Universiteit van Tilburg: Lerarenopleidingen (wo-masters) 4 mei NVAO Toets Nieuwe Opleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Universiteit van Tilburg: Lerarenopleidingen (wo-masters) 4 mei 2010. NVAO Toets Nieuwe Opleiding"

Transcriptie

1 Universiteit van Tilburg: Lerarenopleidingen (wo-masters) 4 mei 2010 NVAO Toets Nieuwe Opleiding Paneladvies

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 1 Samenvattend advies 3 2 Inleiding en verantwoording Werkwijze panel Opbouw paneladvies 6 3 Beschrijving van de opleidingen Algemeen Profiel instelling Profiel opleiding 9 4 Beoordeling per onderwerp Doelstellingen opleiding Programma Inzet personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Continuïteit 30 5 Overzicht advies 32 Bijlage 1: Samenstelling panel 33 Bijlage 2: Programma site visit 35 Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten 37 pagina 2

3 1 Samenvattend advies De Universitaire Lerarenopleiding Tilburg (verder ULT) is een nieuwe lerarenopleiding die in het studiejaar van start wil gaan. De ULT is een samenwerkingsverband tussen de Universiteit van Tilburg (UvT) en Ons Middelbaar Onderwijs (OMO), het schoolbestuur van 45 scholen voor voortgezet onderwijs in Noord-Brabant. De aanvraag heeft betrekking op de schoolvakken Economie, Nederlands, Wiskunde, Filosofie, Maatschappijleer en Management en Organisatie. Een universitaire lerarenopleiding ontbreekt in Brabant tot nu toe, terwijl in de regio wel veel behoefte is aan goed opgeleide docenten. Dit is voor de UvT en OMO een stimulans geweest om gezamenlijk deze opleiding vorm te geven. Het panel heeft met genoegen van dit voornemen kennisgenomen. Het constateert dat veel ambitie en capaciteiten aanwezig zijn bij de ULT, maar dat de plannen op een aantal punten nog wel geconcretiseerd en verder uitgewerkt moeten worden. Een rode draad in de vragen van het panel betreft de onderzoekscomponent. Dit aspect komt terug bij de doelstellingen, het programma en de inzet van personeel. Enerzijds hebben onderzoek en onderzoeksvaardigheden in de aanvragen een duidelijk accent gekregen. De ULT wil zich profileren op het gebied van onderzoek van het onderwijs. Binnen sommige faculteiten heeft de UvT nu al heel wat expertise op dit terrein. Anderzijds heeft het panel nog geen inzage gehad in een onderzoeksprogramma, hoewel de ULT aangeeft dat er inmiddels wel een onderzoeksvoorstel is ontwikkeld. In personele zin is er ruimte gecreëerd om onderzoek mogelijk te maken. Het panel constateert dat de ambitie om onderzoek te doen aanwezig is, maar dat de concrete invulling nog gestalte moet krijgen. De ULT sluit aan bij de zeven competenties die deel uitmaken van het profiel van eerstegraads docenten zoals dat is opgesteld door de Interdisciplinaire Commissie Lerarenopleidingen (ICL). Het panel ziet in dit profiel een goede basis, maar heeft wel vragen over de visie van de ULT en over de eenheid van de opleidingen. De eigen visie van de ULT op het leraarschap komt in de aanvragen nog onvoldoende naar voren. Het panel adviseert de ULT deze visie te versterken, helder te maken en te gebruiken bij de profilering van de opleidingen. Deze visie kan ook de eenheid van de opleidingen sterker maken; in de huidige opzet vertonen de opleidingen grote verschillen. Ondanks deze kanttekeningen vindt het panel de doelstellingen van voldoende kwaliteit. Het panel oordeelt ook positief over de programma s van de nieuwe opleidingen. Bij de invulling daarvan ziet het panel nog grote verschillen tussen de opleidingen. Dit komt onder meer tot uiting in de verplichte literatuur; bij sommige vakken is in de visie van het panel een aanvulling op zijn plaats. Ook de aansluiting van de literatuur op het gebied van wetenschappelijk onderzoek kan bij deze vakken beter. pagina 3

4 In de oorspronkelijke opzet van de ULT was de basisfase van de lerarenopleiding (30 ects) bedoeld als educatieve minor, die studenten in het tweede of derde jaar van hun bachelor zouden doen. In de uiteindelijke aanvraag is deze basisfase deel geworden van een lerarenopleiding op masterniveau. Daarbij is nog verdere revisie wenselijk. Het panel adviseert de ULT om de eisen aan en de invulling van de gebruikte literatuur en de plaats van onderzoek kritisch tegen het licht te houden. In elk geval zal de stage die nu in het voorjaar staat gepland nog aangepast moeten worden, De ULT heeft toegezegd een nieuwe uitwerking van de stage te maken. Daarnaast heeft het panel aangegeven dat de toetsing verder uitgewerkt moet worden. Dat geldt met name voor de beoordeling van het portfolio. Het panel is van mening dat de ULT beter moet uitwerken en operationaliseren welke documenten het portfolio moet bevatten en aan welke eisen dit met het oog op de evaluatie dient te voldoen. Een punt van zorg betreft de studielast. De ULT kent studiepunten toe per fase, maar de relatieve zwaarte van de onderdelen binnen een fase is het panel niet duidelijk geworden. Ook als het gaat om de gehanteerde literatuur heeft het panel vragen over de studielast. Het panel is van mening dat de huidige benadering van de studielast te grote risico s met zich meebrengt. Daarom kan het panel op dit punt nog geen positief oordeel uitspreken. Het heeft er echter wel vertrouwen in dat de ULT erin zal slagen om ook dit facet bij de uitwerking van de opleiding goed te borgen. De inzet van personeel is nog in ontwikkeling. De gedachtevorming over de wijze waarop de ULT de opleidingen wil bemensen verschilt bovendien per opleiding. Het panel oordeelt dat binnen de toeleverende faculteiten van de UvT en bij OMO voldoende kwaliteit aanwezig is om de nieuwe opleidingen te bemensen. Verder constateert het panel dat de UvT de nodige middelen heeft vrijgemaakt om de personele invulling te realiseren. Daarbij beklemtoont het panel dat bij de invulling vakdidactici betrokken moeten worden die ruimte hebben om (vakdidactisch) onderzoek te doen. De studenten kunnen gebruik maken van de faciliteiten van de UvT. Deze voorzieningen zijn van een voldoende niveau. Wel adviseert het panel om een aparte ruimte in te richten voor de studenten van de lerarenopleiding. Ook de studiebegeleiding is van voldoende niveau. De studenten kunnen gebruik maken van de studiebegeleiding van beide samenwerkingspartners, de UvT en OMO. Het panel constateert dat de kwaliteitszorg van de ULT is toegespitst op het specifieke karakter van een lerarenopleiding. De geschetste aanpak legt een goede basis voor een systeem van kwaliteitszorg. De verschillende groeperingen zijn betrokken bij de evaluaties. Wel adviseert het panel om een overkoepelende Opleidingscommissie in te richten voor de lerarenopleidingen als geheel. Deze commissie kan ertoe bijdragen dat de zes opleidingen op een gecoördineerde manier verder ontwikkeld worden. pagina 4

5 Het panel waardeert het engagement van het College van Bestuur van de UvT en van de Raad van Bestuur van OMO om te investeren in deze nieuwe opleidingen en de continuïteit ervan te garanderen. Het panel adviseert de NVAO op grond van bovenstaande bevindingen om positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de zes nieuwe lerarenopleidingen van het ULT. Den Haag, 4 mei 2010 Namens het panel ter beoordeling van de toets nieuwe opleiding Universitaire Lerarenopleiding Tilburg Prof. dr. J. Lowyck (voorzitter) Drs. E.J. van der Spek (secretaris) pagina 5

6 2 Inleiding en verantwoording 2.1 Werkwijze panel De criteria uit het Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs van de NVAO d.d. 14 februari 2003 liggen ten grondslag aan dit rapport. In een brief van 23 december 2009, aangevuld met een brief van 11 januari 2010, heeft de UvT aan de NVAO een verzoek gericht voor toetsing van zes wo-masteropleidingen voor leraar in zes schoolvakken. Het gaat om de vakken Algemene Economie, Wiskunde, Filosofie, Nederlands, Maatschappijleer en Management en Organisatie. Tevens vroeg de UvT een advies over geplande educatieve minoren. Aan de hand van de ingezonden stukken heeft het panel zich een indruk van de opleiding gevormd. Op 9 februari 2010 is het panel voor het eerst bijeengekomen. Dit heeft geleid tot een mail aan de UvT om nadere toelichting te krijgen over de positionering van de educatieve minoren ten aanzien van de aangevraagde masteropleidingen. In haar antwoord van 31 maart 2010 heeft de UvT laten weten de aanvraag voor educatieve minoren op dit moment op te schorten en in eerste instantie alleen de beoordeling van de zes masteropleidingen te vragen. Op 8 april 2010 is het panel een tweede keer bijeengekomen. Tijdens deze bijeenkomst zijn de bevindingen ten aanzien van de aanvragen besproken. Verder heeft het panel een aantal vragen geformuleerd om de aanvraag te verduidelijken. Op 9 april 2010 heeft het panel een bezoek gebracht aan de Universitaire Lerarenopleiding Tilburg. Het panel spreekt zijn waardering uit over de goed voorbereide en hartelijke ontvangst en de constructieve gedachtewisseling tijdens het locatiebezoek. Tijdens dat bezoek is gesproken met bestuurlijk verantwoordelijken, inhoudelijk verantwoordelijken en docenten van de genoemde zes opleidingen. Zie voor meer informatie bijlage 2, Programma locatiebezoek. De secretaris van het panel heeft een conceptadviesrapport opgesteld. Dit rapport is gebaseerd op de zes aanvragen en op de informatie die tijdens het locatiebezoek is gegeven. Omdat de zes aanvragen steeds op eenzelfde wijze zijn opgezet en veel gemeenschappelijke onderdelen bevatten, is het oordeel over deze aanvragen in één rapport weergegeven. De oordelen van het panel zijn in dit rapport verwerkt. In het advies zijn aan de hand van de uitkomsten per facet beargumenteerde oordelen per onderwerp gegeven. Het concept is voorgelegd aan de panelleden en hun commentaar is in de definitieve versie verwerkt. De definitieve tekst is vastgesteld op 4 mei Opbouw paneladvies Kern van het voorliggende advies is hoofdstuk 4, waarin de neerslag van de feitelijke toetsing is vastgelegd. Het panel heeft de opleidingen getoetst aan de hand van de zes onderwerpen en de negentien facetten uit het Toetsingskader Nieuwe Opleidingen. Per facet geeft het panel een korte samenvatting van de informatie die door de opleiding is aangeleverd ('Bevindingen'), gevolgd door de visie van de panelleden op dit facet pagina 6

7 ('Overwegingen'). De overwegingen monden uit in een conclusie, waarin het panel aangeeft of het facet in kwestie voldoende of onvoldoende is vormgegeven door de opleidingen. Daarnaast geeft het panel een samenvattend oordeel per onderwerp. In hoofdstuk 5 is bovendien een schematische weergave van de beoordeling opgenomen. Hoofdstuk 4 wordt voorafgegaan door een algemene beschrijving van de opleidingen en de instelling in hoofdstuk 3. Tot slot is aan het advies een aantal bijlagen toegevoegd met onder meer informatie over de samenstelling van het panel, het programma van het locatiebezoek en een overzicht van de geraadpleegde stukken. pagina 7

8 3 Beschrijving van de opleidingen 3.1 Algemeen Land Nederland Instelling UvT Opleidingen Master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Algemene Economie Master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Wiskunde Master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Filosofie Master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Nederlands Master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Maatschappijleer Master Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Management en Organisatie Niveau master Oriëntatie wo Locatie(s) Tilburg Variant voltijd 3.2 Profiel instelling De Universitaire Lerarenopleiding Tilburg (verder ULT) is een nieuwe lerarenopleiding die in het studiejaar van start wil gaan. De ULT is een samenwerkingsverband tussen de Universiteit van Tilburg (UvT) en Ons Middelbaar Onderwijs (OMO), het schoolbestuur van 45 scholen voor voortgezet onderwijs in Noord-Brabant. De ULT wil excellente eerstegraads leraren opleiden, inspirerende docenten die in staat zijn het onderwijs te verbeteren en de doorstroom naar het tertiair onderwijs op een hoger plan te brengen. De ULT richt zich in eerste instantie op de vakken waarin de UvT al jaren wetenschappelijk onderwijs verzorgt. Dit zijn de vakken Algemene Economie, Nederlands, Wiskunde, Filosofie, Maatschappijleer en Management en Organisatie. De UvT vierde in 2007 haar tachtigste verjaardag. In 1927 begon de voorloper van deze instelling, de Roomsch Katholieke Handelshoogeschool, met vijf hoogleraren en acht lectoren. Oorspronkelijk werd uitsluitend economieonderwijs aangeboden. In 1963 veranderde de naam in Katholieke Hogeschool Tilburg; in de periode daarna werd het aantal faculteiten uitgebreid tot zes, alle in de alfa- en gammarichtingen. In 1986 ging de hogeschool verder onder de naam Katholieke Universiteit Brabant, in 2001 kreeg de instelling haar huidige naam. De UvT biedt 22 bacheloropleidingen en 51 masteropleidingen aan en verzorgt onderwijs aan een kleine studenten (cijfers van 2008). De andere samenwerkingspartner, OMO, is het schoolbestuur van ongeveer 45 scholen voor voortgezet onderwijs in Noord-Brabant. Het zijn merendeels scholen met een katholieke signatuur, die ieder op hun eigen manier voortgezet onderwijs aanbieden. OMO is opgericht in 1916, in eerste instantie om de emancipatie van katholieken in Noord- Brabant te bevorderen. Vanaf 1994 staan vernieuwing en professionalisering centraal. OMO heeft als missie om al zijn leerlingen, ongeacht hun talenten en sociale achtergrond, met hoogwaardig onderwijs en zorgzame begeleiding voor te bereiden op het vervolgonderwijs en in het verlengde daarvan op een plaats in de maatschappij. pagina 8

9 De ULT wordt bestuurd door twee bestuursleden van de UvT en twee van OMO. Tot de organisatie behoren naast een bestuurscommissie ook een directie, een opleidingscommissie en een examencommissie. De directie stuurt de opleiders van de ULT aan. 3.3 Profiel opleiding Een universitaire lerarenopleiding ontbreekt in Brabant tot nu toe, terwijl in de regio wel veel behoefte is aan goed opgeleide docenten. Dit is voor de UvT en OMO een stimulans geweest om gezamenlijk deze opleiding vorm te geven. De beide partners streven een optimale samenwerking na. Belangrijke bouwstenen daarvan zijn gezamenlijke werkgroepen, een gedeelde visie op opleiden en het verbinden van praktijkervaringen en relevante theorieën. Bij het ontwikkelen van de opleidingen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. Het didactisch concept is geïnspireerd op dat van de lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam. Het begrip integratie staat centraal in deze opzet. Daarbij gaat het om integratie tussen theorie en praktijk en tussen de onderdelen van het programma. 2. De hechte samenwerking tussen UvT en OMO. OMO garandeert voldoende opleidingsplaatsen voor studenten van de ULT. Bovendien zijn beide partijen gelijkelijk verantwoordelijk voor de invulling van het programma, zowel het instituutsdeel als het praktijkgeoriënteerde deel. 3. De ULT wil de meest gemotiveerde studenten trekken. Zij volgen hun opleiding tot leraar grotendeels buiten hun vakinhoudelijke curriculum om. Dat betekent onder meer dat zij na het behalen van hun Master volledig gekwalificeerd zijn in hun oorspronkelijke studierichting. Het didactisch concept van de ULT wordt gevormd door vijf pijlers, die gezamenlijk het acroniem PIVOT vormen: Partnerschap, Integratie, Vakgerichtheid, Onderzoek en Traineeship. Dit concept heeft een aantal implicaties voor de ULT-programma s. De volgende kenmerken zijn van belang: 1. Verticale leerlijnen per leerjaar, waarbij elementen uit verschillende theorieën geïntegreerd worden rondom een thema. 2. Horizontale leerlijnen, waarbij achtereenvolgens een aantal thema s worden aangeboden die in het ontwikkelingsproces van een beginnend leraar van belang zijn. 3. Ontschotting door het werken met opleidingsteams, waarin docenten vakdidactiek samenwerken met opleidingsdocenten vanuit de scholen. 4. Concentrisch werken met integratiemomenten, die leiden tot bezinning, verdieping, verbreding en/of verbinding tussen thema s. 5. Opdrachten waarin de koppeling tussen theorie en praktijk wordt gelegd. 6. Een portfolio, met onder meer videomateriaal dat de student zelf opneemt. 7. Een evenwichtige ects-verdeling. Nieuwe opleiding voor Nederland c.q. voor de instelling De lerarenopleidingen die de UvT gaat aanbieden zijn nieuw voor deze instelling. Lerarenopleidingen voor de genoemde schoolvakken zijn niet nieuw voor Nederland, verschillende universiteiten bieden deze al aan. pagina 9

10 Studieomvang De totale studielast bedraagt 60 ects. Graad Aan afgestudeerden van de opleidingen zal de graad Master of Education in het betreffende schoolvak worden verleend. pagina 10

11 4 Beoordeling per onderwerp In dit hoofdstuk toetst het panel de aanvraag aan de hand van de zes onderwerpen en negentien facetten uit het toetsingskader. Per facet is telkens de letterlijke omschrijving ervan uit het toetsingskader overgenomen. Daarna volgen, eveneens per facet, een summiere samenvatting van de informatie verstrekt door de instelling, en de overwegingen en het oordeel van het panel. Tot slot geeft het panel per onderwerp een samenvattend oordeel. 4.1 Doelstellingen opleiding Voor de beschrijving van de doelstellingen wordt verwezen naar het voorgaande hoofdstuk Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen De ULT sluit zich aan bij de competenties die omschreven zijn in de brochure Competentieprofiel van leraren die aan een ULO zijn opgeleid. Deze brochure bevat een profiel van eerstegraads docenten, opgebouwd rond zeven competenties, zoals dat is opgesteld door de Interdisciplinaire Commissie Lerarenopleidingen (ICL). Het gaat hierbij om academisch gevormde leraren die na afronding van de opleiding startbekwaam zijn op eerstegraads niveau. Overwegingen Het panel heeft de aanvragen voor zes verschillende lerarenopleidingen bekeken. Naast overeenkomsten vertonen deze aanvragen ook de nodige verschillen, ook als het gaat om de doelstellingen. Het panel heeft daarom een aantal vragen gesteld ten aanzien van de eenheid van de opleiding(en) en in het verlengde daarvan over de visie op het leraarschap. Als het gaat om de eenheid van de opleidingen verwijzen de vertegenwoordigers van de ULT naar het onderwijskundig-didactisch raamwerk, waarin het begrip PIVOT centraal staat (zie 3.3, Profiel opleiding, voor meer informatie over dit begrip). Dit didactisch concept keert in alle opleidingen terug. Ook andere didactische aspecten zoals het werken met verticale en horizontale leerlijnen, de integratiemomenten en de plaats van de portfolio geven eenheid aan de opleidingen. Minder duidelijk is de visie van de ULT op het leraarschap. Het panel heeft deze vraag op verschillende manieren gesteld, maar geen duidelijk antwoord gekregen. Dat wil niet zeggen dat de ULT (en samenwerkingspartner OMO) geen duidelijke visie op het leraarschap hebben, maar wel dat deze visie bij het opstellen van de aanvragen impliciet is gebleven. Het panel adviseert de ULT om bij de verdere uitwerking van de opleidingen deze visie duidelijk te expliciteren. De visie op het leraarschap speelt immers ook een rol bij de profilering van de opleidingen. pagina 11

12 Voor het overige heeft het panel geen moeite met het hanteren van de ICL-competenties. Deze competenties liggen ook ten grondslag aan de andere lerarenopleidingen en zijn bovendien in de wet vastgelegd. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.1 Domeinspecifieke eisen als voldoende Master (facet 1.2) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master. Bevindingen De opleiding heeft de te behalen competenties uitgewerkt in een uitgebreid overzicht met eindtermen. Deze eindtermen zijn met behulp van een tabel in verband gebracht met de Dublin-descriptoren. Deze eindtermen hebben alleen betrekking op het instituutsdeel, dus het theoriedeel dat de ULT zelf verzorgt. De ULT heeft geen eindtermen ontwikkeld voor het praktijkdeel c.q. de stage op de opleidingsschool. Overwegingen Het panel heeft de eindtermen van de verschillende opleidingen vergeleken en heeft daarbij geconstateerd dat onderling grote verschillen bestaan. De aantallen eindtermen variëren van 23 tot 57. De eerste 16 eindtermen zijn gemeenschappelijk en hebben vooral betrekking op het onderwijskundig-didactisch raamwerk, daarna lopen de eindtermen sterk uiteen. Daarnaast valt op dat in de aanvragen geen duidelijke relatie is gelegd tussen de te behalen ICL-competenties en de eindtermen. In de toelichting bij de tabel met eindtermen is aangegeven dat deze alleen betrekking hebben op het instituutsdeel, hoewel een nadere bestudering van de lijst leert dat sommige eindtermen alleen in de praktijk geleerd kunnen worden. In een toelichting geven de vertegenwoordigers van de ULT aan dat de eindtermen een onderdeel zijn van de competentiematrix. In deze matrix ontmoeten het instituutsdeel en het praktijkdeel elkaar. Men geeft aan dat het vaststellen van eindtermen een iteratief proces is geweest. Op basis van de competenties is het algemene onderwijskundige kader top-down opgesteld, maar de eindtermen van de opleidingen zijn bottom-up geformuleerd vanuit de vakspecifieke behoefte. Deze werkwijze is verantwoordelijk voor de grote inhoudelijke verschillen, die corresponderen met de verschillen tussen de schoolvakken. Zo is het schoolvak Nederlands heel breed van opzet, wat zich weerspiegelt in een groot aantal eindtermen. Bij het schoolvak Wiskunde is de opzet eenduidiger, wat resulteert in een kleiner aantal eindtermen. Daarnaast heeft het panel een aantal vragen gesteld over het masterniveau van het eerste deel van de lerarenopleiding, de Basisfase. Dit deel was oorspronkelijk bedoeld als educatieve minor, die aangeboden zou worden in het tweede jaar van de bachelorfase. Het panel heeft zich daarom afgevraagd in hoeverre de opleidingen aanpassingen in deze fase voorzien om het masterniveau te behalen. De vertegenwoordigers van de ULT geven aan dat die aanpassingen eigenlijk al automatisch plaatsvinden, aangezien het niveau van de discussies zal veranderen. Daarnaast overweegt men meer Engelstalige literatuur voor te pagina 12

13 schrijven. Op het niveau van de doelstellingen zijn in de visie van de opleidingen echter geen aanpassingen nodig (zie over dit onderwerp verder 4.2.2, Relatie doelstellingenprogramma). De commissie is van mening dat de eindkwalificaties voldoende aansluiten bij de kwalificaties van een Master zoals die geformuleerd zijn met behulp van de Dublindescriptoren. De grote onderlinge verschillen tussen de opleidingen nemen niet weg dat de eisen die uit de Dublin-descriptoren voortvloeien, voldoende zijn afgedekt. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.2 Master als voldoende Oriëntatie wo (facet 1.3) De beoogde eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de relevante praktijk in het toekomstige beroepenveld. Een wo-master heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten of multi- en interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een wo-opleiding vereist is of dienstig is. Bevindingen De ULT heeft de ambitie leraren op te leiden die zich tijdens de opleiding ontwikkelen tot bekwame ontwerpers en onderzoekers van onderwijs. Zij moeten in staat zijn op wetenschappelijk verantwoorde wijze problemen te definiëren en te onderzoeken. Vervolgens kunnen ze oplossingen ontwerpen en evalueren met gebruikmaking van actuele wetenschappelijke inzichten en methoden. De wetenschappelijke oriëntatie van de opleiding wordt in de visie van de ULT gegarandeerd door zowel de geformuleerde eindtermen als de zeven competenties van de Interdisciplinaire Commissie Lerarenopleidingen. Overwegingen Bij het ontwikkelen van de lerarenopleidingen heeft de UvT nauw samengewerkt met Ons Middelbaar Onderwijs (OMO). OMO en UvT zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het curriculum en voor de uitvoering daarvan. Bij de voorbereiding is bovendien de hoogleraar betrokken geweest die de leerstoel bekleedt die OMO financiert. Deze hoogleraar doet onderzoek naar leren op de werkvloer. Het panel constateert dat de UvT met OMO beschikt over een solide en deskundige samenwerkingspartner en dat de samenwerking met OMO goed geborgd is. Daarmee is de relatie met het beroepenveld in orde. In het didactisch concept heeft onderzoek en onderzoeksvaardigheden een duidelijk accent gekregen. De vertegenwoordigers van de ULT zien de O van PIVOT, die staat voor onderzoek, als de belangrijkste letter uit dit acroniem. De ULT geeft aan zich te willen profileren op het gebied van onderzoek van het onderwijs. Daar staat tegenover dat er nog geen onderzoeksprogramma ligt. De UvT geeft aan dat er inmiddels wel een onderzoeksvoorstel is ontwikkeld, dat in samenwerking met OMO tot stand is gekomen. Ook in personele zin wordt er ruimte gecreëerd om meer onderzoek mogelijk te maken. Het panel constateert dat de intentie en ambitie om onderzoek te doen bij de ULT aanwezig zijn, maar dat de concrete invulling nog gestalte moet krijgen. Overigens signaleert het panel dat in de faculteit geestenwetenschappen al wel onderzoek van het onderwijs wordt uitgevoerd. pagina 13

14 Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.3 Oriëntatie wo als voldoende Samenvattend oordeel onderwerp 1 Doelstellingen opleiding Het panel beoordeelt de drie facetten van het onderwerp Doelstellingen opleiding als voldoende. Ook het onderwerp zelf is daarmee voldoende. pagina 14

15 4.2 Programma De opzet van het programma is voor alle zes lerarenopleidingen in hoofdlijnen gelijk. De opleiding bestaat uit een Basisfase en een Verdiepingsfase, beide van 30 ects. Beide fasen zijn weer verdeeld in twee onderdelen. Tijdens de Basisfase zijn de studenten elke week op een vaste dag op het instituut. Daarnaast zijn ze gemiddeld één dag per week actief bezig met de schoolpraktijk op de opleidingsschool. Het gaat daarbij om zowel lesgebonden als schoolgebonden activiteiten. Iedere instituutsdag staat in het kader van een bepaald thema. Aan dat thema wordt de relevante didactische en pedagogische theorie verbonden, evenals eventuele vakspecifieke toepassingen. Regelmatig zijn er integratiemomenten, waarin theorie en praktijk aan elkaar worden gekoppeld. De studenten maken geleidelijk kennis met het vak van leraar. Dat gaat van praktijkobservatie via één-op-één-gesprekken en begeleiding van groepen leerlingen tot zelfstandig lesgeven. In totaal geven de studenten tijdens de Basisfase tenminste zestig uur zelfstandig les, waarvan dertig uur in de onderbouw en dertig uur in de bovenbouw. Het panel tekent hierbij aan dat deze verdeling bij sommige vakken lastig kan zijn, aangezien op het havo/vwo de vakken Maatschappijleer en Filosofie niet in de onderbouw gegeven worden. De Basisfase wordt afgerond met een aantal tentamens, waarin kennis, inzicht en toepassing van de literatuur wordt getoetst. Daarnaast bouwen de studenten een portfolio op met opdrachten en video-opnames. De Verdiepingsfase bestaat uit een onderdeel van 6 ects (Vf1) en een onderdeel van 24 ects (Vf2). In Vf1 staat het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van een lessencyclus centraal. In deze fase staan twee instituutsdagen gepland. In het tweede onderdeel (Vf2) is 18 ects uitgetrokken voor opleiden in de school en 6 ects voor een leeronderzoek. In deze periode is de student vier dagen per week op de opleidingsschool: één dag voor het onderzoek en drie dagen voor schoolgebonden opleiden. In het leeronderzoek toont de student aan dat hij een praktisch bestaand organisatorisch, didactisch of pedagogisch probleem theoretisch kan inkaderen en via een gestructureerde aanpak kan oplossen Eisen wo (facet 2.1) Het beoogde programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een wo - opleiding: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats in interactie tussen het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek binnen relevante disciplines Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in de relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare verbanden met actuele wetenschappelijke theorieën pagina 15

16 Het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek Bij daarvoor in aanmerking komende opleidingen heeft het programma aantoonbare verbanden met de actuele praktijk van de relevante beroepen. Bevindingen De lerarenopleidingen van de ULT maken gebruik van recente wetenschappelijke literatuur. Het onderwijs wordt verzorgd door docenten die zelf onderzoek verrichten. De studenten doen zelf ook onderzoek, met name in Verdiepingsfase 2. Meer in het algemeen is veel ruimte in het programma voor reflectie ingebouwd. De integratiemomenten bevorderen een kritische en onderzoekende houding. Aantoonbare verbanden met de actuele praktijk van de relevante beroepen worden vooral gelegd tijdens het praktijkdeel, zowel in de Basisfase als in de Verdiepingfase. De studenten brengen veel tijd door in de opleidingsscholen en komen daarbij in aanraking met een groot aantal situaties die de beroepspraktijk karakteriseren. Overwegingen Het is het panel opgevallen dat de aanvragen voor de verschillende vakken nogal verschillen als het gaat om de eisen wo. Deze verschillen komen tot uiting in de literatuur en de relatie tussen onderwijs en onderzoek. Wat de literatuur betreft, is het panel van mening dat bij de vakken Economie, Maatschappijleer en Management en Organisatie een aanvulling op zijn plaats is op het vlak van de vakdidactiek. Bij Economie en Management en Organisatie is de huidige literatuur onvoldoende actueel en maakt de opleiding te weinig gebruik van primaire bronnen. Bij Maatschappijleer kan bij gebrek aan Nederlandstalige literatuur meer gebruik worden gemaakt van buitenlandse literatuur. Ook de aansluiting van de literatuur op het gebied van wetenschappelijk onderzoek kan bij deze vakken beter. Bij Nederlands, Wiskunde en Filosofie is de literatuur van voldoende niveau en ziet het panel voldoende aansluiting tussen onderzoek en onderwijs. Wel adviseert het panel in het algemeen om bij de vakken waar dat zinvol is meer gebruik te maken van internationale (Engelstalige) literatuur in verband met het te bereiken masterniveau. Zoals hierboven al is aangegeven ( 4.1.3) heeft het panel nog geen inzage gehad in een onderzoeksprogramma. Het panel heeft kennisgenomen van het feit dat de UvT inmiddels samen met OMO een onderzoeksvoorstel heeft opgesteld. Het panel constateert dat binnen sommige van de aanleverende disciplines, zoals Algemene Cultuurwetenschappen en Communicatie- en informatiewetenschappen, al een sterke onderzoekstraditie over onderwijskundige thema s aanwezig is waarop voortgebouwd kan worden. Bij een aantal andere vakken is dit aspect minder ontwikkeld. In de gesprekken met de ULT is gebleken dat de opleidingen onderzoekslijnen willen uitzetten in samenwerking met de academische opleidingsscholen van OMO. Dit lijkt het panel een goede ontwikkeling. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.1 Eisen wo als voldoende. pagina 16

17 4.2.2 Relatie tussen doelstelling en programma (facet 2.2) Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma. Bevindingen De opleiding heeft verschillende principes gehanteerd om de relatie tussen doelstellingen en programma tot stand te brengen. De belangrijkste zijn de volgende: De verticale lijn is erop gericht samenhang tot stand te brengen tussen opeenvolgende colleges of een serie colleges die betrekking hebben op hetzelfde thema. De horizontale lijn bepaalt de manier waarop thema s gerangschikt zijn. De opleiding streeft langs deze lijn naar toenemende zelfsturing, onderzoeksvaardigheden en complexiteit. Het programma is verder concentrisch, wat inhoudt dat thema s in verschillende vormen terugkomen in de loop van het programma. De vertegenwoordigers van de ULT hebben een toelichting gegeven op het didactisch concept van de lerarenopleidingen. Daarin spelen de bovengenoemde begrippen een belangrijke rol. In de benadering van de materie streven de opleidingen ernaar om een combinatie te realiseren van een didactische invalshoek, aandacht voor onderzoek en reflectie op masterniveau. Daarbij is er een voortdurende koppeling vanuit de theorie naar de praktijk. De concentrische aanpak zorgt voor voortschrijdend inzicht bij de studenten. Belangrijk zijn verder de integratiemomenten tijdens de instituutsdagen. Ook in de opleidingsteams wordt de integratie gerealiseerd. Ook het stagemodel is tijdens het locatiebezoek nader toegelicht. De studenten volgen een stage op ten minste twee en soms ook drie scholen. In eerste instantie volgen de studenten een oriëntatiestage op een academische opleidingsschool. Aansluitend moeten de studenten zelf solliciteren op een andere school, waar ze kennismaken met de onderwijspraktijk. Studenten volgen de stage in principe in duo s, om houvast aan elkaar te hebben. Ze beginnen met observerende opdrachten en maken kennis met schoolgebonden activiteiten. Daarna gaan ze werken met groepen leerlingen. In de laatste vier maanden verzorgen ze een substantieel aantal lessen en lessenseries. Bij de toetsing speelt de portfolio een belangrijke rol. Aan het einde van elke fase geven de docenten een oordeel over de videoportfolio en de opdrachten die in die fase gemaakt zijn. De ULT heeft de visie op de functie van de portfolio toegelicht. Deze heeft zowel een begeleidingsfunctie als een toetsingsfunctie. Studenten kunnen aan de hand van hun portfolio een ontwikkeling laten zien en feedback vragen op de resultaten. Maar studenten kunnen bij het afronden van de verschillende fasen van de opleiding ook laten zien hoe ze er voor een bepaalde competentie voorstaan. De ULT heeft een aantal minimale eisen aan de portfolio geformuleerd, maar onderstreept dat het een hulpmiddel is om tot groei te komen. Studenten hebben daar een eigen inbreng in, geen twee portfolio s zullen hetzelfde zijn. Overwegingen In de oorspronkelijke aanvraag was rekening gehouden met een educatieve minor en een educatieve master. In de nieuwe situatie gaat om een aanvraag voor een master; daarbij wordt het eerste deel van de master de eerste 30 ects gevormd door de oorspronkelijke pagina 17

18 educatieve minor in een aangepaste vorm. Tijdens het programma zijn 25 instituutsdagen voorzien, 12 in de Basisfase en 13 in de Verdiepingsfase. Oorspronkelijk was één instituutsdag per twee weken gepland, in de nieuwe opzet is dat één dag per week, soms zelfs twee. Het programma is nu meer gecondenseerd dan in de oorspronkelijke vorm, die parallel aan de bachelor liep. Er is nu minder doorlooptijd, dus ook minder tijd voor reflectie. Het panel heeft zich gebogen over de inhoudelijk-programmatische gevolgen van de omzetting van de educatieve minor in een master. Daarbij zijn twee aspecten te onderscheiden. In de eerste plaats is de educatieve minor gericht op een specifiek werkveld: de onderbouw havo/vwo en het vmbo-t. De vertegenwoordigers van de ULT hebben aangegeven dat de omzetting naar de educatieve master hen in staat heeft gesteld een tekortkoming in de oorspronkelijke aanvraag te repareren. Het bleek namelijk dat de ULT zich te weinig richtte op het tweedegraads niveau, de opleiding was dus al gericht op het eerstegraads niveau. In die zin maakt de omzetting naar de educatieve master dus geen aanpassingen in het programma nodig. Overigens geeft de ULT aan dat men de studenten wel ervaring laat opdoen in de onderbouw. In de Basisfase geven de studenten zowel in de onderbouw als in de bovenbouw 30 uur les, de Verdiepingsfase is vooral gericht op de bovenbouw. Een tweede aspect betreft de omzetting van bachelor naar master. Studenten zouden de educatieve minor in het tweede of derde jaar van hun bachelor doen, terwijl in de nieuwe opzet sprake is van een master die na de vakinhoudelijke master wordt gevolgd. Er is dus sprake van een hoger niveau van de studenten en hogere eisen aan het onderwijs, dat immers op masterniveau komt te liggen. De ULT geeft aan dat de aanpassing aan het masterniveau automatisch plaatsvindt, doordat het niveau van de discussies zal veranderen. Het panel adviseert de ULT echter om de eisen aan en de invulling van onder meer de gebruikte literatuur, de plaats van onderzoek en het onderwijs in vaardigheden nog eens kritisch tegen het licht te houden, met name in de Basisfase. Vertegenwoordigers van de ULT hebben al aangegeven dat in de master meer internationale (Engelstalige) literatuur gebruikt zou kunnen worden. Een onderdeel dat in elk geval herzien zal moeten worden, is de stage. De stage staat nu gepland in de laatste vier maanden van het schooljaar, dus in het voorjaar. Het panel heeft aangegeven dat dit in het middelbaar onderwijs een ongelukkige periode is wegens de vele vakantiedagen, toetsen en buitencurriculaire activiteiten. De ULT heeft toegezegd een nieuwe uitwerking van de stage te maken die met deze bezwaren rekening houdt. Tot slot heeft het panel aangegeven dat de toetsing beter uitgewerkt moet worden. Dat geldt met name voor de beoordeling van de portfolio. Het panel is van mening dat de ULT beter moet uitwerken en operationaliseren welke documenten de portfolio moet bevatten en aan welke eisen deze dient te voldoen, waarbij overigens de individuele inbreng van de student op grond van diens eigen vragen gewaarborgd moet blijven. Verder zou de opleiding ook duidelijker moeten aangeven hoe de studiepunten verdeeld worden over de verschillende onderdelen. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.2 Relatie tussen doelstelling en programma als voldoende. pagina 18

19 4.2.3 Samenhang programma (facet 2.3) Het beoogde programma is inhoudelijk samenhangend. Bevindingen De samenhang binnen het programma wordt op verschillende manieren tot stand gebracht. Belangrijke factoren hierin zijn de hierboven genoemde verticale en horizontale leerlijnen (zie 4.2.2). Daarnaast wordt de samenhang bevorderd door te werken met opleidingsteams. In deze teams werken docenten van de lerarenopleidingen en schooldocenten samen. Ze bereiden gezamenlijk de instituutsdagen en schooldagen voor. Tot slot zorgen ook de integratiemomenten, die veelvuldig tijdens de instituutsdagen terugkomen, voor samenhang binnen het programma. Overwegingen Het panel is van mening dat de samenhang wel in het programma aanwezig is, maar dat deze samenhang vaak moeilijk zichtbaar is. De didactische lijn is vaak moeilijk te zien. Dat heeft veel te maken met het concept waarvoor de opleiding gekozen heeft, waarbij tijdens de instituutsdagen steeds een koppeling wordt gemaakt tussen een onderwijskundig thema (zoals orde houden ) en een inhoudelijke invulling, die verschilt per vak. In sommige gevallen pakt die koppeling gelukkig uit, in andere gevallen is het verband enigszins geforceerd. Zo is bij Nederlands het thema motivatie gekoppeld aan taalbeschouwing, omdat docenten vaak moeite hebben taalbeschouwing goed uit te leggen. In die gevallen is de didactische lijn minder zichtbaar. Het panel is van mening dat de horizontale lijnen sterker aangezet en consequenter uitgewerkt zouden mogen worden. De zes opleidingen hebben binnen het onderwijskundige kader de vrijheid gekregen het eigen programma in te vullen. Dat betekent dat er nogal wat variatie optreedt in die invulling en daarmee ook in de samenhang binnen het programma. Het panel adviseert de ULT bij het uitwerken van de zes opleidingen goed te bewaken dat de samenhang tussen de verschillende onderdelen inzichtelijk blijft voor de studenten. Een overkoepelende Opleidingscommissie kan hier veel toe bijdragen. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.3 Samenhang programma als voldoende Studielast (facet 2.4) Het beoogde programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen De basis voor de studeerbaarheid wordt gevormd door een samenhangend en gespreid programma. Meer in het bijzonder bevordert de opleiding de studeerbaarheid door de volgende werkvormen en faciliteiten: De videoportfolio geeft de studenten meer inzicht in de eigen ontwikkeling. De combinatie van verticale leerlijnen met integratiemomenten geeft de studenten meer zicht op de samenhang in het programma. De ULT hanteert een relatief intense studiebegeleiding (zie ook 4.4.2). pagina 19

20 Overwegingen Het panel is van mening dat de aanvragen op dit punt weinig transparant zijn. Dit heeft te maken met de wijze waarop de ULT de studiepunten verantwoordt. De ULT kent studiepunten toe per fase, maar de relatieve zwaarte van de onderdelen binnen een fase is het panel niet duidelijk geworden. Ook als het gaat om de gehanteerde literatuur heeft het panel vragen ten aanzien van de studielast. In de gesprekken met de ULT heeft het panel begrepen dat de opleiding eerst een algemeen kader heeft gemaakt vanuit de algemene didactiek, daarna hebben de vakdidactici hun eigen invulling gegeven, ook op het gebied van de literatuur. Die invulling was onevenwichtig, zowel tussen de opleidingen onderling als over de tijd heen. Daar zijn oplossingen uitgekomen om het aantal te besteden leesuren binnen de perken te houden. Zo heeft het panel vernomen dat bij Wiskunde de studenten een deel van de literatuur zelf lezen, maar voor het overige gebruik maken van samenvattingen die andere studenten maken. Tentamens gaan dus deels over boeken die de studenten zelf gelezen hebben (bijvoorbeeld Inleiding vakdidactiek) en deels over de teksten die samengevat en besproken zijn. Het panel begrijpt de gevolgde procedure, maar constateert wel dat de studielast hierdoor moeilijk beheersbaar wordt. Docenten kunnen immers geneigd zijn om zo veel mogelijk literatuur op te geven. De ULT geeft aan dat het de taak is van de opleidingsteams om de studielast te monitoren en in te grijpen als de studielast te hoog dreigt te worden. Ook de mentor kan hier een rol bij spelen; dat is meestal de vakdidacticus en die zit ook in het opleidingsteam. Daarnaast komt er ook opleidingscommissie die onder meer toeziet op de studielast. Het panel ziet enerzijds de waarde van een flexibele opleiding, maar is anderzijds van mening dat flexibiliteit gepaard moet gaan met transparantie en kwaliteitsborging. Ook de studenten dienen meer inzicht te krijgen in de studielast van de verschillende onderdelen. Het panel is van mening dat de huidige werkwijze op het punt van de studielast te grote risico s met zich meebrengt. Daarom kan het panel op dit punt geen positief oordeel uitspreken. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.4 Studielast als onvoldoende Instroom (facet 2.5) Het beoogde programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende deelnemers: bachelor en eventueel inhoudelijke selectie. Bevindingen De lerarenopleiding staat open voor studenten die een eerstegraads lesbevoegdheid willen behalen in een vak waarin zij ook een inhoudelijke Masteropleiding hebben afgerond of bijna hebben afgerond. Als de studenten de vakinhoudelijke master nog niet hebben afgerond, bepaalt de Examencommissie of de studenten voldoende zijn gevorderd om te kunnen beginnen aan de lerarenopleiding. Voor studenten die vanuit een andere bachelor instromen, is een aantal eisen aan het vakkenpakket geformuleerd. De UvT heeft zelf geen bacheloropleidingen Nederlands, pagina 20

21 Maatschappijleer en Wiskunde. Voor die opleidingen heeft de universiteit andere toeleverende bachelors aangegeven. De ULT wil in de bachelorfase gaan werken met verschillende uitstroomprofielen: onderwijs, onderzoek en ondernemen. Het is de bedoeling dat studenten die de educatieve master willen gaan volgen, het uitstroomprofiel onderwijs kiezen. Deze studenten krijgen dan al in de bachelorfase een aantal algemene onderwijskundige vakken. Daarmee wordt een basis gelegd waarop tijdens de lerarenopleidingen kan worden voortgeborduurd. Overwegingen Zowel in de aanvragen als tijdens de gesprekken met betrokkenen van de ULT is de zogenaamde koninklijke route aan de orde geweest. Van deze koninklijke route is sprake als studenten een volledige universitaire opleiding in een aan het schoolvak verwante discipline hebben gevolgd. De Universiteit Tilburg biedt echter niet voor alle schoolvakken waarvoor een educatieve master is aangevraagd ook inhoudelijke masteropleidingen aan. In die gevallen is een andere oplossing gezocht, die verschilt per vak. Dit punt speelt bij de aanvragen voor de schoolvakken Maatschappijleer, Wiskunde en Nederlands. De educatieve master voor het schoolvak Wiskunde is toegankelijk voor studenten Econometrie en Operations Research van de UvT, mits zij het juiste vakkenpakket hebben gevolgd. Dat wordt per geval getoetst. De examencommissie moet toezien op het vakinhoudelijke niveau. Het panel benadrukt het belang van deze toetsing en vraag de opleiding dit aspect goed te bewaken. De opleiding voor het schoolvak Maatschappijleer is toegankelijk voor studenten die een masteropleiding Sociologie of Bestuurskunde hebben afgerond. De opleiding Bestuurskunde is onderdeel van de Rechtenfaculteit. Het panel heeft hier vragen over gesteld, aangezien binnen de rechtenfaculteit doorgaans een ander gewicht wordt toegekend aan methoden en technieken dan binnen de sociale wetenschappen. De ULT is zich hiervan bewust en heeft dit aspect bekeken. Ook binnen het vak Bestuurskunde wordt een basis gelegd op het gebied van methoden en technieken, die volgens de betrokkenen voldoende is voor het profiel van leraar Maatschappijleer. De opleiding voor het schoolvak Nederlands is toegankelijk voor studenten die een bachelor Algemene Cultuurwetenschap of Communicatie- en Informatiewetenschap hebben afgerond. Binnen beide studierichtingen is een afstudeerrichting (track) ingericht die studenten specifiek voorbereidt op het schoolvak Nederlands. Deze track begint na het derde semester, dus in de tweede helft van het tweede jaar. Het bevat onder meer twee cursussen in algemene didactiek en vakdidactiek, alsmede een (beperkte) stage. Studenten Communicatie- en Informatiewetenschappen moeten daarnaast aanvullende cursussen op het gebied van de literatuurgeschiedenis volgen, terwijl studenten Algemene Cultuurwetenschappen aanvullende cursussen op het gebied van de taalbeheersing moeten volgen. De lerarenopleidingen hebben geen duidelijk beleid ten aanzien van deficiënties. Het panel heeft geconstateerd dat bij sommige vooropleidingen deficiënties kunnen bestaan. Dit speelt bijvoorbeeld een rol bij het vak Maatschappijleer, waarin een breed palet aan vakken wordt aangeboden op het gebied van onder meer massamedia, politiek en rechtsstaat. Zowel bestuurskundigen als sociologen hebben deficiënties op een of meer van deze terreinen. De opleiding heeft daar in het programma nog geen rekening mee gehouden. Het pagina 21

22 panel adviseert om er in de uitwerking van het programma zorg voor te dragen dat alle onderwerpen waarop deficiënties kunnen voorkomen, voldoende behandeld worden. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.5 Instroom als voldoende Duur (facet 2.6) De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: Professionele master met minimaal 60 studiepunten. Bevindingen De studielast van de opleiding bedraagt 60 ects. De studielast is verdeeld over één schooljaar. Overwegingen en conclusie Het panel constateert dat de opleiding ruimschoots voldoet aan de formele eisen en beoordeelt het facet 2.6 Duur als voldoende Samenvattend oordeel onderwerp 2, Programma Het panel beoordeelt vijf van de zes facetten van het onderwerp Programma als voldoende. Ten aanzien van het facet Studielast heeft het panel kritische kanttekeningen, maar het panel heeft er vertrouwen in dat de ULT erin zal slagen om ook dit facet bij de uitwerking van de opleiding goed te borgen. Daarom beschouwt het panel het onderwerp als geheel als voldoende. pagina 22

23 4.3 Inzet personeel Eisen wo (facet 3.1) De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een woopleiding: het onderwijs zal voor een belangrijk deel worden verzorgd door onderzoekers die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied. Bevindingen De ULT gaat de personele invulling vormgeven na goedkeuring van de aanvragen. In het algemeen heeft de ULT op dit vlak de volgende intenties: Voor de algemeen didactische en onderwijskundige aspecten overweegt de ULT gebruik te maken van expertise die nu aanwezig is bij FLOT (Fontys Lerarenopleidingen) en bij het ILO van de Universiteit van Amsterdam. De ULT wil de eigen vakdidactische expertise binnen de eigen staf versterken. Voor het onderdeel Opleiden in de School maakt de ULT gebruik van gecertificeerde opleidingsdocenten en schoolpracticumdocenten van OMO. Voor het overige verschillen de plannen op dit gebied per opleiding. Voor sommige opleidingen zoals Nederlands en Filosofie ligt er al een voorstel voor de personele bezetting, andere zijn daarmee nog minder ver. Overwegingen Het panel constateert dat de inzet van personeel nog in ontwikkeling is. De gedachtevorming over de wijze waarop de ULT wil bemensen, is nog niet afgerond en verschilt bovendien per opleiding. De ULT was in eerste instantie van plan om vakdidactici in te huren om de eigen medewerkers (van de UvT) te scholen. Zo is het ook verwoord in de aanvraagdossiers. Inmiddels is de ULT van opvatting veranderd en heeft men de intentie om vakdidactici in dienst te nemen. De gedachten gaan daarbij uit naar een duo per opleiding, dat steeds zal bestaan uit een vakdidacticus en een praktijkopleider. Daarbij is het de bedoeling dat de vakdidactici ook onderzoek gaan doen. In de gesprekken met vertegenwoordigers van de verschillende opleidingen is gebleken dat bij verschillende toeleverende opleidingen onderzoek wordt gedaan dat interessant is vanuit een vakdidactische optiek. Zo is bij de Communicatie- en informatiewetenschappen toeleverancier van de lerarenopleiding Nederlands veel onderzoek gedaan naar effecten van schrijfproducten en naar vergelijking van leermiddelen om bijvoorbeeld spelling aan te leren. De opleiding beschikt ook over medewerkers die gepromoveerd zijn op onderwijskundig onderzoek. Het panel benadrukt het belang van (vakdidactisch) onderzoek voor een lerarenopleiding op wo-masterniveau. Bij verschillende toeleverende opleidingen ziet het panel voldoende kwaliteiten om deze onderzoekscomponent nader in te vullen door aansluiting bij het onderzoeksprogramma van de ULT. Verder constateert het panel dat de UvT voldoende middelen heeft vrijgemaakt om de personele invulling langs de geschetste lijnen te realiseren. Om die redenen heeft het panel voldoende vertrouwen in de invulling van dit facet. pagina 23

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

Protocol TNO Educatieve Master

Protocol TNO Educatieve Master Protocol TNO Educatieve Master NVAO 14 maart 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze toets nieuwe opleiding educatieve master (womaster) 4 3 Toelichting op het beoordelingskader beperkte toets nieuwe opleiding

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam nuao w nederlands -vlaam se accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam datum 29 juli 2016 Onderwerp

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

HANDLEIDING MINOR LEREN LESGEVEN

HANDLEIDING MINOR LEREN LESGEVEN FACULTY OF BEHAVIOURAL, MANAGEMENT AND SOCIAL SCIENCES HANDLEIDING MINOR LEREN LESGEVEN UT LERARENOPLEIDING ELAN 2015/2016 Inhoud 1. De Minor Leren Lesgeven... 3 2. Studieprogramma van de 15 en 30 EC

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker.

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker. College van bestuur Universiteit van Amsterdam Postbus 19268 1000 GG AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van de aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Master in International

Nadere informatie

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013 Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013 NVAO 10 juni 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Definitie 6 3 Toetsingskaders 7 4 Werkwijze 12 pagina 2 1 Inleiding 1.1 Vooraf Beoordeling kwaliteit opleidingsschool

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor nvao w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie ; fluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Aarde en Economie van de Vrije Universiteit

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling: College van bestuur Universiteit Utrecht Postbus 80125 3508 TC UTRECHT Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Selective Utrecht Medical Master

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam }nvao r n e d e rlcw d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie les Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool datum 29 december

Nadere informatie

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Op weg naar de (academische) opleidingsschool Discussienota Nationalgeographic.nl Adviescommissie ADEF OidS Mei 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Uitgangspunten Samen Opleiden 2. Ambities van (academische) opleidingsscholen 3. Concept Samen Opleiden

Nadere informatie

Nadere uitwerking beoordeling educatieve minoren behorende bij wo-bacheloropleidingen

Nadere uitwerking beoordeling educatieve minoren behorende bij wo-bacheloropleidingen Nadere uitwerking beoordeling educatieve minoren behorende bij wo-bacheloropleidingen 15 juli 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze huidige beoordelingsronde 4 3 Beoordeling educatieve minoren met toelichting

Nadere informatie

Informatie werkplekleren

Informatie werkplekleren Informatie werkplekleren Pabo Venlo 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Stagedagen Blz. 4 Stageweken Blz. 4 Jaaroverzicht 2014-2015 Blz. 5 Opleidingsprogramma Blz. 6 Propedeusefase Hoofdfase Afstudeerfase

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). nvao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Expertleerkracht Primair Onderwijs van de Hogeschool

Nadere informatie

,nuao. Gegevens Instelling Opleiding

,nuao. Gegevens Instelling Opleiding ,nuao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding wo-master Educatie in de Mens- en Maatschappijwetenschappen

Nadere informatie

HANDLEIDING HANDLEIDING MINOR LEREN LESGEVEN LESGEVEN

HANDLEIDING HANDLEIDING MINOR LEREN LESGEVEN LESGEVEN FACULTY OF BEHAVIOURAL, MANAGEMENT AND SOCIAL SCIENCES FACULTY OF BEHAVIOURAL, MANAGEMENT AND SOCIAL SCIENCES HANDLEIDING MINOR LEREN HANDLEIDING LESGEVEN MINOR LEREN UT LERARENOPLEIDING, VAKGROEP ELAN

Nadere informatie

master leraar voortgezet onderwijs

master leraar voortgezet onderwijs DEEL JE KENNIS! master leraar voortgezet onderwijs JOUW PROGRAMMA IN EEN NOTENDOP De master Leraar voortgezet onderwijs van de VU is een eenjarige master (voltijd*) waarin je een eerstegraads onderwijsbevoegdheid

Nadere informatie

Advies panel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Advies panel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel. ,nuao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief onder voorwaarde van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Educatieve master Zaakvakken,

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). nvao r nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Health Informaties van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool

Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool Bijlage 1: Toetsingskader opleidingsschool NVAO, 3 maart 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Definitie 5 3 Beoordelingskader 6 4 Werkwijze 12 pagina 2 1 Inleiding In de kwaliteitsagenda voor het opleiden van leraren

Nadere informatie

Lerarenopleiding. Toke Egberts 10 nov. 2017

Lerarenopleiding. Toke Egberts 10 nov. 2017 Lerarenopleiding Toke Egberts 10 nov. 2017 1 Even voorstellen Toke Egberts 2 Inhoud Leraar worden? Opleidingsvarianten Curriculum Vakken Praktijk Toelatingseisen en informatie Individuele vragen 3 Waarom

Nadere informatie

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING Opzet en structuur De sjabloon van het aanvraagdossier

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool NAO nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool Datum: 1 oktober

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit van Amsterdam datum 29 juli 2016

Nadere informatie

Protocol PDG en educatieve minor

Protocol PDG en educatieve minor Protocol PDG en educatieve minor 28 april 2014 Inhoud Protocol voor beoordelingen door de NVAO van de kwaliteit van de afstudeerrichtingen algemeen vormend onderwijs en beroepsgericht onderwijs, het traject

Nadere informatie

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK INHOUD Uitkomst onderzoek Newschool.nu te Harderwijk 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage 1A: Overzicht

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA ,nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA datum 31 mei 2018 onderwerp Besluit

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

DOE040 VOORTGEZET ONDERWIJS

DOE040 VOORTGEZET ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK DOE040 VOORTGEZET ONDERWIJS TE EINDHOVEN INHOUD Uitkomst onderzoek DOE040 VO te Eindhoven 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage

Nadere informatie

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM College van bestuur Hogeschool van Amsterdam Postbus 931 1000 AX AMSTERDAM Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-master Integraal Leiderschap

Nadere informatie

UNIVERSITY OF INFINITE AMBITIONS. MASTER OF SCIENCE SCIENCE EDUCATION AND COMMUNICATION

UNIVERSITY OF INFINITE AMBITIONS. MASTER OF SCIENCE SCIENCE EDUCATION AND COMMUNICATION UNIVERSITY OF INFINITE AMBITIONS. MASTER OF SCIENCE SCIENCE EDUCATION AND COMMUNICATION LERARENOPLEIDING NATUURKUNDE, WISKUNDE, SCHEIKUNDE, INFORMATICA EN ONTWERPEN Heb jij een technische bachelor gevolgd

Nadere informatie

27 november oktober januari april 2015

27 november oktober januari april 2015 sïwao w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie es luit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Onderwijskunde van de Hogeschool

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

Voorlichtingsavond ILO

Voorlichtingsavond ILO Interfacultaire Lerarenopleidingen (POWL) Voorlichtingsavond ILO 14 februari 2017 Typ hier de footer 2 Didactief Special december 2016 3 Typ hier de footer 4 Onderzoek & de onderwijpraktijk eerstegraads

Nadere informatie

Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische opleidingsschool (RAOS)

Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische opleidingsschool (RAOS) Kwaliteitszorgactiviteiten reformatorische academische (RAOS) Wat? (Kwaliteitsstandaarden NVAO) Hoe? Wanneer? Door wie? Bij wie? Output Standaard 1: Beoogde eindkwalificaties 1. De heeft een geëxpliciteerde

Nadere informatie

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden Checklist vakdidactisch Kennisbasis Biologie Voor het begin van de 3 e jaars stage vullen de studenten deze checklist in. De studenten formuleren leerdoelen die aansluiten op de uitkomst van deze list.

Nadere informatie

Tevredenheid over start en ontwikkeling op de arbeidsmarkt

Tevredenheid over start en ontwikkeling op de arbeidsmarkt Tevredenheid over start en ontwikkeling op de arbeidsmarkt Hbo ers uit sector Onderwijs vaker tevreden... 2 Tweedegraads lerarenopleidingen hbo en lerarenopleidingen kunst/lo het vaakst tevreden... 4 Afgestudeerden

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,nvao ~ n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen (POWL) Voorlichtingsavond ILO

Interfacultaire Lerarenopleidingen (POWL) Voorlichtingsavond ILO Interfacultaire Lerarenopleidingen (POWL) Voorlichtingsavond ILO 14 februari 2017 Typ hier de footer 2 3 Didactief Special december 2016 Typ hier de footer 4 Onderzoek & de onderwijpraktijk 5 eerstegraads

Nadere informatie

,nvao. Gegevens instelling Opleiding

,nvao. Gegevens instelling Opleiding ,nvao * n e d e rla n d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie Besluit strekkende tot een oordeel positief onder voorwaarde van een aanvraag toets nieuwe opleiding wo-master Leraar Voorbereidend

Nadere informatie

: 6 december 2016 : 5 maart Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Start. 2014, nr 36791).

: 6 december 2016 : 5 maart Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Start. 2014, nr 36791). ,nvao r nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie it Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

«nvao. fluit. w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie

«nvao. fluit. w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie «nvao w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie fluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de postinitiële wo-master Marketing van de Vrije

Nadere informatie

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional.

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional. Sinds een tiental jaren hebben we opleidingsvormen ontwikkeld die recht doen aan zowel vakbekwaamheid als praktijkkennis van aanstaande leraren. In toenemende mate doen we dat op basis van opleiden in

Nadere informatie

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen ,m)ao r nederlands -vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Radboud Universiteit Nijmegen datum 31 augustus

Nadere informatie

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie.

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie. ROWF Les op locatie in de beroepsopdracht van de HvA. De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie. Het doel is de

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Logistiek Management van de Hogeschool Rotterdam

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Logistiek Management van de Hogeschool Rotterdam swao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Logistiek Management van de Hogeschool Rotterdam

Nadere informatie

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer Domein B1.1 Biologie leren Begripsontwikkeling en jargon Leren van biologische vaardigheden Verschillen

Nadere informatie

,nvao. r nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie

,nvao. r nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie ,nvao r nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie )@st Wijzigingsbesluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Leraar VHO in de Taalvakken, afstudeerrichting

Nadere informatie

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool m a o v nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool datum 31

Nadere informatie

UITKOMST ONDERZOEK BLISS VIBRATION KIDS ACADEMY VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

UITKOMST ONDERZOEK BLISS VIBRATION KIDS ACADEMY VOOR PRIMAIR ONDERWIJS UITKOMST ONDERZOEK BLISS VIBRATION KIDS ACADEMY VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE s-hertogenbosch INHOUD Uitkomst onderzoek Bliss Vibration Kids Academy te s-hertogenbosch 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2016-2017 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Bestuurskunde van de Hogeschool NCOI

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Bestuurskunde van de Hogeschool NCOI wao nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Bestuurskunde van de Hogeschool NCOI datum 30 september

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,wao v nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam datum 30 november

Nadere informatie

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Situering van de Kwaliteitscode Afstemming op Europese referentiekaders De regie-pilots De uitgebreide instellingsreview In de periode 2015-2017 krijgen de universiteiten

Nadere informatie

Vrijstellings- en assessmentregelingen. elders verworven competenties (EVC s)

Vrijstellings- en assessmentregelingen. elders verworven competenties (EVC s) Vrijstellings- en assessmentregelingen m.b.t. elders verworven competenties (EVC s) Studiejaar: 2017-2018 Voor studenten die: het tweede jaar van de Educatieve Master of de masteropleiding Educatie en

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor fnvao w nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie @S 1(UI ït Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding hbobachelor Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

LOS VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS

LOS VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK LOS VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS TE DEURNE INHOUD Uitkomst onderzoek LOS te Deurne 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 11 Bijlage 1A: Overzicht

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie es lult Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Physician Assistant van de Hogeschool Rotterdam datum Gegevens

Nadere informatie

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor , nvao v nederlands - viaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Pedagogisch Management Kinderopvang van de Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Besluit. Fontys Hogescholen. Raad van bestuur Postbus AH EINDHOVEN

Besluit. Fontys Hogescholen. Raad van bestuur Postbus AH EINDHOVEN Fontys Hogescholen Raad van bestuur Postbus 347 5600 AH EINDHOVEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor Circus & Performance

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen ,nvao F nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Social Work van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen datum 31 juli

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). ?nvao * nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Master Leiderschap in Onderwijs van de

Nadere informatie

,nvao. Gegevens Instelling Opleiding

,nvao. Gegevens Instelling Opleiding ,nvao r n e d e rla n d s- ulaam se a c cre d ita tie o rg a n isa tie es Besluit strekkende tot een oordeel positief onder voorwaarden van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de opleiding wo-master

Nadere informatie

LERAREN- OPLEIDINGEN Voorlichtingsbijeenkomst 26 mei 2015

LERAREN- OPLEIDINGEN Voorlichtingsbijeenkomst 26 mei 2015 LERAREN- OPLEIDINGEN Voorlichtingsbijeenkomst 26 mei 2015 Science Education and Communication Leraar vho maatschappijleer en maatschappijwetenschappen PROGRAMMA 3TU M-SEC: eerstegraads lerarenopleidingen

Nadere informatie

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt

Nadere informatie

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE: UITKOMST ONDERZOEK DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE ZUTPHEN INHOUD Uitkomst onderzoek De Aardeschool PO te Zutphen 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel

Nadere informatie

Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters

Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters 30 mei 2016 Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters 30 mei 2016 pagina 2 Inhoud Pag. Profiel van de onderzoeksmaster 4 Beoordeling

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw ,nvao r nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Software Development van de Christelijke

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek Studiejaar 2013-2014 Algemeen 1. Deze bijlage bij het algemene gedeelte van de Onderwijs- en examenregeling van Codarts is van toepassing

Nadere informatie

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007)

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007) Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve sformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007) Toelichting bij het beoordelen in het Werkplekleren. De tweedegraads lerarenopleiding

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Hbo tweedegraadslerarenopleiding

Hbo tweedegraadslerarenopleiding Hbo tweedegraadslerarenopleiding Verkort traject www.saxionnext.nl Inhoudsopgave Inleiding 3 Een bijzondere opleiding 4 Opbouw 5 Toelating en inschrijving 7 Beste student, Je hebt een afgeronde hbo- of

Nadere informatie

: 19 maart 2013 : 21 en 22 mei 2013 : 25 oktober 2013 : 18 december 2013 : 14 april 2014 : 30 juni 2014

: 19 maart 2013 : 21 en 22 mei 2013 : 25 oktober 2013 : 18 december 2013 : 14 april 2014 : 30 juni 2014 9nvao w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n isa tie S I y 0 1 Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie (na herstel) aan de opleiding wo-bachelor Archeologie en Prehistorie

Nadere informatie

Lerarenopleiding Geesteswetenschappen. Masterdag 16 mrt. 2018

Lerarenopleiding Geesteswetenschappen. Masterdag 16 mrt. 2018 Lerarenopleiding Geesteswetenschappen Masterdag 16 mrt. 2018 1 Inhoud Leraar worden? Opleidingstrajecten Curriculum Vakken Praktijk Toelatingseisen en informatie Individuele vragen 2 Waarom zou je leraar

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool ,nuao r nederlands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool datum 29 september 2017 onderwerp

Nadere informatie

23 maart april Kader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr. 9832).

23 maart april Kader voor de uitgebreide toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr. 9832). nuao w nederlands- alaamse accreditatieorganisatie»es Besluit strekkende tot een oordeel voldoende onder voorwaarden van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Pedagogisch Educatief Medewerker

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool ,nvao r nederlands-vlaam se accreditatie organisatie S uif Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool datum

Nadere informatie

LERAREN- OPLEIDINGEN OPEN DAG

LERAREN- OPLEIDINGEN OPEN DAG LERAREN- OPLEIDINGEN OPEN DAG Science Education and Communication Leraar vho maatschappijleer en maatschappijwetenschappen PRESENTATIE DIGITAAL www.utwente.nl/master/sec/powerpoint www.utwente.nl/master/lvhom/powerpoint

Nadere informatie

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs OCW Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs 22 mei 2003/Nr. WO/BS-2003/24136-I Nederlandse Accreditatie Organisatie 1 Opbouw toetsingskader Het toetsingskader voor nieuwe opleidingen in het hoger

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling GMW. Bijlage 1a

Onderwijs- en Examenregeling GMW. Bijlage 1a faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen lerarenopleiding Onderwijs- en Examenregeling GMW Bijlage 1a De Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in de Mens- en Maatschappijwetenschappen

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht ,nvao v nederiands - vlaamse accreditatieorganisatie es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht datum 30 november 2017 onderwerp

Nadere informatie

LOS VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

LOS VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK LOS VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE DEURNE INHOUD Uitkomst onderzoek LOS te Deurne 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 11 Bijlage 1A: Overzicht

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw. Gegevens : Christelijke Hogeschool Windesheim : Commerciële Economie

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw. Gegevens : Christelijke Hogeschool Windesheim : Commerciële Economie nuao * nederlands - Vlaamse accreditatieorganisatie B i luit datum 31 mei 2017 onderwerp Besluit Toets nieuw Associate-degreeprogramma Commerciële Economie van de Christelijke Hogeschool Windesheim (005233)

Nadere informatie

UITKOMST ONDERZOEK VIVERE DEMOCRATISCH ONDERWIJS VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE ROTTERDAM

UITKOMST ONDERZOEK VIVERE DEMOCRATISCH ONDERWIJS VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE ROTTERDAM UITKOMST ONDERZOEK VIVERE DEMOCRATISCH ONDERWIJS VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE ROTTERDAM INHOUD Uitkomst onderzoek Vivere Democratisch onderwijs te Rotterdam 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). m ao * nederiands-viaam se accreditatie organisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Nadere informatie

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE VIANEN INHOUD 1. Uitkomst onderzoek Lumiar te Vianen 3 2. en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 5 3. Samenvattend oordeel 11 Bijlage

Nadere informatie

Bijlagen OER Master Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen (2016/2017)

Bijlagen OER Master Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen (2016/2017) Bijlagen OER Master Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen (2016/2017) Bijlage I: Eindtermen van de opleiding (Art. 1.3) 1. Met de opleiding wordt beoogd: a. voor te bereiden op

Nadere informatie

UITKOMST ONDERZOEK PARKENDAAL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE APELDOORN

UITKOMST ONDERZOEK PARKENDAAL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE APELDOORN UITKOMST ONDERZOEK PARKENDAAL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE APELDOORN INHOUD Uitkomst onderzoek Parkendaal te Apeldoorn 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage

Nadere informatie