Regionaal repressief dekkingsplan. Regionale Brandweer Hollands-Midden. Opdrachtgever: maart Gooimeerlaan JZ Leiden

Transcriptie

1 Regionaal repressief dekkingsplan Regionale Brandweer Hollands-Midden Opdrachtgever: maart 2005 Regionale Brandweer Hollands-Midden N04 Gooimeerlaan JZ Leiden Ingenieurs/adviesbureau SAVE Postbus AH Deventer Tel: Fax:

2

3 Inhoud pag. 1 Inleiding De bepaling van de kwaliteit van de repressieve brandweerzorg Kwaliteit repressieve basiszorg De wettelijke taak van de gemeente De repressieve kwaliteit Opkomsttijd Normen Bepaling toegevoegde waarde van posten en voertuigen Inleiding Het belang van de verschillende uitrukposten De ontwikkeling van aanbevelingen met betrekking tot de repressieve organisatie in de regiogemeenten Materieelvoorstel Overige onderwerpen 15 2 Resultaten Inleiding Kazernelocaties en uitruktijden Opkomsttijden en dekkingsgebieden Operationele grenzen Gemeente Alkemade Gemeente Alphen aan den Rijn Gemeente Bergambacht Gemeente Bodegraven Gemeente Boskoop Gemeente Gouda Gemeente Hillegom Gemeente Jacobswoude Gemeente Katwijk Gemeente Leiden Gemeente Leiderdorp Gemeente Liemeer Gemeente Lisse Gemeente Moordrecht Gemeente Nederlek Gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel Gemeente Nieuwkoop Gemeente Noordwijk Gemeente Noordwijkerhout Gemeente Oegstgeest Gemeente Ouderkerk Gemeente Reeuwijk Gemeente Rijnsburg Gemeente Rijnwoude N04 3

4 2.26Gemeente Sassenheim Gemeente Schoonhoven Gemeente Ter Aar Gemeente Valkenburg Gemeente Vlist Gemeente Voorhout Gemeente Voorschoten Gemeente Waddinxveen Gemeente Warmond Gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle Gemeente Zoeterwoude 45 3 Technische hulpverleningen / Waterongevallen Inleiding Beoordelingscriteria technische hulpverlening Voorstel voor de toekomst Beoordelingscriteria optreden bij waterongevallen/duikteams Voorstel voor de toekomst 50 4 Andere onderwerpen en totaalbeeld Inleiding De regionale tweede tankautospuit Het regionale redvoertuig Regionale gaspakkenteams Meetploegen De indeling van OvD-gebieden Uitgangspunten De indeling in gebieden Totaalbeeld N04

5 1 Inleiding 1.1 De bepaling van de kwaliteit van de repressieve brandweerzorg In het kader van het actualiseren van het repressief dekkingsplan zijn in samenwerking met de gemeenten de volgende werkzaamheden verricht: - een actualisering van de indeling van de gemeente in vakken; - een actualisering van de voor de brandweer belangrijke rijroutes naar die vakken, inclusief waar nodig een aanpassing van de haalbare rijsnelheden; - een analyse van haalbare uitruktijden van de voertuigen in de verschillende posten. Dit heeft plaatsgevonden voor zowel de situatie buiten als die gedurende werktijd. Dit leidt dan ook tot twee voor die situaties verschillende de k- kingspla nnen; - een actualisering van de bebouwing per vak. Tijdens de werkzaamheden is regelmatig met de brandweerkorpsen teruggekoppeld aan de hand van tussenresultaten en concepteindresultaat. Aan de hand van deze gegevens is het mogelijk de 'kwaliteit' van de eerstelijns brandweerzorg te bepalen. Kwaliteit definiëren we als bureau dan als volgt: "Het vermogen om in voldoende mate, voldoende snel met voldoende middelen (materieel, personeel) bij een incident (brand of hulpverlening) te arriveren". Het resultaat van de kwaliteitsanalyse is: - per gemeente een oordeel over de kwaliteit gedurende en buiten werktijd; - bij een andere beoordeling dan een 'goed' of 'voldoende' geven we aan waar de belangrijkste problemen liggen; - waar nodig het aangeven van mogelijke oplossingsrichtingen (repressief eventueel preventief). Dit mede in overleg met de betreffende gemeenten. Operationele grenzen In dit rapport gaan we uit van het principe van de "operationele grenzen": de sne l- ste brandweer arriveert. Ook al is dat niet die van de eigen gemeente. Enerzijds is dit in het belang van de burger: bij relevante verschillen krijgt die de snelste brandweer. Anderzijds maakt dit ook efficiency maatregelen mogelijk in die gevallen waar aan weerszijden van de gemeentegrens dicht bij elkaar kazernes staan. Het principe betekent ook dat een besluit met betrekking tot de operationele organisatie de kwaliteit of de efficiencymogelijkheden in een andere gemeente treft. Dit heeft tot gevolg dat de besluitvorming over de onderwerpen regionaal gecoördineerd moet plaatsvinden N04 5

6 1.2 Kwaliteit repressieve basiszorg De wettelijke taak van de gemeente Taken, filosofie De wettelijke taken met betrekking tot de brandbestrijding en het optreden bij andere incidenten kunnen worden afgeleid uit de verantwoordelijkheid van de gemeente voor openbare orde en veiligheid en bestaan primair uit: - het beschermen van de veiligheid van persone n; - het beschermen van eigendommen van derden; - het beperken van de schade in het brandende object. De repressieve brandweerorganisatie moet zodanig opgezet zijn dat de eerste twee genoemde taken voldoende effectief en efficiënt kunnen worden uitgevoerd. De derde taak moet met die organisatie zo goed mogelijk worden uitgevoerd. De gemeente hoeft er niet extra voor te investeren, tenzij een investering een zeer duidelijk pos itieve kosten/batenverhouding heeft. Dit is de filosofie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken die als uitgangspunt heeft gegolden bij de opstelling van de Handleiding Brandweerzorg, die we in dit onderzoek als uitgangspunt hebben genomen. De gemeentelijke brandweer levert als primair product het minimum pakket zoals omschreven in de wet te weten: - het voorkomen en beperken van brand en schade (personen, materieel) bij brand en - het optreden bij incidenten anders dan brand (technische hulpverlening) wanneer daarbij de veiligheid van personen (en ook dieren) in het geding is. Daarnaast levert de brandweer al dan niet in regionaal verband een groot pakket aan andere veiligheidsvergrotende diensten en beschikt daartoe over een aantal specialisaties zoals een duikploeg en een gaspakkenploeg. De brandweer van de gemeente levert via deze weg producten aan andere gemeenten binnen de regio De repressieve kwaliteit De kwaliteit van de repressieve organisatie kan als volgt worden gedefinieerd: "Het vermogen om in voldoende mate met voldoende middelen (personeel, materieel) voldoende snel bij een incident (brand, hulpverlening) te arriveren." Een aantal elementen uit deze definitie zullen we toelichten. Voldoende mate De brandweerzorg en de vaststelling van een 'voldoende niveau' is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Er is in de wetgeving bijvoorbeeld niet hard vastgelegd wat 'in voldoende mate' is in het licht van de hiervoor opgenomen de N04

7 finitie. Wel bestaan er referentiekaders die afgeleid zijn van de huidige landelijke praktijk. Daarin wordt aangegeven dat de aanbevolen opkomsttijd in maximaal 10% van de gevallen met niet meer dan 2 à 3 minuten overschreden mag worden om nog van een voldoende niveau van repressieve zorg te kunnen spreken 1). Bij een overschrijding van 10-20% van de gevallen is sprake van een onvoldoende situatie waarbij verbetering moet worden overwogen. Het gemeentebestuur kan daarbij een kosten-/effectiviteitsafweging maken 2). 'Voldoende middelen' Wat voldoende middelen zijn wordt, als we ons beperken tot branden in gebouwen, bepaald door het brandrisico van een gebouw. Dit brandrisico bepaalt 'de klus' die geklaard moet kunnen worden en de snelheid waarmee dit moet gebeuren om de primaire taken (beschermen veiligheid personen, beschermen eigendommen/schade) effectief te kunnen uitvoeren. Per soort gebouw is in de Handleiding Brandweerzorg vastgesteld hoe snel één of meer bemande tankautospuiten en eventuele ladderwagen of hoogwerker moeten arriveren. Per soort voertuig is vastgesteld wat de personele bezetting moet zijn. Dit personeel moet voor de uit te voeren taken opgeleid en geoefend zijn. We gaan ervan uit dat het materieel en het personeel van de posten in de regio (en van de buurregio's) voldoen aan de landelijke normen en eisen. Grote 'klussen' vereisen meer middelen dan kleine. Zo is bij brand in een moderne eengezinswoning de komst van één tankautospuit vereist en bij brand in een oudere woning boven een winkel de komst van twee tankautospuiten. De technische hulpverlening is ook een belangrijke taak van de brandweer. Uit de Handleiding Brandweerzorg blijkt dat in tegenstelling tot het optreden bij brand deze taak niet bepalend is voor het aantal kazernes. Vanwege alleen de taak 'hulpverlening' worden in Nederland geen kazernes opgericht. 'Voldoende snel' In de Handleiding Brandweerzorg is ook per gebouwtype vastgesteld wat 'voldoende snel' is. Brandgevaarlijke activiteiten of gebruik (niet zelfredzame personen, slapende personen) of preventief slechtere situaties (snelle uitbreiding brand- 1) 2) Het overschrijdingspercentage geeft in principe aan welk percentage van de gebouwen in het betreffende gebied met meer dan 1 minuut vertraging ten opzichte van de aanbevolen opkomsttijd bereikt wordt. Overschrijdingen groter dan drie minuten worden zwaarder gerekend (evenredig met de mate van overschrijding). Bij relatief veel overschrijdingen van 3 minuten of meer leidt dit tot overschrijdingspercentages die groter zijn dan 100%. In die zin heeft het getal dus eigenlijk het karakter van een index. De overschrijdingsfrequentie per jaar geeft aan hoeveel malen per jaar in de betreffende wijk bij een relevante brand in een gebouw meer dan 1 minuut later dan aanbevolen wordt gearriveerd. Dit gegeven is nodig om een meer afgewogen oordeel omtrent de ernst van de overschrijdingen te kunnen geven. In een relatief dun bebouwd gebied kan het overschrijdingspercentage wel groot zijn, maar wanneer brand per jaar maar sporadisch daadwerkelijk optreedt is het verantwoord die risico's toch niet repressief af te dekken gegeven de ongunstige kosten / toegevoegde waarde verhouding. Bureau SAVE acht een vrijwillige post te overwegen bij een overschrijdingspercentage van 20% of hoger en een overschrijdingsfrequentie van 4 à 5 of meer. Bij een beroepspost moet de overschrijdingsfrequentie meerdere factoren hoger zijn, gegeven de veel hogere kosten van zo'n post N04 7

8 gevaar, onvoldoende vluchtwegen) leiden tot kortere aanbevolen opkomsttijden dan gunstiger situaties. De aanbevolen opkomsttijd van een ouder pand is 6 minuten voor het eerste voertuig. Voor een moderne eengezinswoning geldt 8 minuten en voor een modern kantoor- of industriegebouw geldt 10 minuten. Deze richtlijnen liggen vast in de Handleiding Brandweerzorg van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. In een convenant in het kader van het Project Versterking Brandweer (PVB) tussen het ministerie en de regio is dit kwaliteitsniveau vastgelegd Opkomsttijd De opkomsttijd is de tijd die verloopt tussen het overgaan van de telefoon op de Brandweeralarmcentrale en de 'ter plaatse' melding van het brandweervoertuig (het moment van aankomst bij het brandadres). De opkomsttijd bestaat uit: - de verwerkingstijd van de alarmcentrale plus - de uitruktijd van de brandweerpost plus - de rijtijd van de brandweerpost naar het brandadres. In figuur 1.1 is dit aangegeven. Volbezet voertuig gaat rijden Moment van melding Alarm vrijw. gaat af Aankomst bij brandadres (Ontdekkingstijd) Verw. tijd AC Uitruktijd Brw. Rijtijd Brw. Opkomsttijd Tijd Figuur 1.1: De elementen van de opkomsttijd Verwerkingstijd De verwerkingstijd van de alarmcentrale is in het kader van dit onderzoek nog niet gemeten en is voorlopig gesteld op 1 minuut. Soms wijkt dit in de praktijk af (duurt langer). Periodiek zou hier aandacht aan besteed moeten worden N04

9 Uitruktijd De uitruktijd van de brandweerpost is afgeleid aan de hand van de woon- en werkadressen van de vrijwilligers. De uitruktijd die dan haalbaar is per kazernelocatie bepaald voor de situaties "buiten werktijd" en "werktijd". De uitruktijd is in principe afhankelijk van de locatie van de kazerne ten opzichte van de woon- en de werkadressen. Rijtijd De rijtijd van de brandweer wordt berekend aan de hand van een zogenoemd 'netwerkmodel'. In dit model zijn de rijroutes, die worden gebruikt en de rijsne l- heden die daar in het overgrote (80%) deel van de gevallen kunnen worden gehaald, opgenomen. Het netwerkmodel berekent de snelste route en de rijtijd daarover van de brandweerkazerne naar het brandadres. De rijsnelheden zijn mede door de gemeenten door proefrijden en aan de hand van praktijkgegevens (brandrapporten) bepaald. De snelheden zijn ietwat pessimistisch ingeschat omdat de brandweer ook onder gematigd pessimistische omsta n- digheden op tijd moet kunnen komen. Overigens is in de vorige stap (uitruktijden) met dit model ook de uitruktijd (aan de hand van de rijtijd vanaf woon- en werkadres) geschat. De rijtijd is afhankelijk van de plaats in de gemeente waar het brandadres (het eindpunt) zich bevindt en van het aantal en de locaties van kazernes (het vertrekpunt). Per kazernealternatief moet de rijtijd dus worden bepaald voor alle wijken. 1.3 Normen We stellen voor de volgende (inmiddels landelijk gebruikelijke) beoordelingscriteria te gebruiken: Toelichting op de beoordeling: goed: overschrijdingspercentage plm. 1% of beter voldoende: overschrijdingspercentage plm. 1-10% onvoldoende: overschrijdingspercentage plm % slecht overschrijdingspercentage meer dan plm. 20% verantwoord: overschrijdingspercentage meer dan 10%, maar de frequentie van overschrijding in geconcentreerde gebieden is 4 à 5 maal per jaar of minder waardoor een investering in een nieuwe post niet verantwoord wordt beschouwd (en vaak ook fysiek onmogelijk is door onvoldoende vrijwilligerspotentieel). Zie ook de toelichting in paragraaf Achtergronden bij de beoordeling van de kwaliteit van de repressieve brandweerzorg Het kwaliteitsniveau van de repressieve brandweerzorg is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Er is niet een wettelijke eis waar de gemeente zich aan moet houden. Dit is in 1992 vastgesteld, mede op verzoek van de VNG die vond dat dit een onderdeel van de gemeentelijke autonomie moest zijn N04 9

10 Wel heeft bureau SAVE in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken toentertijd duidelijke aanbevelingen ontwikkeld die in de Handleiding Brandweerzorg zijn vastgelegd. Die aanbevelingen betreffen de beoordelingssystematiek én na te streven opkomsttijden per type gebouw (zie ook paragraaf 1.2.2). De aanbevelingen betreffen niet een uitspraak over een acceptabele overschrijding van deze opkomsttijden. Als bureau hebben we in lijn met de filosofie van de Handleiding een eigen hiervoor opgenomen toetsingskader beschreven en sindsdien bij onze advisering gebruikt. Dit kader is wel in de "Referentiekaders PVB" opgenomen en in het convenant tussen regio en BZK geaccordeerd. Is de gemeente verplicht om altijd op tijd te komen? In verband met een arrest met betrekking tot de gemeente Hilversum is de vraag aan de orde of de gemeente verplicht is om altijd op tijd (binnen de aanbevolen normtijd) te arriveren. Onzes inziens is dit gegeven de genoemde gemeentelijke verantwoordelijkheid niet het geval. De gemeente mag daarbij kosten-/effectiviteitoverwegingen laten meewegen alsmede organisatorische haalbaarheid. De gemeente is verplicht een zorgvuldig bestuurlijk besluit te nemen waarbij de relevante factoren afgewogen zijn. Vervolgens moet de gemeente dit duidelijk communiceren en zich gedragen conform dat besluit en daarbinnen de maximale zorg leveren. Het overzicht van de kwaliteit per gemeente (hoofdstuk 2) is op dat uitgangspunt gebaseerd. Dit betekent onzes inziens dat rekening moet worden gehouden met operationele grenzen. Een gemeente mag de burger de zorg van een duidelijk snellere brandweer van de buurgemeente met een vergelijkbaar kwaliteitsniveau niet onthouden. Ook betekent het dat de gemeenten via de regio de operationele beschikbaarheid van de posten moet volgen en maatregelen moet nemen om de situatie te optimaliseren bij uitval van een post. Voor een belangrijk deel gebeurt dat in dit dekkingsplan door onderscheid te maken tussen de situaties 'buiten' en 'gedurende' werktijd. Met betrekking tot dat punt vergt de vakantieperiode nog wel aandacht. De beschikbaarheid is dan met name gedurende werktijd in een aantal gevallen naar verwachting problematisch en vergt aandacht. In het kader van dit onderzoek is daar nu niet verder op ingegaan. 1.4 Bepaling toegevoegde waarde van posten en voertuigen Inleiding Bij dit onderwerp gaan we in op de kwaliteit / de effectiviteit van de basisbrandweerzorg. Eigenlijk gaat het om de efficiencyvraag: zijn alle posten nodig/noodzakelijk om tenminste een verantwoorde kwaliteit te leveren of zou het eventueel ook met minder posten kunnen? En ook de vraag: in hoeverre is een 2 e TS nodig met de daarbij behorende bemensing? Operationele grenzen, eventueel ook interregionaal worden hierbij betrokken N04

11 De toegevoegde waarde (het belang) wordt bepaald door: - de aard en omvang van de bebouwing: hoe meer gebouwen rond de kazerne en hoe lager de vereiste opkomsttijd, hoe belangrijker de kazerne is; - de nabijheid van andere posten: hoe verder omliggende kazernes weg zijn, hoe belangrijker de kazerne is. Het belang van een post zegt dus niets over de kwaliteit van een post. Een minder belangrijke post kan een goede kwaliteit leveren. De toegevoegde waarde van een post/voertuig is voor de twee elementen als volgt (in navolging van wat we elders hebben toegepast) uitgedrukt: - groot: belangrijke post, korte uitruktijd en hoge beschikbaarheid van groot belang (dit betekent dat er een regeling moet worden getroffen bij oefeningen, wedstrijden, de vakantieperiode, uitjes en het langdurig buitendienst zijn vanwege operationeel optreden/ rampenbestrijding); - redelijk: belangrijke post, beschikbaarheid zowel gedurende als buiten werktijd van belang; - matig: post met een duidelijke toegevoegde waarde die instandhouding verdient. Een eventuele niet beschikbaarheid overdag is eventueel acceptabel; - gering: post met een geringe toegevoegde waarde (lage inzetfrequentie). Wanneer zo'n post niet aanwezig zou zijn hadden we niet voorgesteld deze om redenen van een snelle eerste uitruk met betrekking tot brand op te richten. NB. hoe groter het belang van een post, hoe meer van een post wordt 'gevraagd' en verwacht. Zeker bij posten van 'groot' en 'redelijk' belang verdient het regelen van de inzetbaarheid gedurende de vakantieperiode extra aandacht. Allereerst lichten we in de volgende paragraaf toe hoe we tot een voorstel voor de kazernebezetting van de verschillende posten willen komen Het belang van de verschillende uitrukposten Dekking en verminderen overschrijdingen (beperken 'staart') Om een beeld te krijgen van het relatieve belang van de verschillende uitrukposten op de huidige locaties en gegeven de huidige organisatievorm is per kazerne nagegaan hoe de dekking zou verminderen wanneer deze kazerne niet zou bestaan en de functie zou worden overgenomen door de huidige omliggende kazernes N04 11

12 De dekking rondom die kazerne zal voor de gebouwen daar verslechteren. Het meest in de directe nabijheid van de kazerne. Het minst aan de rand van het eigen verzorgingsgebied; immers daar is een buurkazerne maar weinig later. Van elk gebouw in het verzorgingsgebied van de kazerne is nagegaan hoeveel minuten later het eerste voertuig van de brandweer daar arriveert wanneer die kazerne opgeheven zou worden. Al die gebouwen en minuten opgeteld geeft de dekkingsbijdrage van een kazerne in gebouwminuten. Wanneer een kazerne wordt opgeheven kan het eerste voertuig bij een aantal gebouwen zo laat arriveren dat de aanbevolen opkomsttijd met meer dan 1 minuut wordt overschreden of dat een reeds bestaande overschrijding nog groter wordt. Een kazerne die bij het wegvallen veel overschrijdingen veroorzaakt is dus van groot belang voor de kwaliteit van het zorgniveau: het voorkomen van overschrijdingen. Vaak zien we ook dat veel kazernes een bijdrage leveren aan het voorkomen van overschrijdingen die vergelijkbaar is met hun totale dekkingsbijdrage. Dit wijst op een relatief geringe mate van overlap van dekkingsgebieden. Het verzorgingsgebied van een kazerne wordt dan bijna niet op tijd bereikt door de buurkazernes. Zo'n kazerne ontleent z'n belang primair aan het voorkomen van overschrijdingen. Ook is voor elke kazerne geanalyseerd wat het belang is met het oog op het voorkomen van schade en de inzetfrequentie (het tweede secundaire belang van een post). Dit is berekend door voor een jaar lang per brand in het verzorgingsgebied van de kazerne te bepalen hoe veel later het eerste voertuig van de brandweer arriveert bij afwezigheid van die kazerne en hoeveel de schade (slachtoffers, materieel) in die tijd toeneemt. Hierbij wordt onder meer rekening gehouden met: - de brandfrequentie per wijk per jaar; - de snelheid waarmee de materiële schade toeneemt (groter in slechte industriewijken, kleiner in moderne gecompartimenteerde gebouwen/woningen). De brandfrequentie per wijk is geschat aan de hand van de aard van de bebouwing en landelijke CBS-gegevens over de brandfrequentie van verschillende soorten gebouwen De ontwikkeling van aanbevelingen met betrekking tot de repressieve organisatie in de regiogemeenten Gegeven de beoordelingen op basis van: - een efficiënte wijze van invulling van een voldoende zorgniveau (streven naar VOLDOENDE en voorkomen van 'dubbele dekking'); - een gunstige kosten/batenverhouding van een post (kosten versus voorkomen schade en voorkomen slachtoffers); kan een 'basis'-organisatie worden gedefinieerd om dit te verzorgen N04

13 Om de organisatie operationeel soepel te laten functioneren is wellicht een zekere aanvulling nodig op de middelen die uit de basisorganisatie resulteren. Redenen voor de aanvulling zijn onder meer: - het creëren van de mogelijkheid van een tweede uitruk/opschaling van een incident (aanvulling/opschaling); - het hebben van mogelijkheden tot het optreden bij meerdere relevante inc i- denten tegelijk (gelijktijdigheid); - het mogelijk niet beschikbaar zijn van routes voor aanvullende sterkte (beschikbaarheid); - mogelijkheden tot aanvulling van uitgerukt personeel (herbezetting); - mogelijkheden voor onderhoud; - mogelijkheden voor opleiding en oefening. Daarnaast kan materieel benodigd zijn voor andere taken als: - het optreden bij beknellingen; - andere taken (waaronder waterongevallen, optreden bij gevaarlijke stoffen). De aanvulling kan meerdere doelen tegelijk dienen. De omvang van de aanvulling kan vanwege de lokale situatie per gebied verschillen. Er bestaan geen vaste algemeen geldende vuistregels voor. De aanvulling behoeft ook niet per post of gemeente bekeken te worden. Ook hier kan om efficiencyredenen worden samengedaan. We zullen hier ingaan op de wenselijke aanvulling in verband met de operationele redenen. De aanvulling met betrekking tot de andere taken dan brandbestrijding komt op een later tijdstip in regionaal verband aan de orde. Beoordeling met betrekking tot de rampbestrijdingstaken Voor rampbestrijdingstaken moet de regio ook over een zekere bestrijdingscapaciteit beschikken. Deze capaciteit wordt geleverd door voornamelijk regulier personeel en materieel, uitgedrukt in bijvoorbeeld een aantal bestrijdingscompagnieën. Een vuistregel daarbij is dat daarvoor de helft van de middelen mag worden ingezet. Het is geaccepteerd dat de dekking onder die omstandigheden enigszins inzakt. Vooralsnog gaan we ervan uit, dat de rampbestrijdingsdoelstellingen nadrukkelijk rekening houden met de aanwezige middelen voor de andere taken. In het andere geval wordt de taak wel erg duur. Organisatie van de dagelijkse aanvulling Wanneer aanvulling nodig is, kan dit rekening houdend met de lokale situatie van de bestaande organisaties op verschillende wijzen georganiseerd worden: - aanvullend alleen in 'basisposten'; - in aparte (goedkope) dependances/stallingen; - in niet-basiskazernes (bevordert meteen de kwaliteit van dekking); - in voor brandbestrijding minder belangrijke posten; In een regio kan een mix van mogelijkheden gekozen worden. We hebben de beschrijving van het toekomstige materieel voor de basiszorg met organieke bezetting uitgewerkt aan de hand van: - de dekkingsbijdrage van een post voor wat betreft de eerste tankautospuit; N04 13

14 - de noodzaak van een eigen tweede tankautospuit en redvoertuig; - de frequentie van een relevante uitruk naar brand (brandfrequentie); en overwegingen zoals vermeld in deze paragraaf. Hierbij is geen rekening gehouden met de eventuele wens tot reservevoertuigen ten behoeve van reparatie / groot onderhoud (zonder organieke bemanning) Materieelvoorstel De huidige situatie Bij de dekkingsplanberekening in dit rapport is er in eerste instantie vanuit gegaan dat alle geëvalueerde posten beschikken over zodanig materieel en personeel dat de basiszorg daarmee op adequate wijze kan worden geleverd. Op basis daarvan is gekeken naar de kwaliteit van de dekking (per gemeente en per wijk) en naar de toegevoegde waarde van elke post op: - het voorkomen van overschrijdingen van de opkomsttijd; - het bijdragen aan het eerder arriveren van de brandweer (los van overschrijdingen); - het bijdragen aan schadevoorkoming (incl. brandfrequentie). Op basis van de toegevoegde waarde wordt een voorstel voor de toekomst gedaan. In ons voorstel voor de toekomst gaan we uit van standaardisering van materieel omdat dit bij meer onderlinge samenwerking en het gebruik van operationele grenzen (over de gemeentegrenzen heen) noodzakelijk is. De gemeenten moeten kunnen rekenen op een zekere mate van 'standaardkwaliteit'. Uitgangspunt (ontwerpcriterium) is dat het personeel en het materieel in de regio voldoen aan de landelijke normen en eisen. De ontwikkeling van het materieelvoorstel voor de tankautospuiten Met betrekking tot het belang van posten is een onderverdeling gemaakt in: - groot; - redelijk; - matig; - gering. Zie voor een toelichting daarop de voorgaande paragrafen tot en met Een tweede tankautospuit Voor wat betreft de aanbeveling voor een 2 e TS in een post wordt straks rekening gehouden met de volgende factoren: - het aantal gebouwen in het dekkingsgebied van een kazerne dat in de eerste uitruk een 2 e TS vereist en de brandfrequentie daarvan. We gaan er daarbij vanuit dat de frequentie van optreden in het dekkingsgebied tenminste 3 à 4 maal per jaar bedraagt. Dit naar analogie van de kosten/effectiviteitoverwegingen voor de eerste tankautospuit. Tevens houden we daarbij rekening met het gegeven dat een aanvulling met een tweede TS minder kostbaar is dan het oprichten en in stand houden van een post met 1 TS; N04

15 - de mogelijkheid om vanuit een omliggende post tijdig in de 2 e TS te voorzien. Hierbij houden we rekening (compenseren we) voor een sneller dan de nor m- tijd arriverende eerste TS. Wanneer een buurpost in redelijke mate op tijd in een tweede TS kan voorzien vervalt de reden om in de betreffende post ook zo'n voertuig te hebben; - de invulling van de specialistische taken, zoals bijvoorbeeld bosbrandbestrijding en rampenbestrijding. De ontwikkeling van het materieelvoorstel voor de redvoertuigen Voor wat betreft de aanbevelingen voor een redvoertuig (autoladder of hoogwerker) wordt rekening gehouden met de volgende factoren: - het aantal gebouwen in het dekkingsgebied van een kazerne dat in de eerste uitruk een redvoertuig vereist en de brandfrequentie daarvan. Een redvoertuig is een kostbaar voertuig. De inzetfrequentie als redvoertuig zou tenminste 5 à 6 maal per jaar moeten zijn om kosteneffectief te zijn; - de mogelijkheid om vanuit een omliggende post tijdig in een redvoertuig te voorzien Overige onderwerpen Naast de materieelvoorstellen voor de 2 e tankautospuit en het redvoertuig wordt in deze rapportage ook aandacht besteed aan: - hulpverleningsvoertuigen; - waterongevallenwagen/duikteams; - optreden op het water; - OvD gebieden; - gaspakdragers/optreden bij gevaarlijke stoffen. - Meetploegen / optreden bij gevaarlijke stoffen Aan een aantal zaken wordt geen aandacht besteed. Onder andere een MSA. Deze is vaak benodigd vanuit lokale omstandigheden. De aanbeveling is het gebruik van een dergelijke aanhanger te continueren. Op bovenstaande onderwerpen gaan we na hoofdstuk 2, waarin we de basiszorg van de gemeenten vanuit het perspectief brandbestrijding beschouwen N04 15

16

17 2 Resultaten 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk behandelen we de resultaten, regionaal en per gemeente. We presenteren in dit hoofdstuk de uitkomsten voor de 1 e TS (zie ook bijlage 1 t/m 3). Daarnaast wordt ingegaan op de noodzaak van een 2 e TS en een RV. Voor de overige onderwerpen wordt verwezen naar de hoofdstukken 3 en Kazernelocaties en uitruktijden De kazernelocaties en uitruktijden zijn opgenomen in bijlage 1. Dit zowel nu als de situatie 'buiten' als 'gedurende' werktijd. De uitruktijden zijn gebaseerd op een analyse van de gegevens van vrijwilligers (waar onder woon- en werkadressen en de beschikbaarheid gedurende werktijd). Ook de buitenregionale kazernes zijn in de berekeningen meegenomen. Uitgangspunt is dat deze kazernes beschikbaar zijn en een bijdrage willen leveren. En dat het personeel en materieel voldoet aan de landelijke normen en eisen Opkomsttijden en dekkingsgebieden In bijlage 2 zijn de berekende opkomsttijden per vak opgenomen en tevens de dekkingsgebieden per brandweerpost. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de situaties buiten en gedurende werktijd Operationele grenzen In bijlage 3 zijn voor de situaties buiten werktijd en werktijd kaarten opgenomen met de verschillen tussen 'gemeentelijke dekking' en 'operationele grenzen' uitgaande van een optimale regionale samenwerking. Per gemeente wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan: - de kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in de gemeente, met waar duidelijk nodig suggesties voor verbetering; - de betekenis van operationele grenzen voor de betreffende gemeente; - het belang van de verschillende posten, met waar relevant suggesties voor optimalisering; - het belang van een tweede tankautospuit en/of een redvoertuig voor de gemeente N04 17

18 2.2 Gemeente Alkemade De gemeente Alkemade heeft drie brandweerposten: Roelofarendsveen, Rijpwetering en Kaag. De kazernes zijn alle zowel buiten als gedurende werktijd beschikbaar. De kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in de gemeente is Voldoende (overschrijdingspercentage bedraagt 10 resp. 12% voor de situaties buiten en gedurende werktijd). De frequentie is in beide gevallen zo'n 7 keer per jaar. In het kader van de operationele grenzen arriveert Leiden-Noord duidelijk eerder in een klein deel van het zuidwesten van de gemeente. De post Kaag arriveert duidelijk eerder in een deel van de gemeente Warmond. Datzelfde geldt voor Roelofarendsveen in Leimuiden. Het belang van de post Roelofarendsveen is groot. De uitruktijd is nu gunstig kort zowel buiten als gedurende werktijd. Het verdient aanbeveling dit te blijven nastreven. Het belang van Rijpwetering is matig tot redelijk. De uitruktijd daar is iets langer dan in Roelofarendsveen, maar gezien het belang is dat acceptabel. Het directe belang voor de openbare brandweerzorg van de post Kaag is gering. De kazerne is daarnaast van belang als bedrijfsbrandweer voor de scheepsbouwer ter plaatse die meedeelt in de kosten van de post. Daarnaast voorziet deze post in de hulpverlening per boot op de Kagerplassen. In de gemeente Alkemade is plusminus 6 maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd in de eerste uitruk. In alle drie huidige posten is 1 tankautospuit aanwezig. Dit betekent dat in die gevallen vanaf een andere kazerne een tankautospuit mee moet uitrukken. In de helft van de gevallen leidt dat tot een overschrijding van de opkomsttijd van meerdere minuten. Deze gevallen zijn over de gemeente verspreid met een concentratie in Roelofarendsveen. Een overschrijding komt hier plusminus 1,5-2 maal per jaar voor. Dit is niet voldoende reden voor een advies om daar een tankautospuit bij te plaatsen. In de gemeente is 1 à 1,5 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste uitruk. In geen van de posten is zo'n voertuig aanwezig en het snelste voertuig arriveert uit Leiden-Noord. De belangrijkste overschrijding van de aanbevolen opkomsttijd lopen dan van 6 tot 11 minuten. De lage frequentie maakt een eigen redvoertuig om kosten/effectiviteitsredenen niet verantwoord. 2.3 Gemeente Alphen aan den Rijn De gemeente Alphen aan den Rijn heeft drie brandweerposten: Alphen aan den Rijn, Aarlanderveen en Zwammerdam. De post Alphen aan den Rijn kent een 24- uurs beroepsbezetting van de eerste tankautospuit en als 'springfunctie' de bezetting van het redvoertuig of het hulpverleningsvoertuig. De post Aarlanderveen kent gedurende werktijd een onvoldoende verzekerde bezetting. In dit dekkings N04

19 plan hebben we de post dan 'buiten dienst' gesteld. Ditzelfde geldt voor Zwammerdam. De kwaliteit van de repressieve brandweerzorg in de gemeente is Voldoende (overschrijdingspercentage bedraagt 3 resp. 7% voor de situaties buiten en gedurende werktijd). In het kader van de operationele grenzen arriveert de post Woubrugge duidelijk eerder in het noordwestelijk deel van de gemeente. De post Koudekerk doet dit in een klein gebiedje ten zuiden daarvan. Vanwege het ontbreken van Aarlanderveen gedurende werktijd arriveert de post Nieuwkoop dan duidelijk eerder in het oostelijk deel van de gemeente. Het ontbreken van Zwammerdam wordt dan opgevangen door Alphen aan den Rijn. Brandweer Alphen levert buiten de eigen gemeente een bijdrage in het noordoosten van Rijnwoude. Zwammerdam doet dit (buiten werktijd) in Bodegraven. Het belang van de post Alphen aan den Rijn is groot. Het belang van de post Zwammerdam is matig. Dit betekent dat we duidelijk adviseren deze post te handhaven, maar dat het buiten dienst zijn gedurende werktijd acceptabel is (zie 1.4.1). De post Aarlanderveen heeft tengevolge van de geringe bebouwing in het dekkingsgebied en de relatieve nabijheid van vooral Nieuwkoop een gering belang. In de gemeente Alphen aan de Rijn is plusminus 27 maal een tweede tankautospuit benodigd in de eerste uitruk. Het vaakst - 25 maal per jaar - in het dekkingsgebied van de post Alphen aan de Rijn. Daar is een vrijwillig bezette tweede tankautospuit aanwezig. Dit voertuig arriveert dan plusminus 15 maal per jaar met een overschrijding van de aanbevolen opkomsttijd van 2 à 3 minuten. Dit wordt niet gecompenseerd door het sneller dan aanbevolen arriveren van de eerste tankautospuit. Een buurpost kan niet op tijd in een tweede tankautospuit in Alphen aan de Rijn voorzien. Op grond hiervan luidt het advies de tweede TS te Alphen aan de Rijn te handhaven en te streven naar een verkorting van de uitruktijd voor dit voertuig van 5 naar 3 à 4 minuten. Ten behoeve van de eerste uitruksterkte is een derde operationele tankautospuit ten Alphen aan de Rijn niet noodzakelijk. In geen van de andere posten is een tweede tankautospuit aanwezig en deze is daar gezien de lage brandfrequenties ook niet noodzakelijk. In de gemeente is 18 à 19 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste uitruk. Met name in het dekkingsgebied van de post Alphen aan de Rijn. In deze post is zo'n voertuig aanwezig en deze arriveert vrijwel binnen de aanbevolen opkomsttijd. Het advies luidt dit redvoertuig te handhaven. In de omgeving is geen alternatief aanwezig om deze taak over te nemen N04 19

20 2.4 Gemeente Bergambacht De gemeente Bergambacht heeft twee brandweerposten: Bergambacht en Berkenwoude. De post Berkenwoude kent gedurende werktijd een onvoldoende verzekerde bezetting. In dit dekkingsplan hebben we de post dan ook "buiten dienst" gesteld. De kwaliteit van de brandweerzorg in de gemeente is Voldoende in de situatie buiten werktijd. Het overschrijdingspercentage bedraagt dan 9% en het komt plm. 1 maal per jaar daadwerkelijk voor dat de aanbevolen opkomsttijd wordt overschreden bij relevante branden in gebouwen. Gedurende werktijd, zonder de post Berkenwoude loopt het overschrijdingspercentage op tot 35% en gedurende werktijd komt dit dan daadwerkelijk ook plm. 1 maal per jaar voor. Deze frequentie is zodanig laag dat relevante investeringen om dit te voorkomen niet te rechtvaardigen zijn. We noemen de situatie dan ook Verantwoord. In het kader van de operationele grenzen levert de post Lekkerkerk een bijdrage in het uiterste zuidwesten van de gemeente. Voor Schoonhoven geldt dat in het uiterste noordoosten. Gedurende werktijd wordt het ontbreken van Berkenwoude opgeva ngen door Gouderak, Lekkerkerk en Stolwijk. Buiten de eigen gemeente levert Bergambacht een bijdrage in een klein deel in het noordoosten van de gemeente Nederlek. Berkenwoude levert daarnaast een bijdrage in de gemeenten Ouderkerk, Krimpen aan de Lek en Stolwijk. Het belang van Bergambacht is redelijk. Het belang van Berkenwoude is gering In de gemeente Bergambacht is plusminus 2 maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd in de eerste uitruk. In geen van beide posten is zo'n voertuig aanwezig en dit moet van een andere post komen. De overschrijding van de aanbevolen opkomsttijd bedraagt in het algemeen 2 tot 5 minuten. Gezien de lage frequentie van optreden is dit verantwoord en het advies luidt om geen tweede tankautospuit bij te plaatsen, ook niet wanneer Berkenwoude eventueel gesloten zou worden. In de gemeente is plusminus 1 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste uitruk. Dit voertuig moet dan uit Gouda komen en arriveert dan in het algemeen 6 tot 12 minuten later dan aanbevolen. Gegeven de lage brandfrequentie is dit verantwoord en zo'n voertuig is dan ook in de gemeente zelf niet noodzakelijk. 2.5 Gemeente Bodegraven De gemeente Bodegraven heeft twee brandweerposten. Bodegraven en Nieuwerbrug N04

21 De kwaliteit van de brandweerzorg in de gemeente Bodegraven is verantwoord. Het overschrijdingspercentage is 16% buiten werktijd en 13% gedurende werktijd en dit komt per jaar plusminus 3 maal daadwerkelijk voor bij relevante branden in gebouwen. De overschrijdingen doen zich vooral voor in het noordwestelijk deel van de bebouwing van Bodegraven. Ze worden veroorzaakt door de iets excentrische ligging van de kazerne ten opzicht van de bebouwing. Enerzijds leidt dit tot langere uitruktijden en anderzijds tot langere rijtijden. De huidige kazerne is nieuw. Een gunstiger locatie zal niet snel aan de orde zijn. In de loop van de tijd zou de werving van vrijwilligers speciaal gericht kunnen zijn op mensen die dichter bij de kazerne wonen of werken. In het kader van de operationele grenzen arriveert de post Zwammerdam duidelijk als eerste in het noordelijk deel van de gemeente. Dit geldt voor de situatie "buiten werktijd". Gedurende werktijd heeft de post Zwammerdam onvoldoende personeel en is dan buiten dienst. Gedurende werktijd is Bodegraven als eerste in het zuiden van de gemeente Nieuwkoop (de Meije). Het belang van de post Bodegraven is groot. Het streven naar een kortere uitruktijd daar en het handhaven daarvan is van groot belang. Het belang van de post Nieuwerbrug is gering. Dit belang wordt beperkt door enerzijds de beperkte omvang van de bebouwing daar en de nabijheid van de post Driebruggen met een relatief korte uitruktijd zowel buiten als gedurende werktijd. In de gemeente Bodegraven is plusminus 3 à 3,5 maal per jaar een tweede tankautospuit nodig in de eerste uitruk. Het meest in het dekkingsgebied van Bodegraven (2 à 2,5 maal per jaar). Dit voertuig is in de post Bodegraven aanwezig en arriveert dan 1 à 3 minuten later dan aanbevolen. Gegeven de relatief lage brandfrequentie komen we niet tot een duidelijk advies tot handhaving van de tweede tankautospuit te Bodegraven vanuit het element basiszorg. In de gemeente is plusminus 1 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste uitruk en dit moet dan uit Gouda komen. Dit leidt dan tot overschrijdingen van 4 à 9 minuten van de aanbevolen opkomsttijd. Gezien de lage frequentie is dit verantwoord. We adviseren niet tot plaatsing van een redvoertuig in Bodegraven. 2.6 Gemeente Boskoop De gemeente Boskoop heeft één brandweerpost: Boskoop. Buiten werktijd is de kwaliteit van de brandweerzorg in de gemeente Voldoende. Het overschrijdingspercentage is 4% en dit zou 1 keer per jaar voorkomen. Gedurende werktijd is de uitruktijd 2 minuten langer en loopt op tot 5 minuten. Het overschrijdingspercentage is dan 18%. De daadwerkelijke frequentie van overschrijding is dan plm. 2 maal per jaar. Dit is zodanig laag dat dit geen grote N04 21

22 investeringen verantwoord maakt om dit te verbeteren. We noemen de situatie dan daarom verantwoord. In het kader van de operationele grenzen arriveert brandweer Boskoop (huidige kazernelocatie) duidelijk eerder in het zuidoostelijk deel van de gemeente Rijnwoude. Dit geldt ook voor het westelijk deel van de gemeente Reeuwijk. Reeuwijk arriveert eerder in een klein gebied in het uiterste oosten van de gemeente. Het belang van de post Boskoop is groot. Een korte uitruktijd is belangrijk. Gedurende werktijd moet naar een kortere tijd worden gestreefd. In de gemeente Boskoop is 2,5 à 3 maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd in de eerste uitruk. In Boskoop is nu zo'n voertuig aanwezig en dit arriveert in plusminus 40% 2 oplopend tot 3 minuten laten dan aanbevolen. Dit beeld verslechtert tot plusminus 65% overschrijdingen wanneer in Boskoop zelf geen tweede tankautospuit aanwezig zou zijn. De frequentie van overschrijdingen is zodanig laag en de mogelijkheden van de buurgemeenten zodanig gunstig dat een tweede tankautospuit in Boskoop niet noodzakelijk is. In de gemeente Boskoop is aangegeven om na de huidige planperiode (2008) de vervanging te heroverwegen. In de gemeente is plusminus 2 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste uitruk. Deze arriveert dan het snelst uit Gouda. Ook Alphen aan de Rijn biedt in een deel van de gemeente een bijdrage. Deze voertuigen arriveren niet op tijd. De overschrijding van de aanbevolen opkomsttijd bedraagt 3 tot 7 minuten. De lage frequentie maakt een redvoertuig in Boskoop niet verantwoord. 2.7 Gemeente Gouda De gemeente Gouda kent in Gouda één brandweerkazerne met een 24-uurs beroepsbezette tankautospuit en redvoertuig. Een tweede tankautospuit wordt bezet met vrijwilligers. De kwaliteit van de brandweerzorg in de gemeente Gouda is Voldoende. Het overschrijdingspercentage bedraagt 12% en dit komt bij relevante branden in gebouwen jaarlijks plm. 9 maal daadwerkelijk voor. In dat verband is het oostelijk deel van de bebouwing kritisch. De doorstroming van het verkeer in die richting is belangrijk. In de toekomst zou een aan een vrijwillig bezette post "Oost" kunnen worden gedacht. Dit zou kunnen zonder uitbreiding van het huidige aantal tankautospuiten. Gedurende werktijd is het overschrijdingspercentage 15% en de frequentie 11 keer per jaar. In het kader van operationele grenzen heeft Gouda geen voordeel van de instroom van de buurgemeenten voor wat betreft de eerste tankautospuit. Gouda levert een N04

23 duidelijk snellere tankautospuit in delen van Waddinxveen en Moordrecht. In dat verband is ook de situatie op de A12/A20 van belang. Het belang van de post Gouda is groot. In de gemeente Gouda is plusminus 24 maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd in de eerste uitruk. In de post Gouda is een vrijwillig bezette tankautospuit aanwezig. Deze heeft een relatief lange uitruktijd van 8 minuten. Dit leidt dan in plusminus 90% tot een overschrijding van de aanbevolen opkomsttijd van 2 tot 5 minuten. In de helft van de gevallen wordt dit gecompenseerd door de snelheid van arriveren van het eerste voertuig met een beroepsbezetting. Gezien de frequentie waarmee dit voertuig benodigd is bevelen we aan dit voertuig te handhaven. Er moet gestreefd worden de uitruktijd terug te brengen tot 5 minuten. Ten behoeve van de eerste uitruksterkte is een derde operationele tankautospuit te Gouda niet noodzakelijk. In Gouda is plusminus 24 maal per jaar in de eerste uitruk een redvoertuig noodzakelijk in de eerste uitruk. In de post Gouda is zo'n voertuig aanwezig en deze arriveert in de meeste gevallen binnen de aanbevolen opkomsttijd. In 15% van de gevallen is dit later, maar de overschrijding blijft beperkt tot 2 à 3 minuten. De aanbeveling luidt om het redvoertuig in Gouda te handhaven. In de omgeving is geen alternatief aanwezig om deze taak over te nemen. 2.8 Gemeente Hillegom De gemeente Hillegom heeft één brandweerkazerne in Hillegom. De kwaliteit van de brandweerzorg in Hillegom is Voldoende wanneer bij brandmeldingen het hele korps wordt gealarmeerd. De uitruktijden die dan in principe kunnen worden gerealiseerd bedragen dan 3 minuten respectievelijk 3,5 minuten voor de situaties buiten en gedurende werktijd. De overschrijdingspercentages bedragen 5 en 16 % voor respectievelijk buiten en gedurende werktijd. De frequentie is in beide gevallen laag: respectievelijk 2 en 4 maal per jaar voor buiten en gedurende werktijd. In het kader van de operationele grenzen dekt Hillegom het eigen grondgebied zelf af. In het uiterste zuidoosten is een klein gebied waar Lisse eerder kan arriveren. Het belang van de post Hillegom is groot. In dat kader is het streven naar een korte uitruktijd van groot belang. Daarom is het van belang om bij een reële brandmelding beide groepen van het korps te alarmeren. In de gemeente Hillegom is nu 6 à 7 maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd in de eerste uitruk. In de post Hillegom is nu zo'n voertuig aanwezig. De N04 23

24 uitruktijd ervan bedraagt 5 minuten dit leidt tot een percentage overschrijdingen van de aanbevolen opkomsttijd van 70%. De overschrijdingen blijven in het algemeen beperkt tot 2 à 3 minuten. Een andere post kan niet op tijd in dit voertuig voorzien. We bevelen aan de tweede tankautospuit van Hillegom te handhaven en te streven naar een uitruktijd van 4 minuten. In de gemeente is 3 à 4 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste uitruk. Dit voertuig is in Hillegom niet aanwezig en moet uit Lisse komen. Het voertuig arriveert dan 2 tot 7 minuten later dan aanbevolen. Dit doet zich met name in de kern van Hillegom voor. Gezien de lage frequentie moet dit als verantwoord worden beschouwd en we bevelen niet aan om in Hillegom een redvoertuig te plaatsen. 2.9 Gemeente Jacobswoude De gemeente Jacobswoude heeft twee brandweerposten: Leimuiden en Woubrugge. Het percentage overschrijdingen van de aanbevolen opkomsttijd buiten werktijd bedraagt 19%. De frequentie waarmee dit optreedt bij relevante branden in gebouwen bedraagt plm. 3 maal per jaar. Dit is een verantwoorde dekking. Het aantal maakt investeringen in een extra post om kosten/baten redenen moeilijk. De problemen doen zich voornamelijk voor in Hoogmade. De snelheid op de route Woubrugge-Hoogmade is dan ook van belang. Verkeersremmende maatregelen die zodanig zijn uitgevoerd dat ook de brandweer daar onnodig wordt beperkt zijn dan ook ongewenst. Gedurende werktijd loopt de uitruktijd van de posten op met 1-2,5 minuten. Het overschrijdingspercentage wordt dan 43% en dit komt gedurende werktijd plm. 8 maal per jaar voor. Maatregelen om de uitruktijd in Leimuiden en Woubrugge terug te brengen tot 4 minuten of korter zijn dan ook belangrijk. In het kader van de operationele grenzen heeft Roelofarendsveen een duidelijke bijdrage in het noordwesten van de gemeenten. Vanwege de langere uitruktijd in die situatie geldt dit gedurende werktijd ook voor Liemeer en Ter Aar in het oostelijk deel van de gemeente. Woubrugge levert een bijdrage in het noordwestelijk deel van de gemeente Alphen aan den Rijn. Het belang van de post Woubrugge is groot. Dat van Leimuiden is groot tot redelijk. Het streven naar kortere uitruktijden gedurende werktijd blijft daarom belangrijk. In de gemeente Jacobswoude is plusminus 7 maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd in de eerste uitruk. Dit is ongeveer gelijkmatig verdeeld over de dekkingsgebieden van Leimuiden en Woubrugge. Deze voertuigen arriveren vanaf de buurpost in 2 tot 6 minuten later dan aanbevolen in het grootste deel van de gevallen N04

25 Qua frequentie van overschrijdingen is de grens voor een aanbeveling voor een tweede tankautospuit bereikt. In dat licht is de noodzaak in Woubrugge groter dan in Leimuiden. Onze aanbeveling luidt dat de aanwezigheid van een tweede tankautospuit in Woubrugge zeker verantwoord maar niet strikt noodzakelijk is. In de gemeente is plusminus 1 maal per jaar een redvoertuig benodigd in de eerste uitruk. Dit voertuig moet dan uit Alphen aan de Rijn of Leiden komen en arriveert dan tot 9 à 11 minuten later dan aanbevolen. Gegeven de lage brandfrequentie is dit verantwoord en zo'n voertuig is dan ook in de gemeente zelf niet noodzakelijk Gemeente Katwijk Katwijk telt één brandweerpost: Katwijk. Vanaf 2006 fuseert de gemeente Katwijk met de huidige gemeente Rijnsburg en Valkenburg. De brandweerkorpsen zijn inmiddels al samengevoegd. Buiten werktijd bedraagt het overschrijdingspercentage 10%. De kwaliteit is dan voldoende. De frequentie van overschrijdingen bedraagt 4 keer per jaar. Gedurende werktijd is het percentage 1% vanwege de uitruktijd die dan een minuut korter is. De kwaliteit is dan Goed. In het kader van de operationele grenzen arriveert de post Valkenburg duidelijk eerder in het zuidoostelijk deel van Katwijk. Rijnsburg doet dit in een klein gebeid in het uiterste noordoosten. Gedurende werktijd is Katwijk duidelijk eerder in een gebied in het zuidwesten van de gemeente Noordwijk. Het belang van de post Katwijk is groot. De huidige uitruktijden zijn gunstig. Het verdient dringend aanbeveling deze te handhaven. In de gemeente Katwijk is plusminus 7 maal per jaar een tweede tankautospuit benodigd in de eerste uitruk. Dit voertuig is daar aanwezig en arriveert dan in het overgrote deel van de gevallen (meer dan 95%) binnen de aanbevolen opkomsttijd. Een buurkazerne kan niet op tijd in dit voertuig voorzien. Dit betekent dat de aanbeveling luidt: de tweede tankautospuit te Katwijk handhaven. Katwijk beschikt over een redvoertuig en deze is in de gemeente 8 à 9 maal per jaar benodigd in de eerste uitruk. In die gevallen arriveert dit voertuig vrijwel altijd binnen de aanbevolen normtijd. Een buurpost kan niet op tijd in dit voertuig voorzien. We bevelen aan het redvoertuig in Katwijk te handhaven N04 25