DE BETEKENIS VAN HET NIEUWE WETBOEK VAN SOCIAAL STRAFRECHT: een aansluiting bij het gemeen strafprocesrecht of eerder lex specialis?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE BETEKENIS VAN HET NIEUWE WETBOEK VAN SOCIAAL STRAFRECHT: een aansluiting bij het gemeen strafprocesrecht of eerder lex specialis?"

Transcriptie

1 FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID UNIVERSITEIT GENT Masterproef van de opleiding Master in de Rechten DE BETEKENIS VAN HET NIEUWE WETBOEK VAN SOCIAAL STRAFRECHT: een aansluiting bij het gemeen strafprocesrecht of eerder lex specialis? Ingediend door Milan Heimans (Studentennr ) Promotor: Prof. dr. Philip Traest Commissaris: Tessa Gombeer Academiejaar Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteitstraat 4, 9000 Gent

2 Inhoud Voorwoord...5 Inleiding...6 HOOFDSTUK 1: De krachtlijnen van het nieuwe wetboek van sociaal strafrecht...9 Afdeling A: Totstandkoming van het nieuwe sociaal strafwetboek...9 1) Historiek...9 2) Opzet van het nieuwe wetboek Afdeling B: Structuur van het nieuwe sociaal strafwetboek Afdeling C: Vereenvoudiging van het sanctiearsenaal Afdeling D: Het sociaal strafwetboek als bijzondere strafwetgeving HOOFDSTUK 2: Van opsporing en vervolging tot berechting van inbreuken op het sociaal strafrecht...16 Afdeling A: Opsporing van sociaalrechtelijke misdrijven ) Wie gaat over tot opsporing en vaststelling van sociaalrechtelijke misdrijven? Sociaal inspecteurs Officieren van gerechtelijke politie ) De rol en bevoegdheden van sociaal inspecteurs Statuut van sociaal inspecteurs Taken van sociaal inspecteurs Opsporingsbevoegdheden van sociaal inspecteurs Beoordelingsbevoegdheid van sociaal inspecteurs ten aanzien van vastgestelde inbreuken.. 28 Verschillende soorten controles Afdeling B: Vervolging van sociaalrechtelijke misdrijven ) Vervolging in het klassiek strafrecht ) Vervolging in het sociaal strafrecht: verschillende mogelijkheden ) Strafrechtelijke vervolging van sociaalrechtelijke misdrijven Algemeen Bewijswaarde van processen-verbaal van de sociale inspectiediensten Wanneer is er sprake van een strafonderzoek? ) De rol van het arbeidsauditoraat Burgerlijke bevoegdheden Strafrechtelijke bevoegdheden ) Administratieve vervolging van sociaalrechtelijke misdrijven of inbreuken Algemeen

3 Ratio legis van administratieve geldboeten Kenmerken van de administratieve geldboete Procedure en waarborgen bij het opleggen van administratieve geldboeten ) Voorrang voor de strafvervolging Afdeling C: Berechting van sociaalrechtelijke misdrijven HOOFDSTUK 3: Doorwerking van concepten uit het gemeen strafprocesrecht in het sociaal strafrecht...47 Afdeling A: Toepassing van Salduz-regels in het sociaal strafrecht ) Regels met betrekking tot verhoren in het sociaal strafwetboek ) Salduz in het gemeen strafrecht Situering Salduz-wet Begrip verhoor Bespreking Salduz-rechten: informatierechten, consultatie- en bijstandsrecht Miskenning van Salduz-rechten: toepasselijke sanctie Interpretatie door Grondwettelijk Hof ) Salduz in het sociaal strafrecht Doorwerking Salduz-wetgeving? Omzendbrief 8/2011 Col. PG: verhoor met strafrechtelijke finaliteit Invloed rechtspraak EHRM Eigenheid sociaal strafrecht? Toepassing Salduz in de praktijk Afdeling B: De rechten uit de Wet Franchimont in sociaal/strafrechtelijk perspectief ) Bespreking Wet Franchimont in het gemeen strafrecht Krachtlijnen Wet Franchimont Rechten uit de Wet Franchimont ) Franchimont in het sociaal strafrecht Overname van de rechten uit de Wet Franchimont Andere rechten van verdediging in het sociaal strafrecht Afdeling C: Andere strafrechtelijke aspecten ) Daderschap in het sociaal strafrecht Werkgever, aangestelde of lasthebber Natuurlijke persoon vs. rechtspersoon ) Bewijsregels in het sociaal strafrecht ) Verjaring

4 HOOFDSTUK 4: Het sociaal strafwetboek en de strijd tegen de sociale fraude...77 Afdeling A: Kan het sociaal strafwetboek dienen als een bijkomend instrument in de strijd tegen de sociale fraude? ) Verschillende samenwerkingsvormen en gecoördineerde acties ) Nieuwe misdrijven op het gebied van sociale fraude Afdeling B: Gesprekken met actoren uit het werkveld ) Gesprek met arbeidsinspecteurs Stijn Eeckhout en Arlette Boeckx ) Gesprek met arbeidsauditeur Danny Meirsschaut ) Gesprek met raadsheer Bruno Lietaert van het Arbeidshof ) Gesprek met Kristof Salomez, lid van de beleidscel van staatssecretaris John Crombez ) Gesprek met John Crombez, staatssecretaris voor sociale en fiscale fraudebestrijding HOOFDSTUK 5: Kritische analyse en besluit...88 Bibliografie

5 Voorwoord Deze masterproef vormt het sluitstuk van de opleiding Master in de rechten aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Gent. Aan de vooravond van het behalen van mijn universitair diploma past het eventjes stil te staan bij de morele en financiële steun van mijn ouders die steeds onvoorwaardelijk achter mijn studiekeuzes stonden. Mijn hartelijke dank hiervoor. Toen ik een aanvang nam als jonge student met de opleiding als jurist, was dit een sprong in het onbekende. Door de jaren heen werd ik geboeid door de diversiteit van vele rechtstakken en door de ingewikkelde techniciteit ervan. Ik besef dat zich bekwamen in het recht en het beheersen van specifieke juridische domeinen, een levenslange opdracht zal worden. De grote rechtsbeginselen die de democratische samenleving mee organiseren en in stand houden en de justiciabelen moeten beschermen tegen willekeur, heb ik me zo hoop ik toch dankzij de opleiding eigen gemaakt. Vele professoren en assistenten hebben bijgedragen tot de vorming van mijn juridisch geweten en het verankeren van verscheidene rechtsprincipes. Graag betrek ik professor dr. Traest bij dit welgemeende dankwoord: als ervaren gids hielp hij mij een kluwen van rechtsregels in het domein van de strafrechtspleging te ontwarren en daarenboven kon ik steeds bij hem terecht voor een goede raad en feedback. Hij stimuleerde me ook in de keuze van het onderwerp van deze masterproef, die me toeliet op juridische ontdekkingstocht te gaan in een vernieuwde tak van het recht, het sociaal strafrecht. Tenslotte wens ik een bijzonder dankwoord te richten aan een aantal magistraten uit de arbeidsgerechten, leden van inspectiediensten en beleidsmakers, allen nauw betrokken bij de toepassing van sociaal strafrecht, die mijn theoretische zoektocht verfijnden door hun praktische ervaring. Het gaat om arbeidsauditeur Danny Meirsschaut, raadsheer Bruno Lietaert van het Arbeidshof, arbeidsinspecteurs Stijn Eeckhout en Arlette Boeckx, staatssecretaris John Crombez en diens kabinetsmedewerker Kristof Salomez. Met veel erkentelijkheid denk ik terug aan de jaren die ik in de rechten heb doorlopen. Milan Heimans Gent, 15 mei

6 Inleiding De spreuk die in de volksmond bekend staat als onbekend is onbemind geldt zeker ook in de juridische wereld. Een groot aantal juristen is niet vertrouwd met het sociaal strafrecht, maar dat maak het net zo intrigerend. Zich kunnen verdiepen in een onbekende materie is zeer boeiend. Het sociaal strafrecht is een complexe materie. Vóór de totstandkoming van het nieuwe wetboek van sociaal strafrecht, waren de strafsancties in het sociaal recht verspreid over meer dan 80 wetsbepalingen, honderden uitvoeringsbesluiten en wel duizenden algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten. Het wekt dan ook weinig verwondering om vast te stellen dat de beoefenaar van het sociaal strafrecht laat staan de leek het soms moeilijk had zijn weg te vinden doorheen het kluwen van bepalingen, waarbij de interne coherentie vaak zoek is. Het sociaal strafrecht vormde dan ook niet één geheel, maar een verzameling van bepalingen voorkomende in tientallen wetgevingen, die zeker niet primair als doelstelling hadden net de geschillenregeling van de sociaalrechtelijke inbreuken te omschrijven, maar waarbij de strafbepalingen eerder als accessoire bepalingen voorkwamen, toegevoegd aan de sociale wetgeving. De verschillende bepalingen beschermden daarbij ook verschillende rechtsbelangen (de sociaal verzekerden, de werknemer, de overheid, de collectieve arbeidsverhoudingen, het toezicht op de naleving van sociaalrechtelijke bepalingen, etc.). 1 Op 1 juli 2010 zijn in het Belgisch Staatsblad de Wet van 6 juni 2010 tot invoering van het sociaal strafwetboek 2 en de Wet van 2 juni 2010 houdende bepalingen van het sociaal strafrecht 3 verschenen. Na jaren van voorbereidend werk is het sociaal strafwetboek hiermee eindelijk een feit. De totstandkoming van het nieuwe wetboek vormt een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van het Belgisch recht en in het bijzonder voor het sociaal strafrecht. Het wetboek is in werking getreden op 1 juli Dit nieuwe wetboek vereenvoudigt de strafrechtelijke bepalingen door alle bepalingen samen te voegen en dezelfde logische structuur te geven. Het sociaal strafwetboek uniformiseert het geheel van strafrechtelijke bepalingen van de sociale wetten inzake arbeidsrecht en socialezekerheidsrecht. Het houdt ook een vereenvoudiging in van het stelsel van straffen en administratieve geldboeten. Het sociaal strafwetboek brengt de inbreuken namelijk onder in vier niveaus naargelang de ernst van de inbreuk. 5 Verder omschrijft het wetboek ook beter de rechten van verdediging, door overname van bepaalde rechten uit de Wet Franchimont, door meer waarborgen te voorzien als de sociaal inspecteurs bepaalde dwangmaatregelen willen nemen, door het verhoor uitdrukkelijk te regelen (zowel in de strafrechtelijke als in de administratieve context), door de procedure voor het opleggen van een administratieve geldboete met meer waarborgen te omkleden. Dit komt de rechtsbescherming van de betrokken overtreder ten goede. In voorliggende masterproef worden verschillende aspecten van het nieuwe sociaal strafwetboek bestudeerd, hoofdzakelijk vanuit een procedurele invalshoek. De studie beoogt een vergelijking te maken tussen het sociaal strafrecht en het gemeen strafprocesrecht. In welke mate verschilt het sociaal strafrecht van het gemeen straf(proces)recht? 1 Y. JORENS, (ed.), Sociaal strafrecht: van controle tot veroordeling, Brugge, Die Keure, 2011, voorwoord. 2 Wet 6 juni 2010 tot invoering van het sociaal strafwetboek, BS 1 juli Wet van 2 juni 2010 houdende bepalingen van het sociaal strafrecht, BS 1 juli F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, 5. 5 Ibid. 6

7 In hoofdstuk 1 worden de krachtlijnen en de vernieuwingen van het nieuwe sociaal strafwetboek besproken. Eerst wordt gefocust op de totstandkoming van het nieuwe wet, waarbij de problematiek die het sociaal strafrecht kenmerkte vóór de nieuwe codificatie aan bod komt. Daarna wordt de structuur en het opzet van het nieuwe wetboek van sociaal strafrecht geanalyseerd. Vervolgens wordt de vereenvoudiging van het sanctiearsenaal besproken. De coördinatie van de sociaalrechtelijke misbreuken in één wetboek, in combinatie met de creatie van een systeem van vier nieuwe sanctieniveaus is één van de grootste vernieuwingen van het nieuwe wetboek. In hoofdstuk 2 wordt vervolgens de ganse strafrechtsketen van het sociaal strafrecht geanalyseerd. Er wordt onderzocht hoe de opsporing, de vervolging en de berechting gebeurt voor sociaalrechtelijke misdrijven. Wie is bevoegd om sociaalrechtelijke misdrijven op te sporen en vaststellingen te doen? Wat is hierbij de rol van de sociale inspectiediensten? De uitgebreide opsporingsbevoegdheden van de sociale inspectiediensten, evenals de ruime appreciatiebevoegdheid die zij hebben bij het vaststellen van een inbreuk, worden besproken. Daarna wordt in detail gefocust op de verschillende vervolgingsmogelijkheden die bestaan in het sociaal strafrecht. Een overtreder kan in het sociaal strafrecht namelijk hetzij strafrechtelijk worden vervolgd door de arbeidsauditeur, hetzij administratief worden vervolgd door de bevoegde administratie. Deze twee vervolgingsmogelijkheden worden uitvoerig onderzocht. Een belangrijk aspect hierbij is de vraag wanneer er sprake is van een strafonderzoek. Op het einde van hoofdstuk 2 wordt besproken hoe de berechting gebeurt van sociaalrechtelijke misdrijven. Dit gebeurt namelijk door een speciaal samengestelde rechtbank, met twee strafrechters en één arbeidsrechter. Daarna wordt in hoofdstuk 3 onderzocht of twee specifieke concepten uit het gemeen strafprocesrecht, namelijk de Salduz-principes en de rechten uit de Wet Franchimont, ook toepassing vinden in het sociaal strafrecht. De Salduz-principes gaan over het recht op toegang tot een advocaat voorafgaand en tijdens het verhoor, alsook voorziet het uitgebreide informatierechten die bij aanvang van het verhoor dienen te worden meegedeeld. Hierbij wordt eerst onderzocht hoe de Salduz-principes in het gemeen strafrecht worden toegepast. Eenmaal men een goede kennis heeft van de gemeenrechtelijke Salduz-principes, wordt grondig onderzocht in welke mate die Salduzprincipes ook gelden in het sociaal strafrecht. Naast de juridische discussie wordt ook onderzocht hoe de sociale inspectiediensten die Salduz-principes in de praktijk toepassen. Ook de rechten uit de Wet Franchimont kunnen een bepaalde invloed hebben in het contentieux van het sociaal strafrecht. De belangrijkste rechten uit de Wet Franchimont worden eerst kort gesitueerd, waarna wordt onderzocht in welke mate zij ook hun toepassing vinden in het sociaal strafrecht. Daarna worden ook de andere rechten van verdediging, die bestaan in het sociaal strafrecht, besproken. Op het einde van hoofdstuk 3 wordt ook nog de problematiek van het daderschap in het sociaal strafrecht geanalyseerd. Ook de bewijsregels in het sociaal strafrecht alsook de verjaring van sociaalrechtelijke inbreuken wordt kort besproken. Dit wordt het belangrijkste deel van de masterproef. In hoofdstuk 3 wordt duidelijk de link gelegd tussen het sociaal strafrecht en het gemeen straf(proces)recht. In hoofdstuk 4 wordt vervolgens onderzocht in welke mate het nieuwe sociaal strafwetboek kan bijdragen in de strijd tegen de sociale fraude. Welke bepalingen heeft het sociaal strafwetboek opgenomen over sociale fraudebestrijding? Het is misschien nog vroeg om 2 jaar na de inwerkingtreding van het nieuwe wetboek een conclusie te trekken, maar toch is het interessant gebleken om enkele actoren uit de rechtspraktijk te bevragen over hun ervaring met het nieuwe sociaal strafwetboek en er werd nagegaan of dit nieuw instrument kan bijdragen in de strijd tegen de sociale fraude. Volgende personen zijn bevraagd: 7

8 arbeidsinspecteurs Arlette Boeckx en Stijn Eeckhout, arbeidsauditeur Danny Meirsschaut, raadsheer Bruno Lietaert van het Arbeidshof, staatssecretaris John Crombez en diens kabinetsmedewerker Kristof Salomez. De samenvattingen van de gesprekken vindt u in hoofdstuk 4. In het vijfde en laatste hoofdstuk wordt tenslotte een kritische analyse gegeven van hetgeen in hoger vermelde hoofdstukken werd onderzocht. Er wordt geëindigd met het algemeen besluit over de betekenis van het nieuwe wetboek voor het sociaal strafrecht. 8

9 HOOFDSTUK 1: De krachtlijnen van het nieuwe wetboek van sociaal strafrecht Afdeling A: Totstandkoming van het nieuwe sociaal strafwetboek 1) Historiek Het sociaal strafrecht groeide de voorbije decennia enorm, maar dat gebeurde niet op de meest gecoördineerde en overzichtelijke wijze. Doorgaans opteerde de wetgever er immers voor om de strafbepalingen achteraan in de betreffende sociale wetgeving op te nemen, waardoor die bepalingen verspreid werden over talloze wetten, zonder dat er inhoudelijke samenhang was tussen de verschillende strafsancties. De strafbare gedraging of het strafbare verzuim werd in de strafbepalingen daarenboven niet altijd afdoende verduidelijkt. Dat gebrek aan precisie viel dan ook moeilijk te rijmen met het legaliteitsbeginsel. Het gebrek aan coherentie had in een aantal gevallen ook tot gevolg dat misdrijven van dezelfde ernst werden beteugeld met verschillende straffen, terwijl voor misdrijven van verschillende ernst toch een identieke straf werd bepaald. De complexiteit en incoherentie van het te wijd verspreide sociaal strafrecht leidde verder tot een algemeen gevoel van ondoelmatigheid van het sociaal strafrecht en zorgde voor rechtsonzekerheid voor de betrokken actoren. 6 In dat perspectief werd de afgelopen decennia herhaaldelijk gepleit voor een hervorming van het sociaal strafrecht. In de jaren 60 al opperde de Raad van State de mogelijkheid om deze tak van het bijzonder strafrecht te codificeren en te uniformiseren. Niettemin was het - na een mislukte aanzet in de jaren tachtig - wachten op de oprichting van de Commissie voor de hervorming van het sociaal strafrecht in 2001, vooraleer dit project in een stroomversnelling kwam. 7 De commissie formuleerde een reeks verregaande voorstellen om het sociaal strafrecht te hervormen, en vooral te harmoniseren. Een eerste resultaat daarvan was de invoering in 2006 van gespecialiseerde kamers binnen elke correctionele rechtbank en elk hof van beroep voor de berechting van sociaalrechtelijke misdrijven. 8 Bovendien werd in 2006 ook een burgerlijke rechtsvordering 9 gecreëerd ten behoeve van het arbeidsauditoraat, die hij kan instellen voor de arbeidsrechtbank om bepaalde sociaalrechtelijke overtredingen te laten vaststellen, als alternatief voor de strafvordering. 10 Het verslag van de Commissie voor de hervorming van het sociaal strafrecht leidde uiteindelijk in 2007 tot een wetsontwerp tot invoering van een sociaal strafwetboek. 11 Op 30 maart 2007 werd het wetsontwerp tot invoering van een sociaal strafwetboek ingediend bij de Kamer van volksvertegenwoordigers. Wegens tijdsgebrek werd het wetsontwerp toen niet goedgekeurd noch besproken in de Kamer. Het werd vervolgens opnieuw ingediend door de toenmalige minister van Justitie Vandeurzen in 2008 en werd uiteindelijk goedgekeurd op 6 mei 2010 zowel in de Senaat als in de Kamer, samen met onder meer de wet houdende bepalingen van het sociaal strafrecht. Die wet regelt een aantal procedurele aspecten en bepalingen inzake de bevoegdheid van rechtscolleges en dat om die reden een verplicht bicameraal wetsontwerp is K. VAN HOOGENBEMT en D. VAN DAELE, Nieuw sociaal strafwetboek harmoniseert sociaal strafrecht, Juristenkrant, afl. 213, 15 september 2010, 4. 7 Ibid. 8 Ibid. 9 Art. 138bis 2 Ger.W. 10 A. LIEVENS, Het Sociaal Strafwetboek Een nieuwe stap in de strijd tegen de sociale fraude en illegale arbeid, RW 2010, afl. 13, K. VAN HOOGENBEMT en D. VAN DAELE, Nieuw sociaal strafwetboek harmoniseert sociaal strafrecht, Juristenkrant, afl. 213, 15 september 2010, A. LIEVENS, Het Sociaal Strafwetboek Een nieuwe stap in de strijd tegen de sociale fraude en illegale arbeid, RW 2010, afl. 13,

10 De wet tot invoering van het sociaal strafwetboek werd afgekondigd op 6 juni 2010, tijdens de legislatuur van Leterme II en samen met de wet van 2 juni 2010 houdende bepalingen van het sociaal strafrecht (hierna verkort: Wet Sociaal Strafrecht) gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 1 juli Het nieuwe sociaal strafwetboek en de Wet Sociaal Strafrecht treden allebei in werking op 1 juli ) Opzet van het nieuwe wetboek Met het sociaal strafwetboek worden alle bepalingen van het Belgisch materieel en formeel sociaal strafrecht, die thans verspreid zijn in tal van wettelijke bepalingen, samen gebundeld en geharmoniseerd in één wetboek. De strafrechtelijke bepalingen van de volledige sociale wetgeving worden hierbij geüniformeerd. Die harmonisatie beoogt in de eerste plaats het verbeteren van de leesbaarheid van de teksten, het verbeteren van de samenhang, het groeperen en diversifiëren van de sancties en een herschikking van enkele procedurele aspecten. 14 Op die manier wordt de rechtszekerheid van de justitiabelen vergroot. Naast het harmoniseren en bundelen van de diverse wettelijke bepalingen heeft het sociaal strafwetboek ook de ambitie belangrijke wijzigingen aan te brengen aan het sociaal strafrecht, waarbij gezocht werd naar een evenwicht tussen het recht op privacy en de efficiëntie van de onderzoeken. 15 Zo is de tekst van het wetboek meer dan louter een opfrissing van de vigerende bepalingen. Hij bevat duidelijk meer ambitieuze doelstellingen, namelijk: 16 1) De codificatie van het sociaal strafrecht in een harmonieus geheel. 2) De diversificatie en de versterking van de preventieve initiatieven, met het oog op een betere toepassing van de sociale wetgeving waarbij het teruggrijpen naar repressieve actiemiddelen wordt verminderd. 3) Een striktere naleving van de fundamentele rechten en in het bijzonder van twee tot op heden in het sociaal strafrecht eerder miskende rechten, namelijk de rechten van de verdediging vanaf de fase van eenvoudig administratief toezicht tot de procedure inzake toepassing van de sanctie, en de wettelijkheid van de incriminaties. De zorg om de naleving van dat beginsel was de aanzet tot de herschrijving van alle incriminaties. 4) De inschrijving van de inbreuken en de sancties in een coherent strafschema. De meest ingrijpende wijziging hier is de invoering van vier categorieën volgens de ernst, dus vier sanctieniveaus, en de classificatie van alle inbreuken binnen die vier categorieën. Het strafstelsel varieert naar gelang van de categorie waarin de inbreuk valt. De vereenvoudiging van het sanctiearsenaal wordt verder in de paper op een gedetailleerde wijze uitgelegd (infra). 5) De vereenvoudiging van het strafstelsel van de inbreuken (verzachtende omstandigheden, herhaling, enz ) en het gelijkvormig maken, in de mate van het mogelijke, van de regels die van toepassing zijn bij gerechtelijke vervolging en bij toepassing van een administratieve geldboete. 6) De algemene invoering van het systeem van de administratieve geldboeten voor alle materies. 7) De depenalisering van de minder zware inbreuken, wat leidt tot een uitsluitend administratieve behandeling van een aantal inbreuken. 8) De decriminalisering van de inbreuken waarvoor niet langer straftoepassing is voorzien. 9) De opheffing van de gevangenisstraf in de gevallen waar ze nutteloos en onaangepast blijkt, zodat ze uitsluitend voorbehouden blijft voor een aantal inbreuken, namelijk de zwaarste. 13 A. LIEVENS, Het Sociaal Strafwetboek Een nieuwe stap in de strijd tegen de sociale fraude en illegale arbeid, RW 2010, afl. 13, Ibid. 15 A. LIEVENS, Het Sociaal Strafwetboek Een nieuwe stap in de strijd tegen de sociale fraude en illegale arbeid, RW 2010, afl. 13, Wetsontwerp (I) tot invoering van een Sociaal Strafwetboek, Parl.St. Kamer , nr. 52K1666/001, 9. 10

11 10) Het aanpassen van een aantal bevoegdheden van de arbeidsinspectie aan de noden van een betere preventie en van een modern opsporingsbeleid. 11) Het opnemen van administratieve praktijken in de wetgeving. Een aantal principes die reeds geruime tijd in de praktijk werden toegepast, worden in het sociaal strafwetboek opgenomen. Het gaat hier voornamelijk over de procedure inzake het opleggen van administratieve geldboeten. 17 De wetgever heeft hierbij de bedoeling gehad het sociaal strafrecht meer af te stemmen op het algemeen strafrecht en het strafprocesrecht. 18 Afdeling B: Structuur van het nieuwe sociaal strafwetboek Het sociaal strafwetboek bevat naast het materiële sociaal strafrecht met de verschillende inbreuken, ook een volledig boek over de strafvorderingsregels die gelden bij de opsporing, vervolging en bestraffing van sociaalrechtelijke misdrijven. Boek 1 van het sociaal strafwetboek, gaat namelijk over preventie, opsporing en vervolging van sociaalrechtelijke inbreuken en hun bestraffing. Dit is het formeel sociaal strafrecht. Het heeft als titel: De preventie, de vaststelling en de vervolging van de inbreuken en hun bestraffing in het algemeen. Zo wordt in titel 1 het beleid inzake preventie en toezicht uiteengezet. In het bijzonder wordt het beleid van de strijd tegen de illegale arbeid en de sociale fraude, de werking van de sociale inlichtingen- en opsporingsdienst (SIOD) en de werking van de arrondissementscellen uiteengezet. Titel 2 gaat vervolgens over de uitoefening van het toezicht op sociaalrechtelijke misdrijven. Zo worden de opsporingsbevoegdheden en de plichten van de sociaal inspecteurs in detail opgesomd alsook in welke omstandigheden gegevens van de ene inspectiedienst mogen worden doorgegeven aan de andere inspectiedienst. Titel 3 handelt bovendien over de procedureregels die dienen te worden gevolgd bij processen-verbaal van verhoor en bij processen-verbaal tot vaststelling van een inbreuk. Verder zet titel 4 van boek 1 de regels uiteen over de (strafrechtelijke of administratieve) vervolging van de sociaalrechtelijke inbreuken, die ofwel door het openbaar ministerie kan gebeuren ofwel door de administratie. Titel 5 bevat nog een aantal bijzondere bepalingen over de mededeling van de beslissing inzake de strafvordering, de mededeling van de beslissing van de administratie, de burgerlijke partijstelling van beroepsorganisatie en over het nieuwe elektronische proces-verbaal (e- PV). Tot slot behandelt de laatste titel van boek 1, zijnde titel 6, de regels inzake de bestraffing van de sociaalrechtelijke inbreuken. Die vier nieuwe sanctieniveaus worden er besproken alsook de regels die toepasselijk zijn inzake strafrechtelijke sancties en de regels inzake administratieve geldboeten. Boek 2 van het sociaal strafwetboek heeft als titel: De inbreuken en hun bestraffing in het bijzonder. Het bevat een codificatie van meer dan 200 sociaalrechtelijke inbreuken met bijhorende sancties, opgedeeld in 10 grote clusters of hoofdstukken. Dit is het materieel sociaal strafrecht. Alle strafbaarstellingen van het sociaal recht werden hierbij gebundeld en herschreven in dit boek. Zo wordt de uitgebreide lijst van mogelijke sociaalrechtelijke inbreuken thematisch geordend, volgens de volgende hoofdstukken: 19 - Hoofdstuk 1: inbreuken tegen de persoon van de werknemer (privéleven, geweld en pesterijen op het werk, welzijn op het werk, etc.) - Hoofdstuk 2: de inbreuken met betrekking tot de arbeidstijd (arbeidsduur, feestdagen, deeltijdse arbeid, etc.) 17 Wetsontwerp (I) tot invoering van een Sociaal Strafwetboek, Parl.St. Kamer , nr. 52K1666/001, 9-11; 18 Wetsontwerp (I) tot invoering van een Sociaal Strafwetboek, Parl.St. Kamer , nr. 52K1666/001, G. LOENDERS, Arbeids- en sociale inspectiediensten, Postal Memorialis 2012, 1 juni 2012,

12 - Hoofdstuk 3: inbreuken in verband met andere arbeidsvoorwaarden (vakantiegeld, loonbescherming, etc.) - Hoofdstuk 4: illegale arbeid (vreemdelingen, uitzendarbeid en terbeschikkingstelling, etc.), - Hoofdstuk 5: niet-aangegeven arbeid (Dimona 20, Limosa 21 en het niet hebben van een arbeidsongevallenverzekering) - Hoofdstuk 6: inbreuken betreffende de sociale documenten (individuele rekening, personeelsregister, etc.) - Hoofdstuk 7: de inbreuken betreffende de collectieve arbeidsbetrekkingen (collectieve arbeidsovereenkomst, collectief ontslag, arbeidsreglement, etc.) - Hoofdstuk 8: inbreuken met betrekking tot het toezicht (belemmering van het toezicht en nietnaleven van dwangmaatregelen) - Hoofdstuk 9: inbreuken betreffende de sociale zekerheid (niet betalen van socialezekerheidsbijdragen, bedrieglijke onderwerping, werkloosheidscontrole, etc.) - Hoofdstuk 10: inbreuken van valsheid, van het gebruik van valse stukken, van onjuiste of onvolledige verklaringen en van oplichting in het sociaal strafrecht. Afdeling C: Vereenvoudiging van het sanctiearsenaal Eén van de meest ingrijpende vernieuwingen is dat het sociaal strafwetboek een systeem van vier specifieke sanctieniveaus heeft gecreëerd en alle sociaalrechtelijke inbreuken van boek 2 heeft onderverdeeld in die vier sanctiecategorieën. 22 De inbreuken worden per materie gerangschikt en bestraft met één van de vier sancties naar gelang de ernst van de inbreuk. Hierbij wordt er op toegezien dat alle inbreuken van dezelfde ernst met eenzelfde sanctie worden bestraft. De gradatie van de incriminaties en de sancties gebeurt op basis van het belang dat door de bepalingen wordt gevrijwaard. 23 Bepalend voor de groepering van de inbreuken zijn dus de belangen waarop een inbreuk wordt gepleegd 24 en dat eenzelfde sanctie moet voorzien zijn voor inbreuken op een zelfde belang. Op die manier heeft het nieuwe sociaal strafwetboek getracht om tot een grotere transparantie en logica te komen omdat voorheen het sanctiearsenaal in het sociaal strafrecht sterk versnipperd was en zeer divers. Vroeger werd namelijk per wet afzonderlijk bepaald voor welke artikels de nietnaleving een inbreuk vormde en wat de respectievelijke sanctie bedroeg. 25 De sociale strafwetgeving werd vroeger los van elkaar opgesteld. Zo waren in de vroegere reglementering bijvoorbeeld niet minder dan veertig niveaus van strafrechtelijke geldboeten voorzien, zeventien categorieën van gevangenisstraffen en veertien vorken van minima en maxima voor de administratieve geldboeten. 26 Met het nieuwe sociaal strafwetboek worden de inbreuken nu in een logisch geheel opgenomen. Voor elke inbreuk wordt nu bepaald welke sanctieniveau van toepassing is en binnen elk sanctieniveau wordt een minimum en maximum voorzien. Daarenboven wordt ook vastgelegd 20 Dimona is de verplichting tot onmiddellijke aangifte van iedere tewerkstelling van een werknemer aan de overheid (art. 183 Soc.Sw.). 21 Limosa is de verplichting tot voorafgaande melding van gedetacheerde werknemers, stagiairs en zelfstandigen aan de overheid (art. 182 Soc.Sw.). 22 Art. 101 Soc.Sw. 23 F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, Er kan dan wel nog discussie ontstaan over wat de belangen zijn die je wilt beschermen en welk belang meer doorweegt dan een ander, om daar dan een zwaardere sanctie aan te verbinden. 25 G. LOENDERS, Arbeids- en sociale inspectiediensten, Postal Memorialis 2012, 1 juni 2012, F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010,

13 hoeveel de administratieve geldboete bedraagt, indien het dossier door de arbeidsauditeur wordt geseponeerd. 27 Zo worden lichte inbreuken bestraft met sanctieniveau 1. De sanctie van niveau 1 bestaat uitsluitend uit een administratieve geldboete van 10 tot 100 euro. 28 Het gaat hier voornamelijk om het nietnakomen van louter administratieve verplichtingen. Voorbeelden zijn: het nalaten van bepaalde vermeldingen in het arbeidsreglement 29 en de arbeidsinspectie niet tijdig in kennis stellen van de tewerkstelling van een werknemer op zondag 30. Deze lichte inbreuken worden gedecriminaliseerd en kunnen voortaan enkel nog met een administratieve geldboete worden bestraft. Voor deze lichte inbreuken is een correctionele vervolging dus niet meer mogelijk. 31 Het sociaal strafwetboek heeft dan ook een groter belang toegekend aan de administratieve geldboeten. Inbreuken van gemiddelde zwaarte worden bovendien bestraft met sanctieniveau 2. De sanctie van niveau 2 bestaat uit hetzij een strafrechtelijke geldboete van 50 tot 500 euro, hetzij een administratieve geldboete van 25 tot 250 euro. 32 Het gaat om inbreuken die ernstig zijn, maar eerder beperkt in omvang. De meeste inbreuken worden gesanctioneerd met dit sanctieniveau. Voorbeelden zijn: de niet-naleving van de arbeidstijdregels 33, de niet-betaling van het werknemersloon 34 en nalaten de socialezekerheidsbijdragen te storten aan de RSZ binnen de vastgelegde termijn 35. Voor deze inbreuken is dus ofwel een correctionele ofwel een administratieve geldboete mogelijk. 36 Zware inbreuken worden vervolgens bestraft met sanctieniveau 3. Deze sanctie bestaat uit hetzij een strafrechtelijke geldboete van 100 tot 1000 euro, hetzij een administratieve geldboete van 50 tot 500 euro. 37 Voorbeelden van zware inbreuken zijn: miskenning van de regels aangaande de gezondheid en veiligheid van werknemers op het werk 38, de onwettige terbeschikkingstelling van werknemers 39 (in strijd met de Uitzendarbeidwet 40 ) en geen arbeidsongevallenverzekering hebben aangegaan 41. Voor deze inbreuken is zowel een correctionele als een administratieve geldboete mogelijk. 42 Zeer zware inbreuken worden ten slotte bestraft met sanctieniveau 4. De sanctie van niveau 4 bestaat uit hetzij een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en/of een strafrechtelijke geldboete van 600 tot 6000 euro, hetzij een administratieve geldboete van 300 tot 3000 euro. Voorbeelden van zeer zware inbreuken volgens het sociaal strafwetboek zijn: inbreuken inzake zwartwerk 43, tewerkstelling van illegale vreemdelingen 44, zware schendingen van de 27 G. LOENDERS, Arbeids- en sociale inspectiediensten, Postal Memorialis 2012, 1 juni 2012, Art. 101 lid 2 Soc.Sw. 29 Art Soc.Sw. 30 Art. 158, 1 Soc.Sw. 31 G. LOENDERS, Arbeids- en sociale inspectiediensten, Postal Memorialis 2012, 1 juni 2012, Art. 101 lid 3 Soc.Sw. 33 Art. 138 Soc.Sw. 34 Art. 162 Soc.Sw. 35 Art. 218 Soc.Sw. 36 G. LOENDERS, Arbeids- en sociale inspectiediensten, Postal Memorialis 2012, 1 juni 2012, Art. 101 lid 4 Soc.Sw. 38 Art. 123 et seq. Soc.Sw. 39 Art. 177 Soc.Sw. 40 Wet 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, BS 20 augustus Art. 184 Soc.Sw. 42 G. LOENDERS, Arbeids- en sociale inspectiediensten, Postal Memorialis 2012, 1 juni 2012, Art. 181 Soc.Sw. 44 Art Soc.Sw. 13

14 welzijnswetgeving 45, één of meerdere personen bedrieglijk onderwerpen aan de toepassing van de RSZ-wet 46,47 en de belemmering van toezicht van de sociaal inspecteurs 48. Voor deze inbreuken is zowel een correctionele als een administratieve geldboete mogelijk. 49 Een gevangenisstraf kan voortaan dus enkel nog worden opgelegd voor zeer zware inbreuken die bestraft worden met sanctieniveau 4. Alle hierboven vermelde strafrechtelijke en administratieve geldboeten moeten evenwel nog vermenigvuldigd worden met de wettelijke opdeciemen 50, op heden begroot op 6. Daarenboven kan de strafrechtelijke of administratieve geldboete in voorkomend geval ook nog vermenigvuldigd worden met het aantal werknemers, stagiairs en zelfstandigen die betrokken waren bij de inbreuk. De vermenigvuldigde geldboete mag wel niet meer bedragen dan het honderdvoud van de maximumgeldboete. 51 Met het oog op diversificatie van de straffen heeft het nieuwe sociaal strafwetboek ook nog voorzien in drie bijkomende strafsancties: het exploitatieverbod, het beroepsverbod en de bedrijfssluiting. 52 Deze straffen kunnen enkel worden opgelegd voor zware inbreuken (die bestraft worden met sanctieniveau 3 of 4) gezien de financiële implicaties die zulks verbod teweeg brengt. Kenmerkend aan deze bijkomende straffen is dat ze slechts tijdelijk kunnen worden opgelegd (van één maand tot maximum drie jaar) en dat ze steeds facultatief zijn. 53 De rechter is nooit verplicht om deze sancties op te leggen en kan dit enkel doen als de desbetreffende inbreukbepaling die sanctie voorziet. Bovendien bepaalt het sociaal strafwetboek dat deze straffen noodzakelijk moeten zijn om de inbreuken te doen stoppen of te voorkomen dat zij zich herhalen en dat de veroordeling tot deze straffen in verhouding moet staan tot het geheel van de betrokken socio-economische belangen. Verder wordt bepaald dat voor de straffen van niveau 3 deze straffen slechts kunnen worden opgelegd voor zover de gezondheid of de veiligheid van de personen door deze inbreuken in gevaar wordt gebracht. 54 Afdeling D: Het sociaal strafwetboek als bijzondere strafwetgeving Boek 2 van het sociaal strafwetboek dient als bijzondere strafwetgeving te worden beschouwd in de zin van artikel 100 van het Strafwetboek. Zo bepaalt artikel 100 van het Strafwetboek dat, bij gebreke van andersluidende bepalingen in bijzondere wetten, de bepalingen van het eerste boek van het Strafwetboek toegepast worden op de misdrijven die bij bijzondere strafwetten strafbaar zijn gesteld, met uitzondering van hoofdstuk VII (over strafbare deelneming) en van artikel 85 van het Strafwetboek (over verzachtende omstandigheden). Uit artikel 100 van het Strafwetboek volgt dat de algemene beginselen van boek 1 van het Strafwetboek van toepassing zijn op de bijzondere strafwetten. Het algemeen strafrecht bezit bijgevolg een aanvullend karakter. De bijzondere wetten, waaronder het sociaal strafwetboek, kunnen immers zelf bepalen dat sommige gedeelten van boek 1 van het Strafwetboek niet van 45 Art. 128 lid 2 Soc.Sw. 46 Wet 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, BS 25 juli Art. 221 Soc.Sw. 48 Art. 209 Soc.Sw. 49 G. LOENDERS, Arbeids- en sociale inspectiediensten, Postal Memorialis 2012, 1 juni 2012, Art. 102 lid 1 Soc.Sw. 51 Art. 103 Soc.Sw. 52 Art. 106 en 107 Soc.Sw. 53 Art en art Soc.Sw. 54 Art en art Soc.Sw. 14

15 toepassing zijn op de incriminaties waarnaar ze verwijzen. 55 De bijzondere strafwetten kunnen bijvoorbeeld de regels over deelneming en verzachtende omstandigheden anders gaan regelen dan in het gemeen strafrecht. 56 Dit is ook gebeurd. Het sociaal strafwetboek bevat specifieke bepalingen over verzachtende omstandigheden die van toepassing zijn op strafrechtelijke sancties en op administratieve geldboeten. 57 Met betrekking tot de strafbare deelneming bepaalt het sociaal strafwetboek dan weer dat de regels uit het gemeen strafrecht over deelneming van toepassing zijn strafrechtelijke sancties in het sociaal strafrecht I. BRISART, I., Naar een nieuw Sociaal Strafwetboek in Y. JORENS, (ed.), Sociaal strafrecht: van controle tot veroordeling, Brugge, Die Keure, 2011, Wetsontwerp (I) tot invoering van een Sociaal Strafwetboek, Parl.St. Kamer , nr. 52K1666/001, Zie art. 110 en 115 Soc.Sw. 58 Art. 109 Soc.Sw. 15

16 HOOFDSTUK 2: Van opsporing en vervolging tot berechting van inbreuken op het sociaal strafrecht Afdeling A: Opsporing van sociaalrechtelijke misdrijven 1) Wie gaat over tot opsporing en vaststelling van sociaalrechtelijke misdrijven? Zowel de politie als de sociale inspectiediensten zijn bevoegd om sociaalrechtelijke inbreuken op te sporen en vast te stellen. De wet bepaalt namelijk dat, onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, de sociaal inspecteurs bevoegd zijn om toezicht uit te oefenen op de naleving van de bepalingen van het sociaal strafwetboek en van de inbreuken bedoeld in boek 2 van het sociaal strafwetboek. 59 Sociaal inspecteurs De term sociaal inspecteur of sociale inspectie is eigenlijk een verzamelbegrip. 60 Het slaat op de verschillende soorten inspectiediensten. Het sociaal toezicht wordt in België namelijk uitgeoefend door verschillende soorten sociale inspectiediensten met elk een eigen organisatie, werking en cultuur die bevoegd zijn voor verschillende materies. 61 Het landschap van de sociale inspectiediensten is dus sterk gefragmenteerd en bestaat uit een ingewikkeld kluwen van verschillende federale en regionale inspectiediensten. Op federaal niveau zijn er enerzijds twee grote inspectiediensten en anderzijds een hoeveelheid kleintjes. Onder die twee grote inspectiediensten rekent men de inspectie van Toezicht op de Sociale Wetten, ook wel TSW-inspectie of arbeidsinspectie genoemd (die ressorteert onder de FOD WASO 62 ), en de eigenlijke sociale inspectie (die ressorteert onder de FOD Sociale Zekerheid). Daarnaast zijn er een reeks kleinere inspectiediensten zoals de TWW-inspectie 63, de RVA-inspectie 64, de RSZ-inspectie 65 en de verschillende socialezekerheidsinstellingen met name het RIZIV 66, FAO 67, FBZ 68, RJV 69, RKW 70, RSVZ 71 en RVP 72 beschikken elk ook over eigen inspectiediensten. Tevens bestaan er nog gewestelijke sociale inspectiediensten; in Vlaanderen is dit de inspectie van het Departement Werk en Sociale Economie. Het is echter van belang om voor ogen te houden dat niet elke van de hierboven vermelde inspectiediensten beschikken over sociaal inspecteurs in de zin van artikel 16, 1 van het sociaal stafwetboek. Niet iedere sociaal controleur beschikt over de bevoegdheden van een sociaal inspecteur. Enkel sociaal inspecteurs beschikken namelijk over de verregaande bevoegdheden zoals omschreven in de artikelen 23 tot 49/1 van het sociaal strafwetboek (infra). 59 Art. 17 Soc.Sw. 60 Cf. art. 16, 1 Soc.Sw. 61 F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, Voluit: federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. 63 Voluit: Toezicht op het Welzijn en veiligheid op het Werk. 64 Voluit: de inspectiedienst van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. 65 Voluit: de inspectiedienst van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. 66 Voluit: Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. 67 Voluit: Fonds voor arbeidsongevallen. 68 Voluit: Fonds voor beroepsziekten. 69 Voluit: Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie. 70 Voluit: Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers. 71 Voluit: Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen. 72 Voluit: Rijksdienst voor pensioenen. 16

17 Zoals hierboven aangegeven is het landschap van de sociale inspectiediensten sterk versnipperd in België. De verschillende inspectiediensten zijn elk bevoegd zijn om hun eigen materie te controleren. Er bestaat helaas geen basiswet waarin per inspectiedienst de bevoegdheden ratione materiae van elke dienst worden gegroepeerd. Elke sociale wet, waarop het sociaal strafwetboek sancties voorziet bij niet-naleving ervan, bepaalt afzonderlijk welke toezichthoudende controledienst of inspectiedienst bevoegd is. In de sociale wet kan ook worden bepaald dat de Koning de bevoegde inspectiedienst aanwijst. 73 De vraag die hierbij kan gesteld worden is: Welke inspectiedienst controleert nu welke sociale wetgeving en zijn er hierbij overlappingen qua controlebevoegdheid? Hieronder worden enkel de bevoegdheden van de twee grote federale inspectiediensten besproken, met name de TSW-inspectie of arbeidsinspectie en de sociale inspectie. Deze twee grote inspectiediensten beschikken allebei over sociaal inspecteurs (met verregaande bevoegden) in de zin van artikel 16, 1 van het sociaal strafwetboek. De TSW-inspectie heeft een algemene opdracht om toezicht uit te oefenen op het reglementair/individueel arbeidsrecht en op het collectief arbeidsrecht. Daarnaast is de TSWinspectie ook bevoegd op het vlak van de bestrijding van sociale fraude. Zo kan de TSW-inspectie onder meer controle uitoefenen op de volgende specifieke materies: de naleving van de Arbeidswet 74 (die bepalingen bevat over de arbeidsduur, naleven uurroosters, rusttijden, zondagsrust, kinderarbeid, nachtarbeid, etc.), de Loonbeschermingswet 75 (over de wijze en tijdstip van betaling van het loon), de Uitzendarbeidwet 76 (over tijdelijke arbeid, uitzendarbeid en terbeschikkingstelling van werknemers), de terbeschikkingstelling van buitenlandse werknemers (op basis van de wet van 30 april ) en de meldingsplicht voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen (ook Limosa melding genoemd), het bijhouden van sociale documenten en de Dimonaaangifte (i.e. de verplichting tot onmiddellijke aangifte van tewerkstelling 78 ), regels in verband met deeltijdse arbeid, arbeidsreglementen, toezicht houden op algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO s), gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het werk, opsporing van mensenhandel en mensensmokkel 79, etc. 80 De TSW-inspectie heeft dus een ruime controleopdracht. De sociale inspectie is eveneens bevoegd voor de bestrijding van de sociale fraude en houdt daarnaast ook toezicht op de socialezekerheidsreglementering. 81 De sociale inspectie kan namelijk controle uitoefenen op volgende materies: zwartwerk (i.e. de Dimona-aangifte, de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling), het bijhouden van sociale documenten, schijnzelfstandigheid 82, de 73 Art. 17 lid 2 Soc.Sw.; F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, Arbeidswet 16 maart 1971, BS 30 maart Wet 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers, BS 30 april Wet 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, BS 20 augustus Wet 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, BS 21 mei Indien werkgever geen voorafgaande aangifte doet van de tewerkstelling van een werknemer (Dimonaaangifte), dan is er sprake van zwartwerk en kan de werkgever gestraft worden op basis van art. 181 van het Soc.Sw. 79 Zie art. 51 Soc.Sw. en art. 81 van de Vreemdelingenwet die de TSW-inspectie het mandaat geeft om de misdrijven mensenhandel en mensensmokkel op te sporen en daarover vaststellingen te doen. 80 F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, Schijnzelfstandigen zijn personen die op papier het sociaal statuut van zelfstandigen aannemen terwijl ze in werkelijkheid hun beroepsactiviteit onder het gezag van hun medecontractant uitoefenen, en dus in de hoedanigheid van werknemer. Deze toevlucht tot de schijnzelfstandigheid maakt het mogelijk te ontsnappen 17

18 tewerkstelling van buitenlandse werknemers en de meldingsplicht voor gedetacheerde werknemers en zelfstandigen (Limosa), de opsporing van mensenhandel en mensensmokkel 83, de naleving van de RSZ-wet 84 (in het bijzonder de onderwerping van werkgever en werknemer aan de sociale zekerheid), de strijd tegen de koppelbazerij 85 (zoals omschreven in artikel 30bis van de RSZ-wet), de afsluiting van een arbeidsongevallenverzekering door de werkgever, de naleving van de kinderbijslagwetgeving en de regels met betrekking tot de jaarlijkse vakantie, etc. 86 Wat de bevoegdheden ratione materiae betreffen van de twee grote inspectiediensten TSW en sociale inspectie, kan men dus concluderen dat er toch een aantal overlappingen zijn. Beide inspectiediensten kunnen dan gelijktijdig optreden. Officieren van gerechtelijke politie Bovendien zijn naast de sociale inspectiediensten ook de officieren van gerechtelijke politie bevoegd om toezicht uit te oefenen op de naleving van de bepalingen van het sociaal strafwetboek en van de inbreuken bedoeld in boek 2 van het sociaal strafwetboek. 87 Onder officieren van gerechtelijke politie worden begrepen: de hogere officieren van gerechtelijke politie, de hulpofficieren van de procureur des Konings alsmede de lagere officieren van de gerechtelijke politie met bijzondere bevoegdheid, in de mate dat zijn normaal bevoegd zijn om misdaden of wanbedrijven van gemeen recht op te sporen. 88 Politieambtenaren van het middenkader of officierskader krijgen de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie van zodra ze worden benoemd in de graad van hoofdinspecteur van politie of, naargelang van het geval, in de graad van commissaris van politie. 89 Het is echter van belang om voor ogen te houden dat de officieren van gerechtelijke politie geen sociaal inspecteurs worden op het ogenblik dat zij gebruik maken van hun algemene opsporingsbevoegdheid om sociale misdrijven op te sporen. 90 De term onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, die gebruikt wordt in artikel 17 lid 1 van het sociaal strafwetboek, betekent dat deze gerechtelijke ambtenaren eveneens toezicht kunnen uitoefenen op de bepalingen van sociaal strafrecht maar zonder dat ze over de verregaande bevoegdheden beschikken zoals bepaald in de artikelen 23 tot 49/1 van het sociaal strafwetboek. 91 Het loutere feit dat de officieren van gerechtelijke politie belast worden met het toezicht op een bepaalde wet brengt dus niet met zich mee dat zij zich de bevoegdheden die het sociaal aan de betaling van werkgeversbijdragen die in het stelsel van sociale zekerheid der werknemers verschuldigd zijn. 83 Zie art. 51 Soc.Sw. en art. 81 van de Vreemdelingenwet die de sociale inspectie het mandaat geeft om de misdrijven mensenhandel en mensensmokkel op te sporen en daarover vaststellingen te doen. 84 Wet 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, BS 25 juli Koppelbazerij gaat over die situatie waarbij een opdrachtgever/hoofdaannemer beroep doet op een (onder)aannemer om bepaalde werken uit te voeren. Wanneer op het ogenblik van het afsluiten van de overeenkomst tussen de verschillende partijen de (onder)aannemer sociale schulden heeft, dan bepaalt de wet dat de opdrachtgever/hoofdaannemer hoofdelijk aansprakelijk is voor de betaling van de sociale schulden van zijn medecontractant. (zie art. 30bis 3 lid 1 en 2 RSZ-wet) 86 F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, Art. 17 Soc.Sw.; F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, Zie artikel II.II.10 van het Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten. 90 F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, Ibid. 18

19 strafwetboek toekent aan de sociaal inspecteurs kunnen toe-eigenen, zoals toegang tot de arbeidsplaatsen bij dag en nacht. 92 Ze hebben weliswaar de bevoegdheid om in deze materie vaststellingen te doen, doch enkel overeenkomstig de bevoegdheden die hen zijn toegekend door het Wetboek van Strafvordering en de wet op het politieambt 93. Zo beschikken de officieren van gerechtelijke politie bijvoorbeeld niet over het appreciatierecht van de sociaal inspecteurs om sociale inbreuken te regulariseren of om louter een waarschuwing te geven. 94 De officieren van gerechtelijke politie zullen steeds een proces-verbaal dienen op te stellen en ter kennis brengen aan de arbeidsauditeur, overeenkomstig artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering. Volgens de correctionele rechtbank van Luik 95 kunnen officieren van gerechtelijke politie bijvoorbeeld controles uitvoeren in ruimtes waarvan verondersteld kan worden dat er mensen tewerkgesteld zijn, zonder vergezeld te zijn van sociaal inspecteurs. 96 Gezien de complexiteit en specificiteit van het sociaal strafrecht zullen de officieren van gerechtelijke politie, misschien met uitzondering van enkele gespecialiseerde units, in de praktijk zelden apart optreden en vaststellingen doen met betrekking tot sociale misdrijven. 97 Ze kunnen wel bijstand leveren aan de sociale inspectiediensten wanneer zij controles uitvoeren (infra). In sommige gevallen zijn zelfs ook gewone politieambtenaren, zij die geen officier zijn van gerechtelijke politie, bevoegd om het toezicht uit te oefenen op bepaalde sociale wetten. 98 Zij kunnen dan ook een pro justitia opmaken en overmaken aan het openbaar ministerie. De wetgeving betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers 99 kan hierbij als voorbeeld worden aangehaald. 2) De rol en bevoegdheden van sociaal inspecteurs Statuut van sociaal inspecteurs Sociaal inspecteurs zijn in principe niet bekleed met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie. Dat zij bij de uitoefening van hun bevoegdheden inbreuken kunnen vaststellen met een proces-verbaal dat geldt tot bewijs van het tegendeel doet hieraan geen afbreuk. 100 In tegenstelling tot een officier van gerechtelijke politie, zijn sociaal inspecteurs niet verplicht om ambtshalve een proces-verbaal op te maken als zij kennis krijgen van een misdrijf. Sociaal inspecteurs kunnen dus louter een waarschuwing geven of de onregelmatigheid regulariseren. Bovendien kunnen de sociaal inspecteurs zich ook niet beroepen op de specifieke bevoegdheden die in het Wetboek van Strafvordering voorzien zijn voor officieren van gerechtelijke politie. 101 De sociaal inspecteurs zijn dus niet bevoegd om gebruik te maken van bijzonder opsporingsmethoden (stelselmatige observatie, infiltratie en het gebruik van informanten) noch hebben ze de 92 F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, Wet 5 augustus 1992 op het politieambt, BS 22 december Zie art. 21 Soc.Sw. (infra). 95 Corr. Luik 24 januari 2007, Soc.Kron. 2008, afl. 6, F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, Wet 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, BS 21 mei F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, Ibid. 19

20 bevoegdheid om personen af te luisteren, te fouilleren en vast te houden. 102 Volgens de arbeidsrechtbank van Kortrijk 103 kunnen sociaal inspecteurs niet autonoom overgaan tot het doorzoeken van een auto, daar zij niet de hoedanigheid hebben van officier van gerechtelijke politie en zich niet kunnen beroepen op de wet op het politieambt. Het sociaal strafwetboek 104 bepaalt dat enkel de door de Koning aangewezen sociaal inspecteurs worden bekleed met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de procureur des Konings en van de arbeidsauditeur. De toekenning van deze hoedanigheid zal dus gebeuren via koninklijk besluit en enkel met het oog op het opsporen en vaststellen van de inbreuken waarvoor de sociaal inspecteurs bevoegd zijn, met name de inbreuken bedoeld in het sociaal strafwetboek, evenals de inbreuken in verband met mensenhandel en mensensmokkel. 105 De sociaal inspecteur staat bovendien niet onder gezag van de arbeidsauditeur. Hij staat statutair en functioneel volledig onder het hiërarchisch gezag van zijn administratieve overheden. In principe hoeft de inspecteur zelfs geen instructies te ontvangen van zijn diensthoofd. Hij is vrij in het voeren van het onderzoek. Zijn onafhankelijkheid wordt dus gewaarborgd, al zal er toch een zekere loyauteit bestaan ten aanzien van de dienst. Taken van sociaal inspecteurs De sociaal inspecteurs hebben in essentie drie soorten opdrachten: (1 ) een informatie- en raadgevingsplicht, (2 ) een controleopdracht 106 en (3 ) verslagen maken over gebreken in de wetgeving. De informatie- en raadgevingsplicht houdt in dat sociaal inspecteurs aan sociaal verzekerden, werknemers, werkgevers, vakbonden en werkgeversorganisaties informatie en raad/advies kunnen geven over de arbeids- en socialezekerheidsreglementering. Ze kunnen bovendien bemiddelen in geschillen van burgerlijk arbeidsrecht, met name bij geschillen over arbeidsovereenkomsten en CAO s die niet algemeen verbindend zijn verklaard. 107 In andere geschillen van sociale aard, zoals bijvoorbeeld in geval van onenigheid over de vastlegging van vakantiedata in een onderneming, kunnen de sociaal inspecteurs ook bemiddelend optreden. 108 De TSW-inspectie en de sociale inspectie organiseren bovendien telefonische permanenties, beantwoorden schriftelijke vragen via en ontvangen het publiek op bepaalde momenten om zo te voldoen aan hun informatie- en raadgevingsplicht. Zo kan de sociale inspectie de werknemers en de sociaal verzekerden bijvoorbeeld informeren over de voordelen die bepaald zijn in de socialezekerheidswetgeving waarop zij aanspraak kunnen maken op grond van hun professionele tewerkstelling, en over de wijze waarop zij deze voordelen kunnen verkrijgen. 109 Bovendien zullen de sociaal inspecteurs bij controlebezoeken vaak informatie en advies geven over de sociale wetgeving. Naast informeren en raad geven, zijn de sociaal inspecteurs ook belast met het toezicht op de naleving van bepalingen van sociaal strafrecht. Sociaal inspecteurs kunnen namelijk inbreuken 102 C. VAN DEN WYNGAERT, Strafrecht en strafprocesrecht in hoofdlijnen, II, Antwerpen, Maklu, 2011, 588 en Arbrb. Kortrijk 23 april 2001, Or. 2006, Art. 50 Soc.Sw. 105 Art. 51 Soc.Sw. 106 Op deze controleopdracht wordt in voorliggende masterproef het meest gefocust. 107 F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, F. BLOMME en T. MESSIAEN, Handboek sociaal strafrecht: het nieuwe sociaal strafwetboek, Gent, Story Publishers, 2010, DIRECTIE-GENERAAL SOCIALE INSPECTIE, jaarverslag 2011, Brussel, FOD Sociale Zekerheid, 2011, 7. 20

Het sociaal strafwetboek

Het sociaal strafwetboek Het sociaal strafwetboek Franky Blomme, sociaal inspecteurdirectiehoofd Toezicht op de Sociale Wetten 27.1.12 1 Sociaal strafwetboek Waarom een sociaal strafwetboek? 2 codificatie De codificatie van de

Nadere informatie

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15 AFDELING I DE VASTSTELLING VAN HET BELEID TER BESTRIJDING VAN SOCIALE FRAUDE 1 1. Inleiding 1 2. De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst 2 3. Arrondissementscellen 6 3.1. Samenstelling van de arrondissementscellen

Nadere informatie

I. Federaal Sociaal Strafrecht

I. Federaal Sociaal Strafrecht I. Federaal Sociaal Strafrecht Deel I. Het Sociaal Strafwetboek........... 3 Wet tot invoering van het Sociaal Strafwetboek van 6 juni 2010 (Uittreksel)... 3 Boek I. De preventie, de vaststelling en de

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/6 Advies nr 09/2010 van 17 maart 2010 Betreft: Advies betreffende het ontwerp van Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 3, 5, 3 van de Wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer

Nadere informatie

SAMENWERKINGSAKKOORD SIOD - BELIRIS. Een poging tot aanpak sociale fraude en sociale dumping

SAMENWERKINGSAKKOORD SIOD - BELIRIS. Een poging tot aanpak sociale fraude en sociale dumping SAMENWERKINGSAKKOORD SIOD - BELIRIS Een poging tot aanpak sociale fraude en sociale dumping Samenwerkingsakkoord SIOD - Beliris BELIRIS : Staat in voor de realisatie van bouw-, renovatie- en restauratieprojecten

Nadere informatie

Sociaal Strafwetboek

Sociaal Strafwetboek Sociaal Strafwetboek N E W S L E T T E R, 9 J U L I 2 0 1 0 I N H O U D : Fase van de opsporing Fase van de vervolging Fase van de bestraffing Meer info: 2 3 5 www.claeysengels.be info@claeysengels.be

Nadere informatie

Arbeidsauditoraat Gent

Arbeidsauditoraat Gent WORKING APART TOGETHER 26 november 2015 26/11/2015 Arbeidsauditoraat Gent Georganiseerd op niveau van het ressort Arbeidsauditoraat Gent voor West en Oost- Vlaanderen: 10 afdelingen Bevoegdheden - Burgerlijke

Nadere informatie

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen,

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, 12 DECEMBER 2010. - Wet tot vaststelling van de arbeidsduur van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs

Nadere informatie

Programmawet van 22.12.89 en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990

Programmawet van 22.12.89 en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990 Programmawet van 22.12.89 en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990 rechtsbron bron/reg.nr. rechtsbrondatum publicatiedatum pagina Wet - 22.12.1989 K.B. - B.S. - 30.12.1989 21382 Wet - 29.03.2012 B.S. - 06.04.2012

Nadere informatie

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor?

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? Is er in uw bedrijf al eens een ernstig arbeidsongeval gebeurd? Dan bent u als werkgever, als lid van de hiërarchische lijn, als preventieadviseur, als

Nadere informatie

Wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en verscheidene bepalingen van sociaal strafrecht.

Wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en verscheidene bepalingen van sociaal strafrecht. 9 februari 2016 Mevrouw, Mijnheer, Wetsontwerp tot aanvulling en wijziging van het Sociaal Strafwetboek en verscheidene bepalingen van sociaal strafrecht. Voorafgaand: Het wetsontwerp tot aanvulling en

Nadere informatie

Strafbepalingen Wet Welzijn en Codex Sociaal Strafwetboek 1/4

Strafbepalingen Wet Welzijn en Codex Sociaal Strafwetboek 1/4 Strafbepalingen Wet Welzijn en Codex Sociaal Strafwetboek 1/4 Sociaal Strafwetboek Toepassing op Wet en Codex Welzijn op het werk Strafbepalingen uit de Wet Welzijn van 1996 De artikelen 81 t.e.m. 94 zijn

Nadere informatie

A AN B E V E L I N G Nr

A AN B E V E L I N G Nr A AN B E V E L I N G Nr. 25 ---------------------------------------- Aanbeveling aan de paritaire comités betreffende de strafbaarstelling van inbreuken op algemeen verbindend verklaarde cao-bepalingen

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Rolnummer 5578 Arrest nr. 181/2013 van 19 december 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 233 van het Sociaal Strafwetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Grondwettelijk

Nadere informatie

BETREFT: SOCIAAL STRAFWETBOEK IMPACT OP HET TOEZICHT EN DE BESTRAFFING VAN INBREUKEN OP DE WELZIJNSWETGEVING

BETREFT: SOCIAAL STRAFWETBOEK IMPACT OP HET TOEZICHT EN DE BESTRAFFING VAN INBREUKEN OP DE WELZIJNSWETGEVING Nr. 988 Brussel, 30 september 2011 BETREFT: SOCIAAL STRAFWETBOEK IMPACT OP HET TOEZICHT EN DE BESTRAFFING VAN INBREUKEN OP DE WELZIJNSWETGEVING 1. Doelstelling van het Sociaal Strafwetboek (SSW) 1 Bundeling

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 APRIL 2013 P.12.1919.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1919.F 1. H. M. e.a., Mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. A. F. e.a., Mr. Jacqueline Oosterbosch,

Nadere informatie

Dimona of de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling

Dimona of de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling Dimona of de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling Philip BRAEKMANS Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Sociale Praktijkstudies nr. 11001 Stof bijgehouden tot 1 oktober

Nadere informatie

Behandeling van een inbreuk op de welzijnswetgeving door de arbeidsauditeur

Behandeling van een inbreuk op de welzijnswetgeving door de arbeidsauditeur Behandeling van een inbreuk op de welzijnswetgeving door de Een pro justitia, opgesteld door de bevoegde inspectiediensten wordt gestuurd de, de overtreder, de werkgever, en de FOD WASO, dienst administratieve

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/15/020 BERAADSLAGING NR. 15/007 VAN 3 MAART 2015 INZAKE DE TOEGANG TOT DE PERSOONSGEGEVENSBANK E-PV DOOR

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling SoCompact Van Eeckhoutte, Taquet & Clesse www.bellaw.be Onderwerp Datum 16 maart 2012 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele eigendom

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/07/178 BERAADSLAGING NR. 07/068 VAN 4 DECEMBER 2007 MET BETREKKING TOT DE RAADPLEGING DOOR SOCIALE INSPECTIEDIENSTEN

Nadere informatie

Inspectiestrategie. en procedure voor de inbeslagname van dieren. Dienst Dierenwelzijn Bertrand LHOEST en Marie-Astrid MASSA

Inspectiestrategie. en procedure voor de inbeslagname van dieren. Dienst Dierenwelzijn Bertrand LHOEST en Marie-Astrid MASSA Inspectiestrategie van LB en procedure voor de inbeslagname van dieren Dienst Dierenwelzijn Bertrand LHOEST en Marie-Astrid MASSA 1. Inspectiestrategie van LB 1.1. Context 1.2. Wettelijke bepalingen 1.3.

Nadere informatie

T i e n v u i s t r e g e l s b i j s o c i a l e c o n t r o l e

T i e n v u i s t r e g e l s b i j s o c i a l e c o n t r o l e T i e n v u i s t r e g e l s b i j s o c i a l e c o n t r o l e Vaak worden we gecontacteerd door werkgevers die een of andere inspectiedienst over de vloer hebben gekregen. Een sociale controle brengt

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/16/206 BERAADSLAGING NR. 16/092 VAN 4 OKTOBER 2016 INZAKE DE TOEGANG TOT DE PERSOONSGEGEVENSBANK E-PV DOOR

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/043 1 BERAADSLAGING NR. 07/015 VAN 27 MAART 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE GEDETACHEERDE WERKNEMERS, ZELFSTANDIGEN EN STAGIAIRS AAN DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van 2 augustus 2007;

Gelet op de aanvraag van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van 2 augustus 2007; SCSZ/07/145 1 BERAADSLAGING NR. 07/047 VAN 4 SEPTEMBER 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE GEDETACHEERDE WERKNEMERS, ZELFSTANDIGEN, STAGIAIRS EN ZELFSTANDIGE STAGIAIRS

Nadere informatie

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie 1 Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering De Wet van 30 juni 1971betreffende de administratieve geldboeten,

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING

MEMORIE VAN TOELICHTING Ontwerp van decreet tot wijziging van de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers en van het Gerechtelijk Wetboek, wat betreft het opleggen van sancties aan

Nadere informatie

BOEKDEEL I. Deel 3. Strafrecht. Deel 1. Internationaal en Europees recht. Deel 2. Staatsrecht. Deel 4. Burgerlijk recht

BOEKDEEL I. Deel 3. Strafrecht. Deel 1. Internationaal en Europees recht. Deel 2. Staatsrecht. Deel 4. Burgerlijk recht Algemene inhoudstafel Boekdeel I BOEKDEEL I Algemene inhoudstafel Boekdeel I........... Algemene inhoudstafel Boekdeel II.......... Zie afzonderlijk verkrijgbaar Boekdeel II Algemene inhoudstafel Boekdeel

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties REGLEMENT Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties Hoofdstuk 1: Toepassingsgebied, vaststellingsmodaliteiten en aangewezen ambtenaar Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel

Nadere informatie

Hoofdelijke aansprakelijkheid bij tewerkstelling van illegale werknemers. Matthias Lommers. Spreker bio 10/2/2013

Hoofdelijke aansprakelijkheid bij tewerkstelling van illegale werknemers. Matthias Lommers. Spreker bio 10/2/2013 Hoofdelijke aansprakelijkheid bij tewerkstelling van illegale werknemers Matthias Lommers 0 Spreker bio Matthias Lommers +32 2 600 65 44 mlommers@deloitte.com Matthias Lommers is senior manager binnen

Nadere informatie

Wat is de beste houding bij een sociale controle?

Wat is de beste houding bij een sociale controle? Wat is de beste houding bij een sociale controle? 10 vuistregels die men best navolgt in geval van een sociale controle De laatste weken zijn wij verschillende keren gecontacteerd door een aantal werkgevers

Nadere informatie

Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981)

Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981) Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (BS 02.07.1981) Gewijzigd bij : (1) Programmawet van 22 december 2003 (BS 31.12.2003) Gewijzigd bij : (2) Programmawet

Nadere informatie

Woord vooraf Hoofdstuk I. Sociaalrechtelijke misdrijven en hun strafbaarstelling

Woord vooraf Hoofdstuk I. Sociaalrechtelijke misdrijven en hun strafbaarstelling Inhoud Woord vooraf 13 Hoofdstuk I. Sociaalrechtelijke misdrijven en hun strafbaarstelling 15 Prof. dr. Wilfried Ra u w s 15 Afd. 1. Inleiding 15 Afd. 2. Gemeenrechtelijke misdrijven 15 1. Valsheid in

Nadere informatie

Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten

Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten ref.: PEN-168/2017 Doelgroep Alle nieuwe parketjuristen (verplicht) Geïnteresseerde parketjuristen

Nadere informatie

TWW - partner of controleur?

TWW - partner of controleur? TWW - partner of controleur? ir. Pieter Bolle Attaché Sociaal Inspecteur TWW RD West-Vlaanderen najaar 2013 TWW - Toezicht op het Welzijn op het Werk 1 De basis De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO)

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 6 november

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 6 november A D V I E S Nr. 1.873 ------------------------------ Zitting van woensdag 6 november 2013 ------------------------------------------------------- Voorontwerp van wet tot aanvulling en wijziging van het

Nadere informatie

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3)

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3) Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S. 13.7.1999 Ed. 3) Hoofdstuk I. Algemene bepaling Artikel 1.- Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk

Nadere informatie

BOEKDEEL I. Deel 1. Internationaal en Europees recht. Deel 3. Strafrecht. Deel 2. Staatsrecht. Algemene inhoudstafel Boekdeel III...

BOEKDEEL I. Deel 1. Internationaal en Europees recht. Deel 3. Strafrecht. Deel 2. Staatsrecht. Algemene inhoudstafel Boekdeel III... Algemene inhoudstafel Boekdeel I BOEKDEEL I Algemene inhoudstafel Boekdeel I........... Algemene inhoudstafel Boekdeel II.......... Zie afzonderlijk verkrijgbaar Boekdeel II Algemene inhoudstafel Boekdeel

Nadere informatie

B 11 Buitenlandse werknemers 8

B 11 Buitenlandse werknemers 8 B 11 Buitenlandse werknemers 8 Wettelijke maatregelen te~en ille~ale tewerkstellin~ Teneinde illegale tewerkstelling tegen te gaan en de tewerkstelling van buitenlandse werknemers te kunnen reguleren voorziet

Nadere informatie

SOCIAAL STRAFRECHT VAN CONTROLE TOT VEROORDELING. YVES JORENS (ed.)

SOCIAAL STRAFRECHT VAN CONTROLE TOT VEROORDELING. YVES JORENS (ed.) SOCIAAL STRAFRECHT VAN CONTROLE TOT VEROORDELING YVES JORENS (ed.) MARC BELIËN JAN-PIETER BOGAERT INDRA BRISART CARL DEVLIES PAUL PONSAERS PHILIPPE VANDEN BROECK MICHAËL VERHAEGHE Voorwoord Sinds enige

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 28 juni

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 28 juni A D V I E S Nr. 2.041 ------------------------------ Zitting van woensdag 28 juni 2017 ------------------------------------------------ Voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken

Nadere informatie

WETSVOORSTEL. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als voorzien in artikel 78 van de Grondwet. Toepassingsgebied.

WETSVOORSTEL. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als voorzien in artikel 78 van de Grondwet. Toepassingsgebied. WETSVOORSTEL Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als voorzien in artikel 78 van de Grondwet. Toepassingsgebied Artikel 2 Deze wet is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers. Voor de

Nadere informatie

TWW - partner of controleur?

TWW - partner of controleur? TWW - partner of controleur? Ir. Paul Van Haecke Attaché TWW directie Oost-Vlaanderen najaar 2013 TWW - Toezicht op het Welzijn op het Werk 1 De basis De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO / ILO) /

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/007 1 BERAADSLAGING NR. 07/004 VAN 9 JANUARI 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK CIMIRE AAN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN MET HET

Nadere informatie

ARBEIDSVEILIGHEID EN AANSPRAKELIJKHEID

ARBEIDSVEILIGHEID EN AANSPRAKELIJKHEID ARBEIDSVEILIGHEID EN AANSPRAKELIJKHEID Gouverneur Roppesingel 15 bus 1.2 (B) 3500 Hasselt T +32 11 36 09 71 F +32 11 36 08 15 steven.renette@mploy.be ERNSTIG ARBEIDSONGEVAL 1. ERNSTIG ARBEIDSONGEVAL Arbeidsongeval:

Nadere informatie

Info-flash, Deel II, rubriek F - versie van KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VRAAG NR. 98 VAN 10 MEI 2000

Info-flash, Deel II, rubriek F - versie van KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VRAAG NR. 98 VAN 10 MEI 2000 Page 1 of 5 Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - Algemene Directie Humanisering van de Arbeid Directie Algemene zaken KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS VRAAG NR. 98 VAN

Nadere informatie

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken

Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Het Belgisch una via-model in fiscale strafzaken Een vervolging en een beteugeling langs één weg? Ragheno Business Park, Motstraat 30, 2800 Mechelen tel. 0800 40 300 fax 0800 17 529 www.kluwer.be info@kluwer.be

Nadere informatie

Newsletter. Sociale actualiteit van Juli. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Juli. Solutions for Human Resources.

Newsletter. Sociale actualiteit van Juli. Solutions for Human Resources. Sociale actualiteit van Juli. Solutions for Human Resources. 2011 Solutions for Human Resources. Newsletter PERSOLIS Résidence de la Lyre, 19 1300 Wavre Tel : +32 (0)10 43 98 83 www.persolis.be «De Persolis nieuwsbrief wordt verdeeld in samenwerking met Groep S

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT. 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER. Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde tijdstippen:

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT. 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER. Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde tijdstippen: CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT ln zake van het OPENBAAR MINISTERIE tegen: I. Not. nr. 5 beklaagden 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde

Nadere informatie

Buitenlandse werkgevers in België

Buitenlandse werkgevers in België 1 Onze ervaringen bij de controle van buitenlandse werkgevers Kristien Colman Wnd. Sociaal Inspecteur Directiehoofd Toezicht op de Sociale Wetten Netwerk Limburg 20/09/2012 2 Het netwerk Een cel, opgericht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 MEI 2011 S.10.0036.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.10.0036.N RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID, met zetel te 1060 Brussel, Victor Hortaplein 11, eiser, vertegenwoordigd door mr. Antoine

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten van de mogelijkheden tot opsporing, vervolging, alsmede het voorkomen

Nadere informatie

Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht

Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht Interimarbeid - Wettelijk kader betreffende het welzijn van de uitzendkracht Yves De Groeve Arbeidsinspecteur FOD WASO, RD TWW Oost-Vlaanderen yves.degroeve@werk.belgie.be Studienamiddag PCBA O-Vl 21/04/2017

Nadere informatie

Zorgnetwerken en arbeidsrecht

Zorgnetwerken en arbeidsrecht Zorgnetwerken en arbeidsrecht Sabine Vanoverbeke Joris De Keersmaeker I. Overzicht 1. Inleiding 2. Netwerken juridische kwalificatie 4. Ontslag WN 5. Netwerken - aansprakelijkheid 1 1. Inleiding Het Nieuwe

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 MAART 2013 P.12.0387.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0387.N A H C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Raf Jespers, advocaat bij de balie te Antwerpen, met kantoor te 2018 Antwerpen,

Nadere informatie

Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (B.S. 15.I.1969) 65

Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (B.S. 15.I.1969) 65 INHOUDSTAFEL Woord vooraf Inhoudsoverzicht Inhoudstafel III V VII I. ARBEIDSRECHT Wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven (B.S. 27/28.IX.1948) (uittreksel: art. 14-36) 3 Wet

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/10/027 BERAADSLAGING NR 10/015 VAN 2 MAART 2010 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

Wijziging opzegtermijnen tijdens de eerste maanden van de tewerkstelling.

Wijziging opzegtermijnen tijdens de eerste maanden van de tewerkstelling. Wijziging opzegtermijnen tijdens de eerste maanden van de tewerkstelling. In 2014 trad de wet op het eenheidsstatuut in werking. Deze wet legt de opzegtermijnen vast die de werkgever en werknemer in acht

Nadere informatie

Projectsourcing volgens de nieuwe regels. Brochure voor de klanten van de projectsourcingbureaus

Projectsourcing volgens de nieuwe regels. Brochure voor de klanten van de projectsourcingbureaus 20130215 Projectsourcing volgens de nieuwe regels Brochure voor de klanten van de projectsourcingbureaus Werknemers van andere werkgevers diensten laten uitvoeren binnen uw onderneming, is inmiddels een

Nadere informatie

Inspectiemiddelen en bevoegdheden uit het sociaal strafwetboek Pieter Bolle

Inspectiemiddelen en bevoegdheden uit het sociaal strafwetboek Pieter Bolle Inspectiemiddelen en bevoegdheden uit het sociaal strafwetboek Pieter Bolle FOD WASO Toezicht Welzijn op het Werk Inhoud Wat verwachten we? Onze bevoegdheden Producten Inhoud Wat verwachten we? Onze bevoegdheden

Nadere informatie

Gelet op de aanvraag van de FOD Sociale Zekerheid van 5 december 2005;

Gelet op de aanvraag van de FOD Sociale Zekerheid van 5 december 2005; SCSZ/06/002 1 BERAADSLAGING NR. 06/011 VAN 7 MAART 2006 MET BETREKKING TOT DE RAADPLEGING VAN DE DMFA-GEGEVENSBANK VAN DE RSZPPO DOOR DE SOCIALE INSPECTIE VAN DE FOD SOCIALE ZEKERHEID Gelet op de wet van

Nadere informatie

Publicatie : FEBRUARI Wet betreffende de bestraffing van corruptie

Publicatie : FEBRUARI Wet betreffende de bestraffing van corruptie Publicatie : 1999-03-23 MINISTERIE VAN JUSTITIE 10 FEBRUARI 1999. - Wet betreffende de bestraffing van corruptie ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

BEKNOPTE ANALYTISCHE INHOUDSOPGAVE. Een inhoudsopgave komt voor bij het begin van de titels, van de hoofdstukken en de afdelingen.

BEKNOPTE ANALYTISCHE INHOUDSOPGAVE. Een inhoudsopgave komt voor bij het begin van de titels, van de hoofdstukken en de afdelingen. SOZE_2013.book Page VII Tuesday, August 13, 2013 3:20 PM BEKNOPTE ANALYTISCHE INHOUDSOPGAVE Een inhoudsopgave komt voor bij het begin van de titels, van de hoofdstukken en de afdelingen. Achteraan het

Nadere informatie

2. De straffen die de gemeenteraad bepaalt, mogen de politiestraffen niet te boven gaan.

2. De straffen die de gemeenteraad bepaalt, mogen de politiestraffen niet te boven gaan. Gecoördineerde regelgeving Nieuwe Gemeentewet Artikel 119bis, Nieuwe Gemeenwet 1. De gemeenteraad kan straffen of administratieve sancties bepalen voor overtredingen van zijn reglementen of verordeningen,

Nadere informatie

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006 (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels Aangevuld, gewijzigd of aangepast door: - de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I) (B.S. 31 december

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Lydian Lawyers Employment, Pensions & Benefits www.lydian.be Onderwerp Een werknemer met loopbaanvermindering ontslaat u best niet zo maar Datum September 2010 Copyright and disclaimer De inhoud

Nadere informatie

Verdeling van de ministeriële bevoegdheden

Verdeling van de ministeriële bevoegdheden Verdeling van de ministeriële bevoegdheden Eerste minister Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Fraudebestrijding, en de uniforme toepassing

Nadere informatie

A D V I E S Nr

A D V I E S Nr A D V I E S Nr. 1.371 ------------------------------ Onderwerp : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende het stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.549 ----------------------------- Zitting van donderdag 9 maart 2006 -----------------------------------------------

A D V I E S Nr. 1.549 ----------------------------- Zitting van donderdag 9 maart 2006 ----------------------------------------------- A D V I E S Nr. 1.549 ----------------------------- Zitting van donderdag 9 maart 2006 ----------------------------------------------- Wetsontwerp sociaal strafrecht x x x 2.136-1 Blijde Inkomstlaan, 17-21

Nadere informatie

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING Christophe THIEBAUT Advocaat PAQUES, NOPERE & THIEBAUT Assistent UCL Maître de conférences FUCAM II- DE OPSPORING * Basisstuk van de strafprocedure *

Nadere informatie

Omzendbrief nr 15. Flashactie in de bouwsector

Omzendbrief nr 15. Flashactie in de bouwsector Omzendbrief nr 15 19.09.2018 Flashactie in de bouwsector In de week van 24 tot en met 30 september zullen de sociaal inspecteurs van de RVA op verschillende plaatsen in ons land voor het eerst een flashcontrole

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 685 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten

Nadere informatie

(a) instructies die het gevolg zijn van verplichtingen van de wetgeving welzijn op het werk (b) andere instructies, op voorwaarde dat :

(a) instructies die het gevolg zijn van verplichtingen van de wetgeving welzijn op het werk (b) andere instructies, op voorwaarde dat : Detacheringsfraude bij terbeschikkingstelling Michaël Verhaeghe Advocaat Tilleman van Hoogenbemt Antwerpen - Brussel Wet van 24 juli 1987 : gij zult niet ter beschikking stellen Oorspronkelijke tekst van

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/17/121 BERAADSLAGING NR. 17/053 VAN 4 JULI 2017 OVER DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS UIT DE PERSOONSGEGEVENSBANK

Nadere informatie

DailyDoc - Intradoc - Helpdesk CDC

DailyDoc - Intradoc - Helpdesk CDC FEDERALE POLITIE Algemene Directie Personeel Directie van de juridische dienst Uitgiftenummer DGP/DPS-2007/4091/AJO het contentieux en de statuten Uitgiftedatum 25 JAN. 2007 Fritz Toussaintstraat 47 Classificatie

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken Vonnisnummer/ Griffienummer / \.\bi. /2015 Repertoriumnummer/ Europees 2015 / 461. Datum van uitspraak 18 maart 2015 Rolnummer niet in strafzaken Notitienummer parket 66.RW.500300/2013 Rechtbank van eerste

Nadere informatie

Gerechtelijk Wetboek

Gerechtelijk Wetboek Bron: Belgische wetgeving - FOD Justitie Gerechtelijk Wetboek HOOFDSTUK Vquater De gerechtelijke stage Art. 259octies. 1. De Koning

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 7 oktober

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 7 oktober A D V I E S Nr. 1.704 ----------------------------- Zitting van woensdag 7 oktober 2009 ---------------------------------------------- Wetsontwerp tot invoering van een sociaal strafwetboek x x x 2.387-1

Nadere informatie

OR.C.A. = Organisatie voor Clandestiene Arbeidsmigranten. Opkomen voor werknemers zonder wettig verblijf. Woordkeuze doet ertoe.

OR.C.A. = Organisatie voor Clandestiene Arbeidsmigranten. Opkomen voor werknemers zonder wettig verblijf. Woordkeuze doet ertoe. Opkomen voor werknemers zonder wettig verblijf De ervaringen van OR.C.A. Binnenkort FAIRWORK Belgium OR.C.A. = Organisatie voor Clandestiene Arbeidsmigranten Operatief sinds 2005 Missie = arbeidsrechten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 NOVEMBER 2018 P.18.0339.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0339.N B B, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Len Augustyns, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Halftijds brugpensioen

Halftijds brugpensioen Halftijds brugpensioen //dossier Eindeloopbaan Inhoud Wat verstaat men onder halftijds brugpensioen?... 01 Onder welke voorwaarden krijgt men toegang tot het halftijds brugpensioen?... 01 Welke procedure

Nadere informatie

C. Niet-naleving van een beroepsverbod 1. In de fiscale wetboeken

C. Niet-naleving van een beroepsverbod 1. In de fiscale wetboeken HOOFDSTUK 2 DE MISDRIJVEN 39 C. Niet-naleving van een beroepsverbod 1. In de fiscale wetboeken a. De strafrechtelijke sanctie 1) Eigenlijk beroepsverbod Luidens artikel 455 van het WIB 1992 79 kan, wanneer

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/14/070 BERAADSLAGING NR. 14/031 VAN 6 MEI 2014 INZAKE DE TOEGANG TOT DE GEGEVENSBANK AANWEZIGHEIDSREGISTRATIE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 APRIL 2015 P.13.1258.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1258.N G M V, beklaagde, eiser, met als raadslieden mr. Steven Renette en mr. Bjorn Reynders, advocaten bij de balie te Hasselt.

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 58 VAN 7 JULI 1994 TOT VERVANGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 47 VAN 18 DECEMBER 1990 BETREFFENDE DE NA TE LEVEN PROCEDURE EN DE DUUR VAN DE TIJDELIJKE

Nadere informatie

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek,

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek, Recht is alomtegenwoordig. Of het nu gaat om een verbod iets te doen (door het rood licht rijden), een verplichting iets te doen (deelnemen aan verkiezingen), een werkwijze die men dient na te leven (procesrecht)

Nadere informatie

25 AUGUSTUS 2012. - Wet tot wijziging van Titel XIII van de programmawet (I) van 27 december 2006, wat de aard van de arbeidsrelaties betreft

25 AUGUSTUS 2012. - Wet tot wijziging van Titel XIII van de programmawet (I) van 27 december 2006, wat de aard van de arbeidsrelaties betreft FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER 25 AUGUSTUS 2012. - Wet tot wijziging van Titel XIII van de programmawet (I) van 27 december 2006, wat de aard van de arbeidsrelaties betreft

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen.

SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen. SAMENWERKINGSAKKOORD tussen de Federale Overheid en het Vlaamse Gewest met betrekking tot de regularisatie van niet uitsplitsbare bedragen. Gelet op de grondwet, de artikelen 1, 33, 35, 39 en 134; Gelet

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF 25 AUGUSTUS 2010

NIEUWSBRIEF 25 AUGUSTUS 2010 NIEUWSBRIEF 25 AUGUSTUS 2010 WAT U MOET WETEN OVER BETAALD EDUCATIEF VERLOF? Met het begin van het nieuwe schooljaar starten opnieuw veel werknemers een opleiding. In sommige gevallen komt de werknemer

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 Not.nr. : GE45.FJ.4277/14-Sw4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Stéphane Michel Christian W., zonder beroep, geboren te Boussu op (

Nadere informatie