Droogtemonitor bijlage

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Droogtemonitor bijlage"

Transcriptie

1 Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtemonitor bijlage 15 juni 2015 Nummer Bijlage: Nadere informatie voor waterprofessionals Maandverwachting weer in stroomgebieden Maas en Rijn Neerslagverwachting komende maand (15 juni tot 15 juli 2015) De komende dagen blijft het hogedrukgebied boven de Azoren ons weer beïnvloeden met een uitloper tot boven West-Europa. Zo nu en dan weten storingen in verzwakte vorm door te dringen, maar veel neerslag leveren zij dan ook niet op. De meeste neerslag wordt begin deze week nog verwacht in het Alpengebied, doordat daar enkele onweersbuien tot ontwikkeling weten te komen. In de tweede helft van deze week lijkt de hogedrukinvloed wat af te nemen, waardoor de neerslagkansen en hoeveelheden toenemen. Het gaat dan om hoeveelheden tot 5 mm in Nederland (grootste hoeveelheden in het noorden). Hetzelfde geldt voor het stroomgebied van de Rijn. Voor het stroomgebied van de Maas lijken de neerslagkansen en hoeveelheden kleiner te zijn. In de laatste week van juni en de eerste helft van juli lijkt er een licht negatieve afwijking in de neerslaghoeveelheid te zijn, d.w.z. het is droger dan normaal. Temperatuurverwachting komende maand (15 juni tot 15 juli 2015) De week begint met temperaturen die onder het langjarig gemiddelde liggen, met in Nederland temperaturen onder 20 C en verder naar het zuiden erboven. Geleidelijk klimmen de temperaturen op naar waardes rond of iets boven normaal. Dat laatste zien we ook terug in de lange termijn-berekeningen tot en met half juli: de temperaturen liggen waarschijnlijk iets boven het langjarig gemiddelde, waarmee voor Nederland en zeker zuidelijker in de stroomgebieden de 23 C overschreden kan gaan worden. Droogtemonitor nr. 4, 15 juni 2015: bijlage voor waterprofessionals Pagina 1 van 12

2 Figuur1. Verwachte temperatuur De Bilt figuur2. Verwachting cumulatieve neerslag Figuur 3. De gepresenteerde kleurenverdeling is een indicatie voor temperatuur-/neerslagafwijkingen tussen de real-time prognoses van het ECMWF numerieke weermodel t.o.v. de numerieke modelklimatologie. De voorgaande figuren geven de resultaten weer van het ECMWF-model waarmee de maandverwachtingen worden berekend. In de bovenste vier figuren wordt per week de verwachte temperatuurafwijking ten opzichte van de gemiddelde (of normale) situatie weergegeven. In de onderste vier figuren wordt per week de verwachte afwijking in de neerslag weergegeven. De kleur wit betekent dat er geen significante afwijkingen van de normale situatie zijn. De verwachte afwijkingen in graden Celsius respectievelijk millimeters worden weergegeven in de schaalverdeling boven de kaarten. Neerslagtekort Van 1 april tot en met 30 september wordt in Nederland het gemiddelde neerslagtekort berekend over dertien meetstations (figuur 4A). In deze grafiek toont de zwarte lijn het verloop van het neerslagtekort (mm) in de tijd. Op dit moment is het landelijk gemiddelde neerslagtekort in Nederland circa 126 mm. Dat komt ongeveer overeen met een tekort dat eens in de 20 jaar voorkomt. In het westen en zuiden is het iets droger en in het noordoosten juist wat minder droog geweest (figuur 4B). De verwachting is dat het neerslagtekort in de komende periode van 14 dagen zal stijgen tot circa 156 mm. Droogtemonitor nr. 4, 15 juni 2015: bijlage voor waterprofessionals Pagina 2 van 12

3 Het doorlopend potentieel neerslagoverschot wordt verkregen door het verschil te berekenen tussen de hoeveelheid gevallen neerslag en de berekende referentiegewasverdamping. Dit verschil wordt dagelijks gesommeerd in het tijdvak van 1 april tot en met 30 september. Een negatief getal geeft een tekort aan, een positief getal een overschot. Figuur 4A. Doorlopend landelijk gemiddeld neerslagtekort. Figuur 4B. Ruimtelijk beeld potentieel neerslagoverschot. Afvoeren Rijn en Maas Rijn Het afvoerverloop van de Rijn wordt sterk beïnvloed door het smelten van sneeuw en gletsjers in de Alpen. Dit smeltwater stroomt via natuurlijke meren en stuwmeren af richting Duitsland. Deze meren houden het water tijdelijk vast en hebben zo een dempende werking op de afvoer. Het grootste en belangrijkste meer is de Bodensee. Een goed beeld van de hoeveelheid water die de Alpen via de meren verlaat wordt verkregen aan de hand van de afvoer bij Bazel. Benedenstrooms van Bazel bevinden zich slechts middelgebergten en kleine stuwmeren. In tijden van droogte wordt de bijdrage van dit deel van het stroomgebied vooral bepaald door toestroming vanuit grondwater. Het aandeel van het Alpine deel van het stroomgebied aan de totale afvoer van de Rijn bedraagt in de maand juni ca. 65%. In een droge zomer kan tot wel 95% van de afvoer uit de Alpen afkomstig zijn. Laagwater wordt in de zomer vooral beïnvloed door de hoeveelheid basisafvoer vanuit de Alpen. De watervoorraad in de Alpen wordt tot eind juni gekarakteriseerd door de hoeveelheid sneeuw in het stroomgebied, de invloed van de waterstand in de Bodensee op de hoofdstroom en de invloed van de overige Alpenmeren op de Zwitserse zijrivieren. Vanaf juli is de invloed van sneeuwsmelt verwaarloosbaar. Bij een lage stand van de meren treedt er een grotere demping van de afvoer uit de Alpen op, waardoor smelt- en regenwater pas veel later tot afstroming komt. Vanaf 1 juni wordt er voor de Zwitserse Alpen geen nieuwe sneeuwberichtgevingen meer opgesteld, aangezien er alleen op de hoogste toppen nog sneeuw ligt. Deze (zomerse) sneeuwsituatie levert vrijwel geen bijdrage aan de afvoeren. Zwitserse Meren Het peil van de meeste Zwitserse stuwmeren ligt iets boven het langjarig gemiddelde. Een maat hiervoor is de z.g. Füllungsgrad die normaal rond deze tijd 30%-40% bedraagt en op dit moment 32% is. Maatgevend voor de Rijnafvoer is de afvoer vanuit de Bodensee. De huidige stand van de Bodensee ligt op het langjarig gemiddelde voor de maand juni. Op basis van de weersverwachting zal het peil van de Bodensee in de komende week licht stijgen. Droogtemonitor nr. 4, 15 juni 2015: bijlage voor waterprofessionals Pagina 3 van 12

4 Figuur 5: Waterstandsverloop Bodensee, station Romanshorn met langjarig gemiddelde, maximale en minimale waarden [Bron: Bundesamt für Umwelt, Bern] Actuele afvoersituatie In een normaal jaar bedraagt het aandeel vanuit de Alpen aan de totale afvoer van de Rijn in juni ca. 65%, op dit moment is dit aandeel 87%. Wat hoger is dan het langjarig gemiddelde voor deze maand. Dit wordt veroorzaakt door de regenval in Zwitserland. De afvoer van de Rijn bij de uitstroming uit de Bodensee bedraagt 566 m3/s, wat ligt op het gemiddelde voor half juni. Figuur 6: Afvoerverloop Lobith/Rijn Afvoerverwachting (15 juni 22 juni) De afvoer van de Rijn is vorige week gestegen tot circa 1900 m3/s. Op basis van verwachte neerslag zal de afvoer naar verwachting de komende week op dit niveau blijven. Droogtemonitor nr. 4, 15 juni 2015: bijlage voor waterprofessionals Pagina 4 van 12

5 Afvoerverwachting (22 juni 29 juni) Op basis van de meteorologische verwachting wordt een lichte daling van de afvoer verwacht. Conclusie Door de regenval in het zuidelijk deel van het Rijnstroomgebied blijft de afvoer komende periode op peil, iets onder het langjarig gemiddelde. De basisafvoer is normaal. Alles overziend geeft het Rijngebied een gemiddeld beeld. De kans op droogteproblemen is deze zomer gemiddeld. Er worden in de komende periode geen problemen verwacht met de watervoorziening uit de Rijn. Maas De Maas is een snel reagerende regenrivier. Invloed van sneeuw op de afvoer van de rivier is er alleen in de winter. Anders dan bij de Rijn neemt de afvoer in het voorjaar niet toe door het smelten van sneeuw en gletsjers in het brongebied. Het stroomgebied van de Maas kent geen grote watervoorraden in de vorm van gletsjers en stuwmeren. Omdat het water in een groot deel van het stroomgebied snel wordt afgevoerd, kan de basisafvoer relatief klein worden in een periode zonder neerslag. Actuele afvoersituatie Het jaar 2015 is begonnen met verhoogde afvoeren door de vele neerslag die gevallen is in het begin van het jaar. Ook aan het eind van de maand februari was de afvoer verhoogd, waarbij sneeuwsmelt een belangrijke rol speelde. Vanaf begin maart is de afvoer gedaald. De afvoer te St. Pieter schommelde de afgelopen week tussen de 25 en 130 m3/s en bedraagt op 15 juni 58 m3/s, een lager dan gemiddeld niveau voor de tijd van het jaar. De uitgangsituatie voor de zomer van 2015 is hiermee lager dan gemiddeld. Op basis van de weersverwachting voor de aankomende week blijft de afvoer op het huidige niveau. Figuur 7: Afvoerverloop Luik/Maas Conclusie Er worden in de komende periode geen problemen verwacht met de watervoorziening uit de Maas. Droogtemonitor nr. 4, 15 juni 2015: bijlage voor waterprofessionals Pagina 5 van 12

6 Grondwater De grondwatervoorraad is in het grootste deel van Nederland aan de lage kant. Uit de in de provincies Gelderland en Noord-Brabant beschikbare actueel waargenomen freatische grondwaterstanden is af te leiden dat de freatische grondwaterstand momenteel onder het meerjarig gemiddelde ligt (figuur 1, 2 en 3). Traag reagerende grondwatersystemen zoals de hoog gelegen delen van de Veluwe laten lagere grondwaterstanden zien dan langjarig gemiddeld, hier werken de droge jaren 2013 en 2014 nog door in de grondwaterstanden (figuur 4). Gemiddeld genomen zet tegen het einde van het voorjaar de daling van de freatische grondwaterstanden door, als gevolg van een afname van de neerslag en een stijging van de temperatuur. De komende dagen is het droog met temperaturen iets boven normaal, daarna volgt een overgang naar koel en wisselvallig weer. Voor het grondwater betekent dit waarschijnlijk de eerst een verdere daling van de freatische grondwaterstand, waarna de grondwaterstand zal stabiliseren. Figuur 8.1: Karakteristieke tijdreeks van een meetpunt in Noord-Brabant in 2015; donkerblauw: 25 e -75 e percentiel, lichtblauw: 10 e -25 e en 75 e -90 e percentiel (Boxtel, De Kampina B51A ; bron: Figuur 8.2: Karakteristieke tijdreeks van een meetpunt in het centrale deel van Oost Gelderland in 2015; blauw: 25 e -75 e percentiel, grijs: 10 e -25 e en 75 e -90 e percentiel (Zelhem, B41A0192; bron: Figuur 8.3: Karakteristieke tijdreeks van een meetpunt in het zuidelijk deel van de IJsselvallei in Gelderland in 2015; blauw: 25 e -75 e percentiel, grijs: 10 e -25 e en 75 e -90 e percentiel (Brummen, B33G0372/33GL9-001; bron: Figuur 8.4: Karakteristieke tijdreeks van een meetpunt in Gelderland in 2015; blauw: 25 e -75 e percentiel, grijs: 10 e -25 e en 75 e -90 e percentiel (Otterlo, B33C ; bron: Droogtemonitor nr. 4, 15 juni 2015: bijlage voor waterprofessionals Pagina 6 van 12

7 Waterkwaliteit De watertemperaturen van de Rijn bij Lobith en in de Maas bij Eijsden waren vanmorgen respectievelijk 21 en 19,8 graden Celsius. Gelet op de weersverwachting kunnen de watertemperaturen in de komende 10 dagen licht toenemen. Landelijk gezien neemt de kans op het optreden van blauwalgenbloei en botulisme toe, vooral in ondiep en stilstaand water. Op enkele locatie treedt vissterfte op door zuurstoftekort, zie onder Regionaal Waterbeeld voor meer informatie. Figuur 9.1.: Watertemperatuur Lobith/Rijn (in graden Celsius) Figuur 9.2.: Watertemperatuur Eijsden/Maas (in graden Celsius) Droogtemonitor nr. 4, 15 juni 2015: bijlage voor waterprofessionals Pagina 7 van 12

8 Chloridegehalte De chloridegehalten in het hoofdwatersysteem worden gemonitord en zijn normaal voor de tijd van het jaar. Alleen in het Volkerak-Zoommeer wordt de norm regelmatig licht overschreden en wordt daarom extra doorgespoeld (zie ook Regionaal Waterbeeld, Zuid-West Nederland hieronder). Figuur 10 : Verloop van het chloridegehalte (mg Cl - /l) bij enkele locaties in het benedenrivierengebied. Droogtemonitor nr. 4, 15 juni 2015: bijlage voor waterprofessionals Pagina 8 van 12

9 Regionaal waterbeeld Noord-Nederland De afvoer van de IJssel bij Olst is op 15 juni is 341 m3/sec. Dit is een ruime afvoer in de zomerperiode overeenkomend met 2,5 cm waterschijf per dag op het IJsselmeer. Het debiet van Olst zal tenminste de komende 2 weken ook genoeg water aanvoeren naar het IJsselmeergebied. De spui bij de Afsluitdijk is ongeveer 170 m3/sec per dag. Het peil van het IJsselmeer -21, markermeer -17,5, Veluwerandmeren -11 in cm ten opzichte van NAP. Door weinig neerslag zijn de Veluwerandmeren gedaald. De situatie wordt nauwlettend gevolgd, vooralsnog vindt geen waterinlaat plaats naar de Veluwerandmeren. Het neerslagtekort is merkbaar in de regio. De situatie is verslechterde in de afgelopen 2 weken, maar er zijn geen problemen. De beregening in diverse gebieden neemt toe, steeds meer soorten gewassen worden beregend, maar er is voldoende water beschikbaar. De grondwaterstanden in de regio zijn weer iets verder gedaald t.o.v. 2 weken geleden. De inlaat naar de regio/waterschappen begint verder toe te nemen en afvoeren nemen verder af. Er worden voorbereidingen getroffen om de inlaat mogelijk te maken voor de boezem van Noord West Overijssel, inzet is afhankelijk van de neerslag in de komende tijd. Wetterskip Fryslân geeft aan dat er wat scheurtjes beginnen te komen in kaden (regionale waterkeringen) Geen blauwalgproblemen in het IJsselmeergebied, er worden bij de stranden weinig tot geen blauwalgcellen gemeten. Bij de waterschappen in de regio zijn 7 waarschuwingen/negatieve zwemadviezen afgegeven (Friesland 1, Groningen 5, NH 1). Het chloridegehalte in het IJsselmeer is normaal en zal de komende 4 weken ook geen problemen opleveren, Andijk is <100 mg/l. Twenthekanalen en Gelderland De afvoer bij Lobith is op dit moment nog voldoende. De afvoer bedraagt ca m3/s en blijft naar verwachting de komende dagen stabiel. In het hoofdwatersysteem doen zich geen bijzonderheden voor. Het aanbod is met deze afvoer voldoende, in de vraag naar de regio kan worden voorzien. Bij sluis Eefde zijn twee noodpompen in gebruik, vanwege de geplande renovatie van het complex. De watertemperatuur van de Rijn is wat gestegen naar 20C. De temperatuur van de Twenthekanalen ligt zoals gebruikelijk wat hoger, rond de 23C. De waterkwaliteit van het hoofdwatersysteem is normaal. Regionaal ontstaan wel problemen door de langdurige beperkte regenval. Gemiddeld is er nog voldoende om aan de watervraag te kunnen voldoen, daar waar aanvoer mogelijk is. Geprobeerd wordt maximaal in te laten. De grondwaterstanden zakken verder weg, beken en weteringen dalen in afvoer. De verwachting is dat dit de komende weken doorzet. Ook overig oppervlaktewater neemt af, mogelijk zijn er beregeningsregelingen nodig. Er zijn inmiddels wat problemen met zuurstofgebrek bij vissen ontstaan in het beheergebied van Vechstromen (Stakenbeek/Oldenzaal). Ook neemt de kans op blauwalg en botulisme toe. In overleg met provincie Zuid-Holland wordt bekeken of het schutten van de scheepvaartsluizen bij Gorinchem en Vianen beperkt kan worden. West-Midden-Nederland De zoetwatervoorziening binnen West-Midden verloopt nog zonder grote problemen. In Rijnland is de watervraag groot, vanwege het oplopende neerslagtekort en het benodigde doorspoelen ter bestrijding van verzilting. Het waterpeil in de boezem is hier tijdelijk lager dan het zomerpeil; er wordt extra water aangevoerd om rond het zomerpeil te komen. Ter beperking van het waterverlies uit de Lingeboezem heeft waterschap Rivierenland de provincie inmiddels verzocht om het schutten met de scheepvaartsluizen bij Gorinchem en Vianen enigszins te beperken; dus bij voorkeur schuttingen met meerdere schepen tegelijk. Droogtemonitor nr. 4, 15 juni 2015: bijlage voor waterprofessionals Pagina 9 van 12

10 Het neerslagtekort is in Rijnland en Delfland inmiddels opgelopen tot ca. 150 mm. Dit vormt een reden waarom in Rijnland en Delfland nu kade- en keringsinspecties worden uitgevoerd. Op sommige locaties doen zich problemen voor met de waterkwaliteit. In de provincie Zuid-Holland zijn een aantal waarschuwingen afgegeven voor zwemwaterlocaties (zie waaronder locaties met mogelijke ontwikkeling van blauwalgen. Zuid-Oost Nederland Op het hoofdwatersysteem Maas & kanalen is nog voldoende water beschikbaar om alle belangen van water te voorzien. Om aan de vraag te voldoen wordt op de Maas volop water gebufferd en gestuurd op maximale waterstanden. Door noodzakelijke werkzaamheden in Vlaanderen is de aanvoer van Maaswater naar de Midden-Limburgse en Noord-Brabantse kanalen in week 25 en 26 gedurende de dag beperkt. Met inzet van de pompgemalen in Panheel is er naar verwachting voldoende water beschikbaar. Voor wat betreft de temperatuur is de situatie normaal. Lage waterstanden in het hoofdwatersysteem zorgen dat Waterschap Brabantse Delta op enkele locaties moeilijker water kan inlaten. Hierdoor kan mogelijk niet overal voldaan worden aan de vastgestelde zomerpeilen. In de regio is het nog altijd relatief droog. De beperkte neerslag van afgelopen week heeft hier weinig verandering in gebracht. Naar verwachting zal het neerslagtekort verder toenemen. Waar mogelijk staan stuwen in de hoogste stand en wordt de wateraanvoer zover mogelijk opgevoerd. De grondwaterstanden zijn momenteel nog vrij gemiddeld, maar wel zakkende. Het aantal onttrekkingsverboden uit oppervlaktewater is verder toegenomen en verdere uitbreiding ligt in de lijn der verwachting. Het aantal blauwalg locaties is iets toegenomen. Zuid-West Nederland Het Volkerak-Zoommeer wordt nu doorgespoeld met 45 m3/s. De waterschappen hebben de peilen opgezet waar mogelijk. Waterschap Brabantse Delta kondigt vandaag een onttrekkingsverbod af voor enkele gebieden en verwacht dit uit te moeten breiden aangezien het moeilijker wordt om water in te laten vanwege dalende waterstanden. Sinds vorige week wordt de zoutnorm (450 mg Cl/l) van het Volkerak-Zoommeer regelmatig licht overschreden en wordt er vrijwel continu (extra) water uit het Hollandsch Diep via de Volkerakspuisluizen ingelaten (etmaalgemiddeld 45 m3/s). Waterschap Brabantse Delta heeft op zes geïsoleerde locaties blauwalg geconstateerd. Waterschap Scheldestromen heeft voor enkele gebieden een onttrekkingsverbod afgekondigd en meldt verder enkele dode karpers en natuurlijke verzilting door weinig neerslag. Er worden voor de komende tijd geen grote veranderingen verwacht. Droogtemonitor nr. 4, 15 juni 2015: bijlage voor waterprofessionals Pagina 10 van 12

11 Figuur 11. Nederland is ingedeeld in zes regionale droogte regio s. RDO staat daarbij voor regionaal droogteoverleg. Droogtemonitor nr. 4, 15 juni 2015: bijlage voor waterprofessionals Pagina 11 van 12

12 Droogtemonitor nr. 4, 15 juni 2015: bijlage voor waterprofessionals Pagina 12 van 12