ONDERZOEK NAAR DE VERKEERSONVEILIGHEID IN WOONGEBIEDEN
|
|
- Tessa Bakker
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ONDERZOEK NAAR DE VERKEERSONVEILIGHEID IN WOONGEBIEDEN Een beoordeling van recente literatuur ten behoeve van het demonstratieproject Herindeling en herinrichting van stedelijke gebieden (in de gemeenten Eindhoven en Rijswijk) R Drs. J.H. Kraay & Ir. F.C.M. Wegman Voorburg, oktober 1980 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV
2 -2- INHOUD I. Doel van de literatuurstudie 3 2. Beleidsuitspraken 5 3. Uitgangspunten voor onderzoek 7 4. Omvang en aard van de verkeersonveiligheid in woongebieden I Stand van zaken van het onderzoek Ongevallenonderzoek Onderzoek naar het verkeersgedrag Onderzoek naar subjectieve aspecten van de verkeersonveiligheid IS Aanbevelingen 19 Literatuur 22 Tabellen 27
3 -3- I. DOEL VAN DE LITERATUURSTUDIE Reeds in 1978 heeft de SWOV in het kader van de demonstratieprojecten Herindeling en herinrichting van stedelijke gebieden een literatuuroverzicht samengesteld (Kraay e.a., 1978). Dit overzicht kon niet gericht zijn op de specifieke problemen bij de demonstratieprojecten, omdat geen analyse was gemaakt van de verkeersonveiligheidsproblemen. In haar onderzoeksopzet heeft de SWOV daarom aangekondigd een uitgebreide state-of-the-art over de problemen te maken. Het is echter niet geheel mogelijk gebleken dit te realiseren. Ongevallengegevens worden niet onderscheiden naar verkeersruimten en woon- of verblijfsgebieden, zodat een nadere analyse van de ongevallen in woongebieden onmogelijk was. Daardoor konden ongevalskenmerken niet worden gerelateerd aan omgevingskenmerken. Wel is recentelijk een internationaaloverzichtsrapport over verkeersveiligheid in woongebieden verschenen (OECD, 1979), dat uit de volgende onderdelen bestaat: - een beschrijving van de omvang en de aard van het verkeersonveiligheidsprobleem in woongebieden; - een inventarisatie van toegepaste maatregelen, zowel voor oude als voor nieuwe woongebieden; - een evaluatie van nieuwe principes en benaderingen; - een evaluatie van mogelijke maatregelen; - conclusies en aanbevelingen voor activiteiten t.b.v. zowel bestuurders als bewoners; - een overzicht van leemten in kennis en voorstellen voor vervolgonderzoek. De voor de demonstratieprojecten Herindeling en herinrichting van stedelijke gebieden meest relevante zaken uit de OECD-studie zijn in dit literatuuroverzicht opgenomen en aangevuld met gegevens uit de meest recente binnen- en buitenlandse literatuur. Nederlandse studies hebben daarbij extra aandacht gekregen. Er worden in dit overzicht alleen onderzoekingen besproken die betrekking hebben op maatregelen aan de infrastructuur. Onderzoekingen die een
4 -4- directe sociale gedragsbeïnvloeding beogen, komen dus niet aan de orde. Vanwege het geringe aantal onderzoekingen en de nogal uiteenlopende kwaliteit mogen op basis van dit rapport nog geen harde uitspraken worden verwacht.
5 -5-2. BELEIDSUITSPRAKEN Uitspraken van de regering over de besteding van gelden en over aandachtsgebieden voor het verkeersveiligheidsbeleid zijn te vinden in het Meerjarenplan voor het personenvervoer (1975) en het Beleidsplan voor de verkeersveiligheid (1975). Het Meerjarenplan voor het personenvervoer (MPP, 1975) legt de nadruk op het bevorderen van de verkeersveiligheid en op het tegengaan van een verslechtering van het woon- en leefmilieu. Een van de mogelijkheden waaraan gedacht wordt om deze doelstellingen te bereiken is het (her)indelen van stedelijke gebieden in meer duidelijke verblijfsgebieden en verkeersruimten. Deze gedachte is geopperd in het interimrapport van het Interdepartementale Werkgroep Verkeersveiligheid Woongebieden (VRO, 1974). In het Beleidsplan voor de verkeersveiligheid (BVV) wordt duidelijke prioriteit toegekend aan de verbetering van de verkeersleefbaarheid binnen de bebouwde kom, teneinde de verkeersveiligheid te bevorderen. Hierbij dient de aandacht vooral uit te gaan naar het langzaam verkeer. Een meer uitgebreide analyse van deze regeringsnota's is o.a. te vinden in Heeger (1979). De vraag is nu in hoeverre de zojuist aangehaalde regeringsuitspraken een rol van betekenis spelen bij de planvorming op provinciaal en gemeentelijk niveau. Een analyse hiervan heeft nog niet plaatsgevonden, maar de indruk bestaat wel dat de herindelingsgedachte meer en meer terug te vinden is in bestemmings-, uitbreidings- en verkeerscirculatieplannen. Meer specifieke beleidsuitgangspunten voor de inrichting van steden en dorpen zijn geformuleerd in het eindrapport van de Interdepartementale Werkgroep Verkeersveiligheid Woongebieden (VRO, 1978). Deze uitgangspunten zijn vertaald in vier doelstellingen die in het eindrapport nader zijn uitgewerkt: I. Steden en dorpen dienen zodanig te zijn ingericht dat, waar mogelijk, het openbare gebied als verblijfsgebied kan worden gebruikt.
6 -6-2. Stromen rijverkeer die hinderlijk zijn voor verblijfsactiviteiten dienen deugdelijk te zijn afgescheiden van voetgangersverkeer en over aparte wegen/weggedeelten te worden geleid. 3. Tussen de verblijfsgebieden dienen directe verbindingen te bestaan die veilig en gerieflijk zijn voor voetgangers, fietsers en bromfietsers en passen in een dicht netwerk van, voor deze verkeersdeelnemers, aantrekkelijke wegen en paden dat de gehele gemeente omvat. 4. Parkeren dient slechts te zijn toegestaan waar en voor zover het de verwezenlijking van andere doelstellingen niet in de weg staat.
7 -7-3. UITGANGSPUNTEN VOOR ONDERZOEK De laatste jaren legt de centrale overheid sterk de nadruk op zogenaamde demonstratieprojecten op het gebied van verkeer en vervoer. De redenen voor deze aanpak zijn dat de kosten van maatregelen op landelijke schaal relatief hoog en de baten veelal onzeker zijn. Met het opzetten van demonstratieprojecten (ook wel experimenten genoemd) hoeft een bepaald beleid niet direct op grote schaal in werking te worden gesteld; er wordt gestart met een experiment op kleine schaal voor een beperkte periode om te zien of het werkt en hoe het werkt. Onderzoek is hierbij essentieel. De onderzoeksproblemen die zich voordoen zijn tweeledig: - het probleem om bij verkeersveiligheidsonderzoek in woonbuurten controlegebieden te kunnen kiezen; deze controle wordt verricht om de ontwikkeling in de verkeersonveiligheid te kunnen vaststellen als de maatregel niet zou zijn genomen; - het probleem om onderzoeksresultaten vanuit de onderzoeksgebieden te kunnen generaliseren naar andere woonbuurten. Een typologie van woonbuurten zou gebruikt kunnen worden bij het kiezen van controlegebieden en het generaliseren van uitspraken. Daarom heeft de SWOV aan het Instituut voor Stedebouwkundig Onderzoek opdracht gegeven een literatuurstudie uit te voeren (Koning e.a., 1980). Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van de zogenaamde Experimenten in verblijfsruimten. Een analyse van de traditionele verkeers- en vervoersonderzoeken, tijdsbestedingsonderzoeken en verplaatsingsonderzoeken leverde nog geen aanknopingspunten op om tot zo'n typologie te komen. Bij onderzoek in woongebieden speelt ook de vraag een rol, in hoeverre de bestaande onderzoekmethoden toereikend zijn. Bij de kleine aantallen letselongevallen in woongebieden (en naar verwachting ook in de demonstratieprojecten Herindeling en herinrichting van stedelijke gebieden) zal het nauwelijks mogelijk zijn om effecten van maatregelen op korte termijn statistisch verantwoord aan te tonen (zie ook OECD, 1979). Er wordt voortdurend gezocht naar vervangende en aanvullende maten voor ongevallen, zoals verkeers-
8 -8- gedrag en conflicten of bijna-ongevallen. De hiervoor benodigde meettechnieken zijn echter nog niet voldoende ontwikkeld om al te worden toegepast in evaluatiestudies. Bovendien is het nog zeer de vraag of er een vaste relatie bestaat tussen die vervangende maten en ongevallen. Dit neemt echter niet weg dat die maten gebruikt kunnen worden om een deel van het verkeersonveiligheidsprobleem te verklaren, althans meer inzichtelijk te maken. Ook in het kader van de demonstratieprojecten Herindeling en herinrichting van stedelijke gebieden worden pogingen ondernomen om meettechnieken voor "kleinschalig" onderzoek te ontwikkelen. Een voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van een conflictobservatietechniek. In het demonstratieproject Stedelijke fietsroutes wordt een instrument ontwikkeld om het verkeersgedrag van fietsers en bromfietsers vast te leggen in hun interactie met het overige verkeer (Van der Horst & Symonsma, 1978). Bij het meten van de verkeersonveiligheid in woongebieden, bij het vergelijken van gebieden of bij het bepalen van de effecten van maatregelen, wordt de verkeersonveiligheid als volgt omschreven: het geschatte aantal ongevallen, onderverdeeld naar ernst, dat in een bepaald gebied in een bepaalde periode plaatsvindt. Naast de absolute aantallen ongevallen kunnen ook relatieve ongevallencijfers worden gehanteerd, d.w.z. ongevallen gerelateerd aan kenmerken van een gebied (oppervlakte, bebouwing, aantal voertuigen, aantal inwoners etc.) of aan verkeerskenmerken die een bepaald risico in zich bergen (afgelegde voertuigkilometers, aantal overstekende voetgangers, aantal links-af manoeuvres etc.). Voorbeelden van het meten van de verkeersonveiligheid in woongebieden zijn te vinden in het overzichtsrapport van de OECD (1979). Voor een nadere uitwerking van het meten van de verkeersonveiligheid van voetgangers en fietsers wordt verwezen naar Noordzij & Muhlrad (1979). De belangrijkste conclusies uit deze studie zijn: - het geven van prioriteiten aan probleemgebieden ten behoeve van het nemen van maatregelen dient gebaseerd te zijn op ongevallengegevens die continu worden verzameld; absolute ongevallengegevens
9 -9- dienen aangevuld te worden met expositiegegevens en berekeningen van relatieve ongevallencijfers; - onderzoek naar de oorzaken van ongevallen en naar maatregelen vereist meer gedetailleerde ongevallengegevens; gedragsobservaties kunnen hierbij van belang zijn; - korte- én lange-termijnevaluatie van de effecten van maatregelen dient te worden uitgevoerd met behulp van zowel metingen van het verkeersgedrag als ongevallenanalyses; bij de evaluatie moet met neveneffecten van de maatregel rekening worden gehouden; - evaluatie van de verkeersveiligheid van voetgangers en tweewielers dient zo analytisch en kwantitatief mogelijk te zijn alvorens tot generaliseren wordt overgegaan. Behalve aan verkeersongevallen of vervangende maten om de onveiligheid te meten kan bij onderzoek in woongebieden ook aandacht worden besteed aan andere aspecten van de verkeersleefbaarheid: - bijna-ongevallen en conflictueus verkeersgedrag; - gebeurtenissen in het verkeer die bij de bewoners aanleiding tot zorg geven; - meningen en ideeën van bewoners over het verkeersonveiligheidsprobleem in hun woonomgeving (OECD, 1979).
10 OMVANG EN AARD VAN DE VERKEERSONVEILIGHEID IN WOONGEBIEDEN Nederlandse ongevallengegevens worden niet onderscheiden naar verkeersruimten en woon- of verblijfsgebieden. Het maken van een probleemanalyse van de ongevallen in woongebieden is daardoor niet mogelijk. Om toch enig inzicht te krijgen in het probleem worden in dit hoofdstuk enkele cijfers uit binnen- en buitenlands onderzoek gepresenteerd. In het overzichtsrapport van de OECD (1979) wordt erop gewezen dat in woongebieden met name jonge en oudere voetgangers, alsmede fietsers onderwerp van studie en van maatregelen dienen te zijn. Tevens wordt gesteld dat in oudere woongebieden de relatieve ongevallencijfers hoger zijn dan in nieuwe woongebieden, hetgeen vooral voor kinderen het geval is. In Engeland is onderzoek verricht in zeventien woongebieden in vier verschillende steden. Daaruit bleek dat de ongevalskans van voetgangers beneden de zeventien jaar negen maal zo hoog was als van de middengroep en van voetgangers boven de zestig tweeëneenhalf maal zo hoog; 38% van de betrokkenen bij ongevallen waren jonge voetgangers (Russam, 1975). In Berlijn gebeurt 55% van de verkeersongevallen met kinderen in woonstraten. Waarbij wordt aangemerkt dat woonstraten driekwart van de totale lengte van het stedelijk wegennet uitmaken (Pfundt & Hülsen, 1977). In een studie in Rotterdam bleek, dat 49% van de ongevallen met kinderen plaatsvindt in straten met weinig verkeer, d.w.z. met minder dan 2000 voertuigen per dag (Goos & Van der Linden, 1975). In Groningen gebeurt de helft van de ongevallen met voetgangers tot 13 jaar op wegen met een intensiteit tussen de 200 en 250 motorvoertuigen per uur. Van de ongevallen met fietsers tot 13 jaar gebeurt de helft op wegen met een intensiteit tussen de 350 en 400 motorvoertuigen per uur (Bouwmeister, 1978). Volgens een studie van de Danish Council of Road Safety Research (1971) gebeuren er minder ongevallen met fietsers en bromfietsers in straten met weinig verkeer dan op doorgaande routes (zie tabel I).
11 -11- Brezina & Kramer (1970) kwamen tot dezelfde bevinding. Volgens de Deense studie geldt dit ook voor ongevallen met voetgangers, maar is voor auto-ongevallen het beeld omgekeerd. Het gaat hier om letselongevallen die over een periode van drie jaar gebeurden in een woongebied van ca. I km 2 in Kopenhagen.
12 STAND VAN ZAKEN VAN HET ONDERZOEK 5.1. Ongevallenonderzoek Het ongevallenonderzoek kan worden onderscheiden in twee typen: a. onderzoek naar de relatie tussen verkeersonveiligheid en gebiedskenmerken; b. onderzoek naar de effecten van maatregelen. Ten aanzien van de relatie tussen verkeersonveiligheid en kenmerken van de bebouwing, bevolking, weg- en verkeersstructuur in woongebieden, kunnen aan de hand van onderzoek de volgende conclusies worden getrokken: - Woonbuurten met een hoge bebouwingsdichtheid, oude woonbuurten, woonbuurten op een korte afstand van het stadscentrum vertonen een relatief grote verkeersonveiligheid. Buurten die veel winkels en scholen hebben en buurten waar weinig speelplaatsen voor kinderen zijn, kennen eveneens een relatief hoge verkeersonveiligheid (Van der Linden, 1974; Wegman, 1975; OECD, 1979; Pfundt e.a., 1977). - In woonbuurten met een hoge bevolkingsdichtheid en in buurten met veel jonge voetgangers is de verkeersonveiligheid relatief groot (OECD, 1979; Bennett & Marland, 1978; Bouwmeister, 1978). - Een ongedifferentieerd wegensysteem, een slechte scheiding van verkeerssoorten, relatief veel kruispunten en dus veel zijstraten per km weglengte, lange en smalle straten met complexe verkeerssituaties en wegen met een doorgaande functie beinvloeden de verkeersveiligheid nadelig. Een duidelijk positief effect op de verkeersveiligheid is gebleken van een scheiding van verkeerssoorten, doodlopende straten met aan het eind een voorziening om te keren, lusstraten, afgesloten straten en mini-rotondes (Van der Linden, 1974; Bennett & Marland, 1978; OECD, 1979; Wegman, 1975; pfundt e.a., 1975; Pfundt e.a., 1977). - Kenmerken van een verkeersstructuur zoals relatief veel verkeer, veel geparkeerde voertuigen en een hoge parkeerdichtheid hebben een negatieve invloed op de verkeersveiligheid (Wegman, 1978; Van der Linden, 1974).
13 -13- De belangrijkste bevindingen over de effecten van infrastructurele maatregelen zijn: - Een duidelijke differentiatie van wegen overeenkomstig hun verkeers-verblijfsfunctie leidt tot veiliger woongebieden (Pfundt e.a., 1975); - Het verdelen van het verkeer over een woongebied door middel van meerdere toegangswegen vanaf een rondweg is veiliger dan een verdeling vanuit een verkeersader van binnenuit (Pfundt e.a., 1975; Gunnarson, 1974); - Volledige scheiding tussen gemotoriseerd en voetgangers/fietsersverkeer gaat gepaard met lage ongevallencijfers (OECD, 1979). In een aantal landen wordt integratie van verkeerssoorten gepropageerd (woon- en winkelerven); op dit moment zijn hierover nog geen onderzoeksresultaten bekend. - Doodlopende straten zijn veiliger dan lusstraten en die zijn weer veiliger dan traditionele straten (OECD, 1979; pfundt e.a., 1975; Bennett & Marland, 1978; zie ook tabel 2). Bovenstaande infrastructurele maatregelen kunnen niet altijd worden uitgevoerd in oudere woon- en verblijfsgebieden. In deze situaties dient een benadering te worden toegepast waarbij het verkeersgedrag wordt belnvloed en de verkeersveiligheid wordt verhoogd binnen het bestaande wegennet. Deze benadering kent twee hoofddoeis tellingen: a. Het zoveel mogelijk weren van niet-bestemmingsverkeer uit de woonstraten en de buurtontsluitingsstraten. b. Het bevorderen van "aangepast" gedrag bij weggebruikers op de woon- en buurtontsluitingsstraten, die dus hun bestemming binnen het woongebied hebben. Uit alle publikaties over dit onderwerp blijkt dat het gewenst geacht wordt dat doorgaand verkeer uit de woongebieden wordt geweerd en gebundeld wordt op wegen buiten de directe woongebieden. Als dit niet mogelijk is, dient het doorgaande verkeer gebundeld te worden op straten binnen het gebied die daarvoor worden aangewezen. De nadelige effecten van het doorgaande verkeer in deze straten moet tot een minimum beperkt worden.
14 -14- Nadat dit probleem is opgelost, kan aan alle andere straten in het gebied zodanig vorm worden gegeven dat tot een aangepast verkeersgedrag wordt uitgenodigd en dat onaangepast gedrag onmogelijk wordt gemaakt. De maatregelen moeten bovendien de volgende doelstellingen hebben: - beperken van de mogelijkheden om het woongebied binnen te rijden; ontsluiten van het woongebied via een ontsluitingsweg; - bevorderen dat voetgangers en fietsers gebruik maken van de verbeteringen die zijn ontstaan doordat er aan het rijdende verkeer meer beperkingen zijn opgelegd (Kraay & Wegman, 1980). Bijzondere aandacht verdient nog het eindrapport van een onderzoek van pfundt e.a. (1979) dat is uitgevoerd in Noordrijn-Westfalen. Daar zijn in dertig woongebieden maatregelen getroffen om de straten veiliger, rustiger en mooier te maken. Deze gebieden zijn gekozen uit 130 voorstellen, waarbij de volgende criteria zijn gehanteerd: inwoners; - oppervlakte gebied maximaal 1 km 2 ; - ten minste vier straten waarbij zijstraat minstens 400 m lang moest zijn; - geen straten met doorgaand verkeer, geen straten met gemiddeld meer dan 500 mvt.luur, geen verkeerslichten in het gebied; - geen omvangrijke werkzaamheden aan de weg vóór of tijdens het nemen van de maatregelen. Uit ongevallenonderzoek blijkt dat het aantal ernstige letselongevallen in de woongebieden met meer dan de helft is afgenomen. In het controlegebied (heel Noordrijn-Westfalen binnen de bebouwde kom) bleek zich geen enkele verandering te hebben voorgedaan (tabel 3). Het totale aantal ongevallen in de woongebieden vertoonde een zwakkere daling. Ook in de invloedsgebieden nam het aantal ernstige letselongevallen af, zij het in veel mindere mate dan in de woongebieden.
15 -15- In de literatuur zijn weinig onderzoekingen te vinden over maatregelen die gericht zijn op het langzaam verkeer. Met name geldt dit voor onderzoek betreffende voorzieningen voor het (brom)fietsverkeer (Kraay e.a., 1978) Onderzoek naar het verkeersgedrag Gedragsstudies geven inzicht in de wijze waarop de verschillende weggebruikers zich gedragen in het verkeer. Ze laten tevens zien in hoeverre verkeersdeelnemers bepaalde genomen maatregelen accepteren of begrijpen. Hieruit kunnen ontwerpers leren hoe maatregelen in de praktijk uitwerken op het verkeersgedrag. Onderzoek in West-Duitsland geeft aan dat weggebruikers zich met meer respect voor andere weggebruikers gedragen in hun eigen woongebied dan op wegen die zuiver een verkeersfunctie hebben (OECD, 1979). Tot op heden zijn onderzoekers er niet in geslaagd om de relaties tussen bepaalde gedragsvormen en het ontstaan van ongevallen vast te stellen. Er bestaat intuïtief veelal een mening of gevoel over gewenst en ongewenst gedrag, maar die wordt zeker niet altijd bevestigd door ongevallengegevens. Een overzicht van de effecten van fysieke maatregelen op het verkeersgedrag in woongebieden is te vinden in OECD (1979). Kraay (1980) heeft een literatuurstudie verricht naar de effecten van verkeersdrempels. Uit deze studie blijkt dat verkeersdrempels de snelheid van het gemotoriseerde verkeer kunnen verlagen en het sluipverkeer kunnen verminderen. Een van de mogelijke aanduidingen voor het begrip verkeersonveiligheid is het bijna-ongeval. Het kan relevant zijn om bijnaongevallen te bestuderen omdat deze gebeurtenissen als zodanig voorkómen moeten worden of omdat bijna-ongevallen - die veel frequenter voorkomen dan ongevallen - als voorspeller van ongevallen gebruikt zouden kunnen worden. In de praktijk blijkt de definitie die men kiest voor bijna-ongeval of "ernstig conflict", sterk afhankelijk te zijn van het doel waarvoor de bijna-ongevallen gemeten worden. In de definities
16 -16- die gebruikt worden, komen gewoonlijk de volgende elementen voor: het type en de aard van de manoeuvre, de nabijheid van de voertuigen in tijd en afstand, de snelheden en de snelheidsveranderingen van de voertuigen, de betrokken categorieën verkeersdeelnemers. In de regel worden de conflicten onderscheiden in een aantal "ernstklassen". Als men wil weten in hoeverre bijna-ongevallen een voorspelling kunnen geven voor ongevallen, zullen op bepaalde plaatsen de relaties tussen ongevallen en bijna-ongevallen vastgesteld moeten worden. Een groot voordeel van conflictstudies is dat maar een relatief korte periode - een paar dagen - nodig is om voldoende gegevens te verzamelen. Dit betekent dat op korte termijn na de uitvoering van bepaalde maatregelen een nastudie kan worden uitgevoerd. Het blijft echter een praktisch probleem dat gebruik van de conflictmethode in vergelijking met ongevallenstudies veel mankracht en geld vergt. Een ongevallenstudie lijkt dan eerder in aanmerking te komen om antwoord te geven op de vraag welk gebied onveiliger is dan andere gebieden (OECD, 1979; Kraay, 1975). De meeste conflictobservatietechnieken zijn ontwikkeld voor toepassing op locaties (bijv. kruispunten), waarbij met name conflicten tussen voertuigen worden geobserveerd. Er is slechts één techniek bekend die geschikt is om conflictgedrag in woongebieden te observeren én uitspraken over de verkeersveiligheid kan doen Güttinger, 1979 en 1980). Deze techniek is echter nog niet gehanteerd om de effecten van maatregelen te evalueren Onderzoek naar subjectieve aspecten van de verkeersonveiligheid Gevoelens van bewoners over de onveiligheid van hun woongebied zijn gebaseerd op: ongevallen in het gebied, bijna-ongevallen en andere gebeurtenissen die hen bezorgd maken (zie o.a. Van der Colk, 1979). In het algemeen zullen gebeurtenissen die in de directe omgeving plaatsvinden voor een belangrijk deel hun beeld over de verkeersonveiligheid bepalen.
17 -17- Enkele Noordamerikaanse studies tonen aan dat het gevoel van verkeersonveiligheid afhankelijk is van variabelen als leeftijd, opleiding, gezinssamenstelling, enz., en van de verwachtingen die de bewoners van hun eigen woonbuurt hebben. Vastgesteld moet worden dat men voor het nemen van maatregelen niet kan volstaan met het uitsluitend vragen naar de verkeersbeleving van bewoners (als zijnde het verkeersveiligheidsprobleem) van een gebied. Er dient een relatie met feitelijke verkeersgedragingen gelegd te worden (OECD, 1979). Naar de beleving van woongebieden door verkeersdeelnemers is echter zeer weinig onderzoek verricht. Er zijn enkele onderzoekingen bekend over woonerven (Van Guns & Van Tuyl, 1979; Hendriks e.a., 1979; Slis & Keyzer, 1976). Ondanks het feit dat men het woonerf in het algemeen als prettig ervaart, is er kritiek op het niet juist gebruiken van voorzieningen (o.a. zandbak als kattebak) en op enkele fysieke voorzieningen (o.a. verkeersdrempels). Uit het onderzoek van Hendriks e.a. (1979) blijkt, dat de algemene beoordeling van het woonerf door de gebruikers (kinderen, bejaarden en moeders waarvan de kinderen vaak buiten spelen) positiever is dan van een traditionele woonbuurt. De beoordeling van het woonerf door automobilisten is niet zoveel positiever dan hun beoordeling van een traditionele woonbuurt. Uit dit onderzoek komt verder duidelijk naar voren, dat verschil in kennis over het woonerf tussen woonerfbewoners en niet-woonerfbewoners samengaat met de houding die men heeft ten opzichte van het woonerf. Weerstanden tegen het woonerf zijn voornamelijk gebaseerd op gebrek aan kennis. Een opvallend resultaat uit het onderzoek van Van Guns & Van Tuyl (1979), dat uitgevoerd werd in Eindhoven, is dat de bewoners vonden dat de menging van het rijdende verkeer met voetgangers en spelende kinderen nog niet goed verwezenlijkt was. Hiertoe zouden verdergaande maatregelen nodig zijn. Onderzoek naar de verkeersbeleving wordt ook uitgevoerd in het kader van de ministeriële beschikking Experimenten in verblijfs-
18 -18- ruimten. Onderzoek naar de belevingsaspecten van verschillende herinrichtingen op kleine schaal is nog gaande. Slechts van de Dorpsstraat in Zevenhuizen zijn de resultaten van een voor- en nastudie bekend (Stad en Landschap, 1975; Nijstad, 1978 en 1979). Uit na-onderzoek (Nijstad, 1978) bleek dat 68% van de ondervraagde personen de Dorpsstraat veiliger vond voor voetgangers dan vóór de reconstructie; 62% vond dat kinderen via de Dorpsstraat veel veiliger naar school konden dan vroeger; 54% vond de Dorpsstraat veiliger voor (brom)fietsers van vóór de reconstructie. Een tweede na-onderzoek in Zevenhuizen had ten doel de beleving van de herinrichting op langere termijn te bezien (Nijstad, 1979). Nu blijkt dat nog maar 63% van de ondervraagden de Dorpsstraat veiliger vindt voor voetgangers. Men verklaart dit uit de samenhang die er bestaat tussen de totale waardering en het aspect verkeersveiligheid; de totale waardering is teruggelopen van 77% naar 72% (DVV, 1979). Alle experimenten in het kader van de ministeriële beschikking Experimenten in verblijfsruimten zullen op een vergelijkbare wijze worden onderzocht.
19 AANBEVELINGEN Tussen de internationale werkgroep Traffic safety in residential areas (OECD, 1979) en de interdepartementale werkgroep Verkeersveiligheid woongebieden (1978) bestaat overeenstemming over de navolgende algemene principes voor de aanpak van de verkeersonveiligheid in woongebieden. Uit een oogpunt van verkeersveiligheid is een differentiatie van alle wegen in stedelijke gebieden naar verkeers-, verblijfs- en ontsluitingsfunctie een eerste essentiële stap die vooraf dient te gaan aan het invoeren van andere maatregelen. Maatregelen in woongebieden die ten doel hebben de leefbaarheid (waarvan de verkeersveiligheid een zeer belangrijk onderdeel is) te bevorderen, moeten de verblijfsfunctie centraal stellen zonder de bereikbaarheid van bestemmingen uit het oog te verliezen. Teveel snelrijdende voertuigen en intensief parkeren horen in woongebieden niet thuis. De leefbaarheid wordt het best bevorderd door infrastructurele of fysieke maatregelen, zo nodig ondersteund door wetgeving. Wettelijke maatregelen alleen hebben weinig effect, doordat niet voldoende kan worden toegezien op de naleving ervan. De maatregelen die genomen worden, moeten het hele woongebied betreffen en niet gericht zijn op enkele specifieke locaties. De kans op verschuiving van de'problemen wordt daarmee sterk gereduceerd. Maatregelen die bedoeld zijn om de verkeersveiligheid te vergroten, hebben meestal ook effect op andere aspecten van de leefbaarheid (lawaai, luchtverontreiniging enz.). Bij het evalueren van die maatregelen zullen deze aspecten daarom niet buiten beschouwing mogen blijven. Om de verkeersveiligheid in bestaande woongebieden te bevorderen worden de volgende aanbevelingen gedaan: - tegengaan van doorgaand verkeer c.q. sluipverkeer; - distribueren van het bestemmingsverkeer (bijv. door bepaalde straten aan te wijzen als buurtverzamelwegen); - beheersen van de motorvoertuigbewegingen in woonstraten;
20 aanleggen van voorzieningen voor voetgangers en fietsers en door de vormgeving stimuleren van een juist gebruik van deze voorzieningen. Gezien het kleine aantal onderzoekingen in woongebieden en de uiteenlopende kwaliteit ervan kunnen verder geen algemene aanbevelingen worden gedaan. Dit neemt echter niet weg dat bij het treffen van maatregelen rekening kan worden gehouden met de resultaten van deze onderzoekingen, die in hoofdstuk 6 zijn samengevat. Voor het opvullen van de leemten in kennis is allereerst een goede probleemanalyse nodig van de omvang en aard van de verkeersonveiligheid in woongebieden, waarbij gebruik moet worden gemaakt van enkele standaardmethodieken. Daarnaast zullen methoden en technieken ontwikkeld moeten worden om prioriteiten te kunnen stellen bij de aanpak van problemen en om de juiste maatregelen te kunnen kiezen. Met name wordt aandacht gevraagd voor methodieken voor korte-termijnonderzoek. Voorts wordt nader onderzoek aanbevolen naar de relaties tussen ongevallen, bijna-ongevallen, verkeersgedrag en gevoelens van bewoners over de verkeersonveiligheid in hun woongebied. In verband met de integratie van verkeerssoorten in o.a. woon- en winkelerven en in de schoolomgeving is onderzoek nodig naar het effect daarvan op de verkeersveiligheid. Onderzocht moet worden welke maxima er gesteld moeten worden aan de afmetingen van voertuigen in woongebieden. Deze maxima zijn medebepalend voor de inrichting van de woongebieden en daarmee ook voor de verkeersveiligheid. Het is eveneens gewenst onderzoek te doen naar de optimale afmetingen van woongebieden en dus naar de optimale afstand tussen verkeersaders. Er moet onderzoek verricht worden naar de omstandigheden waarin aparte voorzieningen voor fietsers en/of bromfietsers noodzakelijk dan wel ongewenst zijn. Er moet door middel van experimenten en onderzoek gezocht worden naar een goede oplossing voor bus routes in woongebieden.
21 -21- Een goede inspraak van bewoners bij het opstellen van maatregelen voor hun gebied is belangrijk. De gezichtspunten van de bewoners kunnen van groot belang zijn bij het herkennen van problemen en bij het zoeken naar oplossingen, samen met stedebouwkundige plannenmakers. Maatregelen kunnen daardoor later beter worden geaccepteerd door de bevolking. Doelmatigheidsanalyses zijn tot nu toe nauwelijks of niet uitgevoerd. De verantwoordelijke beleidsinstanties zullen echter willen weten hoe het rendement en de kosten van maatregelen zich tot elkaar verhouden, zodat ook dit aspect in de besluitvorming kan worden betrokken. Studies op dit gebied worden daarom aanbevolen.
22 -22- LITERATUUR Beleidsplan voor de verkeersveiligheid. Tweede Kamer der Staten Generaal, zitting , 13704, nrs Staatsuitgeverij, 's-gravenhage, Bennett, G.T. & Marland, J. (1978). Road accidents in traditionally designed local authority estates. TRRL Supplementary Report 394. TRRL, Crowthorne, Bouwmeister, R. (1978). Verkeersongevallen van kinderen t/m 12 jaar in de stad Groningen. Verkeerskundig Studiecentrum, Haren, Brezina, E. & Kramer, M. (1970). Au investigation of rider, bicycle and environmental variables in urban bicycle collision. Ontario Department of Transportation, Ottawa, Colk, H. van der (1979). Verkeersveiligheid in stedelijke gebieden: opinies van ouders en gedrag van kinderen. Verkeerskundig Studiecentrum Rijksuniversiteit Groningen, Haren, (W9/0Vv/79-14). Danish Council for Road Safety Research (1971). Accident rates in different street categories. Research memorandium 132. Kopenhagen, DVV (1979). Resultaten van het tweede na-onderzoek beleving herinrichting Dorpsstraat te Zevenhuizen. Berichten over verkeersveiligheid 1 (1979) 5 (okt.): 6. Guns, L. van & Tuyl, P. van (1979). Woonerven in Eindhoven. Onderzoek naar de ervaringen van bewoners in negen verschillende gebieden in Eindhoven met hun tot woonerf heringerichte straten. Deel 1: de onderzoeksopzet en de resultaten voor alle gebieden tezamen. Gemeente Eindhoven, Eindhoven, 1979.
23 -23- Goos, J.G. & Linden, H.R. van der (1975). Gedrag en verkeersonveiligheid bij kinderen. Verkeersdienst Rotterdam, Rotterdam, Gunnarson, S.O. (1974). Efforts to increase pedestrian safety through urban planning measures: Swedish experiences. Presented to 12th International Study Week (in) Traffic Engineering and Safety, Theme I, Beograd, Güttinger, V.A. (1979). Veiligheid van kinderen in woonwijken. Deel 3: Een onderzoek naar de geldigheid van de konfliktmethode. Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg NIPG-TNO, Leiden, (W9/0Vv/80-13). Güttinger, V.A. (1980). Met het oog op hun veiligheid. De ontwikkeling van een conflictobservatietechniek ter beoordeling van de verkeersveiligheid van woongebieden voor kinderen. Proefschrift. Universiteit van Amsterdam, Amsterdam, Heeger, H. P. (I 979). De proefproj ecten "Herindeling en herinrichting stedelijk gebied" in Eindhoven en Rijswijk. Verkeerskunde 30 (1979) 10: Hendriks, C., Knip, J. & Meijer, P. (1979). Een onderzoek naar de houding ten aanzien van woonerven. Vakgroep Sociale Psychologie. Rijksuniversiteit Leiden, Leiden, Horst, A.R.A. van der & Symonsma, R.M.M. (1978). Demonstratieproject Fietsroutes Den Haag en Tilburg. Studiegroep Vormgeving: ontwikkeling meetinstrumenten ten behoeve van gedragswaarnemingen. Instituut voor Zintuigfysiologie IZF-TNO, Soesterberg, Koning, G.J.; Gantvoort, J.Th.; Bovy, P.H.L. & Jansen, G.R.M. (1980). Invloed van buurtkenmerken op het verkeersgebeuren in woonbuurten. Een literatuurstudie t.b.v. een typologie van woonbuurten. Rapport nr. 33. Instituut voor Stedebouwkundig Onderzoek. TH Delft, Delft, 1980.
24 -24- Kraay, J.H. (1975). Een conflictobservatietechniek ten behoeve van de verkeersveiligheid in woonbuurten. Verkeerskunde 26 (1975) 5: Kraay, J.H.; Lind-Bart, E.; Hondel, M. van den (1978). Onderzoek naar effecten van maatregelen en voorzieningen met betrekking tot het verkeer en de verkeersveiligheid in stedelijke gebieden. Een literatuuroverzicht t.b.v. de Onderzoek- en realisatiegroepen Demonstratieproject Herindeling en herinrichting van stedelijke gebieden (in Eindhoven en Rijswijk). R Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV, Voorburg, (W9/0Vv/78-35). Kraay, J.H. (1980). De effecten van verkeersdrempels. Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV, Voorburg, Kraay, J.H. & Wegman, F.C.M. (1980). Verkeersveiligheid in woongebieden. Een samenvatting van kennis, inzicht en ervaring in verscheidende landen. Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV, Voorburg, Linden, H.R. van der (1974). Wijkstructuur en verkeersveiligheid. Verkeersdienst Rotterdam, Rotterdam, Meerjarenplan voor het personenvervoer (1975). Tweede Kamer der Staten-Generaal, zitting , 13711, nrs Staatsuitgeverij, 's-gravenhage, Noordzij, P.C. & Muhlrad, N. (1979). Data requirements and evaluation procedures. Symposium on Safety of Pedestrians and Cyclists. Organisation for Economic Co-operation and Development, Paris, Nijstad, J. (1978). De Dorpsstraat in Zevenhuizen. Sociaal-psychologische aspecten van het gebruik en de beleving van deze straat na herinrichting. Bureau Synthese, 's-gravenhage, 1978.
25 -25- Nijstad, J. (1979). De Dorpsstraat in Zevenhuizen. Eindmeting sociaal-psychologische aspecten van het gebruik en de beleving van deze straat na herinrichting. Bureau Synthese, 's-gravenhage, OECD (1979). Traffic safety in residential areas. Organisation for Economie Co-operation and Development, Paris, Pfundt, K.; Meewes, V. & Eckstein, K. (1975). Verkehrssicherheit neuer Wohngebiete. Mitteilungen der Beratungsstelle für Schadenverhütung Nr. 12. HUK-Verband, Köln, Pfundt, K. & Hülsen, H. (1977). Verkehrsunfälle in Berlin. Dnveröffentlichtes Manuskript. HUK-Verband, Köln, Pfundt, K.; Meewes, V. & Maier, R. (1977). Verkehrsberuhigung in Wohngebieten. Mitteilungen des Beratungsstelle für Schadenverhütung Nr. 14. HUK-Verband, Köln, Pfundt, K.; Meewes, V.; Maier, R. & Heuseh, H. (1979). Verkehrsberuhigung in Wohngebieten. Schlussbericht über den Grossversuch des Landes Nordrhein-Westfalen. Kirschbaum Verlag, Köln, Russam, K. (1975). Road safety of children in the D.K. TRRLreport 678. TRRL, Crowthorne, Slis, E.J. & Keyzer, H. Woonerven in Enschede. Gemeente Enschede, Enschede, Stad en Landschap (1975). Gemeente Zevenhuizen, reconstructie Dorpsstraat. Instituut Stad en Landschap van Zuid-Holland B.V., Rotterdam, VRO (1974). Verkeersleefbaarheid in steden en dorpen. Interdepartementale Werkgroep Verkeersveiligheid Woongebieden, Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, 's-gravenhage, 1974.
26 -26- VRO (1978). Eindrapport verkeersleefbaarheid in steden en dorpen. Interdepartementale Werkgroep Verkeersveiligheid Woongebieden, Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, 's-gravenhage, Wegman, F.C.M. (1975). Kinderen in Amsterdam, waar en hoe ze verongelukken. Verkeersbureau Amsterdam, Amsterdam, Wegman, F.C.M. (1978). Verkeersonveiligheid bij kinderen. Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV, Voorburg, 1978.
27 -27- wegtype fietsers bromfietsers voetgangers alle categorieën verkeersaders andere wegen 4,2 2,0 8,9 6,5 4,0 1, 1 1,2 0,8 8 Tabel 1. Aantalletselongevallen per 10 km, naar categorie verkeersdeelnemers en wegtype in de stad (bron: Danish Council of Road Safety Research, 1971).
28 -28- wegtype voetgangers overige verkeersdeelnemers afgesloten weg 4,06 2,60 met open einde 2,50 2,51 met 2 open einden 9,67 9,12 Tabel 2. Aantalletselongevallen per bewoners per jaar, naar weg type, voor voetgangers en overige verkeersdeelnemers (bron: Bennett & Marland, 1978).
29 -29- gebied alle ongevallen ongevallen met ernstig letsel woongebieden invloedsgebieden controlegebied Tabel 3. Geïndexeerde aantallen ongevallen in woongebieden, invloedsgebieden en controlegebied na het treffen van maatregelen in de woongebieden (voorsituatie 1976/77 = 100) (bron: Pfundt e.a., 1979).
VERKEERSLEEFBAARHEID: VERZOENEN VAN HET ONVERZOENLIJKE?
VERKEERSLEEFBAARHEID: VERZOENEN VAN HET ONVERZOENLIJKE? Bijdrage aan de Regionale Studiedag Verkeersleefbaarheid in steden en dorpen, op 27 maart 1981 te Beilen R-8]-23 Ir. F.C.M. Wegman Voorburg, maart
Nadere informatieVERKEERSVEILIGHEIDSONDERZOEK IN WOONGEBIEDEN
VERKEERSVEILIGHEIDSONDERZOEK IN WOONGEBIEDEN Lezing in het kader van de voordrachtenserie "Van woonerf naar woonwijk" van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, gehouden op 17 maart 1981 in het KIvI-gebouw
Nadere informatieHERINDELING EN HERINRICHTING VAN STEDELIJKE GEBIEDEN IN DE GEMEENTEN EINDHOVEN EN RIJSWIJK; ORGANISATIE EN AANPAK VAN HET ONDERZOEK
HERINDELING EN HERINRICHTING VAN STEDELIJKE GEBIEDEN IN DE GEMEENTEN EINDHOVEN EN RIJSWIJK; ORGANISATIE EN AANPAK VAN HET ONDERZOEK Lezing gehouden op 10 mei 1984 bij de Bundesanstalt für Strassenwesen
Nadere informatieR Ir. F.C.M. Wegman Voorburg, 1979 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV
DE VERKEERSVEILIGHEID IN STADSCENTRA EN VERBLIJFSGEBIEDEN Artikel Verkeerskunde 30 (1979) 7: 319 t/m 321 R-79-15 Ir. F.C.M. Wegman Voorburg, 1979 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid
Nadere informatieDERTIG KAN HET ANTWOORD ZIJN
DERTIG KAN HET ANTWOORD ZIJN Artikel Mensen op straat (1980) (Voorjaar): 27 R-80-13 Voorburg, 1980 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV -2- Inleiding Zal een verlaging van de maximumsnelheid
Nadere informatieR-89-25 Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV
SCHEIDING VAN VERKEERSSOORTEN IN FLEVOLAND Begeleidende notitie bij het rapport van Th. Michels & E. Meijer. Scheiding van verkeerssoorten in Flevoland; criteria en prioriteitsstelling voor scheiding van
Nadere informatieDE CONFLICTMETHODEj DE ONTWIKKELING VAN EEN MEETINSTR~NT
DE CONFLICTMETHODEj DE ONTWIKKELING VAN EEN MEETINSTR~NT Inleiding gehouden op de Informatiedag Conflictobservatietechnieken te 's-gravenhage, 30 mei 1984 R-84-18" J.H. Kraay, soc.drs. Leidschendam, 1984
Nadere informatieDE EFFECTEN VAN VERKEERSMAATREGELEN IN EINDHOVEN EN RIJSWIJK. Demonstratieproject Herindeling en herinrichting van stedelijke gebieden
DE EFFECTEN VAN VERKEERSMAATREGELEN IN EINDHOVEN EN RIJSWIJK Demonstratieproject Herindeling en herinrichting van stedelijke gebieden Artikel Verkeerskunde 36 (1985) 11: 506 tlm 510 R-85-31 Ir. S.T.M.C.
Nadere informatieVEILIGHEID; WISSELWERKING VAN DE VERSCHILLENDE FACTOREN VAN HET VOERTUIG, INFRASTRUCTUURt. VOERTUIGBESTUURDER, ECOSYSTEMEN
VEILIGHEID; WISSELWERKING VAN DE VERSCHILLENDE FACTOREN VAN HET VOERTUIG, INFRASTRUCTUURt. VOERTUIGBESTUURDER, ECOSYSTEMEN Bijdrage voor het XVII World Raad Congress, Sydney, Australië, 8-15 oktober 1983,
Nadere informatieKansen voor kwaliteit en leefbaarheid in de openbare ruimte
Kansen voor kwaliteit en leefbaarheid in de openbare ruimte Dielde Romte 1. Ontwikkelingen in verkeersbeleid Jarenlang is in het verkeerskundig denken voorrang gegeven aan de doorstroming van het gemotoriseerd
Nadere informatieUITWERKING EVALUATIE VERKEER OP DIJKWEGEN. Aanbevelingen voor verkeersveilige dijkwegen in Lingewaard
UITWERKING EVALUATIE VERKEER OP DIJKWEGEN Aanbevelingen voor verkeersveilige dijkwegen in Lingewaard mei 2015 0 0.Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Aanbevelingen 3. Planning en kostenoverzicht 1 1. Inleiding
Nadere informatieWOONERVEN EN ENKELE ANDERE EXPERIMENTEN IN NEDERLAND. Artikel De Europese Gemeente 21 (1986) 2 (maart/april): 47 t/m 51
WOONERVEN EN ENKELE ANDERE EXPERIMENTEN IN NEDERLAND Artikel De Europese Gemeente 21 (1986) 2 (maart/april): 47 t/m 51 R-86-13 Drs. J.H. Kraay Leidschendam, 1986 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid
Nadere informatieR-82-3 Leidschendam, J982 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV
VERKEERSVEILIGHEID IN WOONWIJKEN Introductie voor het Nationaal Verkeersveiligheidscongres 1982, RAl-Congrescentrum Amsterdam, 21 en 22 april ]982. R-82-3 Leidschendam, J982 Stichting Wetenschappelijk
Nadere informatieEXPERIMENTEN IN VERBLIJFSRUIMTEN
EXPERIMENTEN IN VERBLIJFSRUIMTEN Verslag van onderzoek naar de effecten van infrastructurele maatregelen op verkeersongevallen R-84-50 J.H. Kraay, soc. drs. en ir. M.G. Bakker Leidschendam, 1984 Stichting
Nadere informatieR Drs. J.H. Kraay (SWOV) & Ing. A. van Winden (DVV) Leidschendam, 1985 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV
EVALUATIE VAN DE 30 KM/UUR-MAATREGEL Organisatie en aanpak van het onderzoek Artikel Verkeerskunde 36 (1985) 10 448 t/m 451, 456 R-85-30 Drs. J.H. Kraay (SWOV) & Ing. A. van Winden (DVV) Leidschendam,
Nadere informatieGEDRAGSBEiNVLOEDING VAN VERKEERSDEELNEMERS: VERKEERSREGELS, VOORLICHTING EN OPLEIDING
GEDRAGSBEiNVLOEDING VAN VERKEERSDEELNEMERS: VERKEERSREGELS, VOORLICHTING EN OPLEIDING Bijdrage symposium Sociale Verkeerskunde, Groningen - Haren, 27-29 november 1974. In: Michon, J.A. & Van der Molen,
Nadere informatieEvaluatie verkeersveiligheidseffecten 'Bromfiets op de rijbaan'
Ministerie van Verkeer en Waterstaat jklmnopq Adviesdienst Verkeer en Vervoer Evaluatie verkeersveiligheidseffecten 'Bromfiets op de rijbaan' Een onderzoek naar letselongevallen met bromfietsers een jaar
Nadere informatieFiguur 1: Wegencategorisering gemeente Vlissingen
Beleid Het verkeersbeleid van de gemeente is vastgelegd in het Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (GVVP). Het GVVP beschrijft het kader rondom bereikbaarheid- en verkeersveiligheidsvraagstukken binnen
Nadere informatieVoorspelbaar gedrag door herkenbare wegen. De Nederlandse aanpak
Voorspelbaar gedrag door herkenbare wegen De Nederlandse aanpak Voorspelbaar gedrag door herkenbare wegen De Nederlandse aanpak Robert Louwerse Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV
Nadere informatieR Mr. P. Wesemann Voorburg, 1981 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV
VERKEER LEVENSGEVAARLIJK VOOR OUDEREN Artikel Verkeerskunde 32 (J981) 10: 474 t/m 476 Artikel Mensen op straat (1981) 4 (oktober): 5 t/m 8 R-81-30 Mr. P. Wesemann Voorburg, 1981 Stichting Wetenschappelijk
Nadere informatiePOSITIE EN VOORRANGSREGELING VAN FIETSERS EN BROMFIETSERS OP ROTONDES "NIEUWE STIJL"
POSITIE EN VOORRANGSREGELING VAN FIETSERS EN BROMFIETSERS OP ROTONDES "NIEUWE STIJL" Een beknopte toelichting op en evaluatie van het rapport "Positie en voorrangsregeling van fietsers en bromfietsers
Nadere informatieWETENSCHAP IN DIENST VAN DE VERKEERSVEILIGHEID
WETENSCHAP IN DIENST VAN DE VERKEERSVEILIGHEID Artikel International Review of Applied Psychology 29 (1980) 4 (October): 542 tiro 546 (Nederlandse versie) R-80-18 Ir. E. Asroussen Voorburg, 1980 Stichting
Nadere informatieHerinrichting komtraverse Midwolda - Oostwold Principe-uitwerkingen. 23 januari 2008 Eindrapport 9R8910.A0
Herinrichting komtraverse Midwolda - Oostwold Principe-uitwerkingen 23 januari 2008 Eindrapport 9R8910.A0 Documenttitel Herinrichting komtraverse Midwolda - Oostwold Principe-uitwerkingen Verkorte documenttitel
Nadere informatieAan de gemeenteraad, Vergadering: 21 november 2006. Agendanummer: 9
Vergadering: 21 november 2006 Agendanummer: 9 Status: hamerstuk Behandelend ambtenaar F. Hoogheem, 0595-447780 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. F. Hoogheem) Aan de gemeenteraad, Onderwerp: Evaluatie
Nadere informatieR-85-48 Drs. R.D. Wittink Leidschendam, 1985 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV
PROCEDURE VOOR HET VOORSPELLEN VAN DE EFFECTEN VAN VERKEERSMAATREGELEN TEN BEHOEVE VAN HET MILIEU OP DE VERKEERSVEILIGHEID (in verband met de wijziging van artikel 2 van de Wegenverkeerswet) R-85-48 Drs.
Nadere informatieLETSELPREVENTIE-ONDERZOEK: SYMPTOOMBESTRIJDING OF NOODZAAK?
LETSELPREVENTIE-ONDERZOEK: SYMPTOOMBESTRIJDING OF NOODZAAK? Inleiding ter gelegenheid van het bezoek van Staatsecretaris Drs. J. F. Scherpenhuizen aan het Instituut voor Wegtransportmiddelen TNO op 25
Nadere informatieOPZET VOOR EEN ONGEVALLEN STUDIE VAN 30 KM/UUR-GEBIEDEN EN VOOR DE INTEGRATIE VAN DE ONDERZOEKRESULTATEN
OPZET VOOR EEN ONGEVALLEN STUDIE VAN 30 KM/UUR-GEBIEDEN EN VOOR DE INTEGRATIE VAN DE ONDERZOEKRESULTATEN Voorstel ingediend bij de Onderzoekbegeleidingsgroep Beschikking Rijksbijdragen Experimenten in
Nadere informatieDE (BROM)FIETSER EN DE VERKEERSVEILIGHEID
DE (BROM)FIETSER EN DE VERKEERSVEILIGHEID Inleiding voor het congres "De (brom)fietser en zijn voorzieningen" op 16 december 1977 in de Stadsschouwburg te Tilburg R-77-19 Drs. P.C. Noordzij Voorburg, december
Nadere informatieProject Sint-Pancras. Veiligheidsnotitie. Naam: Erik de Boer Klas: V2A Studentnummer:
Project Sint-Pancras Veiligheidsnotitie Naam: Erik de Boer Klas: V2A Studentnummer: 182265 1 Inhoudsopgave Bladzijde Algemene inleiding 3 Veiligheidsnotitie Sint-Pancras 4 Hoofdstructuur 5.1. Verkeersstructuur
Nadere informatieBEOORDELINGSCRITERIA FIETSOVERSTEEK EIKENLAAN. Algemeen
BEOORDELINGSCRITERIA FIETSOVERSTEEK EIKENLAAN Algemeen Met het uitvoeren van het monitoringsplan wordt het functioneren van de fietsoversteek in de verschillende situaties in beeld gebracht, namelijk in
Nadere informatieVerkeersveiligheidsanalyse Bommenweg Dreef (Wadenoijen, Gemeente Tiel) 28 juli 2017
Verkeersveiligheidsanalyse Bommenweg Dreef (Wadenoijen, Gemeente Tiel) 28 juli 2017 Aanleiding In de afgelopen jaren hebben een aantal verkeersincidenten op het kruispunt Bommelweg Dreef plaatsgevonden.
Nadere informatieHerinrichting Beusichemseweg. Binnen bebouwde kom t Goy
Binnen bebouwde kom t Goy Programma 19.45 Inloop 20.00 Opening door Wethouder Kees van Dalen 20.15 Toelichting verkeerskundigen 20.45 Kosten 20.50 Informatie aan tafels en invullen formulieren 21.25 Slotwoord
Nadere informatieR-88-7 J.H. Kraay (SWOV) & A.R.A. van der Horst (IZF-TNO) Leidschendam, 1988 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV
DE NEDERLANDSE CONFLCTOBSERVATETECHNEK "DOCTOR" Bijdrage cursus "Verkeersveiligheid, Beleid gebaseerd op kennis" van het Orgaan voor Postacademisch Onderwijs in de Vervoerswetenschappen en de Verkeerskunde
Nadere informatieVerkeersonderzoek. Kenmerken advies: www.meldpunt veiligverkeer.nl. Naam dossier: D1509 1512 3044 0384. Locatie: Gemeente Zwolle: Havezathenallee
Verkeersonderzoek www.meldpunt veiligverkeer.nl Kenmerken advies: Naam dossier: D1509 1512 3044 0384 Locatie: Gemeente Zwolle: Havezathenallee Datum uitgifte advies: Oversteekbaarheid fietsers en voetgangers
Nadere informatieHandhavingsorganisatie
Gemeente Den Haag Dienst Stadsbeheer Handhavingsorganisatie Uw brief van [Geanonimiseerd] Uw kenmerk Ons kenmerk BWT-00164VKZ18 Aantal bijlagen Datum 26 februari 2019 Onderwerp verkeersbesluit: Eisenhowerlaan,
Nadere informatieUitgangspunten voor een duurzaam-veilige wegenstructuur in de regio Den Haag
Uitgangspunten voor een duurzaam-veilige wegenstructuur in de regio Den Haag Lezing voor de Dienst Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling van de gemeente Den Haag in het Verkeersplanologisch Overleg op
Nadere informatieHET TOEPASSEN VAN VOORRANGSREGELINGEN
HET TOEPASSEN VAN VOORRANGSREGELINGEN R-89-57 Drs. P.C. Noordzij Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV - 2 - INHOUD Inleiding Hiërarchie Weg- en verkeerskenmerken
Nadere informatieVERKEERSCONFLICTEN ALS UITGANGSPUNT VOOR EEN METHODE VAN VERKEERSVEILIGHEIDSONDERZOEK
VERKEERSCONFLICTEN ALS UITGANGSPUNT VOOR EEN METHODE VAN VERKEERSVEILIGHEIDSONDERZOEK Een overzicht van de mogelijkheden en beperkingen van de conflictmethode Artikel Verkeerskunde 30 (1979) 5: 226 tlm
Nadere informatieEffect invoering 60 km-zone
- Definitief rapport - Gemeente Borger-Odoorn Projectomschrijving: Opdrachtgever: Projectnummer: Datum: Status: Projectleider: Akkoord projectleider: Gemeente Borger-Odoorn TC-BGO-04-001 14 april 2006
Nadere informatieUitwerking verkeersonderzoek Olst. Informatieavond. 16 mei 2018
Uitwerking verkeersonderzoek Olst Informatieavond 16 mei 2018 2 Agenda vanavond Aanleiding Verbeteren Leefbaarheid en Veiligheid in Olst Eerder onderzoek rondweg Olst Jan Hooglandstraat Twee varianten
Nadere informatieVerkeersonderzoek. Kenmerken advies: www.meldpunt veiligverkeer.nl
Verkeersonderzoek www.meldpunt veiligverkeer.nl Kenmerken advies: Naam dossier: >Hier komt de naam van dossier zoals in Meldpunt en wordt ingevoegd door meldpuntmedewerker< Locatie: Eenderparkweg in Ermelo
Nadere informatieInventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement
Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement Een overzicht van de beschikbare kennis Florence Bloemkolk, Henk Taale 21 juni 2018 Stedelijk verkeersmanagement: wat is het? CROW: Verkeersmanagement
Nadere informatieHoe verkeersveilig zijn fietsstraten? (VK 7/2013)
Hoe verkeersveilig zijn fietsstraten? (VK 7/2013) Fietsstraten getest aan Duurzaam Veilig-principes maandag 9 december 2013 12 reacties 676x gelezen Erik Mansvelder, Grontmij Rick Delbressine, TU Delft
Nadere informatieMemo. Verhouding auto-fiets 2015
Uit de verkeerstellingen van de gemeente blijkt dat op deel twee op een werkdag gemiddeld 1.400 1 motorvoertuigen rijden waarvan 4% a 5% vrachtverkeer betreft. Op deel drie rijden gemiddeld per werkdag
Nadere informatieTweede bewonersavond Traverse Heeswijk-Dinther Samen van provinciale weg naar dorpsstraat
Tweede bewonersavond Traverse Heeswijk-Dinther Samen van provinciale weg naar dorpsstraat Agenda 19.45 uur opening Wethouder Informatie halen Onderzoeken Visie - Ontwerpen Voorkeursontwerp 20.45 uur pauze
Nadere informatieBereikbaarheid woonwijken rondom Bentz-Berg
Bereikbaarheid woonwijken rondom Bentz-Berg Gemeente Vianen Status concept Opdrachtgever Gemeente Vianen Kenmerk GVi1715 Contactpersoon Hans Bomers Versie/revisie 2 Datum 18 januari 2018 Opdrachtnemer
Nadere informatieVluchtstrook als rijstrook ter betere benutting van autosnelwegen
Vluchtstrook als rijstrook ter betere benutting van autosnelwegen Implicaties voor de verkeersveiligheid D-95-21 Ir. F.C.M. Wegman Leidschendam, 1995 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid
Nadere informatieBELEVING VAN DE VERKEERSONVEILIGHEID VOOR EN NA DE INVOERING VAN VERKEERSMAATREGELEN
BELEVING VAN DE VERKEERSONVEILIGHEID VOOR EN NA DE INVOERING VAN VERKEERSMAATREGELEN Resultaten van een enquête in het kader van het Demonstratieproject Herindeling en herinrichting van stedelijke gebieden
Nadere informatieOnderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Verkeerskundige analyse Torenlaan
*1024661* Gemeenteraad Gemeente Hengelo Postbus 18 7550 AA Hengelo Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Verkeerskundige analyse Torenlaan 1010707 Geachte gemeenteraad, In de commissie Fysiek zijn vragen
Nadere informatie1 Achtergrond en vraagstelling
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieReactienota zienswijzen. Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord mei 2017
Reactienota zienswijzen Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord 2016 11 mei 2017 1. INLEIDING Voor het gebied Ammerzoden Noord, 2 e fase is een woningbouwplan in voorbereiding. In het woningbouwplan worden
Nadere informatieTijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie
Samenvatting Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie In dit proefschrift wordt een aantal studies gepresenteerd waarin tijdreeksanalyse wordt toegepast
Nadere informatieHet waterschap Fryslân verzoekt ons het eerder gegeven wateradvies te verwerken in de waterparagraaf. Dat is gedaan.
Door bewoners van een woning nabij de geplande rotonde is een aantal bezwaren aangedragen die kort en zakelijk samengevat, zie bijlage I betrekking hebben op de volgende punten: noodzaak, planning en veiligheid
Nadere informatieActualisatie GVVP Noordenveld
Actualisatie GVVP Noordenveld Periode 2007-2017 Definitief Gemeente Noordenveld Grontmij Nederland bv Haren, 1 november 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Aanleiding... 5 1.2 Doel... 5 1.3 Werkwijze...
Nadere informatieWegencategoriseringsplan. Reactie Belangengroep Dijk 10 april 2012
Wegencategoriseringsplan Reactie Belangengroep Dijk 10 april 2012 Wegencategoriseringsplan (WGP) 1. Wethouder Verheij doet onterecht voorkomen dat 1. Uitsluitend aantal auto s/etmaal bepalend is voor categorisering
Nadere informatieVerkeersveiligheid. in de buurt
Verkeersveiligheid in de buurt Verkeersveiligheid in de buurt Eén van de grootste ergernissen van burgers in Leeuwarden is het te hard rijden in de woonbuurten. In de enquête over verkeersveiligheid die
Nadere informatieDatum: maandag 06 juli 2015. Kenmerk: Epemawei, Ysbrechtum
Meldpunt Veilig Verkeer Analyse en zienswijze Meldpunt Veilig Verkeer http://www.meldpuntveiligverkeer.nl Kenmerk: Epemawei, Ysbrechtum Datum: maandag 06 juli 2015 Rol Veilig Verkeer Nederland Veilig Verkeer
Nadere informatieRapport: Hillegoms Verkeers- en Vervoerplan (HVVP)
GEMEENTE HILLEGOM Hoofdstraat 115 2181 EC Hillegom T 14 0252 Postbus 32, 2180 AA Hillegom F 0252-537 290 E info@hillegom.nl I www.hillegom.nl Rapport: Hillegoms Verkeers- en Vervoerplan (HVVP) Onderdeel
Nadere informatieInloopavond Verkeersstructuurplan Lochem. 27 oktober 2016
Inloopavond Verkeersstructuurplan Lochem 27 oktober 2016 Aanleiding opstellen VSP Lochem Samen toewerken naar een goed bereikbaar en aantrekkelijk centrumgebied in Lochem. Of je nu per fiets, te voet,
Nadere informatieB&W-Aanbiedingsformulier
B&W.nr. 10.1305, d.d. 14-12-2010 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van GroenLinks inzake ontwikkeld totaalconcept inrichting openbare ruimte (ingekomen 26 oktober 2010)
Nadere informatieJohan Janse - JJAdvies Alex van der Woerd Dutch Traffic Consult
Advies verkeersproblematiek Zuidtangent Heerhugowaard Johan Janse - JJAdvies Alex van der Woerd Dutch Traffic Consult 1. Inleiding De gemeente Heerhugowaard is voornemens voor de oplossing van de verkeersproblematiek
Nadere informatieWanneer wel een zebra, wanneer niet? nieuw kader voor oversteekvoorzieningen binnen de bebouwde kom
(Bijdragenr. 25) Wanneer wel een zebra, wanneer niet? nieuw kader voor oversteekvoorzieningen binnen de bebouwde kom J.A.G. de Leur M.Sc. Gemeente Heerhugowaard F.J.Wildenburg Gemeente Heerhugowaard 1.
Nadere informatieRapport behorende bij meetresultaten Gemeente Haarlem
Verkeersmeting Houtplein Rapport behorende bij meetresultaten Gemeente Haarlem 25 september 2018 Project Opdrachtgever Verkeersmeting Houtplein Gemeente Haarlem Document Rapport behorende bij meetresultaten
Nadere informatieMobiliteitsplan Gouda
Mobiliteitsplan Gouda 25 november 2015 Bijeenkomst gemeenteraad 1 Agenda 1. Opening 2. Proces en werkwijze 3. Inventarisatie, ambities en opgaven (eerste opzet) 4. Vervolg 2 Proces en werkwijze Projectfases
Nadere informatieBeheer en onderhoud. 4 onafhankelijke onderzoeken: 1. Federal Highway Administration. 2. Low Cost Measures. 3. Warnke Studie. 4.
Beheer en onderhoud 4 onafhankelijke onderzoeken: 1. Federal Highway Administration (US Department of Transportation, Verenigde Staten) 2. Low Cost Measures (Elsamex Spanje) 3. Warnke Studie (Deutsche
Nadere informatieDe fietsstraat: concept & aanpak van een proefproject in de Brusselse Louizalaan. Marc Broeckaert Fietscongres 24 maart 2014
De fietsstraat: concept & aanpak van een proefproject in de Brusselse Louizalaan Marc Broeckaert Fietscongres 24 maart 2014 inleiding Fietsstraat Vaak gevraagd Als infrastructuurmaatregel = instrument
Nadere informatieMiddelveen IV Zuidwolde
28 december 2010 Moving Verkeer Broekhuizen 23 7965 AA Broekhuizen Aanleiding De nieuwe woonwijk Middelveen aan de zuidkant van Zuidwolde is in ontwikkeling. Gemeente De Wolden heeft Moving Verkeer gevraagd
Nadere informatieMet vriendelijke groeten, verblijf ik...
Met vriendelijke groeten, verblijf ik... Over erven, 30 km en 60 km zones Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland Platform en Kenniscentrum 1 Langzamer rijden waar mensen verblijven In het verkeer
Nadere informatieSubjectieve verkeersveiligheid objectief in beeld Rotterdam Centrum
Subjectieve verkeersveiligheid objectief in beeld Rotterdam Centrum Mark van Schuylenburg (Auteur is werkzaam bij DTV Consultants) Ger Lulofs (Auteur is werkzaam bij gemeente Rotterdam) 1. INLEIDING Bij
Nadere informatieVERKEERSKUNDIGE UITGANGSPUNTEN VOOR EEN LEEFBAAR EN VEILIG WIERINGERWERF
VERKEERSKUNDIGE UITGANGSPUNTEN VOOR EEN LEEFBAAR EN VEILIG WIERINGERWERF De gemeenteraad van de gemeente Hollands Kroon heeft in juni 2016 een Vlekkenplan voor de kern van Wieringerwerf vastgesteld. Het
Nadere informatieDE ONVEILIGHEID OP WEGGEDEELTEN MET BROMFIETSERS OP DE RIJBAAN EN FIETSERS OP HET FIETSPAD
DE ONVEILIGHEID OP WEGGEDEELTEN MET BROMFIETSERS OP DE RIJBAAN EN FIETSERS OP HET FIETSPAD Bijdrage aan de werkgroep "Bromfietsers op het fietspad?" van de Stichting entrum voor Regelgeving en Onderzoek
Nadere informatieVerkeers Circulatie Plan
Verkeers Circulatie Plan Vereniging Bosch en Duin e.o. woensdag 21 december 2012 Judith Hendriks Commissie Verkeer Programma van vanavond 1. Waarom een Vcp? 2. Betrokkenheid van onze vereniging 3. Vcp
Nadere informatieMemo van de gedeputeerde C.A. van der Maat Gedeputeerde Mobiliteit en Samenwerking
Memo van de gedeputeerde C.A. van der Maat Gedeputeerde Mobiliteit en Samenwerking Onderwerp Motie Niet van het padje af voor speed-pedelecs Documentnummer Geachte Statenleden, Op 7 juli 2017 hebben uw
Nadere informatieANALYSE (BROM)FIETSONGEVALLEN MET DODELIJKE AFLOOP 1978 T/M 1981
ANALYSE (BROM)FIETSONGEVALLEN MET DODELIJKE AFLOOP 1978 T/M 1981 Bijdrage Achtergronddocumentatie VVN-actie "Voorrang? Bekijk 't eerst", maart-augustus 1983 R-'B)-13 Mr. P. Wesemann Leidschendam, 1983
Nadere informatiegemeente Eindhoven Betreft Nadere toelichting afweging instellen linksafverbod Geldropseweg
gemeente Eindhoven Stichting Witte Dorp/De Burgh Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu, Verkeer en Openbare Ruimte Van mw. M. Jansen- van der Zande Kamer Telefoon (040) 238 63 88 14 juni 2012 Memo Betreft
Nadere informatieAdvies inzake instellen bromfietspad Warmoezenierspad
03 november 2011 Geachte gemeente, Naar aanleiding van het op 2 maart 2011 genomen besluit om verkeersborden G12a en G12b (instellen bromfietspad) te plaatsen op het Warmoezenierspad in Nieuwerkerk aan
Nadere informatieStrategisch plan verkeersveiligheid. Kennisnetwerk SPV
Strategisch plan verkeersveiligheid Kennisnetwerk SPV SPV: Op weg naar 0 slachtoffers Daling Aantal verkeersdoden stagneert en aantal slachtoffers stijgt - extra aandacht voor verkeersveiligheid, samenwerken
Nadere informatieStatenmededeling aan Provinciale Staten
Statenmededeling aan Provinciale Staten Onderwerp Overwegingen randweg Boekel Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant Kennisnemen van de nadere onderbouwing van de wijze waarop wij de knelpunten op de
Nadere informatieAansluiting Dorpsstraat: Voetgangersoversteekplaats: Voetgangers op parkeerterrein: Parkeerplaatsen: Oversteekplaats fietsers: Verkeerskundig
De herinrichting heeft betrekking op de openbare inrichting van de locatie ter plaatse van de toekomstige supermarkt. De herinrichting houdt voornamelijk het realiseren van een toegang van de supermarkt
Nadere informatieREKENKAMERCOMMISSIE. Beleving van externe veiligheid. Eindrapport van de Rekenkamercommissie Enschede
REKENKAMERCOMMISSIE Beleving van externe veiligheid. Eindrapport van de Rekenkamercommissie Enschede Enschede, 26 januari 2006 Inleiding Met het onderzoek geeft de Rekenkamercommissie invulling aan haar
Nadere informatiePresentatie gemeenteraad Dongen. s Gravenmoer: Op weg naar een leefbaar dorp
Presentatie gemeenteraad Dongen s Gravenmoer: Op weg naar een leefbaar dorp 1 Welkom! Presentatie door: Verkeersgroep s Gravenmoer Ondersteund door: Dorpsraad s Gravenmoer, namens alle bewoners Voorwoord
Nadere informatieResultaten Enquête 1
Resultaten Enquête 1 1 INHOUD 2 Inleiding... 3 3 Opzet en uitvoering... 4 4 Uitkomsten enquete... 5 4.1 Wat is de leeftijd van uw kind(eren) die op de basisschool zitten?... 5 4.2 Hoe ver woont u van onze
Nadere informatieAdvies over (verhoging van) rijsnelheden van bromfietsers als gevolg op de maatregel Bromfiets op de rijbaan
Advies over (verhoging van) rijsnelheden van bromfietsers als gevolg op de maatregel Bromfiets op de rijbaan Ing. C.C. Schoon D-2002-7 Advies over (verhoging van) rijsnelheden van bromfietsers als gevolg
Nadere informatieVerkeersonderzoek. Kenmerken advies: veiligverkeer.nl. Naam dossier: Rotterdam-Vredenoordplein
Verkeersonderzoek www.meldpunt veiligverkeer.nl Kenmerken advies: Naam dossier: 20161027-Rotterdam-Vredenoordplein Locatie: Vredenoordplein in rotterdam Datum uitgifte advies: Oktober 2016 Rol Veilig
Nadere informatieGedragsonderzoek als hulp bij het wegbeheer
Gedragsonderzoek als hulp bij het wegbeheer Heidelblog.net Chris Dijksterhuis Rijksuniversiteit Groningen Sjef Moerdijk Rijkswaterstaat 4 april 2013 www.trafficpsychologygroningen.info Slide 1 of 26 Omschrijving
Nadere informatieProject Sint-Pancras. Autonotitie. Naam: Erik de Boer Klas: V2A Studentnummer:
Project Sint-Pancras Autonotitie Naam: Erik de Boer Klas: V2A Studentnummer: 182265 1 Inhoudsopgave Bladzijde: Algemene inleiding 3 Notitie autoverkeer 4 1. Voorzieningen 5 > Kaart met voorzieningen +
Nadere informatieGrijze wegen en categorisering Veilige snelheden als nieuw element
Grijze wegen en categorisering Veilige snelheden als nieuw element Atze Dijkstra, senior onderzoeker Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV Deze presentatie Veilige snelheden Grijze
Nadere informatieVerkeersveiligheidspla. n Harderwij k
Verkeersveiligheidspla n Harderwij k Verkeersveiligheidsplan Harderwijk aanleiding insteek route input analyseren strategie acties per thema programma actiepunten en verder Aanleiding Mobiliteitsvisie
Nadere informatieHET LINT OOSTZAAN. Aanleiding. Centrale doelstelling
PAS DIT AAN OF VERWIJDER HET 1 2 3 HET LINT OOSTZAAN Aanleiding Wens om te komen tot een integrale visie voor de verkeersveiligheid op de wegen Kerkstraat, Zuideinde, Kerkbuurt, Noordeinde en De Haal in
Nadere informatieAandacht voor subjectieve verkeersveiligheid! Hoe dan?
Aandacht voor subjectieve verkeersveiligheid! Hoe dan? Een eerste aanzet hoe subjectieve verkeerveiligheid een bijdrage kan leveren aan gemeentelijk verkeersveiligheidsbeleid Samenvatting In Nederland
Nadere informatieArtikel 06c gedrag bij in- en uitrijden werkvakken en tijdelijke uitritten en het laden en lossen
Bron: Titel: CROW Artikel 06c gedrag bij in- en uitrijden werkvakken en tijdelijke ten en het laden en lossen Inhoud: 1. Inleiding In de artikelen 'Maatregelen bij in- en uitrijden werkvakken' en 'Maatregelen
Nadere informatieAfwaarderen (minder aantrekkelijk maken voor doorgaand verkeer) van de Boerendijk tussen de Hoge Rijndijk en de Chrysantstraat
Scenario 1: Optimalisering huidige verkeersnetwerk woerden West Aanpassen van kruispunt Hollandbaan Waardsebaan verkeerslichtenregelinstallatie (VRI), Boerendijk Chrysantstraat (VRI), Boerendijk Hoge Rijndijk(rotonde).
Nadere informatieKruispunt Maliebaan-Burg. Reigerstraat/Nachtegaalstraat
Hier komt tekst Maliebaan Klankbordgroep Hier komt ook tekst 12 januari 2016 Kruispunt Maliebaan-Burg. Reigerstraat/Nachtegaalstraat Klankbordgroep 12 januari 2016 1 Doel van het project. Een kwaliteitsslag
Nadere informatieConflicten op fietspaden: een systematische observatie van gedrag vanaf video
Conflicten op fietspaden: een systematische observatie van gedrag vanaf video Richard van der Horst, TNO Stefanie de Hair-Buijssen, TNO Samenvatting Het wordt steeds drukker op fietspaden. Enkelvoudige
Nadere informatieBijlage: verkeersonderzoek Engweg e.o. (concept) 04 februari 2011
VERKEERSONDERZOEK ENGWEG E.O. (concept)_ Inleiding De totstandkoming van dit verslag vindt zijn herkomst in het op 4 januari genomen besluit van het college van Burgemeester en wethouders om de afsluiting
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 398 Maatregelen verkeersveiligheid Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieVia nieuwe normmens naar inclusiviteit Van nul verkeersslachtoffers een punt maken voor alle verkeersdeelnemers
Via nieuwe normmens naar inclusiviteit Van nul verkeersslachtoffers een punt maken voor alle verkeersdeelnemers Ragnhild Davidse Den Haag donderdag 1 maart 2018 De Nieuwe Normmens Er is te lang ontworpen
Nadere informatieHet verkeer moet veiliger en kan veiliger
We hebben er allemaal mee te maken: met 1300 doden en 50.000 gewonden jaarlijks in het verkeer. Op verschillende manieren proberen we dit aantal terug te brengen. Het verkeer moet veiliger en kan veiliger
Nadere informatieRapport. Onderzoek naar een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Heerlen. Datum: 31 augustus 2016 Rapportnummer : 2016/080
Rapport Onderzoek naar een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Heerlen. Datum: 31 augustus 2016 Rapportnummer : 2016/080 2 Wat is de klacht? Verzoeker klaagt, mede namens andere
Nadere informatieFactsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid
Factsheet Verkeer 1. Inleiding In deze factsheet Verkeer staan de voertuigen en personen centraal die de openbare weg gebruiken. Het gaat hier dus niet om de fysiek aanwezige infrastructuur (die komt aan
Nadere informatie