordelingsmodel Opgave 1 1 volgens grafiek: 10% voor computers en 5% voor software 0,15 54 = 8,1 miljard 2 aan de verzadigingsfase gaat de volwassenfase (rijpheidsfase) vooraf, de neergangsfase (eindfase)

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 q v = 200 1,25 + 450 = 200 q a

Nadere informatie

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014

Herstel in de industrie zet door. Samenvatting. Totale industrie. Omzet stijgt. Eerste kwartaal 2014 Eerste kwartaal 214 Herstel in de industrie zet door Samenvatting Totale industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Saldo economisch klimaat. Q (verwacht) -39,8

Saldo economisch klimaat. Q (verwacht) -39,8 BEDRIJFSLEVEN TOTAAL 1. Bedrijfsleven eind 2008 in onzekerheid Het bedrijfsleven in het gebied van Kamer van Koophandel Den Haag heeft in het derde kwartaal van 2008 niet slecht gepresteerd, zeker niet

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief Utrecht, december 2013 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs...

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Financieel verslag 2015

Financieel verslag 2015 Financieel verslag 2015 Stroomproductie De totale stroomproductie bedroeg in 2015 8.825 MWh tegen 7.674 MWh in 2014. Daarmee was 2015 een buitengewoon goed jaar. Deze productie werd gerealiseerd ondanks

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) prognose 2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Vierde kwartaal 2012. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Vierde kwartaal 2012. Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland Vierde kwartaal 2012 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-038 15 mei 2009 9.30 uur Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog Export en investeringen vallen

Nadere informatie

Notitie Parkeerbeleid in Woerden analyse, conclusies, uitdagingen

Notitie Parkeerbeleid in Woerden analyse, conclusies, uitdagingen Notitie Parkeerbeleid in Woerden analyse, conclusies, uitdagingen Een analyse van het gevoerde parkeerbeleid in de gemeente Woerden, een aantal conclusies over de gevolgen van dit beleid en een beschrijving

Nadere informatie

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel M201010 Starters en de markt drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2010 Starters en de markt Ondernemers die met een bedrijf zijn begonnen in de maanden voordat de economie in 2008 van groei omsloeg

Nadere informatie

Samenvatting Economie Consument en Producent

Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting Economie Consument en Producent Samenvatting door een scholier 1055 woorden 29 oktober 2004 6,1 60 keer beoordeeld Vak Economie Consument en producent. Hoofdstuk 1: De klant. Marktaandeel

Nadere informatie

Eindexamen economie vmbo gl/tl 2006 - II

Eindexamen economie vmbo gl/tl 2006 - II BEOORDELINGSMODEL Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. HET GROTE ONDERNEMERSSPEL 1 B 2 A 3 maximumscore 2 Voorbeeld van een juiste berekening: Loonkosten in twee jaar:

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) Prognose 2005 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2006 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D. M200802 Vrouwen aan de start Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2008 2 Vrouwen aan de start Vrouwen vinden het starten

Nadere informatie

SRA-Automotivescan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015

SRA-Automotivescan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015 SRA-Automotivescan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015 SRA-Automotivescan De Automotivescan 2014 is 464 x ingevuld: 4 van de respondenten heeft een merk-garagebedrijf en 5 is universeel. 71% heeft een

Nadere informatie

grote ondernemingen nemingen in eerste kwartaal aal 2009

grote ondernemingen nemingen in eerste kwartaal aal 2009 08 Wisselende 0s signalen bij grote ondernemingen nemingen in eerste kwartaal aal 2009 Frank Bonger en Hen Pustjens Publicatiedatum CBS-website: 17 juli 2009 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

Oefenvragen Ondernemerskunde B - Financieel management & bedrijfscalculaties

Oefenvragen Ondernemerskunde B - Financieel management & bedrijfscalculaties Oefenvragen Ondernemerskunde B - Financieel management & bedrijfscalculaties 1. Waarom bent u als ondernemer verplicht om van elke financiële handeling een bewijsstuk te hebben? A. Op deze wijze kunt u

Nadere informatie

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016

Willemstad, mei Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Willemstad, mei 2017 Resultaten Conjunctuurenquête 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 5 1.1 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen... 5 1.2 Concurrentiepositie...

Nadere informatie

Internationale handel visproducten

Internationale handel visproducten Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 19064 Bedrijfsovername in de land- en tuinbouw Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW EN VISSERIJ Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Rapportage Eindresultaten 2014

Rapportage Eindresultaten 2014 Rapportage Eindresultaten 2014 Wat zijn de prestaties van onze scholen? Colofon datum 7 mei 2014 auteur Jan Vermeulen status Definitief Rapportage eindresultaten 2014 pagina 2 van 8 status concept Inhoudsopgave

Nadere informatie

Persbericht. Economische groei in de eerste negen maanden 4,1% Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Economische groei in de eerste negen maanden 4,1% Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-265 23 november 2000 9.30 uur Economische groei in de eerste negen maanden 4,1% De volumegroei van het bruto binnenlands product (BBP) komt in het derde

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaak nr: 1035/Pon Holdings - Century Auto Groep Nummer:

Nadere informatie

Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe

Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe 4--24 Links: BelgoStat On-line Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - november 4 Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe De conjunctuurbarometer van de Nationale

Nadere informatie

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Nederland totaal Derde kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-077 14 november 2008 9.30 uur Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent Bijna een halvering in vergelijking met eerste halfjaar

Nadere informatie

Een eigen bedrijf is leuk!

Een eigen bedrijf is leuk! M200815 Een eigen bedrijf is leuk! Ervaringen van starters uit de jaren 1998-2000 drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, december 2008 2 Een eigen bedrijf is leuk! Een eigen bedrijf geeft ondernemers

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 2014 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: economie 1 Correctievoorschrift HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs 20 06 Tijdvak 1 Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008

Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008 Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008 De prijs van de gemiddelde verkochte woning stijgt met 0,4% in het 1e kwartaal van 2008. De stijging van de prijs per m2 is met 0,7% iets hoger. De stijging

Nadere informatie

M Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat. A. Ruis

M Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat. A. Ruis M200814 Na regen komt? De MKB-ondernemer als weerman van het economische klimaat A. Ruis Zoetermeer, december 2008 Prognoses vanuit het MKB Ondernemers in het MKB zijn over het algemeen goed in staat

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Rabobank Cijfers & Trends

Rabobank Cijfers & Trends Grafische Industrie De grafische industrie behoort tot de grotere branches in het midden- en kleinbedrijf. De ondernemingen in de branche houden zich bezig met het bewerken en vermenigvuldigen van informatie.

Nadere informatie

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven

Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven CPB Notitie Datum : 6 juli 2006 Aan : Ministerie van Economische Zaken Reactie op SEO-studie naar welvaartseffecten van splitsing energiebedrijven 1 Inleiding Op 5 juli 2006 heeft SEO, in opdracht van

Nadere informatie

Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt

Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt 1 Aanpak analyse van de loterijmarkt 1. In het kader van de voorgenomen fusie tussen SENS (o.a. Staatsloterij en Miljoenenspel) en SNS

Nadere informatie

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018 Willemstad, september 2018 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Investeringsbelemmeringen Vertrouwen in de economie... 4 Vertrouwen in de toekomst... 5 Perceptie investeringsklimaat...

Nadere informatie

Productiegroei industrie afgenomen in derde kwartaal

Productiegroei industrie afgenomen in derde kwartaal Derde kwartaal 214 groei industrie afgenomen in derde kwartaal Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Stijging van export en exportkansen in industrie, diensten en groothandel

Stijging van export en exportkansen in industrie, diensten en groothandel M200515 Stijging van export en exportkansen in industrie, diensten en groothandel Exportthermometer drs. S.C. Oudmaijer Zoetermeer, januari 2006 Exportprestaties en exportpotentieel van de industrie, de

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 21 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

Extra opgaven hoofdstuk 12

Extra opgaven hoofdstuk 12 Extra opgaven hoofdstuk 12 Opgave 1 In dit hoofdstuk wordt gewerkt met een strakke definitie van het begrip marktvorm, waarna verschillende marktvormen zijn ingedeeld aan de hand van twee criteria. a.

Nadere informatie

Hypotheek Index Q2 2017

Hypotheek Index Q2 2017 Hypotheek Index Q2 2017 De Hypotheker vergeleek de cijfers in 2017 met die van 2016. Sterke groei jonge huizenkopers Het aandeel jonge starters op de woningmarkt is in het tweede kwartaal van 2017 sterk

Nadere informatie

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 Docentenhandleiding Hoofdstuk 25 9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 a Per november 2008 wordt aan huur vooruitontvangen: 400 3 650 = 780.. b Per december wordt achteraf ontvangen: 25 3 720 = 270..

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Economie 1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VWO. Economie 1 (nieuwe stijl) Economie 1 (nieuwe stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs 20 01 Tijdvak 1 Inzenden scores Uiterlijk 30 mei de scores van de alfabetisch eerste tien kandidaten per school

Nadere informatie

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal Persbericht PB14 56 11 9 214 15.3 uur CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal Meer werklozen aan de slag Geen verdere daling aantal banen, lichte groei aantal vacatures Aantal banen

Nadere informatie

Het Vijfkrachtenmodel van Porter

Het Vijfkrachtenmodel van Porter Het Vijfkrachtenmodel van Porter (een concurrentieanalyse en de mate van concurrentie binnen een bedrijfstak) 1 Het Vijfkrachtenmodel van Porter Het vijfkrachtenmodel is een strategisch model wat de aantrekkelijkheid

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008

Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008 Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008 De prijs van de gemiddelde verkochte woning daalt met -0,3% licht in het 3 e kwartaal van 2008. De prijs per m 2 stijgt daarentegen licht met 0,3%. De prijsontwikkeling

Nadere informatie

Productie licht gedaald in vierde kwartaal

Productie licht gedaald in vierde kwartaal Vierde kwartaal 14 Productie licht gedaald in vierde kwartaal Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN

Nadere informatie

Dienstensector houdt vertrouwen

Dienstensector houdt vertrouwen Stand van de Zakelijke Dienstverlening Dienstensector houdt vertrouwen Kasper Buiting Senior Sectoreconoom December 18 Inhoudsopgave pagina 1 Macro-economie: Eurozone en NL Voorlopende economische indicatoren

Nadere informatie

De directie van Stichting de Ster. Jaarrekening Datum: 28 februari 2017

De directie van Stichting de Ster. Jaarrekening Datum: 28 februari 2017 De directie van Stichting de Ster Jaarrekening 2016 Relatiebeheerder: Frank Kanen Datum: 28 februari 2017 Inhoudsopgave Pagina 1 Algemeen 2 1.1 Kengetallen 2 1.2 Grafieken 4 2 Jaarrekening 6 2.1 Balans

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-009 15 februari 2012 9.30 uur Economie 0,7 procent gekrompen In vierde kwartaal 0,7 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Consumptie 1,8 procent lager

Nadere informatie

Energieprijzen in vergelijk

Energieprijzen in vergelijk CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 611 HH Delft 611 HH Delft tel: tel: 015 015 150 150 150 150 fax: fax:

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 artikel 1 Een verklaring waaruit

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

3.2 De omvang van de werkgelegenheid 3.2 De omvang van de werkgelegenheid Particuliere bedrijven en overheidsbedrijven nemen mensen in dienst. Collectieve sector = Semicollectieve sector = De overheden op landelijk, provinciaal en lokaal

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-069 15 november 2011 9.30 uur Economische groei valt terug Economie 1,1 procent gegroeid op jaarbasis in derde kwartaal Kwartaal op kwartaal 0,3 procent

Nadere informatie

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland Tweede kwartaal 2013 Conjunctuurenquête Nederland Inhoud rapport COEN in het kort Economisch klimaat Omzet Export Personeelssterkte Investeringen Winstgevendheid Toelichting De Conjunctuurenquête Nederland

Nadere informatie

Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015

Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam. Augustus 2015 Het rendement van taaltrajecten: casus gemeente Amsterdam Augustus 2015 Inleiding De Nederlandse samenleving kent nog steeds een aanzienlijk aantal laaggeletterde mensen. Taaltrajecten blijken nodig te

Nadere informatie

Arbeidsproductiviteit in MKB en grootbedrijf

Arbeidsproductiviteit in MKB en grootbedrijf M21221 Arbeidsproductiviteit in MKB en groot Verklaring van verschillen tussen MKB en groot en ontwikkelingen 1993-29 Anne Bruins Ton Kwaak Zoetermeer, november 212 Arbeidsproductiviteit in MKB en groot

Nadere informatie

De sociale werkvoorziening in 2000

De sociale werkvoorziening in 2000 De sociale werkvoorziening in 2000 Margot de Bontridder de Steur 1 In dit artikel wordt een beeld geschetst van de economische ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan in de sociale werkvoorziening in

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de sociale werkvoorziening

Ontwikkelingen in de sociale werkvoorziening Ontwikkelingen in de sociale werkvoorziening Margot de Steur 1 Hoewel de sociale werkvoorziening tot de industrie behoort, is het toch een wat afwijkende branche. In de afgelopen jaren is zij in de Industriemonitor

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Persbericht. Economische groei derde kwartaal 3,3 % Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Economische groei derde kwartaal 3,3 % Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-014 25 januari 2001 9.30 uur Economische groei derde kwartaal 3,3 % De volumegroei van het bruto binnenlands product (BBP) in het derde kwartaal van

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 3,5 procent in Economische groei vierde kwartaal liefst 4,4 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 3,5 procent in Economische groei vierde kwartaal liefst 4,4 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-008 14 februari 2008 9.30 uur Economie groeit 3,5 procent in 2007 De Nederlandse economie is in 2007 met 3,5 procent gegroeid. Dit is de hoogste groei

Nadere informatie

Omzet industrie daalt door lagere prijzen

Omzet industrie daalt door lagere prijzen Eerste kwartaal 21 Omzet industrie daalt door lagere prijzen Industrie Voedings- en genotmiddelenindustrie Aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie Basismetaal- en metaalproductenindustrie

Nadere informatie

2-1") Interne nota 170. Februari 1972 DE FINANCIËLE RESULTATEN VAN EEN AANTAL FRUIT - TEELBEDRIJVEN IN 1969 EN 1970, 5? Ci'! ;'?.

2-1) Interne nota 170. Februari 1972 DE FINANCIËLE RESULTATEN VAN EEN AANTAL FRUIT - TEELBEDRIJVEN IN 1969 EN 1970, 5? Ci'! ;'?. 2") 269 ' v DE FINANCIËLE RESULTATEN VAN EEN AANTAL FRUIT TEELBEDRIJVEN IN 969 EN, Interne nota 70 5? Ci'! ;'?.'" < (ffi v '. ê / ' " \ \ ' Februari 972 Niet voor publikatie Nadruk verboden DE FINANCIËLE

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1 Conjunctuurenquête Nederland Tweede kwartaal 11 Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1 3-5-11 :36 Economisch herstel zet door Horeca en detailhandel haken aan Na een lichte afzwakking in het eerste kwartaal

Nadere informatie