1. INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING
|
|
- Gerrit Bogaert
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1. INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING 1.1 Inleiding Het Nederlandse debat over kansenongelijkheid in het onderwijs heeft er sinds het begin van de tachtiger jaren een dimensie bijgekregen. Naast de onderwijsachterstand van leerlingen uit laag sociaal milieu en meisjes, kreeg de achterstand van allochtone leerlingen een belangrijke plaats op de onderzoeks- en beleidsagenda. Milieu- en seksespecifieke kansenongelijkheid is een hardnekkig fenomeen, zoals menig onderzoeker reeds heeft geconstateerd (Dronkers, 1983; Bosker, 1990; Van der Velden, 1991). Eenzelfde patroon lijkt zich voor allochtone leerlingen af te tekenen. De onderwijsachterstand die zij in het begin van de tachtiger jaren hadden op hun autochtone leeftijdgenoten is nog steeds duidelijk aanwezig (Tesser & Vierke, 1990; Roelandt, Roijen & Veenman, 1991). Deze aanhoudende onderwijsachterstand is een bron van zorg. Iemands opleiding bepaalt immers in belangrijke mate zijn latere beroepsloopbaan en maatschappelijke positie. Blijvende achterstand van allochtonen is niet alleen onwenselijk vanuit het perspectief van sociale rechtvaardigheid, maar kan ook het integratieproces van allochtonen in de Nederlandse samenleving ernstig belemmeren (WRR, 1989). In dit proefschrift wordt onderzocht wat het onderwijs bij kan dragen aan de bestrijding van de onderwijsachterstand van allochtone leerlingen. Centraal staat de vraag welke organisatie en inrichting van het onderwijs effectief is voor allochtone leerlingen. De studie heeft betrekking op het basisonderwijs. Hierna wordt eerst in het kort het maatschappelijk en theoretisch kader geschetst waarbinnen het onderzoek gestalte krijgt (1.2). Vervolgens wordt de probleemstelling uitgewerkt en wordt kort ingegaan op de beperkingen van het onderzoek (1.3). Het hoofdstuk sluit af met een overzicht van de verdere opbouw van het proefschrift (1.4). 1
2 1.2 Onderwijs voor allochtone leerlingen Allochtone leerlingen zijn op de meeste Nederlandse scholen geen onbekend verschijnsel meer. Vanaf de zeventiger jaren is hun aantal sterk toegenomen, met name als gevolg van de politieke ontwikkelingen in Suriname en van de gezinshereniging van arbeidsmigranten. Bij de laatste groep gaat het vooral om Turken en Marokkanen: zij maken aan het eind van de zeventiger jaren bijna 70% van de mediterrane populatie in Nederland uit (Van den Berg-Eldering, 1986). De allochtone leerlingpopulatie bestaat dan ook voor het merendeel uit Surinaamse, Turkse en Marokkaanse leerlingen. Precieze aantallen zijn moeilijk te geven, omdat een goede systematische registratie ontbreekt. Met name Surinaamse leerlingen zijn in de statistieken veelal niet te onderscheiden van autochtone leerlingen, omdat slechts gegevens over de nationaliteit bekend zijn en niet over het land van herkomst. Wanneer uitsluitend gekeken wordt naar leerlingen met een buitenlandse nationaliteit, dan is in de periode tussen 1971 en 1981 het percentage buitenlandse leerlingen in het basisonderwijs gegroeid van minder dan 1% tot ruim 4% (ABOP, 1987). De afgelopen tien jaar is dit percentage nog verder toegenomen. Momenteel bestaat ruim 7% procent van de leerlingpopulatie in het basisonderwijs uit leerlingen met een buitenlandse nationaliteit. Van deze leerlingen heeft ongeveer 70% de Turkse of Marokkaanse nationaliteit (Martens, Roijen & Veenman, 1994). Recente gegevens over het aantal allochtone leerlingen met de Nederlandse nationaliteit - dit betreft met name Surinaamse leerlingen - zijn niet voorhanden, maar volgens eerdere schattingen gaat het om nog eens 3% tot 4% van alle leerlingen (ABOP, 1987). Landelijk maken allochtone leerlingen op zo n 60% van de basisscholen deel uit van de leerlingpopulatie; in de vier grote steden is dat het geval op 90% van de basisscholen (Martens, Roijen & Veenman, 1994). Uit onderzoek komt telkens weer naar voren dat de onderwijspositie van allochtone leerlingen niet rooskleurig is. Zij presteren slechter, krijgen lagere adviezen voor vervolgonderwijs en zijn ouder dan autochtone leerlingen wanneer ze de basisschool verlaten (Van Esch, 1983; De Jong, 1985; Hoolt, 1989). Daarnaast zijn ze oververtegenwoordigd in de lagere vormen van het voortgezet onderwijs (Kruger-Nagelkerken, 1985; De Jong & Tacq, 1985; Van Praag & Muus, 1987; ABOP, 1987). Hoolt (1989) constateert in de periode 2
3 tussen 1982 en 1987 wel enige vooruitgang, maar Turkse en Marokkaanse leerlingen zijn in 1987 nog steeds sterk oververtegenwoordigd in het lager beroepsonderwijs. Zij starten in het basisonderwijs al met een achterstand in mondelinge taalvaardigheid (Coenen & Vermeer, 1988; Boogaard, Damhuis, De Glopper & Van den Bergh, 1990) en blijven in de daaropvolgende leerjaren achter in prestaties (Driessen, 1990; Tesser & Vierke, 1990). Maar ook Surinaamse en Antilliaanse leerlingen presteren lager dan autochtone leerlingen, al is hun achterstand minder groot (Tesser, Mulder & Van der Werf, 1991). De laatste jaren is hierin nauwelijks verandering gekomen (Driessen & Van der Werf, 1992; Mulder, 1993, 1994). Daarnaast is de uitstroom van allochtone leerlingen naar het speciaal onderwijs toegenomen. Bleef deze aanvankelijk nog achter bij die van autochtone leerlingen, inmiddels is sprake van een hiermee vergelijkbaar percentage. Wel worden allochtone leerlingen vaker verwezen naar het onderwijs voor moeilijk lerende kinderen (Tesser, 1993). In het begin van de tachtiger jaren wordt op beleidsniveau onderkend dat allochtone leerlingen geen tijdelijk verschijnsel zijn, en dat er maatregelen nodig zijn om hun onderwijsachterstand te bestrijden. Tot op dat moment was achterstandsbestrijding, via het onderwijsstimuleringsbeleid, vooral gericht op autochtone leerlingen uit laag sociaal milieu. In 1981 komt de beleidsnota Beleidsplan culturele minderheden in het onderwijs uit, waarin specifieke aandacht wordt besteed aan allochtone leerlingen. In de nota wordt een overeenkomst geschetst tussen de problematiek van allochtone leerlingen en autochtone leerlingen uit laag sociaal milieu en men pleit ervoor "... terwille van de duidelijkheid en de doelmatigheid het minderhedenbeleid op zo kort mogelijke termijn te harmoniseren met het algemene stimuleringsbeleid binnen het kader van het totale innovatiebeleid" (Ministerie van O & W, 1981, p. 11). In 1985 krijgt de integratie van het minderhedenbeleid en het stimuleringsbeleid gestalte in het onderwijsvoorrangsbeleid (OVB), uiteengezet in een Onderwijsvoorrangswet en praktisch uitgewerkt in een vierjarig Onderwijsvoorrangsplan (Ministerie van O & W, 1985). Begin 1987 wordt de Onderwijsvoorrangswet door de Eerste Kamer verworpen, maar desalniettemin wordt in afwachting van bijstelling van de wet reeds met de uitvoering van het, wel goedgekeurde, Onderwijsvoorrangsplan begonnen. De doelstelling van het OVB is het verminderen, dan wel het opheffen van onderwijsachterstanden die het gevolg zijn van economische, sociale en culturele factoren. Deze doelstelling is met name op cognitieve vaardigheden 3
4 gericht (Ministerie van O&W,1985). Het OVB omvat twee componenten, de formatiecomponent en de gebiedencomponent. De formatiecomponent houdt in dat scholen extra faciliteiten krijgen voor de doelgroepleerlingen van het OVB. Voor het vaststellen van de formatie tellen deze leerlingen zwaarder mee. De belangrijkste doelgroepen van het OVB zijn autochtone en allochtone leerlingen uit laag sociaal milieu. Zij krijgen respectievelijk het leerlinggewicht 1.25 en 1.9. Verder zijn schipperskinderen (gewicht 1.4) en woonwagenkinderen (gewicht 1.7) doelgroepen van het OVB. Alle overige leerlingen tellen mee voor 1.0. De toekenning van de extra faciliteiten maakt deel uit van de reguliere formatieregeling die is vastgelegd in de Wet op het Basisonderwijs. De gebiedencomponent houdt in dat aan een gebied met een cumulatie van achterstandsproblemen extra faciliteiten worden toegekend op basis van een gebiedsplan. Hiervoor moet een samenwerkingsverband gevormd worden van basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs, scholen voor speciaal onderwijs en welzijnsinstellingen. Pas met de Wet Onderwijsvoorrangsgebieden (OVG-wet) die in 1993 wordt aangenomen, krijgt deze component van het OVB een wettelijke basis. Met deze wet verandert er het een en ander in de gebiedenregeling. De gebieden krijgen een andere samenstelling en er zijn maatregelen genomen die moeten leiden tot een doelmatiger besteding van gelden. Hiertoe wordt elke vier jaar een landelijk beleidskader vastgesteld met voorwaarden die richtinggevend zijn voor de financiering van activiteiten. Gebieden moeten jaarlijks activiteitenplannen inleveren en gebiedsscholen moeten rekenschap geven van behaalde resultaten. Ook de gewichtenregeling zal in de toekomst gaan veranderen. Dit proefschrift heeft nog betrekking op de situatie van voor 1993 met de oorspronkelijke formatie- en gebiedenregeling. De onderwijsachterstand van allochtone leerlingen is inmiddels veelvuldig onderwerp van onderzoek geweest. Aanvankelijk werd deze vooral toegeschreven aan het feit dat veel allochtone leerlingen van huis uit een andere taal spreken en in een andere cultuur opgroeien. Er ontstond een (socio)-linguistische onderzoeksstroming waarin (de opvang van) de tweede-taalleerder centraal stond (Extra & Vallen, 1985; Extra & Verhoeven, 1985 a ; Extra, Van Hout & Vallen, 1987). De tweede-taalverwervingsproblematiek is op dit moment nog steeds één van de centrale thema s in onderzoek dat allochtone leerlingen betreft. Daarnaast vond vanuit de sociologische discipline schoolloopbaanonderzoek plaats, waarin als centrale vraag naar voren kwam aan welk 4
5 achtergrondkenmerk de onderwijsachterstand van allochtone leerlingen vooral toegeschreven moest worden: het sociaal milieu van de leerling of de etnische herkomst (De Jong, 1987; Van Langen & Jungbluth, 1990; Driessen, 1990; Hofman, 1993). Deze discussie wordt nog steeds gevoerd en is op beleidsniveau van belang in verband met de toedeling van middelen ter bestrijding van de onderwijsachterstand van allochtone leerlingen en van autochtone leerlingen uit laag sociaal milieu. Hoe deze achterstandsbestrijding inhoudelijk gestalte zou moeten krijgen, is niet duidelijk. De stimulerings- en compensatieprogramma s die in de zestiger en zeventiger jaren in Nederland zijn uitgevoerd met als doel de onderwijsachterstand van (autochtone) leerlingen uit laag sociaal milieu te bestrijden, hebben ter beantwoording van deze vraag maar weinig bruikbaars opgeleverd (Scheerens, 1987). Wel hebben ze tot het inzicht geleid dat bestrijding van onderwijsachterstand een moeizaam en langdurig proces is (Slavenburg & Peters, 1989). Na aanvankelijk optimisme over de bijdrage die het onderwijs hieraan kon leveren, heeft inmiddels de visie de overhand gekregen dat men hiervan geen hooggespannen verwachtingen moet hebben. Dat betekent echter nog niet dat het voor een leerling niet uit zou maken op welke school hij zit. Onderzoek naar de invloed van de school heeft aangetoond dat scholen wel degelijk verschillen in effectiviteit. In een overzichtsstudie geven Meijnen en Riemersma (1992) aan dat dit verschil concreet uitgedrukt kan worden in een prestatieverschil van één jaar tussen leerlingen in groep 8, met vergelijkbare achtergrondkenmerken, op de 20% beste en de 20% slechtste scholen. De invloed van de school op de onderwijspositie van een leerling is naast de invloed van achtergrondkenmerken weliswaar klein, maar dus beslist niet zonder betekenis. Sinds het begin van de tachtiger jaren is in Nederland onderzoek gedaan naar de effectiviteit van scholen met als doel school- en klaskenmerken te lokaliseren die een positief effect hebben op onderwijsprestaties van leerlingen (o.a. Meijnen, 1984; Van Marwijk Kooy-von Baumhauer, 1984; Tesser, 1986; Brandsma, 1993). In enkele studies is hierbij vooral gekeken naar allochtone leerlingen (De Jong, 1987; Driessen, 1990; Hüpscher-Post, 1990; Hofman, 1993). In de onderzoeken van De Jong en Driessen nemen school- en klaskenmerken echter slechts een marginale plaats in. Hüpscher-Post heeft zich in haar onderzoek beperkt tot het identificeren van effectieve scholen voor allochtone meisjes. De studie van Hofman geeft een goed beeld van de effecten van de organisatie en inrichting van het voortgezet onderwijs op de schoolloopbanen van allochtone leerlingen. Een dergelijke studie ontbreekt in het basisonderwijs. 5
6 Het onderzoek dat in dit proefschrift beschreven wordt, tracht in deze lacune te voorzien. 1.3 Uitwerking probleemstelling Het onderwijs voor allochtone leerlingen neemt op dit moment een belangrijke plaats in op de politieke agenda en een aantal adviesraden en commissies heeft zich hier recent over uitgesproken (WRR, 1989; Commissie Allochtone Leerlingen in het Onderwijs, 1992; Commissie Evaluatie Basisonderwijs, 1994 a ). Het onderwijs wordt in deze publicaties niet onverdeeld positief beoordeeld. Daarnaast hebben de resultaten van de effectevaluatie van het OVB uitgewezen dat de onderwijsachterstand van de doelgroepen van het OVB sinds de start van het OVB nauwelijks is verminderd. Weliswaar lijken allochtone leerlingen op gebiedsscholen hun achterstand iets te hebben ingelopen, maar het is nog maar de vraag in hoeverre dat op het conto van het OVB geschreven kan worden (Mulder, 1994). OVB-scholen zullen vanaf nu dan ook verantwoording moeten afleggen van hetgeen zij doen om hun output te verhogen. Inzicht in de vraag welke onderwijskenmerken mogelijk effectief zijn voor allochtone leerlingen is met het oog op deze ontwikkelingen van groot belang. De algemene probleemstelling van dit proefschrift kan als volgt geformuleerd worden: - Welke organisatie en inrichting van het onderwijs is het meest effectief voor allochtone leerlingen? Hierna wordt eerst de probleemstelling verder uitgewerkt en worden de diverse begrippen nader afgebakend en toegelicht. Vervolgens worden de beperkingen van het onderzoek kort besproken. In de loop der jaren zijn verschillende benamingen gebruikt om leerlingen van buitenlandse herkomst aan te duiden. Zoals uit het voorgaande duidelijk mag zijn, wordt in dit proefschrift gebruik gemaakt van de benaming allochtone leerlingen. Hiermee wordt aangesloten bij de overige studies die betrekking hebben op het OVB (o.a. Tesser, Van der Werf, Mulder & Weide, 1989; Tesser & Vierke, 1990; Tesser e.a., 1991; Van der Werf, Weide & Tesser, 1991; 6
7 Driessen & Van der Werf, 1992; Van der Werf & Guldemond, 1993; Mulder, 1993, 1994). De benaming is relatief neutraal en in principe voor alle groepen bruikbaar. Tot de allochtone leerlingen worden kinderen gerekend met ouders die afkomstig zijn uit het buitenland, kinderen met ouders afkomstig uit de voormalige koloniën van Nederland en kinderen die tot de Molukse bevolkingsgroep behoren. Het onderzoek richt zich op allochtone leerlingen die tot de doelgroepen van het OVB behoren. In het onderzoek zijn uitsluitend onderinstromers opgenomen, allochtone leerlingen die tenminste vanaf hun tweede jaar in Nederland wonen. Zijinstromers, leerlingen die op oudere leeftijd het onderwijs zijn ingestroomd, volgen in het begin vaak een apart programma (Blok, Emmelot & De Kat, 1992) en hebben te maken met aanpassingsproblemen omdat ze moeten omschakelen van het onderwijs in hun eigen land naar het Nederlandse onderwijs. Hierdoor zijn zij enerzijds geen goede maatstaf waar het effecten van het reguliere onderwijsprogramma betreft, anderzijds zijn zij niet goed te vergelijken met autochtone leerlingen. Onderinstromers hebben daarentegen in principe eenzelfde startpositie in het onderwijs als autochtone leerlingen en zijn aan hetzelfde onderwijs onderworpen geweest. Wanneer een school voor deze groep specifieke maatregelen neemt, kunnen deze beschouwd worden als een onderdeel van het reguliere onderwijsprogramma voor deze groep leerlingen. In het onderzoek ligt het accent op Turkse en Marokkaanse leerlingen, omdat zij de allochtone groepen zijn met de grootste onderwijsachterstand. Bovendien zijn specifieke maatregelen in de praktijk vaak op Turkse en Marokkaanse leerlingen gericht, omdat zij op veel scholen een substantieel deel van de allochtone leerlingpopulatie uitmaken. Als effectiviteitscriterium wordt in het onderzoek gekozen voor de leerprestaties van leerlingen in de basisvakken taal en rekenen. De taal- en rekenprestaties aan het eind van de basisschool worden in het algemeen als de belangrijkste voorspellers beschouwd voor de verdere schoolloopbaan van een leerling. Verbetering van de leerprestaties van leerlingen uit achterstandsgroepen wordt dan ook expliciet als doel van het OVB genoemd (Ministerie van O & W, 1985). Het onderzoek richt zich op de bovenbouw van het basisonderwijs. De effectiviteit van een school wordt op twee manieren vastgesteld. In de eerste plaats wordt gekeken naar het gemiddelde prestatieniveau van alle leerlingen, ook wel de kwaliteit van een school genoemd. Daarnaast wordt 7
8 gekeken naar de relatieve achterstand van allochtone leerlingen vergeleken met autochtone leerlingen. Hoe kleiner deze achterstand, des te groter is het zogenaamde compenserend vermogen van de school (Brandsma & Knuver, 1988). Hierbij gaat het vooral om het compenserend vermogen van de school ten aanzien van Turkse en Marokkaanse leerlingen. Bij het vaststellen van kwaliteit en compenserend vermogen wordt gecontroleerd voor de invloed van relevante individuele achtergrondkenmerken van leerlingen. Zowel kwaliteit als compenserend vermogen zijn van belang om te bepalen welke scholen en onderwijsactiviteiten effectief zijn voor allochtone leerlingen. De kwaliteit van een school geeft globaal aan waar allochtone leerlingen absoluut gezien het beste af zijn, het compenserend vermogen waar zij relatief gezien (vergeleken met autochtone leerlingen) de beste kansen hebben. Nu de begrippen zijn afgebakend, kan de probleemstelling uiteengelegd worden in de volgende onderzoeksvragen: - Zijn er verschillen tussen basisscholen in kwaliteit en in compenserend vermogen voor allochtone leerlingen? - Zo ja, welke onderwijskenmerken kunnen deze verschillen verklaren? Om deze vragen te beantwoorden is gebruik gemaakt van gegevens die verzameld zijn ten behoeve van de evaluatie van het OVB. De kern van de evaluatie wordt gevormd door een aantal longitudinale onderzoeken in het basis- en voortgezet onderwijs, waarbij groepen leerlingen (jaarcohorten) gevolgd worden. Voor het basisonderwijs houdt dat in dat op zo n 650 scholen om de twee jaar gegevens verzameld zijn bij de directie, leerkrachten, drie groepen leerlingen en hun ouders. De steekproef is deels aselect, deels gestratificeerd getrokken, zodat gebieds- en niet-gebiedsscholen en scholen met weinig, gemiddeld en veel formatie hierin evenredig vertegenwoordigd zijn. Gegevensverzameling vond plaats via klassikale tests/toetsen en schriftelijke vragenlijsten. Er zijn drie meetmomenten geweest, in de schooljaren 88/89, 90/91 en 92/93. Voor het onderzoek dat in dit proefschrift beschreven wordt, zijn secundaire analyses uitgevoerd op de gegevens die tijdens de eerste twee metingen verzameld zijn. Hiermee wordt tevens de beperking van het onderzoek duidelijk. 8
9 Zoals gezegd zijn, vanwege het grootschalige karakter van de landelijke evaluatie, alle gegevens over de organisatie en inrichting van het onderwijs op school en in de klas schriftelijk verzameld. Er hebben geen observaties plaatsgevonden, waardoor geen optimaal beeld verkregen is van het onderwijsproces in de klas. Een belangrijk voordeel van het gebruik van dit gegevensbestand is echter dat door het relatief grote aantal scholen met veel allochtone leerlingen en de grote hoeveelheid verzamelde gegevens, scholen met een verschillende organisatie en inrichting van het onderwijs op hun effectiviteit voor allochtone leerlingen kunnen worden vergeleken. Omdat het doel van het onderzoek is vast te stellen welk onderwijs voor allochtone leerlingen effectief is en hierbij tevens een vergelijking met autochtone leerlingen mogelijk moet zijn, is ervoor gekozen in het onderzoek uitsluitend scholen met tussen de 30% en 70% allochtone leerlingen op te nemen. Dat betekent dat de onderzoeksresultaten niet zondermeer generaliseerbaar zijn naar scholen met een vrijwel volledig allochtone leerlingpopulatie. Er kunnen op basis van dit onderzoek dus geen uitspraken gedaan worden over de effectiviteit van het onderwijs op zwarte scholen. 1.4 Opbouw van het proefschrift De opbouw van het proefschrift is als volgt. In hoofdstuk 2 wordt een theoretisch kader geschetst op basis waarvan voor het onderzoek relevante onderwijskenmerken worden geselecteerd en worden de onderzoeksvragen nader uitgewerkt. In hoofdstuk 3 worden de opzet van het onderzoek en de operationalisatie van de kernbegrippen behandeld. In hoofdstuk 4, 5 en 6 worden de resultaten gepresenteerd. Hoofdstuk 4 geeft een beschrijving van de onderzoeksgroep en van de relaties tussen de verschillende onderwijskenmerken. In hoofdstuk 5 en 6 worden de resultaten besproken die antwoord moeten geven op de hoofdvragen van het onderzoek. Onderzocht wordt of scholen verschillen in kwaliteit en compenserend vermogen en welke onderwijskenmerken de grootste bijdrage leveren aan de verklaring van deze verschillen. Daarna wordt bekeken of er (combinaties van) onderwijskenmerken zijn aan te wijzen die effectieve scholen typeren. Tenslotte worden in hoofdstuk 7 de belangrijkste resultaten uit het onderzoek samengevat en in een bredere context besproken. 9
Citation for published version (APA): Weide, M. G. (1995). Effectief basisonderwijs voor allochtone leerlingen Groningen: s.n.
University of Groningen Effectief basisonderwijs voor allochtone leerlingen Weide, Marga Geerte IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite
Nadere informatieOuderlijk onderwijsondersteunend gedrag en leerlingprestaties*
Ouderlijk onderwijsondersteunend gedrag en leerlingprestaties* M.G. Weide en M.P.C. van der Werf Probleemstelling De onderwijsachterstand van leerlingen uit laag sociaal milieu en van allochtone leerlingen
Nadere informatieOnder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond
Onder- en overadvisering in beeld 6/7-8/9 Gemeente Helmond November 9 Mevrouw drs. Marian Calis OCGH Advies Samenvatting Een goede aansluiting tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is in
Nadere informatieSchoolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen
Scolprestaties van oude en nieuwe gewichtenleerlingen Jaap Roeleveld Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam (email: jroeleveld@kohnstamm.uva.nl) Abstract Sinds de laatste wijziging van de gewichtenregeling,
Nadere informatieBasisschooladviezen en etniciteit Onderzoeksverslag, 29 januari 2007
Afdeling Onderwijs Team Monitoring & Bedrijfsvoering Basisschooladviezen en etniciteit Onderzoeksverslag, 29 januari 2007 Verwijderd: Bassischooladv iezen Vraagstelling Dit onderzoek is uitgevoerd om antwoord
Nadere informatie5. Onderwijs en schoolkleur
5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone
Nadere informatieLangdurige werkloosheid in Nederland
Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.
Nadere informatieKinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging
Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de
Nadere informatieszw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding
szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages
Nadere informatieStromen door het onderwijs
Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het
Nadere informatieFactsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland
Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière
Nadere informatieGroepsgrootte in het basisonderwijs
Groepsgrootte in het basisonderwijs 2014-2017 Inleiding Groepsgrootte is een belangrijk onderwerp voor veel leerkrachten, ouders en leerlingen in het basisonderwijs. Er is niet wettelijk vastgelegd hoeveel
Nadere informatieSteeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs
Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs
Nadere informatiePrimair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444
Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Wet van 9 december 2005, houdende opneming in de Wet op het
Nadere informatieSamenvatting. Zie hiervoor het werkplan van de Evaluatie- en adviescommissie passend onderwijs 2008-2012. ECPO, oktober 2008.
Rapport 827 Jaap Roeleveld, Guuske Ledoux, Wil Oud en Thea Peetsma. Volgen van zorgleerlingen binnen het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs. Verkennende studie in het kader van de evaluatie
Nadere informatie7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs
7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/
Nadere informatieOpstap in Bos en Lommer
Opstap in Bos en Lommer Samenvatting Ineke van der Veen (h.vanderveen@uva.nl) Annemiek Veen m.m.v. Pjotr Koopman SCO-Kohnstamm Instituut Eind jaren tachtig werd in Nederland het programma Opstap geïntroduceerd,
Nadere informatieDe Effectiviteit van het Daltononderwijs
De Effectiviteit van het Daltononderwijs Patrick Sins & Symen van der Zee Pedagogiek & Onderwijs, Saxion Hogescholen, Postbus 501, 7400 AM Deventer { p.h.m.sins, s.vanderzee}@saxion.nl Aanleiding en probleemstelling
Nadere informatieJeugd in Schildersbuurt. De wijk Schildersbuurt ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015).
Jeugd in Schildersbuurt De wijk Schildersbuurt ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft 31.639 inwoners (1 januari 2015). 1 Demografie Demografie Deze paragraaf geeft een beeld van de samenstelling van de
Nadere informatieBijlage 1: Technische en inhoudelijke toelichting bij onderdelen van de nieuwe gewichtenregeling.
Bijlage 1: Technische en inhoudelijke toelichting bij onderdelen van de nieuwe gewichtenregeling. Inhoudelijke achtergrond van de drempel en het plafond. Scholen moeten voldoende middelen ontvangen om
Nadere informatieSamenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders
Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne
Nadere informatieOpleidingsniveau stijgt
Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma
Nadere informatieD U TC H S U M M A RY Samenvatting In zowel westerse als diverse niet-westerse samenlevingen wordt veel waarde gehecht aan schoolprestaties. Ouders en docenten stimuleren kinderen al op jonge leeftijd
Nadere informatieFlevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks
Annemieke Benschop & Dirk J Korf Flevomonitor 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld 26 Bonger Reeks FLEVOMONITOR 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf Dit onderzoek
Nadere informatieDe eerste twee vragen worden beantwoord in 3.2, de derde en vierde vraag in 3.3.
3 LEERLINGEN MET DOWNS SYNDROOM IN HET PRIMAIR ONDERWIJS 3.1 Inleiding In dit proefschrift wordt een drietal onderzoeken gepresenteerd over leerlingen met Downs syndroom in het reguliere basisonderwijs.
Nadere informatieDe werking van het onderwijsachterstandenbeleid
4 De werking van het onderwijsachterstandenbeleid Geert Driessen ITS, Radboud Universiteit De plaats waar je wieg staat, bepaalt je kansen in het leven. Dat is in een notendop het uitgangspunt van het
Nadere informatieUitwerking berekening Risicomodel sector SO 2014
Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2014 INHOUD 1. Inleiding... 1 2. Data... 1 3. Uitgangspunten bij het risicomodel... 1 3.1 Bepaling van groepen binnen het so en vso... 1 3.2 Scores op de indicatoren...
Nadere informatieCitation for published version (APA): Weide, M. G. (1995). Effectief basisonderwijs voor allochtone leerlingen Groningen: s.n.
University of Groningen Effectief basisonderwijs voor allochtone leerlingen Weide, Marga Geerte IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite
Nadere informatieOnderwijsachterstanden tussen 1988 en 2002
Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen Onderwijsachterstanden tussen 1988 en 2002 Ontwikkelingen in basis- en voortgezet onderwijs L. Mulder J. Roeleveld I. van der Veen H. Vierke
Nadere informatieJeugd in Schildersbuurt-West. De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015).
Jeugd in Schildersbuurt-West De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft 14.291 inwoners (1 januari 2015). 1 Demografie Demografie Deze paragraaf geeft een beeld van de samenstelling
Nadere informatiemonitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)
Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748
Nadere informatieHet Nederlandse onderwijsachterstandenbeleid: bewezen effectief?
Het Nederlandse onderwijsachterstandenbeleid: bewezen effectief? dr. Geert Driessen ITS Radboud Universiteit Nijmegen g.driessen@its.ru.nl www.geertdriessen.nl Achterstandenbeleid Algemene doel Bestrijden
Nadere informatieResultaten van de tweede ronde van het cohortonderzoek COOL 5-18 in het basisonderwijs
Resultaten van de tweede ronde van het cohortonderzoek COOL 5-18 in het basisonderwijs Symposiumvoorstel voor de ORD 2012 Indiener: Jaap Roeleveld Auteurs: Geert Driessen, Lia Mulder (ITS, Radboud Universiteit
Nadere informatieArbeidsdeelname van paren
Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24
Nadere informatieRAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DE EUROPASCHOOL
RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DE EUROPASCHOOL School : de Europaschool Plaats : Hengelo (Ov) BRIN-nummer : 23RX Onderzoeksnummer : 89955 Datum schoolbezoek : 18 december 2006 Datum vaststelling : 14 maart
Nadere informatie4. Kans op echtscheiding
4. Kans op echtscheiding Niet-westerse allochtonen hebben een grotere kans op echtscheiding dan autochtonen. Tussen de verschillende groepen niet-westerse allochtonen bestaan in dit opzicht echter grote
Nadere informatieOnderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar
Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2006-2007 Technisch Rapport Versie 0.1-7 maart 2007 Interne notitie Inspectie van het onderwijs Afdeling Kennis
Nadere informatieBijlagen bij hoofdstuk 4 Opleidingsniveau en taalvaardigheid
Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 4 Opleidingsniveau
Nadere informatieSamenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet
Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Enige tijd geleden heeft onze school BS De Petteflet deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders
Nadere informatieSamenvatting. BS De Swoaistee/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee
Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee Enige tijd geleden heeft onze school BS De Swoaistee deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders
Nadere informatieDatum 28 november 2018 Betreft Beantwoording vragen schriftelijk overleg (Kamerstuk 31293, nr. 415))
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500
Nadere informatieFLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner
FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit
Nadere informatie2. Groei allochtone bevolking fors minder
2. Groei allochtone bevolking fors minder In 23 is het aantal niet-westerse allochtonen met 46 duizend personen toegenomen, 19 duizend minder dan een jaar eerder. De verminderde groei vond vooral plaats
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Nadere informatieDrentse Onderwijs monitor
Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Assen Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.
Nadere informatieAnalyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1
Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na
Nadere informatieGemengd Amsterdam * in cijfers*
Gemengd Amsterdam * in cijfers* Tekst: Leen Sterckx voor LovingDay.NL Gegevens: O + S Amsterdam, bewerking Annika Smits Voor de viering van Loving Day 2014 op 12 juni a.s. in de Balie in Amsterdam, dat
Nadere informatieAlleenstaande moeders op de arbeidsmarkt
s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging
Nadere informatieDe relatie tussen geboortekwartaal en schools succes in de eerste jaren van het lager onderwijs
De relatie tussen geboortekwartaal en schools succes in de eerste jaren van het lager onderwijs Verachtert P. De Fraine B. Onghena P. Ghesquière P. Katholieke Universiteit Leuven 1. Achtergrond A. Leeftijdsverschillen
Nadere informatieWat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland?
Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? 13 2. Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? HOODSTUK 2 Hoe leerlingen presteren op de Centrale Eindtoets, geeft informatie over het niveau
Nadere informatieSamenvatting voor de niet medisch onderlegde lezer
Etnische verschillen in overleving bij dialysepatiënten in Europa. De rol van demografische, klinische en psychosociale factoren. Nieren hebben de belangrijke taak om afvalproducten en vocht uit het lichaam
Nadere informatieDrentse Onderwijsmonitor
Drentse Onderwijsmonitor Feitenbladen Gemeente Kerncijfers uit de periode 2008-2013 Drentse Onderwijsmonitor 2013 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 8ste editie van de Drentse Onderwijsmonitor. Dit
Nadere informatieSAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL!
SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL! Aanleiding Het Vervangingsfonds voert regelmatig grootschalige projecten of programma s uit om een extra impuls te geven aan de aanpak van het ziekteverzuim in
Nadere informatieHet LOVS rekenen-wiskunde van het Cito
Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde
Nadere informatieZijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?
Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse
Nadere informatieFACTSHEET SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2016/2017 PRIMAIR ONDERWIJS
FACTSHEET SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2016/2017 PRIMAIR ONDERWIJS februari 2018 1 Samenvatting Het aantal gemelde schorsingen is in 2016/2017 licht gestegen ten opzichte van het voorafgaande schooljaar.
Nadere informatieVan de tweejarigen zit het merendeel op een VVE-speelzaal, bij de driejarigen zit het grootste deel op een niet-vve-speelzaal (zie figuur 1).
1 Deelname van peuters aan voorschoolse educatie In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de deelname van Leidse peuters aan VVE (voor- en vroegschoolse educatie). In Leiden wordt in het kader van
Nadere informatiePresentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van
Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van de Hogeschool Rotterdam. Mijn presentatie is opgebouwd
Nadere informatieVoortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens,
, Toelichting bij geleverde maatwerktabellen 2006/2007 en 2007/2008* Levering: 17 februari 2010 De maatwerktabel over voortijdig schoolverlaters 2006/2007 bevat gegevens over het voortgezet onderwijs (vo)
Nadere informatieDoelgroepleerlingen in het basisonderwijs
Doelgroepleerlingen in het basisonderwijs Historische ontwikkeling en actuele situatie JAAP ROELEVELD GEERT DRIESSEN GUUSKE LEDOUX JORIS CUPPEN JOOST MEIJER CIP-gegevens KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG
Nadere informatienog nooit zo allochtoon gevoeld als op de universiteit.
nog nooit zo allochtoon gevoeld als op de universiteit. Onderzoek naar sociale hulpbronnen als studiesuccesfactor voor niet-westerse allochtone studenten in het Nederlandse hoger onderwijs Lunchbijeenkomst
Nadere informatieHet LOVS rekenen-wiskunde van het Cito
cursusboek2009.book Page 131 Thursday, March 30, 2017 3:23 PM Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode
Nadere informatieIN HET DERDE JAAR VOORTGEZET ONDERWIJS
IN HET DERDE JAAR VOORTGEZET ONDERWIJS ii In het derde jaar voortgezet onderwijs Een vergelijking van leerlingen vóór en na de invoering van het vmbo met nadruk op cognitieve en sociale competenties Adrie
Nadere informatieMobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren
Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie
Nadere informatieBijlagen bij hoofdstuk 5 Minderheden in het onderwijs Mérove Gijsberts (SCP) en Marijke Hartgers (CBS)
Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 5 Minderheden in
Nadere informatieDrentse Onderwijs monitor
Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Midden- Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.
Nadere informatieSamenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen
Samenvatting Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Voor de tweede keer heeft het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) de situatie van (ex-)gedetineerden op de gebieden identiteitsbewijs,
Nadere informatieOnderwerp Beantwoording vragen raadskamer over het rapport Evaluatie Bestuurlijke Arrangementen Antillianengemeenten 2005-2008
Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beantwoording vragen raadskamer over het rapport Evaluatie Bestuurlijke Arrangementen Antillianengemeenten 2005-2008 Programma / Programmanummer Integratie & Emancipatie
Nadere informatieDrentse Onderwijs monitor
Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Aa en Hunze Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl 112303 Betreft Antwoorden
Nadere informatieIn het tweede jaar voortgezet onderwijs
Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen In het tweede jaar voortgezet onderwijs Een vergelijking van leerlingen vóór en na de invoering van het vmbo met nadruk op cognitieve en sociale
Nadere informatieSamenvatting. SBO Focus/ Venray. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) SBO Focus. Ouders vinden 'Kennisontwikkeling' op school het belangrijkst
Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) SBO Focus Enige tijd geleden heeft onze school SBO Focus deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 208250 ouders en verzorgers
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen
Nadere informatieSamenvatting RSJ-advies Bezinning op Interlandelijke Adoptie (2 november 2016)
Samenvatting RSJ-advies Bezinning op Interlandelijke Adoptie (2 november 2016) De Minister van Veiligheid en Justitie heeft de RSJ gevraagd om te adviseren over een aantal mogelijke toekomstscenario s
Nadere informatieDrentse Onderwijs monitor
Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Midden- Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Midden--DEF.indd 1 18-05-16 11:16 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10
Nadere informatie1 maart Onderzoek: De Stelling van Nederland
1 maart 2017 Onderzoek: De Stelling van Nederland Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek.
Nadere informatieSAMENVATTING. Aanleiding
SAMENVATTING Aanleiding Op verzoek van de staatssecretaris voor primair onderwijs en kinderopvang heeft de Inspectie van het Onderwijs in 2008 de kwaliteit van het basisonderwijs in de drie noordelijke
Nadere informatieUITWERKING BEREKENING PRESTATIEANALYSE SECTOR SPECIAAL ONDERWIJS 2016
UITWERKING BEREKENING PRESTATIEANALYSE SECTOR SPECIAAL ONDERWIJS 2016 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Data 4 3 Uitgangspunten bij de prestatieanalyse 5 3.1 Bepaling van groepen binnen het so en vso 5 3.2 Scores
Nadere informatieToelichting competenties
Toelichting competenties De vraag van dit onderzoek was of leerkrachten, intern begeleiders en schoolleiders die werken met nieuwkomers aanvullende of extra competenties nodig hebben bovenop de bekwaamheidseisen
Nadere informatieSamenvatting. BS `t Startblok. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS `t Startblok. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst
Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS `t Startblok Enige tijd geleden heeft onze school BS `t Startblok deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 209645 ouders
Nadere informatieMarginaal: Cultureel en sociaal kapitaal: een waardevol bezit?
Marginaal: Cultureel en sociaal kapitaal: een waardevol bezit? Harry J.M. Hüttner en Henk Kleijer In de onderwijssociologische discussie over ongelijkheid van kansen in het onderwijs hebben de gezinsachtergronden
Nadere informatieDrentse Onderwijs monitor
Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Coevorden Kern cijfers uit de periode 2012-2017 Drentse Onderwijsmonitor 2017 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 12de editie van de Drentse Onderwijsmonitor.
Nadere informatieSAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)
SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Sinds de jaren zestig is het aandeel migranten in de Nederlandse bevolking aanzienlijk gegroeid. Van de totaal 16,3 miljoen inwoners in
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
6 Dit proefschrift gaat over de ontwikkeling van een instrument om sociale competentie van basisschoolleerlingen te meten. Het doel van die meting is om aanknopingspunten te bieden voor het bevorderen
Nadere informatieFactsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014
Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos
Nadere informatieRAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE
RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE School : basisschool 't Mêêtje Plaats : Ellemeet BRIN-nummer : 05ZJ Onderzoeksnummer : 112723 Datum schoolbezoek : 28
Nadere informatieVO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV 2013. Gymnasium Felisenum
VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV 2013 Gymnasium Felisenum Plaats : Velsen-Zuid BRIN-nummer : 20DG Onderzoeksnummer : 150930 Datum onderzoek : 17-18 januari 2013 Datum vaststelling : 18 december 2012-14 maart
Nadere informatiePrestaties, gedrag en houding van basisschoolleerlingen
Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen Prestaties, gedrag en houding van basisschoolleerlingen Stand van zaken in 2008 en ontwikkelingen sinds 2001 Geert Driessen Prestaties, gedrag
Nadere informatieResultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018
Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. o.b.s. Het Groene Hart
RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK o.b.s. Het Groene Hart Plaats : Zuidwolde Dr BRIN nummer : 12TS C1 Onderzoeksnummer : 196419 Datum onderzoek : 6 juni 2013 Datum vaststelling : 11 juni 2013
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN VERIFICATIEONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS. "De Wissel"
RAPPORT VAN BEVINDINGEN VERIFICATIEONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS "De Wissel" Plaats : Houten BRIN nummer : 23EZ C1 Onderzoeksnummer : 154892 Datum onderzoek : 27 februari 2013 Datum vaststelling :
Nadere informatieSamenvatting. BS Beijumkorf/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Beijumkorf
Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Beijumkorf Enige tijd geleden heeft onze school BS Beijumkorf deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders
Nadere informatieGebruik mobiliteitsinstrumenten
Rapport Gebruik mobiliteitsinstrumenten Secundaire analyse in opdracht van Ministerie van Binnenlandsezaken en Koninkrijksrelaties Van Lucien Vermeer Datum 15-11-2018 1. Introductie Het stimuleren van
Nadere informatieProtocol aanname beleid Brede school Noorderbreedte
Protocol aanname beleid Brede school Noorderbreedte Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Tijdpad... 3 3. Voorrangscriteria... 4 4. Aanmelden op Noorderbreedte... 4 5. Plaatsen op Noorderbreedte... 5 6. Inschrijven
Nadere informatieUitwerking berekening Risicomodel sector SO 2015
Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2015 INHOUD 1. Inleiding... 1 2. Data... 1 3. Uitgangspunten bij het risicomodel... 1 3.1 Bepaling van groepen binnen het so en vso... 1 3.2 Scores op de indicatoren...
Nadere informatieScholen in de Randstad sterk gekleurd
Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse
Nadere informatieDe doelgroepen van het onderwijsachterstandenbeleid: ontwikkelingen in prestaties en het advies voortgezet onderwijs
Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen De doelgroepen van het onderwijsachterstandenbeleid: ontwikkelingen in prestaties en het advies voortgezet onderwijs Geert Driessen (red.) De
Nadere informatieSamenvatting en conclusies
Samenvatting en conclusies Inleiding In het kader van de Monitor en evaluatie Tweede Fase HAVO / VWO heeft het ITS voor het Ministerie van OCenW, directie voortgezet onderwijs, onderzoek gedaan in het
Nadere informatieOnderzoek eindadviezen werkers WP BO die doorstromen naar WP VO
Onderzoek eindadviezen werkers WP BO die doorstromen naar WP VO Voor het eerst hebben wij uitgebreid onderzoek verricht naar de kwaliteit van de basisschooladviezen van De Werkplaats aan het einde van
Nadere informatieHet Almeerse basisonderwijs
dit is een LEA plus project -www.lea.almere.nl- -Dit is een LEA plus project-www.leaplusalmere.nl Het Almeerse basisonderwijs Monitor Taal, Lezen en Rekenen 2013/2014 April 2015 Gemeente Almere, Onderzoek
Nadere informatie